Reglementaire benaming | 34ste Regiment Artillerie | 34ème Régiment d’Artillerie | 34A | |
Type | Versterkings- en Opleidingsregiment | |
Ontdubbeld van | 17de Regiment Artillerie 18de Regiment Artillerie 19de Regiment Artillerie 20ste Regiment Artillerie |
|
Onderdeel van | Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie | |
Bevelhebber | Luitenant-kolonel Louis Bégault | |
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant Lucien Henrotte | |
Standplaats | Sint-Maartenskazerne, Leuven | |
Samenstelling | I Groep Artillerie Cavaleriekorps (Reservisten 17A, 18A en 19A) |
1ste Batterij Instructie C75 GP kanonnen (Lt C. Thiran) 2de Batterij Instructie C75 GP kanonnen en C105 GP houwitsers (Lt P. Gillon) 3de Batterij Versterking (Lt J. Wagemans) 4de Batterij Versterking (Lt P. Haesaerts) |
II Groep Artillerie Ardeense Jagers (Reservisten 20A) |
5de Batterij Instructie C75M34 Bofors kanonnen 6de Batterij Versterking |
|
Schoolbatterij (Lt E. Gothot) |
Staf/34A
Voor de mobilisatie besliste de legerleiding dat er voor de artillerie, in tegenstelling tot de andere wapens van het leger, geen eigen Versterkings- en Opleidingscentrum (VOC) opgericht zou worden. Er bestonden ook geen specifieke Versterkings- en opleidingsregimenten om de rekruten van de klassen ’39 en ’40 verder op te leiden of om de nog op te roepen reservisten op te vangen. Dit diende te gebeuren door de Schoolbatterijen van elk regiment afzonderlijk die als achterwacht in de kazerne zouden blijven eens de gemobiliseerde artillerieregimenten naar hun gevechtsposities vertrekken. Op 26 augustus, bij de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan, krijgt de artillerie dan toch een specifieke versterkings- en opleidingsstructuur namelijk het Aanvullings en Opleidings Depot van de Artillerie (AOD/A oftewel in het Frans: Dépôt de Renfort et d’Instruction de l’Artillerie – DRI/A). Aanvankelijk worden binnen dit depot een aantal Schoolbatterijen gegroepeerd om de vorming van nieuwe artilleristen over te nemen van de gemobiliseerde eenheden van het veldleger.
Eveneens bij de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan wordt het Regiment Artillerie Cavaleriekorps (RACC) opgesplitst in drie gemotoriseerde artillerieregimenten; het 17de, het 18de en het 19de Regiment Artillerie. Het RACC was tot voor de mobilisatie het enige artillerieregiment van het Cavaleriekorps (CK) en was gevestigd in de Sint-Maartenskazerne [1] te Leuven. De Schoolbatterijen van 17A, 18A en 19A worden onmiddellijk na de oprichting van de regimenten gegroepeerd in het AOD/A CK ( oftewel DRI/A CC).
In het voorjaar van 1940, kort na de eerste oproepingen van de klas ’40, ontstaan uit het AOD/A een aantal onafhankelijke regimenten; 31A, 32A, 33A en 34A als versterkings- en opleidingsregimenten voor de lichte artillerie, het 6LA voor de zware artillerie en 3DTCA voor de luchtdoelartillerie.

Luitenant-kolonel Louis Bégault
Het 34ste Regiment Artillerie (34A) wordt opgericht op 29 februari 1940 in de Sint-Maartenskazerne uit het AOD/A CK. Hierdoor kan men stellen dat 34A grotendeels het Versterkings- en Opleidingsregiment was van de artillerie-eenheden van het Cavaleriekorps. Het regiment dient zich echter niet alleen te ontfermen over de nog niet opgeleide artilleristen en nog niet gemobiliseerde reservisten van 17A, 18A en 19A maar ook over die van 20A [2].
De bevelhebber van het pas opgerichte 34A is de reserve Luitenant-kolonel Louis Bégault, zaakvoerder van de Marie Thumas conservenfabriek te Leuven. Van bij de oprichting van het regiment worden de miliciens van de klas ’40 aangehecht bij de instructiebatterijen voor het volbrengen van hun opleiding. Deze instructiebatterijen hebben ook eigen kanonnen. De Versterkingsbatterijen bestaan voor 10 mei alleen uit kaderpersoneel. Deze batterijen hebben geen eigen kanonnen en kunnen de van mobilisatie vrijgestelde reservisten maar in de rangen opnemen na afkondiging van de algemene mobilisatie (fase E van het mobilisatieplan), hetgeen pas zal gebeuren bij de start van de vijandelijkheden. Eens op oorlogsvoet gebracht zal het regiment kunnen beschikken over 38 officieren, 89 onderofficieren en 1.735 manschappen.
II/34A
Onmiddellijk na zijn oprichting begint 34A met de opleiding van de IVde Groep van 20A (IV/20A). II/34A zal instaan voor de instructie van deze groep [3]. IV/20A wordt samengesteld uit reservisten van tweede reserve die gemobiliseerd werden tijdens Fase D van het mobilisatieplan. Het betrof artilleristen van de vestingsartillerie die een versnelde opleiding krijgen in de manipulatie van Ob105mm GP kanonnen. Deze opleiding vindt deels plaats te Leuven en Tervuren, en wordt afgesloten met een schietoefening in Brasschaat. Op 16 april is de vorming afgerond en vertrekt IV/20A naar zijn regiment dat staat opgesteld ten noorden van de Maas nabij Wanzoul. Van dan af is II/34 gereduceerd tot twee batterijen.
Schoolbatterij/34A
Naast de twee Versterkings- en Instructiegroepen beschikt 34A ook nog over een Schoolbatterij. De Schoolbatterij stond enkel in voor de opleiding van kandidaat reserveofficieren en kandidaat reserveonderofficieren van de lichting ’40. De schoolbatterij wordt bevolen door Lt Gothot.

De Sint-Maartenskazerne in de J.P. Minckelersstraat te Leuven [2].
Net zoals de andere regimenten van de VOC’s ontvangen ook de artilleristen van 34A om middernacht het algemeen alarm en krijgen bevel om zich bij eerste klaarte te verplaatsen naar vooraf verkende alarmkantonnementen in de rand van Leuven. De legerleiding vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht waardoor de batterijen instructie van 34A zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid moeten stellen.
Om 06u00 wordt de algemene mobilisatie afgekondigd naar aanleiding van de Duitse inval in België. Door de afkondiging van de algemene mobilisatie worden de oudere reservisten en vrijgestelden opgeroepen om het regiment te vervoegen. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens waren geroepen. Eveneens om 06u00 geeft de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (HK/TRI) het bevel om, zoals voorzien in het mobilisatieplan, uit te wijken naar oorlogskantonnenmenten die zich in diverse kleinere dorpen en steden van Oost- en West-Vlaanderen bevinden. In deze oorlogskantonnementen, ver verwijderd van de vijandelijkheden, kan de opleiding in relatieve rust voortgezet worden. Voor het 34A is de voorziene bestemming de gemeente Sijsele nabij Brugge.
Het regiment gaat over tot de volledige mobilisatie op de eerste oorlogsdag. De reservisten vrijgesteld van mobilisatie bestemd voor het 34A, beginnen toe te stromen in de Sint-Maartenskazerne. Het 34A krijgt het bevel zijn verplaatsing naar Sijsele uit te stellen. Eerst moet het regiment twee grote detachementen samenstellen en naar Meerdaal zenden om te assisteren bij de evacuatie van het munitiedepot van het leger in het Meerdalbos, zo’n 8Km ten zuiden van Leuven. Het depot moet niet alleen ontruimd worden omdat het in de geplande operatiezone van het Britse leger ligt maar ook omdat de K.W. Stelling er pal doorheen loopt. Het oorlogsplan voorziet dan ook in de onmiddellijke evacuatie van de munitievoorraden naar meer westwaarts gelegen depots. Het depot van Meerdaal bevat in hoofdzaak artilleriemunitie en vliegtuigbommen. De vliegtuigbommen moeten worden opgehaald door de militaire luchtvaart, maar die komt niet opdagen. Het depot gaat dan maar over tot het afvoeren van de artilleriemunitie. Een detachement van 3 officieren en 250 manschappen vertrekt naar het depot om de munitie te laden in goederentreinen van de buurtspoorwegen. Een ploeg van 1 officier en 90 manschappen gaat naar het goederenstation aan de vaartkom te Leuven waar de munitie overgeladen zal worden van tramwagons naar wagons van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) voor verdere evacuatie.
Staf/34A
De detachementen te Meerdaal en aan de Leuvense vaartkom blijven nog een tweede dag aan het werk ten voordele van het munitiedepot en keren na de middag terug naar de Sint-Maartenskazerne. Hierop verlaat het 34A de stad Leuven om zich naar zijn oorlogskantonnement in Sijsele te begeven.
Staf/34A
Het regiment komt aan te Sijsele.
Staf/34A
Het 34A installeert zich in zijn nieuwe kantonnementen te Sijsele. Tijdens de loop van de dag komen een aantal militairen toe die tot het 19A en het 20A behoren. Luitenant-kolonel Bégault krijgt de opdracht om de manschappen in onderhoud te plaatsen bij zijn eigen versterkingsbatterijen.
Door de snelle opmars van de Duitsers wordt het voor het GHK snel duidelijk dat de verdere opleiding van de nieuwe rekruten enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kan gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s ontvangen op 13 mei rond 14u00 het schriftelijk bevel van het HK/TRI om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste Wereldoorlog gebeurde. De verplaatsing naar Frankrijk is echter totaal niet voorbereid. Er is geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er zijn geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er is slechts proviand voor twee dagen en er bestaat geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moet de commandant van het 34A zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7de Franse Leger van generaal Giraud door Vlaanderen vervoerd hebben op weg naar Breda [4]. Het bevel om naar Frankrijk te vertrekken komt echter geen dag te vroeg want op 13de mei steken de Duitsers rond 16u00 de Maas over te Sedan en beginnen hun opmars naar de Atlantische kust met als inzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.
Staf/34A
Op 14 mei wordt het Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie (VOC/Aie) te Beernem opgericht met als bevelhebber Kolonel Duquesnoy, regimentscommandant van het 32A. De zes Versterkings-en opleidingsregimenten worden onder bevel geplaatst van het VOC/Aie om enerzijds de heruitrusting van het veldleger en anderzijds de evacuatie naar Frankrijk mogelijk te maken. Kolonel Duquesnoy gaat onmiddellijk over tot een reorganisatie van de zes regimenten. De artillerie van het veldleger heeft immers belangrijke verliezen geleden en er moeten dringend nieuwe eenheden gevormd worden om de tekorten aan te vullen. Al gauw is duidelijk dat die nieuwe eenheden opgebouwd moeten worden uit elementen komende van verschillende Versterkings- en opleidingsregimenten. Om dit doel te bereiken beslist Kolonel Duquesnoy een beroep te doen op de opgeleide oudere reservisten van de versterkingsbatterijen en deze uit te rusten met de nog beschikbare kanonnen van de instructiebatterijen. Deze nieuwe batterijen worden dan verder aangevuld met personeel van de betrokken artillerieregimenten dat is kunnen ontsnappen en werd doorgestuurd naar het VOC/Aie. Kolonel Duquesnoy krijgt de toelating van het GHK om de versterkingsbatterijen van de artillerie in België te houden, ondanks het evacuatiebevel van het HK/TRI.
Het 34A wordt door deze reorganisatie opgesplitst in twee groeperingen. De Groepering Versterking/34A, met de Staf Regiment en de Versterkingsbatterijen, komt onder bevel te staan het “VOC/Aie Detachement Vlaanderen”. De Groepering Instructie/34A met alle Instructiebatterijen, wordt ondergebracht in het “VOC/Aie Detachement Frankrijk” bevolen door Luitenant-Kolonel De Bueger, voormalig commandant van het 3DTCA.
Groepering Versterking/34
De versterkingsbatterijen nu uitgerust met kanonnen worden op 14 mei ondergebracht in de Groepering Versterking/34A. De reorganisatie verloopt niet erg vlot. Vooreerst heerst er onduidelijkheid over welk type geschut het veldleger precies nodige heeft. Uiteindelijk zal blijken dat er alleen interesse zal zijn in batterijen die over C105L kanonnen en Ob155 houwitsers beschikken. Daarnaast zijn ook niet alle batterijen van het VOC/Aie op volle sterkte en is er een algemeen tekort aan uitrusting en wapens. De schoolbatterij van 34A wordt ontbonden en de Kandidaat Reserve Onderluitenanten worden in overtal bij de overige batterijen geplaatst. Lt Gothot, batterijcommandant van de Schoolbatterij krijgt het bevel over 5/II/34A.
Groepering Instructie/34A
Enkel de instructiebatterijen met de rekruten van de klas ’40 worden met beperkte bewapening en het nodige lesmateriaal op de trein gezet richting Frankrijk om daar hun opleiding de buurt van Limoux in het departement van de Aude te vervolmaken. De aanvoerder van dit detachement is Kapitein-commandant Pardoen die overgekomen is van het Remontedepot.
Groepering Instructie/34A
Het 34A laat de rekruten van de klas ’40 in één enkel treinstel richting Frankrijk vertrekken.
Groepering Versterking/34A
Het Groot Hoofdkwartier (GHK) wijzigt zijn plannen van 14 mei om de versterkingsbatterijen in ons land te houden en beveelt aan Kolonel Duquesnoy om het VOC/Aie onmiddellijk klaar de maken voor de evacuatie naar Frankrijk. Het Belgisch opperbevel lijkt er zich onvoldoende van bewust dat dit evacuatiebevel veel te laat komt. Na de doorbraak te Sedan stormen de Duitse troepen razendsnel naar de Atlantische kust richting Abbeville met de bedoeling de geallieerden te omsingelen in Noord-Frankrijk en België. Van het detachement dat in ons land achtergebleven is te Sijsele, wordt de 5/II/34A naar Hooglede gestuurd. De twee batterijen blijven achter te Sijsele. Deze worden geleid door Luitenant Thiran en Luitenant Gillon.
Groepering Versterking/34A
- 5/II/34A
De 5de Batterij bereikt Hooglede en kantonneert in de jongensschool.
Groepering Versterking/34A
De twee batterijen van Luitenant Thiran en Luitenant Gillon die nog te Sijsele zijn, worden overgeheveld naar het 19A. Luitenant-kolonel Bégault vertrekt met dit detachement en wordt adjunct van de bevelhebber van het 19A. Kapitein-commandant Leroy neemt het bevel van het regiment over.
- 5/II/34A
De 5de Batterij trekt naar Dikkebus bij Ieper. De tocht loopt van Hooglede over Westrozebeke en Poelkapelle.
Groepering Versterking/34A
In ons land laat de staf van het VOC/Aie Detachement Vlaanderen aan al zijn achtergebleven eenheden weten dat de evacuatie naar Frankrijk niet langer uitvoerbaar is. Alle eenheden van het VOC/Aie die op dat ogenblik nog in Noord-Frankrijk of België aanwezig zijn, zullen ten dienste van de strijd in Vlaanderen ingezet worden.
- 5/II/34A
De 5de Batterij kantonneert te Meulebeke. De batterij wordt gebruikt om de gevluchte militairen van het 20A en van het Regiment Vestingsartillerie Namen te hergroeperen tot een nieuwe eenheid.
Groepring Versterking/34A
- 5/II/34A wordt 5/20A
Lt Gothot brengt de resterende C75M34 Bofors vanuit Meulebeke naar de Leiestreek waar de Sectie van Lt Fourmarier van 20A zich bevond. De twee eenheden worden gefusioneerd waardoor de Sectie Fourmarier nu met vijf vuurmonden weer tot een volwaardige batterij wordt uitgebouwd. De nieuwe formatie wordt omgedoopt tot 5/20A. 5/20A wordt overgeheveld naar de pas opgerichte Groep Artillerie VIIde Legerkorps en zal de komende twee dagen intens betrokken raken bij de gevechten. Naast 5/20A bestaat de geïmproviseerde Groep Artillerie VIIde Legerkorps nog uit de restanten van de beide batterijen Britse 6-duim houwitsers van de Versterkte Positie Namen.
Groepering Instructie/34A in Frankrijk.
Het Belgische leger capituleert in Vlaanderen. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. De militairen van het 34A worden verspreid over de dorpen Pauligne en Malras ten noordwesten van Limoux in het departement van de Aude. Eens de eenheden van het regiment geïnstalleerd zijn, tracht men de dagelijkse routine van karweien en lessen te hervatten in de hoop op die manier ooit weer eens een volwaardig artillerieregiment te vormen. De Groepering Instructie 34A in Frankrijk bestaat uit drie instructiebatterijen
Groepering Instructie/34A in Frankrijk
Het HK/TRI onder bevel van Luitenant-generaal Wibier, is ingegaan op een Frans verzoek om 10.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden de Bataljons Versterking aangeduid voor deze opdracht teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Aangezien de Groepering Instructie/34A niet over Batterijen Versterking beschikt moet het 34A initieel geen werkbataljons leveren.
Groepering Instructie/34A in Frankrijk
Op 6 juni bevestigen de Fransen hun vraag om nog eens 20.000 militairen extra te leveren om veldwerken uit te voeren, 16.000 aan te duiden door het HK/TRI. Het HK/TRI ziet zich nu genoodzaakt om ook de Bataljons Instructie met deze opdracht te gelasten. Ook het VOC/Aie krijgt nu de opdracht om werkbataljons op te richten die naar de Franse frontlinie gestuurd zullen worden. De Groepering Instructie/34A moet een werkbataljon van 850 man oprichten [6]. Dit werkbataljon, I/34A, bestaat uit vier compagnies van elk ongeveer 200 man en zal vanuit Limoux naar het Frans-Duitse front in het noorden gestuurd worden, waar ze opdrachten zullen uitvoeren ten behoeve van het Franse leger. De compagnies zullen een beperkte bewapening meekrijgen en hebben elk slechts een peloton dat met geweren en 60 patronen per militair uitgerust wordt.
I/34A in Frankrijk
Het werkbataljon samengesteld door de Groepering Instructie/34A staat onder bevel van Kapitein-commandant Mathewe overgekomen van 33A [5]. De manschappen voor dit bataljon worden geput uit de drie batterijen instructie van 34A die zich in de Aude bevonden. De initiële bestemming van I/34A is Châlons-en-Champagne. De compagnies stappen op 7 juni in het station van Limoux op de trein en vertrekken tijdens de nacht van 7 op 8 juni naar het departement van de Marne [7].
Groepering Instructie/33A in Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. Het Franse leger was niet in staat de Duitse stormloop te stuiten en al snel moesten de werkbataljons teruggestuurd worden. Daarenboven werd op 17 juni de Franse capitulatie aangekondigd. De terugkeer van de werkbataljons van het VOC/Aie verliep niet van een leien dakje. Een gedeelte van de manschappen werd gevangen genomen en de rest keerde in kleine groepjes terug. De uitgeputte overblijvers, ongeveer een 300 tal, bereiken een week later Limoux na een bijzonder ellendige vlucht.
Groepering Instructie/34A in Frankrijk
Kapitein-commandant Mathewe, groepscommandant van I/34A, wordt onderweg naar Limoux samen met een 150-tal Franse militairen gevangen genomen te Montbard (departement Côte d’Or, ten zuidoosten van Auxerre). Ze worden zonder begeleiding doorgestuurd naar het noorden. Na een tweetal uur marcheren verspreidt de groep zich in de velden. Cdt Mathewe kan burgerkledij bemachtigen en keert op eigen kracht terug naar Luik [5].
Groepering Instructie/34A in Frankrijk
Door het groot aantal verliezen bij de werkbataljons drong de reorganisatie van de VOC’s zich op. Op 22 juni wordt door het HK/TRI het bevel uitgevaardigd om nieuwe regimenten samen te stellen met de rekruten van de Instructieregimenten, de wederopgeroepenen van de Versterkingseenheden aangevuld met elementen van het veldleger die aan Duitse gevangenschap wisten te ontsnappen. Het VOC/Aie beslist om de groeperingen instructie van alle regimenten te laten opgaan in het nieuw opgerichte Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie onder leiding van Majoor Hardenne van 6LA. Dit nieuwe regiment omvat twee groepen, een instructiegroep en een versterkingsgroep. Alle nog overblijvende batterijen veldartillerie en stafelementen van 31A, 32A, 33A, 34A en 6LA worden in dit regiment ondergebracht en de regimentsstaf installeert zich in Pomas (Aude). Het 34A houdt de facto op te bestaan.
Met de ondertekening van de Franse capitulatie in Compiègne op 22 juni wordt het duidelijk dat de rol van de VOC’s in Frankrijk is uitgespeeld. Het VOC/Aie bevindt zich in het niet bezet stuk van Frankrijk en valt onder de Vichy regering. Er zijn niet direct plannen om Frankrijk te verlaten en uit te wijken naar een uitvalsbasis van waaruit de strijd kan worden verdergezet. De Vichy regering zal dit zeker niet aanmoedigen en eerder beslag leggen op het aanwezige militair materieel zoals dit met de Duitsers was overeengekomen.
Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie in Frankrijk
De troepen worden ongeduldig en willen zo snel als mogelijk terugkeren naar België. Onder impuls van Geneesheer Luitenant Torrekens en Aalmoezenier Vergaelen, beiden overgekomen van 32A, eist een deel van het regiment de onmiddellijke demobilisatie van alle miliciens en de terugkeer naar ons land. De ontevredenheid wordt nog aangewakkerd door:
- de frustratie over de mislukte opdracht van de werkbataljons en de onzekerheid over het lot van diegenen die niet zijn teruggekeerd naar de kantonnementen in het zuiden;
- de optie om de nog in Frankrijk verblijvende eenheden naar Noord-Afrika over te brengen om er de strijd voort te zetten aan de zijde van Groot-Brittannië;
- de slechte levensomstandigheden in de kantonnementen, vooral dan het gebrek aan voldoende en kwalitatief voedsel;
- het gebrek aan een degelijk opleidingsprogramma dat zich beperkt tot marsoefeningen en de wacht aan de kantonnementen, echter zonder in het bezit te zijn van munitie;
- het verscherpt toezicht van de Franse Gendarmerie die kost wat kost wil beletten dat militairen de kampen verlaten om naar Engeland of Spanje te vertrekken.
Dit alles resulteerde in een uit de hand gelopen 11 juli viering te Cambieure waar Majoor Hardenne tijdelijk de controle over de manschappen verliest.
Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie in Frankrijk
De Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, gaf op 3 juli het HK/TRI de toelating om te starten met de repatriëring van dienstplichtigen jonger dan 32 jaar. De maatregel gaat van kracht op 15 juli. Meerder gemeentebesturen in België nemen het initiatief om hun jongeren op te halen in Zuid-Frankrijk.
Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie in Frankrijk
Een 200-tal militairen van het Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie beslist om gezamenlijk vanuit de verschillende kantonnementen naar Limoux te marcheren om duidelijkheid te eisen omtrent hun lot. Ze worden onderweg onderschept door de Franse Gendarmerie die enkele waarschuwingsschoten afvuurt boven de hoofden van de betogers. Gebruik makend van de verwarring die ontstaat worden de militairen door de gendarmerie uiteen geranseld. Vier militairen worden aangehouden en moeten enkele weken later voor de Krijgsraad verschijnen in Carcassonne. Ze worden allen vrijgesproken.
Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie in Frankrijk
Eind augustus wordt het VOC/Aie naar ons land gerepatrieerd bij de ontbinding van de Belgische strijdkrachten in Frankrijk. Een aantal militairen van het Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie die als laatste naar België geëvacueerd worden halen de uiterste, door de Duitsers opgelegde, repatriëringsdatum van 23 augustus niet en worden onherroepelijk krijgsgevangen genomen bij het passeren van de demarcatielijn.
Louis Bégault gaat later in de oorlog in het verzet en wordt een centrale figuur binnen het Geheim Leger. Hij zal in 1944 omkomen in het concentratiekamp van Dora. De Bégaultlaan tussen de Leuvense vaart en de site van zijn conservenfabriek is naar hem genoemd.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Onbekend | DELSEAUX | François, X.A. | Sdt | Mil | 16.03.1919 | Saint-Symphorien | 02.07.1940 | Vannes (F) | Overleden aan verwondingen in Residence Grador |
- Historiek Sint-Maartenskazerne te Leuven. [On Line beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/leuven-louvain/ [Laatst geraadpleegd 18 juni 2018].
- Het 20ste Regiment Artillerie werd pas op 11 januari opgericht uit het Regiment Artillerie van de Divisie Ardeense Jagers (RAChA), amper één maand voor de oprichting van 34A. Een tweede groep wordt in februari 40 aan het AOD/A CK toegevoegd om de rekruten en reservisten van 20A op te vangen en op te leiden.
- Bij zijn oprichting beschikte II/34A ook over een instructiebatterij C105mm GP kanonnen, althans volgens de slagorde oorlogsvoet (L’organisation de l’Armée sur le Pied de Guerre – gepubliceerd in 1939 door de Generale staf van het Leger). Deze batterij werd vermoedelijk gebruikt als kern voor de oprichting van IV/20A en verdween van de slagorde van 34A eens IV/20A naar zijn regiment werd doorgestuurd (TBC).
- Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening ontstond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger, dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF) bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
- Summier verslag Kapitein-commandant L. J. J. Mathewe, officier bij 33A aangeduid als commandant van het werkbataljon I/34A, CHD te Evere.
- Binnen het VOC/Aie in Frankrijk worden de werkbataljons die het VOC/Aie moet leveren doorlopend genummerd. Zo wordt in de verschillende verslagen van het CHD het werkbataljon van I/33A ook het 3e Bataillon Travailleurs Artillerie (3BnTA) en het werkbataljon van II/33A het 4e Bataillon Travailleurs Artillerie (4BnTA) genoemd. Vermoedelijk werd I/34A omgedoopt tot het 5de Bataillon Travailleurs Artillerie (5BnTA).
- Gezien de vertrekdatum (7juni) en de bestemming (Châlons-sur-Marne oftewel Châlons-en-Champagne) samenvalt met de vertrekdatum en bestemming van I/32A valt het niet uit te sluiten dat I/34A samen reisde met I/32A (TBC).
- Jamart, J. 1994, L’armée belge de France en 1940, Bastenaken: Schmitz.