52ste Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 52ste Linieregiment | 52ème Régiment de Ligne | 52Li
Type Versterkings- en Opleidingsregiment  
Ontdubbeld van 2de Linieregiment  
Onderdeel van 1ste Versterkings- en Opleidingscentrum  
Bevelhebber Majoor Léon Marlier  
Adjudant-majoor Kapitein-commandant Edgard Bekaert  
Standplaats Leopoldskazerne te Gent  
Samenstelling I Bataljon Instructie
(Kapitein-commandant Charles De Raedt)
1ste Compagnie Fuseliers (Cdt H. Conard)
2de Compagnie Fuseliers (Lt R. De Kubber)
3de Compagnie Fuseliers (Cdt Maurice De Moor)
4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Léon Janssens)
  II Bataljon Versterking
(Kapitein-commandant Henri Langie)
5de Compagnie Fuseliers (Cdt Joseph Bruneel)
6de Compagnie Fuseliers (Lt A. Dossche)
7de Compagnie Fuseliers (Lt J. Leclerq)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Thomas Clement)
9de Compagnie Klein Geschut (Cdt De Paepe)
  Compagnie Diensten (Kapitein-commandant Auguste Moesman)

Tijdens de mobilisatie

Staf/52Li
In vredestijd stonden de verschillende regimenten van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe dienstplichtigen. Elke lichting (oftewel klas) dienstplichtigen werd in twee opgedeeld; diegenen geboren in de eerste helft van het jaar werden opgeroepen in februari en moesten in maart hun eenheid vervoegen om er hun opleiding aan te vangen, diegenen die geboren waren in de tweede helft van het jaar werden in augustus opgeroepen om in september hun opleiding te starten. Omdat na de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 de gemobiliseerde regimenten van het actief leger hun vredesvoet kazerne onmiddellijk moeten verlaten om hun gevechtsstellingen in te nemen, kunnen zij deze opleidingstaak niet langer op zich nemen. Voor de opleiding van de dienstplichtigen die behoren tot de tweede helft van de klas ’39 moest snel een oplossing worden gevonden. Er werd overgegaan tot de oprichting van een Aanvullings- en Opleidingsdepot (oftewel AOD) per actieve divisie. Het 2de Linieregiment (2Li) moet kaderleden leveren voor de oprichting van een instructie-eenheid (1ste Instructieregiment – TBC) behorende tot het Aanvullings- en Opleidingsdepot van de 1ste Infanteriedivisie (1IR/AOD/1ID) waar de dienstplichtigen behorende tot de tweede helft van de klas ’39 bestemd voor het 2Li zullen worden in samengebracht

Gezien de mobilisatie bleef duren werd een meer gestructureerde oplossing gevonden voor de opleiding van de dienstplichtigen behorende tot de eerste helft van de lichting ’40. 1IR/AOD/1ID wordt op 15 maart 40 omgevormd tot het 52ste Linieregiment (52Li) dat gemobiliseerd wordt in de Leopoldskazerne te Gent [1] als één van de drie infanterieregimenten van het 1ste Versterkings- en Opleidingscentrum (1VOC – nieuwe benaming voor het AOD/1ID), een eenheid van niveau divisie [2]. De  twee andere opleidingsregimenten van het 1VOC zijn het het 53ste Linieregiment (53Li) en het 54ste Linieregiment (54Li). Net zoals de andere infanterieregimenten van het 1VOC beschikt het 52Li op 09 mei over een Staf, een Bataljon Instructie met de rekruten van de klas 40 en een Compagnie Depot en Algemene Diensten. Het kaderpersoneel van het regiment bestaat uit een samenraapsel van oudere beroeps- en reserve officieren en onderofficieren van de actieve regimenten. Het 52Li wordt aangevoerd door Majoor Marlier, een meer dan 50-jarige officier, ancien van het 6de Linieregiment (6Li). 

Leopoldskazerne te Gent, vredesvoet garnizoen van 2LI tevens kazerne waar het 52Li gemobiliseerd werd.

Leopoldskazerne te Gent, vredesvoet garnizoen van 2LI tevens kazerne waar het 52Li gemobiliseerd werd.

I/52Li
Het Iste Bataljon Instructie (I/52Li) wordt geactiveerd bij de oprichting van het regiment op 15 maart 1940 en ontvangt de nieuwe rekruten van de klas ’40 die in februari 1940 opgeroepen werden voor het 2Li. Deze rekruten zullen bij het 52Li hun basisopleiding ontvangen om na het beëindigen van hun opleiding als versterkingen doorgestuurd te worden naar het 2de Linieregiment (2Li) en zijn ontdubbelingsregimenten; het 22ste Linieregiment (22Li) en het 32ste Linieregiment (32Li). Het trainingsprogramma wordt tot aan de vooravond van de Duitse aanval gewoon afgewerkt. Op 6 april en 20 april 1940 voeren de rekruten nog een dagmars uit van ongeveer 20Km. De training wordt enkel onderbroken door veelvuldige alarmen waarbij de rekruten zich telkens klaar maken om de kazerne te evacueren. Vanaf 23 april worden de verloven geopend met de bedoeling om beurtelings elke militair twee dagen verlof te verlenen. Op 1 mei 1940 wordt een twintigtal miliciens uitgekozen om het Bataljon Grenswielrijders Limburg (Bn CyF Lim) te versterken. Het detachement vervoegt het Kamp van Beverlo voor een bijkomende opleiding tot grenswachter. 

II/52Li
Het IIde Bataljon Versterking (II/52Li), dat moest instaan voor de opvang van oudere reservisten en vrijgestelden, bestond enkel uit kader en zal pas aangevuld worden met manschappen na de afkondiging van algemene mobilisatie. In afwachting van de algemene mobilisatie wordt het IIde Bataljon Versterking op non-actief geplaatst.

Een groepje officieren van het Iste Bataljon Instructie van 52Li.

Staf/52Li
Iets na middernacht wordt het 52Li op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. Rond 01u00 wordt het bevel ontvangen om bij eerste klaarte vooraf verkende alarmkantonnementen te bezetten in de Gentse agglomeratie. Men vreest immers dat bij de start van de vijandelijkheden de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht en bijgevolg moeten de Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 1VOC zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen. De manschappen in de Leopoldskazerne worden om 05u00 uit hun bed gelicht en vertrekken naar de Gentse stadsrand waar ze de aangeduide alarmkantonnementen innemen. De Staf/52Li wordt in zijn alarmkantonnement om 06u00 verwittigd van de afkondiging van de algemene mobilisatie (oftewel Fase E van het mobilisatieplan) naar aanleiding van de Duitse inval.

Door de afkondiging van de algemene mobilisatie worden de oudste reservisten en vrijgestelden opgeroepen om het Bataljon Versterking te vervoegen. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens waren geroepen. Eveneens om 06u00 wordt het bevel gegeven om, zoals voorzien in het mobilisatieplan, uit te wijken naar oorlogskantonnenmenten die zich in diverse kleinere dorpen en steden van Oost- Vlaanderen bevinden. Het mobilisatieplan voorzag dat elke eenheid van het 1VOC bij een vijandelijke inval zou uitwijken naar een oorlogskantonnement, ver verwijderd van de vijandelijkheden, om de opleiding in relatieve rust te kunnen voortzetten. Het voorziene oorlogskantonnement voor het 52Li is Zaffelare ten noordoosten van Gent. Gedurende de rest van de dag maakt het regiment zich dan ook klaar voor de verplaatsing naar zijn oorlogskantonnement in Zaffelare.

I/52Li
De rekruten van de klas ’40, die twee maanden eerder bij het I/52Li begonnen aan hun opleiding, zijn nog niet volledig opgeleid wanneer de oorlog uitbreekt. Bij dageraad verlaat het volledige Bataljon Instructie de Leopoldskazerne en begeeft zich naar zijn alarmkantonnementen. De verschillende compagnies van I/52Li worden op volgende locaties in de wijde omgeving van Gent ondergebracht:

  • 1ste Compagnie: Sint-Jozefinstituut aan de Bijlokekaai
  • 2de Compagnie : Stedelijke Beroepsschool
  • 3de Compagnie : Brouwerij Facon
  • 4de Compagnie : Tuinbouwschool aan de Brusselsesteenweg 165 te Melle.

Het is in de alarmkantonnementen dat de compagnies om 06u00 vernemen dat de algemene mobilisatie werd afgekondigd naar aanleiding van de Duitse inval. In de loop van de ochtend volgt dan ook het bevel om de alarmkantonnementen te verlaten en naar de oorlogskantonnementen in Zaffelare te marcheren. De jonge rekruten van I/52Li vertrekken om 15u00 gepakt en gezakt te voet naar Zaffelare waar ze tegen 18u00 toekomen en inkwartieren.

II/52Li
Terwijl de regimentsstaf en het Iste Bataljon Instructie vertrekken naar hun alarmkantonnement in de Gentse binnenstad, wordt het IIde Bataljon Versterking in de Leopoldskazerne geactiveerd. De militairen die op 10 mei worden opgenomen in de rangen van II/52Li zijn de vrijgestelde beroepen (landbouwers, mijnwerkers,  overheidspersoneel,…) en de oudste reservisten van voorheen nog niet gemobiliseerde militieklassen. Deze militairen, die hun legerdienst al lang achter de rug hebben, zijn niet onmiddellijk inzetbaar en moeten eerst nog een heropfrissing krijgen van hun militaire basiskennis. De eerste militairen bestemd voor het II/52Li komen gedurende de dag in de kazerne toe. Onder de opgeroepen reservisten Lt Henri de Potter d’Indoye, die als burgemeester van Melle vrijgesteld was van mobilisatie. Het II/52Li, onder bevel van Kapitein-commandant Henri Langie, zal in de Leopoldskazerne blijven tot de slagorde min of meer volledig is. Rond 09u00 worden vier Duitse krijgsgevangenen binnengebracht in de kazerne. De militairen van de Duitse luchtmacht werden opgepakt na het neerstorten van hun toestel in de buurt van Gent. De gevangenen zullen overgebracht worden naar Lombardsijde

Staf/52Li
De Staf/52Li verlaat om 09u30 zijn alarmkantonnement te Gent en vertrekt naar Zaffelare waar het de komende dagen belast wordt met bewakingsopdrachten en met het uitvoeren van anti-parachutistenpatrouilles. Opgeschrikt door de Duitse luchtlandingen nabij het Nederlandse regeringscentrum Den Haag [3] en de gebeurtenissen bij de 7de Infanteriedivisie (7Div) aan het Albertkanaal slaat de paniek voor luchtlandingsoperaties overal in het land toe. Omstreeks 22u00 neemt het Groot Hoofdkwartier (GHK) de beslissing dat vijf Bataljons Instructie zich vanuit oorlogskantonnementen in het Gentse naar Brussel moeten verplaatsen voor een contra-parachutisten opdracht. Een haastige verdediging van de hoofdstad tegen mogelijke Duitse luchtlandingsoperaties wordt opgezet onder leiding van Luitenant-generaal Van Strydonck de Burkel, commandant van de 1ste Militaire Circonscriptie (1MilCir). In eerste instantie worden de verschillende Groepen van het 31ste Regiment Artillerie (31A), een Versterkings-en opleidingsregiment van de artillerie, rond de vliegvelden van de hoofdstad ontplooid. Het 31A houdt zich klaar om, ingeval van een luchtlandingsoperatie op één van de vliegvelden rond de hoofdstad, de gelande troepen met artillerievuur te neutraliseren. Vervolgens worden de Bataljons Instructie van het 1VOC en het 2VOC aangeduid voor deze opdracht. De Bataljons Instructie van het 53ste Linieregiment (I/53Li), het 54ste Linieregiment (I/54Li), het 56ste Linieregiment (I/56Li) en het 58ste Linieregiment (I/58Li) worden evenals het Iste Bataljon Instructie van 52Li tijdens de nacht vanuit Gent per spoor naar Brussel gebracht. Het Bataljon Instructie van het 55ste Linieregiment (I/55Li) zal vanuit Antwerpen de hoofdstad vervoegen.

I/52Li
Het I/52Li bevindt zich ‘s ochtends in zijn oorlogskantonnement te Zaffelare. Er wordt afgewacht of de opleiding hier dient te worden verdergezet of dat er zal worden uitgeweken naar de kust. In zijn commandopost te Zaffelare verneemt de bataljonscommandant om 22u00 dat het bataljon aan een bewakingsopdracht in Brussel moet deelnemen. De opdracht wordt inderhaast voorbereid en de compagniecommandanten worden gebriefd om 23u00. Het vertrek is voorzien om 01u00 de volgende dag.

II/52Li
Het IIde Bataljon Versterking start om 09u30 met de verplaatsing naar Zaffelare. Met uitzondering van de achterwacht die nog enige tijd te Gent zal verblijven, komt het bataljon in het oorlogskantonnement aan.

Staf/52Li en II/52/Li
De regimentsstaf en het IIde Bataljon Versterking blijven in Zaffelare terwijl het Iste Bataljon Instructie naar Brussel wordt gestuurd. Dit bataljon wordt belast met allerlei bewakingsopdrachten en met het uitvoeren van contra-parachutistenpatrouilles.

Opstelling Bataljons Instructie van 1VOC en 2VOC rond de hoofdstad op 12 mei (projectie op Duitse stafkaart van 1941)

Opstelling Bataljons Instructie van 1VOC en 2VOC rond de hoofdstad op 12 mei (projectie op Duitse stafkaart van 1941)

I/52Li
Het I/52Li vertrekt om 01u00 uit Zaffelare en marcheert tijdens de vroege ochtend van 12 mei naar het station van Gent Sint-Pieters. De 4Cie van Cdt  Janssens marcheert op kop. De jonge rekruten beladen met hun persoonlijke bagage marcheren voorbij Lochristi wanneer de dag aanbreekt. Vanaf hier worden kleine marsgroepen gevormd om de mogelijke gevolgen van een luchtaanval op de colonne te beperken. Via Sint-Amandsberg en het Zuid bereikt de kop van de colonne om 07u30 het station. De compagnies moeten verzamelen in de tunnel onder de perrons waar amper genoeg plaats is om het volledige bataljon in onder te brengen. De inscheping zal enkele uren later uitgevoerd worden in het goederenstation. De trein verlaat het station Sint-Pieters rond 12u00. Na aan lange rit over Dendermonde komt het bataljon toe in het station van Jette rond 19u30. Tegen 20u30 is iedereen uitgestegen waarna het 1.300 man sterke bataljon naar Ganshoren marcheert om er ingekwartierd te worden. De 4Cie wordt ingekwartierd in de gemeenteschool van Ganshoren gelegen in de Gemeentestraat. De bezetting van de kantonnementen wordt slechts tegen middernacht voltooid, zodat het I/52Li pas vanaf 13 mei een aanvang kan maken met zijn opdracht. De opdracht van de verschillende instructiebataljons die naar Brussel werden gestuurd bestaat erin om een reeks steunpunten op de toegangswegen naar Brussel te bezetten. Zij moeten de toegang tot de Brusselse agglomeratie ontzeggen aan parachutisten in de eventualiteit van een Duitse luchtlandingsoperatie in de buurt van onze hoofdstad. De Brusselse agglomeratie wordt in zes sectoren verdeeld die bezet worden door de zes aangeduide Bataljons Instructie. Alle bataljons komen onder het bevel te staan van de 1MilCir. Het I/52Li krijgt een sector aan de westrand van de stad toegewezen en stelt zich op in de gemeentes Jette, Ganshoren, Zellik, Groot-Bijgaarden en Wemmel.

Het station van Sint-Agatha-Berchem waar de 3Cie van I/52Li een steunpunt inricht op 13 mei 1940

Staf/52Li en II/52Li
Door de snelle opmars van de Duitsers wordt het voor het Groot Hoofdkwartier (GHK) snel duidelijk dat de verdere opleiding van de nieuwe rekruten enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kan gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s die niet ingezet werden voor de beveiliging van Brussel ontvangen om 14u00 het schriftelijk bevel van de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-major des Troupes de Renforts et d’Instruction – EM/TRI) om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste Wereldoorlog gebeurde. Voor het 52Li, dat zijn Bataljon Instructie naar Brussel heeft gestuurd, gaan de orders om onmiddellijk naar Frankrijk te vertrekken echter niet door. Eerst moet de opdracht voor de beveiliging van Brussel tot een goed einde gebracht worden. De staf van het regiment en het IIde Bataljon Versterking bevinden zich nog te Zaffelare. Het Iste Bataljon Instructie blijft te Brussel.

I/52Li
Het bataljon start met het bemannen en inrichten van de aangeduide steunpunten. Overal lopen geruchten van luchtlandingen, maar er wordt geen enkele parachutist waargenomen. De 1Cie neemt stelling te paard op de baan van Jette naar Wemmel (TBC), de 2Cie bezet een steunpunt te Ganshoren en de 3Cie staat opgesteld rond het station van Sint-Agatha-Berchem waar de compagnie ook kantonneert. De mitrailleursecties van de 4Cie worden over de drie steunpunten verdeeld en graven zich in. De manschappen vervelen zich en luisteren naar de talrijke verontrustende nieuwsberichten uit het oosten van het land.

Staf/52Li en II/52/Li
De regimentsstaf en het IIde Bataljon Versterking blijven in Zaffelare waar ze hun vertrek naar Frankrijk voorbereiden. De militairen starten met het overladen van voorraden en materieel op vrachtwagens met het oog op de nakende evacuatie naar Frankrijk. De vrachtwagens met de goederen worden overgebracht naar het station van Oostakker waar ze op een trein overgeladen worden. De manschappen brengen de nacht van 14 op 15 mei door in de goederenwagons van de trein.

I/52Li
Intussen beslist het GHK om Brussel niet te verdedigen. De hoofdstad zal worden opgegeven en als open stad aan de vijand overgelaten in de hoop dat deze laatste de stad ongeschonden zal laten. Tegelijkertijd starten de 1MilCir en het Ministerie van Landsverdediging met het ontruimen van hun hoofdkwartier in Brussel. Het I/52Li blijft voorlopig nog ter plekke. Het bataljon is nog belast met allerlei bewakingsopdrachten en met het uitvoeren van anti-parachutistenpatrouilles. Intussen worden de Brusselse vliegvelden door de Belgische genie ondermijnd waardoor een vijandelijke luchtlandingsoperatie op de vliegvelden onwaarschijnlijk wordt.

Staf/52Li
Net zoals de meeste andere eenheden van de VOC’s wordt ook het 52Li, met uitzondering van zijn instructiebataljon, naar Frankrijk gestuurd. De verplaatsing naar Frankrijk is echter totaal niet voorbereid. Er is geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire en burgerlijke overheden, er zijn geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er is slechts proviand voor twee dagen en er bestaat geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moet de commandant van het 1VOC zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het Franse 7de Leger van generaal Giraud naar Zeeland hadden gebracht [4]. In één van de wagons wordt een geïmproviseerde keuken geïnstalleerd om tijdens de treinreis koffie en soep te kunnen aanbieden aan de geëvacueerde soldaten. Het bevel om 52Li naar Frankrijk te evacueren komt echter behoorlijk laat want op 13 mei hadden de Duitsers de Maas te Sedan al overgestoken en hun opmars naar de Atlantische kust ingezet met als objectief zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.

I/52Li
Het I/52Li ligt nog steeds aan de westrand van Brussel waar het rond 17u00 het evacuatiebevel ontvangt. Ze krijgen opdracht om de volgende dag in drie etappes naar Gent te marcheren hetgeen voor de jonge rekruten een zware opdracht is. Het bataljon brengt nog de nacht door te Brussel terwijl de bataljonsstaf tevergeefs op zoek gaat naar de nodige transportmiddelen om de verplaatsing niet te voet te moeten doen. De andere instructiebataljons die deelnamen aan de bewaking van Brussel zijn dan al vertrokken.

II/52Li
Het IIde Bataljon Versterking verlaat Oostakker per trein. De rit loopt aanvankelijk naar het station Gent-Zeehaven waar enige tijd halt gehouden wordt en op een beschikbaar rijpad naar de Franse grens dient gewacht te worden. Tijdens de halte houden enkele officieren van het bataljon een gedeporteerde burger aan die op transport naar Frankrijk werd gezet. Hij zou vanuit een andere trein een reisduif gelost hebben en wordt bijgevolg van spionage verdacht. De man wordt aan de Rijkswacht overgeleverd. De officieren beschikken elk over pistool, maar de manschappen zijn geheel ongewapend. De beschikbare karabijnen werden achtergelaten ten behoeve van de troepen in ons land. Tegen de avond bereiken ze Diksmuide via Brugge en Torhout. Hier wordt de nacht doorgebracht op de trein.

Staf/52Li en II/52/Li in Frankrijk
Via Veurne wordt de tocht voortgezet richting Duinkerke waar de nacht van 16 op 17 mei opnieuw op de trein wordt doorgebracht. De lange en moeizame reisweg zal via Lens, Arras, Amiens, Rouen, Angers en Saumur verlopen en uiteindelijk naar Clermont-l’-Herault leiden in het zuiden van Frankrijk waar ze op 21 mei toekomen.

I/52Li
‘s Morgens vroeg wordt de voetmars afgelast. De bataljonscommandant van I/52Li krijgt van het 1MilCir de opdracht om zelf treinvervoer te regelen voor het transport van zijn bataljon naar Duinkerke. Kapitein-commandant De Raedt slaagt erin een treinstel vast te krijgen in het station van Jette. De manschappen stijgen om 15u00 in en rond 19u45 vertrekt de goederentrein volgepropt met soldaten vanuit het station van Jette naar Gent. De trein komt echter een eerste keer gedurende vier uur vast te zitten in Dilbeek. Een tweede oponthoud vindt plaats te Liedekerke nadat het station van Denderleeuw gebombardeerd is. Hier vernemen ze dat de treinreis niet naar Gent gaat maar omgeleid wordt naar Diksmuide.

I/52Li
De trein met Kapitein-commandant De Raedt kan weer verder rijden naar Denderleeuw waarna de trein Zottegem passeert om 07u45, Oudenaarde om 09u20, Kortrijk om 10u45, Izegem om 11u20. Van Izegem gaat het naar Diksmuide waar een erg lang oponthoud van een vijftal uur volgt, veroorzaakt door overbelasting van het spoornet aan de Belgisch-Franse grens en het moeilijk doen van de Franse overheden. De compagnies maken van de gelegenheid gebruik om in een kruidenierszaak alle beschikbare conserven aan te kopen. De trein rijdt verder in de vooravond en kan om 20u45 het station van Oostkerke bij Veurne bereiken.

II/52Li in Frankrijk
De trein van II/52Li rijdt via Lens, Arras, Amiens naar Rouen waar de Seine wordt gepasseerd.

Staf/52Li in Frankrijk
Majoor Van De Kerckhove, secretaris bij het Ministerie van Landsverdediging op de Directie Ravitaillering en Evacuatie van de Achterwaartse Zone, komt over naar het regiment.

I/52Li in Frankrijk
Het treinstel passeert omstreeks 00u12 Adinkerke en komt 03u00 in het grensstation te Bray-Dunes tot stilstand waar een Franse spoorbeambte de officier-adjunct bataljon weet te vertellen dat de trein de stad Narbonne als bestemming gekregen heeft. Via Duinkerke, Calais en Boulogne tracht de trein met het Iste Bataljon Instructie zo snel mogelijk zuidwaarts te vorderen. Het bataljon passeert Boulogne om 16u30 komt opnieuw tot stilstand nabij Etaples rond 21u00 waar de nacht van 18 op 19 mei aan boord van de trein wordt doorgebracht. De manschappen mogen de trein niet verlaten.

II/52Li in Frankrijk
Het bataljon rijdt voorbij Angers en Saumur waar ze de Loire oversteken.

De trein van I/52Li komt op 19 mei vast te zitten te Pont-Remy ten zuidoosten van Abbeville

De trein van I/52Li komt op 19 mei vast te zitten te Pont-Rémy ten zuidoosten van Abbeville (projectie op recente kaart)

I/52Li in Frankrijk
Het bataljon verlaat Etaples om 06u15 en komt omstreeks 13u10 aan in Abbeville waar de trein de spoorbrug over de Somme nog net kan passeren. De route naar het zuiden ligt nu helemaal open en het bataljon lijkt aan de Duitse omsingeling te zijn ontsnapt. Helaas wordt de trein door Franse verkeersregelaars (per vergissing) langs de zuidelijke oever van de Somme naar het oosten afgeleid richting Amiens [5]. Deze beslissing van de Franse verkeersregelaars leidt het detachement pal in de richting van de Duitse opmars naar de Atlantische kust. Het treinstel komt vast te zitten in het station van Pont-Rémy een stadje langs de Somme iets ten zuidoosten van Abbeville. Ook de spoorbundels te Amiens werden aangevallen door de Luftwaffe en moeten hersteld worden eer het treinverkeer weer mogelijk is. De rest van de dag en de nacht van 19 op 20 mei wordt doorgebracht in de trein.

II/52Li in Frankrijk
Het bataljon rijdt voorbij Lourdes.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

I/52Li in Frankrijk
Na een ganse nacht bang afwachten, krijgt Cdt De Raedt de 20ste mei ‘s morgens te horen dat het spoorverkeer onderbroken is door de Duitse opmars. De Raedt laat de trein ontruimen om het risico op verliezen bij een Duitse luchtaanval enigszins te verminderen. Het bataljon zoekt dekking in het struikgewas op enkele honderden meters van het station terwijl de bataljonscommandant in verbinding tracht te komen met de Franse militaire overheden te Abbeville. Adjudant Gaston De Wolf neemt de leiding bij het afladen van de voertuigen, de paardenwagens en de paarden. Na wat heen en weer getelefoneer staat het vast dat er geen mogelijkheid meer is om per trein verder te trekken. In het oosten is Amiens reeds in de handen van de vijand, in het westen is het station van Abbeville sinds 09u00 onbruikbaar door een Duits luchtbombardement. Cdt De Moor en Lt De Kubber voeren een kortstondige verkenning uit waarna Cdt De Raedt zijn bataljon te voet op weg stuurt naar Blagny-sur-Bresle, Neufchâtel-en-Bray, Saint-Saëns en Rouen zo’n 100 kilometer zuidwaarts. De 4de Compagnie marcheert bij het vertrek op kop van de colonne. Adjt De Wolf en 1Sgt Vande Verre blijven achter om de rest van de voertuigen en materieel te ontladen. Het is geen sinecure want zowel het station als de trein worden regelmatig gemitrailleerd.

Tijdens de mars breekt het bataljon echter al snel op in talrijke kleine groepjes. Heel wat manschappen lopen daarbij verloren. Met de eigen vrachtwagens die ondertussen ontladen zijn poogt Lt De Baeck om zo veel mogelijk militairen zuidwaarts te brengen. Heel wat militairen van het bataljon kunnen meerijden met voertuigen van het Franse leger die eveneens aan de nakende omsingeling trachten te ontsnappen. Op alle mogelijke manieren worden manschappen richting Rouen gebracht.

In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat Belgische en geallieerde eenheden ingesloten door de Duitsers. Het I/52Li is door het oog van de naald gekropen en is net voor het sluiten van de omsingeling over de Somme geraakt.

II/52Li in Frankrijk
Het bataljon komt via Toulouse, Narbonne en Béziers uiteindelijk toe in Clermont-l’Hérault. Clermont-l’Hérault wordt de hergroeperingszone van het 52Li in het Zuiden van Frankrijk

Staf/52Li en II/52Li in Frankrijk
Na een treinreis van zes dagen installeert de regimentsstaf en het IIde Bataljon Versterking zich in Clermont-l’Hérault iets ten westen van Montpellier in het zuiden van Frankrijk.

I/52Li in Frankrijk – Detachement De Raedt
Kapitein-commandant De Raedt bereikt Neufchâtel-en-Bray aan het eind van de dag en kan hier een 400-tal militairen van zijn bataljon samenbrengen. De mannen zitten zonder proviand waarop De Raedt een vrachtwagen laat doorrijden tot Rouen op zoek naar voedsel.

Caserne de Tallendier, verzamelpunt voor Belgische militairen op terugtocht naar Zuid-Frankrijk

Caserne de Tallandier, verzamelpunt voor Belgische militairen op terugtocht naar Zuid-Frankrijk

I/52Li in Frankrijk – Detachement Janssens
Te Rouen zijn inmiddels diverse andere fracties van het bataljon aangekomen, waaronder Kapitein-commandant van de Reserve Janssens met een tiental soldaten evenals Adjudant De Wolf met drie vrachtwagens en een dertigtal manschappen. Cdt Janssens is een oudgediende van het 2Li die tijdens WOI promoveerde van Korporaal tot Luitenant en drager van zeven frontstrepen. De Belgische militairen worden om 05u00 door de Franse Plaatscommandant doorgestuurd naar de Caserne de Tallandier in Le Petit-Quevilly [6]. Deze kazerne gelegen ten zuiden van Rouen, in een bocht van de Seine, doet dienst als verzamelpunt voor alle geïsoleerde militairen die erin geslaagd zijn de Somme over te steken. Cdt Janssens bekomt nieuwe benzine voor de drie vrachtwagens en laat het detachement doorrijden naar Evreux. De Luitenanten De Busseré en Vandersylen en de Onderluitenant Albert Brysse worden hier teruggevonden met een paar dozijn manschappen. Om iedereen een plekje te bieden op de drie beschikbare vrachtwagens, laten de militairen een deel van hun persoonlijke bagage achter in de mess officieren te Evreux. De kleine colonne rijdt vervolgens naar Verneuil-sur-Averne.

Clermont-l'Hérault wordt de hergroeperingszone voor het 52Li in Zuid-Frankrijk.

Clermont-l’Hérault wordt de hergroeperingszone voor het 52Li in Zuid-Frankrijk.

Staf/52Li en II/52Li in Frankrijk
Beide eenheden kantonneren in Clermont-l’Hérault in het zuidoosten van Frankrijk. De 8ste Compagnie wordt ondergebracht in de grote schuur van een plaatselijke wijnboer.

I/52Li in Frankrijk – Detachement De Raedt
De vrachtwagen die naar Rouen werd gestuurd om bevoorrading op te halen voor I/52Li komt in de stad toe (vermoedelijk ook in de Taillandierkazerne). De officier die de vrachtwagen begeleidt krijgt in de stad van de Belgische militaire overheid te horen dat het bataljon naar het opvangcentrum voor Belgische militairen te Evreux moet. Het bericht wordt onmiddellijk overgemaakt aan de bataljonscommandant die zijn detachement op de juiste koers zet.

I/52Li in Frankrijk – Detachement Janssens
Cdt Janssens en zijn groepje van een zestigtal militairen overnacht te Verneuil-sur-Averne en vertrekt om 10u00 naar Le Mans. Omstreeks 20u00 slaat het detachement hier een nieuwe voorraad benzine en voedsel in. Janssens besluit om nog de zelfde avond verder te rijden en laat omstreeks 22u00 naar Tours doorrijden. Een uur later echter houden de vrachtwagens halt te Leigny-en-Belain.

Hergroeperingszones Conches en L’Aigle van de 7Div ten zuiden van de Seine.

Staf/52Li en II/52Li in Frankrijk
Beide eenheden kantonneren in Clermont-l’Hérault in het zuidoosten van Frankrijk.

I/52Li in Frankrijk – Detachement De Raedt
De restanten van het bataljon komen aan te Evreux en worden er doorgestuurd naar het opvangcentrum te Conches-en-Ouche dat door de 7Div werd opgezet. Met enkele opgeëiste vrachtwagens wordt een pendeldienst georganiseerd om de manschappen over te brengen en zoveel mogelijk achterblijvers een lift te geven.

Meer en meer geïsoleerde militairen stromen toe te Conches. Het aantal Belgen in de streek van Conches en L’Aigle groeit tot 20.000. Het Transportkorps van de 7Div staat in om de dagelijkse rantsoenen in Evreux af te halen. De Franse militaire overheid, bewust van de geringe draagkracht van de streek, verspreidt de toestromende manschappen over 59 kantonnementen. Een speciale organisatie wordt opgezet om de bevoorrading te verzekeren. Naast de Transportkorps van de 7Div wordt een netwerk met dertien verdelingscentra opgezet om de kantonnementen te ravitailleren.

I/52Li in Frankrijk – Detachement Janssens
De drie vrachtwagens van dit detachement zijn nog steeds te zwaar beladen. De persoonlijke bagage wordt opnieuw herbekeken en een hoeveelheid kledij en uitrusting wordt achtergelaten alvorens naar Tours verder te rijden. Bij aankomst te Tours omstreeks 16u00 ontmoet Cdt Janssens de  Luitenant George de Vaucleroy met een vijftiental manschappen van de 4Cie. Hij kan hem niet meenemen maar geeft hem rendez-vous met het detachement in Poitiers. Drie uur later zetten de vrachtwagens zich op weg. Door een panne moet het detachement halt houden voor de nacht te Sainte-Maure-de-Touraine. De plaatselijke burgemeester zorgt voor voeding en slaapgelegenheid.

Staf/52Li en II/52Li in Frankrijk
Beide eenheden kantonneren in Clermont-l’Hérault in het zuidoosten van Frankrijk.

I/52Li in Frankrijk – Detachement De Raedt
Het bataljon wordt doorgestuurd naar La Bretonnière, één van de 59 kantonnementen waarover de Belgen verspreid worden. Hier tracht het bataljon zich te hergroeperen. Dit gehucht van de gemeente Glisolles ligt halverwege Evreux en Conches-en-Ouche.

I/52Li in Frankrijk – Detachement Janssens
Na herstelling van de defecte vrachtwagen kan het detachement om 09u30 zijn tocht hervatten. Om 13u00 rijdt de kleine colonne de stad Poitiers binnen waar intussen ook Luitenant de Vaucleroy is aangekomen met zijn manschappen. De luitenant moet echter opnieuw op eigen houtje verder reizen aangezien de drie vrachtwagens propvol zitten. Cdt Janssens laat de colonne om 15u45 doorrijden in de richting van Angoulême en zal om 18u00 halt houden te Ruffec voor de komende nacht.

Glisolles waar het I/52Li een tijdlang gekantonneerd wordt.

Glisolles waar het I/52Li een tijdlang gekantonneerd wordt.

Staf/52Li en II/52Li in Frankrijk
Beide eenheden kantonneren in Clermont-l’Hérault in het zuidoosten van Frankrijk.

I/52Li in Frankrijk – Detachement De Raedt
Nog steeds te La Bretonnière stelt Cdt De Raedt vast dat zijn bataljon opnieuw is aangegroeid tot 12 officieren en 630 manschappen. Het bataljon zal de komende vijf dagen ter plekke blijven. Kolonel SBH Duez, commandant van de 7Div vraagt de Fransen dringend om een oplossing voor de evacuatie van de Belgen. Hij vraagt een hergroeperingszone voor de 7Div, een hergroeperingszone voor de geïsoleerde militairen die in Lichtervelde aan de 7Div werden aangehecht en een plan om de andere geïsoleerde eenheden onder zijn commando naar het zuiden van Frankrijk over te brengen. Met een dagorder worden de manschappen van de gedane voorstellen op de hoogte gebracht.

I/52Li in Frankrijk – Detachement Janssens
Het detachement verlaat Ruffec om 09u30 en komt rond het middaguur aan te Angoulême. Na de middag rijdt de colonne verder naar Périgeux. Luitenant de Vaucleroy en zijn manschappen hebben nu een vrachtwagen weten te bemachtigen en kunnen het detachement van Cdt Janssens in de stad vervoegen. Het kleine konvooi omvat nu vier voertuigen en een 75-tal militairen waaronder de Cdt Janssen, Lt De Busseré, Lt Vandersylen, Lt de Vaucleroy en OLt Brysse. Samen rijden ze door naar Bergerac in de hoop hier een slaapplaats te kunnen vinden. Bergerac zit echter overvol militairen en zo belandt het detachement in het dorpje Bougiangues. Cdt Janssens besluit om de manschappen de volgende middag vrij te geven.

Staf/52Li en II/52Li in Frankrijk
Beide eenheden kantonneren in Clermont-l’Hérault in het zuidoosten van Frankrijk.

I/52Li in Frankrijk – Detachement De Raedt
Het bataljon bevindt zich nog steeds te La Bretonnière. Een detachement van 44 manschappen van het XXVIIIste Bataljon Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (XXVIII/GVCE) wordt te Glisolle in de rangen opgenomen.

I/52Li in Frankrijk – Detachement Janssens
De militairen kunnen in de voormiddag wat uitrusten van de voorbije dagen. Omstreeks 13u30 zet het detachement zich op weg naar Agen. Na een rit van twee en een half uur komen de vrachtwagens aan in de Caserne Toussaint. Het Franse leger biedt de Belgen een warme maaltijd aan en laat hen overnachten in het kwartier.

Staf/52Li en II/52Li in Frankrijk
Beide eenheden kantonneren in Clermont-l’Hérault in het zuidoosten van Frankrijk.

I/52Li in Frankrijk – Detachement De Raedt
Het bataljon bevindt zich nog steeds te La Bretonnière.

I/52Li in Frankrijk – Detachement Janssens
Na het ontbijt in de kazerne vertrekken de militairen uit Agen om hun tocht verder te zetten. Omstreeks 11u30 bereiken ze Toulouse waar Kolonel Nollet van de EM/TRI voor de herbevoorrading zorgt en het detachement laat weten dat hun volgende bestemming het kamp van Barcarès nabij Narbonne zal worden. De stad bulkt van de Belgische jongeren van de rekruteringsreserve. Na een erg lange pauze vertrekken de vier vrachtwagens naar Narbonne. Het detachement houdt halt te Donneville en laat de manschappen in een grote schuur overnachten.

Staf/52Li en II/52Li in Frankrijk
Beide eenheden kantonneren in Clermont-l’Hérault in het zuidoosten van Frankrijk. Het Belgische leger capituleert in Vlaanderen. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. Na de bekendmaking van de Belgische overgave keert de plaatselijke bevolking zich tegen onze militairen. Winkeliers weigeren de Belgen te bedienen en de foeriers moeten overgaan tot het opvorderen van voedingswaren met behulp van de Franse gendarmerie.

I/52Li in Frankrijk – Detachement De Raedt
Het bataljon bevindt zich nog steeds te La Bretonnière.

I/52Li in Frankrijk – Detachement Janssens
Het detachement rijdt van Donneville naar Narbonne. Wanneer de colonne onderweg uitgejouwd wordt door toekijkende Fransen wordt langzaam duidelijk dat het Belgische leger in Vlaanderen de wapens heeft neergelegd. De manschappen worden erg neerslachtig van het slechte nieuws. Te Narbonne verneemt Cdt Janssens van een Belgische verbindingsofficier, behorende tot de militaire regelingscommissie in het station van Narbonne, dat het 52Li zich te Clermont-l’Hérault bevindt. De Belgen vertrekken onmiddellijk en bereiken hun eindbestemming rond 17u30. Het detachement heeft het regiment met succes kunnen vervoegen. De 4de Compagnie van Cdt Janssens krijgt het dorpje Nébian aangeduid als kantonnementsplaats. In dit dorpje van slechts twee straten lijkt het wel of de tijd heeft stilgestaan. De manschappen klagen steen en been over het gebrek aan comfort. Een aantal manschappen van de 4Cie waaronder Soldaat Lucien Bovijn wordt ondergebracht in een schuur van het gehucht Fouscaïs nabij Nébian.


I/52Li in Frankrijk – Detachement Janssens
Het weerzien met de rest van het regiment is hartelijk. Cdt Janssens ontvangt orders van Majoor Marlier voor de inkwartiering van zijn compagnie. Van de rest van I/52Li is er geen nieuws. De voorwacht van de 4de Compagnie installeert zich zo goed en zo kwaad als mogelijk in Nébian. Het dorp is echter arm en biedt weinig comfort voor de manschappen.

Wachtdetachement van 52Li te Nébian.

I/52Li in Frankrijk – Detachement De Raedt
Het Iste Bataljon Instructie wordt per trein vanuit het station Evreux naar Clermont-l’Hérault doorgestuurd. De trein met het Detachement De Raedt aan boord verlaat het station van Evreux om 12u40 en begeeft zich zuidwaarts om via L’Aigle, Merlerault, Alençon en La Hutte (Fresnay-sur-Sarthe) Le Mans te bereiken. In Le Mans volgt een oponthoud van vier uur.

I/52Li in Frankrijk – Detachement Janssens
Terwijl Cdt Janssens de komst van de rest van het bataljon afwacht, wordt te Nébian voortgewerkt aan met de inrichting van de kantonnementen.

31 mei 1940

I/52Li in Frankrijk – Detachement De Raedt
Vanuit Le Mans wordt de treinreis voortgezet richting Tours waar het station Saint-Pierre-des-Corps op de zuidelijke oever van de Loire bereikt wordt om 03u20. Van hier uit gaat het verder naar Poitiers, Bordeaux en Toulouse waar de nacht van 31 mei op 1 juni wordt doorgebracht.

Het tweede peloton van de 4de Compagnie te Nébian in Frankrijk.

Staf/52Li
Het Iste Bataljon Instructie vervoegt de rest van het regiment, het regiment is nu terug volledig. Het 52Li is één van de weinige regimenten die erin geslaagd is zowel zijn Bataljon Instructie als zijn Bataljon Versterking veilig naar het zuiden van Frankrijk over te brengen [7].

I/52Li in Frankrijk – Detachement De Raedt
Cdt De Raedt verlaat Toulouse vroeg in de ochtend en komt met het gros van het bataljon via Narbonne, Béziers, Vias en Paulhan aan te Clermont-l’Hérault rond 09u50. Luitenant Van Maldeghem leidt de fractie van de 4de Compagnie die de tocht met dit detachement heeft afgelegd. Hij beschikt nog steeds over alle munitiecaissons en paarden voor de mitrailleurs die onder de goede zorgen van 1ste Sergeant Vande Verre de lange reis doorgekomen zijn. Het detachement van Cdt Janssens komt terug onder bevel van zijn bataljon. De verstandhouding tussen Cdt De Raedt en Cdt Janssens is enigszins vertroebeld. Wederzijdse verwijten worden gemaakt.

2 juni

I/52Li in Frankrijk
Het instructiebataljon wordt gekantonneerd in volgende dorpen: de 1Cie in Lieuran-Cabrières, de 2Cie en de 4Cie in Nébian en de 3Cie in het gehucht Fouscaïs ten oosten van Nébian.

4 juni 1940

Staf/52Li in Frankrijk
Het Commando van de Versterkings- en Opleidingscentra (EM/TRI) onder bevel van Luitenant-generaal Wibier, is ingegaan op een Frans verzoek om 10.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden de Bataljons Versterking aangeduid voor deze opdracht teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Op 4 juni wordt aan het 1ste en het 2de VOC initieel gevraagd om een werkbataljon samen te stellen bestaande uit een bataljonsstaf en vier compagnies van 250 militairen, alles te samen 1.100 manschappen. Het 52Li zal uiteindelijk de opdracht krijgen om het werkbataljon te leiden en samen te stellen.

7 juni 1940

I/52Li
Nadat het I/53Li versterkingen had gestuurd naar Bretagne om de 7de Infanteriedivisie terug operationeel te maken werd het instructiebataljon van 53Li gereduceerd tot één compagnie. Deze compagnie, de 2Cie van Kapt Boland, wordt op 7 juni overgeheveld naar het I/52Li.

8 juni 1940

Staf/52Li in Frankrijk
De Staf/52Li duidt het II/52Li van Cdt Langie aan om een werkbataljon samen te stellen en klaar te maken voor vertrek.

II/52Li in Frankrijk
Cdt Langie beslist de 7Cie en de 8Cie van het II/52Li mee te nemen voor deze opdracht. II/52Li wordt nog eens versterkt met één compagnie van II/55Li onder bevel van Luitenant Brouwers en één compagnie van II/56Li onder bevel van Luitenant Goossens. De verschillenden compagnies worden gedurende de rest van de dag paraat gesteld voor deze opdracht. De uiteindelijke slagorde van het werkbataljon ziet er als volgt uit:

  • Staf II/52Li: Cdt Langie (bataljonscommandant), OLt De Vleeschauwer, Lt Adm Cego, OLt Med Van Oudenhove,
  • 7Cie/II/52Li: Lt Res Leclercq (compagniecommandant), Lt Van Hoorebeke , OLt Rutsaert en OLt de Vaucleroy (pelotonscommandanten),
  • 8Cie/II/52Li: Lt Res Verwilghen (compagniecommandant), OLt de Potter d’Indoye, OLt De Boever en OLt Buyens (pelotonscommandanten),
  • 5Cie/II/55Li: Lt Brouwers (compagniecommandant) en Lt Verdickt,
  • 6Cie/II/56Li: Lt Goossens (compagniecommandant) en OLt Smolderen (pelotonscommandant). 

I/52Li in Frankrijk
Het instructiebataljon moet toch enkele versterkingen leveren voor het werkbataljon. Onder meer OLt Brysse wordt aangeduid.

9 juni 1940

II/52Li in Frankrijk
Initieel was het de bedoeling het werkbataljon naar Châlons-sur-Marne te sturen maar uiteindelijk vertrekt het 1.100 man sterke bataljon op 09 juni richting Bièvres (Seine-et-Oise) ten zuiden van Parijs. De Staf II/52Li verlaat om 14u05 samen met de 7Cie en de 8Cie het station van Clermont-l’Hérault om via Paulhan naar Béziers te sporen. Er wordt een eerste keer halt gehouden te Béziers waar de twee andere compagnies om 16u40 aan boord worden genomen. De trein verlaat Béziers om 17u35 waarna de treinreis verder naar het noorden verloopt via Narbonne (18u20), Carcassonne (19u50), Castelnau-Dazy (21u15) om rond 23u00 halt te houden in Toulouse.

II/52Li in Frankrijk
De treinreis wordt om 02u00 vanuit Toulouse voortgezet richting Montauban, Souillac (06u00), Brive-la-Gaillarde (09u00), Salon La Tour (09u30), Limoges (12u00), Argenton-sur-Creuse (15u20), Vierzon (18u20) en Orléans (21u10). Eens voorbij Orléans gaat de trein de nacht in richting Parijs.

Bièvres nabij Versailles waar het II/52Li ontscheepte op 11 juni 1940.

II/52Li in Frankrijk
Om 03u40 wordt de Parijse voorstad Juvisy-sur-Orge bereikt. Van daar uit gaat het langzaam richting Bièvres waar de trein tot stilstand komt. Het II/52Li stapt om 09u30 uit in het station van Bièvres en bivakkeert in het park van het kasteel van Mathurins waar ze tenten bouwen met regenzeilen. Het bataljon wordt ter beschikking gesteld van het Xde Franse Legerkorps. Cdt Langie probeert te weten te komen welke opdracht hij moet uitvoeren maar het bataljon wordt de eerste twee dagen niet ingezet. Intussen komen ook I/61Li, I/64Li en II/7ChA toe in Bièvres.

Château des Mathurins waar gekantonneerd wordt van 11 tot 13 juni.

Op 13 juni naderen de Duitsers de Parijse noordrand waarop Cdt Langie in overleg met de commandanten van andere werkbataljons besluit om naar het zuiden terug te keren. ‘s Avonds wordt het bevel gegeven het bivak op te breken en te voet naar het zuiden terug te keren. Het werkbataljon maakt een plan om via Arpajon , Etampes en Angerville naar Orléans te marcheren waar ze zullen pogen de Loire over te steken. De 7Cie vertrekt om 21u30 op kop van de bataljonscolonne gevolgd door de 8Cie, de 5Cie en de 6Cie. De colonne wordt tijdens de nachtelijke mars opgeslokt door een stroom vluchtelingen die zich naar het zuiden verplaatst.

II/52Li in Frankrijk
Wanneer het bataljon in de ochtend min of meer compleet Arpajon bereikt houden ze er halt om zich te herbevoorraden. Ze krijgen eten van het gemeentebestuur maar de rantsoenen zijn ontoereikend om de ganse groep militairen te voeden. Luitenant Verwilgen laat enkele koeien neerschieten en slachten om de manschappen te bevoorraden. De 14de juni wordt de terugtocht voortgezet vanaf 13u30. Cdt Langie beslist het bataljon op te delen in kleine groepjes die langs twee marsroutes (de N20 en een parallelle weg) verder naar het zuiden zullen trekken. Cdt Langie probeert in verbinding te blijven met de detachementen door met een fiets tussen beiden marsroutes te pendelen.

Cdt Langie van II/52Li als krijgsgevangene in Prenzlau.

Cdt Langie van II/52Li als krijgsgevangene in Prenzlau.

II/52Li in Frankrijk
De compagnies bereiken Etampes om 06u00 en trekken verder richting Angerville waar ze tegen 19u00 toekomen. Daar krijgen ze te horen dat de Duitsers snel oprukken richting Orléans waarop beslist wordt om niet te overnachten te Angerville maar om vanaf 22u30 door te trekken naar Orléans. De manschappen worden met alle mogelijke voertuigen vervoerd richting Loire. De stad Olivet, op een tiental km ten zuiden van Orlèans, wordt als rendez-vous punt aangeduid. 

II/52Li in Frankrijk
De 7Cie die op kop vertrekt bereikt via Toury de rand van Orléans om 00u30. Het duurt nog tot 04u15 vooraleer de compagnie het centrum van Orléans bereikt en de Loire kan oversteken om te hergroeperen in Olivet. Wanneer de rest van het bataljon aan de enige nog intacte brug over de Loire toekomt laat de Franse Genie de brug springen. De bataljonsstaf, inclusief Cdt Langie, en de resterende drie compagnies zitten vast en worden door de Duitsers gevangen genomen wanneer die iets later de oevers van de Loire bereiken. De gevangenen worden door de Duitsers op 21 juni overgebracht naar de kazerne La Haye te Pithiviers en al op 22 juni doorgestuurd naar België.

17 juni 1940

Staf/52Li
Het Franse leger was niet in staat de Duitse stormloop te stuiten. Maréchal Pétain richt zich om 13u30 in een radiotoespraak tot de Franse bevolking om de nakende capitulatie van Frankrijk aan te kondigen. Vanaf dan beginnen de Fransen te onderhandelen met de Duitsers. Een wapenstilstand is niet meer ver af. De Fransen zijn niet meer geneigd de Belgische inspanningen om de strijd verder te zetten nog te steunen.

Caserne La Hay te Pithiviers waar de krijgsgevangenen van 52Li werden verzameld voor ze naar België werden teruggestuurd.

Caserne La Hay te Pithiviers waar de krijgsgevangenen van 52Li werden verzameld voor ze naar België werden teruggestuurd.

II/52Li in Frankrijk
Het gedeelte van II/52Li dat erin slaagde Olivet te bereiken houdt er halt om uit te rusten. Vanuit Olivet wordt doorgereisd naar Châteauroux dat bereikt wordt op 17 juni rond 17u00. Op 18 juni wordt verder teruggetrokken tot Argenton waar de marscolonne van de 7Cie in twee stukken splitst die elk afzonderlijk naar Clermont-l’Hérault terugkeren. Het detachement onder leiding van de compagniecommandant Lt Leclercq marcheert door tot Limoges waar ze een trein kunnen nemen die hen via Brive-la-Gaillarde naar Toulouse brengt. Het detachement dat acht dagen te Toulouse wordt opgehouden komt pas op 28 juni te Clermont-l’Hérault toe.

Het tweede detachement onder leiding van Lt Van Hoorebeke en OLt Rutsaert keert terug via Bessines-sur-Gartempe, Limoge, Busserol-Flavignac, Châlus, Nontron, Mareuil, Saint-Martin-de-Riberac, Montpon-Ménestérol, Bergerac, Colombier, Issegeac, Montaigu-de-Quercy en Lauzerte. Hier wordt een regeling getroffen met een transportfirma om het detachement naar Toulouse te vervoeren. Het detachement van Lt Van Hoorebeke komt op 24 juni toe te Toulouse waar het terug aansluit met de rest van de compagnie.

52Li in Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. De terugkeer van het werkbataljon van het II/52Li naar Clermont-l’Hérault verliep niet van een leien dakje. Een groot gedeelte van de manschappen waaronder de bataljonscommandant van II/52Li en de Soldaat Julien Kellens [8] werd gevangen genomen. De rest keerde in kleine groepjes terug. Er werden ook verliezen geleden en uiteindelijk bereikte maar minder dan de helft van de uitgestuurde manschappen de thuisbasis van het 1VOC in Clermont-l’Hérault. Op de terugweg naar Clermont-l’Hérault overlijdt Soldaat milicien André Eloy aan zijn verwondingen te La Ferté-Saint-Aubin iets ten zuiden van Orléans. Van de 500 uitgestuurde militairen van het II/52Li komen slechts een 300 tal terug, van de compagnies van 55Li en 56Li komt niemand terug. Het 52Li komt onder bevel te staan van het 2VOC, het 1VOC houdt op te bestaan.

22 juni 1940

52Li in Frankrijk
Op 22 juni ondertekenen de Fransen een wapenstilstandsverdrag met de Duitsers in Compiègne. Het Vichy regime is niet langer gemachtigd om de Belgische oorlogsinspanningen te steunen want in het verdrag dat Frankrijk te Compiègne met de Duitsers ondertekent staat onder meer vermeld dat Frankrijk er zich toe verbindt de aanwezige Belgische militairen ten zuiden van de demarcatielijn te ontwapenen en aan Duitsland uit te leveren. Duitsland wil kost wat kost voorkomen dat de ongeveer 150.000 Belgische militairen die zich nog in Zuid-Frankrijk bevinden naar Engeland of Congo zouden worden overgebracht om daar de strijd aan de zijde van de geallieerden voort te zetten. De praktische modaliteiten voor een de uitlevering van de Belgische militairen zullen nog een tijdje op zich laten wachten.

52Li in Frankrijk
Het nieuws van de Franse capitulatie wordt nog maar net bevestigd, of Majoor Marlier laat het bericht verspreiden dat het 52Li binnen 10 dagen zal terugkeren naar ons land. De verwachting van de militairen is niet anders en ze gaan maar al te graag mee in elk gerucht over het precieze moment van de repatriëring. De opleiding van de nieuwe rekruten wordt gestaakt en dit alles heeft als resultaat dat alle motivatie verloren gaat.

2 juli 1940

Manschappen van 4/I/52Li te Nébian.

I/52Li in Frankrijk
De eerste deserties worden gemeld bij de 1ste Compagnie. Verschillende manschappen ontbreken op het appel en zijn naar verluid op eigen initiatief naar ons land vertrokken. Drie dagen later breekt een eerste spontaan protest uit te Nébian. Een groepje militairen van de 4de Compagnie verzamelen in het dorp en eisen luidkeels de onmiddellijke terugkeer naar ons land. Na een gesprek van goed kwartier kan Cdt Janssens de manschappen bedaren en naar hun kantonnementen terugsturen.

11 juli 1940

I/52Li in Frankrijk
Steeds meer militairen deserteren. Cdt Janssens verneemt het overlijden van Soldaat Leonard Claeys van de 4Cie [8]. Hij overleed als gevolg van eerder opgelopen verwondingen op 8 juli 1940 in het ziekenhuis van Montpellier waar de Medische Dienst van het leger werkzaam was voor de verzorging van zieke Belgische militairen. Hij wordt begraven te Montpellier op 13 juli 1940 en in 1949 overgebracht naar het kerkhof van Sint-Martens-Latem [10].

15 juli 1940

52Li in Frankrijk
De Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, geeft op 3 juli het EM/TRI de toelating om te starten met de repatriëring van dienstplichtigen jonger dan 32 jaar. De maatregel gaat van kracht op 15 juli. Meerder gemeentebesturen in België nemen het initiatief om hun jongeren op te halen in Zuid-Frankrijk. Zo komt ook in Clermont-l’Hérault een delegatie uit Gent toe die nieuws vergaart over de aanwezige jongelingen.

21 juli 1940

Majoor Marlier (4de van links) tussen zijn militairen op 21 juli 1940.

52Li in Frankrijk
In een poging om de militairen een zinvolle bezigheid te geven en het moreel een beetje op te krikken, wordt te Nébian een groot volksfeest georganiseerd ter gelegenheid van de nationale feestdag. Er zijn diverse sportwedstrijden, een zangfeest, verschillende voorstellingen en een “Miss Piot” verkiezing met prijsuitreiking door Majoor Marlier zelf. Helaas mag het allemaal niet baten.

‘s Anderendaags worden alweer een 15-tal ontbrekende militairen gemeld bij de 3de Compagnie. Lang niet iedereen die op eigen houtje vertrekt slaagt erin België te bereiken. Een aantal van hen wordt door de Franse Gendarmerie opgepakt en tot nader order opgesloten in een Franse gevangenis. Op 23 juli bevestigt de leiding van de Belgische troepen in Frankrijk dat de repatriëring zal starten vanaf 1 augustus. Eerst zullen de jongeren van de rekruteringsreserve gerepatrieerd worden, nadien pas de Versterkings- en Opleidingsregimenten.

Tijdens de komende dagen komt de postdienst tussen België en Zuid-Frankrijk weer op gang, wat een dubbel effect heeft op de manschappen. Enerzijds zijn de militairen blij om nieuws van het thuisfront te ontvangen. Anderzijds wordt de heimwee en de drang om er van onder te trekken alleen maar aangewakkerd. Ook de komst van delegaties van diverse gemeenten om Belgische vluchtelingen en jongeren naar huis te brengen, draagt er toe bij dat het regiment manschappen blijft verliezen.

31 juli 1940

52Li in Frankrijk
Exemplaren van de pro-Duitse krant Volk en Staat die vanaf 13 juni terug publiceerde in België duiken op in de kantonnementen van het 52Li. De opruiende taal en de verwijten gericht aan het adres van de Belgische officieren doen de toestand geen goed. Vermoedelijk werden de kranten per post naar Zuid-Frankrijk gestuurd vanuit collaborerende middens. Ook in andere instructiebataljons nemen Duitsgezinde militairen het voortouw in de protesten en de roep naar een snelle terugkeer naar België. Vermoedelijk zat de angst er nog in dat de Belgische militairen in extremis zouden ontkomen naar Engeland om daar de strijd voort te zetten.

Wanneer op 2 augustus het 52Li nog steeds geen datum heeft ontvangen om naar ons land terug te keren, weigeren ettelijke manschappen om hun kantonnement nog te verlaten. Zo blijven de meeste militairen van het Iste Bataljon gewoon op hun strozakken liggen. Na verhitte discussies tussen de officieren en de manschappen, wordt dan toch opgestaan. Vanaf 03 augustus begint de repatriëring van de rekruteringsreserve op gang te komen, van 3 tot 8 augustus zeven treinen per dag, vanaf 9 augustus tien treinen per dag.

6 augustus 1940

52Li in Frankrijk
Verschillende officieren besluiten niet langer te wachten en willen op eigen initiatief terugkeren naar België waardoor de staf van het 52Li niet anders kan dan toestemming verlenen aan al wie nog wil vertrekken. Wie dat wenst, wordt op eenvoudig verzoek gedemobiliseerd en mag met een naar behoren ingevulde verlofpas in zijn militair zakboekje de reis naar ons land aanvatten. Tegen midden augustus worden er dagelijks wel een 50 tot 70 militairen van hun verplichtingen ontslagen. Onder hen Lt Henri de Potter d’Indoye die verschillende pogingen onderneemt en uiteindelijk op 18 augustus kan vertrekken met Lt baron van der Bruggen van de 7Div die nog  over zijn eigen wagen beschikt en een verbindingsopdracht naar België moet uitvoeren [11].

21 augustus 1940

52Li in Frankrijk
De restanten van het 52Li verblijven nog steeds in het zuiden van Frankrijk en zijn inmiddels ontwapend in afwachting van repatriëring en overgave aan de Duitsers. Uiteindelijk wordt het 52Li op 23 augustus gerepatrieerd en over de demarcatielijn gezet door de Franse autoriteiten. Bij hun aankomst in Gent worden de dienstplichtigen naar huis gestuurd, het kader en het beroepspersoneel worden krijgsgevangen genomen en naar Duitsland afgevoerd.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
OnbekendCLAEYSLeonard, F.SdtMil4012.12.1920Sint-Martens-Latem08.07.1940Montpellier (F)
OnbekendDONNAYJuliaan, G.SdtMil05.11.1920Wachtebeke26.05.1940Ieper
OnbekendELOYAndré, C.SdtMil11.06.1908Deinze17.06.1940La Ferté-Saint-Aubin (F)
7/IIVAN HOOREBEKEPierreLtRes31.05.1903Gent13.08.1940Montpellier (F)

Bibliografie en Bronnen

  1. Achtergrondinformatie bij de Leopoldskazerne [On Line beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/gent/ en https://www.gent-geprent.com/bijzondere-gebouwen/gebouwen-l/leopoldskazerne [Laatst geraadpleegd 16 oktober 2021]. 
  2. De nummering van de Versterkings- en Opleidingsregimenten komt overeen met het nummer van het actieve regiment waarvoor de rekruten en aanvullingen bestemd zijn, plus 50. Zo is bijvoorbeeld meteen duidelijk dat het 52Li het Versterkings- en Opleidingsregiment is van het 2Li.
  3. De bewakingsopdracht te Brussel is er gekomen naar aanleiding van de Duitse luchtlandingsoperatie van 10 mei nabij het regeringscentrum van Den Haag waarbij gepoogd werd de Nederlandse regering te neutraliseren. Achtergrond informatie bij de slag om Den Haag [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_om_Den_Haag [Laatst geraadpleegd 13 oktober 2021].
  4. Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening ontstond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, bevelhebber van het 7(FRA)Leger, dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de Société Nationale des Chemins de Fer Français (SNCF) bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
  5. Het station van Abbeville bevindt zich ten zuiden van de Somme en beschikt over een groot rangeerterrein (la Gare anglaise). Vanuit het station van Abbeville vertrekken twee sporen; één die de Somme stroomopwaarts volgt naar het zuidoosten richting Amiens en een tweede die initieel de Somme stroomafwaarts volgt naar het noordwesten om vervolgens ter hoogte van Cahon af te buigen naar het zuidwesten richting Le Tréport. Het I/52Li wordt helaas richting Amiens gestuurd dat op dat ogenblik al in handen van de Duitsers is. Het valt niet uit te sluiten dat dit niet per vergissing gebeurde. Het station van Abbeville moest zoveel treinkonvooien verwerken dat de lijn richting Le Tréport de enig bruikbare ontsnappingsroute per spoor) vol zat met treinen met (vooral) Franse militairen aan boord. Het is bijgevolg mogelijk dat de treinen met Belgische militairen richting Amiens gestuurd werden om het station van Abbeville te ontlasten. Ook de trein van het 32ste Regiment Artillerie werd op 19 mei initieel richting Amiens gestuurd. Daarnaast werd al een Belgische munitietrein en een trein met jongeren van de Rekruteringsreserve uitgerangeerd op de spoorbundel van ‘la Gare anglaise’.
  6. De Tallandierkazerne was een voormalige katoenspinnerij, in 1938 opgekocht door het Franse leger om er l’Etablissement Régional de Matériel (ERM) van de Service de matériel de l’Armée de Terre” in onder te brengen. De Tallandierkazerne bestaat nog maar werd gerenoveerd en geïntegreerd in een wooncomplex in de Avenue Jean Jaurès Nr 76 in Petit-Quevilly nabij Rouen. [On line beschikbaar] https://www.google.be/maps/@49.4273702,1.0653597,3a,75y,344.33h,83.88t/data=!3m6!1e1!3m4!1suX3grspRJpHXGHzLMhTvgg!2e0!7i13312!8i6656 [Laatst geraadpleegd 8 oktober 2019].
  7. Niet limitatieve lijst van officieren van 52Li waarvan geweten is dat zij zich begin juni in de omgeving van Clermont-L’Hérault bevonden: Majoor Marlier, Cdt De Raedt, Cdt Langie, Cdt Bekaert, Cdt De Moor, Cdt Janssens, Lt De Busseré, Lt de Potter d’Indoye, Lt de Vaucleroy, Lt Meganck, Lt Vandersylen, Lt Van Maldeghem, Lt Van Hoorebeke en OLt Brysse.
  8. Dagboek Soldaat Julien Kellens, soldaat bij de 4de Compagnie Mitrailleurs van I/52Li. De vermelde gebeurtenissen zijn een aanvulling van het dagboek van Cdt Janssens compagniecommandant van de 4Cie. Op 10 mei ging hij over naar de 8Cie van het II/52Li wanneer dit bataljon geactiveerd wordt bij afkondiging van fase E van het mobilisatieplan.
  9. Persoonlijk dagboek Kapitein-commandant Léon Janssens, compagniecommandant 4de Compagnie van I/52Li (met dank aan Jean Bourgeois). [On Line beschikbaar]: https://www.leon-janssens.be/journal-de-guerre/   [Laatst geraadpleegd 6 oktober 2019].
  10. Soldaat Leonard Claeys staat niet op de officiële lijst van de gesneuvelden van 52Li. Het gebeurde wel meer dat militairen die na de capitulatie in een hospitaal in Frankrijk aan ziekte overleden niet geregistreerd werden door de Belgische militaire overheid. Cdt Janssens vermeld de naam Claeys zonder verdere details in zijn dagboek. Via het War Dead Register zijn we erin geslaagd de onfortuinlijke militair terug te vinden. [On Line Beschikbaar]: https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=55790 [Laatst geraadpleegd 24 mei 2020].
  11. Memoires van Lt baron Jacques van der Bruggen, commandant van het Peloton Munitie Infanterie van het Transportkorps 7Div. Document “Souvenirs de la Guerre 1940 – Baron van der Bruggen” beschikbaar in de bibliotheek van de heemkundige kring Ons Wingene (met dank aan Lieven Lams en Jo Patteeuw).
  12. Foto’s 52Li te Nébian (met dank aan Emmanuel Stockman)
  13. Velddagboek (oftewel Journal de campagne) van Kapitein-commandant Léon Janssens, commandant 4Cie, [On Line beschikbaar]:  https://www.leon-janssens.be/militair-campagneboek/ [Laatst geraadpleegd 6 oktober 2019].
  14. L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, uitgeverij Schmitz, Bastogne, 1994.
  15. Verwilghen, C., Luitenant bij II/52Li, 1972, “La mobilisation et la guerre de 1940. Les troupes de renfort et d’instruction de l’armée belge. Le 52e Régiment de Ligne”.
  16. Dagboek Kapitein-commandant Henri Langie, bataljonscommandant II/52Li (met dank aan Tom Langie).
  17. Hoofdstuk 1VOC in het Synthesedossier TRI bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.