6de Regiment Legerartillerie

Situatie op 10 mei 1940

Type Versterkings- en Opleidingsregiment
Ontdubbeld van 1ste Regiment Legerartillerie
2de Regiment Legerartillerie
Artillerie Meetdienst
Onderdeel van Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie
Bevelhebber Majoor C. Cooreman
Standplaats Fort III (Borsbeek) en Fort IV (Mortsel)
Samenstelling I Groep Legerartillerie 1ste Batterij Versterking (Lt C. Defaudeur)
2de Batterij Versterking (Lt H. Lange)
3de Batterij Instructie met 4x M220 mortieren (Cdt A. Vandenvelde)
4de Batterij Instructie met 2 x Ob155 M17 Schneider kanonnen, 1 x C155L M24 Krupp FRC kanon en 1 x C150L/43 M16 Krupp & Rheinisch kanon (Lt Scheurmans)
Batterij Versterking en Instructie Meetdienst van de Artillerie (Luitenant A. Linet)
Batterij Depot en Diensten (Lt C. Lebrun)

Tijdens de mobilisatie

Staf/6LA
Voor de mobilisatie besliste de legerleiding dat er voor de artillerie, in tegenstelling tot de andere wapens van het leger, geen eigen Versterkings- en Opleidingscentrum (VOC) opgericht zou worden. Er bestonden ook geen specifieke versterkings- en opleidingsregimenten om de rekruten van de klassen ’39 en ’40 verder op te leiden of om de nog op te roepen reservisten op te vangen. Dit diende te gebeuren door de Schoolbatterijen van elk regiment afzonderlijk die als achterwacht in de kazerne zouden blijven eens de gemobiliseerde artillerieregimenten naar hun gevechtsposities vertrekken.

Fort III te Borsbeek waar 3/I/6LA gekazerneerd is, tevens vredesvoet garnizoen van 2LA.

Op 26 augustus, bij de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan, krijgt de artillerie toch een specifieke versterkings- en opleidingsstructuur namelijk het Aanvullings en Opleidings Depot van de Artillerie (AOD/A oftewel in het Frans: Dépôt de Renfort et d’Instruction de l’Artillerie – DRI/A). Aanvankelijk worden binnen dit depot een aantal Schoolbatterijen gegroepeerd om de vorming van nieuwe artilleristen over te nemen van de gemobiliseerde eenheden van het veldleger. De Schoolbatterijen van het 1ste Regiment Legerartillerie (1LA) en het 2de Regiment Legerartillerie (2LA) worden uitzonderlijk niet ontbonden bij de start van de mobilisatie en gaan bijgevolg niet over naar het AOD/A. 1LA liet zijn Schoolbatterij achter in Fort IV te Mortsel, vredesvoet garnizoen van 1LA, waar de batterij tot maart 1940 instond voor het opleiding van de rekruten van de klas ’39 bestemd voor 1LA. Ook de Schoolbatterij van 2LA blijft in zijn vredesvoet garnizoen, Fort III te Borsbeek, om de nieuwe artilleristen van 2LA verder op te leiden. De vermoedelijke reden waarom de Schoolbatterijen van 1LA en 2LA niet gegroepeerd werden in één of ander AOD/A maar in hun vredestijd garnizoenen bleven tijdens de mobilisatie, is dat de zware artilleriestukken gebruikt door 1LA en 2LA specifiek waren en bijgevolg onderhoudsinfrastructuur nodig hadden die nergens anders beschikbaar was. 

In het voorjaar van 1940, kort na de eerste oproepingen van de klas ’40, worden zes onafhankelijke versterkings- en opleidingsregimenten voor de artillerie opgericht. Deze regimenten moeten de miliciens van de klas ’40 opleiden en de oudere reservisten vrijgesteld van mobilisatie opvangen van zodra de oorlog begint. Uit het AOD/A ontstaan het 31A32A33A en 34A als versterkings- en opleidingsregimenten voor de lichte artillerie. Tegelijkertijd wordt ook het 6LA voor de zware artillerie en 3DTCA voor de luchtdoelartillerie opgericht.

Fort IV te Mortsel, vredesvoet garnizoen van 1LA (naoorlogse foto).

Het 6de Regiment Legerartillerie (6LA) wordt in maart 1940, in volle mobilisatie, opgericht in Fort III te Borsbeek en Fort IV te Mortsel. Het 6LA dient zich te ontfermen over de nog niet opgeleide artilleristen en de nog niet gemobiliseerde reservisten van 1LA en 2LA. Het 6LA kan bijgevolg beschouwd worden als een ontdubbelingsregiment van deze regimenten. Het 6LA neemt de Schoolbatterij van 1LA en 2LA over.  De Schoolbatterij van 2LA wordt vanaf de oprichting van 6LA de 3de Batterij Instructie van 6LA terwijl de Schoolbatterij van 1LA wordt omgedoopt tot de 4de Batterij Instructie. Specifiek voor 6LA is de Batterij Versterking en Instructie Meetdienst Artillerie onder bevel van Luitenant Linet die instaat voor de instructie van dienstplichtigen van de klas ’40 bestemd voor de Artillerie Meetdienst. Het betreft de 6de Batterij van de Artillerie Meetdienst die in Fort III achterbleef bij de aanvang van de mobilisatie.

Het 6LA staat onder het bevel van Majoor Cooreman. Van bij de oprichting van het regiment worden de miliciens van de klas ’40 aangehecht bij de Instructiebatterijen die over eigen artilleriestukken beschikken om de opleiding te verzekeren. De Versterkingsbatterijen bestaan voor 10 mei alleen uit kaderpersoneel. Deze batterijen hebben geen eigen kanonnen en kunnen de van mobilisatie vrijgestelde reservisten maar in de rangen opnemen na afkondiging van de algemene mobilisatie (fase E van het mobilisatieplan), hetgeen voorzien is te gebeuren bij de start van de vijandelijkheden. Eens op oorlogsvoet gebracht zal het regiment kunnen beschikken over 25 officieren, 75 onderofficieren en 1.192 manschappen.

SchoolBij/6LA
6LA heeft ook een eigen Schoolbatterij (SchoolBij/6LA). Deze Schoolbatterij staat enkel in voor de opleiding van toekomstige kaders voor de legerartillerie. Het betreft de Kandidaat Reserve Onderluitenanten (KROLt) en de Kandidaat Reserve Onderofficieren (KROO) bestemd voor 1LA en 2LA.

Artillerietrein van een 220mm mortier gebruikt door de 3Bij Instructie van 6LA.

Staf/6LA
De artilleristen van 6LA ontvangen iets na middernacht het bevel zich klaar te maken om de 10de mei bij eerste klaarte een vooraf verkend alarmkantonnement in te nemen in de buitenwijken van Antwerpen. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht en bijgevolg moeten de Versterkings- en Opleidingsregimenten van de artillerie zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen.

De Staf/6LA wordt in zijn commandopost om 06u00 op de hoogte gebracht van de afkondiging van de algemene mobilisatie naar aanleiding van de Duitse inval. Door de afkondiging van de algemene mobilisatie worden de oudere reservisten en vrijgestelden opgeroepen om de Groep Versterking te vervoegen. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens waren geroepen. Eveneens om 06u00 geeft de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (HK/TRI) het bevel om, zoals voorzien in het mobilisatieplan, uit te wijken naar oorlogskantonnenmenten die zich in diverse kleinere dorpen en steden van Oost- en West-Vlaanderen bevinden. In deze oorlogskantonnementen, ver verwijderd van de vijandelijkheden, kan de opleiding in relatieve rust voortgezet worden. Het voorziene oorlogskantonnement voor het 6LA is Maldegem. De rest van de dag maakt het regiment zich klaar voor de verplaatsing naar Maldegem.

Staf/6LA
De staf, de instructiebatterijen en de Batterij Depot en Diensten worden per trein van uit het station Luithagen naar Maldegem overgebracht.

Staf/6LA
Het regiment installeert zich te Maldegem. De 4de Batterij Instructie installeert zich te Kleit een gehucht van Maldegem.

Een 150mmL43 kanon zoals gebruikt door de 4de Batterij Instructie van 6LA.

Staf/6LA
Door de snelle opmars van de Duitsers wordt het voor het Groot Hoofdkwartier (GHK) snel duidelijk dat de verdere opleiding van de nieuwe rekruten enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kon gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s die niet ingezet werden voor de beveiliging van Brussel ontvangen op 13 mei om 14u00 het schriftelijk bevel van het HK/TRI om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde.

Ook het 6LA maakt zich klaar voor de evacuatie naar Frankrijk, maar blijft voorlopig nog ter plekke. De verplaatsing naar Frankrijk was echter totaal niet voorbereid. Er was geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er waren geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er was slechts proviand voor twee dagen en er bestond geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moest de commandant van 6LA zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7 Franse leger van generaal Giraud door Vlaanderen vervoerd hebben op weg naar Breda [1]. Het bevel om naar Frankrijk te vertrekken kwam echter geen dag te vroeg want op 13 mei steken de Duitsers rond 16u00 de Maas over te Sedan en beginnen hun opmars naar de Atlantische kust met als inzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.

Staf/6LA
Op 14 mei wordt het Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie (VOC/Aie) te Beernem opgericht met als bevelhebber Kolonel Duquesnoy, regimentscommandant van het 32A. De zes Versterkings-en opleidingsregimenten worden onder bevel geplaatst van het VOC/Aie om enerzijds de heruitrusting van het veldleger en anderzijds de evacuatie naar Frankrijk mogelijk te maken. Kolonel Duquesnoy gaat onmiddellijk over tot een reorganisatie van de zes regimenten. De artillerie van het veldleger heeft immers belangrijke verliezen geleden en er moeten dringend nieuwe eenheden gevormd worden om de tekorten aan te vullen. Al gauw is duidelijk dat die nieuwe eenheden opgebouwd moeten worden uit elementen komende van verschillende Versterkings- en opleidingsregimenten. Om dit doel te bereiken beslist Kolonel Duquesnoy een beroep te doen op de opgeleide oudere reservisten van de versterkingsbatterijen en deze uit te rusten met de nog beschikbare kanonnen van de instructiebatterijen. Deze nieuwe batterijen worden dan verder aangevuld met personeel van de betrokken artillerieregimenten dat is kunnen ontsnappen en werd doorgestuurd naar het VOC/Aie. Kolonel Duquesnoy krijgt de toelating van het GHK om de versterkingsbatterijen van de artillerie in België te houden, ondanks het evacuatiebevel van het HK/TRI.

Het 6LA wordt door deze reorganisatie opgesplitst in twee groeperingen. De Groepering Versterking/6LA, met de Staf Regiment en de Versterkingsbatterijen, komt onder bevel te staan het “VOC/Aie Detachement Vlaanderen”. De Groepering Instructie/6LA, met de twee instructiebatterijen en de Batterij Versterking en Instructie van de Artillerie Meetdienst, wordt ondergebracht  in het “VOC/Aie Detachement Frankrijk” (ook wel Regiment Instructie van het VOC/Aie genoemd) bevolen door Luitenant-Kolonel De Bueger, voormalig commandant van het 3DTCA.

Groepering Indstructie/6LA
De instructiebatterijen 3/I/6LA en 4/I/6LA met de rekruten van de klas ’40 worden met beperkte bewapening en het nodige lesmateriaal op de trein gezet richting Frankrijk om daar hun opleiding de buurt van Limoux in het departement van de Aude te vervolmaken. Ook de Batterij Versterking en Instructie van de Artillerie Meetdienst wordt geëvacueerd.

Groepering Versterking/6LA
De versterkingsbatterijen nu uitgerust met kanonnen worden op 14 mei ondergebracht in de Groepering Versterking/6LA. De reorganisatie verloopt niet erg vlot. Vooreerst heerst er onduidelijkheid over welk type geschut het veldleger precies nodig heeft. Uiteindelijk zal blijken dat er in eerste instantie alleen interesse zal zijn in batterijen die over C105L kanonnen en 155mm M17 houwitsers beschikken. Daarnaast zijn ook niet alle batterijen van het VOC/Aie op volle sterkte en is er een algemeen tekort aan uitrusting en wapens. De schoolbatterij van 6LA wordt ontbonden en de Kandidaat Reserve Onderluitenanten worden in overtal bij de overige batterijen geplaatst. Onderluitenant Boonefaes, instructeur bij Schoolbatterij van 6LA, wordt na de reorganisatie van 6LA toegewezen aan I/1LA. OLt Boonefaes brengt een klein detachement manschappen mee, alsook één Ob155 M17 Schneider houwitser.

Groepering Instructie/6LA
Het 6LA laat al zijn rekruten onder bevel van het VOC/Aie Detachement Frankrijk met één enkel treinstel richting Frankrijk vertrekken.

Groepering Versterking/6LA
Vanuit zijn kantonnementen te Maldegem stuurt het 6LA een aantal versterkingen naar de Iste Groep van het 14de Regiment Artillerie. Deze groep heeft tijdens de eerste week van de oorlog heel wat manschappen en materiaal verloren. Met behulp van het 6LA wordt de I/14A omgevormd naar één groep van drie batterijen met telkens drie 155mm M17 Schneider Howitzers. De heroprichting van de I/14A zal afgerond worden op 18 mei.

Groepering Versterking/6LA
Het GHK wijzigt zijn plannen van 14 mei om de versterkingsbatterijen in ons land te houden en beveelt aan Kolonel Duquesnoy om het VOC/Aie Detachement Vlaanderen onmiddellijk klaar te maken voor de evacuatie naar Frankrijk. Het Belgisch opperbevel lijkt er zich echter niet van bewust dat dit evacuatiebevel veel te laat komt. Na de doorbraak te Sedan stormen de Duitse troepen razendsnel naar de Atlantische kust richting Abbeville met de bedoeling de geallieerden te omsingelen in Noord-Frankrijk en België.

Groepering Versterking/6LA
Een tweede trein van het 6LA met aan boord de laatste troepen uit Maldegem verlaat ons land vanuit Maldegem.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Groepering Versterking/6LA
In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat eenheden van het VOC/Aie ingesloten door de Duitsers. Door de late beslissing om uiteindelijk ook de rest van het VOC/Aie naar het zuiden van Frankrijk wordt de terugtochtweg van de Batterijen Versterking van 6LA, die pas op 19 mei uit Maldegem vertrokken, afgesneden.

Groepering Versterking/6LA
De tweede trein van het 6LA raakt vast te zitten in de omsingeling van Duinkerke en keert terug naar ons land. Om 20u00 staat iedereen in Veurne.

Groepering Versterking/6LA
In ons land laat de staf van het VOC/Aie Detachement Vlaanderen aan al zijn achtergebleven eenheden weten dat de evacuatie naar Frankrijk niet langer uitvoerbaar is. Alle eenheden van het VOC/Aie die op dat ogenblik nog in Noord-Frankrijk of België aanwezig zijn, zullen ten dienste van de strijd in Vlaanderen ingezet worden.

Groepering Instructie/6LA in Frankrijk
Op 28 mei komen de batterijen instructie van het 6LA als onderdeel van het VOC/Aie Detachement Frankrijk toe te Pomas ten noorden van Limoux in het departement van de Aude. Op dat ogenblik capituleert het Belgische leger in Vlaanderen. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. Het 6LA zal tot aan zijn repatriëring naar België in september 1940 in Pomas blijven. De staf neemt zijn intrek in het kasteel van Pomas. Onder hen Onderluitenant Herman Thiery beter bekend onder zijn pseudoniem Johan Daisne [4].

4 juni 1940

Groepering Instructie/6LA in Frankrijk
Het HK/TRI, onder bevel van Luitenant-generaal Wibier, is ingegaan op een Frans verzoek om 10.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden de Bataljons Versterking aangeduid voor deze opdracht teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Aangezien de Groepering Instructie/6LA niet over Batterijen Versterking beschikt moet het 6LA initieel geen werkbataljons leveren.

6 juni 1940.

Groepering Instructie/6LA in Frankrijk
Op 6 juni vragen de Fransen om nog eens 20.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken, 16.000 hiervan moeten aangeduid worden door het HK/TRI. Het HK/TRI ziet zich nu genoodzaakt om ook de Bataljons Instructie met deze opdracht te gelasten. Het VOC/Aie krijgt bijgevolg opdracht om meerdere werkbataljons op te richten die naar de Franse frontlinie gestuurd zullen worden. De Groepering Instructie/6LA wordt verzocht om de leiding te nemen bij de oprichting van een werkbataljon van ongeveer 850 man [3]. Dit werkbataljon, I/6LA, zou moeten bestaan uit vier compagnies van elk ongeveer 200 man en zal vanuit Pomas naar het Frans-Duitse front in het noorden gestuurd worden. Het 6LA levert de staf en één werkcompagnie, tezamen 350 man, de Vestingsartillerie levert twee compagnies van elk 200 man en het 3DTCA stuurt één compagnie van 250 man in steun De compagnie van het 3DTCA wordt geleverd door de Iste Groep van RCB/GTA en zal geleid worden door Lt Theyskens. 

9 juni 1940
Groepering Instructie/6LA in Frankrijk
Majoor Hardenne krijgt de leiding van het werkbataljon en begint met de verschillende compagnies van het bataljon samen te brengen in Pomas. Het werkbataljon, uiteindelijk een 1.000-tal man sterk, vertrekt op 09 juni vanuit Pomas naar Sevran-Livry (Seine-et-Oise) ten noordoosten van Parijs. Eens aangekomen in het station van Sevran-Livry stijgt het bataljon 
niet uit. Bij gebrek aan duidelijke orders wordt beslist om terug te sporen naar Limoux. Het werkbataljon van 6LA keert nagenoeg intact terug naar het zuiden van Frankrijk. Hierdoor werd de artilleristen van 6LA, in tegenstelling tot de manschappen van andere werkbataljons, heel wat leed bespaart.

22 juni 1940

Groepering Instructie/6LA in Frankrijk
Door het groot aantal verliezen bij de werkbataljons drong de reorganisatie van de VOC’s zich op. Het HK/TRI vaardigt op 22 juni het bevel uit om nieuwe regimenten samen te stellen met de rekruten van de Instructieregimenten, de wederopgeroepenen van de Versterkingseenheden aangevuld met elementen van het veldleger die aan de Duitse omsingeling wisten te ontsnappen. Het VOC/Aie beslist om de groeperingen instructie van alle regimenten te laten opgaan in het nieuw opgerichte Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie onder leiding van Majoor Hardenne van 6LA. Dit nieuwe regiment omvat twee groepen, een instructiegroep en een versterkingsgroep. Alle nog overblijvende batterijen veldartillerie en stafelementen van 31A, 32A, 33A, 34A en 6LA worden in dit regiment ondergebracht en de regimentsstaf installeert zich in Pomas (Aude). Het 6LA houdt de facto op te bestaan.

Met de ondertekening van de Franse capitulatie in Compiègne op 22 juni wordt het duidelijk dat de rol van de VOC’s in Frankrijk is uitgespeeld. Het VOC/Aie bevindt zich in het niet bezet stuk van Frankrijk en valt onder de Vichy regering. Er zijn niet direct plannen om Frankrijk te verlaten en uit te wijken naar een uitvalsbasis van waaruit de strijd kan worden verdergezet. De Vichy regering zal dit zeker niet aanmoedigen en eerder beslag leggen op het aanwezige militair materieel zoals dit met de Duitsers was overeengekomen.

11 juli 1940

Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie in Frankrijk
De troepen worden ongeduldig en willen zo snel als mogelijk terugkeren naar België. Onder impuls van Geneesheer Luitenant Torrekens en Aalmoezenier Vergaelen, beiden overgekomen van 32A, eist een deel van het regiment de onmiddellijke demobilisatie van alle miliciens en de terugkeer naar ons land. De ontevredenheid wordt nog aangewakkerd door:

  • de frustratie over de mislukte opdracht van de werkbataljons en de onzekerheid over het lot van diegenen die niet zijn teruggekeerd naar de kantonnementen in het zuiden;
  • de optie om de nog in Frankrijk verblijvende eenheden naar Noord-Afrika over te brengen om er de strijd voort te zetten aan de zijde van Groot-Brittannië;
  • de slechte levensomstandigheden in de kantonnementen, vooral dan het gebrek aan voldoende en kwalitatief voedsel;
  • het gebrek aan een degelijk opleidingsprogramma dat zich beperkt tot marsoefeningen en de wacht aan de kantonnementen, echter zonder in het bezit te zijn van munitie;
  • het verscherpt toezicht van de Franse Gendarmerie die kost wat kost wil beletten dat militairen de kampen verlaten om naar Engeland of Spanje te vertrekken.

Dit alles resulteerde in een uit de hand gelopen 11 juli viering te Cambieure waar Majoor Hardenne tijdelijk de controle over de manschappen verliest.

15 juli 1940

Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie in Frankrijk
De Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, gaf op 3 juli het HK/TRI de toelating om te starten met de repatriëring van dienstplichtigen jonger dan 32 jaar. De maatregel gaat van kracht op 15 juli. Meerder gemeentebesturen in België nemen het initiatief om hun jongeren op te halen in Zuid-Frankrijk.

6 augustus 1940

Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie in Frankrijk
Een 200-tal militairen van het Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie beslist om gezamenlijk vanuit de verschillende kantonnementen naar Limoux te marcheren om duidelijkheid te eisen omtrent hun lot. Ze worden onderweg onderschept door de Franse Gendarmerie die enkele waarschuwingsschoten afvuurt boven de hoofden van de betogers. Gebruik makend van de verwarring die ontstaat worden de militairen door de gendarmerie uiteen geranseld. Vier militairen worden aangehouden en moeten enkele weken later voor de Krijgsraad verschijnen in Carcassonne. Ze worden allen vrijgesproken.

31 augustus 1940

Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie in Frankrijk
Eind augustus wordt het VOC/Aie naar ons land gerepatrieerd bij de ontbinding van de Belgische strijdkrachten in Frankrijk. Een aantal militairen van het Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie die als laatste naar België geëvacueerd worden halen de uiterste, door de Duitsers opgelegde, repatriëringsdatum van 23 augustus niet en  worden onherroepelijk krijgsgevangen genomen bij het passeren van de demarcatielijn. 

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
OnbekendMERTENSEduard, B.SdtMil21.01.1913Mol24.06.1940Mol

Bibliografie en Bronnen

  1. Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening ontstond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger, dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF) bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
  2. Historiek Fort IV te Mortsel. [On Line beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/antwerpen/ [Laatst geraadpleegd 16 augustus 2018].
  3. Binnen het VOC/Aie in Frankrijk worden de werkbataljons die het VOC/Aie moet leveren doorlopend genummerd. Zo wordt in de verschillende verslagen van het CHD het werkbataljon van I/33A ook het 3e Bataillon Travailleurs Artillerie (3BnTA) en het werkbataljon van II/33A het 4e Bataillon Travailleurs Artillerie (4BnTA) genoemd. Vermoedelijk werd I/34A omgedoopt tot het 5de Bataillon Travailleurs Artillerie (5BnTA) en I/6LA tot het 6de Bataillon Travailleurs (6BnTA).
  4. Ook schrijver Johan Daisne bevond zich na de Belgische capitulatie te Limoux.  Johan Daisne is een pseudoniem voor Herman Thiery die in 1936 zijn officiersopleiding kreeg in Fort 3 bij het 2LA. In juni 40 was hij als officier aangehecht bij 6LA en bevond zich te Pomas waar hij met de rest van de Staf/6LA verbleef op het kasteel. De vele treinreizen die de manschappen van onder meer 6LA door Frankrijk hebben afgelegd zou de inspiratie geweest zijn voor zijn novelle “De trein der traagheid”. [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Johan_Daisne [Laatst geraadpleegd 18 augustus 2018]. Of OLt Herman Thiery opgeroepen werd voor 6LA en met 3/I/6LA naar Frankrijk vertrok of dat hij werd opgeroepen voor 2LA  en via een omweg in Limoux terecht kwam moet nog worden uitgeklaard.
  5. Jamart, J. 1994, L’armée belge de France en 1940, Bastenaken, uitgeverij Schmitz.