54ste Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 54ste Linieregiment | 54ème Régiment de Ligne | 54Li
Type Versterkings- en Opleidingsregiment  
Ontdubbeld van 4de Linieregiment  
Onderdeel van 1ste Versterkings- en Opleidingscentrum  
Bevelhebber Kolonel Ferdand Bonnevie  
Standplaats Brugge  
Samenstelling I Bataljon Instructie
(Majoor René Vanderghinste)
1ste Compagnie Fuseliers (Lt Oscar Hemelaers)
2de Compagnie Fuseliers (Lt J. Roelens)
3de Compagnie Fuseliers (Lt Albert Gevaert)
4de Compagnie Mitrailleurs (Lt Louis Fays)
  II Bataljon Versterking (Kapitein-commandant Adolphe Jacoby) 5de Compagnie Fuseliers (Lt F. De Preter)
6de Compagnie Fuseliers
7de Compagnie Fuseliers
8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt Paul Michaux)
9de Compagnie Klein Geschut (Lt G. Van Roose)
  Compagnie Depot en Algemene Diensten (Kapitein-commandant Maximilian Dudal)

 Tijdens de mobilisatie

54LiStaf/54Li
In vredestijd stonden de verschillende regimenten van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe dienstplichtigen. Elke lichting (oftewel klas) dienstplichtigen werd in twee opgedeeld; diegenen geboren in de eerste helft van het jaar werden opgeroepen in februari en moesten in maart hun eenheid vervoegen om er hun opleiding aan te vangen, diegenen die geboren waren in de tweede helft van het jaar werden in augustus opgeroepen om in september hun opleiding te starten. Omdat na de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 de gemobiliseerde regimenten van het actief leger hun vredesvoet kazerne onmiddellijk moeten verlaten om hun gevechtsstellingen in te nemen, kunnen zij deze opleidingstaak niet langer op zich nemen. Voor de opleiding van de dienstplichtigen die behoren tot de tweede helft van de klas ’39 moest snel een oplossing worden gevonden. Er werd overgegaan tot de oprichting van een Aanvullings- en Opleidingsdepot (oftewel AOD) per actieve divisieBinnen het AOD van de 1ste Infanteriedivisie (AOD/1ID) moet het 4de Linieregiment (4Li) kaderleden leveren voor de oprichting van een opleidingsregiment waar de dienstplichtigen behorende tot de tweede helft van de klas ’39 bestemd voor 4Li zullen worden in samengebracht.

Gezien de mobilisatie bleef duren werd een meer gestructureerde oplossing gevonden voor de opleiding van de dienstplichtigen behorende tot de eerste helft van de lichting ’40, tevens laatst opgeroepen lichting dienstplichtigen. In maart 1940, vlak voor de aankomst van deze dienstplichtigen worden de AOD’s omgevormd tot Versterkings- en Opleidingscentra (VOC’s) en krijgen de opleidingsregimenten een eigen nummer. Zo wordt het 54ste Linieregiment (54Li) opgericht te Brugge als één van de drie Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 1ste Versterkings- en Opleidingscentrum (1VOC), een eenheid van niveau divisie [1]. De  twee andere opleidingsregimenten van het 1VOC zijn het het 52ste Linieregiment (52Li) en het 53ste Linieregiment (53Li). Net zoals de andere infanterieregimenten van het 1VOC beschikt het 54Li op 09 mei over een Staf, een Bataljon Instructie met de rekruten van de klas 40 en een Compagnie Depot en Algemene Diensten. Het kaderpersoneel is een samenraapsel van oudere beroeps- en dienstplichtige officieren en onderofficieren van de actieve regimenten. Het regiment wordt bevolen door Kolonel Bonnevie

I/54Li
Het Iste Bataljon Instructie (I/54Li) wordt geactiveerd bij oprichting van het regiment en ontvangt vanaf maart 1940 de nieuwe rekruten van de klas ’40 die in februari 1940 opgeroepen werden voor het 4Li. Deze rekruten zullen bij het 54Li hun basisopleiding ontvangen om na het beëindigen van hun opleiding als versterkingen doorgestuurd te worden naar het 4de Linieregiment en zijn ontdubbelingsregimenten het 24ste Linieregiment (24Li) en het 34ste Linieregiment (34Li). Het I/54Li wordt bevolen door Majoor Vanderghinste. Op 9 mei, aan de vooravond van de oorlog, is de opleiding van het eerste contingent nieuwe dienstplichtigen van de klas ’40 nog volop bezig.

II/54Li
Het IIde Bataljon Versterking (II/54Li) dat moest instaan voor de opvang van oudere reservisten en vrijgestelden bestond enkel uit kader en zal pas aangevuld worden met manschappen na de afkondiging van algemene mobilisatie (fase E van het mobilisatieplan). In afwachting van de algemene mobilisatie wordt het II/54Li op non-actief geplaatst.

Staf/54Li
Iets na middernacht wordt het 54Li op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. Rond 01u00 wordt het bevel ontvangen om zoals voorzien in het alarmdossier bij eerste klaarte vooraf verkende alarmkantonnementen te bezetten in de Brugse agglomeratie. Men vreest immers dat bij de start van de vijandelijkheden de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht en bijgevolg moeten de Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 1VOC zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen. Om 06u00 wordt naar aanleiding van de Duitse inval de algemene mobilisatie  afgekondigd waardoor de oudere reservisten en vrijgestelden worden opgeroepen om het IIde Bataljon Versterking te vervoegen. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens waren geroepen. Eveneens om 06u00 wordt het bevel gegeven om uit te wijken naar oorlogskantonnementen die zich in diverse kleinere dorpen en steden van Oost- Vlaanderen bevinden. Het mobilisatieplan voorzag dat elke eenheid van het 1VOC bij een vijandelijke inval zou uitwijken naar een oorlogskantonnement, ver verwijderd van de vijandelijkheden, om de opleiding in relatieve rust te kunnen voortzetten. Het voorziene oorlogskantonnement voor het 54Li is Oostakker. Gedurende de rest van de dag maakt het regiment zich dan ook klaar voor de verplaatsing naar Oostakker.

I/54Li 
De rekruten van de klas ’40, die twee maanden eerder bij het I/54Li begonnen aan hun opleiding, zijn nog niet volledig opgeleid wanneer de oorlog uitbreekt. Terwijl de staf van het regiment die dag nog te Brugge verblijft, worden het Iste en het IIde Bataljon voorop gestuurd naar Oostakker. De verplaatsing zal per trein gebeuren. Het I/54Li verlaat Brugge met twee treinstellen rondom 23u00.

II/54Li
Terwijl de regimentsstaf in Brugge blijft en het Iste Bataljon Instructie vertrekt naar zijn oorlogskantonnement te Oostakker, wordt het IIde Bataljon Versterking geactiveerd. De militairen die op 10 mei worden opgenomen in de rangen van II/54Li zijn de vrijgestelde beroepen (landbouwers, mijnwerkers,  overheidspersoneel,…) en de oudste reservisten van voorheen nog niet gemobiliseerde militieklassen. Deze militairen, die hun legerdienst al lang achter de rug hebben, zijn niet onmiddellijk inzetbaar en moeten eerst nog een heropfrissing krijgen van hun militaire basiskennis.  Ook het IIde Bataljon Versterking, onder bevel van Kapitein-commandant Jacoby, vervoegt Oostakker.

Staf/54Li
De staf verplaatst zich in de loop van de dag van Brugge naar zijn CP in Oostakker. Omstreeks 22u00 neemt het Groot Hoofdkwartier (GHK) de beslissing dat vijf Bataljons Instructie zich vanuit hun oorlogskantonnementen in het Gentse naar Brussel moeten verplaatsen voor een contra-parachutisten opdracht. Opgeschrikt door de Duitse luchtlandingen nabij het Nederlandse regeringscentrum Den Haag [2] en de gebeurtenissen bij de 7de Infanteriedivisie (7Div) aan het Albertkanaal slaat de paniek voor luchtlandingsoperaties overal in het land toe. Een haastige verdediging van de hoofdstad tegen mogelijke Duitse luchtlandingsoperaties wordt opgezet onder leiding van de 1ste Militaire Circonscriptie (1MilCir) van Luitenant-generaal ridder Van Strydonck de Burkel. In eerste instantie werden de verschillende Groepen van het 31ste Regiment Artillerie (31A), een Versterkings-en opleidingsregiment van de artillerie, rond de vliegvelden van de hoofdstad ontplooid. Vervolgens worden de Bataljons Instructie van 1VOC en 2VOC aangeduid voor deze opdracht. 

I/54Li 
I/54Li komt nog tijdens de nacht van 10 op 11 mei aan te Oostakker en wordt gekantonneerd bij burgers en in openbare gebouwen. Het Iste Bataljon Instructie meldt om 03u30 dat alle troepen een onderkomen hebben gevonden en vaardigt rond 05u00 de nodige orders uit voor de verdediging van de kantonnementen in geval van een vijandelijke luchtaanval. Na 22u00 wordt het bataljon door de regimentsstaf op de hoogte gebracht van zijn nieuwe opdracht te Brussel en begint het bataljon met de voorbereiding van de verplaatsing naar de hoofdstad. 

II/54Li
Het II/54Li komt in de loop van de ochtend toe te Oostakker en installeert zich in diverse kantonnementen.

Opstelling Bataljons Instructie van 1VOC en 2VOC rond de hoofdstad op 12 mei (projectie op Duitse stafkaart van 1941)

Opstelling Bataljons Instructie van 1VOC en 2VOC rond de hoofdstad op 12 mei (projectie op Duitse stafkaart van 1941)

Staf/54Li
De staf treft de noodzakelijke voorbereidingen om het Iste Bataljon Instructie zo snel mogelijk naar Brussel te sturen. Zelf blijft de regimentsstaf achter in Oostakker. Het Iste Bataljon Instructie wordt samen met de Bataljons Instructie van het 52ste Linieregiment (I/52Li), het 53ste Linieregiment (I/53Li), het 56ste Linieregiment (I/56Li) en het 58ste Linieregiment (I/58Li) tijdens de nacht en in de loop van de ochtend vanuit het Gentse ommeland per spoor naar Brussel gebracht, het Iste Bataljon Instructie van het 55ste Linieregiment (I/55Li) zal vanuit Antwerpen de hoofdstad vervoegen. De verschillende bataljons worden opgesteld rond Brussel waarbij steunpunten worden ingericht om de toegangen tot de Brusselse agglomeratie te ontzeggen aan parachutisten in de eventualiteit van een Duitse luchtlandingsoperatie in de buurt van onze hoofdstad. De Brusselse agglomeratie wordt in zes sectoren verdeeld die bezet worden door de zes aangeduide Bataljons Instructie.

I/54Li
Het bataljon verlaat Oostakker om 08u50 en komt omstreeks 15u00 aan te Etterbeek.  I/54Li wordt ontplooid in de sector van Sint-Pieters-Woluwe tot Oudergem en plaatst telkens één voltallige compagnie fuseliers in de beide gemeenten. De middelen van de 4Cie mitrailleurs worden over de twee steunpunten verdeeld. De bataljonsstaf installeert zich in het gemeentehuis van Oudergem.

Belradio te Ruiselede was het verbindingsstation van het telegraafkantoor van Brussel met de rest van de wereld.

3/I/54Li
De 3de Compagnie fuseliers, bevolen door Lt  Gevaert, zal niet deelnemen aan deze missie en wordt gedetacheerd naar Ruiselede (tussen Aalter en Tielt) om er de terreinen van de Belradio dienst van de Regie voor Telegraaf en Telefoon (RTT) te bewaken [3]. Deze belangrijke installatie, operationeel sinds 1927, verzekert met krachtige zend- en ontvangstapparatuur de telegraafverbinding met Noord-Amerika, Congo en de belangrijkste Europese hoofdsteden. Het zendpark wordt uitgebaat door personeelsleden van de RTT die binnen het Speciaal Korps voor Spoorwegen, Telegraaf en Telefoon onder militair regime geplaatst werden.

II/54Li
Het IIde Bataljon Versterking blijft bij de regimentsstaf te Oostakker.

Staf/54Li
Door de snelle opmars van de Duitsers was het voor het GHK snel duidelijk dat de verdere opleiding van de nieuwe rekruten enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kon gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s die niet ingezet werden voor de beveiliging van Brussel ontvangen de 13 mei om 14u00 het schriftelijk bevel van de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-major des Troupes de Renforts et d’Instruction – EM/TRI) om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde. Het bevel om de Versterkings- en Opleidingsregimenten naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en beginnen hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen. Voor het 54Li, dat zijn Bataljon Instructie naar Brussel had gestuurd, gingen de orders om onmiddellijk naar Frankrijk te vertrekken echter niet door, eerst moest de opdracht voor de beveiliging van Brussel tot een goed einde gebracht te worden. De staf van het regiment en het IIde Bataljon Versterking bevinden zich te Oostakker. Het Iste Bataljon Instructie blijft te Brussel.

I/54Li
Het Iste Bataljon Instructie bevindt zich die dag aan de zuidoost rand van de hoofdstad en voert bewakingsopdrachten uit, op zoek naar vijandelijke parachutisten en spionnen. Om 17u00 loopt een melding binnen dat twee voertuigen, met nummerplaat 259440 en 259040, Duitse spionnen in Belgisch officiersuniform aan boord hebben. Alle wachtposten worden gealarmeerd. De beide personenwagens worden niet gesignaleerd.

I/54Li
Het GHK beslist om Brussel niet te verdedigen. De hoofdstad zal worden opgegeven en als open stad aan de vijand overgelaten in de hoop dat deze laatste de stad ongeschonden zal laten. Tegelijkertijd starten de 1MilCir en het Ministerie van Landsverdediging met de ontruiming van hun hoofdkwartier in Brussel. Intussen worden de Brusselse vliegvelden door de Belgische genie ondermijnd waardoor een vijandelijke luchtlandingsoperatie op de vliegvelden onwaarschijnlijk wordt. I/54Li blijft voorlopig ter plekke en werkt nog steeds mee aan de bewaking van Brussel. Hier raakt de 2de Compagnie die ochtend betrokken bij een schietincident in de wijk Blankedelle te Oudergem. Er wordt door de manschappen gevuurd op een vermeend vijandelijk mitrailleursnest. Er zouden ook lichtsignalen waargenomen zijn vanuit het kasteel La Solitude van baron (TBC) de Croÿ gelegen aan de rand van het Zoniënwoud te Oudergem [4]. Enkele officieren zijn te weten gekomen dat de baron tijdens de eerste wereldoorlog verdacht werd van al te vriendelijk gedrag met de Duitse bezetter en er heerst dan ook verontrusting over dit rapport. De compagnie wil dat de politie de zaak onderzoekt en laat inmiddels de wachtposten verdubbelen. De incidenten tonen aan dat de schrik voor Duitse parachutisten manifest aanwezig was.

II/54Li
Het IIde Bataljon Versterking bevindt zich te Oostakker waar het zijn eenheden organiseert en zijn nog steeds toekomende reservisten opvangt en uitrust.

Staf/54Li
De regimentsstaf werkt aan de nodige richtlijnen om de verhuis naar Frankrijk mogelijk te maken. De verplaatsing naar Frankrijk was echter totaal niet voorbereid. Er was geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er waren geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er was slechts proviand voor twee dagen en er bestond geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moesten de commandanten van de respectievelijke VOC’s zelf vervoer per spoor regelen door de treinen van de Franse SNCF te gebruiken die het 7 Franse Leger van generaal Giraud naar Zeeland hadden gebracht [5].  In Oostakker scheept de Staf/54Li om 17u30 in aan boord van een trein die ze naar Zuid-Frankrijk moet brengen. De trein verlaat het station van Oostakker om 21u15. 

I/54Li
Het Iste Bataljon Instructie is nog steeds te Brussel en meldt dat rond 05u00 te Stokkel een vijandelijk vliegtuig werd neergehaald door onze luchtafweer. De bewakingsopdracht wordt die dag afgesloten door de 1MilCir en het bataljon ontvangt om 19u45 het bevel tot de aftocht uit de hoofdstad. Het bataljon vertrekt om 22u30 te voet naar Kobbegem even ten noorden van Jette.

3/I/54Li
Over het parcours van de 3de Compagnie tussen Ruislede en Montpaon zijn weinig gegevens bekend. Er zijn aanwijzingen dat de compagnie om 18u00 per trein uit Brugge vertrok en is meegereisd met het IIde Bataljon Versterking van het 57ste Linieregiment (II/57Li) tot Toulouse (TBC). De compagnie duikt met zekerheid op te Bordeaux op 20 mei waar de compagnie zich op de trein van II/57Li bevindt [6].

II/54Li
Het IIde Bataljon Versterking krijgt rond 10u00 te horen dat het die dag het waarschijnlijk per trein naar Narbonne zal worden geëvacueerd. De inscheping aan boord van het treinstel waar ook de staf van het 54Li ingescheept was, vindt plaats tussen 17u30 tot 20u45. De trein verlaat het station van Oostakker om 21u15. De trein is samengesteld uit wagons van de SNCF die enige dagen voordien het Franse 7de Leger naar het noorden van ons land vervoerden. Het overbrengen van de versterkingsbataljons naar Frankrijk was echter een minder goed idee want na de evacuatie van het Bataljon Versterking naar Frankrijk, kon het niet meer instaan om de verliezen geleden door de regimenten 4Li, 24Li en 34Li terug aan te vullen.

Luitenant Baert

Lt Joseph Baert, stafofficier bij het IIde Bataljon Versterking (II/54Li), tijdens de mobilisatie (foto: Francis De Ruyck).

Staf/54Li en II/54Li
De trein van de Staf en het IIde bataljon staat die dag kort na het vertrek nagenoeg de ganse voormiddag stil te Deinze. Rond het middaguur wordt het station uitgereden richting Tourcoing in Frankrijk.

I/54Li
Het Iste Bataljon Instructie komt even voor 06u00 aan te Kobbegem. De manschappen worden ingekwartierd en wachten verdere bevelen af. Om 12u30 deelt de 1MilCir mee dat de in ons land overgebleven bataljons van het 1ste en het 2de Versterkings- en Opleidingscentrum zo snel mogelijk per trein naar Duinkerke moeten worden gebracht. De bataljons moeten zelf hun transport organiseren vanuit het dichtstbijzijnde station en moeten levensmiddelen voor minimum twee dagen meenemen.

Majoor Vanderghinste neemt direct contact op met de stationschef te Asse en beveelt de man om zo snel mogelijk een trein samen te stellen voor zijn bataljon. De majoor wil in het treinstel 7 platte goederenwagons, 4 gesloten goederenwagons, 2 paardenwagons, 10 wagons voor de manschappen en 1 rijtuig tweede klasse voor de officieren. Om 15u00 belt Vanderghinste nog naar de 1MilCir te Brussel, maar het nummer 33 96 00 antwoord niet meer. De hoofdstad is door ons leger ontruimd. Vanuit Kobbegem worden de manschappen doorgestuurd naar het station van Asse waar de trein aankomt tijdens de vooravond en om 20u20 vertrekt richting Duinkerke.

Staf/54Li en II/54Li in Frankrijk
De trein met de Staf/54Li en het II/54Li bereikt om 13u00 het station van Tourcoing en komt er opnieuw vast te zitten. De Franse overheden willen hun wagons terug om deze naar ons land te sturen om hun eigen troepen weer op te halen. Luitenant Joseph Baert, stafofficier bij de staf van het II/54Li, tracht contact op te nemen met zowel de Staf/1VOC als met de EM/TRI van Luitenant-generaal Wibier, maar slaagt er niet in om een van beide te bereiken. Zonder nieuwe orders te krijgen pendelt Lt Baert heen en weer tussen Tourcoing en Moeskroen en overlegt met de stationschef van Moeskroen over de mogelijke aanpak van het transportprobleem.

I/54Li
Het Iste Bataljon spoort langzaam door ons land, op weg naar de Franse grens.

Staf/54LI en II/54Li in Frankrijk
Te Tourcoing komen uiteindelijk rond 05u00 enkele Belgische wagons laten aan die toch een deel van het Franse treinstel van het IIde Bataljon Versterking kunnen vervangen. Het materieel moet worden overgeladen en na heel wat verhuis- en rangeerwerk tussen Tourcoing en Moeskroen is de trein om 13u00 weer vertrekkensklaar. Uiteindelijk bereikt het IIde Bataljon rond 16u00 het Franse dorp Boisleux-au-Mont ten zuiden van Arras. Hier volgt alweer een onverwachte stilstand. Het spoor is even verder op onbruikbaar geraakt bij een Duitse luchtaanval en de trein kan niet verder. De rest van de dag wordt te Boisleux doorgebracht.

I/54Li in Frankrijk
Het Iste Bataljon Instructie komt aan te Duinkerke rond 07u00. De manschappen mogen de trein niet verlaten. De trein verlaat de Franse kuststad weer rond 10u00 en spoort via Boulogne en Dieppe richting Alançon. Het bataljon ontsnapt zo aan de nakende Duitse omsingeling van de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en België.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Staf/54Li en II/54Li in Frankrijk
De trein met de Staf en het IIde Bataljon Versterking keert om 01u00 terug naar de Franse stad Arras en komt hier aan rond 07u30. Lt Baert pleegt overleg met de stationschef over de te volgen route en het vertrek van het treinstel. De militaire commissaris van het station te Arras en de Franse plaatscommandant komen tussenbeide om de Belgen weer op weg te krijgen. Er wordt vernomen dat de Duitsers reeds Cambrai hebben ingenomen en Arras zal verdedigd worden bij een verdere Duitse opmars.

De trein verlaat het station van Arras om 11u15 maar komt om 13u00 alweer voor een geblokkeerd spoor te staan te Aubigny-en-Artois ten westen van Arras. Kolonel Bonnevie vraagt de plaatselijke stationschef om raad. Er wordt om 17u45 verder naar het westen gereden tot Saint-Pol-sur-Ternoise. De trein komt hier een uur later aan en de officieren gaan onmiddellijk op zoek naar de nodige bevoorrading, dit echter zonder resultaat. De trein vertrekt richting Abbeville om 20u00 maar houdt een uur later halt te Frévent. Hier wordt opnieuw overleg gepleegd over hoe het bataljon de zuidelijke oever van de Somme kan bereiken om aan de Duitse omsingeling te ontsnappen. Er kan voorlopig niet doorgereisd worden omdat het station van Auxi-le-Château werd gebombardeerd en de sporen hersteld moeten worden. De nacht van 19 op 20 mei wordt doorgebracht in Frévent.

I/54Li in Frankrijk
I/54Li zet zijn reis naar het zuiden verder. Na een tocht over Le Mans, Bordeaux, Dax, Toulouse en Carcassonne reist het Iste Bataljon Instructie naar zijn eindbestemming Béziers waar ze in de vroege ochtend van 24 mei toekomen.

Staf/54Li en II/54Li in Frankrijk
Om 15u00 komt het bericht dat het spoor hersteld is en dat er kan worden doorgereisd naar Abbeville. Er wordt doorgereden tot Fortel-en-Artois dat om 17u30 bereikt wordt. Te Fortel ondergaat het treinstel een luchtaanval. De vijand is nu dichtbij en kort na de luchtaanval wordt de trein omsingeld door gemotoriseerde eenheden. De Staf/54Li en het II/54Li worden te Fortel zonder weerstand te bieden krijgsgevangen genomen. 54Li is gereduceerd tot zijn instructiebataljon.

3/I/54Li in Frankrijk
De 3Cie bereikt tegen 22u00 Bordeaux en bevindt zich op dat ogenblik aan boord van de trein die II/57Li naar Toulouse moet brengen.

3/I/54Li in Frankrijk
Vanuit Bordeaux wordt via Dax en Pau verder doorgereisd naar Lourdes waar ze ’s avonds toekomen en waar ze door het Franse Rode Kruis een warme maaltijd krijgen aangeboden. Vanuit Lourdes wordt nog tijdens de avond doorgereisd naar Tarbes .

3/I/54Li in Frankrijk
In de ochtend verlaat de 3Cie samen met II/57Li Tarbes richting Toulouse via Auch. De trein bereikt het station van L’Isle-Jourdain rond 13u30 waar het II/57Li uitstijgt. De 3Cie zet zijn weg alleen verder naar Toulouse. 

3/I/54Li in Frankrijk
Van Toulouse gaat de reis verder naar Carcassonne, Narbonne en Béziers van waaruit de compagnie doorgestuurd wordt naar Montpaon. De 3Cie komt als allereerste element van 54Li toe op zijn bestemming en zoekt in afwachting van de aankomst van de rest van het regiment kantonnementen op in Montpaon. Lt Gevaert heeft op dat ogenblik geen enkel idee waar de rest van 54LI zich bevindt.

Station van Montpaon.

I/54Li in Frankrijk
Het I/54Li bereikt om 04u30 het station van Béziers aan de Franse zuidkust. Na een tussenstop van een drietal uur wordt doorgereden naar het station van Montpaon in het Franse departement Aveyron, zo’n 100Km ten noordwesten van Béziers. Hier wordt de 3de Compagnie weer opgenomen in de rangen van I/54Li. Montpaon wordt het eindstation voor I/54Li maar het bataljon is nog niet aan het einde van zijn reis. De manschappen moeten nog doormarcheren naar het nabijgelegen dorp Fondamente om er kantonnementen op te zoeken voor de komende nacht.

I/54Li in Frankrijk
De staf van het 1VOC deelt mee dat het I/54Li een onderkomen moet vinden te Montpaon en Cornus. 

I/54Li in Frankrijk
Terwijl verkenningen worden uitgevoerd in de streek van Cornus verblijven de manschappen de ganse dag in Fondamente waar ze genieten van rust na de lange treinreis.

I/54Li in Frankrijk
Het Iste Bataljon neemt zijn definitieve kantonnementen in. De 1ste, 2de en 3de compagnie worden samen met de infirmerie, de kantine en het wachtlokaal ondergebracht in de gemeente Cornus. Cornus is een klein dorpje behorende tot de gemeente Fondamente. Er zijn amper een driehonderdtal inwoners. Cornus ligt op een behoorlijke afstand van de rest van het 1VOC die zijn intrek genomen heeft in Clermont-l’Hérault.

I/54Li in Frankrijk
Ook de 4de Compagnie en het transmissiepersoneel worden ondergebracht te Cornus. De troepen vernemen die dag het nieuws van de Belgische capitulatie. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. De plaatselijke bevolking slingert de Belgen heel wat verwijten naar hun hoofd en is ervan overtuigd dat ons leger de Fransen in de steek gelaten heeft. I/54Li zal slechts een zevental dagen in Cornus verblijven.

Hergroeperingszone van de 7Div in Morbihan in Bretagne.

I/54Li in Frankrijk
Het Groot Hoofdkwartier heeft de aan het Albertkanaal teruggeslagen 7de Infanteriedivisie, na heel wat omwegen, naar de Bretoense zuidkust geëvacueerd om er opnieuw samengesteld te worden tot een volwaardige gevechtsformatie. Deze divisie heeft zware verliezen geleden en is dringend aan versterking toe. De Versterkings-en Opleidingscentra in het zuiden van Frankrijk ontvangen het bevel om zo’n 140 officieren en 4.500 manschappen aan te duiden om de rangen van de 7Div opnieuw aan te vullen. Deze manschappen moeten in eerste instantie worden gezocht onder de naar Frankrijk gevluchte van hun eenheid geïsoleerde militairen en onder de ervaren reservisten. De detachementen moeten vervolgens aangevuld worden met miliciens van de klas 40. Ook het I/54Li wordt aangeduid om officieren en manschappen te leveren voor het 18e Linie Regiment (18Li). Tijdens de vroege middag vertrekt het I/54Li samen met I/53Li vanuit het station van Montpaon naar Bretagne. Het I/53Li moet het 2de Regiment Karabiniers versterken en verlaat de trein in Ploermel.

5 juni 1940

I/54Li in Frankrijk
Het I/54Li komt aan te Malestroit aan de Bretoense kust. Er wordt gebivakkeerd te Saint-Marc.

6 juni 1940.

I/54Li in Frankrijk
Het I/54Li wordt van Saint-Marc naar Ruffiac verplaatst.

8 juni 1940

I/54Li in Frankrijk
Het I/54Li wordt uiteindelijk aangehecht bij het 18de Linieregiment (18Li) van de 7de Infanteriedivisie en vormt het IIIde Bataljon van dit regiment (III/18Li). Het vervolg van het verhaal van het I/54Li staat op de pagina van dit regiment vermeld. Na de overgang van I/54Li naar het 18Li houdt het 54Li op te bestaan.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
2/IDE SMETRené, André EugèneSdtMil4023.09.1920Assebroek22.06.1940Beignon (F)
OnbekendDECROCKCyriel, HenriSdtMil4014.06.1940Dikkebus11.09.1940Rennes (F)
2/IVAN ACKERLucien, A.M.SdtMil4027.02.1921Brugge22.06.1940Beignon (F)
OnbekendVAN HECKECyriel ASdtMil4011.01.1921Kluizen01.08.1940Rennes (F)

Bibliografie en Bronnen

  1. De nummering van de Versterkings- en Opleidingsregimenten komt overeen met het nummer van het actieve regiment waarvoor de rekruten en aanvullingen bestemd zijn, plus 50. Zo is bijvoorbeeld meteen duidelijk dat het 54Li het Versterkings- en Opleidingsregiment is van het 4Li.
  2. Achtergrondinformatie bij de slag om Den Haag [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_om_Den_Haag [Laatst geraadpleegd 01 oktober 2021].
  3. Achtergrondinformatie bij Belradio [On Line beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per3-gemeente/ruiselede/ en https://nl.wikipedia.org/wiki/Radiozendstation_Belradio  [Laatst geraadpleegd 01 november 2021].
  4. Achtergrondinformatie bij het kasteel La Solitude te Oudergem [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_La_Solitude  [Laatst geraadpleegd 01 november 2021]. 
  5. Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening ontstond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger, dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de Société Nationale des Chemins de Fer Français (SNCF) bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
  6. Hoofdstuk 4VOC in het Synthesedossier TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
  7. Hoofdstuk 1VOC in het Synthesedossier TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
  8. L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, uitgeverij Schmitz, Bastogne, 1994