Territoriale Dienst van de Legerzone

Reglementaire benaming Territoriale Dienst van de Legerzone | Te Di L Gb
Service Territoriale de la Zone de lArmée | STZA
Type Territoriaal Commando
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van Directie van de Diensten van het Leger
Bevelhebber Luitenant-generaal Julien Mozin
Standplaats Brussel
Samenstelling Generale Staf (Kolonel SBH Coupez)
  Provoost (Luitenant-kolonel Edmond Delehouzée)
  Administratieve Compagnie der Interneringsdepots (Majoor Alberic De Wilde)
  Compagnie Transmissietroepen (Luitenant R. Pigeolet)

Tijdens de mobilisatie

 

Generale Staf/STZA
Binnen de organisatie van de krijgsmacht in het interbellum wordt een onderscheid gemaakt tussen het veldleger en het territoriale leger. Het veldleger bestaat uit alle gevechtseenheden, gevechtsondersteunende eenheden en logistieke eenheden die een vijandelijk agressie dienen af te slaan en hiertoe in de zogenaamde “legerzone” opereren. Het territoriale leger omvat alle organismen die vanuit het hinterland, of volgens het jargon van toen “de achterwaartse zone” steun bieden aan het veldleger. De administratieve organisatie van de legerzone valt ten laste van Luitenant-generaal Mozin en zijn staf die de Territoriale Dienst van de Legerzone uitmaken. Deze staf wordt ondersteund door een eigen militaire politiedienst (oftewel provoost) en een transmissiecompagnie.

“Home La Lasne” te Terlanen werd ingericht als interneringskamp voor Britse en Franse officieren.

Administratieve Compagnie der Interneringskampen
Het commando van Generaal Mozin is eveneens verantwoordelijk voor de interneringskampen voor militairen van vreemde nationaliteit, via een speciale administratieve compagnie. Op 9 mei 1940 heeft het commando van deze compagnie zijn standplaats in het preventorium “Home La Lasne” te Terlanen nabij Overijse. De compagnie staat onder het bevel van Majoor Res De Wilde, bijgestaan door Luitenant Landy. De eenheid werd in september 1939 in het leven geroepen voor het bewaken van geïnterneerde militairen van buitenlandse nationaliteit. Omwille van de neutrale positie van België werden alle militairen die om welke reden dan ook onze landsgrens zijn overgestoken opgepakt en geïnterneerd. Ze worden niet als krijgsgevangenen beschouwd gezien België niet in oorlog is. Het betreft bijvoorbeeld Britse piloten die op weg naar hun eenheden in Frankrijk motorpech kregen boven het Belgische grondgebied en die een noodlanding dienden te maken in België. Deze geïnterneerde militairen bevinden zich tijdens de mobilisatie in vier detentiecentra:

  • het Fort van Borsbeek te Antwerpen: troep en onderofficieren van het Britse en het Franse leger (het betreft 36 Britten en 15 Fransen).
  • het preventorium “Home La Lasne” te Terlanen: officieren van het Britse en het Franse leger
  • het Fort van Hoei: troep en onderofficieren van het Duitse leger
  • gebouwen van de staf van de Rijkswacht (Kroonlaan) te Brussel: officieren van het Duitse leger

De bewaking wordt verzekerd door de manschappen van de Administratieve Compagnie, aangevuld met, wat Terlanen betreft, een detachement van de 4de Compagnie van het XXIVste Bataljon Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (4/XXIV/GVCE) onder Kapitein-commandant Henri Serckx. In de Kroonlaan te Brussel wordt de compagnie versterkt met een detachement van het provoostschap bevolen door Kapitein-commandant Guerlache.

 

Administratieve Compagnie der Interneringskampen
Majoor De Wilde verneemt het nieuws van de Duitse inval tijdens de vroege ochtend van 10 mei. Hij laat onmiddellijk de geïnterneerde Franse en Britse militairen overdragen aan respectievelijk hun ambassades te Brussel voor de geïnterneerde officieren en de Consuls Generaal voor de geïnterneerden in Antwerpen. Hij krijgt de bevestiging dat de geïnterneerde Duitsers vanaf dit ogenblik als krijgsgevangenen dienen beschouwd te worden. De majoor wordt om 09u40 opgebeld door Kapitein SBH del Marmol met een bevel om zich met zijn manschappen naar Lombardsijde te begeven en er een krijgsgevangenkamp voor Duitse militairen in te richten. De gevangenen dienen overgebracht te worden van Brussel en Hoei naar dit nieuwe kamp. De inrichting van het kamp zal nog duren tot 13 mei. In afwachting worden de Duitse gevangenen overgebracht naar de Weylerkazerne in het voormalig Theresianerklooster in de Ezelstraat te Brugge. Het detachement van de 4Cie van XXIV/GVCE bestaande uit vier officieren en 120 manschappen blijft in versterking van de Administratieve Compagnie en verhuist mee naar Brugge.

Compagnie Transmissietroepen
De compagnie wordt gemobiliseerd in het Kasteel Orban te Vilvoorde. Het wagenpark wordt samengesteld aan de hand van 14 vrachtwagens, 2 aanhangwagens met trekker en 1 bestelwagen.

Weylerkazerne te Brugge waar Duitse krijgsgevangenen vanaf 10 mei worden in ondergebracht.

Compagnie Transmissietroepen
De compagnie ontvangt zijn materieel uit het depot van de transmissietroepen. Ook de bewapening wordt in ontvangst genomen: de eenheid krijgt 163 karabijnen met 11.760 patronen. De manschappen ontvangen 600 blikken ingemaakt vlees als noodrantsoen. Iedereen krijgt ook twee dekens. De negen burgervrachtwagens worden allen met een trekhaak uitgerust. Er worden nog drie vrachtwagens en twaalf fietsen opgevorderd. De officieren klagen dat ze nog geen persoonlijk wapen hebben ontvangen.

Compagnie Transmissietroepen
De technische uitrusting wordt geleverd door de Technische Dienst der Transmissietroepen. Het peloton telefonisten ontvangt genoeg telefoonmaterieel om twee vrachtwagens mee te vullen. Het peloton radiotelegrafisten daarentegen krijgt geen batterijen of zenders/ontvangers toebedeeld en ontvangt alleen vier stroomgroepen met een vermogen beperkt tot verlichting van kleine gebouwen.

Luitenant André begeeft zich naar de staf van de Territoriale Dienst van de Legerzone en verneemt dat de compagnie naar Steenbergen zal verplaatst worden. Het vertrekt wordt onmiddellijk voorbereid en de installatieploeg vertrekt. Even later komt echter een tegenbevel om in Vilvoorde te blijven.

Administratieve Compagnie der Interneringskampen
De voormalig geïnterneerden alsook nieuwe Duitse krijgsgevangenen worden naar Lombardsijde overgebracht. De groep krijgsgevangenen is aangegroeid tot een 120 tal militairen, voornamelijk officieren en onderofficieren van de Luftwaffe wiens vliegtuig boven België werd neergehaald.

Compagnie Transmissietroepen
Het personeel blijft te Vilvoorde. De officieren kunnen toch elk een pistool verwerven.

Compagnie Transmissietroepen
Het aantal fietsen wordt op 39 gebracht. De compagnie stuurt Korporaal Pierre met 24 manschappen naar de telefooncentrale in de Strostraat te Brussel, vlak bij de Grote Zavel. De manschappen zullen aangehecht worden bij de 1ste Compagnie van het Regiment Transmissietroepen van het Leger. Dit regiment vraagt ook nog eens zeven motorwielrijders bij de compagnie. Deze troepen zullen niet meer terugkeren naar hun eenheid en de compagnie is manschappen en materieel kwijt.

Compagnie Transmissietroepen
De compagnie krijgt rond het middaguur de opdracht om naar Gent te vertrekken en zich klaar te maken voor het overnemen van de grote telefooncentrale van de RTT in de stad. De eenheid zal te Heusden bij Destelbergen ingekwartierd worden en zal administratief afhangen van het Bataljon Radiotelegrafisten van het Regiment Transmissietroepen van het Leger. In het park van het Kasteel Orban worden enkele verlaten autobussen teruggevonden die door het leger gebruikt werden. Bij de firma Verhoeven worden nog eens twee vrachtwagens opgevorderd. Op de baan van Mechelen naar Brussel worden nog vijf bijkomende vrachtwagens tegengehouden en aan hun eigenaars ontnomen. Om 18u00 tenslotte vertrekt de compagnie. Vier uur later komen de manschappen aan te Gent.

Compagnie Transmissietroepen
Luitenant Pigeolet ontvangt zijn instructies en zet zijn manschappen aan het werk.

Compagnie Transmissietroepen
Overdag blijkt dat de staf van de Territoriale Dienst van de Legerzone de stad Gent verlaten heeft zonder zijn transmissiepersoneel te verwittigen. De compagnie gaat dan ook op zoek naar nieuwe orders.

Tijdens de avond krijgt Pigeolet de opdracht om Gent te verlaten en zijn compagnie naar Meulebeke over te brengen. De reisroute loopt van Gent over Deinze en Tielt. De manschappen komen nog tijdens de eerste helft van de nacht aan en kantonneren in de Zusterschool van Meulebeke.

Compagnie Transmissietroepen
De Territoriale Dienst van de Legerzone laat zijn transmissiecompagnie weten dat ze stand-by dienen te blijven voor een mogelijke verplaatsing.

Het kasteel van Leon Coppieters te Loppem.

Het kasteel van Leon Coppieters te Loppem.

Generale Staf/STZA
De staf van de Territoriale Dienst van de Legerzone heeft zich op ongeveer een kilometer ten westen van Loppem geïnstalleerd in het kasteel van Leon Coppieters.

Administratieve Compagnie der Interneringskampen
Alle 120 Duitse krijgsgevangenen die zich op dat ogenblik in Lombardsijde bevinden worden in Veurne overgeleverd aan Lieutenant Lequette van de provoostdienst van het 7de (FRA) Leger. Ze worden met autobussen van Lombardsijde naar Veurne gebracht van waaruit de Fransen ze per trein naar Rouen doorsturen.

Compagnie Transmissietroepen
De compagnie krijgt het bevel om onmiddellijk naar Loppem te vertrekken.

Administratieve Compagnie der Interneringskampen
Lang blijft het kamp niet leeg want op 20 mei komen 273 “administratief geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties” toe in het kamp. Ze worden geëscorteerd door twee pelotons van het XXXIIste Bataljon GVCE. De twee pelotonscommandanten, Lt Malice en Lt Theys, worden met hun peloton aangehecht aan de compagnie. Onder de geïnterneerden een groot aantal Duitse joden die het nazi-regime nog voor de start van de oorlog ontvlucht zijn maar ook illegale vreemdelingen die in de Brugse gevangenis waren opgesloten bij de start van de vijandelijkheden. Het was initieel de bedoeling deze mensen over te brengen naar Zuid-Frankrijk maar aangezien de Belgisch-Franse grens vanaf 18 mei gesloten werd voor alle treinverkeer werden ze op 18 mei van Brugge via Oostende doorgestuurd naar Lombardsijde. De ironie wil dat naar de België gevluchte Duitse burgers, veelal van Joodse afkomst maar ook politieke tegenstanders van het naziregime zoals communisten, samen worden opgesloten met Duitse krijgsgevangenen.

Compagnie Transmissietroepen
De compagnie trekt een tweede telefoonlijn tussen de commandopost van de staf en de centrale van Loppem. De oorspronkelijke lijn van de villa waar de staf verblijft kan de vele telefoongesprekken immers niet verwerken.

Compagnie Transmissietroepen
De compagnie werkt verder te Loppem.

Compagnie Transmissietroepen
De gewone routines blijven gelden. Enkele ploegen worden uitgestuurd op zoek naar proviand, maar verder heeft de compagnie niets bijzonders te melden.

Compagnie Transmissietroepen
Het installatiepersoneel wordt op pad gestuurd om betere kantonnementen te vinden. Dit blijft echter zonder resultaat. Even voor 21u00 vertrekken drie ploegen op het terrein om de telefoonaansluiting van de staf van de Territoriale Dienst van de Legerzone te herstellen. De kabels zijn beschadigd in een luchtbombardement.

Compagnie Transmissietroepen
De herstellingsploegen melden om 03u45 dat een eerste telefoonkabel hersteld is. Luitenant Pigeolait beveelt aan het RTT personeel van Oostkamp om een permanente verbinding van zes lijnen te maken tussen hun centrale en de centrale van Loppem. Dit moet zorgen voor een vlotte doorstroming van de telefoongesprekken.

Verder blijft iedereen blijft in zijn kantonnement. De bewapening wordt herschikt in functie van de overgebleven personeelsaantallen in de pelotons. Tijdens de namiddag passeert een ploeg Rijkswachters op zoek naar een zekere Soldaat Walgraeve uit Brugge. De man zou defaitistische praat verkocht hebben onzer zijn makkers en is vervolgens gedeserteerd.

Administratieve Compagnie der Interneringskampen
De rijkswacht levert 191 nieuwe Duitse krijgsgevangen af in het KG kamp van Lombardsijde. Het betreft manschappen van de 9Cie van het 309 (DEU) IR die aan het Afleidingskanaal van de Leie door het 22ste Linieregiment werden gevangen genomen.

Compagnie Transmissietroepen
De manschappen leggen rondom hun kantonnementen enkele loopgrachten aan om te kunnen schuilen bij een mogelijke luchtaanval.

Compagnie Transmissietroepen
De kantonnementen worden aangepast: twee pelotons verhuizen naar gebouwen die verder verwijderd zijn van de grote baan om aan de constante stroom van vluchtende militairen en burgers onttrokken te worden.

Administratieve Compagnie der Interneringskampen
Een 15-tal gevangen officieren, voornamelijk piloten van de Luftwaffe, worden afgezonderd en naar Oostende gebracht waar ze aan boord worden gezet van een Brits cargoschip. Zij zullen de rest van de oorlog in gevangenschap doorbrengen.

Compagnie Transmissietroepen
Een autobus van de compagnie is niet tijdig teruggekeerd naar de kantonnementen en in de voormiddag vertrekken dan ook enkele ploegen op zoek naar het voertuig. De bus wordt op een drietal kilometer van Loppem in de gracht teruggevonden, gelukkig zonder slachtoffers. Na de middag wordt het installatiepersoneel uitgestuurd naar Leffinge. Tot een verhuis zal het echter niet meer komen.

Generale Staf/STZA
Luitenant-generaal Mozin en zijn staf bevinden zich te Loppem.

Administratieve Compagnie der Interneringskampen
Op 28 mei worden de 400 resterende krijgsgevangenen overgedragen aan de Duitsers. De Duitse krijgsgevangenen worden overgedragen aan Hauptmann Cinter die met zijn manschappen in de loop van de dag het Kamp van Lombardsijde bereikt heeft. 

Compagnie Transmissietroepen
De compagnie krijgt om 07u30 te horen dat het leger de wapens heeft neergelegd. Dezelfde ochtend nog gaat er deel van de manschappen er van door om naar huis terug te keren. De rest wordt op 1 juni samen met troepen van de 11de Infanteriedivisie afgevoerd naar Ursel. Na een tiental dagen gaan de Duitsers over tot de algehele demobilisatie van de compagnie. Met uitzondering van drie beroepsvrijwilligers mag iedereen naar huis.

Na de capitulatie

Majoor De Wilde werd in april 1941 door de Gestapo opgepakt en moest voor een Duitse krijgsraad verantwoording afleggen voor het vermeend mishandelen van Duitse krijgsgevangenen in Lombardsijde.  Cdt Serckx werd hierover door de Duitse bezetter ondervraagd maar weerlegde de feiten en werd bijgevolg niet als getuige opgeroepen [1]. Toch moeten er bepaalde zaken gebeurd zijn in het kamp die tot nadenken stemmen. Op 18 mei werd Lt Josephe Libert van de 2Cie van XLV/GVCE met zijn peloton in versterking gestuurd naar het Kamp van Lombardsijde om de bewaking van de gevangenen te versterken. Hij schrijft in zijn verslag dat: “Les prisonniers de guerre sont traîtés dans ce camp de façon absolument inhumaine” [2].

Slachtoffers

Geen gesneuvelden bekend.

Bibliografie en Bronnen

  1. Getypt verslag opgesteld in het Frans door Cdt Serckx van de 4Cie van XXIV/GVCE waarin hij verteld dat hij in april 1941 bezoek kreeg van de GESTAPO die hem ondervroeg over de wijze van handelen van Maj De Wilde. Het verslag bevindt zich in het dossier Kamp van Lombardsijde bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
  2. Gedetailleerd getypt verslag opgesteld in het Frans door Lt Josephe Libert, pelotonscommandant bij de 2Cie van XLV/GVCE. Het verslag bevindt zich in het dossier GVCE, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie
  3. Dossier Compagnie Transmissietroepen, Territoriale Dienst van de Legerzone, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  4. Achtergrondinformatie betreffende “administratief geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties” kan gevonden worden in document van het SOMA “Gewillig België” geschreven door Rudi Van Doorslaer (red.) Emmanuel Debruyne, Frank Seberechts en Nico Wouters . [On Line beschikbaar]: http://www.senate.be/event/20070213-jews/doc/eindverslag.pdf [Laatst geraadpleegd op 22 september 2021].