Territoriale Dienst van de Legerzone

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming Territoriale Dienst van de Legerzone | Te Di L Gb
Service Territoriale de la Zone de l’Armée | STZA
Type Territoriaal Commando
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van Directie van de Diensten van het Achtergebied
Bevelhebber Luitenant-generaal Julien Mozin
Standplaats Brussel
Samenstelling Generale Staf (Kolonel SBH L. Coupez)
  Provoost (Luitenant-kolonel Edmond Delehouzée)
  Administratieve Compagnie der Interneringsdepots (Majoor Alberic De Wilde)
  Compagnie Transmissietroepen (Luitenant R. Pigeolet)
  Compagnie Administratie (Kapitein-commandant Jean Smits)

Tijdens de mobilisatie

Staf/STZA
Binnen de organisatie van de krijgsmacht in het interbellum wordt een onderscheid gemaakt tussen het veldleger en het territoriale leger. Het veldleger bestaat uit alle gevechtseenheden, gevechtsondersteunende eenheden en logistieke eenheden die een vijandelijk agressie dienen af te slaan en hiertoe in de zogenaamde “legerzone” opereren. Het territoriale leger omvat alle organismen die vanuit het hinterland, of volgens het jargon van toen “de achterwaartse zone” steun bieden aan het veldleger. De administratieve organisatie van de legerzone valt ten laste van Luitenant-generaal Mozin en zijn staf die de Territoriale Dienst van de Legerzone uitmaken. Deze staf wordt ondersteund door een eigen militaire politiedienst (oftewel provoost) en een transmissiecompagnie.

“Home La Lasne” te Terlanen werd ingericht als interneringskamp voor Britse en Franse officieren.

Administratieve Cie der Interneringsdepots/STZA
Het commando van Generaal Mozin is eveneens verantwoordelijk voor de interneringskampen voor militairen van buitenlandse mogendheden. Deze opdracht wordt uitgevoerd door de Administratieve Compagnie der Interneringsdepots. De eenheid werd in september 1939 in het leven geroepen voor het bewaken van geïnterneerde militairen met een buitenlandse nationaliteit. Omwille van de neutrale positie van België werden alle militairen die om welke reden dan ook onze landsgrens zijn overgestoken opgepakt en geïnterneerd. Ze worden niet als krijgsgevangenen beschouwd gezien België niet in oorlog is. Het betreft bijvoorbeeld Britse piloten die op weg naar hun eenheden in Frankrijk motorpech kregen boven het Belgische grondgebied en die een noodlanding dienden te maken in België. Op 9 mei 1940 bevindt de commandopost van deze compagnie zich in het preventorium “Home La Lasne” te Terlanen nabij Overijse. De compagnie staat onder het bevel van Majoor Res De Wilde, bijgestaan door Luitenant Landy. Deze geïnterneerde militairen bevinden zich tijdens de mobilisatie in vier detentiecentra:

  • het Fort van Borsbeek te Antwerpen: troep en onderofficieren van het Britse en het Franse leger (het betreft 36 Britten en 15 Fransen).
  • het preventorium “Home La Lasne” te Terlanen: officieren van het Britse en het Franse leger
  • het Fort van Hoei: troep en onderofficieren van het Duitse leger
  • gebouwen van de staf van de Rijkswacht (Kroonlaan) te Brussel: officieren van het Duitse leger

De bewaking wordt verzekerd door de manschappen van de Administratieve Compagnie, aangevuld met, wat Terlanen betreft, een detachement van de 4de Compagnie van het XXIVste Bataljon Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (4/XXIV/GVCE) onder Kapitein-commandant Henri Serckx. In de Kroonlaan te Brussel wordt de compagnie versterkt met een detachement van het provoostschap bevolen door Kapitein-commandant Guerlache. Op 11 januari 1940 komen twee belangrijke gevangen toe in de Kroonlaan. Het betreft twee Duitse officieren, Majoor vlieger Hönmanns en Majoor Reinberger. Zij werden een dag eerder opgepakt door het Bataljon Grenswielrijders Limburg (Bn CyF Lim) toen hun verbindingsvliegtuig een noodlanding maakte te Vucht nabij Maasmechelen. Aan boord van hun toestel bleken zich de plannen voor de aanval op het westen te bevinden [1]. Hun aankomst veroorzaakte heel wat commotie. Er ontstaat een komen en gaan van hooggeplaatste officieren, van Kolonel SBH Neefs, hoofd van de 2de Afdeling Inlichtingen van het Groot Hoofdkwartier (GHK), tot Generaal-majoor Van Overstraete die de leiding van de ondervraging van de gevangenen op zich neemt. Op 12 januari worden de gevangenen ondervraagd in de mess officieren van de rijkswachtkazerne. Er wordt afluisterapparatuur aangebracht om het gesprek af te luisteren tussen de gevangenen en de Duitse ambassadeurs van België en Nederland, Rabe von Pappenheim en Rolf Wenninger, die toelating kregen de gevangenen te bezoeken. Het afluisteren gebeurt door Majoor Mampuis van de Contra-informatiedienst. Na hun ondervraging verbleven beide Duitse officieren in de rijkswachtkazerne aan de Kroonlaan te Brussel waar ze samen met andere geïnterneerde Duitse officieren opgesloten zaten tot het begin van de oorlog.

Administratieve Cie der Interneringsdepots/STZA
Majoor De Wilde verneemt het nieuws van de Duitse inval tijdens de vroege ochtend van 10 mei. Hij laat onmiddellijk de geïnterneerde Franse en Britse militairen overdragen aan respectievelijk hun ambassades te Brussel voor de geïnterneerde officieren en de Consuls Generaal voor de geïnterneerden in Antwerpen. Hij krijgt de bevestiging dat de geïnterneerde Duitsers vanaf dit ogenblik als krijgsgevangenen dienen beschouwd te worden. De majoor wordt om 09u40 opgebeld door Kapitein SBH del Marmol met een bevel om zich met zijn manschappen naar Lombardsijde te begeven en er een krijgsgevangenkamp voor Duitse militairen in te richten. De gevangenen dienen overgebracht te worden van Brussel en Hoei naar dit nieuwe kamp. De inrichting van het kamp zal nog duren tot 13 mei. In afwachting worden de Duitse gevangenen, inclusief Hönmanns en Reinberger, overgebracht naar de Weylerkazerne in het voormalig Theresianerklooster in de Ezelstraat te Brugge. Het detachement van de 4Cie van XXIV/GVCE bestaande uit vier officieren en 120 manschappen blijft in versterking van de Administratieve Compagnie en verhuist mee naar Brugge.

Cie TTr/STZA
De Compagnie Transmissietroepen van het STZA (Cie TTr/STZA) wordt gemobiliseerd in het Kasteel Orban te Vilvoorde. Het wagenpark wordt samengesteld aan de hand van 14 vrachtwagens, 2 aanhangwagens met trekker en 1 bestelwagen.

Weylerkazerne te Brugge waar Duitse krijgsgevangenen vanaf 10 mei worden in ondergebracht.

Cie TTr/STZA
De compagnie ontvangt zijn materieel uit het depot van de transmissietroepen. Ook de bewapening wordt in ontvangst genomen: de eenheid krijgt 163 karabijnen met 11.760 patronen. De manschappen ontvangen 600 blikken ingemaakt vlees als noodrantsoen. Iedereen krijgt ook twee dekens. De negen burgervrachtwagens worden allen met een trekhaak uitgerust. Er worden nog drie vrachtwagens en twaalf fietsen opgevorderd. De officieren klagen dat ze nog geen persoonlijk wapen hebben ontvangen.

Staf/STZA
De staf van de STZA verlaat de hoofdstad om 09u30 met Bavegem als bestemming.  Deze gemeente licht tussen Aalst en Gent.

Het Groot Hoofdkwartier beveelt aan de Territoriale Dienst van de Legerzone om een cordon in te stellen voor militairen die van hun eenheid afgezonderd zijn.  Dit cordon volgt een lijn die vertrekt vanaf het noordpunt van het Kanaal van Willebroek tot in Vilvoorde en vervolgens verder leidt naar Woluwe, Oudergem en Bosvoorde.  Aan de bruggen over het kanaal en op de toegangswegen naar de hoofdstad moet de provoostdienst van de STZA controleposten inrichten, eventueel aangevuld met personeel van de Brabantse Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (GVCE).

Aan deze controleposten mogen alleen militairen passeren die behoren tot de legerkorpsen uit het noordoosten van het land om afgeleid te worden naar de volgende verzamelpunten:

  • 3de Infanteriedivisie: Groot Bijgaarden
  • 4de Infanteriedivisie: Grimbergen
  • 7de Infanteriedivisie: Vilvoorde
  • Cavaleriekorps: Heizel
  • Steuneenheden Iste Legerkorps: Strombeek-Bever
  • Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen: nog te bepalen door de STZA

Cie TTr/STZA
De technische uitrusting wordt geleverd door de Technische Dienst der Transmissietroepen. Het peloton telefonisten ontvangt genoeg telefoonmaterieel om twee vrachtwagens mee te vullen. Het peloton radiotelegrafisten daarentegen krijgt geen batterijen of zenders/ontvangers toebedeeld en ontvangt alleen vier stroomgroepen met een vermogen beperkt tot verlichting van kleine gebouwen.

Luitenant André begeeft zich naar de staf van de Territoriale Dienst van de Legerzone en verneemt dat de compagnie naar Steenbergen zal verplaatst worden. Het vertrekt wordt onmiddellijk voorbereid en de installatieploeg vertrekt. Even later komt echter een tegenbevel om in Vilvoorde te blijven.

Staf/STZA
De STZA heeft bijkomende middelen en manschappen nodig om het cordon naar behoren te kunnen bemannen.  Majoor Vandaele van de Directie van de Diensten van het Achtergebied telefoneert om 13u30 via de Rijkswacht te Etterbeek naar Luitenant-kolonel Daelemans van de Grootprovoostdienst met de vraag om alle beschikbare manschappen door te sturen naar de STZA.

Administratieve Cie der Interneringsdepots/STZA
De voormalig geïnterneerden alsook nieuwe Duitse krijgsgevangenen worden naar Lombardsijde overgebracht. De groep krijgsgevangenen is aangegroeid tot een 120 tal militairen, voornamelijk officieren en onderofficieren van de Luftwaffe wiens vliegtuig boven België werd neergehaald.

Cie TTr/STZA
Het personeel blijft te Vilvoorde. De officieren kunnen toch elk een pistool verwerven.

Staf/STZA
Het cordon langsheen het Kanaal van Willebroek wordt kort na het middaguur verlengd langsheen de Rupel en de Schelde tot in Temse om vervolgens via Sint-Niklaas tot aan de Belgisch-Nederlandse grens te De Klinge te lopen.  Dit cordon blijft de verantwoordelijkheid van de STZA.  Ten oosten van deze lijn moet elk legerkorps en elke divisie zijn eigen cordon behouden, zodat in principe een driedubbel opvangnet functioneert over de ganse lengte van de Belgische legerzone.

De staf van het IIIde Legerkorps die aangekomen is te Vilvoorde wordt belast met de uitbreiding van de opvangregeling voor militairen die bij de aftocht naar de K.W. Stelling van hun eenheid afgezonderd zijn.  De korpsstaf bevestigt de op 14 mei door het GHK aangeduide locaties voor de verzameling van deze militairen:

  • 1ste Infanteriedivisie: Nieuwenrode
  • 2de Infanteriedivisie: Weerde
  • 3de Infanteriedivisie: Groot-Bijgaarden
  • 4de Infanteriedivisie: Vilvoorde en Grimbergen
  • 6de Infanteriedivisie: Wolvertem
  • 7de Infanteriedivisie: Vilvoorde en Grimbergen
  • Grenswielrijders: Wemmel
  • 1ste Regiment Karabiniers-Wielrijders, 2de Regiment Gidsen, 1ste Regiment Jagers-te-Paard: Meisse
  • 3de Regiment Karabiniers-Wielrijders, 1ste Regiment Gidsen, 2de Regiment Jagers-te-Paard, 2de Regiment Lansiers: Brussegem
  • Korpstroepen Iste Legerkorps: Strombeek-Bever
  • Korpstroepen IIIde Legerkorps: Relegem
  • Alle elementen van het transportkorps: Merchtem

Cie TTr/STZA
Het aantal fietsen wordt op 39 gebracht. De compagnie stuurt Korporaal Pierre met 24 manschappen naar de telefooncentrale in de Strostraat te Brussel, vlak bij de Grote Zavel. De manschappen zullen aangehecht worden bij de 1ste Compagnie van het Regiment Transmissietroepen van het Leger. Dit regiment vraagt ook nog eens zeven motorwielrijders bij de compagnie. Deze troepen zullen niet meer terugkeren naar hun eenheid en de compagnie is manschappen en materieel kwijt.

Staf/STZA
Het Groot Hoofdkwartier vraagt aan Generaal-majoor Georges Clément, Commandant Infanterie van de 16de Infanteriedivisie, om te starten met de oprichting van een nieuw organisme dat op niveau van het leger alle verdwaalde militairen moet opvangen en opnieuw inzetbaar maken.  Deze formatie zal aangeduid worden met de benaming Hergroeperingscentrum voor Afgezonderden van het Leger (Centre de Regroupement des Isolées de l’Armée).  Dit nieuwe organisme zal in een eerste fase nauw samenwerken met de STZA die verantwoordelijk blijft voor het cordon om afgezonderde militairen te onderscheppen op de grens tussen de legerzone en het achtergebied.

Cie TTr/STZA
De compagnie krijgt rond het middaguur de opdracht om naar Gent te vertrekken en zich klaar te maken voor het overnemen van de grote telefooncentrale van de RTT in de stad. De eenheid zal te Heusden bij Destelbergen ingekwartierd worden en zal administratief afhangen van het Bataljon Radiotelegrafisten van het Regiment Transmissietroepen van het Leger. In het park van het Kasteel Orban worden enkele verlaten autobussen teruggevonden die door het leger gebruikt werden. Bij de firma Verhoeven worden nog eens twee vrachtwagens opgevorderd. Op de baan van Mechelen naar Brussel worden nog vijf bijkomende vrachtwagens tegengehouden en aan hun eigenaars ontnomen. Om 18u00 tenslotte vertrekt de compagnie. Vier uur later komen de manschappen aan te Gent.

Staf/STZA
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (Franse generaal Bilotte) om verder westwaarts te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft, moet deze worden prijsgegeven. Het Duitse leger wist immers in het zuiden een doorbraak te forceren in de streek van Sedan, terwijl in het noorden Nederland zich heeft overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en zich terugplooien op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De aftocht zal in drie nachtelijke etappes afgelegd worden waarbij men aan het Kanaal van Willebroek en aan de Dender en de Schelde telkens een vertragingsmanoeuvre zal uitvoeren zodat de terugtocht kan plaatsvinden op een zo veilig mogelijke manier.  Deze aftocht betekent ook dat de scheidingslijn tussen de legerzone en het achtergebied een flink stuk westwaarts zal verschuiven.

Cie TTr/STZA
Luitenant Pigeolet ontvangt zijn instructies en zet zijn manschappen aan het werk.

Staf/STZA
De staf van de STZA komt aan te Aarsele.

Cie TTr/STZA
Overdag blijkt dat de staf van de Territoriale Dienst van de Legerzone de stad Gent verlaten heeft zonder zijn transmissiepersoneel te verwittigen. De compagnie gaat dan ook op zoek naar nieuwe orders. Tijdens de avond krijgt Pigeolet de opdracht om Gent te verlaten en zijn compagnie naar Meulebeke over te brengen. De reisroute loopt van Gent over Deinze en Tielt. De manschappen komen nog tijdens de eerste helft van de nacht aan en kantonneren in de Zusterschool van Meulebeke.

Staf/STZA
De STZA krijgt het bevel van de Directie van de Diensten van het Achtergebied om het cordon op niveau leger in te richten langsheen het Afleidingskanaal van de Leie nabij Maldegem tot aan de Leie ter hoogte van Kortrijk.  Deze beide waterlopen vormen vanaf ny de nieuwe scheidingslijn tussen de zone van het veldleger en de zone van het achtergebied.  De provoostdienst van de STZA zal opnieuw de nodige controleposten voorzien.  Deze worden in drie detachementen gegroepeerd waarvan de commandoposten te Eeklo, Landegem en Olsene zullen ingericht worden.

Cie TTr/STZA
De Territoriale Dienst van de Legerzone laat zijn transmissiecompagnie weten dat ze stand-by dienen te blijven voor een mogelijke verplaatsing.

Het kasteel van Leon Coppieters te Loppem.

Het kasteel van Leon Coppieters te Loppem.

Staf/STZA
De staf van de Territoriale Dienst van de Legerzone heeft zich op ongeveer een kilometer ten westen van Loppem geïnstalleerd in het kasteel van Leon Coppieters.

Administratieve Compagnie der Interneringsdepots/STZA
Alle 120 Duitse krijgsgevangenen die zich op dat ogenblik in Lombardsijde bevinden worden in Veurne overgeleverd aan Lieutenant Lequette van de provoostdienst van het 7de (FRA) Leger. Ze worden met autobussen van Lombardsijde naar Veurne gebracht van waaruit de Fransen ze per trein naar Rouen doorsturen.

Cie TTr/STZA
De compagnie krijgt het bevel om onmiddellijk naar Loppem te vertrekken.

Administratieve Cie der Interneringsdepots/STZA
Lang blijft het kamp niet leeg want op 20 mei komen 273 “administratief geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties” toe in het kamp. Ze worden geëscorteerd door twee pelotons van het XXXIIste Bataljon GVCE. De twee pelotonscommandanten, Lt Malice en Lt Theys, worden met hun peloton aangehecht aan de compagnie. Onder de geïnterneerden een groot aantal Duitse joden die het nazi-regime nog voor de start van de oorlog ontvlucht zijn maar ook illegale vreemdelingen die in de Brugse gevangenis waren opgesloten bij de start van de vijandelijkheden. Het was initieel de bedoeling deze mensen over te brengen naar Zuid-Frankrijk maar aangezien de Belgisch-Franse grens vanaf 18 mei gesloten werd voor alle treinverkeer werden ze op 18 mei van Brugge via Oostende doorgestuurd naar Lombardsijde. De ironie wil dat naar de België gevluchte Duitse burgers, veelal van Joodse afkomst maar ook politieke tegenstanders van het naziregime zoals communisten, samen worden opgesloten met Duitse krijgsgevangenen.

Cie TTr/STZA
De compagnie trekt een tweede telefoonlijn tussen de commandopost van de staf en de centrale van Loppem. De oorspronkelijke lijn van de villa waar de staf verblijft kan de vele telefoongesprekken immers niet verwerken.

Staf/STZA
De STZA krijgt de opdracht van de Directie van de Diensten van het Achtergebied om de grenssteden in het zuiden van West-Vlaanderen vrij te maken van de tienduizenden burgervluchtelingen de vast zijn komen te zitten door het Franse inreisverbod.  Het gaat hier in eerste instantie om Poperinge, Roeselare, Menen en Ieper.  Deze burgers moeten aangespoord worden om zich naar de kust te begeven en zich te verspreiden over Nieuwpoort, Westende, Middelkerke, Oostende, Blankenberge, Knokke en Heist.  De gemeentebesturen zullen de voedselbevoorrading voor deze vluchtelingen proberen aan te pakken.  De Directie van de Diensten van het Achtergebied heeft hiervoor 45,000 blikjes sardines opgeëist bij de Sardinerie du Nord aan de Elizabethlaan te Oostende.  Daarnaast zijn nog eens 160,000 blikjes onderweg naar de vier grenssteden met toedoen van Majoor Intendant Van Halle van de 1ste Provianddienst Antwerpen.  Er wordt ook 24,000 Kg rijst opgeëist voor de vier grenssteden bij de Rizeries Anversoises in de haven van Zeebrugge.  De STZA krijgt 16 vrachtwagens met Rijkswachtbegeleiding om deze voorraden ter plekke te brengen.  De provoostdienst van de STZA zal Rijkswachters leveren door de ordehandhaving in de kustgemeentes.  Het Hergroeperingscentrum voor Afgezonderden van het Leger zal een deel van zijn Rijkswachtpersoneel moeten afstaan voor dezelfde taak te Poperinge, Roeselare, Menen en Ieper.

Administratieve Cie der Interneringsdepots/STZA
De staf van de STZA laat weten dat het Kamp van Lombardsijde zal versterkt worden met 1 officier en 36 manschappen van de Rijkswacht.

Cie TTr/STZA
De compagnie werkt verder te Loppem.

Staf/STZA
Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de Ijzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie.  Deze terugtocht zal in twee fases gebeuren.  Tijdens de nacht van 22 op 23 mei zal het zuidelijke front teruggebracht.  Het Kanaal Gent-Terneuzen zal dan bezet blijven tot de nacht van 23 op 24 mei, in hoofdzaak om het belangrijke legerdepot van Eeklo te kunnen evacueren.

Het cordon langsheen het Afleidingskanaal van de Leie en de Leie zal behouden worden door de STZA tot 20u00 op 23 mei.  Tegelijkertijd moet een nieuw cordon georganiseerd worden langsheen de spoorlijnen die Oostende, Torhout, Roeselare en Menen verbinden.  Vluchtende burgers zullen deze nieuwe controlelijn niet meer mogen oversteken richting westen en moeten kordaat teruggestuurd worden naar het binnenland.  Alle niet-inzetbare militairen die er onderschept worden, moeten onmiddellijk doorgestuurd worden naar het Hergroeperingscentrum voor Afgezonderden van het Leger te Poperinge.   Voorts wordt alle burgerverkeer buiten de bebouwde kommen verboden.

Cie TTr/STZA
De gewone routines blijven gelden. Enkele ploegen worden uitgestuurd op zoek naar proviand, maar verder heeft de compagnie niets bijzonders te melden.

Cie TTr/STZA
Het installatiepersoneel wordt op pad gestuurd om betere kantonnementen te vinden. Dit blijft echter zonder resultaat. Even voor 21u00 vertrekken drie ploegen op het terrein om de telefoonaansluiting van de staf van de Territoriale Dienst van de Legerzone te herstellen. De kabels zijn beschadigd in een luchtbombardement.

Staf/STZA
Luitenant-generaal Mozin wordt op de hoogte gebracht dat hij alle Rijkswachters bovenop het personeel van de eigen provoostdienst moet afstaan.  De staf van de Rijkswacht moet dit personeel ter beschikking stellen van het Groot Hoofdkwartier.

Cie TTr/STZA
De herstellingsploegen melden om 03u45 dat een eerste telefoonkabel hersteld is. Luitenant Pigeolait beveelt aan het RTT personeel van Oostkamp om een permanente verbinding van zes lijnen te maken tussen hun centrale en de centrale van Loppem. Dit moet zorgen voor een vlotte doorstroming van de telefoongesprekken.

Verder blijft iedereen blijft in zijn kantonnement. De bewapening wordt herschikt in functie van de overgebleven personeelsaantallen in de pelotons. Tijdens de namiddag passeert een ploeg Rijkswachters op zoek naar een zekere Soldaat Walgraeve uit Brugge. De man zou defaitistische praat verkocht hebben onder zijn makkers en is vervolgens gedeserteerd.

Staf/STZA
Generaal-majoor Fromont (Onderstafchef van het Groot Hoofdkwartier) en Kolonel SBH Eyckmans (Directeur van de Diensten van het Achtergebied) bespreken de huidige aanpak van de afgezonderde militairen en besluiten om de verzamelcentra ingericht door de legerkorpsen en divisies af te schaffen.  Enerzijds zijn de beide officieren bezorgd over het grote aantal verplaatsingen van en naar deze centra, en anderzijds wordt ook erkend dat gevluchte, inzetbare militairen te lang afwezig zijn van hun eenheid en alzo beloond worden met een rustpauze.  Kolonel SBH Eyckmans laat bevel 146/52 opstellen waarin hij de opdracht geeft aan het Hergroeperingscentrum voor Afgezonderden van het Leger om drie verzamelcentra inrichten te Staden, Wingene en Stalhille.  Tussen Torhout, Roeselare en Ieper zal dit centrum nu alle controleposten om afgezonderde militairen te onderscheppen rechtstreeks aansturen, en niet meer afhankelijk zijn van de STZA.

Administratieve Cie der Interneringsdepots/STZA
De rijkswacht levert 191 nieuwe Duitse krijgsgevangen af in het KG kamp van Lombardsijde. Het betreft manschappen van de 9Cie van het 309 (DEU) IR die aan het Afleidingskanaal van de Leie door het 22ste Linieregiment werden gevangen genomen.

Cie TTr/STZA
De manschappen leggen rondom hun kantonnementen enkele loopgrachten aan om te kunnen schuilen bij een mogelijke luchtaanval.

Cie TTr/STZA
De kantonnementen worden aangepast: twee pelotons verhuizen naar gebouwen die verder verwijderd zijn van de grote baan om aan de constante stroom van vluchtende militairen en burgers onttrokken te worden.

Staf/STZA
De S/S Abukir tezamen met de S/S Marquis en de S/S Saphir brachten bevoorrading voor de British Expeditionary Force (BEF) en het Belgische leger naar Oostende en zouden op 27 mei terugkeren naar Engeland. Om de schepen niet leeg naar Engeland te laten terugkeren beveelt de Directie van de Diensten van het Achtergebied (DSA) aan de Territoriale Dienst van de Legerzone (STZA) om ervoor te zorgen dat beschikbare vrije plaatsen op de schepen volgens bepaalde prioriteiten zouden worden ingenomen [2]. De eerste prioriteit wordt gegeven aan krijgsgevangen Duitse piloten (officieren en onderofficieren) gevolgd door vervoerbare gewonden van het Belgische leger, het Opleidingscentrum voor Onderluitenanten van de Infanterie (oftewel Centre d’Instruction des Sous-Lieutenants de l’Infanterie – CISLI), de troepen van de Versterkings- en Opleidingscentra en de rekruteringsreserve. Een groep burgers omschreven als “compromis graves” krijgt eveneens de eerste prioriteit om geëvacueerd te worden naar Engeland [3]. De evacuatiecapaciteit van de s/s Marquis, de s/s Abukir [4] en s/s de Saphir is echter veel te klein om iedereen mee te nemen, daarenboven wordt de prioriteit gegeven aan de evacuatie van Britse militairen en burgers en kunnen de Belgen slechts enkele overblijvende plaatsen innemen (welke Belgen uiteindelijk door welk schip werden meegenomen is voorlopig nog onduidelijk – TBC)

Administratieve Cie der Interneringsdepots/STZA
Een 15-tal krijgsgevangen officieren, voornamelijk piloten van de Luftwaffe, worden afgezonderd en naar Oostende gebracht waar ze overgedragen worden aan een detachement van de 13th (RAF) Salvage Unit die instaat voor hun bewaking tot Engeland. Ze worden (vermoedelijk) aan boord gebracht van het Brits cargoschip de s/s Marquis. Zij zullen de rest van de oorlog in gevangenschap doorbrengen.

Cie TTr/STZA
Een autobus van de compagnie is niet tijdig teruggekeerd naar de kantonnementen en in de voormiddag vertrekken dan ook enkele ploegen op zoek naar het voertuig. De bus wordt op een drietal kilometer van Loppem in de gracht teruggevonden, gelukkig zonder slachtoffers. Na de middag wordt het installatiepersoneel uitgestuurd naar Leffinge. Tot een verhuis zal het echter niet meer komen.

Staf/STZA
Luitenant-generaal Mozin en zijn staf bevinden zich te Loppem.

Administratieve Cie der Interneringsdepots/STZA
Op 28 mei worden de 400 resterende krijgsgevangenen overgedragen aan de Duitsers. De Duitse krijgsgevangenen worden overgedragen aan Hauptmann Cinter die met zijn manschappen in de loop van de dag het Kamp van Lombardsijde bereikt. 

Cie TTr/STZA
De compagnie krijgt om 07u30 te horen dat het leger de wapens heeft neergelegd. Dezelfde ochtend nog gaat er deel van de manschappen er van door om naar huis terug te keren.

Staf/STZA
Bij een laatste appel is de getalsterkte van de STZA als volgt:

  • Staf: 17 officieren, 13 onderofficieren, 42 manschappen en burgers
  • Provoost: 5 officieren, 15 keuronderofficieren, 138 wachtmeesters, brigadiers en rijkswachters
  • Compagnie Transmissietroepen: 5 officieren, 8 onderofficieren, 171 manschappen

De STZA bevindt zich in de zone van het IIde Legerkorps en zal zich aanhechten bij deze formatie voor het verdere verloop van de gevangenname.  Alleen de provoostdienst zal, conform de instructies van de bezetter en het Groot Hoofdkwartier, ter plekke blijven om uiteindelijk teruggestuurd te worden naar de rijkswachtkazernes en brigades van oorsprong.  Op 1 juni 1940 zullen alle eenheden van het IIde Legerkorps starten met de afmars naar het gebied tussen het Afleidingskanaal van de Leie en het Kanaal Gent-Terneuzen.  De STZA behoudt een Dodge vrachtwagen en twee Buick personenwagens voor het transport van de uitrusting en de hogere officieren.

Cie TTr/STZA
Het overgebleven personeel wordt op 1 juni samen met troepen van de 11de Infanteriedivisie afgevoerd naar Ursel. Na een tiental dagen gaan de Duitsers over tot de algehele demobilisatie van de compagnie. Met uitzondering van drie beroepsvrijwilligers mag iedereen naar huis.

Na de capitulatie

Epiloog
Majoor De Wilde werd in april 1941 door de Gestapo opgepakt en moest voor een Duitse krijgsraad verantwoording afleggen voor het vermeend mishandelen van Duitse krijgsgevangenen in Lombardsijde.  Cdt Serckx werd hierover door de Duitse bezetter ondervraagd maar weerlegde de feiten en werd bijgevolg niet als getuige opgeroepen [5]. Toch moeten er bepaalde zaken gebeurd zijn in het kamp die tot nadenken stemmen. Op 18 mei werd Lt Josephe Libert van de 2Cie van XLV/GVCE met zijn peloton in versterking gestuurd naar het Kamp van Lombardsijde om de bewaking van de gevangenen te versterken. Hij schrijft in zijn verslag dat: “Les prisonniers de guerre sont traîtés dans ce camp de façon absolument inhumaine” [6].

Slachtoffers

Geen gesneuvelden bekend.

Bibliografie en Bronnen

  1. Bij nader onderzoek bleken de documenten de Duitse bevelen voor de Luftflotte 2, de plannen voor de 7(DEU)Flieger-Division voor het overvallen van de bruggen over de Maas ten zuiden van Namen en een informatieblad met gegevens over de Belgische troepen, vernielingen en versperringen te bevatten. Achtergrondinformatie bij de noodlanding van een Duits vliegtuig te Vucht op 10 januari 1940 [On Line beschikbaar]: https://www.tracesofwar.nl/articles/5562/Incident-bij-de-plaats-Vucht-10-januari-1940.htm [laatst geraadpleegd 12 september 2023] en in de publicatie “eerste Duitse adelaar viel te Vucht” door Flor Vanloffeld, uitgegeven door de heemkundige kringen Vochte-Vucht en Eisden in 1986. [On Line beschikbaar]: https://burgelijkongehoorzaam.files.wordpress.com/2015/07/de-eerste-duitse-adelaar-viel-te-vucht-beveiligde-versie-1.pdf [laatst geraadpleegd 12 september 2023].
  2. Geheime nota Nr 10.002 van Directie van de Diensten van het Achtergebied (DSA) van het GHK aan de Territoriale Dienst van de Legerzone (STZA), opgesteld op 27 mei en getekend door Generaal-majoor Michiels, met daarin het bevel om gebruik te maken van de schepen die bevoorrading brachten vanuit Engeland om militair personeel volgens bepaalde prioriteiten naar Engeland te evacueren. De nota bevindt zich in het dossier van Majoor Vandaele (4de Afdeling GHK) van het Moskou-archief in het Koninklijk Legermuseum (KLM).
  3. De groep van personen beschouwd als “compromis graves” wordt geselecteerd door Majoor Mampuys, hoofd van de contra-informatiedienst (oftewel contraspionage). Om enig zicht te krijgen over wie het zou kunnen gaan verwijzen we naar een brief van januari 1940 opgesteld door de arrondissementscommissaris van St Vith en gericht aan de adjunct-kabinetschef van Pierlot. Bij de brief steekt een lijst met namen van mensen uit de Oostkantons die bij een Duitse aanval op België uit de Oostkantons geëvacueerd zouden moeten worden. Het gaat om mensen die bij een eventuele herbezetting van de Oostkantons het risico liepen om als agent van de Belgische staat door de Duitsers gearresteerd te worden. De arrondissementscommissaris gebruikt in zijn brief de term “personnes qui doivent être considérées comme sérieusement compromises”.  Hoe en of die mensen in Oostende zijn geraakt en of ze ook effectief werden geëvacueerd naar Engeland moet verder onderzocht worden (TBC).
  4. De Duitse krijgsgevangenen werden verzameld in het stationsgebouw van Oostende om vervolgens toevertrouwd te worden aan een veertien man sterk detachement van de  13th (UK) Salvage Unit. Volgens bepaalde bronnen werd dit team van de S/S Abukir overgeplaatst naar de S/S Marquis om er de bewaking van de gevangenen te verzekeren. De rest van de 13th (UK) Salvage Unit bevond zich aan boord van de S/S Abukir (vandaar de mogelijk tegenstrijdigheden in de rapportering). De S/S Abukir neemt een 200 tal passagiers aan boord. Naast de staf van de British Military Mission to the Belgian GHQ (oftewel de Needham Mission) en piloten van de RAF ook enkele gewonde militairen van de Belgische luchtmacht (waaronder vermoedelijk Lt Keuleers en Sgt Degreef van 1Lu) en verschillende Britse burgers (waaronder enkele zusters van het Engels Klooster in Brugge) die vastzaten in België na de start van de vijandelijkheden. Op 28 mei werd de Abukir om 01u20 voor de Belgische kust getorpedeerd door een Duitse snelboot waarna het schop zonk op twee minuten tijd. Slechts 31 opvarenden konden worden gered. Verder opzoekingswerk dient te gebeuren om te achterhalen wie de Belgen waren aan boord van de Abukir. Tot nu werden nog geen officiële documenten (velddagboeken Britse eenheden, passagierslijsten, lijsten met overgedragen krijgsgevangenen,…) gevonden met gegevens over geredde en vermiste Belgen. De vermiste Britten zouden wel vermeld staan op een gedenkplaat voor de vermisten van de Abukir in het Dunkirk Memorial. Details over de het kelderen van de Abukir [On line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/SS_Abukir_(stoomschip) ,WRECKSITE – ABUKIR CARGO SHIP 1920-1940 , Dunkirk Memorial – Wikipedia en British Army supplies for the Belgian Army in May 1940 | WW2Talk [Laatst geraadpleegd 9 september 2023].
  5. Getypt verslag opgesteld in het Frans door Cdt Serckx van de 4Cie van XXIV/GVCE waarin hij verteld dat hij in april 1941 bezoek kreeg van de GESTAPO die hem ondervroeg over de wijze van handelen van Maj De Wilde. Het verslag bevindt zich in het dossier Kamp van Lombardsijde bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
  6. Gedetailleerd getypt verslag opgesteld in het Frans door Lt Josephe Libert, pelotonscommandant bij de 2Cie van XLV/GVCE. Het verslag bevindt zich in het dossier GVCE, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie
  7. Dossier Compagnie Transmissietroepen, Territoriale Dienst van de Legerzone, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  8. Achtergrondinformatie betreffende “administratief geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties” kan gevonden worden in document van het SOMA “Gewillig België” geschreven door Rudi Van Doorslaer (red.) Emmanuel Debruyne, Frank Seberechts en Nico Wouters . [On Line beschikbaar]: http://www.senate.be/event/20070213-jews/doc/eindverslag.pdf [Laatst geraadpleegd op 22 september 2021].
  9. Dossier 185-14-2295 Generale Staf, nota’s en briefwisseling betreffende het opvangen en verzamelen van geïsoleerde militairen, mei 1940., Moskou-archief, Documentatiecentrum Koninklijk Legermuseum, War Heritage Institute.