6de Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 6de Linieregiment | 6ème Régiment de Ligne | 6Li
Type Infanterieregiment van het actieve leger
Ontdubbeld van n.v.t.
Taalstelsel Nederlandstalig
Onderdeel van Staf, II, III en IV Bataljon: 2de Infanteriedivisie
I Bataljon: Groepering Gits, IIIde Legerkorps
Pl Vkr: 1ste Regiment Lansiers
Bevelhebber Kolonel SBH Henri Godeau
Standplaats Versterkte Positie Luik
PFLII Lijn
Ondersector Seraing-Boncelles
Commandopost te Seraing
Samenstelling I Bataljon (Majoor Charles Deprets) 1ste Compagnie Fuseliers (Lt L. Moyson)
2de Compagnie Fuseliers (Kapt J. Brosens)
3de Compagnie Fuseliers (OLt V. Verelst)
4de Compagnie Mitrailleurs (Lt M. Schmidt)
  II Bataljon (Majoor Richard Maelfait) 5de Compagnie Fuseliers (Cdt Robert Kengen)
6de Compagnie Fuseliers (OLt T. Haesevoets)
7de Compagnie Fuseliers (OLt A. Thomaes)
8ste Compagnie Mitrailleurs (OLt J. Van Den Brande)
  III Bataljon
(Majoor Leestmans tot 15 mei)
(Majoor Charles Deprets vanaf 15 mei)
9de Compagnie Fuseliers (OLt Van Saceghem)
10de Compagnie Fuseliers (Cdt François Liénart)
11de Compagnie Fuseliers (Cdt Jules Dubois)
12de Compagnie Mitrailleurs (OLt R. Verheyden)
  IV Bataljon (Lt Kol. Conrad Mathijs) 13de Compagnie Mitrailleurs (Lt E. Lonnoy)
14de Compagnie C47 Antitankkanonnen (Cdt François Vermaelen)
15de Compagnie M76 Mortieren (Cdt A. Drijkoningen)
  Stafcompagnie (Onderluitenant R. Thomas)
Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Kapitein L. Baecke)
Peloton Verkenners (Onderluitenant François Beeckmans de Westmeerbeek)

Tijdens de mobilisatie

Staf/6Li
In vredetijd behoorde het 6de Linieregiment (6Li) al tot de 2de Infanteriedivisie (2Div) en was gestationeerd in Antwerpen. Als actief regiment werd het 6Li op oorlogsvoet gebracht bij de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 25 augustus 1939. Het regiment bracht van eind september 39 tot eind maart 40 zijn mobilisatieperiode door achter het Albertkanaal ter hoogte van Herentals. Na een korte kampperiode te Beverlo werd het 6Li op 24 april samen met der rest van de 2Div naar Luik gestuurd om er de 11de Infanteriedivisie (11Div) af te lossen in de Versterkte Positie Luik (Position Fortifiée de Liège oftewel PFL).

De Versterkte Positie Luik bestaat uit vier linies waarvan de tweede linie, (de PFLII) ongeveer 28Km lang is en loopt van Barchon tot Boncelles. Deze linie omvat de vernieuwde forten van Barchon, Evegnée, Fléron, Chaudfontaine, Embourg en Boncelles aangevuld met 61 betonnen bunkers in twee echelons. Aan de vooravond van de oorlog is het 6de Linie opgesplitst in drie detachementen die de eerste oorlogsdagen afzonderlijk van mekaar zullen optreden: enerzijds het bataljon I/6Li, anderzijds de bataljons II/6Li, III/6Li, IV/6Li en tenslotte het Peloton Verkenners (Pl Vkr/6Li).

De PFLII linie is ongeveer 28Km lang is en loopt van Barchon tot Boncelles.

De PFLII linie is ongeveer 28Km lang is en loopt van Barchon tot Boncelles.

I/6Li
Het Iste Bataljon (I/6Li), onder bevel van Majoor Deprets [1], is toegevoegd aan de Groepering Gits die naast het I/6Li ook nog het 2de Regiment Grenswielrijders (2CyF), het VIIde Bataljon Speciale Vestingseenheden (VII/SVE), de Iste Groep van het 3de Artillerieregiment (I/3A) en de 2Cie van het 23ste Geniebataljon (2/23Gn) omvatte. Deze tijdelijke formatie verdedigde de Sector Meuse-Aval (Maas-stroomafwaarts) en stond onder bevel van Generaal-majoor Gits, commandant van de infanterie van de 3de Infanteriedivisie. Het I/6Li bezet stellingen in reserve te Heure-le-Romain en Houtain-Saint-Simeon ten zuiden van Bassenge. Het 2CyF stond in eerste lijn opgesteld achter de Maas tussen Lixhe en Wandre, het VII/SVE in tweede echelon achter het Albertkanaal tussen Hallembaye en Vivegnis. Het peloton van Onderluitenant Van Hooghe uit de 2de Compagnie is belast met de verdediging van de sluis op het korte verbindingskanaal tussen de Maas en het Albertkanaal ter hoogte van Visé.

II/6Li, III/6Li en IV/6Li
Het gros van het 6de Linieregiment bevindt zich in het zuidoosten van de PFLII nabij het fort van Boncelles waar ze de midden ondersector van de 2Div zullen bezetten. Ten zuiden bevindt zich het 5de Linieregiment (5Li), in het noorden worden de linies verlengd door de stellingen van het 28ste Linieregiment (28Li). De eenheden die worden ingezet tussen de forten van de PFLII worden intervaltroepen genoemd.

Pl Vkr/6Li
Het Peloton Verkenners (Pl Vkr) van OLt Beeckmans de Westmeerbeek wordt net als het Wielrijderseskadron 2Div (GpCy 2Div) en de andere verkenningspelotons van de infanterieregimenten van de 2Div tijdelijk onder bevel van het 1ste Regiment Lansiers (1L) geplaatst. Het 1L bezet een voorpostenlijn (Alarmstelling oftewel Position d’Alerte genoemd) tussen Kalterherberg en Losheim teneinde elke indringing op het grondgebied te melden. Deze alarmposten hebben een permanentie van ten minste vier militairen die vanuit een versterkte hut de grens waarnemen en bij onraad per telefoon of radiozender alarm kunnen slaan. Het peloton van OLt Beeckmans de Westmeerbeek bezet de PA31 te Losheimergraben.

Vervolgens dient het peloton een reeks geplande weg- en spoorvernielingen uit te voeren om de vijand af te remmen. Het personeel van het peloton verkenners van het 6Li dat niet van wacht is kantonneert tesamen met het Peloton Verkenners van 28Li te Büllingen. Dit omvat enerzijds de gevechtsgroep motorwielrijders die als mobiele reserve behouden wordt, en de overige wielrijders die bij alarm een aantal wegbarricades in de omgeving van het dorp dienen te sluiten.

Staf/6Li
Het regiment wordt om 01u30 gealarmeerd. De manschappen worden uit hun kantonnementen gehaald en uitgestuurd naar hun gevechtsposities. De stellingen worden bezet met uitzondering van enkele onderbemande steunpunten waarvan nog niet al het personeel terug is uit verlof.

In de loop van de dag steken de Duitsers ten noorden van Luik het Albertkanaal over en wordt hier de 7de Infanteriedivisie met het 2Gr, 2C en 18Li volledig uit elkaar geslagen. Een omsingeling van de Versterkte Positie Luik vanuit het noorden wordt dan ook een reëel gevaar. Het uitstellen van een evacuatie zou het verlies van het ganse IIIde Legerkorps kunnen betekenen, en dat risico wil de legerleiding niet nemen. Om 20u00 geeft het Groot Hoofdkwartier dan ook het bevel aan het IIIde Legerkorps om de Versterkte Positie Luik op te geven. De 3de Infanteriedivisie zal naar de linkeroever van de Maas verplaatst worden, terwijl de 2de Infanteriedivisie onmiddellijk naar de K.W. Stelling gestuurd wordt.

Voor het gros van het regiment betekent dit dat om 22u30 het bevel gegeven wordt om nog tijdens de nacht van 10 op 11 mei de verplaatsing naar de K.W. Stelling aan te vatten. De manschappen zullen per vrachtwagen getransporteerd worden. De nodige transportmiddelen worden geleverd door het Iste bataljon van de Legerautogroepering . De colonnes dienen te verzamelen op het instappunt op de baan Jemeppe-Bierset. De paardenwagens zullen per spoor vanuit Jemeppe afreizen. De C47 anti-tankkanonnen van de 13de compagnie vormen een aparte colonne en zullen zich met eigen middelen over de baan verplaatsen. Het III/6 verzamelt reeds om 23u15, maar moet nog eerst al het materieel uit de stellingen halen en op de wagens laden.

II/6Li, III/6Li en IV/6Li
De bataljons openen tevens hun medische hulpposten. Bij het IIde bataljon gaat te Seraing de hulppost open rondom 02u00. Tijdens de loop van de ochtend ontvangen de bataljons het bevel om de stalen Cointet anti-tankhekkens over bruggen en wegen te sluiten, en om enkele geplande vernielingen uit te voeren. Vanaf de middag keren de eerste verlofgangers terug.

I/6Li in versterking van de Groepering Gits
Omstreeks 04u00 krijgt het bataljon melding van een luchtlanding in de richting van Eben-Emael. Men weet op dat ogenblik nog niet dat het om een luchtlanding op het fort zelf gaat. Een uur later overvliegen vijandelijke toestellen de eigen stellingen zonder deze echter aan te vallen. Tijdens de namiddag volgt een luchtaanval op de 4de Compagnie waarbij één militair van de 4Cie gewond raakt. Onder de burgerbevolking van Heure-le-Romain en Houtain-Saint-Simeon vallen talrijke slachtoffers.

PlVkr/6Li
In de vroege ochtend wordt door leden van het “Heimattreue Front” een raid uitgevoerd op het viaduct van Butgenbach. Het gaat om mannen uit de Oostkantons die in Duitsland een speciale opleiding gekregen hadden en waren ingelijfd bij het Brandenburger-regiment. Over hun Duitse legeruniform droegen zij burgerkledij om niet onmiddellijk door de Belgen herkend te worden. Zij slagen erin het vernielingsdetachement geleid door OLt Gerard van het 4de Regiment Wielrijders (4Cy) te overmeesteren waardoor de vernieling van het viaduct van Butgenbach niet wordt uitgevoerd. OLt Beeckman die met zijn peloton vlakbij in Büllingen gekantonneerd is probeert tussenbeide te komen. Tijdens de schermutseling die erop volgt sneuvelt Soldaat Raymond Van Huffel.

Militairen van het 6Li bij een GMC vrachtwagen.

I/6Li in versterking van de Groepering Gits
Omstreeks 11u00 krijgt het bataljon de opdracht om een steunpunt te organiseren ten noorden van de steenweg Houtain-Hallembaye. Het bevel wordt echter om 14u00 weer ingetrokken. Om 17u00 uur wordt een detachement uitgestuurd om heuvel 127 te bezetten. Omstreeks 19u30 is deze taak uitgevoerd ondanks de bombardementen die drie gewonden binnen de eigen rangen veroorzaken. In de verwarring zijn echter twee pelotons van de 3de Compagnie vermist geraakt. Aan het eind van de dag volgt het bevel om Luik te verlaten. Het bataljon krijgt het bevel om zich naar het zuidwesten terug te plooien door een omtrekkende boog rond Luik te maken langs Hermée, Milmort, Liers, Lantin, Hognoul, Fexhe-le-Haut-Clocher en zich vervolgens via Limont naar Fumal te begeven. Hier dient een voorlopige stelling bezet te worden langs de Méhaigne. Tijdens de rest van de dag wordt de verplaatsing voorbereid.

Staf/6Li,
De regimentsstaf komt toe op de K.W. stelling en start met de verkenning van zijn nieuwe stellingen vanaf 16u00. In de toegewezen ondersector worden de bataljonskwartieren vastgelegd.

II/6Li
Het II/6Li vertrekt uit Luik omstreeks 07u00.

III/6Li
Om 02u15 vangt het III/6Li de mars van 9 km naar het opstappunt te Hollogne-aux-Pierres aan. Hier ontstaat enige verwarring met de manschappen van het eerder aangekomen I/5Li. Het III/6Li verlaat Luik rondom 06u15 op het moment van het bombardement op Bierset-Awans. De rit van dit bataljon gaat langsheen Noville, Hannuit, Tienen, Leuven naar Boortmeerbeek. De colonnes worden opgehouden te Tienen en Leuven vanwege bombardementen. Het III/6Li komt toe in Boortmeerbeek omstreeks 12u00 en vat de mars richting Rijmenam aan. Om 17u00 wordt een stellingswissel te Keerbergen doorgevoerd tussen het III/6Li en het I/1J. De Jagers te Voet schuiven een eindje naar het zuiden op en geven hun kwartier over aan het III/6Li.

IV/6Li
Om middernacht wordt het vertrekorder aan het IV/6Li gegeven voor de C47 anti-tankkanonnen en de mortieren. Het materieel wordt verzameld en om 02u00 verlaat het bataljon de stellingen. Het personeel zal slechts 06u15 met autobussen vertrekken. Het bataljon komt aan te Rijmenam omstreeks 13u00. De materieeltrein van het IV/6Li raakt slechts tot Ans waar andere treinen het spoor versperren. Het spoorwegpersoneel is immers verdwenen uit schrik voor de bombardementen. De bewapening wordt vernietigd en het personeel dient zich naar Boortmeerbeek te begeven. Luitenant Lonnoy, commandant van 13/IV/6Li probeert materiaal te recupereren van de vastgereden trein te Ans. Hij stuurt er een detachement op af maar het detachement wordt krijgsgevangen genomen door de Duitsers.

I/6Li in versterking van de Groepering Gits
Om 00u30u vertrekt de colonne uit Heure-le-Romain. De manschappen lopen echter al snel vast in het verkeer van militairen en burgers die uit Luik vertrekken. Er volgt een artilleriebeschieting te Hermée. De groep loopt vertraging op aan de spoorwegovergang te Liers ten gevolge van de ravage op de weg. Er wordt uitgekeken naar een alternatieve weg maar alle straten zijn zwaar beschadigd. Majoor Deprets besluit om naar het noorden uit te wijken en via Villers-Saint-Siméon en Juprelle naar Fexhe-le-Haut-Clocher te trekken. In Villers komt men tot de vaststelling dat de 2de en 4de Compagnie niet volgen. Een estafette wordt uitgestuurd, maar het bataljon kan zich niet hergroeperen. De geïsoleerde 2de en 4de Cie geven niet op en zetten hun tocht naar het westen alleen verder. De straten van Juprelle zijn bezaaid met gesneuvelden van de zware luchtaanval tegen het IIde Bataljon van het 2de Regiment Grenswielrijders (II/2CyF) en het 2de Regiment Lansiers (2L).

Om 08u00 bereikt de Staf/I/6Li, de 1ste en 3de compagnie Fexhe-le-Haut-Clocher waar men verneemt dat de wegen naar het westen reeds afgesneden zijn door de Duitsers. Majoor Deprets besluit terug te keren naar Luik om vervolgens langsheen de vallei van de Maas de stad Namen te bereiken. In de richting van Fooz bemerken ze nog net op tijd een colonne Duitse troepen die kan ontweken worden. Het restant van het bataljon wordt hierna opgesplitst in kleine marsgroepen van 5 à 6 man met telkens een officier, onderofficier of korporaal aan het hoofd. Aan het eind van dag kunnen de meeste detachementen elkaar terugvinden te Namen waar de nacht doorgebracht wordt.

Staf/6Li
De ontplooiing van de Belgische troepen op de K.W. Stelling is nu min of meer compleet. Tussen Lier en Rijmenam staat het IIde Legerkorps opgesteld met de 6de divisie en de 11de divisie aan het front en de 9de divisie in reserve. Tussen Rijmenam en Leuven ligt het VIde Legerkorps met de 2de divisie en de 5de divisie in eerste lijn en de 10de divisie in reserve. De grens tussen de beide korpsen loopt langs de noordrand van Hever, door Rijmenam tot aan de anti-tankmuur.

De K.W. Stelling bestond uit één of twee rijen gevechtsbunkers, en waar mogelijk werden kanalen, spoorwegbermen en overstromingsgebieden geïntegreerd in de stelling.  Waar een sterke hindernis voor handen was volstond één rij bunkers. In open terrein waar men geen gebruik kon maken van hindernissen werd een tweede lijn bunkers aangelegd.  Belangrijke plaatsen werden met bijkomende gevechtsbunkers beschermd en uitgebouwd tot anti-tankcentra. Een honderdtal meter voor de bunkers werden talrijke hindernissen zoals prikkeldraadversperringen, anti-tankgrachten en Cointet-elementen aangebracht. De constructiewerken op de K.W. Stelling werden voor de oorlog uitgevoerd.

Er wordt gestart met de grondige verkenning van de bataljonsstellingen waarna in de voormiddag stelling genomen wordt en aanvang gemaakt met de noodzakelijke werken aan loopgrachten, prikkeldraadversperringen en andere hindernissen. De Staf/6Li neemt zijn intrek in Kasteel Hollaken ten zuiden van Rijmenam aan het kruispunt van de Hollakenbaan en de Boortmeerbeeksebaan.

II/6LI
Het II/6Li wordt in eerste lijn opgesteld ten noordwesten van Keerbergen achter de anti-tankmuur bestaande uit Cointet-elementen. Het bataljon bevindt zich niet alleen op de linkerflank van de 2Div maar ook de linkerflank van het VILK. De stellingen van II/6Li sluiten aan bij die van het 20Li behorende tot de 11Div.

III/6Li
Ook het III/6Li wordt in eerste lijn opgesteld en zal stelling nemen in het zuidelijk voorvak achter de anti-tankmuur ten westen van Keerbergen. Rechts van III/6Li bevindt zich III/5Li.

III/28Li
Het III/28Li dat zich eveneens van Luik naar Rijmenam verplaatste wordt aan zijn regiment onttrokken en toegevoegd aan het 6Li ter vervanging van het te Luik achtergebleven I/6Li. Het III/28Li wordt in tweede linie van het dispositief van 6Li opgesteld. III/28Li richt een bataljonssteunpunt in te Rijmenam en heeft er eveneens zijn bataljonsstaf ontplooid.

Kasteel Hollaken, commandopost van het 6Li tijdens de opstelling aan de K.W. Stelling

I/6Li (-)
De Staf/I/6Li, de 1ste Cie en de 3Cie(-) vertrekken ’s morgens richting Charleroi. Hier wordt contact gezocht met de 2de Infanteriedivisie. De divisiestaf blijkt een verzamelpunt ingericht te hebben te Weerde bij Mechelen. Majoor Deprets vertrekt er per auto naartoe om logement voor de manschappen te organiseren. De mannen zelf worden aan hun lot overgelaten en trekken op alle mogelijke manieren (te voet, per camion, fiets, trein) naar Mechelen.

Staf/6Li, II/6LI, III/6Li, IV/6Li
’s Middags krijgen de mannen hun eerste warme maaltijd sedert 10 mei.

III/28Li
In versterking van het 6Li, opgesteld in tweede echelon te Rijmenam.

Staf/6Li
De ondersector van het 6Li is intussen volledig uitgebouwd, prikkeldraadversperringen werden aangebracht en de munitie is aangevuld. De restanten van I/6Li vervoegen druppelsgewijs het regiment.

I/6Li
De eerste ontsnapten uit Luik die Charleroi wisten te bereiken komen aan te Weerde nabij Mechelen. In de nacht van 14 op 15 mei melden een 150-tal manschappen van de verloren gewaande 2de en 4de Compagnie zich aan bij het regiment. Ze worden doorgestuurd naar het III/28Li te Rijmenam.

III/6Li
Tijdens de nacht van 14 op 15 mei gebeurt een tragisch incident bij III/6Li. Om 22u15 wordt de side-car van Majoor Leestmans te Keerbergen onder vuur genomen door eigen schildwachten wanneer hij na een inspectieronde de eigen linies wou overschrijden. De chauffeur, Soldaat Ockelet wordt gedood en de majoor verwond, hij is niet meer in staat het bataljon nog langer te bevelen en moet vervangen worden.

Staf/6Li
Intussen zijn ongeveer 270 militairen van I/6Li toegekomen te Rijmenam waar ze opgevangen worden door III/28Li. Onder de laatst toegekomen elementen de restanten van de Staf/I/6Li en de 1ste en 3de Cie. De commandant van het 6Li beslist om het I/6Li te ontbinden en de 270 manschappen worden in eerste instantie aangehecht bij III/28Li. De manschappen worden ingezet voor patrouillewerk tegen valschemspringers. Later zal het personeel ook dienen om de infanterieregimenten van de 2de Infanteriedivisie aan te vullen.

III/6Li
Om 19u00 neemt de teruggekeerde Majoor Deprets, bataljonscommandant van het ontbonden I/6Li, het bevel over van III/6Li ter vervanging van Majoor Leestmans. In zijn eerste order legt hij een strenge vuurtucht op: men mag enkel vuren op bevel van de pelotonscommandant. De Duitsers maken contact met de Belgische stellingen. Bij bevriend artillerievuur op Keerbergen valt een granaat te dicht: 4 man sneuvelen, 4 zijn gewond. Na de middag vinden de eerste Duitse verkenningen aan de Cointet elementen plaats. Bij een vuurgevecht vallen slachtoffers aan beide zijden. Onder de gesneuvelden van die dag bevinden zich de Soldaten Otto Baudenelle, Maurice Moonen, Frans Peeters en Jozef Ruts.

III/28Li
Het bataljon opgesteld in tweede echelon ter hoogte van Rijmenam ontfermt zich over de restanten van I/6Li die via Charleroi wisten te ontkomen uit Luik. Deze militairen worden uiteindelijk aangehecht bij III/28Li. Ze worden onmiddellijk ingezet om patrouilles te lopen in het achtergebied van de ondersector van het 6Li.

Staf/6Li
Op 16 mei beslist het geallieerd opperbevel onverwachts om verder westwaarts te trekken. Zonder dat men de KW linie ten volle verdedigd heeft moet de stelling worden prijsgegeven. Het Duitse leger wist immers een doorbraak te forceren in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het Groot Hoofdkwartier moet de K.W. Stelling noodgedwongen opgeven en beslist dat het Belgisch veldleger zich zal terugtrekken op een nieuwe defensieve lijn die loopt van Terneuzen naar Gent en langs het Bruggenhoofd Gent naar Oudenaarde. Het Belgische plan voorziet dat deze terugtocht in twee grote etappes zal verlopen die gedekt worden door twee tijdelijke verdedigingslinies een eerste langsheen het Kanaal van Willebroek en een tweede langsheen de Dender.

Omstreeks 16u00 wordt Kolonel SBH Godeau bij de staf van de 2de Infanteriedivisie ontboden, waar hij zijn orders voor de aftocht van de K.W. Stelling verneemt en de opdracht krijgt om zich in drie nachtelijke etappes naar het Bruggenhoofd Gent te begeven. Het 6Li kan echter niet in zijn geheel terugtrekken, het regiment krijgt van de Staf/2Div de belangrijke opdracht om de terugtocht van de 2Div te dekken. Hiervoor krijgt het 6Li het bevel over I/5Li versterkt met het Pl Vkr/5Li, II/2A en over het Esc Cy 2Div. De regimentscommandant duidt ook het II/6Li, het III/28Li en het Pl Vkr/6Li aan voor deze opdracht. De rest van het regiment vertrekt om 20u30 met de Staf/6Li op kop gevolgd door III/6Li en IV/6Li om via Rijmenam, Hofstade, Zemst, Spilt en Laar het kanaal van Willebroek te bereiken en over te steken via de brug van ‘t Sas. Een achterwaarts CP gesteund door een detachement van 2TTR zal de achterhoede bevelen vanuit het Kasteel Hollaken. De drie infanteriebataljons die deel uitmaken van de achterhoede blijven tot 23u30 de wacht optrekken aan de K.W. Stelling om uiteindelijk rond middernacht afgelost te worden door de pelotons van het Esc Cy 2Div. Na aflossing door Esc Cy 2Div vatten ze de terugtocht naar het Kanaal van Willebroek aan.

II/6Li
Het IIde Bataljon wordt aangeduid om deel uit te maken van de achterhoede van de 2Div. De 6de Compagnie die in diepte stond opgesteld vangt om 22u30 de compagnies in lijn op die samen met de staf van het II/6Li richting westen vertrekken. De 6Cie houdt nog als laatste contact met de vijand en kan na aflossing door een peloton van het Esc Cy 2Div het gevecht afbreken vanaf 23u05.

IV/6Li
Omstreeks 21u30, een uur nadat de kop van de colonne vertrokken is, vertrekt de 13de Compagnie van IV/6Li die enkele bunkers nog bezet hield.

III/28Li
Het III/28Li nog steeds opgesteld in Rijmenam wordt eveneens aangeduid om deel uit te maken van de achterhoede van de 2Div. III/28Li vangt het III/6Li op wanneer dit bataljon zijn stellingen in eerste lijn verlaat. III/28Li blijft in Rijmenam tot ze omstreeks 23u30 afgelost worden door een peloton van het Esc Cy 2Div. Na de aflossing vertrekt het III/28Li naar het Kanaal van Willebroek.

Staf/6Li
De eerste etappe van de nachtmars richting Gent verloopt zonder problemen. Wanneer het regiment het kanaal van Willebroek heeft overschreden en toekomt in de omgeving van Nieuwenrode en Ipsvoorde, iets ten zuidoosten van Londerzeel, houden ze halt.

De manschappen rusten de ganse dag uit.   Omstreeks 15u00 weerklinken schoten uit de richting van het kanaal.  Enkele militairen van het I/5Li die aan het kanaal lagen, verklaren dat de Duitsers de waterloop hebben overgestoken. De mannen worden teruggeroepen naar Humbeek waar het 5Li gekantonneerd is.  Korte tijd nadien valt mortier- en artillerievuur ten oosten van de kantonnementsplaats van het 6Li.  De aanvaller is er in geslaagd het Kanaal van Willebroek bij verrassing over te steken via de half vernielde brug van ‘t Sas.  Eens op de westelijke oever wordt het rustkantonnement van het 5Li aangevallen.  Het II/5Li reageert, en kan het bruggenhoofd indijken door de vijand terug te dringen.

III/6Li
’s Morgens komt het III/6Li na een lange nachtmars toe te Nieuwenrode.  Er wordt de ganse dag gerust tot er mortier- en artillerievuur landt in de buurt van de kantonnementsplaats.  Majoor Deprets laat omstreeks 20u00 zijn kantonnement in Nieuwenrode opbreken om zijn militairen naar de nabijgelegen weiden terug te trekken.  Hierdoor ontsnapt het III/6Li net op tijd aan een Duits artillerievuur op het dorp.  Na het vallen van de duisternis vat het bataljon om 23u00 de mars aan naar Mespelare.  De marsroute leidt via Wolvertem, Merchtem, Wieze en Gijzegem. Hier wordt de Dender overgestoken.

IV/6Li
Het eerste deel van het IV/6Li bereikt iets na het III/6Li eveneens het dorp Nieuwenrode. Omstreeks 17u00 verlaat het IV/6Li het kantonnement om de tweede marsetappe aan te vatten richting Gijzegem.

II/6Li
Het II/6Li dat als laatste de voetmars heeft ingezet, komt om 08u00 toe in Ipsvoorde.  Even voor middernacht vertrekt het II/6Li opnieuw als laatste richting Eekhout bij Gijzegem.

Rustkantonnement ten westen van Gijzegem door het 6Li ingenomen op 18 mei.

Staf/6Li
Het regiment heeft zijn tweede nachtmars op rij uitgevoerd. De mannen zijn doodop, temeer daar er geen bevoorrading is. Er zijn dan ook bijzonder veel achterblijvers. Na de oversteek van de Dender, wordt gekantonneerd in de buurt van Gijzegem ten noorden van Aalst.

Hier wordt overdag uitgerust. De laatste etappe van de terugtocht naar het westen moet het regiment naar de streek van Gijzenzele brengen waar ze een ondersector in het Bruggenhoofd Gent zullen moeten bezetten.

Het Bruggenhoofd Gent (in 1940 beter bekend onder zijn Franse naam TPG – Tête de Pont Gand) werd gevormd door een bunkerlinie ten zuiden van Gent. De verdedigingslinie bestond uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hadden nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel.  De zone tussen Kwatrecht en Eke zal worden verdedigd door het VIde Legerkorps dat hiervoor zal beschikken over de 2Div, de 4Div, de 5Div en de 1Div ChA.

II/6Li
Het II/6Li komt uiteindelijk om 11u30 ten noorden van Eekhout. De laatste militairen bereiken het dorp pas om 13u00. De troepen verlaten Eekhout om 22u00 en zetten zich op weg richting Gijzenzele.

IV/6Li
Na een tweede nachtmars komt de 13de Compagnie aan te Gijzegem. Gijzegem wemelt op dat ogenblik van de Ardeense Jagers. Het bataljon neemt een kantonnementsplaats in langs de baan van Gijzegem naar Schoonaarde ter hoogte van Migroveld.

III/6Li
Het III/6 bereikt Mespelare om 09u30 en het bataljon kampeert in en rond het dorp, achter de Dender onder bescherming van de Ardeense Jagers. Bij de 10de Compagnie vallen enige gekwetsten door vuur van over de Dender. Vanaf 21u00 uur wordt de laatste etappe ingezet. De mars vangt aan van uit Mespelaar via Gijzegem, Lede en Smetlede richting Gijzenzele.

II/6Li
Het II/6Li komt uiteindelijk om 11u30 ten noorden van Eekhout. De laatste militairen bereiken het dorp pas om 13u00.  De troepen verlaten Eekhout om 22u00 en zetten zich op weg richting Gijzenzele.

III/28LI
Het III/28Li vindt een kantonnement oost van Schoonaarde.

Staf/6Li
Na drie opeenvolgende nachtmarsen is het 6Li behoorlijk uitgedund. Het 6de Linie bestaat nog uit 2 bataljons infanterie (II/6Li en III/6Li) en een bataljon klein geschut (IV/6Li), echter zonder de te Luik verloren gegane 76mm mortieren.  Door het vertrek van de Versterkings- en opleidingscentra richting Frankrijk, zal het regiment niet aangevuld kunnen worden en zal deze slagorde behouden blijven tot het einde van de veldtocht.

De 2Div in het Bruggenhoofd Gent. Het 5Li staat opgesteld tussen de Schelde en 6Li dat de rechter ondersector bezet.

De te bezetten ondersector wordt om 06u00 overgenomen van het Bataljon Grenswielrijders Limburg die enkele schetsen van de bezette stelling overmaken aan de staf van het 6Li. Van de te verdedigen stelling is voor de oorlog een volledig dossier met de opstelling en bezetting opgemaakt. Dit dossier is evenwel verloren gegaan. Ook de Cointet en Tetraëder anti-tank hindernissen zijn niet geplaatst. Kolonel Godeau kent de stelling echter uitstekend, hij heeft immers gedurende zes jaar voor het “2e Departement de Génie de Fortification” gewerkt, de instantie die nauw betrokken was bij de bouw van het Bruggenhoofd Gent.

Rond 07u00 komt het 6Li toe op stelling.  Het II/6Li en het III/6Li worden in lijn opgesteld tussen Gijzenzele en de Betsberg. Links van het 6Li bevindt zich het 5Li, terwijl het 28Li in tweede echelon opgesteld wordt. De grens tussen het 5Li (Ondersector Kwatrecht) en het 6Li (Ondersector Gijzenzele) loopt vanaf de Schoolstraat over de Langestraat – Bosstraat zo naar de Geraardsbergse steenweg te Gontrode (Melle). De bunkers A38 (Schoolstraat) en D17 (Langestraat) werden bemand door het 5Li.

Omstreeks 08u00 zijn de verkenningen beëindigd. Met uitzondering van het prikkeldraadnet en de betonnen schuilplaatsen stellen de veldwerken niet veel voor. Het prikkeldraadnet was op meerdere plaatsen verwijderd door de boeren om hun vee naar de weiden te kunnen brengen. Ook het veldwerkmateriaal is onderweg verloren gegaan. Om toch materiaal te hebben om de werken aan te vatten, schuimt men de omliggende boerderijen af, en eisen de officieren spaden, schoppen, houwelen, rieken, bijlen, zagen en ander landbouwgerief op. Eerst begint men het schootsveld op te ruimen en dan te graven. De manschappen zijn moe en hongerig, maar beseffen dat van de voorbereidingsgraad van de stelling hun leven kan afhangen en werken dus hard door.

Voorpostenlijn
Voor de stelling worden twee voorposten uitgezet. De eerste (P1) wordt bezet door twee gevechtsgroepen van het Wielrijderseskadron van de 2de Infanteriedivisie (Esk Cy 2Div) onder leiding van Adjudant kandidaat-beroepsofficier Daems, terwijl de andere (P2) bemand wordt door de resten van het Peloton Verkenners van het 6de Linie. Hun opdracht bestaat erin vijandelijke voorhoedes voor de stelling te melden en verkenningen af te weren. De vooruitgeschoven post P1 bevindt zich in de omgeving van het kruispunt van de Reigerstraat met de Geraardsbergse steenweg en de Groenweg (Vinkemolen) en vooruitgeschoven post P2 in de omgeving van het T-kruispunt Anker waar de Reigerstraat, de Bavegemstraat en de Moortelbosstraat samenkomen. De twee gevechtsgroepen van het Esk Cy 2Div in versterking gestuurd naar de voorpost P1 nemen niet de voorziene stelling in omdat deze reeds door een sectie van het Peloton Verkenners van het 15Li bezet was. Blijkbaar werden zowel eenheden van de 2Div als van de 4Div aangeduid om deze post te bezetten. De twee ploegen stellen zich dan maar op ter hoogte van het kruispunt van de Meerstraat en de Geraardsbergse Steenweg een tweehonderdtal meter meer naar het noorden.

II/6Li
Het II/6Li stelt zich ten zuidoosten van Landskouter op, dwars op de weg Oosterzele-Gontrode rond de Betsberg. Op en rond de Betsberg werd een Weerstandsnest gebouwd bestaande uit 22 bunkers genummerd van Be1 tot Be22. De bunkers staan hier vrij kort tegen elkaar en men vindt er ook alle types van bunkers. De bunkers hadden hier praktisch dezelfde functie als een fort. De verdediging verloopt hier in de vier windstreken (Allround dispositief) en het geheel moest volledig op zichzelf kunnen standhouden. II/6Li installeert zich in het Weerstandsnest Betsberg. De hulppost van het IIde bataljon heeft een onderkomen gevonden in de graanstokerij Van De Velde op de Betsberg en opent om 08u00. Het bataljonscommando neemt zijn intrek in de commandobunker van het Weerstandsnest Betsberg.

Ligging bunkers in ondersector 6Li

III/6Li
Het III/6Li bereikt om 04u00 het dorp Gijzenzele. Het bataljon bestaat nog uit 600 man, één vierde van de lichte mitrailleurs ontbreekt. De steuncompagnie (12Cie) heeft sedert Luik geen Maxim mitrailleurs meer. Wel heeft iedereen nog zijn basisdotatie munitie bij zich. Het III/6Li is in tegenhelling opgesteld van vanaf een punt op 200 meter ten noorden een halvemaanvormig bos (Klein Bos ook wel Bergbos genoemd) tot 300 meter ten zuiden van de oude molen van Gijzenzele, nabij bunker AV10. De bataljonscommandant heeft als opdracht een anti-tankstelling op te bouwen en deze kost wat kost te verdedigen.

Hiervoor ontvangt hij om 10u00 de 13/III/6Li in steun die versterkt werd met een peloton C47 anti-tankgeschut (met slechts drie stukken) van de 14de Compagnie hetgeen een gevoelige stijging van het aantal aan mitrailleurs met zich meebrengt. Op links worden de 9de en de 12de compagnie (zonder mitrailleurs) opgesteld, samen met twee C47 kanonnen. In het midden staat de 10de compagnie en rechts staat de 11de compagnie met één C47. Al de bunkers worden bezet met ploegen van de 13de compagnie. De bunker van het Klein Bos (AV11) beschikt over twee mitrailleurs, de bunker van de molen (AV10) met twee mitrailleurs, de drie bunkers rechts van het dorp met vijf mitrailleurs en één FM en de bunker rechts van de stelling van de 11de compagnie met één mitrailleurs en één machinegeweer FM. De commandobunker in Gijzenzele die is uitgerust met 1 mitrailleurs en 1 machinegeweer wordt ingericht als de commandopost van het III/6Li.

De hele opstelling is bezet om 11u00. Majoor Deprets installeert zijn commandopost in Gijzenzele-dorp. Hij heeft echter een schrijnend gebrek aan transmissiemiddelen, zodat hij zich enkel in verbinding kan stellen met de commandopost van het regiment en van de 10de compagnie. De majoor richt een aanvraag aan het regiment om bevoorrading. Om 14u30 komt het bericht binnen dat uit de richting van Sint-Lievens-Houtem vier tanks vorderen. Twee verkenningspatrouilles worden ten oosten van de weg Oosterzele-Wetteren uitgestuurd, maar deze hebben niets te melden. De werken vorderen goed. In Gijzenzele worden schietgaten in de huismuren geslagen en worden andere muren afgebroken om goede verbindingen te hebben. ‘s Avonds zijn de werken in het dorp bijna ten einde. Een paar hindernissen voor en in het dorp moeten nog aangelegd worden en het koren afgemaaid. ‘s Avonds worden volgende stellingen ingenomen: één gevechtsgroep van de 9de Compagnie wordt naar de bunker aan het Klein Bos gestuurd om er de nabije beveiliging van te verzekeren en een andere naar de linkerlimiet van de stelling, in verbinding met het Iste Bataljon van het 5de Linie.

Staf/6Li
‘s Nachts werkt één derde van het personeel op de stelling terwijl één derde waakt en de rest rust. De nacht is kalm, buiten het binnenlopen van een colonne Ardense Jagers omstreeks 01u00 met een gevangen Duitse officier, valt er niets te melden. In Gijzenzele blijft alles rustig. Er valt niets te melden en de troepen beleven een rustige voormiddag. De regimentscommandant voert een inspectie uit van de bataljons en lijkt tevreden. In de vroege namiddag wordt de stelling overgevlogen door Duitse vliegtuigen, daarna keert de stilte weer terug.

De medische hulppost van het II/6Li werd opgesteld in de jeneverstokerij te Landskouter.

Plots wordt Gijzenzele hevig bestookt door artillerievuur. Verschillende huizen, waaronder dat van de pastoor, worden beschadigd. De pastoor zelf, de enige inwoner die ter plaatse is gebleven, wordt gekwetst en na verzorging in de hulppost van het IIIde Bataljon afgevoerd naar de commandopost van het regiment.

Voorpostenlijn
Om 09u30 melden burgers aan post P1 dat op zo’n drie kilometer voor de stelling een Duitse motorfiets met zijspan op een mijn is gelopen. Twee vrijwilligers van het Esk Cy 2Div, de soldaten Bal en Dauwen, gaan met een motorfiets de zaak onderzoeken. Ze vinden een vernielde zijspan met twee gesneuvelde Duitsers. Hun automatische wapens en hun papieren worden meegenomen en afgegeven op de commandopost van het 6Li.

Om 12u30, meldt het Peloton Verkenners dat ze van uit P2 acht vijandelijke sidecars hun post hebben zien naderen. Ze verlaten hun stelling, maar worden teruggestuurd. Het is echter te laat. Als ze hun stellingen opnieuw willen bezetten, is de post al ingenomen door Duitsers: P2 is verloren.

Omstreeks 14u00 wordt post P1 hevig beschoten. Kolonel Godeau beveelt deze te ontruimen.

II/6Li
Het Iste Bataljon van het 171ste Duitse Infanterieregiment (I/171 (D) IR) krijgt als opdracht om door te stoten naar de wijk Kwaadbeek terwijl het IIde Bataljon van het 171 (D) IR richting Landskouter gaat. Wanneer het I/171 (D) IR in de flank onder vuur wordt genomen vanuit de bunkers gelegen aan de Betsberg trekken ze zich terug. Het 171 (D) IR dringt niet verder aan en blijft tot grote ergernis van de 56ste Duitse Infanteriedivisie zitten in Oosterzele. Het 171 (D) IR had aan het HQ van de 56 (D) ID verkeerdelijk gemeld dat ze Lemberge al bereikt hadden.

III/6Li
Gezien er nog steeds geen bevoorrading is bij het III/6Li wordt een verlaten bakkerij opengebroken. In de compagnies wordt beroep gedaan op soldaten die de bakkersstiel kennen en met de achtergelaten ingrediënten wordt er voor heel het bataljon brood gebakken, tot groot genoegen van de manschappen.

Rond 14u00 leggen de Duitsers een dicht rookscherm aan ter hoogte van de baan Oosterzele-Wetteren en vallen aan gebruik makend van vlammenwerpers. De bunkers aan het Klein Bos (AV11) en aan de oude molen (AV10) worden omsingeld en ingenomen. Een tiental man wordt hierbij krijgsgevangene gemaakt maar de gevechtsgroep die de bunker van het Klein Bos (AV11) bezet kan zich vrijvechten en voegt zich terug bij het IIIde Bataljon. De vijand dringt door in de stelling van het IIIde Bataljon en slaagt erin het Klein Bos te bezetten. De artilleriewaarnemers van Gijzenzele hebben de vijandelijke batterij ontdekt die ononderbroken het dorp onder vuur neemt. Er wordt vuurversterking van artillerie gevraagd met als voornaamste doelstelling het Klein Bos en de ontdekte batterij, die zich ten oosten van de weg naar Geraardsbergen bevindt, onder vuur te nemen. De schoten treffen doel, het bosje lijkt geschoren, de vijandelijke batterij houdt op met vuren en verplaatst zich.

Om 19u00 vermindert het vijandelijke schieten. Het III/6Li ontvangt nu steun van het II/28Li. Luitenant Moyson wordt met zijn peloton ter beschikking gesteld van de 9de Compagnie om ingeschakeld te worden bij de verdediging van het zuidelijk gedeelte van Gijzenzele. Eén sectie van 13/IV/6Li, onder leiding van de Compagniecommandant, Luitenant Lonnoy, voert om 19u30 een offensieve patrouille uit naar het Klein Bos. Ze bereikt het bos, tracht door te dringen tot aan de oost-rand, maar wordt verrast door een hevig mitrailleurvuur. De patrouille trekt zich terug met vier gekwetsten. Ondertussen heeft Onderluitenant Van Saceghem (9Cie) zich met enkele mensen van zijn compagnie kunnen opstellen in de terreinscheur juist ten westen van het bos. Hij wordt eveneens onder vuur genomen vanuit het bos, hij dringt niet verder aan en keert terug naar zijn stelling in de schoot van de 9de Compagnie. De Duitsers blijken goed opgesteld te zijn in het Klein bos en blijven aan onderhouden cadans vuren. Eveneens worden artillerie en ‘Minenwerfer’ ingeschakeld. Gedurende de nacht vuurt de vijand zonder ophouden. Ze gebruiken lichtspoormunitie en laten vuurpijlen op het dorp neerkomen. Verliezen van de dag: 4 gewonden; de 10 manschappen die de 2 verloren bunkers bemanden, worden als vermist opgegeven.

Staf/6Li
De staf van het 6de Linie verwacht een aanval bij het ochtendgloren. De artillerie wordt ingeschakeld om de mogelijke voorbereidingen ervan te storen.

III/6Li
Te 03u30 vraagt majoor Deprets een artilleriebeschieting aan van het Klein Bos. De vuuraanvraag wordt stipt en heel nauwkeurig uitgevoerd. De Duitsers wagen het niet om, zoals verwacht, vroeg in de voormiddag langsheen de Betsberg door te stoten naar Merelbeke. Eerst moet de situatie gunstiger zijn op hun rechterflank te Kwatrecht-Gijzenzele. Omstreeks 04u30 krijgen de Duitsers versterking. Twee Duitse vrachtwagens, waarvan één gemerkt met een rood kruis, stoppen voor de weg die leidt naar de molenbunker (AV10). Een goed dozijn gewapende soldaten verlaten de vrachtwagens en zoeken dekking achter deze bunker. De C47mm sectie opgesteld rechts van Gijzenzele schiet een granaat af die de soldaten komend uit de tweede vrachtwagen treft. Een tweede granaat ontploft in de nabijheid van één der voertuigen en een derde granaat treft een voertuig. Enkele vijandelijke soldaten vluchten. Het is onmogelijk de vluchtende Duitsers met de geweren te bevuren omdat ze meer dan 500 meter van de linies verwijderd zijn. De gevechten bij de 9Cie nemen in hevigheid af en de commandant van het IIIde Bataljon neemt gesterkt door de gedachte dat de Duitsers geen versterkingen hebben ontvangen het initiatief om een tegenaanval in te zetten teneinde de twee verloren bunkers weer in te nemen. Onderluitenant Van Saceghem zal met een groep het linkse gedeelte van het bos omsingelen. Luitenant Lonnoy en onderluitenant Moyson (II/28) zullen samen met een afdeling van de groep DBT (granaat-lanceerders), het centrum van het bos voor hun rekening nemen. Eerste Sergeant Zaumbreckers zal met een gevechtsgroep en 5 man van het peloton “buiten rang” afkomstig van de 9Cie, een omtrekkende beweging maken teneinde het rechtse gedeelte van het Klein Bos langs het zuiden te omsingelen. De C47 mm zullen juist voor de aanval de plaatsen beschieten waar de vijand laatst gemeld is.

Om 08u00 openen de kanonnen C47mm het vuur op de vijandelijke stellingen. Onder het klaroengeschal zetten allen zich in beweging. Onderluitenant Van Sacegehem slaagt erin om onmiddellijk een Duitser krijgsgevangen te nemen (soldaat Schubert van het 25ste Duitse infanterieregiment). Twee Duitsers worden neergeschoten door Eerste Sergeant Zaumbreckers; anderen vechten verbeten terwijl ze zich terugtrekken. De groepen van onderluitenant Moyson bereiken de oostkant van het bos zonder noemenswaardige tegenstand te hebben ondervonden. De vijand heeft 15 doden achtergelaten, doch geen enkele gewonde. De Schaapstalbunker (AV11) is heroverd en de manschappen van het II/28ste vestigen zich aan de oostkant van het bos. De groepen die hebben deelgenomen aan de aanval brengen buitgemaakte voorwerpen mee: 5 machinegeweren voorzien van munitie, enkele geweren, twee revolvers, schouderknopen van het Duitse 25ste infanterieregiment en identiteitspapieren gevonden op dode soldaten. Twee der lichte machinegeweren zullen dienst doen bij de herbewapening van de schaapstalbunker, de drie andere zullen verdeeld worden onder de eenheden die zich reorganiseren.

09u45: het bosje is volledig heroverd en ook bunker AV11 (Schaapstalbunker) is opnieuw in het bezit van de Belgen. AV 10 (Molenbunker) kon niet ingenomen worden. De mannen van het 6de Linie vinden in het bosje op de heuvel 14 Duitse gesneuvelden en enkele gewonden. Een gewonde Duitser opent het vuur op de naderende Belgen en men is verplicht de man te doden om aan zijn hardnekkige weerstand een einde te stellen. Vijf Duitse machinegeweren met bijhorende munitie worden buitgemaakt door de Belgen. Twee van de buitgemaakte MG’s worden opgesteld in de heroverde bunker AV11. Om 10u30 signaleert een artilleriewaarnemer van het 2A dat zowel AV10 als AV11 heroverd zijn. Doch weerom een half uur later, na een kort voorafgaandelijk bombardement waarbij 2 mensen van het 6de Linie sneuvelen, bestormen de Duitsers opnieuw het Klein Bos waar de manschappen van het II/28Li stelling hadden genomen.

11u30: de groep van II/28 die zich aan de oostkant van het bos bevindt, wordt in de flank aangevallen en ziet zich verplicht terug te trekken. Ze worden verdreven door aanhoudende salvo’s uit vijandelijke machinegeweren. Met een aanzienlijke versterking neemt de vijand het bos terug in handen. De bevelhebber van 11de Compagnie heeft 18 vijandelijke groepen geteld die in rijen achter elkaar het bos zijn binnengetrokken (± 200 manschappen).

Rond 13u15 opent de Duitse artillerie over gans de lijn het vuur, ze beschieten Gijzenzele met drie ononderbroken bombardementen. Stukka’s overvliegen de stellingen en mengen zich in de gevechten door Gijzenzele te bombarderen en te mitrailleren. Enkele moordende scheervluchten worden uitgevoerd op de 10Cie van III/6Li. Hierbij vallen 8 gesneuvelden, 17 gewonden en 3 machinegeweren worden buiten gebruik gesteld. In het centrum van het dorp is de toestand niet beter, de bakkerij krijgt een voltreffer waarbij 1 dode en 6 gewonden te betreuren vallen in de totaal vernielde bakkerij. Een granaat valt in de commandopost van de 9Cie, waarbij een telefonist-seiner gedood wordt en Luitenant Vinoelst en Adjudant Geurden raken gewond. Voor de deur van de commandopost van III/6Li slaat een granaat in. Hierbij sneuvelen er 3 militairen, waaronder een telefonist-seiner van de staf, en vallen er 3 gewonden. Meerdere gewonden werden geteld bij de 12de en 13de compagnie. Alle telefoonverbindingen zijn verbroken. Alleen de radioverbindingen blijven intact.

Dit groots opgezet vijandelijk artilleriebombardement geeft meer de indruk de voorbode te zijn voor een nakende Duitse aanval. Majoor Deprets laat dan ook wanneer de Duitse artillerie zwijgt het Klein Bos opnieuw door de Belgische artillerie onder vuur te nemen. De timing was perfect, de vijand werd geraakt net op het moment dat de vijand wil aanvallen. De Duitsers aarzelen. Enkele groepen verlaten het bos en vorderen richting Gijzenzele. Het IIIde Bataljon opent het vuur met al zijn beschikbare middelen, gekwetste Duitsers vallen neer en slepen zich terug naar het bos. Er vallen heel wat doden. De aanval stopt, de vijand sleept zijn gesneuvelden mee en keert terug in het bos.

14u00: in de loop van de namiddag wordt de Duitse aanval opnieuw toegespitst op de sector Gijzenzele-Kwatrecht. De Duitse divisie voelt zich gesterkt door de aankomst van Panzerjäger en van de zware Artillerie, terwijl ook steun is toegezegd door de Luftwaffe. Tegenover Gijzenzele staan nu ook de kanonnen van het 2de bataljon van het 67ste artillerieregiment opgesteld. De bomen van het bos tussen Kleistraat en Veldstraat dekken hen tegen observatie van de Belgen. Niettemin worden ze toch door een waarnemer van onze 16de infanteriedivisie opgemerkt. De vijandelijke artillerie, aanzienlijk sterker dan op 20 mei, schept nieuwe moed voor de Duitsers. Een nieuwe artilleriebeschieting van de zuidrand en het centrum van Gijzenzele wordt uitgevoerd waarbij opnieuw vijf militairen sneuvelen terwijl tien anderen worden verwond en afgevoerd. De vijand valt terug aan ditmaal op de grens tussen het 5de Linie en het 6de Linie. Ze worden echter tegengehouden door het hevige vuur van het IIIde Bataljon en druipen terug af naar het bos. De Duitse artillerie staakt het vuren. Het IIIde Bataljon herschikt de stellingen en stelt enkele elementen op, naar het noorden gericht.

17u00: enkele Duitsers lopen terug in de andere richting. Even later meldt kolonel Godeau dat de noorderbuur (5Li) zijn kwartier verlaten heeft en dat de noordgrens volledig onbewaakt is. De vijand rukt daar stelselmatig op onder dekking van de korenvelden. Enkele Duitse soldaten worden door onze fuseliers neergeschoten. In looppas komen de Duitsers naderbij. Hij vraagt steun aan de divisie en verkrijgt het Wielrijderseskadron van de 2Div in versterking.

18u00: hername van de Duitse aanval op Gijzenzele. Het IIIde Bataljon ontvangt twee T.13-tanks in steun van de Compagnie Antitank van de 2de Infanteriedivisie. Eén wordt opgesteld bij het peloton van Luitenant De Neve, de andere bij het peloton van Luitenant Van Damme. De T.13 rechts heeft het hard te verduren, want de C.47 laat het afweten. Meerdere vijandelijke groepen trachten op te rukken, doch worden steeds teruggeslagen. Toch kunnen enkelen onder hen tot aan onze eerste linies doordringen en de voorste gelederen van het Peloton De Neve aanklampen. Sluipschutters posteren zich in bomen, ze zijn bijna niet op te sporen. Het peloton De Neve moet onder een voortdurende beschieting zijn stellingen verlaten. Commandant III/6Li neemt onmiddellijk tegenmaatregelen, twee vooruitgeschoven groepen van het peloton Van Bril onder leiding van Onderluitenant Van Saceghem, slagen erin het verloren terrein terug te bezetten zonder noemenswaardige reactie van de Duitsers. Op het kruispunt van de baan Gontrode-Gijzenzele op 400 meter ten oosten van de spoorweg (Potaardewijk) treft kolonel Godeau onderluitenant De Neve en zijn manschappen aan. Hij geeft hen zo’n hevige uitbrander dat de soldaten hem wenend smeken hen hun fout te vergeven. Hij neemt Onderluitenant De Neve zijn kentekens af, en roept hem terug te keren naar zijn stelling om er zijn sterren terug te winnen. In looppas verdwijnen ze terug naar Gijzenzele. De vijand heeft zich weer teruggetrokken in het bos en het hevige strijdgewoel van de namiddag maakt plots plaats voor een relatieve stilte ‘s avonds. De stelling is ongeschonden, maar er zijn talrijke verliezen. Toch is het moreel goed. De Duitsers blijken toch niet zo onoverwinnelijk te zijn en dat schept terug vertrouwen.

19u00: de bevelhebber van het EskCy 2Div, dat in versterking werd gestuurd van III/6Li, meldt zich op de commandopost en wordt om 20u10 uur opgevangen door luitenant Lonnoy. Het IIIde Bataljon neemt zijn vroegere opstelling weer aan. De manschappen van het linkse peloton hebben hun werk, zij vuren als bezetenen. Aan de linkse zijde op meer dan 400 meter verwijderd, zien ze vijandelijke groepen oprukken en even snel verdwijnen in de achtergrond van de stelling van I/5Li. Bij het 5de Linie beginnen zich op dat ogenblik symptomen van vermoeidheid te tonen. Groepjes infanteristen trekken achteruit, bezwijkend voor de zware beschieting. Luitenant Lonnoy die naar de hulppost was gestuurd, brengt het peloton van OLt Denies behorende tot het I/5Li terug. Majoor Deprets geeft deze officier opdracht zijn verlaten stelling terug in te nemen. Gedurende de nacht probeert de vijand nog enkele doorbraakpogingen ondersteund door vuur van mitrailleurs en machinegeweren, enig artilleriegeschut en veel meerkleurige vuurpijlen. III/6Li houdt echter stand. De toestand bij het 5Li is echter bedenkelijker, de linkerflank wordt ernstig bedreigd. Vandaag heeft het IIIde Bataljon 29 manschappen verloren, 85 anderen zijn gewond. De 10de Compagnie wordt om middernacht versterkt met een peloton mitrailleurs van de 13de Compagnie.

II/6Li
Voor het IIde Bataljon zetten de Duitsers omstreeks 13u30, gelijktijdig met de start van de aanval uit het Klein Bos, de aanval in vanuit Meerstraat. Deze aanval wordt snel afgeslagen door het hevige vuur van de verdedigers van de Betsberg en de artilleriesteun van 2A. De vijand keert terug naar zijn vertrekstelling. Het Weerstandsnest Betsberg houdt makkelijk stand en wordt verder niet meer verontrust deels omdat de Duitsers beseffen dat ze de Betsberg enkel kunnen verschalken nadat ze de stelling omsingeld en afgesloten hebben.

Staf/6Li
Op de Conferentie van Ieper wordt onderling tussen Belgen, Fransen en Britten beslist dat het front achteruit moet. De reden voor deze beslissing lag bij het feit dat de Duitsers er in geslaagd waren om bij Oudenaarde, in de Britse sector, een permanent bruggenhoofd over de Schelde te vestigen. Hierdoor verloor het Bruggenhoofd Gent al zijn belang en was terugplooien noodzakelijk. Het Belgische leger zal de aftocht naar de Leie aanvatten en rondom Gent worden de Belgische posities herschikt. Een plan wordt opgemaakt om het Bruggenhoofd Gent georganiseerd te ontruimen. De 16de en de 18de Infanteriedivisies zullen de stad verdedigen. De 1ste Infanteriedivisie zal in de nacht van 22 op 23 mei de stad verlaten en naar de streek van Kortrijk verhuizen. De 2de en de 4de infanteriedivisie zullen diezelfde nacht in het Bruggenhoofd Gent contact afbreken en over de Leie trekken. Ten zuiden van de stad zullen de 1ste Divisie Ardense Jagers en de 5de Infanteriedivisie nog achter de Schelde moeten blijven tot de nacht van 23 op 24 mei om zich vervolgens ook achter de Leie terug te trekken.

Kwatrecht is in handen van de Duitsers en praktisch alle Belgische bunkers worden door de Duitse infanterie bezet. Alleen bunker A40 naast de spoorlijn, in de voortuin van de Landbouwschool, wordt nog verdedigd door de Belgen. De toestand is vooral kritiek bij het I/5Li dat de sector tussen de Landbouwschool en Gijzenzele-Dorp moest houden. De vijand is er in geslaagd een wig te drijven tussen het I/5Li en het III/6Li zodat de verdedigers van Gijzenzele met omsingeling worden bedreigd. Broodnodige versterkingen worden naar het dorp uitgezonden: het Wielrijderseskadron van de 2de Infanteriedivisie en het Peloton Verkenners van het 5de Linie.

III/6Li
Te 06.00 uur komt een Gemengde Compagnie Wielrijders van het III/1ChA toe in Gijzenzele en neemt stelling neemt aan de noordrand van het dorp. Samen met het 1e Peloton Wielrijders van Luitenant Papeians de Morchoven krijgen zij van Majoor Deprets opdracht om de verloren stellingen van het I/5 te heroveren. De Belgische artillerie bestookt de vijandelijke stellingen gedurende 10 minuten voordat de aanval van start gaat. Het detachement trekt ten aanval maar de vijand biedt geen weerstand, in het bos vinden ze vele dode Duitse soldaten.

In de volledige sector worden Duitse patrouilles opgemerkt en onder vuur genomen. Deze groepjes waren echter niet met offensieve doeleinden uitgestuurd maar zochten in de al hoog opgeschoten gewassen naar gesneuvelde of gekwetste strijdmakkers. De Belgische alertheid bemoeilijkte dit werk. De Belgen geloven dat de Duitse aanvallen hun doel missen omdat ook de Duitse soldaten moe zijn maar in feite waren deze speldenprikken als verkenning bedoeld. De Duitsers hadden namelijk gemerkt dat de Belgische lijnen versterkt werden en aftasten van de huidige sterkte was nodig om de aanval van 23 mei voor te bereiden.

Om 15u00 uur brengt Luitenant Papejans kentekens afkomstig van het Duitse 152ste Infanterieregiment, enkele wapens, helmen en documenten mee en maakt ze over aan Majoor Deprets. Het is kalm op de stelling. Sporadisch vallen enkele schoten van automatische wapens. De rest van de dag blijft het rustig en men maakt gebruik van deze adempauze om de stellingen te herstellen en te verbeteren.

Rondom 18u00 voert de regimentscommandant een ronde uit langs de eerste lijn. Kolonel Godeau laat de commandopost van het IIIde Bataljon verplaatsen naar een meer beschutte plaats. Ook worden de bataljons bevoorraad: het IIIde Bataljon ontvangt naast voedsel en munitie, vier nieuwe FM30’s. Een goed half uur later, omstreeks 18u30, flakkert het geweervuur opnieuw op te Gijzenzele en er komt een groot aantal granaten neer op het dorp. Weldra staan enkele woningen in lichterlaaie. De Belgische verdedigers zijn bijzonder verontrust en er wordt ongecontroleerd over-en-weer geschoten. Na het invallen van de duisternis kunnen de manschappen gekalmeerd worden en de wilde schietpartij houdt weldra op. Nu en dan klinkt nog een enkel geweerschot van Duitse zijde of wordt de nachtelijke stilte verbroken door een ontploffende granaat.

In Gijzenzele-Dorp staat het Esk Cy 2Div als volgt opgesteld: het 1ste Peloton zit in de huizen op de zuidoostelijke rand van het dorp; in de achtergevels welke naar het front gericht zijn, werden schietgaten gemaakt en men is ook begonnen met het graven van verbindingsloopgraven tussen de verschillende tuintjes der woningen. Pelotons 2 en 3 heeft men gebruikt om de rondom verdediging van het dorp aan te vullen terwijl het 4de Peloton (Pl Mi, onder bevel van adjudant De Boodt) zich aangesloten heeft bij de Compagnie Mi van III/6de Linie ten westen van de huizenkern. Drie T13 tankjagers staan op de toegangswegen tot het dorp.

Rond die tijd krijgen de verschillende commandoposten het bevel tot terugtrekken. De soldaten zijn doodop, maar twee dagen vechten, heeft hen geleerd dat de Duitse Wehrmacht niet onverslaanbaar is en weer moet een goed verdedigbare stelling prijsgegeven worden. Op sommige plaatsen heeft die stelling zelfs helemaal geen gevechtscontact gehad. Voor het moreel van de troep is dit order geen oppepper en bij de officieren is de stemming niet opgewekt: hoe dit manoeuvre uitleggen aan de manschappen zonder al te veel ontmoediging te scheppen? Majoor Deprets ontvangt om 20u00 het bevel tot terugtrekking naar Nevele aan het Afleidingskanaal van de Leie. De posities worden verlaten vanaf 23u00. Eén peloton per compagnie en het Esk Cy 2Div met versterking van twee T13 voertuigen
blijven achter als achterhoede onder leiding van Kapitein-commandant Dubois. Het vlot uitvoeren van de operatie was een moeilijke opdracht gezien het wegennet niet geschikt is om massale troepenverplaatsingen op korte tijd op te vangen en ook omwille van het gering aantal bruggen over de Schelde bezuiden Gent. Het Esk Cy 2Div moet de aftocht dekken te Gijzenzele vanaf 01u00 in de nacht van 22 op 23 mei. Twintig minuten na middernacht ligt Gijzenzele nog steeds onder intens artillerievuur.

Opstelling van de 2Div aan het Afleidingskanaal van de Leie .

Staf/6Li
De laatste Belgen trekken zich na middernacht terug uit Gijzenzele. Op het rechter uiteinde van het dorp staat een woning in brand. De vlammen slaan over op andere huizen en de straat waarin zich de commandopost van het Esk Cy bevindt wordt spookachtig verlicht door de vlammengloed. Op bevel van hun eskadronscommandant, Cdt Van Bever, verlaten het 2de en het 3de Peloton om 01u00 hun stellingen aan de rand van het dorp. Luitenant Papejans moet met zijn 1ste Peloton als laatste het dorp verlaten onder dekking van de T13’s. Het is reeds dag als de eerste elementen van het III/6Li te Nevele aankomen. Het III/6 bereikt Osschein om 09u00. Het II/6 arriveert in Nevele om 11u00. De achterwacht van Gijzenzele bereikt de stellingen van dit bataljon om 15u00. De 13de Compagnie van IV/6Li bereikt als laatste Nevele en marcheert om 13u40 het dorp binnen. Het regiment krijgt rondom 20u40 te horen dat het de stelling in derde lijn zal bemannen tussen Hamme tot Hansbeke.

III/6Li
Het 2de, het 3de en het Peloton Mi (zware mittrailleurs) verzamelen iets na 01u00 bij de fietsenstelplaats op de wijk Mellehoekske op ongeveer 400 m buiten Gijzenzele. Hier ligt een gevechtsgroep
onder bevel van wachtmeester Vermeulen (4Pl Mi), over de weg. Eens iedereen verzameld, rijden de cyclisten via de Potaardewijk naar Landskouter waar ze om 01u45 aan de spoorweg aankomen. Voorzichtigheidshalve worden een paar lichte machinegeweren opgesteld aan de overweg. De rest van de mannen gaat op de harde ballast liggen. De jongens zijn zo moe dat ze direct in slaap vallen. Het moreel is nochtans uitstekend. Om 02u10 komt ook Lt Papejans aan. De terugtocht is perfect verlopen en Gijzenzele was stil op de het ogenblik van het vertrek. Tien minuten later begeeft het Esk Cy zich verder op weg via Lemberge-Bottelare-Schelderode, om er bij het krieken van de dag over de pontonbrug te rijden. Hier eindigt hun opdracht bij III/6Li.

Staf/6Li
Het regiment werkt aan de verkenning en de organisatie van de stellingen die van de Jagers te Voet werden overgenomen. Het 6Li wordt in diepte opgesteld over de ganse breedte van de divisiesector. Voor hen staan in het noorden het 5Li en in het zuiden het 28Li opgesteld. Het II/6Li is actief aan de oostrand van Hansbeke en het III/6Li ten noorden van Hansbeke, inclusief Hamme. Er komt nog een restant van I/6Li binnen: OLt Neerinck met 45 man van 1e en 3e Compagnie die in Luik contact met het regiment verloren.

Staf/6Li
Verdere werken aan de stellingen worden uitgevoerd in moeilijke omstandigheden. Er is geen eten, weinig drinkwater, de alomtegenwoordige Duitse luchtmacht, talrijke rondzwervende vluchtelingen en een quasi onmogelijke militaire bevoorrading.

Staf/6Li
’s Middags krijgt het regiment de opdracht om de stellingen van het 28ste Linie over te nemen.

II/6Li
Het II/6Li ondergaat een luchtaanval waarbij enkele verliezen vallen.

III/6Li
Majoor Deprets zal met het III/6Li de stelling aan het Afleidingskanaal van III/28Li overnemen. Zijn colonne vertrekt om 21u00 en bereikt de nieuwe linies rondom 23u30.

Staf/6Li
De bataljonscommandanten verzamelen om 14u30 op de commandopost regiment om nieuwe orders te ontvangen. Om 17u00 dient het 6de Linie, gedekt door het 28ste Linie, terug te trekken naar Aalter voor een nieuwe stellingname. Om middernacht krijgt het regiment te horen zal zich terugtrekken naar Ruddervoorde.

II/6Li
Het II/6Li is volledig opgesteld omstreeks 02u00. De rest van nacht organiseert men zich. Alles blijft kalm. Het II/6Li vertrekt zoals opgelegd omstreeks 17u00 en laat een achterwacht achter. Het II/6Li doortrekt de Kestelstraat te Aalter omstreeks 19u00 waar de colonne lichte bommen dient te incasseren met 2 doden en 22 gekwetsten tot gevolg. De Duitsers werpen er ook strooibriefjes uit die de Belgen aanmanen om zich over te geven. Om 21u00 komt men aan te Maria-Aalter. De manschappen organiseren in de mate van het mogelijke een kantonnement tussen de vluchtelingen. Rondom 23u00 stelt het II/6Li zich op te Sterrewijk waarna Kapitein-commandant Kengen het bevel van het II/6Li overneemt.

III/6Li
Het III/6Li vertrekt zoals opgelegd omstreeks 17u00 en laat een achterwacht achter. Rondom 23u00 stelt het III/6Li zich op 2Km ten zuiden van Maria-Aalter.

Staf/6Li
Voor zonsopgang wordt de mars aangevat langsheen Maria-Aalter, Het Aanwijs, Wildenburg, Beekhoek en Rijsberge.

Bij zonsopgang is men te Beekhoek. Het dorpscentrum ligt onder artillerievuur en wijkt uit via de velden waar tweemaal een artilleriesalvo voor de kop van de colonne valt. Het dorp Rijsberge wordt bereikt om 07u00 en het regiment stelt zich op. Het vaandel wordt naar het hoofdkwartier van de 2de Infanteriedivisie overgebracht. Om 09u00 worden Duitsers waargenomen in de richting van Wingene. Er wordt een patrouille samengesteld uit Majoor Deprets, Luitenant Lonnoy en twee soldaten. Deze merkt echter geen vijanden op. Bij hun terugkeer om 10u00 meldt Kolonel Godeau de capitulatie aan Majoor Deprets en Commandant Kengen.

Kolonel Godeau maakt de personeelsstaat op: 62 officieren, 162 onderofficieren en 1011 korporaals en soldaten zijn in Ruddervoorde gegroepeerd. 34 paarden zijn nog bruikbaar. Het 6e Linie rolt zich op te Hertsberghe en blijft er tot 2 juni.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
13/IVALLAERLeoSdtMil3620.01.1916Antwerpen21.05.1940Lemberge
StafBAECKELouis, E.L.Kapt gen28.01.1902Etterbeek29.05.1940Brugge
12/IIIBASTIAENSSENSPetrus, A.O.SdtMil3621.07.1916Stabroek24.05.1940Torhout
OnbekendBAUDENELLEOtto, L.H.SdtMil3821.03.1919Rotterdam (NL)15.05.1940Keerbergen
15/IVBERNARDRené, P.C.KplMil3707.05.1916Laken27.05.1940AalterGedood in luchtaanval op Kestelstraat.
15/IVBERTELSJoannes, E.KplMil3924.01.1920Turnhout27.05.1940AalterGedood in luchtaanval op Kestelstraat.
10/IIIBOEYTheodoor, A.A.SdtMil3913.10.1919Boom21.05.1940Gijzenzele
15/IVBRAEMRegulusSgtBV13.03.1919Koewacht30.05.1940AalterOverleden in Sint-Antoniuskliniek.
9/IIIBRAETEdouard, C.SdtMil3809.05.1918Gent24.05.1940Gijzenzele
9/IIICOENMarcel, H.L.SdtMil3828.12.1918Antwerpen20.05.1940Gijzenzele
2/IDE BACKERJozef, E.J.SdtMil3909.05.1920Zwijndrecht14.05.1940Luik
2/IDE LANDTSHEERCharles, J.SdtMil3925.05.1920Antwerpen14.05.1940Luik
10/IIIDE WEVERJozef, K.SdtMil3627.05.1916Antwerpen22.05.1940Torhout
5/IIDEMIALodewijk, A.SdtMil3629.12.1915Antwerpen18.05.1940Willebroek
OnbekendDONCKERSKarelSdtMil3809.08.1918Meer21.05.1940Gijzenzele
7/IIDUFRASNEVictor, J.SdtMil3912.03.1920Antwerpen22.05.1940Tielt
OnbekendELLEGEERTPieter, M.SdtMil3813.08.1918Antwerpen12.05.1940Xhendremael
OnbekendHAPERSEdmond, L.SdtMil3627.12.1916Antwerpen21.05.1940Gijzenzele
2/IHUFKENSJozef, P.SdtMil3929.04.1920Herentals14.05.1940Luik
10/IIIHUYLENBROECKAlbert, K.L.SdtMil3725.07.1917Oudegem21.05.1940Gijzenzele
2/IJACOBINFrans, H.SdtMil3826.04.1916Beersel15.05.1940Luik
7/IIJOOSVictor, J.KplMil11.07.1919Antwerpen21.05.1940Gent
OnbekendJORDAENSConstantSdtMil3604.11.1915Ekeren26.05.1940Aarsele
5/IILAMBERSFlorent, L.SdtMil3820.08.1918Melsele11.05.1940Borgworm
OnbekendLAMBRECHTSLeo, L.W.SdtMil3817.09.1919Mortsel22.05.1940Merelbeke
14/IVLEGEINMaurice, A.SdtMil3701.08.1917Koksijde21.05.1940Landskouter
Staf/IIIMAELFAITRichardMajAct17/12/1889Kortrijk27.05.1940Aalter
13/IVMAESFransSdtMil3817.06.1919Melsele12.05.1940Villers-le-Peuplier
OnbekendMAESTheofiel, A.SdtMil3821.08.1918Sint-Niklaas21.05.1940Gijzenzele
5/IIMAREELSAchielSgtBV3821.11.1920Wetteren22.05.1940Westmeerbeek
6/IIMOONENMaurice, A.N.KplMil3927.09.1918Antwerpen15.05.1940Keerbergen
OnbekendNEYRINCKXFlorimondSdtMil3416.01.1914Kallo10.05.1940Veldwezelt
11/IIIONCKELETSergeSdtMil3917.11.1919Berchem14.05.1940Keerbergen
OnbekendPALINCKXLouisSdtMil3816.06.1915Stabroek03.06.1940AalterVerwond op 27.05.
Overleden in Sint-Antoniuskliniek.
OnbekendPARIJSFlorimond, F.Sdt7/01/1898Wondelgem21.05.1940MelleKlaroenblazer
10/IIIPEETERSFransSdtMil3917.02.1920Antwerpen15.05.1940Keerbergen
OnbekendPEETERSLouis, F.SdtMil3923.05.1920Lier12.05.1940Xhendremael
OnbekendRAECKELBOOMAlbert, C.J.SdtMil3808.12.1918St-Amandsberg20.05.1940Gijzenzele
7/IIROSSEELFrans, J.SdtMil3823.08.1918Antwerpen22.05.1940Merelbeke
10/IIIRUTSJozef, H.G.SdtMil3924.11.1919Antwerpen15.05.1940Keerbergen
9/IIISCHALBROECKJacob, A.P.SdtMil3822.02.1919Borgerhout21.05.1940Lemberge
9/IIISCHEERDIJKLodewijkSdtMil3828.12.1918Antwerpen21.05.1940Gijzenzele
OnbekendSCHOLIERSVictorSdtMil3316.11.1913Boom26.05.1940Gottem
12/IIISELSHenri, J.SdtMil3831.07.1919Brussel21.05.1940Gijzenzele
7/IISOMERSFlorent, L.KplMil3914.10.1917Amsterdam (NL)27.05.1940Leffinge
OnbekendTHYSAloïsSdtMil3505.02.1915Dessel21.05.1940Merelbeke
OnbekendTISSONGeorges, G.SdtMil3806.08.1917Quaregnon12.05.1940Xhendremael
OnbekendVAN COPPENOLLEAlbert, A.R.KplMil3715.07.1917Ronse26.05.1940Wielsbeke
OnbekendVAN DAMMEHendrik, T.SdtMil3915.12.1919Elversele21.05.1940Melle
OnbekendVAN DER VORSTJosephSdtMil3905.11.1919Deurne21.05.1940Gijzenzele
OnbekendVAN GENECHTENJoannes, A.J.SdtMil3609.11.1916Geel12.05.1940Rijmenam
OnbekendVAN GOETHEMAlfons, A.S.SdtMil3402.06.1914Beveren-Waas26.05.1940Gottem
PlVkrVAN HUFFELRaymond, G.J.SdtMil3820.01.1920Antwerpen10.05.1940Bütgenbach
9/IIIVAN LAERAlbert, L.B.SdtMil3627.11.1916Antwerpen21.05.1940Merelbeke
OnbekendVAN LAETHEMOmer, H.SdtMil3703.10.1917Lieferinge21.05.1940Gijzenzele
15/IVVAN OVERSCHELDEAlfredSdtMil3707.03.1918Temse27.05.1940AalterGedood in luchtaanval op Kestelstraat.
StafVAN SPRENGELHenri, A.SdtMil3619.11.1915Geel21.05.1940Gijzenzele
11/IIIVAN THIELENAlfonsSdtMil3807.09.1918Boechout25.05.1940Aarsele
10/IIIVERELSTGerard, J.SdtMil3814.09.1919Antwerpen21.05.1940Gijzenzele
11/IIIVERHEUGENDesiré, F.SdtMil3930.10.1919Antwerpen26.05.1940TorhoutVolgens bidprentje: ° op 31/10/19 en + Torhout 27/5
6/IIVERHEYENJoseph, F.KplMil3927.11.1919Deurne14.05.1940Luik
OnbekendVERHOEVENAlfonsSdtMil3603.06.1916Oelegem17.05.1940Hombeek
6/IIVERSCHUERENJozef, L.SgtMil3804.10.1914Antwerpen16.05.1940Rijmenam
4/IWEERDTSHendrik, M.M.SdtMil3822.07.1919Antwerpen12.05.1940Xhendremael
15/IVWENSConstant, A.SdtMil3609.09.1916Lede26.05.1940Aalter
10/IIIWINDEYEmiel, L.SdtMil3930.04.1919Mariekerke25.05.1940Tielt
9/IIIWOUTERSFerdinand, E.SdtMil3607.10.1916Antwerpen22.05.1940Merelbeke

Bibliografie en Bronnen

  1. Curriculum Vitae Majoor Desprets [On Line Beschikbaar] https://www.gijzenzele.be/WP/dagverslagen-meidagen-2/ [Laatst geraadpleegd 28 juli 2019].
  2. Cammaert, M., 1993, De geschiedenis van het 6 linieregiment, [n.p]: vzw 6 Linie.