9de Infanteriedivisie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 9de Infanteriedivisie | 9ID
9ème Division d’Infanterie | 9DI
Type Infanteriedivisie
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van IIde Legerkorps
Bevelhebber Luitenant-generaal Richard Vander Hofstadt
Commandant Infanterie Generaal-majoor Georges Liénard
Stafchef Majoor SBH burggraaf Yves Poullet
Commandant Artillerie Luitenant-kolonel Libert Thomas
Commandant Gezondheidsdienst Geneesheer Majoor Armand Dans
Intendant Majoor Alphonse Copette
Commandant Transportkorps Kapitein-commandant Jean Claes
Standplaats Dekkingsstelling Albertkanaal
Sector Herentals-Eindhout
Hoofdkwartier te Heist-op-den-Berg – Commandopost te Wiekevorst
Samenstelling Hoofdkwartier
  8ste Linieregiment
  16de Linieregiment
  17de Linieregiment
  4de Regiment Artillerie
  9de Bataljon Genie
  9de Bataljon Transmissietroepen
  Wielrijderseskadron 9ID
  Compagnie Getrokken C47 9ID (Kapitein-commandant Jean Panneels)
  Compagnie C47 op T13 9ID (Luitenant Nestor Collin)
  Geneeskundig Korps 9ID Staf (Med Lt J. Desmesmaecker)
    Geneeskundige Versterkingcompagnie (Med 1Kapt Charles Henaut)
    Lichte Ambulance (Med 1Kapt Charles Breulet)
    Ambulance Infanteriedivisie (Med 1Kapt Georges Arveng)
    Sanitair Treinpeloton (Lt J. de Duve)
    Autopeloton der Sanitaire Vervoersformaties (Lt A. De Bisschop)
  Compagnie Intendance 9ID (Luitenant E. Van Bellingen)
  Transportkorps 9ID Staf (Lt G. De La Haye)
    Peloton voor Infanteriemunitie (Lt Robert Vandevelde)
    1ste Autopeloton voor Infanteriemunitie (Lt E. Van Den Bosch)
    2de Autopeloton voor Infanteriemunitie (Lt G. Van Hoorebeke)
    1ste Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt F. Hopff)
    2de Autopeloton voor Artilleriemunitie (Lt E. Roels)
    Autopeloton voor Ravitaillering (Lt R. Boucart)
    Autopeloton voor Materieel (Lt graaf A. le Grelle)
    Atelier voor Herstelling van het Wagenpark (Lt L. Neelemans)
  Compagnie Luchtafweermitrailleurs (Kapitein-commandant Auguste Van Alstein)
  Provoost (Luitenant Benoit Sanders)
Tijdelijke Eenheden Iste Groep 2de Regiment Legerartillerie
  Iste Groep, IIIde Groep en VIde Groep 16de Regiment Artillerie
  IIde Bataljon 10de Regiment Hulptroepen

Tijdens de mobilisatie

Kasteel Groeningenhof te Kontich, HK van de 9Div tijdens de eerste week van zijn mobilisatie.

Staf/9Div
De 9de Infanteriedivisie (9Div) wordt opgericht op 1 september 1939 bij de afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan. De divisie kreeg één infanterieregiment van het actieve leger en twee regimenten van de eerste reserve. Aanvankelijk hadden het 6Li en 28Li deel moeten uitmaken van de divisie, maar dit werd op 2 september 1939 aangepast naar het 8ste Linieregiment (8Li) en het 16de Linieregiment (16Li). Het 17de Linieregiment (17Li) wordt aangeduid als derde infanterieregiment van de 9Div. De divisiestaf wordt samen met de organieke eenheden gemobiliseerd in de gemeenten rondom Kontich-Kazerne, waar het gros van de uitrusting en bewapening opgeslagen is. De divisiestaf vindt onderdak in het Kasteel Groeningenhof van de familie de la Faille. Het wagenpark van de infanterie wordt geleverd van uit Antwerpen. De C47 kanonnen en trekkers waren opgeslagen in het Fort van Walem. De mobilisatie duurde drie dagen.

Op 6 september 1939 vertrekt de divisie naar de kazernes te Antwerpen, met uitzondering van het 4de Regiment Artillerie (4A) dat over de kazernes van Lier en Brasschaat verdeeld wordt en de eenheden van het Transportkorps die in de Berthoutkazerne te Mechelen zouden verblijven. Het hoofdkwartier verbleef eerst in de Koloniale Hogeschool en vervolgens in het Middelheimhotel te Antwerpen.

Hotel Bosch en Duin te Kasterlee waar de het HK van de 9Div zich installeerde tijdens de winter van 1939.

Hotel Bosch en Duin te Kasterlee waar de het HK van de 9Div zich installeerde tijdens de winter van 1939.

Op 14 september 1939 wordt de 9Div doorgestuurd naar het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten [2] om stelling te nemen rond Turnhout. Midden oktober wordt de sector van de divisie verlengd tot de ganse zone tussen Sint-Lenaarts in het westen en Dessel in het oosten. Gedurende deze periode verblijft de divisiestaf in Hotel Bosch en Duin te Kasterlee.

Eind december worden het 2de Autopeloton voor Infanteriemunitie (2PAMI) en het 2de Autopeloton voor Artilleriemunitie (2PAMA) op park geplaatst in Fort V te Antwerpen, beschermd door een peloton luchtafweermitrailleurs. Heel wat manschappen van deze pelotons zouden tot 10 mei gedemobiliseerd worden.

De Cie C47 9ID wordt opgericht op 10 januari 1940. De Vde Groep van 4A werd op 15 januari 1940 overgeheveld naar het nieuw opgerichte 21ste Regiment Artillerie (21A).

Op 24 februari 1940 wordt de 9Div op de Vooruitgeschoven Stelling afgelost door de 18de Infanteriedivisie (18Div) om in maart 1940 gedurende vier weken in het Kamp van Beverlo te verblijven. De helft van het 4A ondernam een schietperiode in het Kamp van Houthalen. Deze periode wordt afgesloten met een grote oefening op burgerterrein in noord Limburg waarbij een tegenaanval op een vijandelijke invasie gesimuleerd werd.

Na de oefening, op 29 maart 1940, wordt de divisie doorgestuurd naar de sector Herentals-Eindhout op het Albertkanaal waar ze de 2de Infanteriedivisie (2Div) aflost. Deze sector omvat van west naar oost de spoorbrug van Herentals, de wegbrug van de Lierseweg te Herentals, de brug van de Herenthoutseweg bij nabij de Hannekenshoek, de brug van de Aarschotseweg, het sluizencomplex te Olen, en de bruggen van Neerbruul, Hoogbruul, Punt en Stelen.

De omkadering van de divisie is zoals elders binnen het sterk uitgebreide leger eerder zwak. Bij de infanterie heeft ongeveer 80% van de compagnies één actieve officier. Bij de artillerie ligt deze verhouding iets gunstiger. Er is vooral een groot gebrek aan beroepsonderofficieren. Op 16 april gaat de divisiestaf eindelijk over tot het oprichten van een kaderschool te Herentals. Deze school omvat vijf officieren en twee adjudanten van het actieve kader en wordt geleid door Kapitein-commandant Vervoort van het 17Li onder toezicht van Generaal-majoor Liénard. Telkens 16 officieren en 20 onderofficieren van het reservekader zullen hier een vervolmakingscursus van 12 werkdagen volgen. Aan de vooravond van de Duitse inval is de tweede sessie ongeveer halverwege.

Op 26 april 1940 beveelt het IIde Legerkorps (II/LK) aan de divisie om een alternatieve positie te verkennen langsheen de Nete, vanaf de brug van Itegem over Westmeerbeek tot aan kilometerpaal 0,5 van de baan van Kessel naar Zoerle. Generaal-majoor Liénard coördineert de verkenningen en laat voldoende merkschetsen opmaken en verdelen onder de eenheden. Het IIde Bataljon van het 10de Regiment Hulptroepen van het Leger (II/10/2Gpg HuTL) wordt vervolgens uitgestuurd om met het aanleggen van defensieve posities te starten.

Staf/9Div
Precies om middernacht vraagt het IIde Legerkorps aan de divisiestaf om zich klaar te houden om belangrijke orders te ontvangen. De permanentie in het Hoofdkwartier te Heist-op-den-Berg wordt verhoogd. Vijftig minuten later wordt de divisie gealarmeerd. Het duurt tot 01u30 eer de bevelen per telefoon doorgegeven zijn aan de eenheden. Op de divisiestaf wordt aandachtig naar de Belgische en Nederlandse openbare omroepen geluisterd. Wanneer Radio Hilversum talrijke Duitse vliegtuigen in het Nederlandse luchtruim meldt, leiden de officieren eerst af dat het om een aanval op het Verenigd Koninkrijk gaat.

Gasthuis in de Sint-Jozefstraat te Wiekevorst, HK van de 9Div op 10 mei 40.

Het hoofdkwartier wordt vanaf 04u30 verplaatst naar het gasthuis aan de Sint-Jozefstraat te Wiekevorst. Dit gasthuis zal al heel snel volstromen met vluchtende burgers op zoek naar een veiliger onderkomen, zodat Luitenant-generaal Vander Hofstadt om 10u30 besluit uit te wijken naar twee boerderijtjes aan de noordoost rand van het dorp. De generaal vreest ook dat het dorp aangevallen zal worden door de vijandelijke luchtmacht.

Er wordt een verbindingsofficier uitgestuurd naar het hoofdkwartier van de 18de Infanteriedivisie die het westelijke deel van het Verbindingskanaal Maas-Schelde dekt. Deze missie zal op post blijven tot de aftocht van het Albertkanaal op 13 mei.

Ondertussen wordt aan de III/4A het bevel gegeven om vier luchtafweermitrailleurs op te stellen op het vliegveld van Herenthout. De schrik voor een luchtlanding zit er goed in.

Omstreeks 17u00 worden Franse verkenningstroepen in de sector gemeld. De Fransen verklaren onderweg te zijn naar Turnhout en Noord-Brabant.

Compagnie Getrokken C47 9Div
De compagnie start de veldtocht op volledige oorlogssterkte, met 174 militairen, 12 stuks anti-tankgeschut, 15 Vickers Utility B trekkers, 18 vrachtwagens, 2 motoren en 13 fietsen. Het stafpeloton en het 1ste Peloton zijn ingekwartierd te Oosterlo en afgedeeld bij het 17de Linieregiment. Het 2de Peloton is aangehecht bij het 8ste Linieregiment en het 3de Peloton bij het 16de Linieregiment.

Compagnie Intendance 9Div
De Compagnie Intendance kantonneert te Heist-op-den-Berg. Na het vertrek van de divisiestaf naar zijn oorlogsstandplaats te Wiekevorst, maakt de compagnie zich klaar voor de in de planning voorziene verhuis naar Mechelen. De eenheid wordt in de loop van de avond ingekwartierd aan de Zwartzustervest 36 aan de noordoost rand van Mechelen.

Geneeskundig Korps 9Div
De eenheden van het geneeskundig korps worden gealarmeerd in hun kantonnementen te Beerzel (Ambulance), Hulsthout (Lichte Ambulance) en Heist-op-den-Berg (overige eenheden).  De medische hulpplaats van de divisie is te Heist-op-den-Berg.

Transportkorps 9Div
Na ontvangst van het alarm verlaat het Peloton voor Infanteriemunitie (PMI) zijn kantonnement te Itegem om tegen 07u30 op zijn alarmstandplaats te Heultje aan te komen. De installatie vertrekken de detachementen voorzien voor het het 8ste, 16de en 17de Linieregiment, zodat het peloton alleen de munitiewerkplaats en de voertuigen met de reservemunitie voor infanteriewapens van de divisie behoudt.

Het 2de Autopeloton voor Infanteriemunitie (2PAMI) en 2de Peloton voor Artilleriemunitie (2PAMA) bevinden zich samen met een peloton luchtafweermitrailleurs in Fort V te Oude God. Het 2PAMI Antwerpen omstreeks 04u30 en komt na een vlotte rit aan te Heultje omstreeks 06u30. Luitenant Van Hoorebeke besteedt de rest van de dag aan de installatie van zijn vrachtwagens en manschappen. Om 20u30 geeft de divisiestaf het bevel om twee bevoorradingscolonnes uit te sturen naar de infanterieregimenten voor het aanvullen van de munitievoorraden. Van Hoorebeke zal een eerste groep van vijf vrachtwagens naar Oosterhoven leiden. Zijn pelotonsadjunct 1ste Sergeant De Vliegher dient te volgen met een tweede colonne. De eerste vrachtwagens vertrekken om 22u00 en zijn een uur later op bestemming.

Het Autopeloton voor Ravitaillering (PARA) wordt eveneens naar Mechelen doorgestuurd. Het Atelier voor Herstelling van het Wagenpark (ARCA) bevindt zich reeds op deze locatie.

Provoost 9Div
De provoostdienst wordt geactiveerd in de loop van de dag. De militaire politie wordt geleid door Luitenant Sanders van het Rijkswachtdistrict Lier. De meeste gendarmen zijn uit brigades van dit district afkomstig.

Staf/9Div
Vanaf dageraad worden de Belgische linies frequent overvlogen op lage hoogte door Duitse toestellen. Hier en daar worden posities gemitrailleerd. Het 17Li beweert een toestel neergehaald te hebben. Ondertussen blijven duizenden vluchtende burgers over de bruggen van het Albertkanaal stromen. Onder hen bevinden zich ook talrijke patiënten van de Staatskolonie voor Geesteszieken van Geel. De militairen pakken de patiënten bijzonder hardhandig aan. Ze worden allen gearresteerd en overgemaakt aan de Rijkswacht.

Om 19u20 wordt de divisiestaf op de hoogte gebracht dat de zware artillerie van I/2LA en de IV/4LA tijdens de nacht van 11 op 12 mei van het Albertkanaal zullen weggehaald worden. De 9de Infanteriedivisie zal dan alleen nog over het 4A en de Iste, IIIde en VIde Groep van 16A beschikken.

Het IIde Legerkorps beveelt te 20u30 om alle kunstwerken over het kanaal op één na te vernielen. De nodige instructies worden gegeven voor het opblazen van de spoorbrug van Herentals, de wegbrug van de Lierseweg te Herentals, de brug van de Herenthoutseweg bij nabij de Hannekenshoek, het sluizencomplex te Olen, en de bruggen van Neerbruul, Hoogbruul, Punt en Stelen. Alleen de brug van de Aarschotseweg blijft nog even staan, tot na de terugtocht van het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum van Herentals. Bij de brug van de Lierseweg bevindt zich op dat ogenblik een Franse colonne met tanks. De Fransen worden tegengehouden door de Belgen en onder groot protest omgeleid naar de brug te Grobbendonk.

Tegen 22u00 zijn de vernielingen uitgevoerd. De bruggen van Stelen en Herentals liggen slechts gedeeltelijk in het water en zullen ‘s anderendaags van nieuwe springladingen voorzien worden. De infanterieregimenten dienen nu elke vier uur patrouilles uit te sturen die de noordelijke oever over een diepte van 1Km dienen te verkennen.

Een half uur later verneemt Luitenant-generaal Vander Hofstadt dat de 6de Infanteriedivisie (6Div), die zich net ten oosten van zijn troepen bevindt, tijdens de komende nacht van het Albertkanaal zal terugtrekken. Vander Hofstadt wil dan ook zijn flankdekking verzekerd zien en laat het 16Li een deel van zijn eenheden verplaatsen naar de Nete tussen Zammel, Westerlo en Zoerle-Parwijs. De pelotons die aan het kanaal het 1ste echelon bemannen, zullen achterblijven terwijl alle andere formaties naar de flankstelling gestuurd worden. Het 17Li dient de bruggen over de Nete van Stelen en Oosterlo te bezetten.

Transportkorps 9Div
Het 1PAMI en 2PAMI krijgen kort na middernacht het bevel om hun standplaats te verleggen naar Keerbergen. De munitietreinen voor de divisies aan het Albertkanaal zullen halt houden op de K.W. Stelling en de munitiepelotons dienen van hier uit hun klanten te bevoorraden. De colonnes vertrekken tussen 00u30 en 01u00 via Herenthout, Heist-op-den-Berg, Putte en Mechelen. Na de passage te Heist-op-den-Berg wordt op de Mechelbaan een lange colonne van het Franse 7de Leger gekruist die op weg is naar zijn ontplooiingszone in Noord-Brabant. De PAMI’s komen aan te Keerbergen rondom 03u00 en plaatsen hun vrachtwagens in een stuk bosland. De manschappen overnachten in hun vrachtwagens. De divisie laat weten dat de pelotons niet bevoorraad zullen worden door de intendance en in hun eigen levensmiddelen moeten voorzien.

De vrachtwagens begeven zich tijdens de ochtend naar het station van Haacht om een munitietrein op te wachten. De trein komt aan met een grote vertraging om 17u00. Het duurt drie uur eer de munitie overgeladen is. Luitenant Van Hoorebeke belt tevergeefs naar de divisiestaf om instructies voor het transport naar het Albertkanaal. De officier kan geen verbinding bekomen en laat de vrachtwagencolonne geladen terugkeren naar Keerbergen.

Staf/9Div
Het Wielrijderseskadron van de divisie keert terug naar de sector Herentals-Eindhout na afloop van zijn dekkingsopdracht langsheen het Kanaal Dessel-Kwaadmechelen. Het 9Gn rond de vernieling af van de bruggen over het Albertkanaal van Stelen en Herentals. Het bataljon start tevens met het laden van de geplande wegvernielingen binnen de sector. De I/4A en I/16A dienen hun vooruitgeschoven batterijen terug te trekken naar hun hoofdstellingen.

Het Franse leger is actief in de driehoek gevormd door het Albertkanaal, het Kanaal Dessel-Kwaadmechelen en het Verbindingskanaal Maas-Schelde. De vijand is hier geïnfiltreerd en de Franse troepen willen het gebied zuiveren.

De rechterflank van de divisie blijft gevrijwaard. De vijand duikt niet op langsheen de Nete, maar ten oosten van de sector is de 6Div gestart met het voortijdig terugtrekken van zijn troepenmacht naar de K.W. Stelling. Te Westerlo heerst de grootste chaos onder de voorbij marcherende troepen van het 1ste Regiment Karabiniers. De vluchtende militairen werpen de twee mitrailleurs en het C47 anti-tankkanon van het 16Li in het water en manen de verdedigers aan om de vlucht te vervoegen, met het argument dat de vijand reeds te Klein-Vorst staat. Het 16Li slaagt er in zijn troepen ter plekke te houden. Tongerlo wordt geplunderd door militairen van de 6Div. Ook een deel van de levensmiddelenvoorraad van het 17Li verdwijnt in de zakken van de vluchtelingen.

Transportkorps 9Div
Het 1PAMI en 2PAMI bevinden zich nog steeds in de Keerbergse bossen. Twee vliegtuigbommen die in de buurt neerkomen, schrikken de manschappen even op maar brengen gelukkig geen schade toe. Tijdens de voormiddag komt een grote stroom vluchtelingen naar het westen op gang. Tussen de talrijke burgers bevinden zich ook vele verloren gelopen militairen, vaak zonder bewapening of uitrusting.

Staf/9Div
Tijdens de vroege ochtend worden de laatste officiersvekenningen teruggeroepen binnen de stellingen. Te Eindhout wordt een loopbrug aangelegd en een vlot gebouwd om troepen naar de noordelijke oever te kunnen brengen ter ondersteuning van de Fransen die nog steeds in de Kempen actief zijn. Deze actie zal echter niet doorgaan.

Op het middaguur geeft het IIde Legerkorps de opdracht op met de voorbereidingen tot de evacuatie van het Albertkanaal te starten. De divisiestaf wordt op de hoogte gesteld van de gebeurtenissen langsheen de Demer/Gete-Stelling en de Dwarsstelling langsheen de Winterbeek. De troepen krijgen de opdracht om in twee nachtelijke etappes naar het Bruggenhoofd Mechelen van de K.W. Stelling terug te trekken. Dit bruggenhoofd vormt een verbinding vanaf de Nete te Walem in het noorden tot de Dijle tussen Muizen en Hever in het zuiden om de belangrijke overgangen over deze beide waterlopen af te dekken. De stelling omvat 21 mitrailleurbunkers, aangevuld met een installatieplan voor de troepen in de tussenliggende zones. De divisie dient zijn hoofdkwartier in het Fort van Walem te plaatsen, waar ook de staf van het IIde Legerkorps intrek zal nemen. Het 10de Regiment Hulptroepen vertrekt onmiddellijk en wordt aan de divisie onttrokken. De eigen troepen dienen de komende nacht af te wachten. Er worden twee marsroutes aangewezen: een eerste route loopt van Herenthout naar Itegem, Aarschot en Onze-Lieve-Vrouw-Waver; een tweede route leidt van Westerlo naar Tongerlo, Heist-op-den-Berg, Putte en Peulis.

Het hoofdkwartier vertrekt in de late namiddag en is vanaf 21u30 operationeel in het Fort van Walem.

Transportkorps 9Div
Het PMI verlaat Heultje om 21u00 en begeeft zich naar Onze-Lieve-Vrouw-Waver.

Staf/9Div
De divisie is op weg naar het Bruggenhoofd Mechelen. De kantonnementen van de infanterieregimenten aan het eind van de eerste etappe liggen net achter de voorste echelons van de sector van de 11de Infanteriedivisie aan K.W. Stelling, wat tot enkele belangrijke incidenten zal leiden. Zo wordt het 8Li op bevel van de 11de Infanteriedivisie nog overdag al weer op pad gezet om de voorbereidingen aan de verwachte frontlinie niet te belemmeren. Elders komen detachementen van de 9de Infanteriedivisie voor reeds vergrendelde Cointet anti-tankhekkens te staan, wat tot vertragingen en omleidingen zal leiden. De ophopingen voor de anti-tankbarrière duren vaak tot na zonsopkomst zodat de troepenconcentraties dan weer makkelijke doelwitten voor de Luftwaffe vormen.

De divisiestaf bepaalt dat in de nieuwe sector het 8Li, 16Li en 17Li van noord naar zuid zullen opgesteld worden. De drie regimenten worden op een lijn geplaatst en dienen hun troepen over een opstelling met twee echelons te verdelen. De divisie verliest tijdelijk zijn artillerieregiment. Het 4A wordt verdeeld over de 6de Infanteriedivisie en de 11de Infanteriedivisie die beiden ten oosten van het Bruggenhoofd Mechelen opgesteld worden.

Het transportkorps slaagt er in om enkele vrachtwagens te vinden die een drietal trips naar Olen zullen maken om de achtergelaten mortierbommen op te halen van de Batterij MVD-58L die bij het sluizencomplex opgesteld stond, maar geen eigen transportmiddelen heeft.

Om 17u00 bezoekt Koning Leopold III en zijn gevolg het Fort van Walem.

Transportkorps 9ID
Het PMI bereikt Onze-Lieve-Vrouw-Waver omstreeks 02u00. Luitenant Vandevelde laat zijn manschappen overdag uitrusten. Hij dient met het peloton om middernacht de K.W. Stelling te kruisen te Peulis om zich vervolgens naar Leest te begeven. Wanneer het peloton zich hier op tijd aanbiedt, komen de paardenwagens voor gesloten anti-tankhekkens te staan. Het detachement van het 20ste Linieregiment dat hier de barrière bewaak, weigert de doorgang. Na heel wat getelefoneer wordt het peloton teruggestuurd naar Onze-Lieve-Vrouw-Waver. Het PMI kan hier de K.W. Stelling kruisen omstreeks 06u00.

De 9de Infanteriedivisie op het Bruggenhoofd Mechelen.

Het 4A blijft verdeeld over de 6de Infanteriedivisie en de 11de Infanteriedivisie, maar de staf van dit regiment verkent de posities die zullen ingenomen worden bij de terugkeer van het regiment naar het Bruggenhoofd Mechelen. De volgende eenheden verblijven nu binnen de grenzen van de sector toegewezen aan de divisie:

  • Ondersector Walem: 8Li, aangevuld met één peloton anti-tankkanonnen van de Cie C47
  • Ondersector Nekkerspoel: 16Li, aangevuld met één peloton anti-tankkanonnen van de Cie C47
  • Ondersector Muizen: 17Li, aangevuld met de staf en één peloton anti-tankkanonnen van de Cie C47
  • Fort van Walem: Staf 9ID, Staf 4A, Staf IILK, Provoostdienst IILK, Staf Cie Luchtafweermitrailleurs IILK
  • Schaliehof: Provoostdienst 9ID
  • Battenbroek: 9TTr
  • Battel: 2Cie en Peloton Park 9Gn
  • Heindonk: Staf Transportkorps 9ID, PAMat 9ID, Staf en één Peloton van de Cie Luchtafweermitrailleurs 9ID
  • Blaasveld: 1PAMI 9ID, Bagagevrachtwagens 9ID, één Peloton van de Cie Luchtafweermitrailleurs 9ID
  • Heffen: Geneeskundig Korps 9ID, Ziekenstal 9ID, 24Gn (minus Compagnie Park), 2PAMA IILK, één Peloton van de Cie Luchtafweermitrailleurs IILK
  • Tisselt: Staf Transportkorps IILK, PAMat IILK, Compagnie Park 24Gn, ARCA IILK, één Peloton van de Cie Luchtafweermitrailleurs IILK
  • Kleine Heide: 2PAMI 9ID, één Peloton van de Cie Luchtafweermitrailleurs 9ID
  • Leest: PMI 9ID, 22TTr, 1PAMA IILK, één Peloton van de Cie Luchtafweermitrailleurs IILK
  • Hombeek: Staf en 1Cie 9Gn
  • Boskant: ARCA 9ID, één Peloton van de Cie Luchtafweermitrailleurs 9ID
  • Oksdonk: 11de Batterij IV/3LA, Staf V/16A
  • Laar: Geneeskundig Korps IILK
  • Kleempoel (Zemst): Bagagevrachtwagens 9de Infanteriedivisie en 11de Infanteriedivisie
  • Puurs: Cie Intendance IILK, PARa IILK,één Peloton van de Cie Luchtafweermitrailleurs IILK
  • Malderen: Cie Intendance 9ID, PARa 9ID

Het 8Li krijgt om 05u00 de opdracht om een officiersverkenning uit te sturen naar de brug over de Grote Nete te Itegem en hier de komst van de vijand af te wachten. De patrouille keert terug rond het middaguur, na contactname met de vijand. Vier militairen werden ter plekke achtergelaten.

Het 9Gn voert een terreinstudie uit voor het aanleggen van obstakels en vernielingen in de nieuwe sector. Er wordt onder meer een anti-tankbarrière gepland op de scheidingslijn tussen het 8Li en het 16Li, nabij de splitsing van de spoorlijn Brussel-Antwerpen en de nu verdwenen industriële lijn naar het Fort van Sint-Katelijne-Waver.

Compagnie Intendance 9ID
Tijdens de namiddag vertrekt de compagnie uit Mechelen om zich te Malderen te gaan vestigen.

Transportkorps 9ID
Het PMI komt aan te Leest omstreeks het middaguur.

Staf/9Div
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (Instruction du Commandement du Groupe d’Armées n°1 getekend door de Franse generaal Bilotte) om verder westwaarts te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft moet de stelling worden prijsgegeven. Het Duitse leger wist immers een doorbraak te forceren in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en in drie nachtelijke etappes terugtrekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Daar waar het geallieerd opperbevel goed begrepen had wat de impact was van de Duitse doorbraak ver in het zuiden, was niet niet zo voor de gewone soldaten. Het bevel tot ontruimen van de K.W. Stelling waar het leger zich goed ingegraven had, stuitte op veel onbegrip.

De 9de Infanteriedivisie zal naar de Bovenschelde overgebracht worden. Het voetvolk van de infanterie van de divisie zal met een konvooi van 120 autobussen van de Legerautogroepering in een ruk getransporteerd worden naar de regio van Kruishoutem. De wielrijders, paardenwagens en motorvoertuigen van de infanterie, en alle andere eenheden van de divisie, zullen via de baan terugtrekken en krijgen hiervoor al naar gelang hun capaciteit twee of drie nachtelijke etappes voorgeschoteld.

De instapwerven voor de infanterie zullen op de autoweg Brussel-Antwerpen liggen, tussen Londerzeel en de baan Mechelen-Dendermonde. De voetsoldaten moeten hun ondersectoren verlaten vanaf 18u00 om te 21u00 ter plekke zijn. Generaal-majoor Liénard zal de operatie leiden. Het 8Li zal getransporteerd worden naar Asper, het 16Li naar Ouwegem en het 17Li naar Zingem. De marsroute loopt via Dendermonde, Schoonaarde en de zuidrand van Gent.

De Batterij MVD-58L wordt definitief uit de slagorde gehaald. Het 4A keer dan weer terug naar de divisie. Het artillerieregiment zal zich in drie etappes verplaatsen.

Transportkorps 9ID
Het PMI krijgt om 17u50 het bevel om Leest te verlaten en in drie etappes naar Kruishoutem terug te trekken. De colonne vertrekt om 19u00. De eerste nachtelijke etappe loopt via Tisselt, Brendonk, Lippelo en Dendermonde tot Zele.

De divisie verneemt dat het 2de Autopeloton voor Artilleriemunitie (2PAMA) van de 7de Infanteriedivisie over zal komen. De 7de Infanteriedivisie is buiten strijd en worden naar het westen van het land geëvacueerd. Het intacte peloton is echter nog inzetbaar.

Staf/9Div
De divisie loopt tijdens de eerste etappe reeds heel wat vertraging op. Tussen Mechelen en Gent moet de marsroute gedeeld worden met formaties van het Franse 7de Leger dat zich na het debacle in Noord-Brabant naar het zuidwesten terugtrekt. De meeste eenheden van de divisie bereiken hun rustkantonnementen voor 17 mei slechts tussen 06u00 en 12u00.

Transportkorps 9ID
Het PMI bereikt Zele om 09u30 en zet om 16u00 zijn tocht verder. De tweede, korte, etappe leidt via Overmeire en Destelbergen tot Sint-Amandsberg. De colonne komt de zelfde dag nog aan omstreeks 20u30.

Staf/9Div
Met uitzondering van de artillerie, zijn de meeste elementen van de divisie aangekomen op hun eindbestemming. De eenheden zijn als volgt ingekwartierd:

  • Divisiestaf, Intendance, Transportkorps en 9TTr: Kruishoutem
  • Geneeskundig Korps: Het Bunder te Kruishoutem
  • 8Li: Asper
  • 16Li: Ouwegem
  • 17Li: Zingem
  • 4A: Sint-Martens-Latem en Drongen
  • 9Gn: Eke en Lozer

De divisie krijgt het bevel zich te ontplooien op de Bovenschelde, tussen Eke in het noorden (exclusief) en Zingem in het zuiden (exclusief). Ten noorden van deze sector begint het Bruggenhoofd Gent en liggen de posities van de 5de Infanteriedivisie. Ten zuiden van de sector zal de 10de Infanteriedivisie plaatsnemen. De infanterie zal op drie echelons opgesteld worden. In het noorden komt het 8Li aan de Schelde te liggen en in het zuiden het 17Li. Het 16Li zal zich achter deze beide regimenten opstellen op het 3de echelon. Het III/16Li wordt aangeduid om de voorposten te bezetten en wordt hiervoor versterkt met zes C47 anti-tankkanonnen. De brug van Gavere en de sluis van Asper zijn de twee kritieke punten in deze sector. Het dorp Asper dient als anti-tankcentrum verdedigd te worden en krijgt voldoende anti-tankgeschut om alle toegangswegen te dekken.

De artilleriecapaciteit zal aangevuld worden met de staf van 12A, de III/12A en IV/12 en het 2PAMA van de 7de Infanteriedivisie. De II/4A en III/12A zullen het 8Li ondersteunen. De III/4A en IV/12A vormen het vuursteunelement van het 17Li. De I/4A en IV/4A leveren het algemeen vuursteunelement van de divisie. De IV/12A zal echter laattijdig aankomen en is pas op 20 mei ter beschikking van de divisie.

Het divisiehoofdkwartier zal opgesteld worden te Edemolen.

De verkenningen van de nieuwe posities starten tijdens de namiddag. De inplaatsstelling zal in de loop van de avond starten.

Compagnie Intendance 9ID
De intendance verlaat Malderen om 18u00 en verhuist naar Kruishoutem.

Transportkorps 9ID
Het PMI verlaat Sint-Amandsberg om 14u00 en rijdt via Gent, Sint-Denijs-Westrem, Deurle en Nazareth naar Kruishoutem. De paardenwagens komen aan rond 18u30. Het dorp is veel te klein voor alle aankomende eenheden zodat het peloton om 21u00 teruggestuurd wordt naar Nazareth. Het PMI zal hier verblijven tot 22 mei.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Staf/9Div
De divisie werkt voluit aan het klaarmaken van zijn nieuwe sector voor het komende gevecht. De werken schieten goed op en tijdens de voormiddag kan het III/16Li teruggetrokken worden van de voorposten om zijn regiment te vervoegen. Vanaf het middaguur blijven nog drie kleine detachementen op de oostelijke oever: één peloton van het 8Li, verdeeld over vier kleine steunpunten aan de oostrand van Gavere, één wachtpost van zeven militairen van het 17Li nabij de sluis van Asper en een gelijkaardige wachtpost van het 17Li te Dikkelvenne.

Geneeskundig Korps 9ID
De medische hulpplaats voor de divisie wordt geopend vanaf 05u00 in een schoolgebouw nabij de Steenweg op Deinze op het grondgebied van Nazareth. Er komt tevens een verzamelpunt voor lichtgewonden in de zelfde gemeente, op een kleine kilometer meer naar het front toe. Dit verzamelpunt is operationeel omstreeks 08u00. De Geneeskundige Versterkingscompagnie stuurt telkens één peloton en twee ambulancevoertuigen naar het 8Li en het 17Li.

Compagnie Intendance 9ID
De compagnie installeert zich te Kruishoutem. De sectie beenhouwerij werkt van uit het slachthuis te Oudenaarde.

Transportkorps 9ID
Met uitzondering van het 1PAMA en 2PAMA, worden alle andere formaties tijdens de nacht van 19 op 20 mei naar de westelijke oever van de Leie gestuurd om in Dentergem, Wontergem en Aarsele te gaan kantonneren. De staf van het transportkorps zal zich in Aarsele vestigen.

Opstelling van de 9ID aan de Bovenschelde.

Staf/9Div
De divisie krijgt versterking van de 2Cie van het 19Gn, de organieke geniecompagnie van de 2de Divisie Ardeense Jagers.

Om 00u30 beveel de divisiestaf aan het IIIde Bataljon van het 8Li om de brug van Gavere te vernielen. Het 8Li krijgt tevens de taak om zijn voorpost naar Gavere terug te sturen. De verbinding met alle voorposten zal via een vlot geschieden.

De aftocht van het veldleger naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde is afgelopen en de dekkingsmacht van de 1ste Divisie Ardeense Jagers heeft zich teruggetrokken over de Schelde. De vijand wordt elk moment verwacht. Aanvankelijk blijft het rustig in de sector van de divisie. Het 16Li meldt gemitrailleerd te worden door vijandelijke toestellen, maar leidt geen noemenswaardige verliezen. Een eerste treffen met de vijand komt er wanneer het 4A omstreeks 15u00 de kerktoren van Meilegem onder vuur neemt nadat hier een Duitse ploeg waarnemers gespot werd. Vanaf 17u40 legt de Belgische artillerie storingsvuur neer op de aanlooproutes naar de rivier.

Om 19u00 wordt gemeld dat een vijandelijke troepenmacht in de bocht van de Schelde tegenover Zingem zou overgestoken zijn en slaags is geraakt met de 10de Infanteriedivisie. Verschillende geruchten lopen, maar uiteindelijk blijk het bericht vals en zouden troepen van de naburige divisie het dorp Asper beschoten hebben. Een goed uur later wordt dan toch een schermutseling gemeld tussen de vijand en het 3de Jagers te Voet. Het 16Li dient één fuselierscompagnie in dwarsstelling op de Schelde op te stellen om de zuidelijke flank van de divisie te beveiligen. Omstreeks 22u00 krijgt het 16Li een bevel tot verplaatsing. Het IIde Bataljon zal naar Asper gestuurd worden om eventueel deel te nemen aan een tegenaanval in de bocht van Zingem, terwijl het volledige Iste en IIde Bataljon naar de dwarsstelling tussen de 9de Infanteriedivisie en 10de Infanteriedivisie moeten.

Tijdens de eerste helft van de nacht worden de voorposten van de divisie beschoten. Op de voorpost van het 17Li te Dikkelvenne vallen één dode en één gewonde.

Compagnie Intendance 9ID
Tijdens de avond verplaatst de compagnie zich van Kruishoutem naar Wontergem. De eenheid bereikt zijn nieuwe bestemming rond middernacht.

Staf/9Div
Tijdens de vroege ochtend wordt de opdracht van het 16Li afgeblazen. Het regiment zal zijn posities op het 3de echelon behouden. De 10de Infanteriedivisie heeft de zaak weer onder controle in de bocht van Zingem. Alleen een peloton van het 17Li zal het noordelijke uiteinde van de Scheldebocht ingestuurd worden, maar ontdekt geen vijandelijke troepen. Om 07u00 worden Duitse waarnemers gesignaleerd te Dikkelvenne. Enige tijd later meldt een Belgisch verkenningstoestel dat de vijand tegenover Gavere aan een geniebrug werkt. Het bericht klopt evenwel niet. Het gaat slechts om tot zinken gebrachte binnenschepen.

De staf verneemt in de late voormiddag dat de beide groepen van het 12A zullen vertrekken om de 3de Infanteriedivisie te gaan versterken die het noordelijke uiteinde van de Britse legerzone rond Oudenaarde dient over te nemen van onze bondgenoten. Dit plan gaat echter niet door wanneer duidelijk zal worden dat een aftocht van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde in de lucht hangt.

Om 19u00 wordt het 16Li ter beschikking gesteld van de 10de Infanteriedivisie om een naar het zuidoosten gerichte verdedigingslinie te bezetten rond Wannegem-Lede, in coördinatie met de British Expeditionary Force. De Britten blijken te Oudenaarde aangevallen te worden en zullen zich terug trekken van de oever van de Schelde.

De artillerie van de divisie komt opnieuw in actie wanneer in de loop van de avond diverse doelen gemeld worden te Dikkelvenne en Gavere. Er zullen verschillende vuren uitgevoerd worden in de zone tegenover de ondersector van het 8Li. Het dorp Gavere wordt hierbij na het vallen van de duisternis in brand geschoten.

Staf/9Div
Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de Ijzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. In deze eerste fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent, de stad Gent en het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze zones zullen dan definitief ontruimd worden tijdens de nacht van 23 op 24 mei. Om de Britten toe te laten meer troepen vrij te maken voor de geplande tegenaanval rond Arras, geeft onze legerleiding zijn akkoord om de 44th Infantry Division aan de Schelde af te lossen en de Belgische linies aan de Leie tot aan de rand van Menen te verlengen. De aflossing aan de Schelde wordt afgelast door de snelle ontwikkeling van de Duitse opmars.

In de eerste fase, tijdens de nacht van 22 op 23 mei zullen de 16de Infanteriedivisie en de 18de Infanteriedivisie herontplooien om de stad Gent te verdedigen terwijl de 1st Infanteriedivisie de stad zal verlaten en naar de streek van Kortrijk moet verhuizen. De 2de Infanteriedivisie en de 4de Infanteriedivisie zullen het Bruggenhoofd Gent verlaten, terwijl ten zuiden van de stad de 1ste Divisie Ardeense Jagers en de 5de Infanteriedivisie nog achter de Schelde opgesteld blijven teneinde de terugtocht van de 2de Infanteriedivisie en de 4de Infanteriedivisie te ondersteunen. De 9de Infanteriedivisie en de 10de Infanteriedivisie zullen tijdens deze eerste nacht de Bovenschelde verlaten. In de tweede fase, tijdens de nacht van 23 op 24 mei zullen de 1ste Divisie Ardeense Jagers en de 5de Infanteriedivisie zich vervolgens achter de Leie terugplooien.

Het 16de Linieregiment komt aan op zijn aangeduide posities rond Wannegem-Lede. Tijdens de voormiddag loopt het gerucht dat een gecombineerde Frans-Britse tegenaanval gepland wordt ten zuiden van Oudenaarde. Dit blijkt een vals bericht te zijn.

Om 13u30 ontvangt Luitenant-generaal Vander Hofstadt de orders voor de aftocht. De 9de Infanteriedivisie wordt doorgestuurd naar Tielt en wordt aangeduid als reservemacht van het VIIde Legerkorps. Het 4A, het Esk Cy 9ID en het 17Li (minus het Iste bataljon) worden aangehecht bij de sterk verzwakte 2de Divisie Ardeense Jagers die de Leie tussen Deinze in het noorden en Ponthoek in het zuiden zal verdedigen. De divisie krijgt twee marsroutes opgelegd. Een eerste route leidt van Gavere via Deinze naar Tielt en zal gebruikt worden door het 4A, het 8Li en het 9Gn. De overige formaties zullen de tweede route gebruiken van Asper over Machelen en Dentergem tot in Tielt. De afmars dient om 20u00 te starten. Het 16Li zal de 10de Infanteriedivisie volgen over Sint-Eloois-Vijve en zal de divisie op 23 mei vervoegen.

Compagnie Intendance 9ID
De intendance wordt teruggetrokken naar Wingene en komt hier aan omstreeks 14u00. Het intendancebureau vindt onderdak aan de Hillesteenweg 40. Deze nieuwe terugtocht betekent tevens het einde van de normale werking van de intendance. De eenheden van de divisie blijven wel hun dagelijkse bestellingen plaatsen, maar de compagnie slaagt er niet meer in om via de logistieke keten niet langer aan voldoende haver, brood en rantsoenkoeken te komen. Het bevoorradingssysteem per spoor via de Dagelijkse Ravitailleringstreinen wordt geheel stopgezet.

Staf/9Div
Met uitzondering van de elementen die aangehecht zijn bij de 2de Divisie Ardeense Jagers, komt de divisie aan rondom Tielt. Terwijl de eenheden uitrusten, verkennen de stafofficieren in de voormiddag een mogelijke verdedigingslinie ten oosten van de stad Tielt en ten zuiden van de baan Tielt-Deinze, met front naar het zuidoosten.

Omstreeks het middaguur laat de staf van het VIIde Legerkorps weten dat Duitse pansterwagens gemeld worden aan de Frans-Belgische grens, in de polders van de Moeren. Alle eenheden in het achtergebied van het Leie-front dienen rekening te houden met een mogelijke doorbraak naar ons land van uit het zuiden.

Het 8Li meldt dat zijn commandopost gebombardeerd werd en het peloton van de Gezondheidsdienst op niveau regiment zwaar geraakt werd. Er is heel wat materieel verloren en er zijn verschillende slachtoffers.

Compagnie Intendance 9ID
De intendant gaat op zoek naar een oplossing voor het bevoorradingsprobleem. Bij navraag aan Directie der Ravitailleringen en Evacuaties van het Leger krijgt Majoor Copette te horen dat alle divisies in dezelfde situatie verkeren en hij maar zijn plan moet trekken met opeisingen ter plekke. De landelijke standplaats van de compagnie en de gebrekkige transportmiddelen laten echter weinig mogelijkheden om aan de noden van een ganse divisie tegemoet te komen.

Via de bakkerijen van het 4de Territoriaal Intendancekorps kunnen 8.000 broden van 600gr bekomen worden, in plaats van de benodigde 17.000 broden met een militair standardgewicht van 750gr. Dit is net geen 40% van de dagelijkse behoefte. Er kan ook nog haver voor de paarden bekomen worden via de naar onze kust uitgeweken Territoriale Intendance. De divisie heeft per dag 12.000Kg haver nodig, maar kan slechts 8.000Kg verkrijgen en besluit de volledige hoeveelheid toe te kennen aan het 4de Regiment Artillerie. De paarden van de infanterie, genie, transmissietroepen en divisietroepen moet het maar met gras, hooi en stro stellen.

Staf/9Div
De strijd aan de Leie is in volle gang. Het VIIde Legerkorps laat het 9Gn doorsturen naar de 2de Divisie Ardeense Jagers. De divisiestaf moet nog maar eens een bijkomende positie verkennen; dit keer wordt een mogelijke defensieve stelling op de lijn Dentergem-Ginste-Meulebeke onderzocht. Het 8Li en 16Li worden in stand-by geplaatst voor een mogelijke inzet aan het front te respectievelijk Ginste en Marialoop. De Duitsers hebben op verschillende locaties aanvallen op de Leie gelanceerd en blijken zowel ten noorden als ten zuiden van Kortrijk succes te boeken. Het Kanaal van Roeselare naar de Leie komt hierbij in het vizier als een nieuwe dwarslinie om een verdere vijandelijke doorbraak naar het noordwesten in de dijken.

Ten gevolge van de aanhoudende luchtaanvallen op Tielt, stuurt de divisiestaf het I/17Li naar de bossen ten zuiden van de stad. Bij aankomst krijgt Kapitein-commandant Vervoort de opdracht om ten westen van Aarsele in defensief te gaan. De troepen bereiken de aangeduide posities rondom 17u00 en zetten zich onmiddellijk aan het graven.

Het 16Li krijgt om 15u00 het bevel op te rukken naar dit kanaal om stelling te nemen tussen de Leie en Izegem. De verplaatsing zal gecoördineerd worden door Generaal-majoor Liénard. Het regiment is dan nog onderweg naar Marialoop en de bataljons worden dan ook bij aankomst meteen doorgestuurd. Het I/16Li wordt ontplooid tussen Izegem en Emelgem, het III/16Li rond Ingelmuster en het II/16Li rond Oostrozebeke. Alle elementen zijn om 18u30 op weg naar hun nieuwe posities. Het II/16Li krijgt het uitdrukkelijke bevel om vaart te maken en zijn kwartier te bezetten voor het vallen van de nacht. Er wordt artilleriesteun beloofd voor deze nieuwe positie.

Staf/9ID
Tijdens de tweede helft van de nacht ontvangt Luitenant-generaal Vander Hofstadt een bevel om zijn overgebleven troepen langsheen het Kanaal van Roeselare naar de Leie te ontplooien. De Duitse doorbraak op het zuidelijke Leie-front lijkt definitief en de legerleiding vreest dat de vijand in noordwestelijke richting naar het hart van de Belgische legerzone wil oprukken. De ganse lengte van het kanaal wordt toegewezen aan het 8Li en het 16Li. Ten noorden van deze linie houdt de 8ste Infanteriedivisie voorlopig nog stand aan de oever van de Leie. In het zuiden wordt een wanhopige poging ondernomen om van de Leie weggedrukte 3de Infanteriedivisie onder controle te krijgen en ten zuiden van Roeselare te hergroeperen. Dit zal niet meer lukken, zodat de verdediging van Roeselare een zaak wordt voor de uit het noorden overgebrachte 6Div.

De commandopost van Luitenant-generaal Vander Hofstadt wordt opgesteld in het Kasteel van Rysseleinde te Pittem. Het 9Gn keert terug naar de divisie. Luitenant-kolonel Thomas van 4A tracht inmiddels de artilleriesteun van de divisie te organiseren. Hij weet op dat ogenblik echter helemaal niet waar de IV/10A, II/3A en III/3A opgesteld staan en heeft aanvankelijk geen contact met de bevelhebbers van deze groepen. Het duurt ook een tijdje eer hij kan bevestigen waar precies het 16de Linieregiment ingezet wordt en of dit regiment nu al dan niet reeds over een rechtstreeks vuursteunelement beschikt. Ondertussen wordt dan nog eens de grens van de rechterflank van de divisiesector enigszins naar het oosten verlegd. Tenslotte blijkt dat de divisieartillerie zal bestaan uit de Staf/4A, IV/4A, III/3A en IV/10A. De IV/10A zal pas tijdens de namiddag van 25 mei ter beschikking van de divisie komen. Tijdens de voormiddag zou dit nog aangevuld worden met de IV/16A. Deze groep is reeds aanwezig in de sector van de 9de Infanteriedivisie maar werd in versterking gegeven van de terugtrekkende 3de Infanteriedivisie en ontvangt slechts om 09u00 het bericht overgeheveld te worden naar het commando van Luitenant-kolonel Thomas en moet dan in stelling gaan zodat het geschut pas rond de middag klaar tot vuren is. Omstreeks 10u00 ten slotte wordt ook de IV/13A onder bevel geplaatst van de divisie. Deze groep bevindt zich dan nabij kilometerpaal 25 van de steenweg van Brugge naar Kortrijk.

Het 8Li wordt tussen 03u00 en 05u00 op weg gezet. Het I/8Li wordt naar Roeselare gestuurd, het II/8Li naar het oosten van de stad en het III/8Li naar Kachtem. Het nieuwe front dat toegewezen wordt langsheen het kanaal is maar liefst 15Km breed en dient gedekt te worden met slechts twee infanterieregimenten. Deze al te grote sector noodzaakt dan ook een bijzonder dunne bezetting. Gelukkig wordt de komst van de 6Div bevestigd zodat het I/8Li niet te Roeselare opgesteld moet worden maar kan gebruikt worden als een kleine tactische reserve voor de divisie.

De staf van het VIIde Legerkorps beveelt om de bruggen over het kanaal tussen Izegem en de Leie te vernielen. De inplaatsstelling van de troepen verloopt niet naar wens. Het 16Li slaagt er niet in om de samenloop van het kanaal en de Leie te bereiken en een behoorlijke aansluiting te realiseren met de 8ste Infanteriedivisie. Ten oosten van Brug 1 op het kanaal ligt ook nog een militaire loopbrug die niet vernield wordt. De Duitsers zullen er tijdens de nacht van 24 op 25 mei in slagen om via deze loopbrug de noordelijke oever te bereiken, wat tot het verlies zal leiden van de 5Cie van het 16Li. Twee van de drie pelotons worden al snel gevangen genomen, en de laatste manschappen moeten hun posities opgeven. Dit betekent een eerste doorbraak in de sector van de 9de Infanteriedivisie. Nabij Brug 2 en Brug 3 is de troepenmacht van II/16Li versterkt met enkele recupereerde elementen van zowel het II/1Li als het I/1Li van de 3de Infanteriedivisie. De nog behoorlijk functionerende 5Cie van het 1Li wordt ontplooid op een in alle haasten aangeduide dwarsstelling op het kanaal tussen Brug 1 en Brug 2. De vijand wacht niet af en kan tijdens de voormiddag contact maken met de 7Cie van het 16Li nabij Brug 2. Het tempo van de opmars vertraagt echter en het oostelijke uiteinde van de sector wordt voorlopig niet verder ingedeukt.

Luitenant-generaal Vander Hofstadt duidt de 2Cie en 3Cie van 8Li aan om het II/16Li te versterken. De beide compagnies vertrekken, maar hebben hun bevel verkeerd begrepen en begeven zich naar de commandopost van het III/16Li. Bij aankomst wordt de 3Cie op de juiste koers gezet en doorgestuurd naar het II/16Li, terwijl de 2Cie aangeduid wordt om het 2de echelon van het III/16Li te versterken. De 3Cie zal heel wat tijd verliezen en komt pas tijdens de nacht van 26 op 27 mei aan op zijn juiste bestemming. De ontplooiing loopt in het honderd en de 3Cie kan niet meer tussenbeide komen. De rest van het I/8Li wordt vooruit geschoven naar het bos van Ingelmunster en hier in reserve gehouden.

Na de middag wordt het Iste Bataljon van het 17Li eveneens doorgestuurd naar de 2de Divisie Ardeense Jagers. De 9de Infanteriedivisie is hiermee een derde van zijn infanterie, de volledige artillerie en zijn verkenningseskadron kwijt.

Het III/16Li signaleert in de loop van de avond dat het 9Li in actie is op de zuidelijke oever van het Kanaal van Roeselare naar de Leie. De gevechten komen dichterbij en het III/16Li raakt betrokken in schermutselingen met Duitse verkenners.

Toestand na opstelling II/8Li langsheen de spoorlijn naar Tielt.

Staf/9ID
Bij dageraad hervatten de Duitsers hun offensief aan het oostelijke uiteinde van het Kanaal van Roeselare naar de Leie. De ganse zone tot Brug 3 ondergaat een hevig bombardement. De linkerflank van II/16Li trekt zich terug naar de rivier de Mandel. De Smetsbrug van de Meulebeeksesteenweg wordt om 09u00 opgeblazen. Het II/16Li valt hiermee buiten strijd en wordt opgerold door de aanvaller. De Duitsers vorderen zowel in noordwestelijke als westelijke richting. Vanaf de ochtend raakt ook het III/16Li rechtstreeks betrokken bij de strijd. Het bataljon trekt al zijn troepen terug naar de oostrand van Ingelmunster. Tot drie keer toe stuurt Luitenant-generaal Vander Hofstadt een dringend verzoek om versterking naar de staf van het VIIde Legerkorps. Nieuwe troepen zijn er niet, maar Vander Hofstadt krijgt tijdens de voormiddag wel de toestemming om de bataljonsvakken van het II/8Li en III/8Li uit te dunnen. De divisie mag bij elke brug over het kanaal nog een peloton fuseliers, een sectie mitrailleurs en een C47 anti-tankkanon achterlaten en kan het gros van deze twee bataljons naar de ondersector van het wankelende 16Li te verplaatsen. Het 8Li zou immers nog voldoende gedekt zijn door het 9Li dat nog steeds op de zuidelijke oever van het kanaal opereert. De situatie wijzigt echter zo snel dat besloten wordt om alleen de 5Cie, 7Cie, 8Cie van het II/8Li ter beschikking van het 16Li te stellen. De 6Cie blijft langsheen het kanaal, terwijl het III/8Li in stand-by geplaatst wordt nabij Kilometerpaal 28 op de steenweg van Kortrijk naar Brugge.

De vijand bereikt het Hulsveld tussen Ingelmunster en Meulebeke om 11u30 en wordt om 12u30 te Meulebeke gemeld. Hiermee stort het plan voor de inzet van II/8Li en III/8Li in elkaar. De troepen kunnen onmogelijk nog op tijd aankomen om een verdere doorbraak af te remmen. Het 9Gn wordt ingezet als geïmproviseerde infanterie langsheen de spoorlijn Ingelmunster-Meulebeke in afwachting van de komst van het II/8Li. Het peloton verkenners van 8Li wordt onmiddellijk naar Meulebeke gestuurd. Het peloton kan het dorp niet bereiken, valt onder vuur en bevestigt dat Meulebeke inderdaad gevallen is.

Het eerste echelon van de staf van het VIIde Legerkorps vervoegt om 14u15 het Kasteel van Ruysselede te Pittem. Van uit deze vooruitgeschoven commandopost hoopt Luitenant-generaal Deffontaine een tegenaanval te organiseren in de sectoren van de 8ste en de 9de Infanteriedivisie om de vijand te verdrijven uit het veroverde gebied rond Ingelmunster, Meulebeke en Oostrozebeke. De generaal installeert zich in de kamer waar Luitenant-kolonel Thomas, commandant 4A en artilleriecommandant van de 9de Infanteriedivisie aan het werk is. Kort na de aankomst van Deffontaine en zijn gevolg komt ook het eerste echelon van de staf van de 8ste Infanteriedivisie aan op het kasteel.

De beide divisiecommandanten hebben een hevige discussie met Luitenant-generaal Deffontaine en kunnen hun bevelhebber met heel veel moeite doen inzien dat er zonder verse troepen geen enkele kans is op een succesvolle tegenaanval. Deffontaine stelt zich eerst argwanend op en is de vaste mening toegedaan dat het bij de infiltraties in het ganse actiegebied van de beide divisies slechts om een beperkte vijandelijke troepenmacht gaat en de beide divisiecommandanten defaitistisch zijn.

Wanneer enige tijd later heel wat vluchtende militairen gesignaleerd worden tussen Pittem en Tielt worden alle niet onmisbare stafofficieren de baan opgestuurd om zoveel mogelijk weglopende manschappen te onderscheppen en terug te sturen. Het III/44Li is in alle ijl met vrachtwagens aangevoerd van uit de westhoek en wordt gedropt op de baan van Pittem naar Meulebeke om de opmars naar Tielt te helpen afstoppen. Ook het 2de Licht Regiment wordt toegevoegd aan het VIIde Legerkorps dat helemaal door zijn eigen reserves zit en zelf niet langer de middelen heeft om de weerstand te vergroten.

Omstreeks 16u00 geeft Vander Hofstadt de opdracht aan het 16Li om zich te hergroeperen rond Ingelmunster, tussen de spoorlijn Ingelmunster-Tielt en de Mandel, en zich onder bevel van de 8ste Infanteriedivisie te stellen. Het III/16Li kruist het II/8Li ten noorden van Ingelmunster. Dit laatste bataljon lost het 9Gn af langsheen het zuidelijke uiteinde van de spoorlijn Ingelmunster-Tielt. Het 9Gn wordt achteruit getrokken naar de omgeving van Kruipendaarde. Het III/8Li wordt in twee gedeeld. De 9Cie zal het II/8Li versterken, terwijl de 10Cie de restanten van het I/16Li dient aan te dikken en nabij de windmolen van Emelgem in reserve gehouden wordt. Bij valavond is de toestand als volgt:

  • Het 16Li staat onder bevel van de 8ste Infanteriedivisie, maar zonder zijn Iste Bataljon en aangevuld met het I/8Li, het II/8Li (minus de 6Cie), de 9Cie en de 11Cie van 8Li.
  • Het II/16Li bestaat niet meer.
  • Het 8Li bezet nog steeds het Kanaal van Roeselare naar de Leie met de regimentsstaf, de 6Cie, de staf van III/8Li, en een fractie van de mitrailleurs van de 12Cie en de anti-tankkanonnen van de 14Cie.
  • Het I/16Li, met de 10Cie van 8Li, het 9Gn en het 9TTr staan onder rechtstreeks bevel van de divisiestaf.

Compagnie Intendance 9ID
Om 15u00 krijgt de compagnie het bevel om Wingene te verlaten en naar Belhutte terug te trekken. De eenheid vertrekt omstreeks 18u30 en komt aan tegen middernacht. Het intendancebureau wordt ondergebracht in een woning nabij kilometerpaal 5 op de baan van Torhout naar Diksmuide. De sectie beenhouwerij installeert zich in een slagerij aan de Dorpsstraat te Koekelare. De compagnie slaagt er in om enkele honderden broden te laten maken bij een bakkerij te Wingene door een hoeveelheid bloem, gist en zout op te eisen bij de plaatselijke burgers. De schamele hoeveelheid is veel te weinig voor de noden van de divisie. De broodbedeling wordt stopgezet en de eenheden worden op een half rantsoen koeken geplaatst.

Toestand op 27 mei omstreeks 14u30.

Generaal-majoor Liénard, Commandant Infanterie, zal tot bij de capitulatie op het staf van het VIIde Legerkorps werken in het Kasteel van Zwevezele. De staf van Luitenant-generaal Vander Hofstadt verplaatst zich naar een boerderij op goed anderhalve Km ten westen van Ardooie. Nu ook de dreiging ten zuiden van het Kanaal van Roeselare naar de Leie toeneemt en de vijand de stad Roeselare nadert, stuurt Vander Hofstadt stuurt het III/8Li terug naar zijn oude ondersector aan het kanaal. Het bataljon komt hier aan tegen het middaguur.

De Duitsers hervatten hun aanval op Ingelmunster en drukken de 9Cie van 16Li samen tussen de spoorlijn en de Mandel. Ook de 11Cie wordt aangevallen en al snel is het ganse III/16Li in terugtocht naar het Ingelmunsterbos. Het I/16Li stuurt de 10Cie van 8Li van de windmolen van Emelgem naar de spoorlijn Ingelmunster-Tielt in de hoop een verbinding te realiseren tussen het terugtrekkende III/16Li en de fractie van het I/16Li die zich te Emelgem bevindt. De poging om een nieuwe continue verdedigingslinie te vormen is echter niet geheel succesvol.

Het II/8Li trekt zich omstreeks 15u00 op eigen initiatief terug van de spoorlijn Ingelmunster-Tielt in de richting van het gehucht Het Veld (nabij de huidige Veldstraat). Het bataljon reageert hiermee allicht op de aangekondigde komst van het 42ste Linieregiment dat per vrachtwagen van de Ijzer overgebracht wordt. De Duitsers zijn inmiddels Ingelmunster gepasseerd en naderen Emelgem en de Brugsesteenweg. De bevelhebber van het III/16Li verneemt van de officier-vaandeldrager van het 42Li dat het I/42Li en III/42Lieen verdedigingslinie moeten vormen ten oosten en ten zuiden van het park en het bos van Ardooie, om vervolgens toe te laten aan III/16Li en I/8Li om zich terug te trekken. De overgebleven troepen van deze beide bataljons trekken zich prompt terug in deze richting zodat het 42Li veel sneller dan voorzien in de vuurlinie komt te liggen. Tegen 13u30 wordt de druk op het 42Li zo groot dat het VIIIde Legerkorps de onmiddellijke hulp inroept van de 9de Infanteriedivisie.

Luitenant-generaal Vander Hofstadt laat de 6Cie van 8Li weghalen van de bruggen over het Kanaal van Roeselare naar de Leie zodat deze in handen van de restanten van het I/16Li blijven. De 6Cie wordt naar de 10Cie van 8Li gestuurd. De commandant van het III/8Li moet alle mogelijke troepen binnen zijn bereik samenrapen en ter beschikking stellen van het I/16Li waarvan de commandopost nu te Vijfwegen staat.

Om 14u30 trekt het hoofdkwartier van de divisie zich terug naar Hille. De Duitsers bevinden zich dan op minder dan 200m van de hoeve van het Kasteel van Ardooie. De toestand rond 15u00 kan als volgt samengevat worden:

  • De overgebleven elementen van 8Li en 16Li die eerder op de dag de spoorlijn Ingelmunster-Tielt verlaten hebben, trachten zich in het bos van Ardooie te hergroeperen.
  • De commandopost van 8Li bevindt zich te Kruipendaarde.
  • De commandopost van 16Li wordt opgesteld nabij het station van Ardooie en zal hier enige tijd later onder de voet gelopen worden door de aanvaller.
  • Ten zuiden van het bos van Ardooie bevinden zich de manschappen van II/4A en de Wielrijdersgroep van de 13de Infanteriedivisie, met de vijand in hun onmiddellijke nabijheid.
  • Op goed 500m ten westen van het bos van Ingelmunster houdt de 10Cie van 8Li, aangevuld met de 6Cie, nog enigszins stand.
  • De bruggen op het Kanaal van Roeselare naar de Leie zijn in handen van de nog operationele elementen van I/16Li.

Het VIIde Legerkorps beveelt in de late namiddag de aftocht aan de 9de Infanteriedivisie. Deze aftocht verloopt niet langer op gecoördineerde wijze. Tegen 18u00 is Luitenant-generaal Vander Hofstadt nabij Kortekeer ten noorden van Ardooie. Een uur later komt de staf aan te Lichtervelde. Kapitein-commandant SBH Simon van de staf van het VIIde Legerkorps laat weten dat de korpscommandant nog hoopt het gat in de linies te kunnen dichten te Ardooie, maar dat bevel strookt niet met de realiteit op het terrein. Vander Hofstadt weet maar al te goed dat het station van Ardooie al in Duitse handen is en besluit dan maar om zijn staf naar Wijnendale te sturen en zich ter beschikking te stellen van het VIIde Legerkorps.

In het kielzog van de terugtocht blijft het I/16Li met een bevel zich op de lijn Vijfwgen-Liester trachten te installeren. Het kanaal is definitief opgegeven. Het bataljon zal zich niet op deze nieuwe positie kunnen installeren en vervoegt de aftocht na het vallen van de nacht.

Compagnie Intendance 9ID
Koekelare wordt gebombardeerd. Verschillende woningen in het dorp worden vernield, maar er is gelukkig geen schade aan de beenhouwerij.

Staf/9Div
De staf bevindt zich te Wijnendale wanneer het nieuws van de capitulatie aankomt. Met uitzondering van het 9Gn en het Transportkorps kan de divisie vrij snel het gros van zijn eenheden terugvinden in de driehoek Torhout, Wijnendale en Handzame. Het 17Li wordt teruggestuurd naar de divisie. Na de nodige tellingen wordt bevestigd dat de 9de Infanteriedivisie herleid is tot ongeveer 4,500 manschappen – minder dan één derde van de effectieven. Het 16Li is het sterkst gereduceerd door doden, gewonden, krijgsgevangenen en verdwaalde militairen.

Compagnie Intendance 9ID
Luitenant Van Bellingen en zijn eenheid bevinden zich nog steeds te Belhutte. Al snel na de overgave trekken lange Duitse colonnes door het dorp in de richting van Diksmuide. De invaller wil na de Belgische capitulatie zijn troepen zo snel mogelijk naar de door de Britten en Fransen verdedigde perimeter van Duinkerke brengen. De Duitsers manen de militairen aan om naar huis terug te keren.

Op 29 mei komen nieuwe Duitse troepen aan die in het dorp ingekwartierd worden. De sectie beenhouwerij wordt op straat gezet. Majoor Copette krijgt de toestemming van de divisiestaf om het dorp te verlaten en laat zijn compagnie richting Torhout vertrekken. Kort na het vertrek laat de majoor de colonne halt houden terwijl hij het hoofdkwartier van Luitenant-generaal Vander Hofstadt opzoekt. Bij zijn terugkeer blijkt dat de bezetter de colonne gedwongen heeft om verder te trekken. De compagnie zal Roeselare bereiken waar de manschappen naar huis gestuurd worden. In zijn poging om de eenheid bij te benen, wordt Majoor Copette omstreeks 16u00 te Beveren nabij Roeselare opgepakt door de Duitsers en krijgsgevangen gemaakt. Hij belandt in de kazerne van Oudenaarde en wordt van hier uit doorgestuurd naar Duitsland.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
Cie Mi LuVCLAESENJan, F.SgtMil3208.10.1912Antwerpen27.05.1940Torhout
StafKROLRaphaël, L.M.SdtMil3322.08.1913Berchem27.05.1940Ardooie
Pn San/TptKOOSTERLINCKRichard, S.SdtMil3019.03.1910Gent27.05.1940Pittem

Bibliografie en Bronnen

  1. Dossier 9de Infanteriedivisie, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  2. Het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is één van de zeven Kempische kanalen die de Maas met de Schelde verbinden. [On line beschikbaar]: https://binnenvaartinbeeld.com/nl/kanaal_dessel_turnhout_schoten/kanaal_dessel_turnhout_schoten [Laatst geraadpleegd 09 februari 2019].