8ste Regiment Artillerie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 8ste Regiment Artillerie | 8ème Régiment d’Artillerie | 8A
Type Regiment veldartillerie van het actieve leger
Ontdubbeld van n.v.t.
Taalstelsel Nederlandstalig
Onderdeel van 4de Infanteriedivisie
Bevelhebber Kolonel Ernest Smedts
Adjudant-majoor Kapitein-commandant Charles Dechesne
Standplaats Dekkingsstelling – Albertkanaal
Sector Diepenbeek – Eigenbilzen
Commandopost te Hoeselt
Samenstelling Iste Groep
(Majoor Robert De Merre)
1ste Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Cdt Paul Coppejans)
2de Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Lt A. Staf)
3de Batterij van 4 x C75 GP kanonnen (Lt F. Marchal)
  IIde Groep
(Majoor Pierre Brassine)
4de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt J. Robyns)
5de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt A. Gravy)
6de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Kapt R. André)
  IIIde Groep
(Kapitein-commandant Jules Hoste)
7de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Cdt A. Roy)
8ste Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt A. Baumal)
9de Batterij van 4 x C75 TR kanonnen (Lt P. Thyrion)
  IVde Groep
(Majoor Ferdnand Kort)
10de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Lt L. Jones)
11de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Lt R. Gabriel)
12de Batterij van 4 x Ob105 GP howitzers (Lt J. Brogniet)
  Stafbatterij
(Onderluitenant H. Houbion)
 

Tijdens de mobilisatie

Staf/8A
Als eenheid van het actief leger wordt het 8ste Regiment Artillerie (8A) gemobiliseerd te Mechelen bij de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 25 augustus 1939. De staf, IIde en IVde Groep blijven in de Baron Michelkazerne te Mechelen. De Iste Groep wordt ondergebracht te Bonheiden ten oosten van Mechelen terwijl de IIIde Groep kantonnementen in Heffen, ten noordwesten van Mechelen, krijgt toegewezen. Drie dagen later vertrekt het regiment naar het oostelijke uiteinde van het Albertkanaal waar de 4de Infanteriedivisie (4Div) tussen Lixhe en Eigenbilzen een waakscherm dient op te richten. Op 5 januari 1940 verplaatst het regiment zich samen met de rest van de 4Div naar het Kamp van Beverlo voor een tiendaagse trainingsperiode. Na de kampperiode worden verscheidene posities langsheen het Albertkanaal ingenomen. Vanaf 01 maart 1940 wordt de 4Div onder bevel geplaatst van het Iste Legerkorps (I/LK) waar ze de stellingen van de 6de Infanteriedivisie (6Div) achter het Albertkanaal, tussen Eigenbilzen en Diepenbeek, overnemen. Het 8A neemt de stellingen van het 6de Regiment Artillerie (6A) over.

De Baron Michelkazerne te Mechelen, het vredesvoet garnizoen van 8A.

Aan de vooravond van de oorlog vervult het 8A nog steeds de taak van divisieartillerie van de 4Div. Kolonel Smedts is bijgevolg de Commandant van de artillerie van de divisie (ook wel CADI genoemd – Commandant d’ Artillerie de la Division d’ Infanterie). Het regiment heeft zijn commandopost opgesteld te Hoeselt vlakbij het hoofdkwartier van de divisie. De groepen van 8A staan op 9 mei als volgt opgesteld:

  • I/8A in de noordrand van Bilzen
  • II/8A in het gehucht Appelveld ten noordwesten van Beverst
  • III/8A ten zuidoosten van Bilzen
  • IV/8A in het gehucht Holt ten oosten van Beverst

Naast de vuren van de groepen van het 8A beschikt de CADI 4Div ook nog over de vuren van de Ondergroepering West van het 14de Regiment Artillerie (14A). IV/14A en VI/14A die respectievelijk met 120mm en 155mm kanonnen opgesteld staan te Romershoven (IV/14A) ten noordwesten van Hoeselt en in het gehucht Nederstraat (VI/14A) ten zuiden van Beverst. Het 8A heeft een waarnemingspost ingericht te Zutendaal. Deze post wordt beveiligd door een gevechtsgroep van het Wielrijderseskadron van de 4Div (Esk Cy 4Div)

V/8A wordt II/26A
De Vde Groep van 8A (V/8A) wordt op 25 augustus 1939 gemobiliseerd met de rest van 8A en aangevuld met reservisten van de klas ’38. V/8A gaat op 15 januari over naar het 26ste Artillerieregiment (26A). Dit regiment wordt eind januari 1940 opgericht door de overheveling van Vde Groepen van het 6A en het 8A. Met deze reorganisatie wil de legerleiding de infanteriedivisies van tweede reserve van een eigen artillerieregiment voorzien. V/8A vervoegt op 26 januari 1940 de 18de Infanteriedivisie (18Div) als II/26A.

Opstelling van de groepen van 8A en van de ondergroepering West van 14A in steun van 8A (projectie op recente kaart).

Opstelling van de groepen van 8A en van de ondergroepering West van 14A in steun van 8A (projectie op recente kaart).

Staf/8A
Het regiment wordt vanaf 00u15 in staat van alarm gebracht. Binnen het uur zijn de kanonniers op post. Bij het ochtendgloren zijn de manschappen getuige van de talrijke overvluchten van de Luftwaffe langsheen het Albertkanaal. Het regiment verneemt ‘s morgens het nieuws van de aanval op de 7de Infanteriedivisie (7Div) en het rampzalige verlies van de bruggen te Veldwezelt en Vroenhoven. De ganse voormiddag worden regelmatig patrouilles uitgestuurd om naar vijandelijke valschermspringers te zoeken. De berichten betreffende de toestand bij de naburige 7Div worden steeds ernstiger en in de loop van de dag wordt het duidelijk dat de regimenten van de 7Div niet zullen kunnen standhouden. De Duitse aanvallers dringen steeds dieper in de sector van de 7Div binnen waardoor de oostflank van de 4Div bedreigd wordt. Voor het Albertkanaal ter hoogte van de 4Div blijft het echter rustig en de dag verloopt zonder incidenten. Er wordt niet gevuurd, maar tijdens de nacht kunnen de manschappen horen dat de 120mm kanonnen van IV/14A, opgesteld ten zuiden van Diepenbeek, in actie gekomen zijn.

I/8A
De Iste Groep staat opgesteld in de noordrand van Bilzen en ondersteunt er het 7de Linieregiment (7Li).  De groep wordt om 00u52 in staat van alarm gebracht.  De drie bataljons van het 7Li bezetten het centrale deel van de sector van de 4de Infanteriedivisie in ten noorden van lijn Schoonbeek-Munsterbilzen. Het I/7Li en II/7Li nemen stelling in eerste lijn aan het Albertkanaal, III/7Li staat opgesteld in tweede lijn ten noordoosten van Schoonbeek en dient als reserve om tussen te komen indien de vijand erin slaagt de eerste linie te doorbreken.  De I/8A krijgt op 10 mei geen vuuraanvragen van het 7Li binnen en lost op de eerste dag van de oorlog geen schot.

II/8A
De IIde Groep staat opgesteld in het gehucht Appelveld (Pasbosstraat en Appelveldstraat – Bilzen) ten noordwesten van Schoonbeek tussen de Demer en het Albertkanaal en levert vuursteun aan het 15de Linieregiment (15Li). De stellingen van het 15Li lopen van Dorpsheide  (exclusief) in het westen tot Genk-Zuid (inclusief) in het oosten, met daarachter de zone tussen Diepenbeek en Schoonbeek. Het IIIde Bataljon (III/15Li) en het Iste Bataljon (I/15Li) staan opgesteld achter het Albertkanaal in eerste echelon. Het IIde Bataljon (II/15Li) staat opgesteld in tweede echelon ten noorden van de spoorlijn Hasselt-Bilzen. De eerste dag van de oorlog komt de groep niet in actie omdat de vijand buiten dracht blijft van de kanonnen. De groep stond echter wel in telefonisch contact met IV/14A en vraagt ’s nachts een afsluitingsvuur aan op de zuidelijke uitgangswegen van Genk. De batterijen van IV/14A met veel grotere dracht dan de batterijen van II/8A openen prompt het vuur.

III/8A
De IIIde Groep heeft zijn batterijen ontplooid op de hoogtes ten zuidoosten van Bilzen tussen Bilzen en Waltwilder. III/8A levert vuursteun ten behoeve van het 11de Linieregiment (11Li). Net na middernacht ontvangt het 11Li het alarm en verplaatst zich van zijn kantonnementen in de streek van Waltwilder naar zijn stellingen aan het kanaal. Het IIde en het IIIde Bataljon nemen stelling in eerste lijn aan het Albertkanaal tussen Eigenbilzen en Munsterbilzen. Het Iste Bataljon (I/11Li) staat opgesteld in tweede echelon. Op de rechterflank sluit de stelling aan op die van het 2e Regiment Karabiniers (2C) van de 7de Infanteriedivisie.

Het bevoorradingsechelon met het voertuigenpark van III/8A heeft zich opgesteld te Rijkhoven. Hier bevindt zich de munitie, de veldkeukens en ook de paardengespannen van de voortreinen. Het bevoorradingsechelon van III/8A bevindt zich, van alle detachementen van 8A, het meest naar het oosten. Het bevoorradingsecheleon wordt om 02u00 op de hoogte gebracht van het alarm en om 04u00 horen ze de bruggen van Kanne, Ternaaien en Klein-Ternaaien springen. Tegelijkertijd overvliegen een massa Duitse vliegtuigen het voertuigenpark dat ook wordt gebombardeerd. In de buurt van de stelling vinden uitgestuurde patrouilles parachutes met poppen die door de Duitsers als afleidingsmanoeuvre werden gedropt. De stelling te Rijkhoven wordt opnieuw gebombardeerd om 15u55, om 18u25 en om 21u30.

IV/8A
De IVde Groep, onder bevel van Majoor Kort (een veteraan van WOI), heeft zijn 105mm kanonnen ontplooid in het gehucht Holt tussen Spurk en Beverst ten zuiden van de spoorweg Bilzen-Hasselt. De batterijen stonden opgesteld ter hoogte van het kruispunt tussen de N2 te Holt en de Laarstraat. IV/8A vormt met zijn zwaardere kanonnen het algemeen steunelement van de divisie maar met de opdracht in eerste prioriteit de vuren van II/8A ten voordele van 15Li te versterken. Om 02u00 blaast Soldaat George Haesevoets, trompetter bij het IV/8A, verzamelen met een “Bugle Call” om het alarm te verspreiden. Om 07u00 ‘s morgens trekken de eerste vluchtelingen uit Lanaken en andere grensdorpen via de rijksweg (N2) door de stellingen van het IV/8A richting Hasselt. In de loop van de ochtend krijgt het IV/8A vuuraanvragen binnen om doelen in Veldwezelt te bestoken. De waakrichting van de kanonnen wordt aangepast en er worden enkele schoten afgevuurd. De vuren dienen echter opgeschort te worden omdat, gezien de dracht van de stukken, het risico te groot was om de eigen troepen te treffen. IV/8A is dan ook de enige groep van 8A die op 10 mei in actie kwam, weliswaar in steun van eenheden van de 7Div.

Pivot van het 7Li naar de dwarstelling op 11 mei (CHD Evere).

Staf/8A
Tijdens de nacht van 10 op 11 mei wordt in de sector van de 7Div verbeten gevochten om de laatste stellingen. De rechter flank van de 4Div komt in gevaar. Om de Duitse aanval alsnog te stoppen beveelt het Iste Legerkorps een dwarsstelling (oftewel bretel) op te richten op de as Eigenbilzen – Mopertingen – Kleine-Spouwen – Rijkhoven en die vervolgens langs de Demer te vervolledigen tot in Tongeren [1]. Deze dwarsstelling moet worden ingenomen door eenheden van de divisies in lijn waarbij de 4Div de stelling moet voorbereiden van Eigenbilzen tot aan Kleine-Spouwen, de 7Div is verantwoordelijk vanaf Kleine-Spouwen (inclusief) tot Tongeren. Luitenant-generaal de Graeve, commandant van de 4Div, beslist dat het 15Li en II/7Li hun stellingen langs het Albertkanaal moeten blijven bezetten. III/7Li en I/7Li moeten pivoteren om uiteindelijk een stelling te bezetten tussen Munsterbilzen en Bilzen, II/11Li en III/11Li zullen hun stellingen aan het kanaal moeten verlaten om zich achter de spoorweg Tongeren – Bilzen op te stellen van Bilzen tot Rijkhoven. Het plan wordt tijdens de nacht uitgewerkt en de orders worden pas om 10u00 doorgegeven aan de infanterieregimenten. Tussen 10u00 en 11u00 verlaat het 11Li het Albertkanaal om de dwarsstelling te bezetten. Uit het verslag van Onderluitenant Volkaerts, commandant van het Peloton Verkenners van 15Li, die rond het middaguur een verkenning langs de dwarsstelling uitvoerde, blijkt dat het 15Li zich nog steeds op zijn posities langs het Albertkanaal bevindt, dat de linker vleugel van het 7Li (II/7Li) ook nog langs het kanaal staat opgesteld en dat de rest van het 7Li zich achter de spoorlijn Genk – Bilzen bevindt. De verbindingen tussen het 15Li en 7Li evenals de verbindingen tussen het 7Li en het 11Li zijn nog intact. De dwarsstelling die diende ingenomen te worden om de Duitse aanval te vertragen is in elk geval om 12u00 nog intact bij de 4Div. De 4Div heeft zijn eenheden echter meer naar het westen opgesteld waardoor er geen aansluiting is met de eenheden van de 7Div die de bretel bezetten vanaf Kleine-Spouwen.

Geplande dwarsstellingen door het I/LK en het CK

Geplande dwarsstellingen door het I/LK en het CK (projectie op recente kaart).

De groepen van 8A worden tijdens de ochtend door de regimentscommandant op de hoogte gebracht van de Duitse vorderingen vanuit het bruggenhoofd Vroenhoven en Veldwezelt. De groepen die zich ten oosten van de dwarsstelling Bilzen – Tongeren bevinden (I/8A en III/8A) krijgen opdracht om zich meer naar het westen op te stellen. Om 08u00 beslist de divisiecommandant om het HK van de divisie op te splitsen in een hoofdmoot (Voorwaarts HK onder bevel van LtGen de Graeve) die verplaatst zal worden naar Ulbeek en een kleinere stafeenheid (Achterwaarts HK onder bevel van GenMaj Brabant ondersteund door Cdt Nannan en Lt Lousse) die achterblijft te Hoeselt om de terugtocht van de 4Div te bevelen.  Wanneer de Duitsers om 09u30 Herderen innemen en op het punt staan naar Rijkhoven door te stoten beslist de divisiecommandant om de commandopost te Hoeselt in allerijl te ontruimen.

De commandopost van 8A die zich bij het divisiehoofdkwartier bevindt breekt zijn stelling op en vertrekt samen met het Voorwaarts HK Div naar Ulbeek. In tegenstelling tot het HK van de 4Div laat de Staf/8A geen stafelement achter te Hoeselt. Vanaf 09u30 wordt dan ook elk contact tussen de groepen en de commandopost regiment verbroken. Dat de ontruiming snel gebeurde valt onder meer af te leiden uit het feit dat de dienstauto van de regimentscommandant werd achtergelaten in Hoeselt. De Staf/8A verlaat samen met het Voorwaarts HK 4Div Ulbeek al om 15u00 en begeeft zich richting Kosen (noord van Sint-Truiden) waar ze om 17u00 toekomen en van waaruit ze verder doortrekken richting Beauvechain (Bevekom) om 21u00. De regimentsstaf wordt doorgestuurd naar Jodoigne (Geldenaken) om er te overnachten.

De groepen die sinds 09u30 niets meer gehoord hebben van hun regimentsstaf zijn niet op de hoogte van het feit dat de infanterie opdracht kreeg om een dwarsstelling in te nemen.  Wanneer de infanterie zijn stellingen aan het Albertkanaal verlaat om zich naar de dwarsstelling te begeven, nemen de groepen van 8A aan dat de divisiesector ontruimd wordt. Omdat ze zelf geen nieuwe orders krijgen willen ze dan ook hun stellingen zo snel mogelijk opbreken en naar het westen terugtrekken. De terugtocht van 8A verloopt chaotisch temeer omdat op II/8A na alle groepen contact verloren met de eenheid die ze moeten steunen.

Aan het eind van de dag bevindt het regiment zich in volgende locaties:

  • Staf/8A bevindt zich te Jodoigne (Geldenaken)
  • I/8A is voltallig en is vertrokken naar Grez-Doiceau (Graven),
  • II/8A is in verspreide slagorde onderweg naar Grez-Doiceau, de Staf en de 5Bij bevinden zich ter hoogte van Kortessem en hebben geen contact met de 4Bij en de 6Bij,
  • III/8A is volledig gedesorganiseerd onderweg naar het westen waarbij de 8Bij wordt ingehaald door de vijand en gevangen genomen,
  • IV/8A kantonneert in Mélin (Malen).

I/8A
Omdat de stellingen van I/8A zich ten oosten van de dwarsstelling bevinden krijgt I/8A om 09u30 van de CADI het bevel om nieuwe stellingen te nemen langs de Paneelstraat ten zuidwesten van Beverst. Om 10u00 wordt de stelling in Bilzen opgebroken en om 11u45 neemt I/8A stelling in de Paneelstraat.

Eens terug op stelling slaagt de groep er niet in om in verbinding te komen met de commandopost van het regiment.  De estafetterijder die om 12u20 uitgestuurd werd, is tegen 15u00 nog steeds niet teruggekeerd.  Majoor De Merre besluit dan maar zelf op zoek te gaan naar de regimentsstaf in een poging nieuwe orders te verkrijgen. Wanneer hij om 15u30 in Ulbeek toekomt is de commandopost reeds vertrokken zonder een bericht achter te laten. Majoor De Merre komt om 16u00 terug op de CP van I/8A waar men hem meldt dat ook alle contact met het 7Li verloren is gegaan.  De Groepscommandant besluit dan maar op eigen initiatief terug te trekken tot Wimmertingen.  Hier aangekomen neemt hij om 19u15 contact op met de Commandant van de Infanterie van de 1ste Infanteriedivisie (1Div) die de dwarsstelling Diepenbeek-Kortessem-Wellen bezet. Hij biedt aan om vuursteun te leveren voor de eenheden van de 1Div die de stelling bezetten maar dit voorstel wordt afgewezen. Hij krijgt het advies om verder westwaarts te trekken tot voorbij de Gete. Tijdens de terugtocht naar het westen botst de colonne rond 21u30 op Cdt De Ron van de Staf/8A die de groep doorstuurt naar Grez-Doiceau.

II/8A
De IIde Groep tracht tussen 08u00 en 09u00 contact te maken met de commandopost van het regiment te Hoeselt. Wanneer dit niet lukt, wordt een verkenner per moto uitgestuurd naar Hoeselt die vaststelt dat de regimentsstaf reeds vertrokken is met onbekende bestemming. Majoor Brassine belt daarop naar de regimentscommandant van het 15Li en stelt de groep onder het bevel van de infanterie. II/8A zal dan ook zo lang op zijn stelling blijven tot het 15Li vertrekt. De telefoonverbinding met de IV/14A valt even later eveneens uit, deze groep is begonnen met zijn stellingen te Rommershoven te ontruimen.

Rond 10u30 meldt de IVde Groep dat er Duitse tanks naderen op de N2 van Bilzen richting Diepenbeek. Omdat de N2 slechts enkele honderden meters van de stellingen van Majoor Brassine ligt, worden enkele kanonnen omgedraaid om de weg onder vuur te nemen. Ook de voortreinen van de kanonnen worden naar de stellingen gestuurd om een spoedig vertrekt mogelijk te maken. De gespannen worden stand-by geplaatst op de baan van Beverst naar Diepenbeek.

Kanon 75mm Tir Rapide (TR) in stelling (prentkaart eind jaren ’30).

De groep valt vanaf het middaguur onder vijandelijk vuur en laat onmiddellijk terug schieten op doelen die door de infanteristen en de observatieploegen aangeduid worden. De observatiepost van Wachtmeester Wynants wordt getroffen. De onderofficier sneuvelt ter plekke. Duitse duikbommenwerpers vallen de 4de en 6de Batterij aan. Ook het 7Li, die na het vertrek van I/8A zonder artilleriesteun viel, vraagt nu vuursteun aan bij de IIde Groep. Majoor Brassine laat antwoorden dat alle stukken te druk bezig zijn met het ondersteunen van het 15Li.

Tijdens de namiddag wordt een deel van het 15Li van de kanaaloever weggetrokken om zich achter de spoorlijn Genk-Bilzen op te stellen. Het regiment moet nog steeds in verbinding blijven met het 7Li aan het kanaal en de positiewissel moet de rechterflank van de divisie veilig stellen. Tot een tegenactie komt het echter niet en om 19u30 krijgen alle eenheden het bevel tot de algemene terugtocht. De laatste batterij verlaat zijn stelling tegen 20u00.

De batterijen van de IIde Groep zetten zich op weg en vernemen van Kapitein-commandant Nannan van de divisiestaf dat ze zich via Kortessem, Landen en Jodoigne (Geldenaken) naar Grez-Doiceau (Graven) moeten terugplooien. De staf en de 5de Batterij trekken over Krijt naar Kortessem, maar kunnen de op eigen initiatief vertrokken 4de en 6de Batterij niet terugvinden. Wanneer de colonnes rond middernacht Kortessem bereiken worden ze door de elementen van het aldaar opgestelde 2de Regiment Gidsen (2G) afgeleid naar Alken omdat Wellen reeds in Duitse handen gevallen is.

III/8A
Aangezien de IIIde Groep zich eveneens oost van de dwarsstelling bevindt krijgt deze groep om 09u00 het bevel hun schootsstelling op te breken en zich in Hoeselt te hergroeperen. Ook het bevoorradingsechelon krijgt het bevel Rijkhoven te verlaten en zich naar Hoeselt te begeven. Vanuit Hoeselt dient de groep zich naar Rommershoven te begeven om er een nieuwe stelling in te nemen. Dit is echter niets te vroeg want om 09u00 heeft de Duitse voorhoede reeds de lijn Mopertingen-Rosmeer-Vlijtingen-Riemst bereikt op amper enkele kilometer van de stellingen van III/8A. De staf van III/8A verliest elke controle over de terugtocht van de verschillende elementen van de groep en de verschillende onderdelen proberen elk afzonderlijk op eigen kracht weg te geraken. Dit wordt fataal voor de 8ste Batterij die rond 13u30 nabij Gors-Opleeuw wordt overrompeld en gevangen genomen door de vijand. De kanonnen zijn verloren. Het bevoorradingsechelon geraakt pas om 10u00 weg uit Rijkhoven en moet eerst nog naar de batterijstellingen in Bilzen. Van hier uit gaat het langs Hoeselt, Vliermaal, Gors-Opleeuw, Sint-Truiden en Zoutleew naar Ransberg ten westen van de Gete waar halt wordt gehouden.

Duitse vorderingen op 11 mei ter hoogte van de dwarsstelling van het CK (projectie op recente kaart).

Duitse vorderingen op 11 mei ter hoogte van de dwarsstelling van het CK (projectie op recente kaart).

IV/8A
Om 09u30 stelt Majoor Kort op de CP van IV/8A furieus vast dat de Staf/8A evenals het HK van de 4Div uit het radionet verdwijnen zonder zich af te melden. Reeds de helft van de radioposten van het radionet van de 4Div zijn uit het net verdwenen. Wanneer de waarnemingsposten van de groep de vijand om 10u30 zien opduiken langs de N2 richting Bilzen brengt IV/8A de IIde Groep hiervan op de hoogte. Aangezien het maar een kwestie van tijd is vooraleer de vijand de stellingen van IV/8A zal bereiken beslist de groepscommandant om de groep op eigen initiatief naar het westen te verplaatsen. Hij laat alle niet essentieel personeel voorzien van extra munitie en stelling nemen langs de N2 [2]. Twee motorestafettes worden richting Bilzen uitgestuurd om de groep op de hoogte te brengen van de komst van de vijand.  De vijand is echter nog niet gevorderd richting Beverst en de groep verlaat zijn stellingen te Holt tussen 10u30 en 11u00. De groep volgt de door de Staf van de 4Div opgelegde marsroute langs de N2 richting Diepenbeek waar ze de dwarstelling Diepenbeek-Kortessem-Wellen (oftewel bretel van Kortessem) van het Cavaleriekorps (CK) passeren. Via Krijt bereikt de groep Kortessem waar ze rond 13u00 in de ondersector van het 1ste Jagers te Paard (1JP) toekomen waar zich ook de IIIde Groep van het 19de Regiment Artillerie (III/19A) bevindt. Majoor Kort plaatst de groep tijdelijk onder bevel van deze eenheid maar door de nakende komst van de vijand moeten ze verder naar het zuidwesten terugtrekken via Alken, Sint-Truiden, Landen, Hannuit en Jodoigne naar Mélin (oftewel Malen) waar gekantonneerd wordt. De IVde Groep is door het oog van de naald gekropen en in extremis nog weggeraakt uit de sector van de 4Div.

Staf/8A
Terwijl de andere eenheden van de 4de Infanteriedivisie zich tijdens de nacht van 11 op 12 mei terugtrekken tot voorbij de Demer-Gete Stelling bevindt het merendeel van 8A zich al ten westen van Geldenaken. Omwille van het Duitse luchtoverwicht wordt de terugtocht overdag onderbroken en wordt de groepen bevolen zich zo veel mogelijk aan vijandelijke luchtwaarneming te onttrekken. De Staf/8A ontvangt in de loop van 12 mei in zijn commandopost te Jodoigne het bevel om door de K.W. Stelling te trekken en een nieuw kantonnement te zoeken ten westen van het Kanaal van Willebroek.  De staf vertrekt aansluitend naar Leuven om er de K.W. Stelling over te steken en de nodige verkenningen voor nieuwe kantonnementen in de buurt van Humbeek en Grimbergen uit te voeren.

I/8A
De groep passeert om 05u00 te Kortenaken waar een lange rustpauze ingelast wordt.  De mars is tot dan toe op normale wijze verlopen.  De groep rijdt om 13u00 verder naar Jodoigne.  Om 19u00 wordt Majoor de Merre doorgestuurd naar Herent.  Zijn colonnes moeten de stad Leuven via de zuidwest rand omtrekken.

II/8A
II/8A zet zijn op 11 mei ingezette verplaatsing verder in de vroege ochtend van 12 mei. De terugtocht van Kortessem via Wimmertingen naar Alken verloopt bijzonder moeizaam door de talrijke Belgische infanteristen die zich zo snel mogelijk uit de voeten willen maken en daarbij tussen de gespannen doorlopen. Eens Alken gepasseerd, ligt de baan open. Via Zepperen, Brustem, Aalst (bij Sint-Truiden) en Velm wordt naar Landen verder getrokken. Rond Brustem wordt de 6de Batterij teruggevonden en weer aangehecht bij de groep. Na Landen wordt verder gereden naar Jodoigne (oftewel Geldenaken) waar ze rond het middaguur toekomen en opgevangen worden door de regimentsstaf. Hier wordt aansluiting gevonden met het bevoorradingsechelon van de groep. De staf stuurt II/8A door naar Tourines-la-Grosse (oftewel Deurne) waar de groep rond 15u00 aankomt. In Tourines-la-Grosse wordt een rustpauze genomen tijdens dewelke de mannen en dieren geravitailleerd worden. Vanaf hier zal bij het aanbreken van de nacht van 12 op 13 mei verder doorgereisd worden naar Bierbeek en Leuven om te Veltem-Beisem halt te houden achter de K.W. Stelling.

IV/8A
IV/8A verblijft de ganse dag te Mélin waar de mannen en de paarden de nodige rust gegund wordt. Ook de IVde Groep verlaat na het invallen van de duisternis Mélin om met een nieuwe nachtmars de rest van het regiment te vervoegen in Veltem-Beisem.

Staf/8A
Na het vallen van de duisternis tijdens de nacht van 11 op 12 mei zet het regiment zich opnieuw in beweging. Tijdens de terugtocht wordt het 8A dermate vertraagd door de Britten, die positie hebben genomen op de K.W. Stelling in Leuven, dat ze amper Leuven voorbij zijn wanneer de dag weer aanbreekt en ze een kantonnement moeten opzoeken. Er wordt in Veltem-Beisem halt gehouden om de manschappen tijdens de dag de nodige rust te geven. Lang kan er niet gerust worden want de reorganisatiezone van 8A te Veltem-Beisem lag in het operatiegebied van de British Expiditionary Force en een nieuwe verhuis dringt zich op. Later op de dag wordt verder gereisd naar Humbeek en Grimbergen achter het kanaal van Willebroek. De colonnes zetten zich vanaf 16u00 op weg richting Humbeek en Grimbergen waar de uiteindelijke reorganisatie van het regiment kan plaatsvinden.

I/8A
De colonnes rijden Herent binnen omstreeks 02u00 en houden hier halt tot 17u30.  De groep zet zich op weg naar Beigem.  Een twintigtal minuten na het vertrek wordt de bestemming bijgesteld tot Meise.

II/8A
Op weg naar Leuven vindt de groep zijn 4de Batterij terug waardoor de groep nu terug volledig is. Ten oosten van de universiteitsstad wordt de groep tegengehouden door Britse troepen bij de spoorwegbrug van de Tiensesteenweg (oftewel de N3). De brug is ondermijnd en kan elk ogenblik in de lucht vliegen. Er wordt dan maar een veldweg richting Heverlee gevolgd. Bij de spoorwegovergang op de Naamse Steenweg wordt de groep een tweede keer de doorgang ontzegd door de Britten. Uiteindelijk wordt Leuven binnengereden reeds lang nadat het dag is geworden. De groep komt aan te Veltem-Beisem rond 08u00. Na een korte periode van recuperatie wordt om 16u00 doorgetrokken naar Humbeek, de eindbestemming van II/8A.  De groep zal hier toekomt bij dageraad op 14 mei.

IV/8A
De manschappen van Vde Groep kunnen rusten in hun kantonnement te Veltem-Beisem tot 16u00 wanneer vanuit Veltem-Beisem verder getrokken wordt langs Kortenberg en Vilvoorde naar Grimbergen de eindbestemming voor IV/8A.

Staf/8A
De rest van de 4Div steekt te Vilvoorde en Verbrande Brug het kanaal van Willebroek over en kantonneert in het gebied tussen Grimbergen en Strombeek-Bever. De troepen zullen hier halt houden tot de avond van 15 mei. Het 8A zal onder meer te Grimbergen en Humbeek kantonneren.

I/8A
De Iste Groep komt aan te Meise om 00u45.  Het dorp zit propvol troepen van het 14A en van het Britse leger.  Er is geen enkele kantonnement meer vrij.  Om 02u30 krijgen de colonnes de toestemming om naar het nabijgelegen Beigem verder te trekken. Deze verplaatsing duurt een half uur en in Beigem kan iedereen onderdak vinden voor de rest van de dag. Te Beigem krijgt I/8A  het bevel om zich tegen 21u00 terug naar Meise te verplaatsen omdat er in Meise weer plaats is vrijgekomen. De 3Bij van I/8A is net gestart met de vorming van zijn colonne langs de Neromstraat tussen Nerom en Wolvertem toen een formatie van twee of drie Duitse vliegtuigen wordt beschoten door de Iste Groep van het 1ste Regiment Grondverdediging tegen Luchtdoelen (I/1DTCA). Een HE-111 wordt neergehaald door de 2de Batterij van 1/DTCA die stond opgesteld te Strombeek-Bever. De bemanning van het getroffen vliegtuig probeert zich nog per parachute te redden. Bij de landing van de piloten, ontstaat een wilde schietpartij tijdens de welke Soldaat Remi Albert Van Langenhove dodelijk getroffen wordt door bevriend vuur [3]. Een tweede militair van 8A raakt eveneens gewond. Soldaat Van Langehoven zal twee dagen later overlijden aan zijn verwondingen. Eens aangekomen te Meise worden paarden en manschappen vanaf 21u45 ingekwartierd voor de nacht van 14 op 15 mei.

II/8A
De manschappen die de verplaatsing naar Humbeek uitvoeren tijdens de nacht van 13 op 14 mei zijn doodop en velen dreigen in te slapen tijdens de rit op de caissons van de kanonnen. Om ongelukken te vermijden wordt zo veel mogelijk te voet gemarcheerd. De groep komt aan te Humbeek om 01u00. Vanuit Humbeek wordt de groep omstreeks 18u00 naar Strombeek-Bever verplaatst. De eenheid komt er aan om middernacht.

III/8A en IV/8A
Beide groepen zullen reorganiseren te Grimbergen.

Staf/8A
De voormiddag wordt gebruikt om de verliezen van de eerste vijf oorlogsdagen te inventariseren en de tekorten zo goed mogelijk aan te vullen. Het 8A krijgt een nieuwe opdracht en zal samen met de 4de Infanteriedivisie naar naar het Bruggenhoofd Gent gestuurd worden om er de zone ten zuidwesten van de stad in te nemen. Het Bruggenhoofd Gent (in 1940 beter bekend onder zijn Franse naam TPG – Tête de Pont Gand) werd gevormd door een bunkerlinie ten zuiden van Gent. De verdedigingslinie bestond uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hadden nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel.

II/8A
De eerste vijf dagen van de campagne heeft de groep één dode, WM Wynants, en een dozijn vermisten gekost. Ook zes paarden hebben het leven gelaten. Drie paardenwagens zijn achtergelaten, samen met alle fietsen van de groep. Er wordt de ganse dag gerust.

De 4de Infanteriedivisie op 16 mei, na aankomst in het Bruggenhoofd Gent.

Hergroeperingszones van de eenheden van 4Div na aankomst in het Bruggenhoofd Gent (dossier 4Div CHD Evere).

Staf/8A
De 4Div komt als eerste grote eenheid toe in het Bruggenhoofd Gent. De rest van de 4Div die de verplaatsing naar Gent uitvoerde tijdens de nacht van 15 op 16 mei bezet volgende hergroeperingszones:

  • 7Li: Merelbeke, Schelderode, Melsen
  • 11Li: Melle en Kwatrecht
  • 15Li: Bottelare, Landskouter en Moortsele

Het gros van 8A zal later toekomen in het Bruggenhoofd Gent dan de rest van de 4Div omdat de infanterie de verplaatsing kon uitvoeren met bussen en vrachtwagens van de Legerautogroepering. De rest van de dag maakt het 8A  zich klaar voor de komende verplaatsing naar het Bruggenhoofd Gent die zal uitgevoerd worden tijdens de nacht van 16 op 17 mei.

II/8A
De groep moet twee kanonnen in steun geven aan de groepering van Majoor L’Hoir van het 2de Regiment Grenswielrijders (2CyF) die het bruggenhoofd bij de kanaalbrug van Vilvoorde beveelt. Een stuk van de 5de Batterij wordt onder bevel van Adjudant KROLt Stroobants opgesteld te Neder-over-Heembeek. Een tweede stuk van de 6de Batterij komt nabij Verbrande Brug te staan onder leiding van Onderluitenant Van Cuyck. Wachtmeester De Nave is de verbindingsman met de grenswielrijders. Intussen laat de groep te Brussel negen nieuwe fietsen in beslag nemen. Bij de ijsfabriek van Strombeek worden twee vrachtwagens opgevorderd. Om 16u00 vertrekken de colonnes via Meise, Brussegem, Merchtem, Aalst en Oordegem naar Gent. Deze nachtmars wordt de moeilijkste van de ganse veldtocht door de chaos op de wegen ten westen van Brussel bij de algehele aftocht van het Belgisch leger.

IV/8A
Tijdens de nacht van 16 op 17 mei verplaatst IV/8A zich van Grimbergen via Gontrode, waar een eerste keer halt gehouden wordt, naar Merelbeke waar ze in de vroege ochtend toekomen.

Staf/8A
Het 8A komt aan op het Bruggenhoofd Gent. Het 7Li moet zijn sterkste bataljon gebruiken om Munte te verdedigen, en zal ondersteund worden door de II/8A.  Het 15Li moet zich concentreren op de baan naar Geraadsbergen te Betsberg met vuursteun van de III/8A, en het 11Li moet de baan naar Brussel blokkeren te Kwatrecht met steun van de I/8A.  De IV/8A zal het algemeen vuursteunelement vormen.  Elke artilleriegroep zal hervormd worden tot twee batterijen van drie stukken.

II/8A
De groep rijdt rond 03u00 het dorp Oordegem binnen. Om 11u00 wordt verder getrokken naar Schelderode. Vanaf 18u00 worden kantonnementen te Kwenenbos opgezocht. Het ravitailleringsechelon blijft te Schelderode.

Staf/8A
Het regiment ontplooit zich in het Bruggenhoofd Gent.

II/8A
De groep neemt een eerste stelling te Kwenenbos. Sectiechef Onderluitenant De Coninck van de 5de Batterij wordt uitgestuurd naar de bunker van Semmerzake. Rond 08u30 meldt de officier dat de bunker is overgenomen, maar dat het schootsveld belemmerd wordt door de hoge vegetatie. De sectie blijft de ganse dag op post en verlaat de bunker weer aan het eind van de dag omdat de middelen om de begroeiing te ruimen niet gevonden kunnen worden.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Staf/8A
De aftocht van het veldleger van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde die tijdens de nacht van 16 op 17 mei gestart is, moet op 19 mei voltooid worden. Ons VIde legerkorps heeft het bevel overgenomen over de volledige zuidoostelijke zone van het Bruggenhoofd Gent op de boog tussen Semmerzake en Kwatrecht. Er worden drie divisies ontplooid in deze zone. Van west naar oost zal de opstelling er als volgt uitzien:

Deze ontplooiing betekent dat de regimenten van de reeds aanwezige 4Div dichter bij elkaar zullen opgesteld worden tussen Munte en Bottelare. Het 7Li en 15Li zullen de voorste linies innemen. Het 11Li zal het tweede echelon vormen. De nodige bevelen voor deze nieuwe verplaatsingen worden nog tijdens de late nacht van 18 op 19 mei verspreid. Ook het 8A zal zijn stellingen aanpassen.

II/8A
De sectie van Onderluitenant De Coninck wordt nu uitgestuurd naar bunker A30 te Moortsele. Deze bunker kan onder meer twee 75mm kanonnen huisvesten en ligt in de ondersector van het 15Li. De kanonnen worden ontplooid en de voortreinen in de buurt geparkeerd. De bunker zal bezet blijven tot 22 mei en de sectie zal er talrijke vuuropdrachten uitvoeren met behulp van waarnemers van de 10de Compagnie van het 15Li.

Staf/8A
Vanaf de middag bereiken de Duitse troepen het Bruggenhoofd Gent. Hoewel in de sector van de 4Div relatief licht gevochten zal worden, zal de artillerie tot en met 22 mei in actie blijven en ettelijke vuuropdrachten uitvoeren.

II/8A
Adjudant Stroobants kan eindelijk terugkeren van zijn opdracht aan het Kanaal van Willebroek op 16 mei, maar heeft zijn vuurmond moeten achterlaten. Er is nog steeds geen nieuws van het stuk van OLt Van Cuyck. De rest van de groep opent na de middag het vuur en voert meerdere opdrachten uit in de regio van Scheldewindeke. De vuurkadans ligt hoog en er wordt bijzonder veel munitie verschoten. De batterijen worden ten minste een keer per dag herbevoorraad.

Staf/8A
Het 8A blijft de ganse dag in actie ten behoeve van de 4Div. De posities blijven behouden tot 22 mei. Ook op de tweede dag aan het Bruggenhoofd Gent wordt druk munitie aangevoerd en verschoten.

Staf/8A
In de sector van de 4Div wordt nog de ganse dag heen en weer geschoten. Het regiment ontvangt tijdens de vroege avond de nodige bevelen voor de aftocht uit het Bruggenhoofd Gent. Per groep zal één batterij nog enkele uren ter plaatse blijven als onderdeel van de achterhoede. De rest van het regiment verlaat zijn stellingen zodra het donker wordt. De 4Div zal naar het Afleidingskanaal van de Leie gebracht worden.

Het regiment reist af na het vallen van de duisternis met alle groepen in een enkele colonne. De marsroute loopt over Schelderode, Melsen, Eke, Deurle, Sint-Martens-Laarne en Nevele naar de linkeroever van het Afleidingskanaal.

II/8A
De 6de Batterij maakt deel uit van de achterhoede. De rest van de groep zet zich rond 21u30 in beweging en vervoegt de colonne van het regiment. De groep heeft het gehucht Kruiswege op zo’n 2.5Km van Meigem als bestemming.

Staf/8A
Het regiment komt aan bij dageraad en neemt zijn posities in. De kanonnen worden voorlopig nog niet ontplooid. Er wordt de paarden en manschappen enige uren rust gegund. De meeste soldaten slapen in de gracht langs de rand van de weg. De batterijen van de achterhoede komen in de loop van de voormiddag aan.

Kolonel Smedts krijgt versterking in de vorm van een detachement artilleristen van het 32ste Regiment Artillerie (32A) onder leiding van Kapitein-commandant Pemen. Dit detachement wordt nabij Aalter in reserve gehouden en beschikt over twee C75GP kanonnen, vier Ob105GP houwitsers en een aantal manschappen in overtal. Het geschut wordt aangehecht bij de Iste en IVde Groep. De overtollige middelen zullen in de komende twee dagen meermaals gebruikt worden om manschappen en materieel aan te vullen.

I/8A
De sectie C75GP onder bevel van Luitenant Janssens van het 32A wordt ter versterking overgeheveld naar de Iste Groep.

II/8A
Eens de 6de Batterij teruggekeerd is van zijn achterhoedeopdracht is de groep weer compleet. Tijdens de namiddag komt geheel onverwacht ook nog het stuk van OLt Van Cuyck aan. Van Cuyck heeft na het verlaten van het Kanaal van Willebroek een hele omweg gemaakt via Poperinge om zijn regiment terug te vinden. Het kanon is echter buiten dienst en wordt afgevoerd. De voortrein en de manschappen worden behouden.

De IIde Groep wordt te Kruisweg ontplooid en in steun geplaatst van het 15Li dat de ondersector Meigem verdedigt. De 5de en 6de Batterij staan op zo’n 300m van elkaar langsheen een veldweg te Kruiswege. De 4de Batterij bevindt zich zo’n 500m verder van het front. De commandopost wordt geïnstalleerd in een hoeve aan de baan van Kruisweg naar Beekkant, op enkele honderden meters van de regimentsstaf van het 15Li. Er worden dubbele telefoonverbindingen aangelegd met het verbindingsdetachement bij de infanteristen en de regimentsstaf van het 8A. Het ravitailleringsechelon staat ten noordwesten van Vinkt op de baan naar Lotenhulle. De rest van de dag wordt gewerkt aan het inrichten van de stellingen.

IV/8A
IV/8A ontvangt versterking van de batterij Ob105GP van Luitenant De Kriek van het 32A.

Staf/8A
Terwijl de Duitsers oprukken naar het Afleidingskanaal van de Leie, wordt bij het 8A zo snel mogelijk doorgewerkt aan de schootspositities. Munitie wordt aangevoerd en de vuurplannen worden op punt gesteld in samenspraak met de infanteristen en observatieploegen. Tijdens de namiddag worden strooibriefjes uitgeworpen boven de Belgische linies om de troepen aan te sporen zich over te geven. Aan het eind van de dag verhuist de staf van het 15Li zijn commandopost naar een grote boerderij op zo’n 600m van Kruiswege. De telefoonlijnen worden aangepast. Rond 21u00 hoort het regiment een enorme knal in de richting van het kanaal. De brug te Nevele is zonet opgeblazen door de Belgische genie.

Staf/8A
Tussen 05u00 en 07u00 komen de groepen een eerste keer in actie. Volgens het vuurplan wordt storings- en interdictievuur uitgevoerd op de toegangswegen tot het kanaal en belangrijke kruispunten in het Duitse opmarsgebied. Rond 07u00 vallen de Duitsers aan te Nevele en steken er zonder veel moeite het kanaal over. Het IIIde Bataljon van het 15Li legt vrijwel onmiddellijk de wapens neer. Ook de andere infanterie-eenheden staken zonder noemenswaardige weerstand te bieden al snel de strijd en de 4Div wordt overrompeld. Verschillende batterijen worden gevangen genomen. De staf kan ontkomen en wordt naar Ruiselede teruggetrokken. Vervolgens wordt de staf via Hertsberge naar Ruddervoorde verplaatst.

II/8A
Rond 05u00 wordt opgemerkt dat de telefoonlijn naar de voorste linies buiten gebruik is. Er blijkt een stuk van een paar honderd meter te zijn weggesneden. Men vermoedt dat de telefonisten van de infanterie zich zo aan extra draad wilden helpen. De lijn wordt heraangelegd. Het IIIde Bataljon van het 15Li vraagt anderhalf uur later een vuuropdracht aan zonder dat er Duitse troepen worden waargenomen. De bataljonscommandant, Kapitein-commandant Haerden, meldt dat zijn mannen bijzonder nerveus zijn en dat hij hoopt dat het zicht en geluid van Belgische granaatinslagen de stemming binnen de linies enigszins kan verbeteren. De groep schiet 60 granaten af.

Om 07u30 meldt Cdt Haerden dat de Duitsers in het eerste echelon zijn binnengedrongen en dat zijn III/15Li met geïmproviseerde witte vlaggen de vijand begroet en de wapens neerlegt. De weinige bereidwillige militairen moeten wegvluchten. Andere bataljons van het 15Li volgen al snel.

De groep opent het vuur, maar de snelle Duitse opmars brent de vijandelijke troepen al snel tot minder dan 1500m voor de stellingen van de 5de en 6de Batterij. Majoor Brassine vraagt een positiewissel aan. Kolonel Smedts beveelt hem echter om zijn stellingen te behouden. De 5de en 6de Batterij blijven vuren op de Duitse troepen die inmiddels de Kerkstraat ten westen van Nevele bereikt hebben. De 4de Batterij bestookt Meigem. De vijandelijke artillerie beantwoord met tegenvuur en er vallen enkele gewonden.

Ook het contact met het 2de echelon van het 15Li wordt verbroken en even later duiken de Duitse infanteristen op op minder dan 300m voor de stellingen. De commandopost van de groep wordt overrompeld en de batterijen worden gevangen genomen rondom 09u00. Majoor Brassine bevindt zich op dat ogenblik bij de staf van het 15Li die besluit om de overgebleven elementen van de infanterie terug te trekken achter de Poekebeek. Brassine verlaat eveneens de regimentsstaf en trekt door de linies van de Ardeense Jagers naar Lotenhulle.

Het raviltailleringsechelon heeft inmiddels de plaat gepoetst en wordt bijgebeend door Brassine op de baan naar Ruddervoorde. Ook Kapitein André, batterijcommandant van de 6Bij, is kunnen ontkomen.

Staf/8A
De overgebleven detachementen van het 8A verzamelen beetje bij beetje te Kleithoek, Hertsberge en Ruddervoorde.

Staf/8A
Het regiment blijft buiten strijd rond Hertsberge en Ruddervoorde.

Staf/8A
Net voor de capitulatie worden de overgebleven troepen naar het gebied tussen Brugge en Oostende gestuurd. Wanneer het nieuws van de overgave bekend wordt, moeten kantonnementen te Kleithoek ingenomen worden om aldaar verdere instructies voor de aftocht naar de krijgsgevangenschap af te wachten.

Transport van Belgische krijgsgevangenen per Rijnaak naar Duitsland.

Transport van Belgische krijgsgevangenen per Rijnaak naar Duitsland.

II/8A
Majoor Brassine van II/8A bevindt zich te Snellegem op het ogenblik van de capitulatie.

Krijgsgevangenen/8A
Na de Belgische capitulatie is de bezetter geconfronteerd met een grote massa Belgische en Franse krijgsgevangenen die op één of andere manier naar Duitsland moeten worden overgebracht. Om de evacuatie snel te laten verlopen wordt geopteerd voor het vervoer per rijnaak. Vanuit het Gentse wordt een gedeelte van de krijgsgevangen militairen van 8A via Axel en Zaamslag naar Walsoorden in Zeeuws-Vlaanderen gebracht. Hier wordt ingescheept om via het “Kanaal door Zuid-Beveland”, het Hollands Diep, de Waal en de Rijn richting Duitsland te varen.

Reisweg van de Rhenus 127 op 30 mei 1940 van Walsoorden tot Willemstad.

Reisweg van de ‘Rhenus 127’ op 30 mei 1940 van Walsoorden tot Willemstad.

Krijgsgevangenen/8A
Op donderdag 30 mei vertrekt rond 09u00 een konvooi van vier schepen richting Duitsland. De Duitse rijnaak de “Rhenus 127”, met aan boord uitsluitend Belgische krijgsgevangenen, vaart als tweede in het konvooi.

Rond 19u30 wordt het Hollands Diep bereikt ter hoogte van Willemstad. Hier loopt het schip op een magnetische mijn die door de Duitse luchtmacht op 10 mei werd gedropt om het gebruik van de waterloop aan het Nederlandse leger te ontzeggen. De mijn rijt de achterkant van het schip open waarna het achterste deel van het schip langzaam begint te zinken en de boeg omhoog gestuwd wordt. Het duurt een uur vooraleer ook de voorsteven onder water verdwijnt waardoor een groot deel van de niet gewonde opvarenden en een 269-tal gewonden aan land konden gebracht worden.  Aangezien er geen inschepingslijsten werden opgesteld is niet geweten hoeveel Belgische militairen aan boord waren. Er wordt aangenomen dat er ongeveer 1.200 man werd ingescheept, onder hen een aantal van het 8A. In totaal worden 167 lichamen geborgen, vermoedelijk ligt het aantal slachtoffers nog hoger. Het 8A telt 2 geïdentificeerde slachtoffers, de Soldaat Coenen en de Soldaat De Buysere [4].

 

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
1/IBAETENSArthur, J.SdtMil3828.05.1919Sint-Niklaas30.05.1940Brugge
OnbekendCOENENGuilhelmus, M.SdtMil24.04.1915Borgerhout04.09.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
10/IVCOSYNSAlbert, L.SdtMil3824.08.1918Velzeke-Ruddershove21.05.1940Zwijnaarde
OnbekendDE BUYSERELeon, A.SdtMil3508.02.1915Tielt (Vl.-Brabant)05.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
1/IDE VREESEGeorgesSdtMil3829.12.1917Lotenhulle28.05.1940Brugge
10/IVHEYLENRobert, E.A.BrigMil3501.09.1915Over (GB)21.05.1940Tielt
9/IIIJANSSENSKarel, L.SdtMil3401.05.1914Deurne29.05.1940Brugge
7/IIIROTSAERTAndréSdtMil3804.07.1918Zedelgem10.05.1940Hasselt
10/IVSCHEERSJan, B.H.SdtMil3716.04.1916Terlanen30.05.1940Brugge
12/IVSELLESLAGHJaak, J.WMMil3525.05.1913Willebroek31.05.1940Brugge
1/ITAGHONAndréSdtMil3922.04.1919Aalter28.05.1940Brugge
4/IIVAN DORENCorneel, A.SdtMil3505.07.1915Mechelen28.05.1940Meigem
3/IVAN LANGENHOVERemi, A.SdtMil3514.10.1915Lebbeke16.05.1940WolvertemGedood door bevriend vuur
8/IIIVAN ROOSBROEKRobert, L.WMMil3527.01.1915Berchem17.06.1940Antwerpen
OnbekendVANDENBORNEPieter, J.E.SdtMil2503.03.1905Hasselt24.05.1940Gravelines (F)
OnbekendVANDEVELDELouis, J.SdtMil3801.05.1918Antwerpen26.05.1940Klerken
10/IVVERMEIREFrans, A.SdtMil3930.01.1919Hamme25.05.1940Poeke
8/IIIVERSCHELDENAlbert, A.SdtMil3814.06.1918Hamme11.06.1940Brugge
10/IVVOLKAERTKarel, L.SdtMil3904.03.1919Bambrugge21.05.1940Tielt
OnbekendWATJOULeoSdtMil2701.10.1907Borgerhout27.05.1940Lichtervelde
10/IVWAUTERSPetrus, E.SdtMil3719.05.1917Lede21.05.1940Zwijnaarde
OnbekendWYNANTSWillem, C.L.WMMil3522.03.1915Mechelen11.05.1940GenkGesneuveld op zijn waarnemingspost terwijl hij de vuren van II/8A leidde

Bibliografie en Bronnen

  1. Een dwarsstelling of bretel wordt normaal opgericht wanneer de vijand de linies doorbreekt en dient om de eenheden in lijn die niet opgesteld staan daar waar de doorbraak gebeurde de tijd geven om het contact af te breken.
  2. Dagboek van Korporaal Alfred Lefranc van de Compagnie Radiotelegrafisten van 4TTr die van 10 tot 13 mei afgedeeld was bij IV/8A. [On Line beschikbaar]: http://amicale-4ttr.be/journalalfredlefranc1.html [Laatst geraadpleegd 21 juli 2020].
  3. Achtergrondinformatie betreffende het sneuvelen van Soldaat Albert Van Langenhoven [On Line Beschikbaar]: https://zepperen.be/zepperen-in-twee-grote-oorlogen/ [Laatst geraadpleegd 8 oktober 2023]. Hetzelfde incident wordt gerapporteerd in het velddagboek van het Britse 12th Lancers Regiment. Het werd als volgt genoteerd “During the early hours of the morning (of 15 May) B Sqn completed the downfall of a Heinkel bomber, which had been struck by our anti-aircraft fire, and rescued a few souvenirs from the burning wreckage. The crew were all killed, one of the crew having shot two Belgian soldiers before dying from his own injuries“. Verder onderzoek van Duitse bronnen kan toelaten na te gaan om welk toestel het gaat en of er Belgische militairen zijn omkomen bij een vuurgevecht met Duitse piloten. Het “Belgian War Dead Register” vermeld in elk geval geen tweede gesneuvelde Belgische militair op 14, 15 of 16 mei te Wolvertem hetgeen laat vermoeden dat de andere militair niet overleden is aan zijn verwondingen. Het velddagboek van 12th Lancers bevindt zich in “The National Archives”, Kew (Londen).  
  4. Bij de ramp met de “Rhenus 127” kwamen twee militairen van het 8A om. [On Line beschikbaar]: http://www.oudheidkundigekring.be/mechelen/node/79 [Laatst geraadpleegd 01 mei 2017.
  5. Dagboek van Wachtmeester Albert Gommé, onderofficier bevoorrader van 7/III/8A, overgemaakt door zijn zoon Leo Gommé.
  6. Verslag van Majoor Brassine, Groepscommandant II/8A. Het verslag bevindt zich in het dossier van 8A bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  7. Uittreksel velddagboek 8A van 10 tot 11 mei bewaard in het Centrum Historische Documentatie (CHD) te Evere.
  8. Samenvatting velddagboek 4Div van 10 en 11 mei in het dossier van I/LK (Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.)
  9. Samenvatting velddagboek 11Li van 10 tot 13 mei in het dossier van I/LK (Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.)
  10. Samenvatting velddagboek 7Li van 10 tot 12 mei in het dossier van I/LK (Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.)
  11. Samenvatting velddagboek 15Li van 10 tot 13 mei in het dossier van het I/LK (Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.)
  12. Samenvatting velddagboek 8A van 10 tot 12 mei in het dossier van het I/LK blz. 4 (Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.)
  13. Relaas Soldaat George Haesevoets van IV/8A in “Oorlog in Munster”, uitgave van de Heemkring Landrada Munsterbilzen, Lambert Hendrickx
  14. Velddagboek Majoor De Merre, Groepscommandant I/8A (Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.)