Reglementaire benaming | Grootprovoostdienst | GProv | Grande Prévoté | GPrév | |
Type | Militaire Politie | |
Ontdubbeld van | Territoriale Rijkswacht | |
Onderdeel van | ||
Bevelhebber | Luitenant-kolonel Joseph Daelemans | |
Standplaats | Staf van de Rijkswacht Kroonlaan te Brussel |
|
Samenstelling | Staf | |
Detachement Politie en Bewaking Gevangenen (Kapitein-commandant Nicolas Parmentier) | ||
Detachement Surveillance (Kapitein-commandant René Lepez) |
De Grootprovoostdienst wordt pas op 10 mei 1940 op volle sterkte gebracht met Rijkswachters uit de territoriale brigades en heeft een bijzonder veelzijdige rol:
- Enerzijds staat de eenheid in voor de bewaking van Duitse gevangenen en prominente Belgische verdachte individu’s. Zo wordt ook Rex aanvoerder Léon Degrelle onder bewaking van de eenheid beplaatst.
- Daarnaast levert de Groot Provoostdienst speciale bewakingsdetachementen voor strategisch belangrijke installaties achter de legerzone.
- Ook voert de eenheid taken van algemene militaire politie uit binnen de diverse formaties van ons leger. Het opsporen van deserteurs in opdracht van de militaire auditeurs is een voorbeeld uit dit takenpakket.
- Tenslotte wordt de Groot Provoostdienst ingeschakeld bij het inrichten en uitbaten van opvang- en triagecentra voor Belgische militairen die van hun eenheid afgezonderd werden bij de terugtocht.
De staf van de Rijkswacht te Brussel is in eerste instantie verantwoordelijk voor het samenstellen van de Grootprovoostdienst. Hiervoor wordt beroep gedaan op reguliere Rijkswachters en leden van de Aanvullende Rijkswacht uit de grensprovincies. Deze brigades en detachementen dienen zich na het uitvoeren van de hun bij een vijandelijke invasie opgelegde taken terug te trekken naar Brussel voor nieuwe orders. Een belangrijk aantal van hen wordt doorgestuurd naar de diverse provoostdiensten, waaronder ook de Grootprovoostdienst. Luitenant-kolonel Genard is op dat ogenblik Grootprovoost van het leger. Zijn eenheden worden aanvankelijk te Brussel gevormd.
De hier onder vermelde annecdotes komen uit het slechts een handvol bewaarde losse documenten van de Grootprovoostdienst.

Net zoals deze Rijkswachters, droegen ook leden van de Groorprovoostdienst het normale Rijkswachtuniform.
Op de eerste oorlogsdag wordt een detachement van het Wielrijderseskadron van de Grootprovoostdienst naar het legerdepot van Sint-Niklaas gestuurd om er hun militaire uitrusting in ontvangst te nemen. De militairen moeten daarna terug hun standplaats te Brussel vervoegen. Het eskadron bestaat niet alleen uit Rijkswachters, maar omvat ook reservisten van allerlei andere wapens.
De op de eerste oorlogsdag door ons leger gemaakte Duitse krijgsgevangenen worden naar Lombardsijde overgebracht en in het kamp opgesloten.
De Grootprovoostdienst assisteert bij de opvang en de reaffectatie van de uit het grensgebied gevluchte Rijkswachters en leden van de Aanvullende Rijkswacht.
De algemene diensten van de Grootprovoostdienst worden naar Brugge overgebracht.
Kapitein Van Oppen en Luitenant Rathe krijgen de opdracht om te Zaventem een triagecentrum voor van hun eenheid verdwaalde militairen in te richten. Dit centrum moet ten dienste staan van de eenheden langsheen de K.W. Stelling.
De vanaf 10 mei gearresteerde verachte prominente Belgen worden naar Béthune in Noordfrankrijk gevoerd. Onder hen bevindt zich onder meer Rex-leider Léon Degrelle.
Het detachement te Brugge neemt een aantal bewakingstaken over. Ondermeer de gevangenis en het agentschap van de nationale bank worden door de Grootprovoostdienst bewaakt.
Het triagecentrum voor verdwaalde militairen te Zaventem wordt omstreeks 21u00 gesloten op initiatief van Kapitein Van Oppen. De Rijkswachters vervoegen de aftocht van ons leger naar het westen. Van Oppen ontdekt bij zijn doortocht te Brussel dat de staf van de Rijkswacht ontruimd werd zonder zijn detachement te ontlasten van zijn opdracht.
De Grootprovoostdienst staat in voor de bewaking van de goudreserve van de nationale bank bij het transport naar Oostende.
Kapitein Van Oppen en zijn Rijkswachters komen na hun vlucht uit Zaventem aan te Ieper, na overnacht te hebben te Geraadsbergen, Deinze en Zwevegem. Het detachement wordt vervolgens door Kapitein-commandant Lessire naar Watou gestuurd om de identiteit van de naar Frankrijk vluchtende Belgische burgers te controleren.
Kapitein Van Oppen wordt door Luitenant-kolonel Tierens van uit Veurne naar Hazebroek in Noordfrankrijk gestuurd om er opnieuw een triagecentrum voor gevluchte Belgische militairen in te richten. Het centrum opent rond het middaguur.
Het triagecentrum van Hazebroek wordt gesloten nadat vernomen wordt dat de Duitsers Abbeville hebben ingenomen en noordwaarts oprukken.
De Grootprovoostdient organiseert een controlelijn tussen Menen en Gistel met het oog op de komende Leie-slag. Tussen deze twee gemeentes worden op alle wegen controleposten opgesteld om eventuele deserteurs en gevluchte militairen te onderscheppen.
De Grootprovoostdienst staat in voor de bewaking van de Franse en Britse militaire missies bij ons Groot Hoofdkwartier te Sint-Andries bij Brugge.
Kapitein Van Oppen wordt aangeduid om te zetelen in de enige krijgsraad te velde die door het Groot Hoofdkwartier samengeroepen werd tijdens de Achttiendaagse Veldtocht.
Luitenant-kolonel Daelemans, Grootprovoost, laat het enige opsporingsbericht van de veldtocht verspreiden onder de Rijkswacht en de Provoost diensten van de korpsen en divisies voor elf Belgische militairen die wegens verscheidene misdrijven dienen gevonden en gearresteerd te worden. Onder hen enkele plunderaars en deserteurs, waaronder ook verschillende Rijkswachters:
- Geneesheer Kapitein 1ste Klase Beckers, voor desertie uit het Aanvullingshopsitaal te Oostende
- Luitenant Moonen, voor desertie uit het Aanvullingshopsitaal te Oostende
- Wachtmeester Bormans, voor desertie uit de Provoostdienst van het IVde Legerkorps
- 1ste Wachtmeester Constant, voor desertie uit de Provoostdienst van het IVde Legerkorps
- Rijkswachter Chetter, voor desertie uit het bewakingsdetachement van het Groot Hoofdkwartier
- Wachtmeester Denul, voor desertie uit de Provoostdienst van de Territoriale Dienst van de Legerzone
- 1ste Wachtmeester Vincart, voor desertie uit de Provoostdienst van de Territoriale Dienst van de Legerzone
- Soldaat Hasaers, 24Gn, voor het plunderen van twee huizen te Zichem
- Soldaat Van Looy, 24Gn, voor het plunderen van twee huizen te Zichem
- Soldaat Van Keirsebilck, voor desertie uit het Detachement Bewaking van de Grootprovoostdienst
- Luitenant Outefeu, 17Gn, voor postverlating
De Grootprovoostdienst blijft bij het Groot Hoofdkwartier tot en met 6 juni, dag waarop ook de generale staf afgevoerd werd naar de krijgsgevangenschap. De meeste Rijkswachters keren nadien terug naar hun brigade en gaan onmiddellijk weer in dienst.
- Dossier Grootprovoostdienst, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie