Type | Geniebataljon |
Ontdubbeld van | 2de Regiment Genie |
Onderdeel van | IVde Legerkorps |
Bevelhebber | Kolonel Paul Gascht |
Standplaats | Emblem |
Samenstelling | 1ste Compagnie (Kapitein R. Flamand) |
2de Compagnie (Kapitein-commandant Clément Vandevivere) | |
3de Compagnie (Luitenant P. Vanderleenen) | |
Compagnie Park (Luitenant C. De Schrijver) |
Het 22Gn werkt ten voordele van het IVde Legerkorps en is op aan de vooravond van de Duitse aanval als volgt ingekwartierd:
- Staf en 2de Cie te Emblem
- 1ste Cie te Burcht
- 3de Cie en Park Cie in de Dungelhoefkazerne te Lier
De operatiezone van het IVde Legerkorps omvat de sectoren van de Versterkte Positie Antwerpen en van het Albertkanaal bezet door de 12Div en de 13Div, en de sector Sint-Lenaarts – Dessel van de Vooruitgeschoven Stelling achter Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten bezet door de 18Div. Binnen dit operatiegebied is het IV/LK verantwoordelijk voor het volgende vernielingsplan:
- Vooruitgeschoven Stelling
- Vernielingsgroepen XIII tot XX en Vernielingsgroep Tu
Deze groepen beslaan samen 22 voorbereide vernielingen op het kanaal, en een reeks vernielingen in en om Turnhout. Deze zijn alle geladen met springstof, en de technische en tactische wacht wordt geleverd door de troepen die de positie bezetten met uitzondering van Groep XVI die bewaakt wordt door een detachement van het Regiment Spoorwegtroepen. De commandant 18Div heeft de autoriteit om de vernielingen uit te voeren bij een vijandelijke overschrijding van de grens. - Wegvernielingen D1 tot D6
Deze liggen achter het kanaal, en zijn geladen, maar worden niet bewaakt. Het 15Gn is verantwoordelijk voor deze vernielingen. - Wegvernielingen F1 tot F7
Deze vernielingen liggen in een boog van Beerse over Gierle en Kasterlee tot in Retie en moeten de wegen komende van Turnhout en hun transversale assen blokkeren. De springstoffen zijn niet geplaatst en de locaties zijn dan ook niet bewaakt. Deze vernielingen zijn eveneens voor rekening van het 15Gn.
- Vernielingsgroepen XIII tot XX en Vernielingsgroep Tu
- Tussen de Vooruitgeschoven Stelling en de Dekkingsstelling/Weerstandsstelling
- Wegvernielingen R20 tot R25
Deze vernielingen bevinden zich op 7 tot 8Km achter de Vooruitgeschoven Stelling, dekken het wegennet rond Schilde, Westmalle, Oostmalle en Zoersel, en zijn alle geladen. Niet alle springinrichtingen worden bewaakt. Het 22Gn is verantwoordelijk voor deze vernielingen.
- Wegvernielingen R20 tot R25
- Net voor de Dekkingsstelling/Weerstandsstelling
- Vernielingen R2, R2bis, R3, R6, R7, R8, R9
Deze springinrichtingen liggen op de Kleine Nete noord van het Albertkanaal en moeten door het 22Gn aangezet worden zodra het Kanaal Dessel-Schoten overgestoken is door de vijand. De volledige reeks R is niet voorzien van explosieven. - R10 tot R10bis
Deze vernielingen spelen een gelijkaardige rol, maar liggen op het Kanaal Dessel-Schoten oost van de anti-tankracht van de Versterkte Positie Antwerpen. Ook deze springingrichtingen zijn voor het 22Gn. - R1, R4, R5, en R11 tot R17
Deze groep bestaat uit wegvernielingen te Vorselaar, Pulle, Pulderbos, Viersel, Zandhoven, Massenhoven, Halle en Westmalle en mogen eveneens aangezet worden bij overschrijding van het Kanaal Dessel-Schoten, met uitzondering van vernieling R16 die zich onder de baan van Malle naar Schilde bevindt. Ook deze groep is een taak voor het 22Gn.
- Vernielingen R2, R2bis, R3, R6, R7, R8, R9
- Vernielingen op de Dekkingsstelling/Weerstandsstelling
- Groep AL2
Deze groep omvat de overgangspunten op het Albertkanaal in de sector van de 12Div - Groep AL3 en AL4. De springinrichtingen worden bewaakt door het 2Gn.
Deze beide groepen liggen respectievelijk west en oost van het punt waar de Kleine Nete onder het Albertkanaal kruist, in de sector van de 15Div. Deze springinrichtingen zijn voor rekening van het 15Gn. - Groep XXI en vernieling R18
Deze vernielingen bevinden zich op het deel van het Kanaal Dessel-Schoten net voor de kruising met anti-tankgrachr, en worden eveneens bewaakt door het 2Gn.
- Groep AL2
- Vernielingen in de sectoren van de 12Div en 15Div
- Vernielingen Wa, Wb, Wc, Wd, We en Wf
Vernielingen Wa en Wb zijn gesitueerd de ‘s Gravenwezel, en de overige vier op het deel van het Kanaal Dessel-Schoten tussen de kruising met anti-tankgracht en het Albertkanaal. Deze zijn niet geladen, en ook voor rekening van het 2Gn. - Vernielingen Ea, Eb, Ec, Ed, Ee, Ef, Eg1, en Eg2
Deze bevinden zich te Herenthout, Kessel, Mol-ter-Nete, Bossenstein, Lammersberg, Viersel en op de Nete tussen Lier en het Albertkanaal. Ook hier zijn de springstoffen gestockeerd. Het 15Gn is verantwoordelijk.
- Vernielingen Wa, Wb, Wc, Wd, We en Wf
- Vernielingen in het achtergebied.
- Vernielingen 1 tot 5
Deze vernielingen omvatten de bruggen te Lier, en zijn ook niet geladen. De verantwoordelijke eenheid is het 22Gn. - Vernielingen Ar1 tot Ar8
Deze vernielingen liggen tussen Ranst en Emblem, en te Fort 1 en Fort 4. Ook hier zijn springinrichtingen niet geplaatst, en is het 22Gn verantwoordelijk.
- Vernielingen 1 tot 5
- Vernielingen van observatiepunten
- Te Grobbendonk, Massenhoven, Zandhoven, Molenheide en Sint-Job-in-t-Goor zijn alle kerktorens en schoorstenen van fabrieken voorbereid tot vernieling. Deze zijn verdeeld onder het 22Gn, 2Gn en 15Gn.
Op 4 mei 1940 vertrok de bevelhebber van de 1Cie, Luitenant Carbonelle, met het gros van zijn troepen naar het Bataljon Pontonniers te Burcht voor een opleiding brugslagtechnieken. Kapitein Flamand van de 3Cie werd bevelhebber ad-intermin van de 1Cie en werd op zijn beurt afgelost door Luitenant Vanderleenen.

Actiegebied van de drie compagnies van het 22Gn op 10 mei 1940. De blauwe lijn onderaan stelt het Albertkanaal voor, met vernielingsgroepen AL3 en AL4. Even ten noorden van het kanaal loopt de Kleine Nete doorheen Grobbendonk.
Tijdens de avond van 9 mei zijn de meeste officieren van het bataljon op een feestje te Lier. Bij afloop rond 01u00 gonst hier al het gerucht dat er tegen de ochtend een alarm zal afgekondigd worden. Dit gerucht wordt werkelijkheid wanneer officier van wacht Luitenant Deking om 01u35 opgebeld wordt door de staf van het IVde Legerkorps. De 2Cie en 3Cie ontvangen dit bericht om respectievelijk 01u40 en 01u43. Vervolgens belt Deking naar het Bataljon Pontonniers om Luitenant Carbonnelle en de 1Cie terug te roepen.
De drie compagnies zullen ingezet worden om de voorbereide vernielingen in het gebied tussen het Verbindingskanaal Maas-Schelde en de posities van de 12Div en 15Div operationeel te maken. Hierbij moeten niet alleen de pyrotechnische en elektrische compassemmenten aangesloten worden, maar dienen heel wat vernielingen nog van hun springladingen te worden voorzien. Tussen 02u30 en 03u00 vertrekken dan ook verschillende vrachtwagens naar het zonedepot van de genie van het IVde Legerkorps in het Fort van Lier. Hier moet de bijkomende dotatie explosieven opgehaald worden. Ook in het Spoorwegfortje van Duffel is er een depot voor explosieven, maar dit wordt voorlopig niet aangesproken.
Bij de 1Cie meldt meldt Luitenant Carbonnelle omstreeks 04u30 dat zijn 3de Peloton onder leiding van Adjudant Poirrez rechtstreeks vertrokken is naar Grobbendonk om van hier uit R1 tot en met R10 te gaan bemannen. Om de rest van de compagnie over te brengen naar Lier vraagt Carbonnelle om 10 autobussen en 3 vrachtwagens.
Bij de 2Cie is het peloton van Luitenant Mathieu om 04u00 naar Oostmalle vertrokken, Luitenant Mathieu plaatst hier zijn commandopost terwijl zijn ploegen de vernielingen R20 tot en met R24 overnemen. Het peloton van Luitenant Cools zal omstreeks 04u30 nadien vertrekken naar R11 tot R14. Het peloton van Luitenant Meeuws tenslotte vertrekt naar het militaire vliegveld van Deurne om hier de vernieling van de piste voor te breiden.
De 3Cie meldt om 04u35 dat alle ploegen op het terrein vertrokken zijn. Hier rijdt het peloton van Luitenant Cornelis naar Westmalle om R15 tot R17 en R25 over te nemen. Cornelis zal zich in de herberg Kempenland installeren.
De geniecommandant van het IV/LK beveelt om 06u20 om alle vernielingen te laden en ook de electrische en pyrotechnische compassementen te verbinden. Hierbij wordt er uitdrukkelijk op gewezen dat de wegvernielingen niet uitgevoerd mogen worden. Om 07u00 krijgt het 22Gn ook de opdracht om de wegvernielingen F1 tot F8 te gaan installeren. De taak moet overgenomen worden van het 15Gn.
Omstreeks 08u00 start de staf van de 3Cie met de verhuis van de Dungelhoefkazerne te Lier naar zijn oorlogskantonnement in het Ursulinenklooster aan de Mechelsestraat.
Tussen 09u00 en 10u00 beginnen de bevestigingen binnen te lopen van de vooruitgang aan de werken op het terrein. Korporaal Verloet meldt om 09u25 klaar te zijn met de lading en het compassement van R21. Tien minuten later meldt Sergeant De Brandt hetzelfde voor R23. Kort hierop rapporteert Luitenant Mathieu dat alle ploegen van zijn detachement bijna klaar zijn.
Om 09u55 beveelt het GHK om op de Vooruitgeschoven Positie langsheen het Verbindingskanaal Maas-Schelde de bruggen te vernielen tussen Turnhout en De Maat. Het bataljon zal om 13u20 melden dat deze opdracht met succes is uitgevoerd.
Even voor 15u00 keert de ploeg van Luitenant Meeus terug naar het vliegveld van Deurne om de voorbereidende werken voor de vernieling van de installaties af te ronden. Meeus zal om 22u30 klaar zijn.
Bij de 2de compagnie wordt Luitenant Meeus nog een derde keer teruggestuurd naar Deurne om enkele wijzigingen aan te brengen aan het vernielingsplan. Terwijl er nog steeds mijnen ingegraven worden, gaat de compagnie over tot het opblazen van de eerste hindernissen.
Tijdens de vroege namiddag vallen bij de explosie aan de duiker van de Delftebeek onder de baan van Zoersel naar Oostmalle (hindernis R21) twee gewonden.
Wanneer even voor dageraad een colonne tanks van het 7(FRA) Leger opduikt bij de ondermijnde brug aan de Netestraat te Grobbendonk, vraagt het bataljon de toestemming aan de legerkorpsstaf om de springlading te verwijderen om de passage van de pantservoertuigen toe te laten. Het hoofdkwartier gaat akkoord.
Luitenant Meeus van de 2de compagnie ondermijnt de wegbrug te Emblem. De 2de compagnie maakt ook twee Duitse militairen gevangen bij een neergestort vliegtuig. Om 14u30 rukt een ontmijningsploeg uit naar een woning in de buurt waar een niet ontplofte luchtafweergranaat neergevallen is. Om 17u15 tenslotte moet de compagnie de baan van Viersel naar Pulderbos vrijmaken om versterkingen van het Franse 7de leger door te laten. De compagnie meldt dat er geen mijnen gelegd werden op dit traject.
Na een nieuwe reeks vijandelijke luchtaanvallen op de baan Emblem-Lisp, vraagt Kolonel Gascht toestemming aan het hoofdkwartier van het IVde Legerkorps om van kantonnement te mogen veranderen. De legerkorpsstaf gaat akkoord. De bataljonsstaf en 1ste compagnie vertrekken om 15u00 naar Edegem.
De 2de compagnie werkt nog steeds verder aan het uitdiepen van de mijnenvelden. Luitenant Meeus wordt alweer uitgestuurd. Deze keer dient over te Nete een noodbrug van 4 ton geslagen te worden. Het kunstwerk dient ook meteen voorzien te worden van springladingen. De compagnie houdt ook de wacht aan de kunstmatige inundaties langsheen de Nete. De compagnie krigt tenslotte om 20u00 het bevel om zich klaar te maken voor een verplaatsing naar Boechout. De bestemming wordt echter gewijzigd in Edegem. De installatieploeg vertrekt meteen. De dag wordt besloten met het aanzetten van de springladingen op en om het vliegveld van Deurne.
Ook de 3de compagnie en de compagnie park vervoegen Edegem na de middag.
Even na middernacht verlaat de 2de compagnie Emblem en zet koers richting Edegem. De laatste vernielingsploegen keren die dag terug van hun actiezone ten noorden van het Albertkanaal en vervoegen Edegem. Alleen de wegbrug van Emblem en Molbrug te Lier blijven nog intact.
Het bataljon rust uit te Edegem.
De wegbrug van Emblem wordt nog voor 06u00 vernield. Het centrale deel van de brug steekt evenwel nog boven de waterlijn uit en een ploeg wordt op pad gestuurd om een tweede lading aan te brengen.
Ook de Molbrug te Lier vliegt die ochtend de lucht in.
Om 21u00 worden vernielingsploegen uitgestuurd naar de Nete bruggen. Luitenant Meeus vertrekt naar de wegbrug van Duffel. Onderluitenant Cools neemt de wegbrug van Walem voor zijn rekening.
De staf, 1ste en 2de compagnie worden aan het eind van de dag naar Knesselare gezonden.
Kapitein-commandant Vandevivere van de 2de compagnie inspecteert nog tijdens de nacht van 16 op 17 mei de ondermijning van de bruggen op de Nete. De ploegen keren later op de dag terug. Om 22u00 vertrekt de 2de compagnie naar Lochristi. Van hieruit worden de mannen kort voor middernacht richting Knesselare verder gestuurd.
De 3de compagnie en compagnie park blijven te Lochristi.
Staf, 1ste Compagnie, 2de Compagnie
De 2de compagnie komt aan te Knesselare om 08u00. Het bataljon gaat over naar het Commando van de Genie van het Groot Hoofdkwartier. Kolonel SBH Oudenne, is overgekomen van de 5de Directie van de Genie en de Versterkingen om een opdracht te leiden tot de ondermijning van de bruggen over de Schelde ten zuiden van Gent, de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Oudenne zal hiervoor vier bataljons mogen aansturen: het 18Gn, 22Gn, 26Gn en 32Gn. De staf van Luitenant-generaal Michelet, geniecommandant van het leger, laat weten het 22Gn zal ingezet worden voor de bruggen op het Leopoldkanaal en het Afleidingskanaal van de Leie. De beide waterwegen worden in drie zones verdeeld en toegewezen aan de pelotons. De pelotons Mathieux en Cools krijgen 45 uur de tijd om het noorden en centrale deel te ondermijnen. Het peloton van Luitenant Meeus moet binnen 36 uur klaar zijn met het zuidelijke deel.
3de Compagnie en Compagnie Park
De 3/22Gn en Cie Park/22Gn brengen de dag door te Lochristi. De beide compagnies moeten om 14u25 passeren op het startpunt van hun etappe te Oostakker en zullen naar Lovendegem verder trekken.
Staf, 1ste Compagnie, 2de Compagnie
Kapitein-commandant Vandevivere laat rond 10u00 aan het Groot Hoofdkwartier weten dat de werken naar behoren vorderen. De Franse 60ste en 68ste divisies hebben Zeeland bezet en er is dan ook overleg met hun genie.
3de Compagnie en Compagnie Park
Het detachement dat aangehecht gebleven is bij het IV/LK moet Lovendegem verlaten om 13u00 en zal via Ursel, Knesselare, Sint-Joris, Hertsberge en Ruddervoorde naar Westkant trekken.
3de Compagnie en Compagnie Park
Het detachement hergroepeert zich een maakt een staat op van de verliezen. De 3de compagnie meldt dat 4 onderofficieren en 80 militairen op het appel ontbreken. Het wagenpark van de compagnie is tot de helft herleid. De compagnie park is nog in meerdere mate compleet en moet alleen enkele verloren vrachtwagen met brugslagmaterieel melden.
Staf, 1ste Compagnie, 2de Compagnie
De 2de compagnie is nog steeds te Knesselare. Van een pauze in de werkzaamheden wordt gebruik gemaakt om te rusten.
3de Compagnie en Compagnie Park
Op bevel van het GHK moet de staf van het IV/LK een stelling in de diepte op niveau leger verkennen tussen de Schelde in het noorden en het punt waar de Lieve en het Afleidingskanaal van de Leie samenkomen te Stoktevijver in het zuiden. Deze linie start aan de Braakmankreek en loopt vervolgens over ‘s Gravenjansdijk, Lembeke, Boskant en Kere tot Stoktevijver. De 3de Compagnie dient een reeks vernielingen voor te bereiden op de lijn Bassevelde-Lembeke-Stoktevijver. De officieren vertrekken voor de nodige verkenningen. De commandant van de Compagnie Park wordt uitgestuurd op een verkenningsronde naar Eeklo, Kaprijke, Oostwinkel, Maldegem en Bassevelde. Er wordt ook een locatie gezocht voor een vooruitgeschoven depot.
3de Compagnie en Compagnie Park
De 3de compagnie wordt naar kantonnementen te Heule gestuurd. De Compagnie Park dient zich te Rumbeke op te stellen en kiest het Kerkplein uit voor zijn nieuw kantonnement.
De 3de Compagnie wordt tijdelijk in steun geplaatst van het 1Gn. Tijdens de voormiddag worden de Leiebruggen te Kortrijk bestudeerd voor een mogelijke vernieling. Het bataljon zoekt ook contact met de Britse genie langsheen de Leie tussen Kortrijk en Menen om na te gaan welke werkzaamheden reeds werden uitgevoerd. De spoorbrug te Menen en wegbrug ten oosten van deze stad worden ondermijnd. Na deze opdracht wordt gemeld dat er geen werken bijkomende dienen uitgevoerd te worden te Menen, maar dat te Kortrijk nog heel wat springladingen dienen geplaatst te worden.
Ondertussen hebben de Britten via het GHK laten weten dat de 44th Infantry Division doorheen de sector zal terugtrekken naar de linker oever van de rivier en de nacht zal doorbrengen in de streek van Heule, Gullegem, Moorsele en Sint-Katarina. De troepen zullen dan de Britse legerzone vervoegen. Het GHK geeft het IV/LK om 19u45 de toestemming om na de doortocht van de 44(UK) Div zelfstandig te beslissen over het tijdstip van de vernieling van de bruggen over de Leie in zijn operatiezone. De eerste Britse eenheden bereiken de rivier vanaf 22u00.
De eerste brug over de Leie die vernield wordt is de spoorwegbrug “De Drie Duikers” net ten zuiden van de stad. De ploeg onder leiding van Luitenant Vanderleenen laat het kunstwerk springen om 20u00.
Staf, 1ste Compagnie
De staf en de 1ste Compagnie verhuizen tussen 15u00 en 16u00 van Ruddervoorde naar Roeselare.
Staf, 1ste Compagnie, 3de Compagnie
Deze fractie van het bataljon wordt omstreeks 16u30 doorgestuurd naar Passendale. Kolonel Gascht krijgt het bevel om wegvernielingen aan te leggen op de baan van Kortrijk naar Ingelmunster rond Stokerijhoek, op de baan van Bissegem naar Izegem ten noorden van Gullegem, en op de baan van Menen naar Roeselare aan de brug over de Heulebeek te Dadizele.
2de Compagnie
Bij een inspectie van de werven laat Kapitein-commandant Vandevivere zwaardere ladingen aanbrengen onder de spoorbrug te Heist. Er wordt ook een ploeg arbeiders geplaatst bij de spuisluizen van deze gemeente. Het Groot Hoofdkwartier vraagt na de middag om de sluizen bij laag tij te openen en alzo het waterpeil op het kanaal van Brugge naar Sluis met 1,5 meter te laten zakken. Er wordt onmiddellijk een ploeg naar Brugge gestuurd om de schotbalken te lichten en het kanaal deels te laten leeglopen.
Compagnie Park
De compagnie zal het grootste deel van de dag te Rumbeke blijven. Om 19u00 beveelt de legerkorpsstaf om de compagnie naar Ardooie over te brengen.
2de Compagnie
Net na middernacht krijgt dit detachement het bevel om naar Oostnieuwkerke te verhuizen. De verplaatsing van de 2de Compagnie verloopt moeizaam en het duurt tot 17u00 eer iedereen aangekomen is. Omwille van de Duitse doorbraak richting Roeselare wordt het nabije verdedigingsplan in werking gezet.
22Gn (minus 2de Compagnie)
Omstreeks 15u15 laat de 1ste Compagnie de brug te Gullegem te lucht in vliegen. De ploeg van vier militairen die als achterwacht bij het aanzettingsmechanisme bleven, kunnen nog maar net aan de vijand ontsnappen en slagen er in om onder de neus van de Duitsers de lading te ontsteken en op hun fietsen te ontkomen.
Luitenant Cornelis van de 3de compagnie voert even voor 23u00 twee wegvernielingen ter hoogte van Houtem en Stokerijhoek op de baan van Kortrijk naar Ingelmunster op bevel van het 2de Regiment Grenswielrijders. Zijn detachement gaat er vervolgens van door en kan veilig de kantonnementen bereiken.
De 2de compagnie richt defensieve stellingen in richting zuidoosten. Luitenant Meeus en zijn peloton worden uitgestuurd naar Sint-Eloois-Winkel om mijnenstoppen aan te leggen. De infanterie van het II/3J en III/3J die in deze omgeving in eerste linie ligt verbiedt echter dat deze werken uitgevoerd worden.
Die avond ondergaat Roeselare een hevig bombardement door de Luftwaffe.
Het bataljon blijft verantwoordelijk voor het onderhoud van het wegennet in de agglomeratie van Roeselare. Het takenpakket omvat het opruimen van achtergelaten voertuigen en andere hindernissen en het opvullen van bomkraters.
De 2de compagnie wordt aan het werk gezet bij het opruimen van wrakken en obstakels op de baan van Staden over Roeselare naar Izegem. Net na de middag wordt de compagnie doorgestuurd naar het gehucht Hagebroek nabij Gits. De verplaatsing zal zo’n drie uur in beslag nemen. In de vooravond krijgt Vandevidere alweer wegwerkzaamheden toegewezen: deze keer moet de baan van Roeselare naar Torhout vrijgemaakt worden, samen met alle grotere verbindingswegen net ten westen van deze lijn.
De 3de compagnie en de compagnie park nemen tijdens de late namiddag kantonnementen in te Collegiehoek. Bij de doortocht te Ardooie vallen vijf militairen van de compagnie park in een Duitse luchtaanval.
Het bataljon dient ook de door het 13Gn aangelegde vernietigingsdispositieven tussen Izegem en Roeselare op het Kanaal van Roeselare naar de Leie over te nemen. Deze springladingen zijn geplaatst bij bruggen 9, 10 en 11 en een door de genie aangelegde loopbrug. De nodige ploegen worden uitgestuurd.
Om 20u45 vertrekt de bataljonsstaf naar Vijfwegen nabij Lichtervelde. De staf komt hier aan omstreeks 22u15.
De ploegen van de 2de compagnie blijven op het terrein opruimingswerken uitvoeren. Het peloton Cools wordt uitgestuurd om de baan Roeselare-Kachtem vrij te maken.
Rond het middaguur komt een vrachtwagen van de genie van de 10de Infanteriedivisie anderhalve ton TNT en 500 landmijnen afleveren. Het bataljon krijgt enkele uren later de opdracht om drie tot vier vernielingen ten oosten van Lichtervelde voor te bereiden.
De bataljonsstaf vertrekt omstreeks 20u40 van uit Vijfwegen richting Handzame.
Het bataljon wordt om 23u40 naar Werken gezonden om hier te hergroeperen en bevelen in ontvangst te nemen voor nieuwe opdrachten.
Om 00u30 vertrekt ook de 2de compagnie naar Werken. De wegen zitten vol terugtrekkende militairen en de compagnie komt volledig vast te zitten tussen de Kruisstraat en Amelsvelde. Uiteindelijk wordt Werken bereikt. De compagnie wordt naar de baan op Vladslo gestuurd om kantonnementen te vinden. Wanneer dit niet lukt, trekken de manschappen verder naar Molenhoek. Hier raakt het nieuws van de overgave bekend.
De compagnie park wordt die zelfde nacht naar de Steenstraat in het gehucht Schuddebeurze te Werken gedirigeerd. De vrachtwagens met explosieven moeten voorop rijden naar Vladslo met het oog op het vernielen van de bruggen op de Handzamevaart. Ook deze compagnie hoort het nieuws van de capitulatie in deze buurt.
Op 29 mei vertrekt het bataljon naar Pereboom nabij Handzame. Het bataljon verblijft hier tot 1 juni wanneer het materieel en de wapens aan de bezetter overgedragen worden te Werken. Vervolgens vertrekken de manschappen als krijgsgevangenen naar Oudenaarde.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
3 | CRAEN | Emiel, M.J. | Sdt | Mil | 22 | 08.05.1902 | Antwerpen | 28.05.1940 | Scheldewindeke | ||
Cie Park | DE LEEUW | Henri, G. | Sdt | Mil | 34 | 03.01.1913 | Anderlecht | 26.05.1940 | Ardooie | ||
Onbekend | MEGANCK | Albert, L. | ![]() | Sdt | Mil | 35 | 11.08.1915 | Balen | 29.05.1940 | Zarren | Verwond 26.05 in Ardooie. |
3 | SLEGERS | Albert, G. | Sdt | Mil | 36 | 09.01.1916 | Olen | 26.05.1940 | Ardooie | ||
Cie Park | VAN DE WIEL | Gerard | Sdt | Mil | 30 | 02.07.1910 | Antwerpen | 26.05.1940 | Ardooie | ||
Cie Park | VAN HOEK | Jacob, J. | Sdt | Mil | 33 | 06.04.1913 | Borgerhout | 26.05.1940 | Ardooie | ||
Onbekend | VAN WESEMAEL | Albert, Gustaaf | Adjt | KROLt | 38 | 12.04.1914 | Overmere | 23.08.1940 | Reichenbach-Oberlausitz (D) | Krijgsgevangene | |
Cie Park | VAN WOLPUT | Bernard, F. | Sdt | Mil | 34 | 22.04.1914 | Borgerhout | 26.05.1940 | Ardooie |
- Dossier 22Gn, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie