Reglementaire benaming | Magazijn voor Brandstoffen en Smeerstoffen Magasin de Carburants et de Matières de Graissage | MCMG |
|
Type | Logistieke Steuneenheid | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Onderdeel van | Directie voor aan- en afvoer bij het Leger | |
Bevelhebber | Kolonel E. Bovy | |
Standplaats | Diverse Commandopost te Ertvelde-Rieme |
|
Samenstelling | Staf | |
Magazijnen (1Kapt BVM Roman) | ||
Compagnie Administratie (Lt C. Van Eyndhoven) |

Situatieschets van het brandstofdepot in het Nijverheidsdok van de haven van Brugge (CHD).
Staf/MCMG
De staf van het Magazijn voor Brandstoffen en Smeerstoffen (MCMG) wordt te Ertvelde-Rieme langsheen het Kanaal Gent-Terneuzen gemobiliseerd. De eenheid beheert verscheidene voorraden aan brandstoffen en smeerstoffen, zowel voor het veldleger als voor de militaire luchtvaart. De voornaamste installaties bevinden zich op de terreinen van de Purfina raffinaderij langsheen dit kanaal. Daarnaast beschikt het magazijn nog over voorraden op binnenschepen die in het Nijverheidsdok nabij de Krakeleweg in de haven van Brugge klaar gehouden worden. Dit depot staat onder het bevel van Luitenant André Victoor en wordt mede beheerd door Adjudant Maurice Vandenberghe die met zijn vrouw en twee kinderen een woning aan te ingang van het terrein betrekt.
Op de tweede oorlogsdag stuurt de 3de Afdeling van het Groot Hoofdkwartier een bevel naar Directie voor aan- en afvoer bij het Leger om het Magazijn voor Brandstoffen en Smeerstoffen te voorzien van drie sleepboten die tevens over een pompinstallatie beschikken. Het GHK acht het immers waarschijnlijk dat het magazijn tijdens de veldtocht moet verplaatst worden. Het personeel moet door het magazijn zelf geleverd worden. Er worden ook twee bijkomende soldaten naar het magazijn gestuurd. Hiermee komen de effectieven op 1 officier, 2 onderofficieren en 39 manschappen. Naast de 3 sleepboten, behoudt het magazijn zijn 24 binnenschepen.
Staf/MCMG
In de mate van het mogelijke worden diverse stocks naar het westen van het land overgebracht. Rond 16 mei, bij de start van aftocht van het veldleger van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde wordt de staf van het magazijn verplaatst naar Oostende. Vanaf die datum worden zoveel mogelijk voorraden van het Kanaal Gent-Terneuzen geëvacueerd. Zo zal in de daarop volgende dagen een deel van de brandstof ondergebracht worden in de stations van Veurne, Adinkerke, Diksmuide en Roeselare en op de tussenliggende spoorlijnen. Enkele binnenschepen worden verplaatst naar de kanalen van de Westhoek. De installaties te Ertvelde-Rieme sluiten definitief op 19 mei. De nog aanwezige brandstof wordt dan gesaboteerd door toevoeging van suiker.

Ligging van het drijvend depot van het Magazijn voor Brandstoffen en Smeerstoffen in de haven van Brugge
Te Brugge wordt op 16 mei bij een luchtaanval de provinciale elektriciteitscentrale onherroepelijk beschadigd. Hierdoor komt het depot in de Brugse haven zonder stroom voor zijn pompinstallaties te zitten. Tot aan het eind van de veldtocht wordt hier geen enkele liter brandstof meer verdeeld.
Staf/MCMG
De belangrijkste opslagplaatsen voor brand- en smeerstoffen bevinden zich op het einde van de veldtocht te Koksijde en Veurne. Het depot in de Brugse haven is evenwel nog steeds ter plekke en omvat op 28 mei maar liefst zestien binnenvaartuigen die samen 1.135.000 liter brandstof bevatten. Daarnaast beschikt het depot over nog meer dan 150.000 liter methyl alcohol in vaten. Luitenant Victoor is niet meer aanwezig en Adjudant Vandenberghe staat in voor de overgave van de volledige voorraad aan de bezetter.
Geen gesneuvelden bekend.
- Over de veldtocht van het magazijn is relatief weinig gekend.