11de Infanteriedivisie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 11de Infanteriedivisie | 11ID
11ème Division d’Infanterie | 11DI
Type Infanteriedivisie
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van Algemene reserve
Bevelhebber Generaal-majoor Ivan Lebert
Commandant Infanterie Generaal-majoor Léonard Blanchard
Stafchef Majoor SBH Georges Van Den Driessche
Commandant Artillerie Luitenant-kolonel SBH Gregoire
Commandant Transportkorps Majoor J. Vandenbulcke
Commandant Gezondheidsdienst Geneesheer Majoor Raymond Reynders
Intendant Kapitein-commandant SBH G. Roggen
Standplaats Kamp van Beverlo, Leopoldsburg
Samenstelling Hoofdkwartier  
  14de Linieregiment  
  20ste Linieregiment  
  29ste Linieregiment  
  9de Regiment Artillerie  
  11de Bataljon Genie  
  11de Bataljon Transmissietroepen
  (Wielrijderseskadron 11ID) -> Afgedeeld bij IIIde Legerkorps
  Compagnie Getrokken C47 11ID (Kapitein-commandant Albert Jonnart)
  Compagnie C47 op T13 11ID (Luitenant Mathieu Cormeau)
  Geneeskundig Korps 11ID Staf
    Geneeskundige Versterkingcompagnie (Med 1Kapt I. Dubois)
    Lichte Ambulance (Med 1Kapt Victor Perot)
    Ambulance Infanteriedivisie (Med 1Kapt Fernand Sente)
    Sanitair Treinpeloton (Lt E. Chome)
    Autopeloton der Sanitaire Vervoersformaties
  Compagnie Intendance 11ID (Luitenant M. Mousty)
  Transportkorps 11ID Staf (Cdt baron Hermann de Gaiffier d’Hestroy)
    Peloton voor Infanteriemunitie (Lt L. Leclercq)
    1ste Autopeloton voor Infanteriemunitie (Lt F. Malengre)
    2de Autopeloton voor Infanteriemunitie (Lt A. Navarre)
    1ste Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt A. Berragan)
    2de Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt E. Forgeur)
    Autopeloton voor Ravitaillering (Kapt baron E. Forgeur)
    Autopeloton voor Materieel (Lt A. Cocquelle)
    Atelier voor Herstelling van het Wagenpark
  Compagnie Luchtafweermitrailleurs (Kapitein-commandant C. De Smedt)
  Provoost (Luitenant André Gillet)

Tijdens de mobilisatie

Staf/11Div
De 11de Infanteriedivisie (11Div) is een infanteriedivisie van Eerste reserve en wordt opgericht op 28 augustus 1939 bij afkondiging van fase B van de mobilisatie. Het 14de Linieregiment (14Li), een actief infanterieregiment van de 4de Infanteriedivisie, gaat begin september over naar de 11Div. Vervolgens worden het 20ste Linieregiment (20Li) en het 29ste Linieregiment (29Li), twee infanterieregimenten van Eerste Reserve, aan de 11Div toegevoegd. Beide regimenten zijn ontdubbelingsregimenten van respectievelijk het 11de Linieregiment (11Li) en het 14Li. De 11Div staat tijdens de mobilisatie onder bevel van het IIIde Legerkorps (III/LK) en bezet een sector nabij Luik.

De 11Div wordt op 24 april 40 te Luik afgelost door de 2de Infanteriedivisie (2Div) en wordt vervolgens rechtstreeks onder bevel van het Groot Hoofdkwartier (GHK) geplaatst als algemene reserve van het leger. Meteen na de aflossing verlaat de 11Div, met uitzondering van zijn bataljon genie en zijn Wielrijderseskadron, het IIIde Legerkorps. De divisieartillerie, het 9de Regiment Artillerie (9A), vertrekt naar de K.W. Stelling nabij Duffel en de overige eenheden vervoegen in twee dagmarsen het Kamp van Beverlo nabij Leopoldsburg om hier een oefenperiode af te werken. Deze periode zal worden afgesloten met een meerdaagse syntheseoefening die op 10 mei 1940 zou moeten aanvangen. Aan de oefening zouden ook enkele vliegtuigen van het 5de Smaldeel van III/2Lu en het 7de Smaldeel van III/3Lu deelnemen. De vliegtuigen werden hiervoor overgebracht naar het vliegveld van Schaffen. Het geheel zou worden bekroond met een bezoek van koning Leopold III en de legertop.

De 11Div bevindt zich bijgevolg aan de vooravond van de oorlog nagenoeg voltallig in het Kamp van Beverlo en zou na de oefening doorgestuurd worden naar de K.W. Stelling. De meeste eenheden zijn nog maar pas in het kamp toegekomen en de divisie is nog niet volledig. Zo bevinden de bagagetrein en het Wielrijderseskadron van 11Div (Esk Cy 11Div) zich nog steeds te Luik, klaar om te vertrekken naar Leopoldsburg. Het 11de Bataljon Genie (11Gn) ontbrak ook op het appel. De geniesoldaten werden te Luik achtergehouden om binnen de Versterkte Positie Luik nog geniewerken uit te voeren. Het bataljon werkte onder meer aan het versterken van loopgrachten en schuilplaatsen tussen de oude forten rond de stad.

Cie C47 op T13/11Div
De Compagnie C47mm op T13 van de 11Div beschikt slechts over vijf T13 in plaats van de gebruikelijke twaalf. Aangezien de 11Div een divisie van Eerste Reserve is wordt de compagnie wordt pas later opgericht. Op dat ogenblik waren nog slechts vijf T13 beschikbaar. De compagniecommandant, Luitenant Cormeau, verdeelde de vijf voertuigen over twee secties.

GenK/11Div
Het Geneeskundig Korps van de 11Div (GenK/11Div) installeert zich na de verplaatsing naar Beverlo in het leegstaande militair hospitaal van het kamp. Het militair hospitaal van Beverlo werd op 13 november 1939 reeds gesloten.

Staf/11Div
Omstreeks 00u15 ontvangt de divisiestaf de afkondiging van het algemeen alarm.  De eenheden worden hiervan onmiddellijk op de hoogte gebracht. Aangezien het Kamp van Beverlo zich ten noorden van het Albertkanaal bevindt, en bijgevolg aan de verkeerde kant van de Dekkingsstelling lag, voorzag het oorlogsplan dat het kamp in geval van alarm onmiddellijk ontruimd moest worden. De aanwezige troepen, waaronder de 11Div, dienen zich in de streek van Diest te hergroeperen. De regimenten van de 11Div beginnen onmiddellijk met de ontruiming van het kamp en laten een kleine achterwacht achter in Beverlo om de teruggeroepen verlofgangers op te vangen.

Om 02u10 stuurt het Groot Hoofdkwartier een bevel naar de staf van de Rijkswacht om in de driehoek Diest-Kwaadmechelen-Beringen extra patrouilles op het terrein te sturen om de marsroutes van de 11Div te vrijwaren tegen acties van vijandelijke parachutisten.

Het Esk Cy 11Div dat op punt stond om in de vroege ochtend van de 10de mei naar Leopoldsburg te vertrekken wordt door het III/LK onderschept en naar de Ourthe gestuurd. Het verhaal van dit eskadron wordt verder verteld bij het III/LK. Na de middag start ook het 11Gn, dat in de voormiddag nog geniewerken uitvoerde ten voordele van het III/LK, met de voorbereiding voor de aftocht naar de K.W. Stelling.

Tussen 07u30 en 08u00 vallen vijandelijke Stuka duikbommenwerpers het Kamp van Beverlo aan waarbij heel wat schade wordt aangericht en waarbij enkele tientallen militaire en burgerlijke slachtoffers gemaakt worden. Ook bij de achterwacht van het 14Li, het 20Li, het 29Li en de Cie C47/11Div vallen slachtoffers. Door de gevatte reactie op de afkondiging van het alarm en de daaropvolgende snelle ontruiming van het kamp is erger voorkomen, het merendeel van de 11Div had het kamp van Beverlo reeds verlaten voor de aanvang van het luchtbombardement. Het 29Li en het 20Li marcheren via Leopoldsburg, Heppen, Ham, Kwaadmechelen en Tessenderlo naar hun hergroeperingszones ten noorden en ten westen van Diest, het 14Li verlaat het kamp langs de Stal-Eiker-Heide en marcheert via Stal, Beringen en Paal naar zijn hergroeperingszone ten zuiden van Diest.

De divisiecommandant, Generaal-majoor Lebert, bevindt zich bij de brug van Kwaadmechelen en schouwt er de troepen die voorbij marcheren. De laatste eenheden van de 11Div steken rond 16u00 het Albertkanaal over en zoeken vervolgens hun kantonnementen op. ‘s Avonds zijn volgende kantonnementen ingenomen:

  • 14Li in Webbekom en Zelk ten zuiden van Diest
  • 20Li in Zichem en Molenstede ten westen van Diest
  • 29Li in Averbode en Testelt ten noordwesten van Diest

Het GHK geeft de 11Div opdracht om zich onmiddellijk naar de K.W. Stelling te begeven waarop de divisiestaf die avond nog de orders verspreidt om de hergroeperingszone nabij Diest te verlaten en richting K.W. Stelling te vertrekken. Het 14Li krijgt bevel om de mars naar Betekom reeds om 22u00 te starten, het 20Li wordt naar Gelrode gestuurd en het 29Li krijgt het bevel om rond 23u30 richting Begijnendijk te vertrekken. Het 29Li haalt de opgelegde timing niet en vertrekt pas in de vroege ochtend van 11 mei. De mars naar de K.W. Stelling werd tijdens de nacht van 10 op 11 mei hervat omdat de divisiestaf zich realiseert dat, door het Duitse luchtoverwicht, verplaatsingen overdag te veel gevaar opleveren. De Div Comd beslist om niet langer te wachten ondanks het feit dat de manschappen slechts beperkt hebben kunnen rusten.

Cie C47/11Div
Het gros van de Compagnie Getrokken C47 van de 11Div (Cie C47/11Div) is tijdens de nacht van 9 op 10 mei op nachtoefening en ontsnapt hierdoor aan het bombardement op het kamp van Beverlo. Enkel Soldaat milicien Den Haerynck van de Cie C47/11Div komt om tijdens het bombardement van het Kamp van Beverlo.

GenK/11Div
Het GenK/11Div wordt ook gealarmeerd in de vroege ochtend van 10 mei en verlaat het kamp richting Diest om er vervolgens een kantonnementsplaats op te zoeken. Evenals de infanterieregimenten heeft ook het GenK/11Div enkele manschappen achtergelaten in het kamp van Beverlo. Sergeant-verpleger Maurice Tock, de Korporaal De Ruyter en de Soldaat Dallons overleven het bombardement maar moeten zich onmiddellijk na het beëindigen van het bombardement ontfermen over de vele gewonden die in de infirmerie van het kamp toestromen. De bescheiden hulppost wordt al snel overrompeld en het ontbreekt de kleine medische ploeg aan verbandmateriaal en medicijnen. Niet alleen gewonden van de 11Div maar ook van de Tuchtcompagnie, de Infanterieschool, de Territoriale eenheden van het kamp en ook burgers worden er binnengebracht. Een arts uit Leopoldsburg en Luitenant Geneesheer Grisat van het 20Li melden zich in de hulppost. Korporaal De Ruyter wordt uitgestuurd naar Diest om versterking te halen bij de rest van het GenK/11Div en komt terug met een detachement onder leiding van Luitenant Fabry. De beschikbare ambulances die meekwamen met het detachement worden gebruikt om gewonden af te voeren naar het MCC van Aarschot en naar het veldhospitaal van het Iste Legerkorps in Borgloon. Tegen 14u00 verlaat het detachement van het GenK/11Div Leopoldsburg.

Staf/11Div
Vanuit de hergroeperingszone in Diest wordt de ganse nacht doorgemarcheerd naar een nieuwe hergroeperingszone ten westen van Aarschot. De eenheden stappen tot een stuk in de voormiddag en de rest van de dag wordt uitgerust in volgende halteplaatsen:

  • Divisiestaf in Betekom
  • 14Li in Betekom
  • 20Li in Gelrode
  • 29Li in Begijnendijk
  • Geneeskundig Korps, Intendance, Transportkorps: Tremelo

De manschappen worden ingekwartierd in huizen, schuren en stallen. Ze ontvangen het bevel om zich zo weinig mogelijk buitenshuis te vertonen teneinde aan Duitse luchtwaarneming te ontsnappen.  Het hoofdkwartier van de divisie werkt vanuit een cafe te Betekom op de hoek van de Aarschotsesteenweg en de Begijnendijksesteenweg.

Tijdens de nacht van 11 op 12 mei wordt de volgende mars ingezet vanaf het vallen van de eerste duisternis.

Het Sint-Jozefseminarie, opstelplaats van de Medische Hulpplaats van de 11Div.

Staf/11Div
In de vroege ochtend bereikt de divisie de K.W. Stelling en de regimenten hergroeperen in volgende locaties alvorens posities in te nemen op de K.W.Stelling:

  • 14Li in een hergroeperingszone tussen Sint-Katelijne-Waver en Putte
  • 20Li in Peulis ten oosten van Sint-Katelijne-Waver
  • 29Li tussen Onze-Lieve-Vrouwe-Waver en Sint-Katelijne-Waver

De 11Div wordt onder het bevel van het IILK geplaatst. Diezelfde dag nog wordt begonnen met de stellingname op de K.W. Stelling ook wel Weerstandsstelling genoemd. De K.W. Stelling bestond uit één of twee rijen gevechtsbunkers en waar mogelijk werden kanalen, spoorwegbermen en overstromingsgebieden geïntegreerd in de stelling. Waar een sterke hindernis voor handen was volstond één rij bunkers, in open terrein waar men geen gebruik kon maken van hindernissen werd een tweede lijn bunkers aangelegd. Bepaalde dorpskernen, zoals Peulis, werden met bijkomende gevechtsbunkers beschermd en uitgebouwd tot anti-tankcentra. Een honderdtal meter voor de bunkers werden talrijke hindernissen zoals prikkeldraadversperringen, anti-tankgrachten en Cointet-elementen aangebracht. De constructiewerken op de K.W. Stelling werden voor de oorlog uitgevoerd.

GenK/11Div
De Medische Hulpplaats van de divisie zal geïnstalleerd worden in het Sint-Jozefseminarie aan het IJzerenveld te Sint-Katelijne-Waver tussen Peulis en Mechelen.  Het geneeskundig korps opent ook een verzamelplaats voor lichtgewonden in café Quatre Verres (ook: Katervere) op de hoek van de Berlaarbaan en Mechelbaan te Sint-Katelijne-Waver.

Opstelling 11Div aan de K.W. Stelling op 13 mei 1940.

Staf/11Div
De ontplooiing van de Belgische troepen op de K.W. Stelling is nu min of meer compleet. Tussen Lier en Rijmenam staat het IIde Legerkorps opgesteld met de 6de Infanteriedivisie en de 11de Infanteriedivisieivisie aan het front en de 9de Infanteriedivisie in reserve. Tussen Rijmenam en Leuven ligt het VIde Legerkorps met de 2de Infanteriedivisie en de 5de Infanteriedivisie in eerste lijn en de 10de Infanteriedivisie in reserve. De grens tussen de beide korpsen loopt langs de noordrand van Hever, door Rijmenam tot aan de anti-tankmuur.

In de divisiesector zijn de drie regimenten in lijn opgesteld; het 29Li in het noorden rond OLV-Waver, het 14Li in het midden rond Peulis en het 20Li in de zuidelijke ondersector nabij Bonheiden. Rechts van het 20Li bevindt zich het 6Li behorende tot de 2de Infanteriedivisie, de Krekelbeek vormt de grens tussen de twee divisies. Links van 29Li vanaf het fort van Koningshooikt heeft het 1Gr van de 6de Infanteriedivisie stelling genomen. Achter de 11Div in het Bruggenhoofd Mechelen (oftewel Tête de Pont Malines – TPM) zal de 9de Infanteriedivisie stelling nemen.

Opstelling van de 11Div langs de K.W. Stelling met van noord naar zuid:

  • 29Li ondersector OLV-Waver, vanaf de zuidrand van het fort van Koningshooikt tot aan de Mechelbaan inclusief de anti-tankstelling Gasthuisbos (bunkers GH)
  • 14Li ondersector Peulis, noord en zuid van het dorp Peulis, inclusief de anti-tankstelling Peulis (bunkers Pe)
  • 20Li ondersector Bonheiden met als rechter limiet de Krekelbeek tot in Muizen, inclusief de anti-tankstelling Bonheiden (bunkers Ps)

Bunker Pe1 van het anti-tankcentrum Peulis bezet door het 14Li.

Staf/11Div
De werken aan de stellingen worden beëindigd. De regimenten blijven op hun posities. Intussen sluit ook het 11Gn zich opnieuw aan bij de divisie. Het 11Gn dat op 10 mei achterbleef in Luik heeft op eigen kracht de K.W. Stelling vervoegt via Vissenaken en Kortenberg. Tijdens de nacht van 13 op 14 mei maakt het 11Gn de verplaatsing van Kortenberg naar de sector van zijn divisie en bereikt het dorp Pasbrug even voor 06u00. Vervolgens wordt doorgemarcheerd naar het gehucht Heisbroek te Sint-Katelijne-Waver waar het gros van de manschappen van het 11Gn ingekwartierd wordt.

Eveneens tijdens de nacht van 13 op 14 mei doorschrijdt de 9de Infanteriedivisie (9Div) de linies van de 11Div. De 9Div heeft tijdens de nacht het Albertkanaal verlaten en is op weg naar het Bruggenhoofd Mechelen. Aan het eind van de eerste nachtmars nemen de infanterieregimenten van de 9Div kantonnementen in te Peulis en te Onze-Lieve-Vrouw-Waver net achter de voorste echelons van de 11Div, wat tot enkele belangrijke incidenten zal leiden. Zo wordt het 8Li dat zich had geïnstalleerd in het kasteelpark van Koningshooikt, op bevel van de 11Div rond 13u00 al weer doorgestuurd om de voorbereidingen aan de K.W. Stelling niet te belemmeren. Bij de installatie van het 16Li in een bos ten westen van Sint-Katelijne-Waver komt het tot een woordenwisseling tussen officieren van het 16Li en het 29Li. Het dispuut loopt volledig uit de hand en een officier van het 16Li wordt bedreigd met een getrokken pistool. De regimentscommandant van het 16Li moet tussenbeide komen om de gemoederen te bedaren. Elders komen detachementen van de 9de Infanteriedivisie voor reeds vergrendelde Cointet anti-tankhekkens te staan, wat tot vertragingen en omleidingen zal leiden. De opstoppingen voor de anti-tankbarrière duren vaak tot na zonsopkomst zodat de troepenconcentraties potentiële doelwitten vormen voor de Luftwaffe.

Provoostdienst/11Div
De provoostdienst van de 11de Infanteriedivisie heeft een detachement voor de opvang van geïsoleerde militairen geïnstalleerd in de Mechelse Dossinkazerne. Aan de regimenten wordt gevraagd om alle geïsoleerde militairen die zich in hun ondersector aandienen van munitie te ontdoen en door te sturen naar Mechelen.

Staf/11Div
De eerste Duitse troepen duiken op aan de K.W. Stelling. Hier en daar volgen korte schermutselingen en wordt even heen en weer geschoten. De Duitse voorhoede beperkt zich tot het aftasten van de linies en graaft zich uiteindelijk in buiten bereik van de wapens van de Belgische infanterie. Het komt echter niet tot een aanval in de sector van de 11Div. De Duitse artillerie beschiet met grote tussenpozen de toegangswegen naar de stellingen van de 11Div.

Staf/11Div
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (Franse generaal Bilotte) om verder westwaarts te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft moet de stelling worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en in drie nachtelijke etappes terugtrekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De regimenten van de 11Div beginnen aan hun eerste nachtmars rond 18u00 en zullen tot voorbij het kanaal van Willebroek marcheren.

GenK/11Div
De nog ongeveer dertig gewonden van de divisie die nog opgenomen zijn in het Sint-Jozefseminarie worden per motorambulance overgebracht naar het MCC Mechelen in het Stedelijk Ziekenhuis. Bij aankomst blijkt echter dat het detachement van het 2de Geneeskundig Korps dat dit militair veldhospitaal uitbaat op het punt staat om te vertrekken. Na overleg rijden de ambulances door naar het militair hospitaal te Antwerpen, maar ook hier kunnen de slachtoffers niet opgenomen worden. De gewonde militairen worden aan boord gebracht van een medische evacuatietrein die een 300-tal patiënten naar Berck-Plage in Noord-Frankrijk moet overbrengen en gelukkig nog over een lege wagon beschikt.

Staf/11Div
Het Belgische plan voorziet dat de terugtocht gedekt zal worden door tijdelijke verdedigingslinies langsheen het Kanaal van Willebroek en vervolgens langsheen de Dender zodat de terugtocht kan plaatsvinden op een veilige manier. Aan het Kanaal van Willebroek zal de tijdelijke verdediging uitgevoerd worden door de 1ste Infanteriedivisie die de noordelijke sector, tot Willebroek voor zijn rekening zal nemen terwijl het kanaal tussen Willebroek en Vilvoorde door de beide Regimenten Grenswielrijders (1CyF en2CyF) en eenheden van de Lichte Regimenten van de Rijkswacht (1LR en 2LR) beveiligd zal worden.

Verkeersopstoppingen maken de terugtocht erg moeilijk, de gemengde colonnes van voertuigen en infanteristen verplaatsen zich bijzonder traag. Her en der zitten eenheden van 6Div en 11Div compleet door elkaar en wordt er getwist over wie nu de vrije doorgang geniet. Pas rond 06u00 ‘s morgens kan de 11Div het Kanaal van Willebroek oversteken. De eenheden brengen de rest van de dag door in volgende rustkantonnementen:

  • Divisiestaf te Lebbeke
  • 14Li Buggenhout (Staf en II/14Li), Malderen (I/14Li) en Ramsdonk (III/14Li)
  • 20Li te Londerzeel
  • 29Li te Londerzeel
  • 11Gn te Londerzeel

Het III/14Li wordt te Ramsdonk in de loop van de dag opgeschrikt door geweerschoten. De Duitsers zijn erin geslaagd door de linies te breken van de ad hoc formatie van Grenswielrijders en Rijkswachters. Zij steken het Kanaal van Willebroek over en vallen verschillende eenheden aan die zich, na hun terugtocht van de K.W. Stelling, bevinden in rustkantonnementen op de westelijke oever van het kanaal. Rond de middag vertrekt een gedeelte van het regiment reeds richting Dender. De rest van het 14Li evenals de andere regimenten wachten de duisternis af alvorens de mars opnieuw aan te vatten.

Staf/11Div
In de vroege ochtend, terwijl de regimenten aan het marcheren zijn, vergadert de divisiestaf met de regimentscommandanten op het gemeentehuis van Lebbeke om de nieuwe marsorders door te geven. Hier vernemen de regimenten waar ze zich moeten hergroeperen ten westen van het Kanaal Gent-Terneuzen. Op 18 mei nemen 20Li en 29Li bij het aanbreken van de dag nabij de Dender volgende kantonnementen in:

  • 20Li te Denderbelle
  • 29Li eerst te Oudegem vervolgens Vissershoek
  • 11Gn te Oudegem

Het 14Li marcheert de ganse nacht van 17 op 18 mei en stopt niet nadat ze de Dender bij het aanbreken van de dag bereiken. Er wordt doorgemarcheerd tot Kluizen achter het kanaal Gent-Terneuzen dat wordt bereikt in de vroege ochtend van 19 mei. In totaal zijn ze meer dan 26 uur in het getouw geweest.

Compagnie C47/11Div
Vier C47 anti-tankkanonnen van de Compagnie Getrokken C47 van de 11de Infanteriedivisie worden in versterking gegeven van de 11de Compagnie van het 1ste Regiment Ardeense Jagers.  Dit regiment verdedigt ondersector noord van het tijdelijke front langsheen de Dender dat de aftocht van het veldleger moet dekken.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Staf/11Div
De Belgische verdedigingslinie aan het Kanaal Gent-Terneuzen neemt zijn definitieve vorm aan. In het noorden bewaakt de 1ste Cavaleriedivisie de sector van Terneuzen tot Sluiskil. In het centrum ligt het Vde Legerkorps met de 17de en 6de Infanteriedivisies tussen Sluiskil en Zelzate. Het zuidelijke deel van het kanaal is voor rekening van het IIde Legerkorps met de 13de en 11de Infanteriedivisies tussen Zelzate (exclusief) en de Ringvaart. Het Iste Legerkorps zorgt door de verdediging van Gent met de 18de en 16de Infanteriedivisie.  In het noorden grenst de 11Div aan de 13Div eveneens behorende tot het IILK, in het zuiden grenst de divisie aan de 18Div behorende tot het ILK.

De 11Div moet zich opstellen van Terdonk (exclusief) tot de noordrand van het Grootdok. De divisiecommandant verdeelt de eenheden over de sector. Op het eerste en het tweede echelon langsheen de kanaaloever wordt de noordelijke ondersector bezet door het 29Li. De zuidelijke ondersector is voor rekening van het 20Li. Op het derde echelon worden de bataljons van het 14Li opgesteld.

Intussen zijn de regimenten er tijdens de nacht van 18 op 19 mei in geslaagd te hergroeperen achter het kanaal Gent-Terneuzen. De eenheden bevinden zich in kantonnementen op volgende plaatsen:

  • 14Li te Kluizen
  • 20Li te Langerbrugge
  • 29Li te Doornzele
  • 11Gn te Sleidinge

Terwijl de manschappen gedurende de dag herconditioneren in de rustkantonnementen verkennen de regimentsstaven gedurende de rest van de dag de stellingen die ze moeten innemen. Onder bescherming van de duisternis worden de stellingen ingenomen door de regimenten tijdens de nacht van 19 op 20 mei

Staf/11Div
Door de uitgestrektheid van de te bezetten zone langs het kanaal gebeurt er een uitwisseling van middelen tussen de 11de en de 13de Infanteriedivisie. Het III/34Li wordt weggenomen van het reserve echelon van de 13Div en komt onder bevel te staan van de 11Div, Het IV/14Li het bataljon zware bewapening van 14Li wordt dan weer uit de 11Div genomen en overgeheveld naar de 13Div die als divisie van tweede reserve niet over zware bewapening beschikt en ook heel wat mitrailleurs verloren heeft. De opstelling van de divisie ziet er in de ochtend van 20 mei als volgt uit:

  • 29Li noordelijke ondersector
  • 20Li zuidelijke ondersector
  • 14Li derde echelon van de divisiesector, minus IV/14Li maar met III/34Li

De affectatie van het III/34Li is echter van korte duur.  Reeds om 13u00 verneemt dit bataljon dat het terug zal moeten naar de sector van de eigen 13Div.  Het III/34Li krijgt om 20u00 het uiterst noordelijke bataljonsvak van de ondersector noord van de 13Div toegewezen en zal zich naar de nieuwe zone verplaatsen van Wippergem over Kluizen en Ertvelde tot Callemansputte.  Het bataljon vertrekt na zonsondergang en zal omstreeks 00u30 aankomen te Kallemansputte.  

Cie C47 op T13/11Div
Luitenant Mathieu Cormeau, commandant van de Compagnie C47 op T13 van de 11Div, komt op 20 mei 1940 om in Sleidinge bij een Duitse luchtaanval op zijn eenheid.

GenK/11Div
De divisie opent zijn medische hulpplaats in de Gemeenteschool te Sleidinge.  In Meerbeke wordt een opvangpost voor lichtgewonden geplaatst.  De verzamelplaats voor gewonde paarden wordt opgesteld in de Weegsemolen (ook: Molen De Linde) te Sleidinge.  

Staf/11Div
Ten noorden van de 11Div, in de sector van de 13Div, wordt het 32ste Linieregiment tegen de avond aangevallen. Rond 18u00 wagen de Duitsers een aanval uit de opmars ten noorden van Terdonk door met rubberbootjes het kanaal over te steken. De aanval loopt op een sisser uit en de Duitsers druipen af waarna de vijand beslist een pauze in te lassen van 48 uur om bijkomende eenheden de tijd te gunnen om naar het kanaal op te trekken. Er valt geen nieuwe aanvalspoging te verwachten voor 23 mei.

De aanval had echter een demoraliserend effect op de eenheden in lijn van de 13Div. Ondanks het Belgische succes, breekt er paniek uit in de rangen van de 13de Infanteriedivisie waar heel wat soldaten van het 33Li en 34Li er van door gaan, alhoewel er voor hun eigen loopgrachten niks gebeurt is en er geen vijand te zien was. Hierdoor ontstaan er grote gaten in de verdediging. De commandant van het IILK ziet de toestand bij de 13de Infanteriedivisie bijzonder somber in en besluit het Iste Bataljon van het 14Li uit het derde echelon van de 11Div te halen en door te sturen naar Ertvelde om er de reserve van de 13Div te gaan vormen. Dit is al het tweede bataljon dat uit de reserve van de 11Div wordt weggenomen en naar de naburige divisie wordt gestuurd.

Cie C47 op T13/11Div
Een peloton van de Cie C47 op T13/11Div wordt in versterking gegeven van het I/14Li wanneer dit bataljon naar Ertvelde vertrekt.

Staf/11Div
Na de Duitse inname van Abbeville en Noyelle aan de monding van de Somme zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop beslist de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de IJzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat in een eerste fase de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moeten terugtrekken naar de Leie. In deze fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent en de stad Gent. De troepen opgesteld langs het Kanaal Gent-Terneuzen zullen hun stelling pas ontruimen tijdens de tweede fase in de nacht van 23 op 24 mei.

Voor de 11Div houdt de beslissing in dat de stellingen langs het Kanaal Gent-Terneuzen moeten gehouden worden tot de 23ste s’avonds. De laatste elementen van de 11Div mogen pas terugtrekken tijdens de nacht van 23 op 24 mei teneinde de nodige tijd te winnen om het legerdepot van Eeklo nog te kunnen leegmaken. De 22ste mei blijft de 11Div op post zonder dat er belangrijke schermutselingen te melden vallen.

Staf/11Div
Vanaf 02u30 start de vijand met de voorbereiding van een methodische aanval door tot 11u30 artillerievuren af te geven op de Belgische stellingen langs het kanaal. Tussen 12u00 en 13u00 neemt de intensiteit van de vuurvoorbereiding toe omdat de Duitse luchtmacht nu ook ingezet wordt om de Belgische stellingen te bestoken. De beschieting is het hevigst in de ondersector van het 29Li. Om 13u15 steekt de vijandelijke infanterie het kanaal over ter hoogte van de stellingen van 29Li. De Duitsers slagen erin een klein bruggenhoofd te vormen maar worden door enkele tegenacties van het 29Li gehinderd bij de uitbreiding van het bruggenhoofd. De Duitse vorderingen zijn zo beperkt dat de 11Div zich vanaf de late middag klaar kan maken voor de aftocht naar het Afleidingskanaal van de Leie. Tegen de avond is het bruggenhoofd nog steeds de grootte van een compagnie, er bevinden zich een honderdtal Duitse infanteristen op de Belgisch oever van het kanaal.

Bij de 13Div heeft de Duitse aanval meer succes. De Duitsers worden aanvankelijk tot staan gebracht door het 37ste Linieregiment dat de vorige dag in versterking van de 13Div werd gestuurd om er zowel 33Li als 34Li af te lossen. De vijand slaagt er later op de middag in om de posities van het 37Li verder binnen te dringen en het regiment zonder al te veel moeite onder zware druk te zetten. Rond 14u30 wordt het regiment van de kanaaloever weggedrukt waardoor er een klein bruggenhoofd ontstaat op de westelijke kanaaloever ten noorden van de 11Div. Om de bres in de verdediging te dichten krijgt de 11Div van het IIde Legerkorps het bevel om nu ook het II/14Li in versterking van de 13Div te sturen. II/14Li wordt samen I/14Li aangeduid om een tegenaanval uit te voeren op het Duitse bruggenhoofd. De tegenaanval lukt en de Duitsers worden terug over het kanaal gejaagd.

Cie C47/11Div
De Compagnie Getrokken C47 van de divisietroepen van de 11Div wordt ontbonden door al te grote verliezen aan materieel. De manschappen en de weinige overgebleven C47 anti-tankkanonnen gaan over naar het 14Li.

Staf/11Div
Tijdens de nacht van 23 op 24 mei wordt het Kanaal van Terneuzen verlaten om nieuwe stellingen in te nemen aan het Afwateringskanaal van de Leie. De divisie bevindt zich nog steeds binnen de zone van het IILK dat verantwoordelijk wordt voor de verdediging van het gedeelte van het Afleidingskanaal van de Leie dat zich uitstrekt van de omgeving van Langestraat in het noorden tot het Kanaal Gent-Brugge in het zuiden. Deze zone is verdeeld in twee sectoren: de 12de Infanteriedivisie (12Div) verdedigt de noordelijke sector en de 11Div de zuidelijke sector.

Bij de 11Div worden het 14Li en het 20Li langsheen de kanaaloever toegewezen aan respectievelijk ondersector noord en ondersector zuid.  Het 29Li krijgt het tweede echelon toegewezen.  Het hoofdkwartier van de divisie staat opgesteld te Vrekkem, even ten zuiden van Ursel.

In het noorden sluiten de stellingen van het 14Li aan op die van het 2Li van de 12Div, en hier komt de eerste Duitse aanval in de zone van het IIde Lederkorps. In de vroege avond rond 17u00 steken te Ronsele soldaten van de Duitse 208ste Infanteriedivisie via het loopbruggetje de waterloop over. Ze overmeesteren bij verrassing de ploeg geniesoldaten die de brug bewaken en steken in steeds grotere getale het kanaal over. Na een korte maar harde strijd nemen de overvallers zonder veel moeite de sector van het I/2Li in. De 12Div reageert onmiddellijk om de Duitse infiltratie te stoppen. In het noorden wordt het bruggenhoofd afgeblokt door een dwarsstelling bezet door III/23Li, in het zuiden kan het II/2Li de noordflank van de 11Div afschermen door eveneens een dwarsstelling in te nemen. Het Esc Cy/12Div zet onmiddellijk de tegenaanval in en versterkt met III/2Li kan het bruggenhoofd ingedijkt worden.

Compagnie Getrokken C47/11Div
In de avond besluit de divisiestaf om de compagnie op te heffen als onafhankelijke eenheid.  De nog beschikbare militairen en personeel gaan over naar het 14Li.

GenK/11Div
De medische hulpplaats van de 11Div bevindt zich in Gemeentelijke meisjesschool op het gehucht Weststraat van Aalterbrug.  Het hoger echelon is het medisch-churgisch centrum van het IIde Legerkorps te Beernem.  De verzamelplaats voor gewonde paarden wordt door de paardenartsenijdienst ingericht op de boerderij van de familie De Rijcke op het gehucht Wessegemdries op de baan van Ursel richting Tielt.

Provoost/11Div
De provoostdienst zet vijf controleposten uit om vluchtende militairen van de 11Div te onderscheppen.  Een eerste post wordt geplaatst bij het bruggetje over de Dambeek op de baan van Zomergem naar Ursel.  De tweede post staat aan het kruispunt van de Berkenstraat en de Kleine Berkenstraat.  Post nummer drie bewaakt het kruispunt in het midden van het geucht Berken.  De vierde post is in het centrum van Aaltebei, en de vijfde post tenslotte staat opgesteld bij de brug van Bruggewijk.  Elke post heeft vier tot vijf Rijkswachters.  Onderschepte militairen zullen afgevoerd worden naar een verzamelcentrum van de provoostdienst te Berken.

Staf/11Div
In de noordelijke sector van de zone van het IIde Legerkorps slagen het I/22Li en het Esk Cy/12Div er in om de vijand van de westelijke kanaaloever te verjagen. Er worden 265 duitsers krijgsgevangen genomen. Aan het eind van de dag heeft het IILK weer de volledige controle over de zijn toegewezen zone.

Staf/11Div
De Duitsers vallen de Belgische linies langsheen het Afleidingskanaal van de Leie op meerdere punten aan. Ook in de zone van het IIde Legerkorps komt het tot een nieuwe aanval op het kanaal. In de sector van de 12de Infanteriedivisie wordt rond 17u00 het kanaal opnieuw overgestoken tegenover Oostwinkel, ditmaal bij het 23Li. Wat later volgt ook nabij Ronsele een oversteek bij het 2Li. De vijand slaagt erin een bruggenhoofd uit te bouwen. Het II/22Li en het III/22Li worden vanuit het tweede echelon als eerste naar voren gestuurd om een tegenactie uit te voeren teneinde de kanaaloever opnieuw te zuiveren. Het II/22Li krijgt het bevel een tegenaanval te ondernemen naar de stellingen van het 23Li via de as Most-Leischoot. Het III/22Li moet dan weer op zijn beurt het 2Li gaan ontzetten met een tegenactie richting Ronsele en Stoktevijver. De tegenaanval van het 22Li loopt op een sisser uit en is al snel doodgebloed. De 12Div heeft dringend versterking nodig en die zal net zoals aan het kanaal Gent-Terneuzen geleverd worden door het tweede echelon van de 11Div. Het IIde Legerkorps geeft tijdens de avond het bevel aan de 11Div om de zwaar gehavende 12Div te ontzetten. Rond 20u00 wordt het III/29Li naar de sector van de 12Div gestuurd. Even voor middernacht geeft het IILK het bevel om ook het I/29Li naar het noordoosten van Ursel te sturen om er linkerflank van de 11Div veilig te stellen nadat de Belgische tegenaanval door de vijand afgeblokt is. Kolonel Guillaume, regimentscommandant van het 29Li, wordt belast met de leiding van de tegenaanval en vertrekt naar het HQ van het IILK om er precieze orders in ontvangst te nemen. Hij draagt tijdelijk het bevel van 29Li over aan Luitenant-kolonel Pardoen de bataljonscommandant van IV/29Li.

Staf/11Div
Kolonel Guillaume maakt contact met de staf van het 22Li in een bosrand ten noorden van Ursel. De officieren van de staf van het 22Li zijn op post, maar hun manschappen hebben het hazenpad gekozen. De troepen van het I/29Li en III/29Li arriveren eveneens te Ursel en verspreiden zich over het bos en de omliggende velden. De ganse streek is echter verzadigd met Duitse eenheden en de eenheden die het 22Li ter hulp moeten schieten, vallen zelf onder hevig vuur van automatische wapens. De opdracht van het I/29Li en het III/29Li om Leischoot en Oostwinkel te ontzetten, lijkt gedoemd te mislukken. Bovendien zijn twee compagnies van III/29Li tijdens de nachtelijke verplaatsing verloren geraakt. Om 07u30 zijn beide bataljons volop betrokken in vuurgevechten met de vijand. De vijand maakt handig gebruik van de hoge graangewassen om de bataljons van het 29Li te omsingelen en in de rug en de flank aan te vallen. De compagnies van het Iste en IIIde Bataljon moeten terrein prijs geven en trekken zich al snel terug van Ursel. Bij de chaotische terugtocht worden talrijke Belgen gevangen genomen. Gedwongen door de vijandelijk druk op zijn noordflank moet de 11Div de oever van het Afleidingskanaal verlaten en zich terugplooien richting Ursel.

Geneeskundig Korps 11Div
Een colonne van de Ambulance wordt tijdens een verplaatsing tussen Knesselare en Beernem aangevallen door de Luftwaffe. De voertuigen houden halt en de militairen zoeken onmiddellijk dekking. Na de korte aanval wordt het levenloze lichaam van Korporaal Gustave Wilkin ontdekt in de gracht naast de weg. In de late namiddag vertrekt een detachement van vijf ambulancevoertuigen onder leiding van Sergeant Maurice Tock om een twintigtal liggende gewonden over te brengen van Kasteel Bloemendale te Beernem naar het veldlazaret van de Abdij van Zevenkerke te Sint-Andries (nu Loppem). De gewonden worden bij aankomst echter geweigerd. De voertuigen rijden door naar Bredene en belanden uiteindelijk te Oostende waar de slachtoffers in het Stedelijk Ziekenhuis opgenomen worden.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
PARA/TptKBINAMERenéSdtMil2106.06.1901Hamoir20.05.1940Eeklo
Cie C47/T13CORMEAUMathieu, V.C.LtAct07.08.1907Dison20.05.1940SleidingeGedood in luchtaanval
Cie C47DEN HAERYNCKJules, F.E.SdtMil2926.07.1909Drongen10.05.1940LeopoldsburgGedood tijdens luchtaanval op kamp van Beverlo
Cie C47/T13WILBORSPetrus, A.1SgtMil3214.04.1910Balen27.05.1940Ursel
Ambu/GenKWILKINGustave, A.M.KplMil3720.03.1917Pepinster27.05.1940BeernemSecretaris. Gedood in luchtaanval

Bibliografie en Bronnen

  1. Tock, M., 1941, La Chaussée sans Gloire, Aarlen: Du Sorbier.
  2. De ijzeren muur tussen Koningshookt en Waver. [On Line beschikbaar]: http://www.kwlinie.be/databank [Laatst geraadpleegd op 27 december 2016]
  3. Dossier Groot Hoofdkwartier, Sectie Classified Archives, Centrum voor Historische Documentatie van Defensie, Evere.