Reglementaire benaming | 3de Regiment Karabiniers-Wielrijders | 3ème Régiment de Karabiniers-Cyclistes | 3Cy | |
Type | Licht infanterieregiment van de eerste reserve | |
Ontdubbeld van | 1ste Regiment Karabiniers-Wielrijders | |
Taalregime | Nederlandstalig | |
Onderdeel van | 1ste Cavaleriedivisie | |
Bevelhebber | Kolonel SBH Marcel Noël | |
Adjudant-majoor | Kapitein René Loisequex | |
Standplaats | Hoyoux/Ourthe-Stelling Ondersector Somme-Leuze Commandopost te Bonsin |
|
Samenstelling | I Bataljon (Majoor Gaston Lisfranc) | 1ste Compagnie Wielrijders (Lt Paul François) 2de Compagnie Wielrijders (Lt G. Bruers) 3de Compagnie Wielrijders (Cdt F. Dumoulin) |
II Bataljon (Kapitein-commandant Arnold Bouha) | 4de Compagnie Wielrijders (Cdt A. Vanden Noortgate) 5de Compagnie Wielrijders (Cdt Fernand Bercas) 6de Compagnie Wielrijders (Cdt Ernest Berckmans) |
|
Compagnie C47 Anti-tankkanonnen (Kapitein H. Boutique) Stafcompagnie (Luitenant A. Freteur) |
Het 3Cy werd op 1 september 1939 heropgericht te Tervuren (I groep), Vossem (II groep) en Sterrebeek (Cie C47) bij de afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan. Op 11 september verliet het regiment zijn kantonnementen om een eerste keer ingezet te worden bij de bewaking van de Belgisch-Franse grens. Het Iste bataljon werd hierbij gestationeerd te Binche en het IIde bataljon langsheen het kanaal van Condé. Op 1 oktober verschoof het ganse regiment westwaarts om voortaan van uit Bergen te opereren.

Kolonel SBH Marcel Noël
Op 5 december 1939 vertrekt het regiment naar de Ardennen om er de ondersector Somme-Leuze over te nemen op de Hoyoux/Outhre-Stelling, die de opvangstelling van de Groepering Keyaerts vormt. De ondersector van 3Cy omvat een positie die naar het zuiden gericht is en parallel loopt met de Somme, een bijrivier van de Ourthe. De zone is zo’n 6Km breed en loopt van Gros-Chêne tot Petithan. In het westen liggen de posities van het 1ste Regiment Gidsen. Vanaf Petithan nemen de Ardeense Jagers te verdediging over. Het regiment is als volgt opgesteld:
- Het Iste bataljon bezet het kwartier oost.
- De commandopost van het bataljon en de 3Cie bevinden zich op de Ferme des Basses net ten noorden van Petite-Somme.
- De 2Cie bezet een reeks steunpunten tussen de Somme en de Ourthe ten westen van Petithan. De frontlinie wordt gevormd door een anti-tankgracht.
- De 1Cie bewaakt de oever van de Somme ten westen van Petite-Somme, tot bij de brug te Les Marchettes. Hier velaat de linie de oever van de rivier om pal westwaarts te lopen.
- Het bataljon beschikt over 3 stuks C47 anti-tankgeschut.
- Het IIde bataljon bezet kwartier west.
- De commandopost van het bataljon en de 6Cie bevinden zich te Grand Scley.
- De 4Cie bewaakt de Rue de Liège ten noorden van Somme-Leuze, als ook het kruispunt van deze weg met de Rue de Durbuy.
- De 5Cie bezet de steunpunten tussen de Rue de Liège en Gros-Chêne, waaronder ook de Ferme Petit Scley.
- Het bataljon wordt versterkt door 5 C47 anti-tankkanonnen.
- De commandopost van het regiment staat opgesteld in het Château de Bassines in het gelijknamige gehucht nabij Bonsin. Ook het kantonnement van van de 7de Compagnie bevindt zich in de gemeente Bonsin.
- In dit dorp staan tevens de vier kanonnen van de 5/II/17A die vuursteun zullen leveren aan het regiment.
Het regiment wordt om 01u20 gealarmeerd door de staf van de Groepering Keyaerts. In het daarop volgende half uur worden alle gevechtseenheden, de stafcompagnie en de vernielingsdetachementen op de hoogte gebracht. Het 3Cy krijgt ook de toestemming van de Groepering Keyaerts om over te gaan tot de opeising van bijkomende motorvoertuigen en de nodige wisselstukken.
Het 3Cy is tot dan verantwoordelijk voor de tactische en technische wacht bij de vernielingsreeksen T, U en V in zijn ondersector. Deze taak wordt in de loop van de ochtend overgenomen door ploegen van de 2de Compagnie van het 33ste Bataljon Genie.
Alvorens de posities bemand kunnen worden, dienen de wielrijders hun fietsen te bepakken en deze te verplaatsen van de garages naar de tactische stelplaatsen die achter de linies voorzien zijn. De compagnies volbrengen deze taak kort na dageraad. Vervolgens worden de stellingen ingenomen zodat het 3Cy klaar is tot de actie tussen 06u00 en 06u30.
Het regiment zal echter niet in actie komen tijdens de eerste oorlogsdag. Er wordt gewacht op de komst van de troepen van de Alarmstelling en de Vooruitgeschoven Stelling. De Groepering Keyaerts weet echter al heel snel dat de grootste dreiging uit de lucht komt. Rondom 07u00 wordt nogmaals gevraagd aan de luchtafweerpelotons om bijzonder waakzaam te zijn. De beide bataljons van het regiment moeten telkens één peloton manschappen uit de stellingen weghalen en stand-by plaatsen om tussenbeide te komen bij een eventuele luchtlanding.
Tijdens de avond wordt het regiment bevoorraad door het Autopeloton voor Ravitaillering te Terwagne. Om 19u00 mogen levensmiddelen opgehaald worden, gevolgd door brand- en smeerstoffen om 20u00.
De Groepering Keyaerts laat om 18u50 weten dat de 1ste Divisie Ardeense Jagers de toestemming heeft gekregen om de opvangstelling te vervoegen en de eerste eenheden in de komende uren mogen verwacht worden. Het 3de Regiment Ardeense Jagers zal als eerste binnenkomen. Het regiment moet ook starten met het uitvoeren van de vernielingen van Categorie II. Het betreft hier deze hindernissen die zich niet op de aangeduide marsroutes van de Ardeense Jagers bevinden.
Op de weg Somme-Leuze-Marche wordt het detachement van de vernieling D1 verwittigd. Deze grote springlading onder het wegdek van deze terugtochtsweg mag aangezet worden na de doortocht van het Eskadron Pantserwagens van het 2de Regiment Jagers te Paard dat de terugtocht van de Ardeense Jagers op deze as zal dekken.
De motorvoertuigen van 3Cy die niet strikt noodzakelijk zijn voor de komende strijd worden tijdens de nacht van 10 op 11 mei naar de linkeroever van de Maas gestuurd. De colonne krijgt een marsroute opgelegd die loopt over Taix, Tinlot en Hoei naar Villers le Bouillet. Adjudant Tohon leidt de kleine colonne en zal om 05u05 bevestigen dat zijn detachement goed is aangekomen op deze bestemming.
Het IIde bataljon meldt om 03u20 de doortocht van Franse verkenners te Somme-Leuze. De troepen komen aangereden uit de richting van Marche-en-Famenne. Kolonel Noël bevestigt dat de uitvoering van de wegvernieling D1 op deze verkeersas nog steeds dient te gebeuren na de doortocht van het Eskadron Pantserwagens van het 2de Regiment Jagers te Paard en dat de Franse troepenverplaatsingen genegeerd mogen worden. Kort voor dageraad lopen de Belgische pantserwagens eindelijk binnen. De weg naar Marche wordt om 05u07 vernield. Enkele minuten voordien werd reeds de brug over de Somme te Somme-Leuze opgeblazen.
Om 11u30 ontvangt het op de rechterflank gelegen 1ste Regiment Gidsen het bevel om de Groepering Keyaerts te verlaten als onderdeel van de Groepering Goffinet die de Duitse doorbraak over het Albertkanaal net ten noorden van Luik moet helpen indijken. Het 3de Cyclisten moet een gedeelte van de door de Gidsen verlaten ondersector overnemen en krijgt de taak om zijn linies uit te breiden tot het dorp Maffe (exclusief). Ten westen van Maffe zal het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers opgesteld worden. Commandant Bouha dient om 12u15 het steunpeloton van de 5Cie en een sectie mitrailleurs te verplaatsen naar het steunpunt van de Chapelle Saint-Donat. De hoofdtaak van dit detachement bestaat in het blokkeren van de baan van Somme-Leuze naar Gros Chêne. Het detachement zal uiteindelijk aankomen op deze nieuwe positie om 17u40.
In de late namiddag worden de eerste meldingen gemaakt van troepenconcentraties die op de komst van de Duitsers zouden kunnen duiden. Door de gebrekkige verbinding met de Franse verkenningseenheden in de Ardennen is het echter niet duidelijk of het om bevriende of vijandelijke troepen gaat. Zo meldt de voorwaartse waarnemer van 5/II/17A om 16u50 kleine groepjes motorwielrijders in de richting van Soy. Omstreeks 17u30 observeren de waarnemers van het II/3Cy troepenbewegingen rond Grand Han. Ter zelfde tijd verhaalt een gevluchte burger dat de vijand op 7Km van Marche-en-Famenne zou staan. Dit laatste bericht blijkt echter te kloppen en om 18u10 duiken gemotoriseerde troepen op voor de steunpunten van het bataljon. Er worden schoten gewisseld en de vijand trekt zich zonder aandringen terug.
De Groepering K beveelt tijdens de vooravond de algehele ontruiming van de Hoyoux/Ourthe-Stelling. Na de Duitse doorbraak ten noorden van Luik eerder die dag is het immers duidelijk geworden dat de vijandelijke pantsertroepen snel naar het zuidwesten oprukken en de posities van de Groepering K bedreigen. De groepering wordt teruggeroepen naar de linkeroever van de Maas en moet aanvankelijk de stroom tussen Hoei en Engis gaan bezetten. De artillerie, het Bataljon Motorwielrijders, de 10de Compagnie van het 2ChA en het 25Gn en 33Gn zullen als eerste starten met de evacuatie om 20u25. Het 1ChA, 2ChA en 3Cy zullen om 21u00 volgen, met het 3ChA als hekkensluiters om 22u00. De Maas zal overgestoken worden via de vaste bruggen van Ombret-Rausa, Hermalle-sous-Huy en de door de Genie gebouwde EAP brug te Ampsin.
Het regiment vertrekt met enige vertraging vanaf 21u40. Het 3Cy wordt naar Ampsin bevolen via Ocquier, Tinlot en de brug van Ombret-Rausa. De marsroute werd reeds voor de start van de veldtocht verkend en de verplaatsing naar de Maas zou dan ook probleemloos moeten verlopen. Helaas is dit niet zo. Bij de doortocht te Ocquier wordt de colonne van het IIde bataljon in twee gesneden door een formatie van de Ardeense Jagers die van uit Ouffet komt aanrijden. Een deel van de 5Cie waaronder ook het peloton van Onderluitenant Creteur moet enige tijd wachten en verliest het contact met het bataljon.
Bij het binnenrijden van Ombret wordt het gros van het regiment doorgestuurd naar de brug van Hermalle-sous-Huy. Ook dit bevel wordt herroepen wanneer Kolonel Noël te horen krijgt dat zijn regiment via de zuidelijke oever van de Maas naar Jambes dient te vorderen om hier de rivier over te steken. Van een stellingname te Ampsin is bijgevolg geen sprake meer. Het 3Cy wordt naar Bioul bevolen.
Staf/3Cy
Het gros van het regiment bereikt de brug van Jambes omstreeks 05u30 en zet zijn aftocht verder naar Bioul. Om 08u30 wordt Kolonel Noël onderschept door een stafofficier van de 1ste Cavaleriedivisie die het 3Cy doet terugkeren naar het noorden om via Malonne en Belgrade het dorp Saint-Denis-Bovesse te vervoegen. Het regiment wordt toegevoegd aan de 1ste Divisie Ardeense Jagers die zich zal ontplooien langsheen de anti-tankbarrière tussen Namen en Perwez, als dekkingsmacht van de zuidelijke flank van het Franse 1ste Leger. De divisie zal hierbij Perwez, Aische-en-Refail en Liernu als anti-tankcentra verdedigen. De Fransen zijn in volle ontplooiing tussen Namen en Waver, maar installeren zich op een meer naar het westen gelegen linie die over Gembloers loopt en grosso modo de spoorlijn Namen-Brussel volgt.
I/3Cy
Kolonel Noël stuurt om 09u20 zijn Iste bataljon rechtstreeks naar Aische-en-Refail om hier het 2de Regiment Ardeense Jagers te vervoegen. Het bataljon vertrekt om 10u00 en zal zijn bestemming in de vroege namiddag bereiken. De nieuwe posities voor het bataljon worden verkend door Majoor Lisfranc en Luitenant Minette.
II/3Cy
Om 10u30 ontvangt het bataljon het bevel om zich eerst naar Saint-Denis-Bovesse te verplaatsen. Commandant Bouha dient zijn commandopost in het station onder te brengen en verdere orders af te wachten. Het bataljon meldt om 13u00 onderweg te zijn naar dit dorp, maar verdwijnt dan enige tijd van de radar. Kolonel Noël bereikt Saint-Denis-Bovesse enige tijd later maar weet niet waar zijn IIde bataljon zich bevindt. Hij weet ondertussen dat hij dit bataljon onmiddellijk dient door te sturen naar Liernu en moet bijgevolg melden aan de staf van de 1ste Divisie Ardeense Jagers dat hij niet in staat is de opdracht uit te voeren. Luitenant-generaal Descamps besluit tot een alternatief plan en duidt het IIde bataljon van het 2de Regiment Ardeense Jagers aan om onder bevel van Kolonel Noël het dorp Liernu te gaan bezetten. Het bataljon wordt enkele uren later opnieuw gelokaliseerd en krijgt nu de opdracht om in reserve te gaan te Grand Lez. Al deze verplaatsingen moeten tijdens de nacht van 12 op 13 mei uitgevoerd worden.
Detachement Onderluitenant Creteur (5Cie)
Onderluitenant Creteur en de manschappen die te Ocquier voor een passerende colonne van de Ardeense Jagers zijn komen te staan, stippelen tijdens de tweede helft van de nacht een alternatieve route uit over Terwagne, Abée en Saint-Vitu om alzo een stukje van de route over Tinlot af te snijden. Te Saint-Vitu stuit het detachement echter op een reeds vernielde brug. Via een omweg wordt om 03u40 Strée bereikt waar een achterhoede van de Ardeense Jagers meldt dat de Cyclisten nog welgeteld 20 minuten heeft vooraleer de bruggen te Hoei vernield worden. Het ganse groepje rijdt in een duivelse vaart tevergeefs naar de Maas die nog zo’n 7Km ver is. Bij aankomst liggen de overgangspunten reeds in het water. Creteur verneemt dat de brug van Jambes nog intact zou zijn en volgt de Ardeense Jagers langsheen de zuidelijke oever van de rivier. Het detachement houdt halt te Wépion omstreeks 11u00. De manschappen zullen uiteindelijk na het vallen van de duisternis het IIde bataljon bijbenen te Saint-Denis-Bovesse.
Staf/3Cy
Kolonel Noël heeft het bevel opgenomen over het anti-tankcentrum te Liernu en beschikt hiervoor aanvankelijk over het II/2ChA. De commandopost van het regiment bevindt zich te La Baive. Om 13u15 wordt bevestigd dat ook het 1ChA onder bevel van Noël komt te staan. Het II/2ChA is ontplooid langsheen de oostrand van het dorp, vanaf het tramstation van lijn 532 tot ongeveer 500m ten noorden van het dorp. De 5Cie van 1ChA wordt in versterking van dit bataljon geplaatst. De rest van het 1ChA wordt opgesteld vanaf het tramstation tot Saint-Germain. De 10Cie van 1ChA vat post ten westen van het dorp, aanvankelijk als mobiele interventiemacht en later als achterhoede bij de aftocht naar het westen.
De opdracht op de lijn Perwez-Liernu loopt af in de vooravond. Om 19u30 stuurt de kolonel het bevel naar de bataljons van 1ChA en het II/2ChA om tijdens de eerste helft van de nacht van 13 op 14 mei de terugtocht te starten. Tijdens deze nachtelijke verplaatsing dienen de eenheden zich ten westen van de verdedigingslinie van het Franse 1ste Leger te begeven om vervolgens verder te trekken naar Genappe..
I/3Cy
Het bataljon heeft Aische-en-Refail bezet en wacht het contact met de vijand af. Het bataljon bevindt zich samen met I/2ChA en III/2ChA onder het bevel van het 2de Regiment Ardeense Jagers dat zijn commandopost aan de oostrand van het bos van Grand-Lez geplaatst heeft. Het front bezet door deze formatie heeft een breedte van ongeveer 2Km. De Luftwaffe aarzelt niet en lanceert verscheidene luchtaanvallen op zowel Perwez als Aische. Deze beide dorpen liggen immers het dichtst bij de opmarsroute van de Duitse tankdivisies die naar Gembloers vorderen. De anti-tankbarrière wordt ook regelmatig beschoten door de vijandelijke artillerie. Het bataljon is niet bevoorraad tijdens de nacht en de officieren behelpen zich met opeisingen bij de weinige achtergebleven burgers van de gemeente.
In de late namiddag worden enkele doorgangspunten in de anti-tankbarrière geopend om de laatste achterhoedes van het Franse Cavaleriekorps te laten terugkeren van hun opdracht in Haspengouw. Na 16u30 zijn er geen geallieerde troepen in het voorgebied meer. Tijdens de nacht van 13 op 14 mei wordt het regiment gehergroepeerd naar Bousval. De aftocht start om 23u00. Het bataljon sluit aan bij de colonnes van het 2ChA en volgt een marsroute die over Grand-Leez, Sart-lez-Walhain, Walhain-Saint-Paul, Chastre en Villeroux loopt. Vervolgens verlaat het bataljon het 2ChA om naar het 3Cy terug te keren.
II/3Cy
Het IIde bataljon brengt de nacht door onder de blote hemel en kan uiteindelijk om 03u00 naar het bos te Grand-Leez oprukken. De verplaatsing en ontplooiing duren goed twee uur. Commandant Bouhez blijft hier de ganse dag stand-by als interventiemacht bij een eventuele Duitse doorbraak. Ook de commandopost van de bevelhebber van het 2ChA, Kolonel Merckx, staat opgesteld in dit grote stuk bosland. Het Franse 1ste Leger verbindt er zich toe om zo nodig ook met zijn pantsertroepen tussenbeide te komen. Tijdens de eerste helft van de nacht trekt het bataljon zich eveneens terug naar Bousval. De aftocht start om 23u30. De 5Cie moet door een panne zijn materiaalvrachtwagen achterlaten. Onderluitenant Creteur en zijn peloton blijven nog enige tijd ter plekke terwijl een poging ondernomen wordt om de motor weer aan de praat te brengen, maar een goed gemikte vliegtuigbom maakt aan dit alles een einde.
Staf/3Cy
Tijdens de nacht van 13 op 14 mei wordt het II/2ChA opnieuw aangehecht bij zijn organieke regiment, zodat Kolonel Noël nu alleen het 1ChA beveelt. Dit regiment verplaatst zich naar Baisy Thy en wordt ondergebracht in het Bois d’Hez. De troepen mogen hier uitrusten tot 15u00 en maken zich vervolgens klaar om tijdens de nacht van 14 naar 15 mei verder te trekken. Om 19u30 geeft Kolonel Noël het bevel terug aan Majoor Lecocq. Noël keert samen met zijn staf terug naar het 3Cy.
I/3Cy, II/3Cy, 7de Compagnie
De beide bataljons komen omstreeks 06u30 samen met de 7Cie aan te Bousval. Op het middaguur wordt het regiment bevoorraadt met levensmiddelen te Cheniat. Om 17u00 volgt een benzinelevering in de zelfde gemeente. De manschappen brengen de dag als rustend door en kunnen eindelijk wat bijslapen.
Kolonel Noël vervoegt zijn regiment bij valavond en maakt zijn Cyclisten klaar om verder te trekken naar het westen. Om 20u45 wordt medegedeeld dat het vertrekt uitgesteld wordt tot middernacht. De Groepering Keyaerts bevestigt tevens dat het 3Cy doorgestuurd wordt naar Woutersbrakel De marsroute zal lopen via Bousval, Wanroux, Mousny, Pavot, La-Haie-Sainte, Mont-Saint-Jean en Eigenbrakel.
Detachement Onderluitenant Creteur (5Cie)
Tijdens de tweede helft van de nacht van 14 op 15 mei rijdt het ongelukkige peloton Creteur nogmaals verloren. Na de mislukte poging om de materiaalvrachtwagen van de 5Cie te bergen, besluit Creteur om via Gembloers en Ernage naar Waver te fietsen. Hier wordt het peloton tegengehouden door de een detachement van het Britse leger dat enigszins argwanend is over de Belgische aanwezigheid in hun sector. Het detachement zet zijn weg verder richting Nijvel en bereikt Ottignies. Gelukkig is Onderluitenant Creteur op de hoogte van de bestemming van het regiment en zo kan hij in de loop van de voormiddag zijn compagnie vervoegen te Bousval.
Staf/3Cy
Het ganse regiment kantonneert te Woutersbrakel. De belangrijkste focus van de manschappen is het in orde brengen van het materieel. Om 17u00 laat de staf van de Groepering Keyaerts weten dat het 3Cy tijdens de nacht van 15 op 16 mei naar Ninove moet. Na aankomst moet het Iste bataljon ingekwartierd worden de Appelterre. De staf en het IIde bataljon dienen kantonnementen uit te zoeken te Aspelare, en de 7Cie te Voorde. De marsroute naar deze nieuwe bestemming loopt over Pepingen, Leerbeek, Oetingen, Vollezele en Denderwindeke.
II/3Cy
Bij de doortocht tte Mont-Saint-Jean ondergaat het 3Cy een luchtbombardement waarbij Soldaat Van Sweevelt ernstig gewond raakt. Hij zal te Woutersbrakel overlijden.
7Cie
Na aankomst te Woutersbrakel meldt de 7Cie dat maar liefst 8 van de 17 Utility B trekkers niet meer inzetbaar zijn of ontbreken. De compagnie gaat in de omgeving naarstig op zoek naar vrachtwagens met een geschikte trekhaak. Kolonel Noël vraagt tevens om advies bij de staf van de Groepering Keyaerts maar die kan hem alleen verwijzen naar het Atelier voor Herstelling van het Wagenpark van de 1ste Cavaleriedivisie.
Staf/3Cy
Het 3Cy zet zijn lange tocht verder en bereikt kort na dageraad het Oost-Vlaamse Appelterre, Aspelare en Voorde na een tocht via Halle en Ninove. De tocht is goed verlopen, buiten het verlies van het verkenningsvoertuig dat voor de colonnes uit reed. Dit voertuig werd met motorpech aan de kant gezet en werd kort na passage van het regiment door een Duits vliegtuig vernield met een wel geplaatste bom. Kolonel Noël laat er nogmaals aan herinneren dat tijdens nachtelijke verplaatsingen niet alleen zonder licht moet gereden worden, maar ook de fornuizen van de veldkeukens niet mogen branden en de manschappen zeker niet mogen roken.
Om 05u55 beveelt de staf van de 1ste Divisie Ardeense Jagers echter om Appelterre, Aspelare en Voorde te verlaten en naar Sint-Lievens-Houtem door de trekken. Ninove ligt immers in de Britse legerzone en de Groepering Keyaerts dient zijn eenheden naar het Belgische operatiegebied over te brengen. Bovendien heeft het 4 Squadron van Royal Air Force sinds 12 mei te Aspelare een vliegveld geïnstalleerd van waarop 14 Westland Lysander II verkenningstoestellen opereren. De aandacht van de Luftwafffe die deze piste mogelijks kan aantrekken, dient vermeden te worden. Het vertrekt naar Sint-Lievens-Houtem vindt plaats rond 08u00. Het 3Cy komt drie uur later aan na een korte rit over Woubrechtegem en Borsbeke.
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (Franse generaal Bilotte) om verder westwaarts te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft, moet deze worden prijsgegeven. Het Duitse leger wist immers in het zuiden een doorbraak te forceren in de streek van Sedan, terwijl in het noorden Nederland zich heeft overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en zich terugplooien op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De aftocht zal in drie nachtelijke etappes afgelegd worden waarbij men aan het Kanaal van Willebroek en aan de Dender en de Schelde telkens een vertragingsmanoeuvre zal uitvoeren zodat de terugtocht kan plaatsvinden op een zo veilig mogelijke manier.
Overdag onderneemt het regiment verdere pogingen om zijn wagenpark op orde te krijgen. Er is nog steeds geen contact met Atelier voor Herstelling van het Wagenpark van de 1ste Cavaleriedivisie. Ook de staf van de 1ste Divisie Ardeense Jagers verklaart geen assistentie te kunnen leveren.
Stafofficier Kapitein SBH de Selliers komt toe om 19u15 met het marsbevel voor de komende etappe naar Laarne. Het 3Cy dient om 21u00 te vertrekken over Bavegem, Sint-Denijs-Westrem en Wetteren. Het regiment wordt terug onder het directe bevel van de 1ste Cavaleriedivisie geplaatst.
Staf/3Cy
Tijdens de nacht van 16 op 17 mei trekt het regiment richting noorden. De eenheden komen net voor dageraad aan te Laarne en worden hier ingekwartierd, maar moeten stand-by blijven voor een nieuwe verplaatsing.
- De westelijke helft van het dorp wordt voorbehouden voor het Iste bataljon; de oostelijke helft voor het IIde bataljon.
- De 7Cie en de Stafcompagnie krijgen kantonnementen toegewezen langsheen de veldweg die vanaf de kerk naar het zuiden leidt.
- De 4Cie zal het piket leveren. Hierbij wordt op het gemeentehuis een wachtdetachement ter grootte van één gevechtsgroep geplaatst. Door het dorp zal een patrouille bestaande uit een onderofficier en vier manschappen circuleren. Deze patrouille is verantwoordelijk voor de ordehandhaving en moet waken over de eerbiediging van de de avondklok om 21u00.
- Voor de nabije verdediging van het kantonnement worden de volgende maatregelen getroffen:
- Er wordt telkens één gevechtsgroep uitgezet op de baan naar Wetteren, de baan naar Oostrem en de kasteeldreef.
- Nabij de windmolen ten zuiden van het dorp wordt een uitkijkpost tegen vliegtuigen geplaatst.
- De plaatselijke bevolking krijgt een uitgangsverbod tussen 22u00 en 06u00. De cafés mogen hun deuren slechts openen tussen 12u00 en 14u00 en 18u00 en 21u00.
Kolonel Noël laat ook een nieuwe inventaris van de motorvoertuigen opmaken:
- Stafcompagnie
- Personenwagens: 3 inzetbaar / 0 ontbrekend
- Vrachtwagens: 3 / 0
- Motorfietsen: 3 / 4
- Motoren met zijspan: 0 / 1
- Motoren met zijspan met E.R.T.P. zender-ontvanger: 4 / 0
- Auto met E.R.P. zender-ontvanger: 0 / 1
- Iste Bataljon
- Vrachtwagens: 14 / 3
- Ambulancewagens: 1 / 0
- Motorfietsen: 7 / 14
- Motoren met zijspan: 1 / 0
- Vrachtwagens voor mitrailleurs: 5 / 1
- IIde Bataljon
- Vrachtwagens: 13 / 4
- Ambulancewagens: 1 / 0
- Motorfietsen: 8 / 13
- Motoren met zijspan: 0 / 1
- Vrachtwagens voor mitrailleurs: 4 / 2
- 7de Compagnie
- Vrachtwagens: 5 / 2
- Utility B trekkers: 10 / 7
- Motoren: 5 / 4
Tijdens de avond krijgt de 1ste Cavaleriedivisie het bevel om de zuidelijke Scheldeoever te gaan bewaken tussen Terneuzen in het westen en Doel in het oosten. De Belgen willen vermijden dat tijdens de terugtocht van het veldleger naar de lijn Terneuzen – Bruggenhoofd Gent – Oudenaarde de Duitsers een landing vanuit Walcheren uitvoeren. Kolonel Noël verneemt dat zijn 3Cy de stad Terneuzen zal bezetten met het gros van zijn troepenmacht en daarnaast tevens verantwoordelijk wordt voor de surveillance van de oever van de Schelde in oostelijke richting, tussen de stad en het dorp Eendragt. Het regiment zal ter plekke kunnen rekenen op de vuursteun van de Iste groep van het 19de Artillerieregiment.
De marsroute van het regiment zal passeren langs Beervelde, Zaffelare, Wachtebeke, Zelzate, Sas van Gent, Westdorp en Sluiskil. Om 22u25 wordt het vertrek echter uitgesteld voor onbepaalde tijd door de staf van de 1ste Cavaleriedivisie. De bagagevrachtwagens worden opgesteld nabij het kasteel van Laarne en marscolonnes worden ontbonden, maar de militairen dienen wel stand-by te blijven in de buurt van het vertrekpunt.
Staf/3Cy
Na een nacht van afwachten wordt het 3Cy op weg gezet omstreeks 09u15. De opdracht blijft ongewijzigd. Het IIde bataljon rijdt voorop, gevolgd door de staf, het Iste bataljon en de 7Cie. De tocht zal de het grootse deel van de dag in beslag nemen. Het regiment komt aan in de namiddag en zal pas vanaf 21u00 zijn nieuwe posities kunnen innemen. De eenheden zullen als volgt ingezet worden:
- De commandopost van Kolonel Noël wordt opgesteld aan de Driewegenstraat in de stad Terneuzen.
- Het IIde bataljon wordt verantwoordelijk voor verdediging van Terneuzen.
- De 5Cie bezet het noordelijke uiteinde van de haven van Terneuzen, versterkt met twee pelotons van de 4Cie, en plaatst zijn commandopost in de loods van een scheepswerf.
- Het bataljon ontvangt 6 van de 7 nog beschikbare C47 anti-tankkanonnen.
- Het Iste bataljon zal ontplooid worden tussen Terneuzen en Eendragt.
- De commandopost van Commandant Bouha wordt te Val geïnstalleerd.
- Eén compagnie, aangevuld met twee pelotons en het laatste C47 kanon worden toegewezen aan de verdediging van Kleine Huissen en het haventje van Griete.
- De beide bataljons krijgen de opdracht om bij elke compagnie telkens één peloton achter te houden om tussenbeide te komen bij een mogelijke landing over de Schelde.
- De pelotons die niet toegewezen zijn aan de statische verdediging van de Schelde dienen te patrouilleren tussen Terneuzen en Eendracht.
- Kolonel Noël verneemt eveneens dat de Iste groep van het 1ste Regiment Lansiers onder zijn bevel zal geplaatst worden voor de verdediging van de ondersector tussen Terneuzen en Hoek. Deze groep wordt echter pas verwacht op 19 mei.
- De artilleriesteun zal niet langer geleverd worden door I/19A maar door III/19A.
- De bagage-echelons van het regiment vertrekken naar Mariakerke.
Staf/3Cy
Tijdens de nacht van 18 op 19 mei werkt de staf van het 3Cy aan de ontplooiing van zijn eenheden. Tegen de ochtend zijn alle posities bemand en is de installatie in volle gang. De patrouilles langsheen de Scheldeoever zijn operationeel.
Kolonel Noël weet echter nog niet wanneer zijn regiment met nieuwe levensmiddelen zal bevoorraad worden. De staf van de 1ste Cavaleriedivisie kan niet bevestigen wanneer het Autopeloton voor Ravitaillering kan leveren. De medische evacuatieketen werk wel en het 3Cy mag eventuele gewonden doorsturen naar de vooruitgeschoven ziekenwagenposten te Kruisstraat en Kapellebrug. Er worden ook nieuwe instructies verspreid voor de postbedeling. Het regiment is nog niet op de hoogte dat de militaire post op 18 mei is komen stil te vallen.
Tijdens de nacht van 19 op 20 mei wordt de terugtocht van het veldleger voltooid. De laatste troepen van het Cavaleriekorps zullen het oosten van Zeeland en het Waasland verlaten. Het Franse XVIde Legerkorps met de 60(FR) Infanteriedivisie en 68(FR) Infanteriedivisie wordt teruggetrokken van de Scheldeoever ten westen van Terneuzen en wordt naar West-Vlaanderen rond Torhout verplaatst.
Het opperbevel verwacht op 21 mei contact te maken met de vijand langsheen het kanaal. Het 3Cy krijgt het bevel om zich achter het Kanaal Gent-Terneuzen op te stellen. Het regiment dient de stellingen aan de oever van de Schelde ten oosten van Terneuzen te verlaten en zal zijn troepen in de stad concentreren.
Staf/3Cy
Kolonel Noël verspreidt zijn orders voor de nakende verdediging van Terneuzen. De 1ste Cavaleriedivisie is verantwoordelijk voor het noordelijke eind van het Kanaal Gent-Terneuzen, vanaf de sector van de 17de Infanteriedivisie te Sluiskil tot Braakman. De 2de Cavaleriedivisie verzorgt de bewaking van de oever van de Zeeschelde vanaf de Braakmankreek tot de monding van de rivier. De ondersector van het 3Cy omvat Terneuzen. Op de linkerflank van het regiment sluit het 3L aan. Op de rechterflank worden de linies vervolgd door het 1Cy. Terneuzen wordt verdedigd als een bruggenhoofd op het kanaal waarbij het gros van de troepen op de oostelijke oever in de stad zal gepositioneerd worden:* Kolonel Noël verplaatst zijn commandopost naar de Westsluis van het kanaal. Van uit dit punt wordt een denkbeeldige scheidingslijn getrokken, pal naar het oosten, om de stad in twee ondersectoren te verdelen.
- Het IIde Bataljon bezet de noordelijke ondersector van de stad en stelt zijn commandopost op in een bunker in de zeehaven.
- De 4Cie bewaakt de oever van de Schelde en maakt front naar het noorden tussen het kanaal en het centrum van de stad.
- De 5Cie verdedigt de noordoostelijke wijken van Terneuzen,
- Het bataljon wordt gesteund door 4 C47 anti-tankkanonnen.
- Het Iste Bataljon bezet de zuidelijke ondersector plaatst commandopost in de telefooncentrale van Terneuzen.
- De 1Cie sluit aan bij de 5Cie en verdedigt de oostrand van de stad.
- De 2Cie wordt deels achter de 1Cie geplaatst en maakt de verbinding met de ondersector van het 1Cy.
- Dit bataljon wordt gesteund door 3 C47 anti-tankkanonnen.
- Langsheen de Otheense Kreek levert het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers de troepen voor de voorposten. Dit detachement bestaan uit één peloton van de 1Cie onder leiding van Luitenant Odeurs en één bijkomend C47 anti-tankkanon. De Ardeense Jagers plaatsen hun voertuigen, inclusief hun motoren, in het gehucht Notelaar net ten westen van Boekhoute. Het geheel komt onder tijdelijk bevel van het 3Cy.
- De artilleriesteun wordt geleverd door de III/19A, met toevoeging van een vooruitgeschoven sectie van twee vuurmonden van de IV/19A die te Boerengat ontplooid om de voorposten te ondersteunen.
- De levensmiddelenechelons van het regiment worden gegroepeerd te Boerengat. De overige niet-essentiële voertuigen worden opgesteld te Watervliet.
- De medische hulppost van het regiment wordt eveneens opgesteld te Boerengat en ontvangt versterking van een peloton van de Geneeskundige Versterkingscompagnie van de 1ste Cavaleriedivisie.
- Nabij elk van de steunpunten van het regiment zal een tactisch depot ingericht worden met munitie voor de geweren en automatische wapens en één dagrantsoen vleesconserven.
De 1ste Cavaleriedivisie beveelt om 13u00 de terugkeer van het peloton van het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers naar zijn eenheid te Sluiskil. De voorposten blijven echter behouden zodat het Iste Bataljon van het 3Cy de opdracht krijgt om de Ardeense Jagers af te lossen door twee gevechtsgroepen van de 1Cie.
In Terneuzen wordt alles in gereedheid gebracht voor de komst van de vijand. De burgerbevolking wordt vanaf 12u00 geëvacueerd. Kolonel Noël zal ook als plaatscommandant van de stad fungeren, wat hem de onder meer de mogelijkheid geeft om zelfstandig te beslissen om welke burgers al dan niet kunnen achterblijven. In eerste instantie krijgt Noël van hogerhand de taak om de stad te ontdoen van alle mannelijke burgers jonger dan 50 jaar. Deze controversiële maatregel wordt ingegeven door wantrouwen tegenover de Nederlanders in gevolge hun in de ogen van onze legerleiding al te snelle capitulatie na vijf oorlogsdagen.
De kolonel maakt zich zorgen over het gebrek aan materieel van zijn regiment. Bij de aftocht van de Versterkte Positie Namen naar Woutersbrakel hebben de beide bataljons hun gereedschapswagens verloren. Deze voertuigen bevatten alle werktuigen en springstoffen nodig voor het inrichten van veldversterkingen en zijn samen goed voor bijna 200 grote schoppen, houwelen, hamers en zagen, een grote hoeveelheid prikkeldraad en meer dan 100Kg TNT. Ondanks herhaaldelijk aandringen op vervanging bij de staf van de 1ste Cavaleriedivisie wordt geen oplossing aangereikt.
Tijdens de namiddag krijgt het 4Cy de opdracht van de staf van de 1ste Cavaleriedivisie om alle bruggen doorheen de stad te ondermijnen of, bij gebrek aan springstoffen, ten minste te voorzien van wegbarricades. De regimentsstaf geeft dit bevel door aan de bataljons om 16u40. De divisiestaf laat eveneens weten dat de wegen langsheen de oevers van het kanaal vanaf nu voorbehouden zijn voor militaire voertuigen en alle burgerverkeer verboden wordt.
Staf/3Cy
Kolonel Noël ontvangt om 08u40 de bevestiging dat het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers niet langer tot de 1ste Cavaleriedivisie behoort en alle voorposten op de oostelijke oever nu door eigen troepen bezet worden.
Het aanbrengen van springladingen onder de bruggen in de stad gaat tijdens de voormiddag verder. Het regiment legt tevens enkele beperkte mijnenvelden aan nabij de oostelijke toegangswegen tot Terneuzen. De kolonel ontvangt ondertussen een lijst van families die zich nog steeds in de stad bevinden en waarvan de vader jonger is dan 50 jaar. Hij besluit onder meer om de enkele artsen en apothekers en de politiecommissaris ter plekke te laten met hun familie, maar beveelt dat alle anderen dienen verdreven te worden. Er worden patrouilles georganiseerd om het plunderen van de leegstaande woningen te voorkomen. Terneuzen ligt er zo goed als geheel verlaten bij. Alle benzinepompen staan droog nadat de Belgische militairen tot opeising van brand- en smeerstoffen overgegaan zijn.
De regimentsstaf laat de bagageechelons en alle niet-essentiële voertuigen overbrengen naar Watervliet onder leiding van Kapitein Gaussin.
Omstreeks 15u00 beveelt de 1ste Cavaleriedivisies aan ieder van de regimenten op het eerste echelon van de kanaalstelling om een officiersverkenning uit te sturen om de komst van de vijand na te gaan. Bij het 3Cy wordt de taak toevertrouwd aan Onderluitenant Depreter, pelotonscommandant bij de 2Cie, die één onderofficier en zes manschappen uitzoekt die allen het Nederlands machtig zijn. De ploeg vertrekt om 16u45 met als taak om ten oosten van de Otheense Kreek en de Axelse Kreek de omgeving uit te kammen, op zoek naar vijandelijke troepen. De patrouille mag niet verder vorderen dan Zaamslag en zal ‘s anderendaags afgelost worden. De militairen krijgen een mand mee met vier reisduiven en dienen elke vier uur een stand-van-zaken terug te sturen naar Terneuzen.
Het Cavaleriekorps meldt dat de Duitse activiteit te Vlissingen toeneemt en vreest een nakende landing over de Schelde. De troepen van de 2de Cavaleriedivisie moeten zich daarom concentreren op de verdediging van de Scheldemonding. Het 3L moet een stukje naar het westen opschuiven en verlaat Braakman. De verdediging van de Braakmankreek wordt door het IIde Bataljon van het 3Cy overgenomen. Het Iste bataljon blijft over voor de bezetting te Terneuzen, waar nog steeds aangesloten wordt bij het 1Cy. De oostelijke stad zal verlaten worden en de verdediging zal teruggetrokken worden naar de kanaaloever. De positiewissel start bij het vallen van de duisternis. De 4Cie laat een enkele gevechtsgroep achter op het oude fort van de stad.
Staf/3Cy
Tijdens de vooravond van 21 mei hebben de geallieerden beslist om het front verder achteruit te trekken. Het Belgische leger zal lijn Terneuzen-Bruggenhoofd Gent-Oudenaarde te verlaten om zich terug te trekken achter een nieuwe linie gevormd door het Leopoldkanaal, het Afwateringskanaal van de Leie en de Leie. De aftocht zal tijdens de twee volgende nachten plaatsvinden. Het Kanaal Gent-Terneuzen zal pas verlaten worden tijdens de tweede nacht van het manoeuvre (de nacht van van 23 op 24 mei) om toe te laten het belangrijke legerdepot van Eeklo te evacueren.
De officiersverkenning van Onderluitenant Depreter keert om 00u45 heelhuids terug. De patrouille heeft te Zaamslag een klein gemotoriseerd detachement opgemerkt maar heeft verder geen contact met de vijand gehad. Onderluitenant Poncelet wordt bij dageraad met een nieuwe ploeg van de 1Cie uitgestuurd en zal om 22u00 terugkomen van zijn verkenningsopdracht. Hij stuurt om 07u00 een eerste reisduif terug nadat hij net ten oosten van de stad met enkele burgers gesproken heeft die menen dat Zaamslag nu een grote bezetting aan Duitse troepen kent en er vijandelijke eenheden circuleren ten westen van deze gemeente. Om 11u30 komt een tweede bericht van de patrouille toe. Nabij de zuidelijke brug over de Otheense Kreek staat een Duitse pantserwagen die de omgeving observeert.
De waarnemingsposten van het Iste bataljon menen tijdens de ochtend enkele bewegingen te kunnen zien aan de oostrand van de Otheense Kreek. Het is niet duidelijk of het om Duitse militairen gaat, maar wel is het zo dat de stad Terneuzen aanhoudend overvlogen wordt door een vijandelijk verkenningstoestel.
Het regiment bewaakt de ondersector tussen Braakman en Terneuzen, maar de Duitsers vorderen langzaam aan het noordelijke uiteinde van het Kanaal Gent-Terneuzen en zijn niet van zin een actie te ondernemen vooraleer voldoende artillerie en gevechtsondersteunende troepen ter plekke zijn. Langs de ganse lengte van het Kanaal Gent-Terneuzen is er slechts sporadisch contact met de Duitsers. In de noordelijke sector hebben Belgische patrouilles vijandelijke troepen gespot in de regio van Axel. In de zuidelijke sector bereikt een verkenningspatrouille van het 29Li het dorp Desteldonk.
Voor de derde en laatste officiersverkenning wordt Onderluitenant Delfosse van de 2Cie aangewezen. Hij dient te vertrekken om 03u15 tijdens de nacht van 22 op 23 mei.
Staf/3Cy
Het 3Cy blijft op zijn posities tussen Braakman en Terneuzen. De cavalerie heeft nu de 6de Infanteriedivisie en de 17de infanteriedivisie afgelost en van noord naar zuid zijn het 3Cy, 1Cy, 1G, 4Cy, 2Cy en 2G ontplooid langsheen de kanaaloever van Terneuzen tot Zelzate. Ten zuiden van Terneuzen bereiken Duitse troepen bereiken op verschillende lokaties het kanaal en het komt her en der tot gevechten.
De patrouille van Luitenant Delfosse vertrekt op het geplande uur, voorzien van de laatste instructies van de 1ste Cavaleriedivisie om agressief op te treden en trachten enkele gevangenen te maken. Langsheen de Scheldedijk ontdekt de ploeg al snel een Duits anti-tankkanon en enkele tientallen militairen. De manschappen gaan het gevecht niet aan en besluiten wijselijk af te wachten in de hoop om toch nog tot bij de monding van de Otheense Kreek te komen.
Rond het middaguur wordt Adjudant Melis met drie fuseliers uitgestuurd naar de stad. Nabij het postkantoor stuit het viertal op een Duitse patrouille. Ten minste één vijandelijke militair wordt gedood. Melis en zijn manschappen keren onmiddellijk terug naar de eigen linies.
De Duitse artillerie komt vanaf 14u00 in actie en start de beschieting van de Belgische linies. Wanneer een reeks artilleriegranaten inslaan nabij de westelijke sluis vermoed Kolonel Noël dat de kerk te Terneuzen wel eens als uitkijkpost zou gebruikt kunnen worden. Hij vraagt prompt een vuuropdracht aan bij het 18A om het gebouw te vernielen. Tevens worden enkele vuuropdrachten op Zaamslag doorgegeven. De beschietingen houden echter aan en tussen 14u00 en 15u00 worden in het onderkwartier van de 1Cie drie slachtoffers gemaakt.
De Duitsers steken het kanaal over in de ondersector van het 37Li. Het regiment wordt overrompeld. Ook het 32Li en het 2G krijgen het moeilijk en twee bataljons van het 14Li worden ter hulp gestuurd. In de late avond zijn de Belgen weer meester van de westelijke oever. Na het vallen van de duisternis zullen alle Belgische troepen het Kanaal Gent-Terneuzen verlaten.
De eenheden van het 3Cy worden om 22u30 verwittigd en maken zich klaar voor de mars. Het IIde Bataljon dient zich in afzonderlijke compagnies naar Sint-Kruis te verplaatsen, gevolgd door het Iste Bataljon. De verplaatsingen moeten kort na middernacht starten. De 1Cie zal de achterhoede vormen en dient tot 03u45 op post te blijven.
Tijdens de nacht van 23 op 24 mei verlaat het Belgische leger het het Kanaal Gent-Terneuzen om een volgende verdedigingslinie te organiseren aan het Leopoldkanaal en het Afleidingskanaal van de Leie. Hierdoor moet ook zal het Cavaleriekorps zich terugplooien uit het grootste deel van Zeeland.
De marsroute van het 3Cy loopt via Hoek, Mauritsfort, Philippine, Ijzendijke, Waterlandkerkje, Bakkersdam en Sint-Kruis in Zeeland.
Tussen 04u00 en 05u00 trekken de achterhoeden van het 1Cy, 3Cy en 4Cy door Philippine. Even later blaast de Belgische genie de bruggetjes over het kleine kanaal door de stad op. De drie regimenten wielrijders worden vervolgens naar het Leopoldkanaal gestuurden graven zich in met van west naar oost het 3Cy (Strobrugge tot Sint-Laureins), 1Cy (Sint-Jan-in-Eremo) en het 4Cy (Watervliet). Het 3Cy zal gedurende korte tijd ten zuiden van het kanaal een bruggenhoofd bemannen, maar wordt dan ook volledig achter het kanaal gebracht.
- Het gros van het regiment bereikt Sint-Kruis rondom 05u00 en wordt via de Vuilpanstraat naar zijn nieuwe posities doorgestuurd:
- Het Iste Bataljon bezet het rechter kwartier en komt tegenover Strobrugge te liggen.
- De 1Cie vormt de rechterflank van het regiment en maakt de aansluiting met de posities van de 18de Infanteriedivisie die ten zuiden van Strobrugge oostwaarts lopen langsheen het Afleidingskanaal van de Leie
- De 2Cie neemt het linker onderkwartier in
- Het IIde Bataljon bezet het linker kwartier tegenover Sint-Laureins
- De 4Cie wordt opgesteld in het rechter onderkwartier. In dit onderkwartier bevindt zich te brug van de Dorpsstraat te Sint-Laureins.
- De 5Cie neemt het linker onderkwartier in, met het 3de Peloton op de uiterste linkerflank van het regiment. Hier wordt de aansluiting gemaakt met de ondersector van het 1Cy.
Het Leopoldkanaal heeft geen voorbereide posities. Het gros van de dag wordt dan ook doorgebracht met het uitgraven van schuttersputjes en veldversterkingen. Om 08u00 vraagt de 1ste Cavaleriedivisie om een reeks voorposten uit te zetten op de zuidelijke oever van het kanaal. De detachementen vatten post langsheen de Graaf Jansdijk.
Om 19u35 signaleert Majoor Lisfranc de aanwezigheid van enkele Duitse motorwielrijders op een 500-tal meter ten zuiden van het kwartier van zijn Iste Bataljon. Naast de voorposten heeft elk bataljon op dag ogenblik ook een patrouille op het terrein. De patrouille van het IIde bataljon stuit kort voor 20u00 op vijandelijke verkenners. In het daarop volgende vuurgevecht raakt één Belg gewond. De patrouilles en de voorposten worden allen teruggetrokken binnen de linies. Met toestemming van de divisiestaf wordt de brug te Strobrugge omstreeks 20u30 vernield. De 1Cie dient één peloton naar de brug te verplaatsen, ondersteund door een C47 anti-tankkanon. De brug vormt het scharnierpunt met de sector van de 18de Infanteriedivisie en het detachement dient contact te zoeken met het IIde Bataljon van het 3de Regiment Grenadiers dat op de uiterste linkerflank van deze divisie ontplooid is.

Een karabinier-wielrijder bij de fotograaf.
Staf/3Cy
De 1ste Cavaleriedivisie weet dat Strobrugge een zwak punt is in de Belgische linies en vraagt aan Kolonel Noël om bijzonder waakzaam te zijn. Majoor Lisfranc mag zo nodig op eigen initiatief een tweede peloton naar deze locatie verplaatsten en krijgt de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid om elke vijandelijke infiltratie op de scheidingslijn van het 3Cy en de II/3Gr te blokkeren. De divisiestaf wil tevens een peloton fuseliers geplaatst zien te Eede en zal eveneens het Eskadron Pantserwagens van het 3de Regiment Lansiers naar deze omgeving bevelen.
Een eerste contact met de vijand komt er bij het IIde Bataljon wanneer rondom 07u00 geschoten wordt nabij Sint-Laureins. Vijandelijke verkenners tasten er per fiets en motor de Belgische linies af en verdwijnen al snel weer. Goed twee uur later dagen een 30-tal vrachtwagens met infanteristen op. De Duitsers zijn duidelijk van plan om het dorp te bezetten. Het 3Cy laat begaan, maar verneemt omstreeks 11u00 dat de artillerie van het Vde Legerkorps van achter het Afleidingskanaal van de Leie tussenbeide zal komen. Wanneer het Belgische geschut het vuur opent, vallen al snel verschillende artilleriegranaten op de posities van de 5Cie. Kolonel Noël heeft geen directe verbinding met dit legerkorps en stuurt een spoedbericht naar de staf van de 1ste Cavaleriedivisie om het vuren te laten verleggen. De vuuropdracht is afgelopen vooraleer het bericht bij de juiste bestemmeling zal aankomen. Er zijn gelukkig geen slachtoffers gevallen.
De artillerie van de 1ste Cavaleriedivisie komt vanaf 16u30 tussenbeide voor het front van het 3Cy en het 1Cy. De ganse zone vanaf Middeldorpe over Sint-Laureins tot in Zonne zal doorheen de ganse nacht met regelmaat beschoten worden om vijandelijke troepenverplaatsingen te hinderen.
In het onderkwartier van de 4Cie komt omstreeks 20u45 een motorfiets aangereden doorheen de dorpsstraat. De manschappen nabij de vernielde brug openen het vuur waarop de chauffeur van zijn rijwiel springt en in zeven haasten tussen de huizen wegvlucht. Commandant Van den Noortgate, Sergeant Van Houtte en 1ste Sergeant Jacobs gaan op onderzoek. Het blijkt om een Duitse DKW machine te gaan, maar er wordt niemand teruggevonden. De motor wordt vernield en de militairen brengen verslag uit.
Tijdens de vooravond besluit het Groot Hoofdkwartier om het Leopoldkanaal op te geven en het Cavaleriekorps verder westwaarts te concentreren op de lijn Cadzand-Retranchement-Sluis-Middelburg(Maldegem). Deze beslissing wordt deels ingegeven door het vertrek van een aantal gemotoriseerde eenheden van het korps naar het zuidelijke Leie-front. Voor de karabiniers-wielrijders zal deze terugtocht uitgevoerd worden door de regimenten in tegen wijzerzin te laten pivoteren rondom Strobrugge. Het 3Cy heeft dan ook de kleinste afstand te overbruggen. Het uitvoeringsbevel voor de verplaatsing komt aan om 21u50.
Staf/3Cy
Het Cavaleriekorps en de 1ste Cavaleriedivisie worden tijdens de nacht van 25 op 26 mei verplaatst naar de lijn Cadzand-Retranchement-Sluis-Middelburg. De troepen van de divisie worden als volgt opgesteld:
- Ondersector Retranchement: 1G met het Eskadron Motorwielrijders van 2G, ondersteund door III/19A te Hazegras.
- Ondersector Sluis: 4Cy, aangevuld met 2G en I/1JP, ondersteund door I/19A en twee batterijen C120 M31 van 13A.
- Ondersector Heille: 1Cy, ondersteund door I/17A.
- Ondersector Middelburg: 3Cy, met steun van IV/19A.
- Algemeen steunelement: IV/13A te Westkapelle.
Naast de IV/13A te Westkapelle beschikt de divisie nog over het 25ste bataljon Genie te Lissewege, het 22ste bataljon TTr te Oostkerke en het Transportkorps te Scheepsdale. Ten zuiden van Middelburg vervolgt de 17de infanteriedivisie de Belgische linies langsheen het Afleidingskanaal van de Leie.
Het regiment verlaat zijn posities tussen 00u00 en 01u00. Kolonel Noël vraagt aan de bataljons om de stellingen peloton per peloton te verlaten om de kans op vijandelijke ontdekking te verkleinen. De beide bataljons sturen hun pelotons naar de Brieversweg waar twee marscolonnes gevormd worden. Tegen 01u00 is het II/3Cy op weg naar Eede. Het I/3Cy start een goed uur later. Het II/3Cy komt dan ook als eerste aan te Middelburg omstreeks 03u00, gevolgd door het I/3Cy om 04u00.
De nieuwe linies van het 3Cy lopen volgens een noord-zuid as net ten oosten van Middelburg, vanaf Heille in het noorden tot aan kilometerpaal 20,4 van het Afleidingskanaal van de Leie:
- Het II/3Cy bevindt zich nu op de linkerflank van het regiment, met de 5Cie tussen Heille en de noordrand van Middelburg en de 6Cie langsheen de zuidrand van dit dorp.
- Het I/3Cy bezet het zuidelijke kwartier en vervolgt de linies tot aan het Afleidingskanaal
- Het regiment blijft gesteund door de IV/19A dat te De Hoorn in België in stelling gaat.
- De commandopost van Kolonel Noël komt langsheen de baan van Knokke naar Maldegem te liggen.
De belangrijkste Duitse aanvallen op het noordelijke deel van de Belgische legerzone vinden plaats te Balgerhoeke en Ronsele op het Afleidingskanaal van de Leie. De vijand steekt rond 16u00 de waterweg over op deze twee punten. Rond 19u30 stort het front in bij het 23ste Linieregiment rond Ronsele. Ook het 7de Jagers te Voet nabij Balgerhoeke wordt aan het kanaal verdreven. Het Groot Hoofdkwartier heeft geen andere optie dan terug te trekken van het Afleidingskanaal en opnieuw te proberen een verdedigingslijn te organiseren op de as Strobrugge-Maldegem-Oostwinkel. Er wordt een reservemacht samengesteld onder bevel van Kolonel Morel de Westgaver. Deze formatie krijgt de benaming Groepering Morel en bestaat uit:
- Het 1Cy, nog steeds aangevuld met de Compagnie C47 op T13 van de 3de Infanteriedivisie.
- Het 4Cy.
- De Iste groep van het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP), waarvan nog twee pelotons motorwielrijders en een klein eskadron met drie T13’s en één T15 overblijven.
- De Iste groep van 19A, met drie batterijen, elk met vier kanonnen C75GP.
In de ondersector van het 3Cy verloopt de dag in relatieve rust. Tijdens de namiddag worden twee officiersverkenningen bevolen om de posities van de vijand na te gaan. Het Iste Bataljon dient een patrouille uit te sturen naar Eede, Strobrugge, Moershoofde en Sint-Laureins. Het IIde Bataljon onderneemt de zelfde missie voor de route Eede, Vuilpan, de Eedepolder de Roeselarepolder tot aan de Roeselarekreek.
Voor de rest van het Cavaleriekorps en de 1ste Cavaleriedivisie betekent de nieuwe Duitse doorbraak aan het Afleidingskanaal een verdere verkleining van de operatiezones. De beide formaties krijgen alweer een nieuw bevel tot terugtrekken achter het noordelijke uiteinde van het Afleidingskanaal van de Leie:
- Het 2G verlaat Sluis en zal via Sluis en Westkapelle naar Heist terugtrekken, waar het regiment de laatste 1.500m van het Afleidingskanaal dient te bezetten. Dit regiment zal onder bevel van de Franse 60ste infanteriedivisie gevoegd worden.
- Het 1G wordt teruggetrokken van Retranchement over Het Zoute, Knokke, Heist en Zeebrugge tot in Lissewege. Het regiment zal dan in reserve geplaatst worden rond Dudzele en dient één eskadron te verdelen over twee bruggenhoofden op het Afleidingskanaal aan de Dudzelestraat en de Oostakkerstraat.
- Het 1JP dient zich verplaatsen via Westkapelle naar Damme en zal daags nadien Damme, Vivenkapelle en Male bezetten.
- Het 3Cy moet langs het Afleidingskanaal post vatten tussen Moerkerke in het westen en de brug van de steenweg van Knokke naar Maldegem in het oosten. De rechterflank van het regiment dient aan te sluiten bij de 17de Infanteriedivisie.
Staf/3Cy
Kort na 00u30 ontvangt Kolonel Noël de details voor de opdracht van de komende dag. Het regiment moet zoals eerder gemeld een nieuwe ondersector bezetten langsheen het Afleidingskanaal tussen Moerkerke in het westen en de brug van de steenweg van Knokke naar Maldegem in het oosten. Daarbij dient één peloton uitgestuurd te worden naar Lapscheure om hier een voorpost te bemannen. De aftocht van het 3Cy zal via De Hoorn lopen. De bataljons behouden hun relatieve posities zodat het II/3Cy het westelijke kwartier zal bezetten en het I/3Cy het oostelijke kwartier. Op de rechterflank van dit bataljon bevindt zich het 9de Regiment Jagers te Voet. Langsheen het Afleidingskanaal bevinden zich nog diverse formaties van de Franse 60ste Infanteriedivisie. Het onderkwartier van het II/3Cy wordt eveneens gedeeltelijk bezet door een bataljon van het Franse 241ste Infanterieregiment.
De inplaatsstelling start om ongeveer 06u00. Kolonel Noël heeft goed anderhalf uur eerder zijn commandopost geopend in het midden van de ondersector te Schewege.
Lang worden de posities echter niet behouden. De aftocht van de 17de Infanteriedivisie betekent dat een nieuwe verdedigingslinie dient uitgebouwd te worden. Het Iste Bataljon krijgt om 09u50 het bevel om de kanaaloever te verlaten en post te vatten langsheen de oostrand van het dorp Schewege met front pal naar het oosten. Het IIde Bataljon zal zijn posities behouden. Het peloton dat naar Lapscheure vertrokken was, wordt teruggeroepen naar het regiment. Het bataljon van het Franse 241ste Infanterieregiment dat zich in het kwartier van II/3Cy bevindt, wordt doorgestuurd naar Vivenkapelle. Enkele patrouilles worden uitgestuurd naar de steenweg van Knokke naar Maldegem. De vijand bevindt zich op minder dan 3.000m voor de linies maar zal gelukkig niet oprukken naar de posities van het 3Cy.
Tegen 12u30 volgt een tweede fase in deze terugtocht. De legerleiding besluit de 17de Infanteriedivisie terug te trekken op een lijn tussen Male en Moerbrugge ten oosten van Brugge, en de 1ste Cavaleriedivisie moet tussen Male en Moerkerke de verbinding maken met het Afleidingskanaal van de Leie. De overgebleven elementen van het 1JP worden verdeeld onder Malen, Vivenkapelle en Damme, terwijl het IIde Bataljon van het 3Cy het gros van zijn troepen van de kanaaloever moet weghalen om langsheen de oostrand van Moerkerke front te maken naar het oosten.
Omstreeks 19u00 is echter duidelijk geworden dat ook deze ultieme poging om ten oosten van Brugge een continue front te behouden in elkaar zal stuiken. Het Groot Hoofdkwartier bereidt zich voor op de verdediging van de stad en dit resulteert in een bevel voor het 3Cy om zijn beide bataljons langsheen de oostrand en de zuidoostrand van de stad te ontplooien. Kolonel Noël zal zijn commandopost naar het stadscentrum overbrengen en dient tevens het vernielingsplan voor de oostelijke toegangswegen tot de stad op te starten.
Het Iste Bataljon ontvangt om 19u40 de opdracht om zijn troepen te verdelen over de Boeveriepoort, Katelijnepoort, Gentpoort en de Kruispoort. Er dient telkens één peloton en één C47 anti-tankkanon bij elke toegangsweg geplaatst te worden. Ook de mitrailleurs dienen bij de poorten opgesteld te worden. De rest van de eenheden zullen tussen deze punten patrouilleren.
Het IIde Bataljon wordt om 20u00 toegewezen aan de verdediging van de tweede stadsomwalling vanaf de Kruispoort (exclusief) tot aan de restanten van het fort Lapin aan de Handelskom. De bruggen over de ringvaart mogen vernield worden na de doortocht van het 1JP.
De 1ste Cavaleriedivisie beseft dat het contact met het 3Cy bijzonder moeilijk kan worden indien het tot gevechten te Brugge zou komen. Kolonel Noël krijgt dan ook de toestemming om bij grote vijandelijke druk op eigen initiatief de stad te verlaten en naar Klemskerke terug te trekken.
Staf/3Cy
Het regiment is aangekomen te Brugge en is gestart met de installatie van zijn eenheden op de aangewezen posities wanneer Kolonel Noël reeds om 03u45 op de hoogte gesteld wordt van de capitulatie. Binnen het kwartier zijn de bataljons op de hoogte zodat het regiment bij de start van wapenstilstand alle gevechtsactiviteiten kan staken. De manschappen blijven op post tot 08u50. Het regiment wordt dan samengebracht in de artilleriekazerne aan de Langestraat. Om 11u00 kan Noël bevestigen dat zijn cyclisten in de kazerne geïnstalleerd zijn. De wapens werden verzameld op de binnenplaats en het plaatscommando is ingelicht van de situatie van het 3Cy.
De Duitsers bereiken bijzonder snel de Brugse binnenstad. Bij aankomst in de kazerne wordt de militairen van het 3Cy laconiek verteld dat ze naar huis mogen. Heel wat manschappen laten zich dit geen twee keer zeggen en lopen de poort uit, tot groot ongenoegen van de kolonel en zijn staf die zich door de bezetter ondermijnd voelen.
Om 19u00 stuurt de staf van het 1ste Cavaleriekorps de restanten van het regiment naar Damme.
Vanaf 29 mei worden manschappen en materiaal van de ganse 1ste Cavaleriedivisie verzameld in de zone tussen het Afleidingskanaal van de Leie, het Lieve-kanaal en het Kanaal Gent-Terneuzen. Op 1 juni worden alle eenheden afgevoerd naar de krijgsgevangenschap. De colonnes verzamelen te Dudzele. Begeleid door een Duits peloton motorwielrijders rijdt de ganse divisie naar Berchem waar alle voertuigen en kanonnen in een openluchtdepot geplaatst worden.
De manschappen trekken vervolgens te voet door Antwerpen en worden opgesloten in het Kamp van Brasschaat. Via het station Sint-Mariaburg worden de militairen naar Duitsland weggevoerd. De Vlaamse miliciens zullen al snel weer vrijkomen.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
6/II | CNOCKAERT | Leon, Oscar | ![]() | Sdt | Mil | 34 | 28.04.1914 | Zonnebeke | 14.05.1940 | Gembloux | |
3/I | DELCHAMBRE | Pierre, J.L. | Sgt | Mil | 36 | 18.09.1913 | Tournai | 21.05.1940 | Saint-Riquier (F) | ||
3/I | DESWERT | Victor, Albert | ![]() | Sdt | Mil | 35 | 19.03.1915 | Châtelineau | 23.05.1940 | Terneuzen (NL) | Gedood in artilleriebombardement. |
3/I | DURNISEAU | Louis, R.H. | Sdt | Mil | 35 | 03.12.1914 | Brussel | 23.05.1940 | Terneuzen (NL) | Gedood in artilleriebombardement. | |
4/II | LECLERCQ | Alfred, J. | Sgt | BV | 34 | 19.02.1911 | Opvelp | 21.05.1940 | Berck-Plage (F) | ||
4/II | STOCKMANS | Albert, G. | Sdt | Mil | 36 | 20.10.1916 | Pamel | 27.05.1940 | Sint-Jan-in-Eremo | ||
4/II | VAN DER ELST | Guillaume | Sdt | Mil | 36 | 07.07.1916 | Leefdaal | 28.05.1940 | Sint-Andries | Overleden hospitaal Abdij Zevenkerken | |
6/II | VAN SWEEVELT | Louis, J. | ![]() | Sdt | Mil | 34 | 24.07.1914 | Kaggevinne-Assent | 15.05.1940 | Wauthier-Braine | |
5/II | VANDER DONCKT | Emile | Kpl | Mil | 36 | 29.06.1916 | Etterbeek | 20.05.1940 | Buigny-Saint-Maclou (F) | ||
4/II | VANOVERBEKE | Gerard, G.C. | Sdt | Mil | 31 | 11.04.1911 | Zwevegem | 20.05.1940 | Buigny-Saint-Maclou (F) |
- Dossier 3Cy, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie