2de Regiment Grondverdediging tegen Luchtdoelen

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 2de Regiment Grondverdediging tegen Luchtdoelen | 2GrVLu
2ème Régiment de Défense Terrestre contre Aéronefs | 2DTCA
Type Luchtdoelartillerie
Ontdubbeld van n.v.t.
Taalstelsel Gemengd
Onderdeel van Generale Staf der Grondverdediging tegen Luchtdoelen
Bevelhebber Kolonel Georges Molhant
Standplaats Diverse
Commandopost te Brussel
Samenstelling XI Groep
(Majoor Emile Dewulf)
31ste Batterij 4 x C75 DTCA SF kanonnen (Lt Portier-Dubois)
32ste Batterij 2 x C75 DTCA SF kanonnen en 2 x C75 DTCA M27 kanonnen (Kapt Lecomte)
33ste Batterij 4 x C75 DTCA SF kanonnen (Cdt Meuleman)
  XII Groep
(Cdt Pierre Vandernoot)
34ste Batterij 4 x C75 DTCA M27 LR kanonnen (Lt Dieu)
35ste Batterij 4 x C75 DTCA M27 LR kanonnen (Kapt Kennes)
36ste Batterij 4 x C75 DTCA M27 LR kanonnen (Lt Rolin)
  XXI Groep
(Cdt Georges Couturieaux)
1ste Batterij 12 x zoeklichten (Kapt Van Haelen)
2de Batterij 12 x zoeklichten (Kapt Blanin)
  XXII Groep
(Majoor Emile Nicaise)
3de Batterij 12 x zoeklichten (Cdt Emile Jottrand)
4de Batterij 12 x zoeklichten (Cdt Désiré Reclercq)
  1ste Batterij 6 x C40 DTCA Bofors kanonnen (Luitenant Wetz)
2de Batterij 6 x C40 DTCA Bofors kanonnen (Luitenant Demeuse)
3de Batterij 6 x C40 DTCA Bofors kanonnen (Kapitein Valentin Verstraete)
6de Batterij 6 x C40 DTCA Bofors kanonnen (Luitenant Proth)
10de Batterij C40 Bofors kanonnen (in oprichting)
  Loerdienst
(Luitenant-kolonel Maurice Plisnier)
1ste Batterij loerdienst Limburg (Cdt Guillaume Barbier)
2de Batterij loerdienst Luik (Cdt Louis Petit)
3de Batterij loerdienst Luxemburg (Cdt Philippe de Ponthière)
4de Batterij loerdienst Namen (Kapt Marcel Comhaire)
5de Batterij loerdienst Henegouwen (Lt A. Gouder de Beauregard)
6de Batterij loerdienst West-Vlaanderen (Cdt E. Dubois)
7de Batterij loerdienst Oost-Vlaanderen (Cdt Eugène Biebuyck)
8ste Batterij loerdienst Brabant (Lt M. Bieva)
9de Batterij loerdienst Antwerpen (Cdt Edgard Van Landuyt)

Tijdens de mobilisatie

Staf/2DTCA
Onze strijdkrachten beschikken aan de vooravond van de Duitse invasie over twee regimenten luchtdoelartillerie waarvan de verschillende groepen en batterijen over het ganse land verspreid zijn. Het 2DTCA heeft, evenals 1DTCA, in vredestijd zijn hoofdkwartier in het Kwartier Sint-Anna, de luchtdoelartilleriekazerne van Laken.

Het 2de Regiment Grondverdediging tegen Luchtdoelen (2DTCA oftewel 2ème Régiment de Défense Terrestre contre Aéronefs) bestaat uit twee groepen uitgerust met de oudere C75 kanonnen,  twee groepen zoeklichten en vijf onafhankelijke batterijen uitgerust met de moderne C40 Bofors vuurmonden. De groepen met C75 geschut opereren in batterijen van vier kanonnen. Elke batterij heeft een eigen vuurleidingscentrale type Riberolles, een optische afstandsmeter S.O.M. en een luisterpost type V20.

Kwartier Sint-Anna, de luchtdoelartilleriekazerne van het veldleger gevestigd in Laken

De onafhankelijke C40 batterijen beschikken elk over zes kanonnen verdeeld over drie secties, maar gebruiken alleen de vizieren op de vuurmonden voor het richten van het geschut. Hun Zeiss afstandsmeters zijn nog niet geleverd.

Hieronder volgt de organisatie voor het gevecht zoals het 2DTCA georganiseerd was op de vooravond van de Achttiendaagse Veldtocht. De verschillende groepen zijn niet alleen verspreid over het ganse grondgebied maar nagenoeg geen enkele groep is ontplooid in zijn organieke samenstelling.

Het 2DTCA zal de luchtverdediging verzekeren van:

  • de hoofdstad Brussel met XI/2DTCA bestaande uit de Staf van de XIde Groep (Brussel), de 31ste batterij (Zellik), de 32ste batterij (Wezembeek-Oppem), de 33ste batterij (Etterbeek) en de 3de Bij C40 enkel met zijn 2de sectie (Sint-Pieters Woluwe).
  • depots verspreid over het land met XII/2DTCA bestaande uit de Staf van de XIIde Groep (Eeklo), de 34ste batterij (depot van Eeklo), de 35ste batterij (depot van Kluisen), de 36ste batterij (depot van Zedelgem) en de 7de Bij C40 met de 1ste sectie van de 1ste Bij C40 (depot van Stekene), 2de sectie van de 6de Bij C40 (Munitiedepot van Zedelgem), 3de sectie van de 6de Bij C40 (brandstofdepot van Ertvelde – Riemen), 1ste sectie van de 7de Bij C40 1DTCA (depot van Zedelgem), 2de sectie van de 7Bij C40 1DTCA (brandstofdepot van Zeebrugge) en de 3de sectie van de 7de Bij 1DTCA (depot van Eeklo)
  • de hoofdstad Brussel met de XXI en de XXII/2DTCA groep zoeklichten.
  • vliegvelden met de 6Bij C40/2DTCA die volgende secties beveelt: de 3de sectie van de 1ste Bij C40 (vliegveld van Deurne, vervolgens Hingene), de 1ste sectie van de 2de Bij C40 (vliegveld van Bierset, vervolgens Duras), de 1ste sectie van de 3de Bij C40 (vliegveld van Nijvel, vervolgens Vissenaken), de 1ste sectie van de 4de Bij C40 van 1DTCA (vliegveld van Bierset, vervolgens Hannuit), 1ste sectie van de 6de Bij C40 (vliegveld van Schaffen, vervolgens Bevekom)

Op kerstdag 1939 schaart een groep militairen van 2DTCA zich samen met hun officieren rond de kerstboom.

De meeste secties van de onafhankelijke batterijen C40 Bofors kanonnen zijn verdeeld over de verschillende groepen en opgesteld bij kwetsbare installaties. Deze secties uitgerust met de moderne en efficiënte C40 zullen dikwijls aangehecht worden bij die groepen die over verouderde 75mm kanonnen beschikten. Hieronder volgt de lijst van de verschillende secties:

  • 1/1Bij C40/2DTCA: depot van Stekene (Versterking van XII/2DTCA) (TBC)
  • 2/1Bij C40/2DTCA: brug van Temse (Versterking van IX/1DTCA)
  • 3/1Bij C40/2DTCA: vliegveld van Deurne vervolgens Hingene (Versterking van 6Bij/C40/2DTCA)
  • 1/2Bij C40/2DTCA: vliegveld van Bierset vervolgens Wilderen (Versterking van 6Bij/C40/2DTCA)
  • 2/2Bij C40/2DTCA: station van Wilsele – Leuven (Versterking van X/1DTCA)
  • 3/2Bij C40/2DTCA: brug van Beez (samen met de 2Bij in versterking van VIII/1DTCA)
  • 1/3Bij C40/2DTCA: vliegveld van Nijvel, vervolgens Vissenaken (Versterking van 6Bij/C40/2DTCA)
  • 2/3Bij C40/2DTCA: Sint-Pieters Woluwe (Versterking van XI/2DTCA)
  • 3/3Bij C40/2DTCA: brug van Huy (Versterking van VIII/1DTCA)
  • 1/6Bij C40/2DTCA: vliegveld van Schaffen, vervolgens Bevekom (onder bevel 6Bij/C40/2DTCA)
  • 2/6Bij C40/2DTCA: depot van Zedelgem (Versterking van 36/XII/2DCTA)
  • 3/6Bij C40/2DTCA: brandstofdepot van Ertvelde – Rieme (Versterking XII/2DTCA)

Kies uit een van de eenheden voor een gedetailleerd overzicht:

StafXIde GroepXIIde GroepXXIste Groep ZoeklichtenXXIIste Groep ZoeklichtenC40 BatterijenLoerdienst


Staf/2DTCA
Kolonel Molhant is verantwoordelijk voor de luchtverdediging van de hoofdstad. Op de eerste oorlogsdag wordt de commandopost van 2DTCA overgebracht naar de het Nationaal Centrum voor Inlichtingen en Alarmering (oftewel CNRA) geïnstalleerd in een  bunker onder het Warandepark te Brussel. Kolonel Molhant beschikt voor de verdediging van Brussel over de XIde, XXIste en XXIIste Groepen van zijn eigen regiment en de IIde Groep van de Territoriale Wacht voor Luchtafweer, allen in en om de stad opgesteld. Hij beschikt ook nog over de Xde Groep van  1DTCA die opgesteld staat langs de K.W. Stelling ter hoogte van de sector Leuven en die naast de luchtverdediging van het Vde Legerkorps ook nog de verdediging van de aanvliegroutes naar Brussel verzekert. Aan het eind van de dag meldt het 2DTCA dat zijn batterijen zeven Duitse toestellen hebben neergeschoten. Deze claim kan niet worden geverifieerd.

2DTCA Militairen April 1940

Een groep militairen van het 2DTCA gefotografeerd op 26 april 1940.

Staf/2DTCA
De staf blijft in de bunker in het park van Brussel.

De staf blijft in de bunker in het park van Brussel.

De staf blijft in de bunker in het park van Brussel.

De staf blijft in de bunker in het park van Brussel.

De staf blijft in de bunker in het park van Brussel.

Staf/2DTCA
De staf blijft nog een laatste dag in de bunker van het Warandepark te Brussel. Na de middag verlaat de staf de hoofdstad om zich in het Provinciaal Centrum voor Inlichtingen en Alarmering (CPRA) te Gent gaan te installeren. De telefooncentrale van de bunker onder de schouwburg in het park wordt rond 18u00 vernield door de aanwezige ploeg van de RTT.

Staf/2DTCA
Tijdens de nacht van 18 op 19 mei verplaatst de regimentsstaf zich naar het Provinciaal Centrum voor Inlichtingen en Alarmering van West-Vlaanderen te Brugge. De commandopost zal hier operationeel blijven tot 27 mei.

Staf/2DTCA
De staf van het 2DTCA verlaat Brugge om zich in het kasteel van Moere te gaan vestigen. De nieuwe commandopost is operationeel rond 16u00.

Staf/2DTCA
Van 10 mei tot 28 mei worden door de Belgische DTCA eenheden 165 overwinningen geclaimd (164 vliegtuigen en 1 waarnemingsballon). 125 vliegtuigen en de waarnemingsballon komen op het conto van 1DTCA, 39 vliegtuigen werden neergehaald door het 2DTCA. Daarenboven worden nog eens 66 vliegtuigen beschadigd (50 voor 1DTCA en 16 voor 2DTCA). Deze cijfers moeten natuurlijk getoetst worden aan toegegeven Duitse verliezen maar het zou toch betekenen dat, gezien de beide eenheden beschikten over 180 stukken, er gemiddeld één vliegtuig per stuk werd neergehaald.

De verschillen tussen de twee DTCA regimenten zouden te wijten zijn aan het feit dat 2DTCA uitgerust was met oudere kanonnen en vooral het kanon C75 Schneider SF Mod 1897 zou gevaarlijker geweest zijn voor de bemanningen die de kanonnen moesten bedienen dan voor de vijandelijke vliegtuigen. De laatst gekochte 60 Bofords C40 kanonnen bleken uiterst doeltreffend te zijn. Ook de 24 C75 FRC Mod 1936 haalden een behoorlijk palmares.

Niet alleen het type kanon was een probleem. Voor de oudste kanonnen waren veel munitieloten niet meer in orde. Heel wat batterijen hebben dan ook gekampt met haperingen en slecht functionerende kanonnen op cruciale momenten.

Na de capitulatie

Bibliografie en Bronnen

  1. Belgique 1940: la défense antiaérinne door Eric Simon
  2. Dossier 2DTCA, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie
  3. Fotoarchief Walter Van Opstal. Op 5 mei 1940 komt de 1ste Sectie van de 2de Batterij C40 aan te Luik om zich vervolgens op het vliegveld te Bierset te gaan installeren. De artilleristen poseren voor een foto op een plein in Luik. Midden op de foto staan de Wachtmeesters George De Maeseneire (met zware reiskoffer) en Moyson (met valies). Verder zien we de Brigadier Lecompte en de Soldaten Buyle, Joachim, Buyle en Hubert. Dit zevental waren vermoedelijk de chauffeur van de vrachtwagen en de dubbele bemanning van het tweede stuk van de sectie.
  4. Dossier 185-14-55 Orders van Belgische Hoofdkwartieren, Moskou-archief, Documentatiecentrum Koninklijk Legermuseum, War Heritage Institute.

De XIde groep bezat het semi-mobiele C75 DTCA SF geschut.

De XIde groep bezat het semi-mobiele C75 DTCA SF geschut.

De XIde Groep omvat twee actieve batterijen, de 31ste en de 33ste, en de 32ste reserve-batterij.

Het hoofdkwartier van de groep bevindt zich in de telefooncentrale van de RTT aan de Ormstraat te Etterbeek. De de 31ste batterij staat opgesteld op het vliegplein van Zellik, de 32ste batterij te Moorsel nabij Tervuren en 33ste batterij op het oefenplein van Etterbeek. De groep is toegevoegd aan de luchtverdediging van Brussel.

Eén sectie van de 31ste batterij bevindt zich in het Kamp van Lombardsijde aan de kust voor schietoefeningen. De sectie vervoegt onmiddellijk de batterij te Zellik.

Alle groepen en batterijen behouden op 12 mei hun stellingen. Er worden die dag geen positiewissels doorgevoerd.

De groep ontvangt rond 16u30 een bevel om de hoofdstad te verlaten. Het ontbreekt de eenheden echter aan de nodige tijd om de C75 DTCA SF kanonnen uit hun stellingen te halen. Dit half-vast geschut staat gemonteerd op betonnen sokkels en kan slechts met heel wat tijd en moeite terug mobiel gemaakt worden. Bovendien zijn voor elk kanon vier tot vijf vrachtwagens nodig en die ontbreken eveneens.

Het commando besluit al snel om alleen de beide C75 DTCA M27 kanonnen te evacueren. Dit geschut staat op aanhangwagens en kan relatief snel uit stelling gehaald worden. De tien C75 DTCA SF kanonnen worden achtergelaten.

De groep gaat ook op zoek naar een twaalftal stadsbussen voor het transport van het personeel. De voertuigen kunnen slechts met moeite gevonden worden en de laatste eenheden rijden weg uit Brussel rond 01u30 tijdens de nacht, nauwelijks drie uur voor de aankomst van de eerste Duitsers in de hoofdstad.

De groep trekt zich terug naar het westen doorheen de Britse legerzone en komt vast te zitten aan de brug over de Dender te Ninove. De Britten ontzeggen de Belgen te toegang tot de brug en willen hun eigen colonnes absolute voorrang geven. Na wat touwgetrek kunnen de luchtdoelartilleristen tot de toestemming bekomen om met mondjesmaat hun voertuigen over de brug te laten rijden.

De batterijen kunnen na de oversteek van de Dender snel vorderen en komen tussen 07u00 en 11u00 aan in de volgende locaties:

  • Staf en 33ste batterij: Eggewaartskapelle
  • 32ste batterij: Vinkem
  • 31ste batterij: Pervijse

Majoor Dewulf begeeft zich naar de staf van het 2DTCA te Brugge en krijgt te horen dat hij zijn eenheid dient toe te voegen aan de luchtverdediging van het Kanaal Gent-Brugge. Hiervoor zullen 8 secties met C40 Bofors kanonnen samengesteld worden. De manschappen maken deel uit van deze missie tot en met 23 mei.

De groep verlaat de luchtverdediging van het Kanaal Gent-Brugge en blijft tot het einde van de veldtocht zonder noemenswaardige opdracht.

De eenheden worden overgebracht naar Vladslo en vervolgens naar Koekelare. Een van de twee overgebleven C75 DTCA M72 kanonnen wordt opgesteld te Leke. Het tweede kanon raakt beschadigd in een wegongeval en is buiten strijd.

Koekelare wordt zwaar gebombardeerd en er vallen drie dodelijke slachtoffers onder de militairen.

De drie batterijen bevinden zich aan het eind van de veldtocht nog steeds zonder opdracht rond Koekelare.

Na de capitulatie

De XIIde Groep beschikte over de moderne C75 DTCA M36 FRC kanonnen.

De XIIde Groep beschikte over de moderne C75 DTCA M36 FRC kanonnen.

Staf/XII/2DTCA
De groep is ontplooid ter verdediging van drie belangrijke opslagplaatsen:

34Bij/XII/2DTCA
De 34ste Batterij van Lt Dieu staat opgesteld rond het Munitiedepot van Eeklo. In het depot van Eeklo bevinden zich op 10 mei nog de IIIde Groep Park van het Groot Legerpark (III/GLP) met de 7de en de 8ste Batterij Park, het vaste personeel van het munitiedepot (burgers en militairen) en de 3de Sectie van de 7Bij C40/1DTCA met twee C40 Bofors luchtafweerkanonnen. Het depot wordt op de eerste oorlogsdag een eerste keer gebombardeerd. Twee bommen slaan in op de terreinen van Depot II. De bunkers 36 en 46 worden beschadigd.

35Bij/XII/2DTCA
De 35ste Batterij verzekert de luchtverdediging van de Petroleum-installaties Kluizen.

36Bij/XII/2DTCA
De 36ste Batterij staat in voor de verdediging van het Munitiedepot van Zedelgem. De batterij wordt voor deze opdracht versterkt met de 1ste Sectie van de 7Bij C40/1DTCA en de 2de Sectie van 6Bij C40/2DTCA elk uitgerust met twee C40 Bofors luchtafweerkanonnen.

Alle groepen en batterijen behouden op 12 mei hun stellingen. Er worden die dag geen positiewissels doorgevoerd.

Staf/XII/2DTCA
De staf van de XIIde Groep bevindt zich in het gemeentehuis te Oekene.

Staf/XII/2DTCA
Aan het eind van de dag wordt de staf van de XIIde Groep gemeld te Hooglede.  De groep wordt tactisch aangestuurd door het IVde Legerkorps.

De 34ste batterij capituleert te Ursel, de 35ste te Rollegem-Kapelle en de 36ste te Staden.

Na de capitulatie

Tijdens de mobilisatie

Staf/XXIste Groep
Een groep zoeklichten bestaat uit twee identieke batterijen. De batterijen beschikken elk over twaalf schijnwerpers, verdeeld over drie secties van vier toestellen. Ieder batterij heeft 5 zoeklichten type EPE 120cm en 7 zoeklichten type EPE 150cm. Elke sectie heeft een hoofdschijnwerper en drie nevenschijnwerpers. De hoofdschijnwerper staat steeds samen opgesteld met een luistertoestel type V20 en een luisterpost type D26R. Iedere batterij telt ongeveer 350 manschappen en een 35-tal motorvoertuigen, waarvan 14 artillerietrekkers en 22 camions. Er zijn twee motorfietsen voorzien. Naast een beperkte individuele bewapening heeft elke batterij 12 mitrailleurs voor de collectieve nabije verdediging.

Kanonniers van een batterij zoeklichten bij een vrachtwagen met generator (foto jaren ’30).

Staf/XXIste Groep
De groep maakt deel uit van de luchtverdediging van Brussel, heeft zijn commandopost in het gemeentehuis van Wezembeek-Oppem en staat met zijn twee batterijen opgesteld ten oosten van de hoofdstad.

1/XXI
De 1ste Batterij Zoeklichten heeft zijn commandopost opgesteld te Everberg. De drie secties van de 1ste Batterij zijn als volgt ontplooid:

    • 1ste sectie: zoeklicht 11 te Kampenhout, 12 te Erps, 13 te Steenokkerzeel en 14 te Perk
    • 2de sectie: zoeklicht 21 Everberg, 22 te Vossem, 23 te Oppem en 24 te Nossegemm
    • 3de sectie: zoeklicht 31 te Duisburg

2/XXI
De 2de Batterij Zoeklichten heeft zijn commandopost opgesteld te Sint-Pieters-Woluwe. De secties van deze batterij staan als volgt opgesteld:

    • 4de sectie: zoeklicht 41 te Oudergem, 42 aan de Welriekende Dreef, 43 te Groenendaal en 44 te Bosvoorde
    • 5de sectie: zoeklicht 51 te St-Stevens-Woluwe, 52 te Stokkel, 53 aan de Nationale Schietbaan (nu Reyerslaan) en 54 te Evere
    • 6de sectie: zoeklicht 61 te Houtem, 62 te Peutie, 63 te Vilvoorde en 64 te Grimbergen

Op de eerste oorlogsdag wordt de positie van schijnwerper 53 aan de Nationale Schietbaan gebombardeerd. Er is geen schade.

Tijdens de nacht van 11 op 12 mei kan de 2de batterij een vijandelijk toestel in zijn lichtbundels vangen. De Belgische luchtdoelartillerie beschiet het doel echter niet. Overdag komen de mitrailleurs van de XXI groep dan weer in actie.

Tijdens de nacht van 12 op 13 mei wordt nog maar eens een Duits vliegtuig gegrepen door de schijnwerpers. Het toestel komt aangevlogen uit het zuidoosten en bombardeert de omgeving van Verbrande Brug. De bommen landen op de terreinen van de cokesfabriek een het Kanaal van Willebroek. Deze keer opent de C94 batterij van de Territoriale Wacht voor Luchtafweer te Vilvoorde het vuur. Het vliegtuig wordt een tijdje beschoten, maar kan ontkomen.

De secties slagen er in om met de eigen mitrailleurs meerdere Duitse toestellen onder vuur te nemen. Bij schijnwerper 41 te Oudergem wordt daarbij ook een vijandelijk toestel geraakt dat even later in het Zoniëenwoud neerstort.

Ook de Franse firma BBT Krauss verkocht luisterposten aan ons land.

De zoeklichten worden naar het westen van Brussel verplaatst nu het veldleger de K.W. Stelling inneemt en de oude posities te dicht bij het front komen te liggen. Het marsbevel bereikt de groep rond 02u00. De nieuwe posities worden:

  • 2de batterij, commandopost te Pamel
    • 4de sectie te Gooik
    • 5de sectie te Pamel
    • 6de sectie te Erembodegem

De verplaatsing duurt de ganse dag en de batterijen melden bij valavond klaar te zijn voor de actie.

Tijdens de nacht van 14 op 15 mei slagen de zoeklichten er in om nog enkele Duitse toestellen te lokaliseren. Het vuur van de eigen luchtdoelartillerie blijft echter uit.

De zoeklichten worden rond 20u00 naar kantonnementen nabij Ieper gestuurd. Bij de aftocht dient de 2de batterij een zoeklicht EPE 120cm, twee zoeklichten EPE 150 en een elektrogeengroep achterlaten bij gebrek aan geschikte trekkers.

De groep verlaat Brussel net na middernacht en rijdt naar Ieper. De 2de batterij komt rond 20u00 aan te Dikkebus en wordt hier ingekwartierd.

De 2de batterij onderneemt twee pogingen om de te Brussel achtergelaten zoeklichten en elektrogeengroep te gaan halen met enkele vrachtwagens. Bij de eerste terugkeer van Ieper naar de hoofdstad komt het detachement niet verder dan Ninove. De Britten houden alle verkeer aan de brug over de Dender tegen. Bij een tweede oversteekpoging over de Dender te Aalst doen de Belgische troepen dan weer het zelfde.

Tijdens de aftocht van het veldleger van de Versterkte Positie Antwerpen en de K.W. Stelling naar de linie Terneuzen-Gent-Oudenaarde worden heel wat C40 Bofors kanonnen toegewezen aan de tijdelijke bewaking van het luchtruim rondom de vitale overgangen over de grote rivieren en kanalen.

De XXIste en XXIIste groep zoeklichten worden naar Noord-Frankrijk gestuurd en verdeeld over Ghyvelde, Bergues, Hondschoote, Malo-les-Bains, de Moeren, Adinkerke en De Panne om er deel uit te maken van de luchtverdediging rond Duinkerke.

De groepen hebben tijdens hun aftocht uit Brussel enkele zoeklichten moeten achterlaten en worden nu versterkt door vier schijnwerpers van de Territoriale Luchtwacht. Tijdens de namiddag worden de secties ontplooid. Er worden een totaal van 26 zoeklichten in stelling geplaatst rond Duinkerke. De overige 19 apparaten blijven op wielen.  De beide batterijen en de toestellen van de Territoriale Luchtwacht vormen nu een groepering waarvan de commandopost te Ghyvelde opgesteld wordt.

De 1ste batterij houdt de projectoren van de Territoriale Luchtwacht in reserve en stelt de andere schijnwerpers op tussen Adinkerke en Wulveringem.  Bij de 2de batterij wordt de 5de sectie opgesteld tussen De Panne en Adinkerke, op de noordelijke oever van het Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke. De 6de sectie wordt verspreid over de Moeren, aan weerszijde van de Belgisch-Franse grens.  De 4de sectie blijft in reserve. Alle manschappen van de batterij overnachten in twee hoeves in het Belgische deel van de Moeren.

De Belgen worden niet bevoorraad door de Fransen of Britten en moeten per vrachtwagen levensmiddelen en brandstof gaan afhalen te Nieuwpoort.

De inplaatsstelling van de zoeklichten gaat verder. Overdag worden met de mitrailleurs vrijwel aanhoudend laag vliegende Duitse toestellen beschoten.

De batterijen zijn nu een eerste nacht volledig operationeel geweest en hebben de ganse nacht door vliegtuigen van de Luftwaffe beschenen. Er is in de perimeter van Duinkeren echter bijzonder weinige luchtafweergeschut operationeel en de meeste vijandelijke toestellen kunnen ongehinderd overvliegen.

Overdag worden diverse stellingen van de zoeklichten gebombardeerd. De 2de batterij merkt op hoe de waterstand in de omliggende sloten en velden toeneemt. Het is niet duidelijk of dit met opzet gedaan wordt om de Duitse opmars naar de zone van Duinkerke af te remmen, dan wel het gevolg is van een door de oorlogssituatie gebrekkige afwatering van de polders.

De Belgen maken hun beklag over de vijandige houding van hun bondgenoten. De Britten stellen zich bijzonder negatief op ten aanzien van onze zoeklichten.

De XXIste en XXIIste groep zoeklichten vernemen het nieuws van de overgave en bevinden zich nu in een bijzonder gevaarlijke situatie tussen de Frans/Britse en de Duitse linies.

Na de capitulatie

De eenheden dienen ons land te vervoegen en zullen in eerste instantie richting Koksijde terugtrekken om alzo uit de gevechtszone trachten weg te komen. Wanneer de Belgen op 31 mei de frontlinie doortrekken raken ze vast te zitten in Brits-Duitse artillerieduels. Er vallen ettelijke gewonden en het incident wordt fataal voor Brigadier Burnotte en de Soldaten Sirlereaux en Lecocq. De Soldaten Conrardy en De Godenne raken gewond en worden nog afgevoerd naar het hospitaal maar overlijden daar de volgende dag. Zo vallen bij de beide groepen meer slachtoffers na de overgave dan tijdens de ganse veldtocht samen. De formaties worden naar Nieuwpoort verplaatst en kunnen zich zo min of meer in veiligheid stellen. Slechts op 2 juni bereiken de eerste detachementen de rest van de DTCA waarvan de eenheden samengebracht worden te Assenede bij Brugge.

Twee vrachtwagens met 3T.39 150mm zoeklichten bij een militaire parade te Brussel (foto SOMA).

Deze groep bewaakt de westrand van Brussel, heeft zijn commandopost in het gemeentehuis van Sint-Martens-Bodegem en omvat de 3de batterij zoeklichten (Scheut, met secties te Beigem, Scheut en Linkebeek) en 4de batterij zoeklichten (Wambeek, met secties te Sint-Pieters-Leeuw, Wambeek en Asse).

De schijnwerpers van deze groep omvatten 8 Gallileo 110cm en 4 EPE 120 toestellen. Ook hier bezit elke batterij over een luistertoestel type V20 en een luisterpost type D26R.

De positie van zoeklicht 81 te Scheut wordt zonder verdere gevolgen gemitrailleerd door een vijandelijk vliegtuig.

Het personeel van de 9de sectie te Linkebeek kan de vierkoppige bemanning van een te Alsemberg neergestorte Dornier 17 bommenwerper verschalken. De krijgsgevangenen worden overgedragen aan de Rijkswacht van Lot.

Tijdens de avond wordt de Zellik een verdacht individu in het bezit van een aantal stafkaarten aangehouden en naar de Rijkswachtpost te Jette afgevoerd.

Ook bij de groep ten westen van Brussel klaagt men in alle talen over de afwezigheid van nachtjagers en het uitblijven van nachtelijk luchtafweer. Er wordt ronduit geschreven dat de zoeklichten zinloos zijn.

De zoeklichten worden rond 20u00 naar kantonnementen nabij Ieper gestuurd.

Ook deze groep verplaatst zich naar Ieper. De 3de batterij kantonneert te Geluveld.

De XXIste en XXIIste groep zoeklichten worden naar Noord-Frankrijk gestuurd en te Ghyvelde, Bergues, Hondschoote, Malo-les-Bains, de Moeren, Adinkerke en De Panne gestuurd om er deel uit te maken van de luchtverdediging rond Duinkerke.

Zoeklicht opgesteld op de binnenkoer van de Sint-Anna kazerne te Laken.

De groepen hebben tijdens hun aftocht uit Brussel enkele zoeklichten moeten achterlaten en worden nu versterkt door vier schijnwerpers van de Territoriale Luchtwacht. Tijdens de namiddag worden de secties ontplooid. Er worden een totaal van 26 zoeklichten in stelling geplaatst rond Duinkerke. De overige 19 apparaten blijven op wielen.  De beide batterijen en de toestellen van de Territoriale Luchtwacht vormen nu een groepering waarvan de commandopost te Ghyvelde opgesteld wordt.

Bij de XXIIste Groep wordt een sectie projectoren opgesteld te Armbouts-Cappel ten zuiden van Duinkerke.  Alle andere secties worden niet ontplooid.

De Belgen worden niet bevoorraad door de Fransen of Britten en moeten per vrachtwagen levensmiddelen en brandstof gaan afhalen te Nieuwpoort.

De inplaatsstelling van de zoeklichten gaat verder. Overdag worden met de mitrailleurs vrijwel aanhoudend laag vliegende Duitse toestellen beschoten.

De batterijen zijn nu een eerste nacht volledig operationeel geweest en hebben de ganse nacht door vliegtuigen van de Luftwaffe beschenen. Er is in de perimeter van Duinkerke echter bijzonder weinige luchtafweergeschut operationeel en de meeste vijandelijke toestellen kunnen ongehinderd overvliegen.

De XXIste en XXIIste groep zoeklichten vernemen het nieuws van de overgave en bevinden zich nu in een bijzonder gevaarlijke situatie tussen de Frans/Britse en de Duitse linies.

Na de capitulatie

De eenheden dienen ons land te vervoegen en zullen in eerste instantie richting Koksijde terugtrekken om alzo uit de gevechtszone trachten weg te komen. Wanneer de Belgen op 31 mei de frontlinie doortrekken raken ze vast te zitten in Brits-Duitse artillerieduels. Er vallen ettelijke gewonden en het incident wordt fataal voor Brigadier Burnotte en de Soldaten Sirlereaux en Lecocq. De Soldaten Conrardy en De Godenne raken gewond en worden nog afgevoerd naar het hospitaal maar overlijden daar de volgende dag. Zo vallen bij de beide groepen meer slachtoffers na de overgave dan tijdens de ganse veldtocht samen. De formaties worden naar Nieuwpoort verplaatst en kunnen zich zo min of meer in veiligheid stellen. Slechts op 2 juni bereiken de eerste detachementen de rest van de DTCA waarvan de eenheden samengebracht worden te Assenede bij Brugge.

Tijdens de mobilisatie
Batterijen C40
Aan de vooravond van de oorlog beschikt het Belgische leger over tien batterijen C40. De tien batterijen zijn doorlopend genummerd en worden verdeeld over de twee regimenten DTCA. De 1ste, 2de, 3de, 6de  en de 10de Bij C40 worden als onafhankelijke batterijen onder bevel van het 2DTCA geplaatst. Op 9 mei is de 10Bij C40 nog in afwachting van de levering van zijn kanonnen en is bijgevolg niet operationeel. Elke onafhankelijke batterij C40 beschikt over drie secties (pelotons bij de artillerie) van twee moderne en efficiënte 40mm Bofors kanonnen. Deze secties worden dikwijls in versterking gegeven van die groepen van de DTCA die over verouderde 75mm kanonnen beschikten. Soms wordt een sectie onafhankelijk ingezet voor de beveiliging van belangrijke infrastructuurwerken (bruggen, sluizen en haveninstallaties) of kwetsbare installaties van strategisch belang (brandstof- en munitiedepots). Hierdoor kan het zijn dat de secties van een bepaalde batterij elk op een andere locatie opgesteld staan, soms met grote tussenafstanden. De secties C40 Bofors kunnen bij het richten alleen gebruik maken van de vizieren op de vuurmonden. De Zeiss afstandsmeters zijn vlak voor het begin van de oorlog nog niet geleverd.

6Bij C40/2DTCA
De 6Bij C40 is verantwoordelijk voor de luchtverdediging van de militaire vliegvelden. De 6de Batterij krijgt hiervoor vier secties in versterking. Het betreft de 3de Sectie van de 1ste Bij C40 (vliegveld van Deurne), de 1ste Sectie van de 2de Bij C40 (vliegveld van Bierset), de 1ste Sectie van de 3de Bij C40 (vliegveld van Nijvel) en de 1ste Sectie van de 4de Bij C40/1DTCA (vliegveld van Bierset). Vreemd genoeg is enkel de 1ste Sectie van de 6Bij ingeschakeld voor deze opdracht (vliegveld van Schaffen), de twee andere secties zijn toegewezen aan andere opdrachten.

  • De 1ste Sectie (1/6Bij C40) staat opgesteld op het vliegveld van Schaffen. Dit vliegveld is de thuishaven van de lste Groep van het 2de Luchtvaartregiment (I/2Lu). Het vliegveld beslaat een oppervlakte van circa 100 ha. Bij de aanvang van de mobilisatie wordt aan de militaire vliegvelden een geheim terreinnummer toegekend. Zo krijgt Schaffen het vliegveldnummer 9. Schaffen beschikt ook over een hulpvliegveld te Bevekom (met vliegveldnummer 21) als uitwijkbasis ingeval het vliegveld wordt aangevallen. Aan de vooravond van de oorlog bevonden zich heel wat vliegtuigen op het vliegveld van Schaffen. Naast de vliegtuigen van het 1ste en het 2de Smaldeel van I/2Lu zijn ook het 7de Smaldeel van III/3Lu uit Evere en het 5de Smaldeel van III/2Lu uit Nijvel te Schaffen ontplooid. Dit om deel te nemen aan grote manoeuvres die zouden plaatsvinden in Leopoldsburg op 10 mei 40. In totaal stonden 50 vliegtuigen deels gegroepeerd, deels verspreid op het 700m bij 700m grote vliegveld.
  • De 2de Sectie (2/6Bij C40) verzekert de luchtverdediging van het Munitiedepot van Zedelgem
  • De 3de Sectie (3/6Bij C40) beschermt de petroleum-installaties van Rieme nabij Kuhlman fabriek

1Bij C40/2DTCA
De secties zijn op 10 mei als volgt ontplooid:

  • De 1ste Sectie ( 1/1Bij C40) verzekert de luchtverdediging van het vliegveld van Stene nabij Oostende, vervolgens van het vliegveld van Belsele en uiteindelijk van het vliegveld van Aalter. Deze sectie biedt luchtbeveiliging aan het 5de Smaldeel van de IIIde Groep van het 3de Luchtvaartregiment (5/III/3Lu). De sectie kan niet beletten dat tijdens het bombardement van het vliegveld van Belsele heel wat Fairey Battles verloren gaan.
  • De 2de Sectie (2/1Bij C40) beveiligt de spoorbrug over de Schelde te Temse.
  • De 3de Sectie (3/1Bij C40), onder leiding van Onderluitenant Edgar Wouters, staat aanvankelijk op het militaire vliegveld van Deurne. De sectie beschikt slechts over één van de twee voorziene vuurmonden. Om 04u50 vertrekt de sectie naar een nieuwe schootsstelling te Wintam. Het kanon komt hier onmiddellijk in actie en kan een Messcherschmidt 110 jager neerhalen.

2Bij C40/2DTCA
De Staf van de 2Bij C40 wordt samen met zijn 3de Sectie toegevoegd aan de VIIIste Groep van 1DTCA (VIII/1DTCA) die bevolen wordt door Kapitein-commandant Jadoul. De Staf/VIII/1DTCA voert voorts nog het bevel over zijn organieke 22ste Batterij die staat opgesteld in Belgrade, zijn 23ste Batterij die staat opgesteld te Bonine en zijn 24ste Batterij die staat opgesteld nabij Houssoy-Franc-Wartet. VIII/1DTCA is ook nog versterkt met de 12Bij/IV/1DTCA opgesteld te Moha en de 3de Sectie van de 3Bij C40 van 2DTCA die de brug over de Maas te Hoei beveiligt. VIII/1DTCA staat in voor de luchtbeveiliging van het VIIde Legerkorps (VII/LK) die de Versterkte Positie Namen verdedigt.

  • De 1ste Sectie (1/2Bij C40) verdedigt initieel het vliegveld van Bierset, vervolgens het vliegveld van Wilderen
  • De 2de Sectie (2/2Bij C40) verdedigt het station van Leuven op grondgebied Wilsele
  • De 3de Sectie (3/2Bij C40) staat opgesteld te Beez en bewaakt hier de militaire brug over de Maas. Ook deze sectie moet het met één vuurmond stellen. Het tweede kanon is in herstelling bij de Fonderie Royale de Canons te Luik. Er zijn die ochtend 2.000 40mm granaten in voorraad op de schootsstelling. De sectie wacht de ganse dag af en opent rond 20u30 het vuur op drie Heinkel 111 bommenwerpers. Een toestel wordt getroffen.

3Bij C40/2DTCA
De 3Bij C40 staat bij de aanvang van de oorlog verspreid over één locatie in de Provincie Namen en twee locaties in de Provincie Brabant.

  • De 1ste Sectie (1/3Bij C40) verzekert initieel de luchtverdediging van het vliegveld van Nijvel en vervolgens van het vliegveld Vissenaken. Deze sectie stond in voor de luchtverdediging van het 5de Smaldeel van de IIIde Groep van het 2de Luchtvaartregiment (III/2Lu).
  • De 2de Sectie (2/3Bij C40) staat opgesteld bij de Nationale Schietbaan te Brussel, vervolgens bij de bruggen te Dendermonde
  • De 3de Sectie (3/3Bij C40) verzorgt de luchtverdediging van de brug over de Maas te Hoei en staat onder bevel van de Staf/2Bij C40 die op zijn beurt is toegevoegd aan VIII/1DTCA.

6Bij C40/2DTCA
De 6Bij C40 staat bij de aanvang van de oorlog verspreid over één locatie in de Provincie West-Vlaanderen, één locatie in de Provincie Oost-Vlaanderen en één locatie in de Provincie Brabant.

  • Na ontvangst van het alarm stelt 1/6Bij C40 zich op aan de rand van het vliegveld maar moet de dageraad afwachten om in actie te kunnen treden. De Glosters en Hurricanes van I/2Lu krijgen bevel om op te stijgen en naar Bevekom te vliegen vanaf de eerste klaarte. Om 04u31 ondergaat het vliegveld van Schaffen een zware luchtaanval. Talrijke toestellen worden vernield voor de Belgen de kans krijgen het luchtruim te kiezen. De vliegtuigen staan netjes opgelijnd voor de hangars en er was weinig ruimte om te taxiën. Hierdoor zijn de meeste vliegtuigen niet bij de startbaan geraakt en vernield voor de hangars. De C40 luchtafweerkanonnen van 1/6Bij C40 moeten lijdzaam toezien aangezien zijn niet over een alarmeringssysteem beschikken en enkel visueel doelen kunnen onderscheppen. De Belgische eenheden ontplooid op en rond het vliegveld tellen vijftien doden en enkele tientallen gewonden, waarvan verschillende met zware brandwonden. De vliegtuigen die nog net voor de aanval weggeraakt zijn landen veilig in Bevekom. In de voormiddag vervoegt 1/6Bij C40 samen met het grondpersoneel van de basis het vliegveld van Bevekom om er stelling te nemen.
  • De 2de Sectie (2/6Bij C40) verzekert de luchtverdediging van het Munitiedepot van Zedelgem
  • De 3de Sectie (3/6Bij C40) beschermt de petroleum-installaties van Rieme nabij Kuhlman fabriek

Wachtmeesters De Maeseneire (midden) en Moyson (met valies) bij hun aankomst te Luik op 05 mei 1940.

1Bij C40/2DTCA
Het legercommando wil de luchtverdediging rond de geniebrug over de Schelde te Hemiksem versterken.

  • De 1/1Bij C40 en 2/1Bij C40 vertrekken naar de beide uiteinden van de brug.
  • 3/1Bij C40 staat opgesteld te Wintam. Te Wintam komt het tot verschillende intense duels tussen het luchtafweerkanon en aanvallende Duitse toestellen. De sectie haalt een Messcherschmidt 100 en een Junkers 88 neer. De stellingen worden verschillende keren beschoten en gebombardeerd.

2Bij C40/2DTCA

  • De 1/2Bij C40 ondergaat een zware luchtaanval door Stuka duikbommenwerpers op zijn stellingen te Wilderen. Britse vliegtuigen komen tussen beide om de aanvallers te verjagen.
  • Bij het eerste daglicht wordt de stelling van 3/2Bij C40 te Beez aangevallen door 3 Messerschmidt 109 jagers. Er wordt kort geduelleerd zonder verdere schade bij de luchtdoelartilleristen. Tijdens de namiddag wordt Namen een eerste keer gebombardeerd, maar de vijandelijke toestellen bevinden zich ver buiten het bereik van het Bofors kanon. De sectie kan wel enkele jachtvliegtuigen verjagen die de brug van Beez willen beschieten.

3Bij C40/2DTCA

  • De 1/3Bij C40 wordt verplaatst naar de geniebrug over de Schelde te Hoboken.

6Bij C40/2DTCA

  • De 1/6Bij C40 verhuist naar het militaire vliegveld van Belsele.

1Bij C40/2DTCA

  • Tijdens de nacht wisselt het Bofors kanon van 3/1Bij C40 van positie. De oude stelling wordt ingericht als nep stelling om de vijand te misleiden.

2Bij C40/2DTCA

  • 3/2Bij C40 verhuist naar zijn wisselstelling nu de positie vlakbij de brug Beez door de vijand al te zeer gekend is. Rond 05u00 wordt een laagvliegend toestel bij het eerste salvo geraakt. Later op de dag wordt ook een Dornier 17 getroffen.

1Bij C40/2DTCA

  • 3/1Bij C40 blijft nabij Wintham. De manschappen ontvangen een schriftelijke felicitatie van Luitenant-generaal Duvivier, chef van de luchtmacht, en Generaal-majoor Frère, baas van de luchtafweer.

2Bij C40/2DTCA

  • 3/2Bij C40 verandert opnieuw van positie, maar wordt al snel op zijn nieuwe stelling ontdekt en ondergaat een kort luchtbombardement. Er is geen schade. De sectie meldt het neerhalen van een Heinkel 111. Het toestel stort neer in de richting van Dave.

6Bij C40/2DTCA

  • 1/6Bij C40 wordt verplaatst van Belsele naar Hoboken om de verdediging van de bootbrug van de genie te versterken.

1Bij C40/2DTCA

  • Op de vijfde oorlogsdag komt eindelijk het tweede Bofors kanon van 3/1Bij C40 aan te Wintham. De sectie is nu compleet.

2Bij C40/2DTCA

  • 3/2Bij C40 is getuige van een nieuw zwaar bombardement op Namen. Naast de stad krijgen ook de forten er van langs.

1Bij C40/2DTCA

  • 3/1Bij C40 legt te Wintham een alternatieve schootsstelling aan voor het geval het nodig zou zijn de kanonnen enigszins te verplaatsen.

2Bij C40/2DTCA

  • 2/2Bij C40 werd tijdens de nacht van 14 op 15 mei verplaatst van Leuven naar het station en de brug van Dendermonde.
  • Bij 3/2Bij C40 komt rond 10u00 het bevel binnen tot de evacuatie van de Versterkte Positie Namen. De sectie moet zich bij de VIIIde Groep van het 1DTCA voegen die aan de Nijvelsesteenweg tussen Jaumaux en Floriffoux aan de westrand van Namen verzamelt. Rond 17u00 zijn de colonnes klaar om te vertrekken. De eenheden rijden aanvankelijk naar Binche.

1Bij C40/2DTCA

  • 3/1Bij C40 vertrekt naar het vliegveld van Belsele. Bij de overtocht van de Schelde via de brug van Temse wordt de colonne aangevallen door twee Heinkel toestellen. Er is lichte schade aan enkele vrachtwagens en een kanon. Na aankomst te Belsele wordt de sectie om 22u00 verder gestuurd naar Langerbrugge om de brug over het Kanaal Gent-Terneuzen te beveiligen.

2Bij C40/2DTCA

  • 2/2Bij C40 past zijn posities aan en wordt een eindje verplaatst naar Sint-Gillis bij Dendermonde.
  • 3/2Bij C40 rijdt tijdens de nacht van 15 op 16 mei naar Binche. Onderweg verliest de sectie het contact met de VIII/1DTCA. Onderluitenant Froment belt dan maar naar de staf van zijn eigen 2DTCA te Brussel en krijgt de opdracht om de rest van de 2de Batterij te Dendermonde te vervoegen. Nauwelijks op weg, stoot Froment op Kapitein baron Jamblinne de Meux van de 24ste Batterij van de VIII/1DTCA die hem dan beveelt om mee te rijden naar Masnuy-Saint-Jean. De colonne rijdt van daar uit naar Vlaanderen.

Brug van Langerbrugge verdedigd door de 3de Sectie van de 1Bij C40.

1Bij C40/2DTCA

  • 3/1Bij C40
    staat nu opgesteld te Langerbrugge. Er gebeurt relatief weinig.

2Bij C40/2DTCA

  • 1/2Bij C40 verlaat Belsele en vervoegt het vliegveld van Zwevezele.
  • 3/2Bij C40 komt rond 10u00 aan te Eine nabij Oudenaarde. Hier wordt de ganse VIII/1DTCA gereorganiseerd na de aftocht uit Namen. Het Bofors kanon blijft aangehecht bij deze groep voor de lage luchtverdediging.

1Bij C40/2DTCA

  • Ook de 1/1Bij C40 wordt te Langerbrugge opgesteld, samen met de 3/1Bij C40.
  • 3/1Bij C40 bevindt zich te Langerbrugge. Na de aftocht van de K.W. Stelling tijdens de nacht van 16 op 17 mei, komen de eerste infanteristen toe op de nieuwe verdedigingslinie aan het Kanaal Gent-Terneuzen. De sectie wordt geïnstalleerd tussen het eerste en het tweede echelon van de linies van de infanterie. Er wordt verbinding gezocht met de in de omgeving aangekomen 35ste Batterij.

2Bij C40/2DTCA

  • 2/2Bij C40 wordt achteruit getrokken van Sint-Gillis naar Veldekens om er de brug over het Afleidingskanaal van de Leie te gaan verdedigen.
  • Het Bofors kanon van 3/2Bij C40 gaat in stelling te Huise tussen de Schelde en de Leie. De bevoorrading moet vanuit Gottem verlopen. De sectie beschikt na de reorganisatie over drie stuksbemanningen om 24u per dag paraat te kunnen zijn. Overdag dient twee keer van stelling veranderd te worden om zich aan te passen aan de posities van de toegekomen infanterieformaties.

3Bij C40/2DTCA
De drie secties van de 3de Batterij krijgen nieuwe opdrachten in het westen van het land:

  • 1/3Bij C40 verdedigt de brug te Strobrugge
  • 2/3Bij C40 bewaakt de brug te Zomergem
  • 3/3Bij C40 doet het zelfde te Ronsele

6Bij C40/2DTCA

  • 1/6Bij C40 bevindt zich te Klein-Sinaai.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

1Bij C40/2DTCA

  • 1/1Bij C40 wordt van Langerbrugge naar Middelburg gestuurd.
  • 2/1Bij C40 bewaakt kortstondig de brug te Lokeren en wordt vervolgens verplaatst naar Bruggewijk.
  • De kanonnen van 3/1Bij C40 blijven ter plekke, maar krijgen te horen dat ze verplaatst zullen worden naar Vinderhoute van zodra de brug van Langerbrugge vernield wordt door de Belgische genie.

2Bij C40/2DTCA

  • 3/2Bij C40 staat nog steeds te Huise en vuurt onder meer op een Dornier. Het toestel wordt geraakt, maar vliegt verder. Na de middag wordt het kanon naar de rest van de batterij in het Oost-Vlaamse Middelburg gestuurd. De sectie wordt nu toegevoegd aan een groepering bestaande uit 2/2Bij C40, 3/2Bij C40 en 1/4Bij C40/1DTCA.

6Bij C40/2DTCA

  • De 1/6Bij C40 gaat het luchtruim boven de brug van Balgerhoeke bewaken.

1Bij C40/2DTCA

  • 1/1Bij C40 wordt alweer verplaatst en krijgt een nieuwe opdracht te Philippine.
  • Na het opblazen van de brug van Langerbrugge rond 06u15 is de aanwezigheid van de Bofors kanonnen van 3/1Bij C40 niet langer nuttig. Het geschut verhuist naar de brug over het kanaal Gent-Brugge te Vinderhoute. De kanonnen kunnen twee Junkers 88 bommenwerpers neerschieten.

2Bij C40/2DTCA

  • 3/2Bij C40
    De sectie ontplooit bij dageraad te Middelburg en ontvangt nu eindelijk een tweede C40 kanon.

1Bij C40/2DTCA

  • 3/1Bij C40 ziet toe hoe Langerbrugge en Evergem worden gebombardeerd.

2Bij C40/2DTCA

  • Terwijl de beide kanonnen van 3/2Bij C40 te Middelburg blijven staan, wordt Onderluitenant Froment helemaal tot in Diksmuide gestuurd om drie posities te verkennen die geschikt zijn om de spoorbrug en de wegbrug over de IJzer te dekken.

2Bij C40/2DTCA

  • De Bofors kanonnen van 3/2Bij C40 veranderen van stelling te Middelburg. Bijzonder veel jachtvliegtuigen overvliegen het gebied en de bemanningen zijn voortdurend in actie.

Duitse troepen marcheren voorbij een achtergelaten C40 DTCA luchtafweerkanon.

Duitse troepen marcheren voorbij een achtergelaten C40 DTCA luchtafweerkanon.

2Bij C40/2DTCA

  • 2/2Bij C40 krijgt rondom 17u30 aan de brug van Strobrugge ten noorden van Maldegem af te rekenen met een plotse Duitse luchtaanval. Een Dornier 17 bommenwerper wordt neergehaald waarop één van de Bofors aangevallen wordt door een Me Bf-109. Twee artilleristen, de Soldaten Hendriks en Madelaire sneuvelen, terwijl drie andere gewond raken. Het stuk komt met onvoldoende bemanning te zitten waarop Luitenant Demeuse zelf plaatsneemt aan het Bofors kanon en met de overgebleven bemanningsleden de Messerschmidt nog kan neerhalen. Eén van de gewonden, de Soldaat Gaziaux, overlijdt aan de gevolgen van zijn verwondingen op 25 mei in Sint-Andries.
  • Bij 3/2Bij C40 nemen de stukken te Middelburg nog maar eens een alternatieve positie in. Nu de bruggen over het Afleidingskanaal van de Leie opgeblazen zullen worden, wordt de sectie verplaatst. De kanonnen zullen ingezet worden om het tweede echelon van de nieuwe verdedigingslinies aan het Afleidingskanaal van luchtdekking te voorzien.

2Bij C40/2DTCA

  • Tijdens de nacht wordt 3/2Bij C40 verplaatst van Middelburg naar Plassendale. Bij dageraad zijn de kanonnen klaar tot de actie. De Belgische linies worden door talrijke bommenwerpers overvlogen maar deze blijven buiten bereik van de lichte Bofors kanonnen. Na de middag kan de sectie toch een Heinkel 123 verkenningstoestel raken. Tijdens de avond vallen de kanonnen een eerste keer onder Duits artillerievuur.

2Bij C40/2DTCA

  • De stukken van 3/2Bij C40 worden van positie veranderd. Na de middag vernielt een vijandelijke artilleriebeschieting twee GMC vrachtwagens. De stelling van de sectie wordt nu aanhoudend gebombardeerd. De secties krijgen het bevel van het IVde Legerkorps om ter plekke te blijven en tot het uiterste stand te houden.

2Bij C40/2DTCA

  • 3/2Bij C40 wordt stapsgewijs teruggetrokken naar Oedelem. Onderweg wordt meermaals stelling genomen.

2Bij C40/2DTCA

  • De kanonnen van 3/2Bij C40 nu staan opgesteld in een bos te Oedelem. Na de middag wordt de stelling in alle haasten opgebroken wanneer vernomen wordt dat de vijand het nabijgelegen Kleit dreigt in te nemen. Samen met de rest van de IXde Groep bereikt de sectie Male aan de oostrand van Brugge. De beide kanonnen worden tijdens de avond ontplooid aan de brug over het Kanaal Gent-Brugge te Steenbrugge.

1Bij C40/2DTCA
De secties bevinden zich te Houtave, Wenduine en Ursel.

2Bij C40/2DTCA
De batterij capituleert te Nieuwpoort, Oostkamp en Steenbrugge.

  • 3/2Bij C40 staat opgesteld te Steenbrugge. Aan de brug heerst een ware chaos en duizenden Belgische soldaten zitten er vast in een gigantische verkeersopstopping. De kanonnen blijven vuren tot 07u00 en vernemen dan de capitulatie. De genie komt aan om de brug te ontmijnen en de kanonniers vertrekken naar de verzamelzone van de 2de Batterij te Nieuwenhove.

3Bij C40/2DTCA
De secties staan opgesteld te Veldekens, Zomergem en Ronsele.

6Bij C40/2DTCA
De laatste batterij Bofors kanonnen legt de wapens neer te Stene, Oostkamp en Sint-Michiels.

Na de capitulatie

Naast de luchtdoelartillerie is het 2DTCA eveneens administratief verantwoordelijk voor de zogenaamde loerdienst. Deze operationeel onafhankelijke organisatie bemant in elke provincie een Provinciaal Centrum voor Inlichtingen en Alarmering en een twintigtal Loerposten. Deze observatieposten worden elk bemand door vijftal militairen van de territoriale troepen die in de buurt van de loerpost wonen, aangevuld met drie gespecialiseerde loerders van de DTCA. Hun taak bestaat er in vijandelijke vliegtuigen waar te nemen en gebruik makend van het burgertelefoonnet deze inlichtingen door te spelen aan het provinciale inlichtingencentrum. De loerdienst en de luchtafweer worden kort na middernacht in staat van alarm geplaatst. De loerdienst gaat onmiddellijk over tot het oproepen van al het onbrekende personeel voor zijn 165 loerposten en de 9 provinciale centra. Voor elke loerpost in de grensprovincies wordt bovendien een burgervoertuig opgeëist om indien nodig het personeel te evacueren. De loerposten beschikken immers niet over eigen vervoermiddelen.

Militairen van de Loerdienst in een inlichtingencentrum van de luchtafweer (foto “De Pinnekensdraad”).

Het provinciale centrum van Antwerpen bevindt zich nabij Sint-Anneke op de linkeroever en beluistert permanent het radionet van de Nederlandse luchtwaarnemers. Die melden nog tijdens de nacht een grote activiteit boven het Nederlands grondgebied. De Belgen denken aanvankelijk dat het om een luchtaanval op het Verenigd Koninkrijk gaat. Het provinciale centrum van Namen te Jemelle rapporteert even later dat grote groepen vliegtuigen naar het zuiden trekken. Wanneer rondom 05u30 het station te Jemelle gebombardeerd wordt, is het voor de loerdienst duidelijk dat de oorlog is uitgebroken.

Intussen zijn de schootsbatterijen van het 2DTCA overal in actie gekomen. Bij het overvliegen door de Luftwaffe van Brussel opent ook de XIde groep het vuur. De 2de, 3de en 6de batterijen C40 zijn al snel betrokken bij de Duitse luchtaanvallen op de vliegvelden in het oosten van het land. De C40 kanonnen verplaatsen zich samen met de eenheden van de luchtvaartregimenten naar de diverse oorlogsvliegvelden die hen toegewezen worden. De verplaatsingen van het 2DTCA tijdens de eerste oorlogsdag concentreren zich dan ook vooral bij deze drie batterijen.

De loerpost te Goetsenhoven wordt vernield bij de Duitse aanval op dit vliegveld. De postcommandant en twee van zijn soldaten komen om. Ook de post van Schaffen wordt getroffen bij het bombardement op het vliegveld. Het provinciale centrum te Luik verliest zijn telefoonverbindingen en moet op het eerder gebrekkige radionet terugvallen. De vernietiging van talrijke telefooncentrales door vijandelijke aanvallen maakt het werk van de loerdienst bijzonder lastig. Rond Leuven en Aarschot vallen alle verbindingen uit. In het oosten van het land is het dan weer de Belgische genie die het telefoonnetwerk opblaast zodat er voor de loerposten in de grensprovincies er vaak niets anders op zit dan zich terug te trekken naar hun provinciaal centrum. De loerdienst kan die middag wel een verbinding tot stand brengen met hun Franse collega’s te Rijsel.

De loerdienst sluit nog tijdens de nacht het provinciale centrum Limburg en stuurt zijn 1ste batterij naar Brussel. De Duitse opmars maakt het verder bemannen van de loerposten niet alleen zinloos maar ook bijzonder gevaarlijk. Ook de 2de batterij staakt zijn activiteiten en vervoegt de aftocht uit Luik. Hun personeel zal in Bergen gehergroepeerd worden.

De 1ste batterij loerdienst wordt doorgestuurd naar Assenede en krijgt er de taak alle geevacueerde detachementen van de loerdienst te hergroeperen.

De 8ste batterij loerdienst stuurt radiowagens uit naar de loerposten te Haacht, Leuven, Aarschot en Grez-Doiceau ter vervanging van de uitgevallen telefoonverbindingen. Deze vier loerposten worden al snel het vrijwel enige instrument om een mogelijke luchtaanval op Brussel tijdig te ontdekken en Kolonel Plisnier hecht groot belang aan het terug operationeel maken van de verbindingen.

De 4de batterij loerdienst van Namen trekt alle loerposten ten oosten van de Maas terug en stuurt het personeel eveneens naar Bergen. De manschappen van de loerposten uit het noorden van het land worden dan weer naar Assenede doorgezonden. Het provinciale centrum van Namen wordt uitgeschakeld bij een vijandelijk bombardement op de stad aan de Maas en moet tijdelijk het werk staken. Het oosten van het land is wat luchtwaarneming betreft een blinde vlek geworden.

Aan het eind van de dag trekt de loerdienst zich volledig terug achter de K.W. Stelling.

De loerdienst werkt in hoofdzaak vanuit zijn loerposten in de Versterkte Positie Antwerpen en langsheen de K.W. Stelling.

Het Provinciaal Centrum voor Inlichtingen en Alarmering in de stad krijgt het bijzonder moeilijk door de talrijke branden die ontstaan zijn. Nabij het centrum bevindt zich een opslagplaats voor phamaceutische middelen die in lichterlaaie staat.

Het centrum wordt teruggetrokken naar Bergen bij de evacuatie van de Versterkte Positie Namen. Kapitein Commaire zal met een detachement van vier militairen ter plekke blijven tot de laatste Belgen uit de stad wegtrekken.

Het nationaal inlichtingencentrum van de loerdienst te Brussel maakt de eerste voorbereidingen voor een mogelijke aftocht uit de hoofdstad. Al het overtollige materieel wordt ingeladen op vrachtwagens.

Ook de luchtafweer rond Brussel wordt om dezelfde redenen herschikt. De Xde groep van het 1DTCA verlaat de hoofdstad en laat de luchtverdediging over aan de XIde groep van het 2DTCA. Ook een deel van de zoeklichten wordt uit stelling genomen en richting Vlaanderen gestuurd.

Aan het eind van de dag beveelt het Groot Hoofdkwartier de terugtocht van het veldleger van de K.W. Stelling naar de nieuwe linie van het Kanaal Gent-Terneuzen, het Bruggenhoofd Gent en de Bovenschelde. De terugtocht zal tijdens de komende drie dagen volbracht worden.

Het nationaal inlichtingencentrum van de loerdienst verlaat Brussel en reist af naar Brugge. De manschappen zullen te Houhave en Moerkerke gaan kantonneren. De commandopost te Brussel wordt door de Britse genie vernield. Een achterwacht blijft ter plekke tot de avond van 17 mei.

Terwijl Luitenant-Kolonel Plisnier zich te Brugge installeert vervoegt de achterwacht uit Brussel het provinciaal centrum te Gent. Dit centrum vormt nu de kern van de loerdienst en verdeelt alle beschikbare ploegen over een reeks nieuwe loerposten van de Scheldemonding in Terneuzen tot Oudenaarde. Alleen de provinciale centra van Gent, Brugge en Bergen zijn nu nog actief. Alle overtollige manschappen die naar Brugge doorgetrokken waren, krijgen het bevel om zich in Veurne te verzamelen met het oog op de aftocht naar Frankrijk.

Het provinciale centrum van de loerdienst te Bergen wordt opgegeven en vernield alvorens het personeel naar Veurne afreist.

Op de conferentie van Ieper besluiten de geallieerden dat het Belgische leger zich onmiddellijk zal terugtrekken naar de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het provinciaal centrum van de loerdienst te Gent wordt verlaten en de staf van de 7de batterij verlaat de stad. Het personeel wordt eveneens naar Veune bevolen. Alleen de 6de batterij bevindt zich nu op zijn oorspronkelijke commandopost te Brugge.

De Duitsers nemen die dag de stad Abbeville aan de Atlantische Kust in zodat het ook voor het personeel van de loerdienst te Veurne duidelijk wordt dat ons leger nu omsingeld is. De militairen worden dan maar ingezet als infanteristen en zullen deelnemen aan de verdediging van de stad.

Via twee Franse verbindingsofficieren te Duinkerke verneemt de loerdienst dat het Franse commandocentrum te Rijsel gesloten wordt omdat de vijand op het punt staat de stad in te nemen. Dit nieuws zorgt voor grote ongerustheid te Brugge.

Het Belgische leger is in volle terugtocht na de nederlaag aan de Leie. Het is duidelijk geworden dat de loerdienst geen zinvol werk meer kan verrichten omdat het stukje niet-bezet grondgebied veel te klein is geworden. Het commando van de loerdienst moet een radiowagen sturen naar elk van de hoofdkwartieren van de overgebleven legerkorpsen om de verbinding van de troepen te velde met het Groot Hoofdkwartier te Sint-Andries bij Brugge te helpen verzekeren.

Het te Brugge overgebleven personeel van de loerdienst wordt naar Westende gestuurd.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
1/XXIBAREJoseph, H.SdtMil17.08.1917Anderlecht25.05.1940Zomergem
9 LoerdienstBOURGEOISLouis, J.A.WM3921.02.1919Brussel12.06.1940Berck-Plage (F)Overleden aan zijn verwondingen in het Hospitaalcentrum van Berck-Plage
9 LoerdienstBROODCOORENSJeroom, M.SdtMil05.02.1911Sint-Maria-Horebeke21.05.1940Mouriez (F)
9 LoerdienstBUELENSFrançoisSdtMil08.11.1906Elewijt21.05.1940Kluizen
2/XXIBURNOTTEGilles, P.BrigMil2724.07.1907Villance31.05.1940KoksijdeGedood in Brits-Duits artillerieduel.
1/XXICONJAERTSAlbert, N.H.SdtMil09.07.1917Lixhe25.05.1940Zomergem
2/XXICONRARDYRoger, J.G.SdtMil2711.05.1908Arsimont02.06.1940Mariakerke (Oostende)Verwond 31/05 in Brits-Duits artillerieduel te Koksijde.
33/XIDE COCKMaurice, I.SdtMil01.12.1911Wakken27.05.1940Koekelare
2/XXIDE GODENNEAlphonse, A.A.SdtMil3027.09.1907Mont01.06.1940De PanneVerwond 31/05 in Brits-Duits artillerieduel te Koksijde. Overleden in militair hospitaal.
XXI of XXIIDE KEULENAEREMauriceSdt(Onbekend)Gent31/4/40Reichenbach (D)
8 LoerdienstDEWOLFArmand, A.E.WMMil2108.08.1901Opheylissem10.05.1940GoetsenhovenGedood bij bombardement op Vliegveld Goetsenhoven.
Staf/XIIDUTRIEUXMaurice, P.I.SdtMil23.07.1908Jolimont28.05.1940Veurne
31/XIDUYCKWillySdtMil12.11.1919Hulste15.05.1940Tournai
9 LoerdienstELAERTSGerard, J.SdtMil3420.06.1912Leuven20.06.1940Brussel
2/2C40GAZIAUXAndréSdtMil06.03.1919Fleurus25.05.1940Sint-AndriesVerwond 23/05 bij luchtaanval te Strobrugge.
2/2C40HENDRIKSGeorges, J.SdtMil19.10.1918Piétrebais23.05.1940MaldegemGedood bij luchtaanval te Strobrugge.
5 LoerdienstHERIONMaurice, A.D.SgtMil2313.03.1903Péronnes-lez-Binche29.05.1940De Panne
8 LoerdienstJACQUEMINLéon, A.G.SdtMil11.07.1912Orp-le-Grand10.05.1940GoetsenhovenGedood bij bombardement op Vliegveld Goetsenhoven.
2/XXILECOCQLouis, F.J.SdtMil2729.11.1906Sint-Joost-ten-Node01.06.1940KoksijdeVerwond 31/05 in Brits-Duits artillerieduel.
3/XXIILINARDGaston, G.SdtMil3905.02.1919Jandrain-Jandrenouille25.05.1940Beernem
OnbekendLORANDArmand G.SdtMil3930.03.1920Arsimont26.08.1940Stargard (D)Krijgsgevangene
Vermist
2/2C40MANDELAIREXavier, G.L.SdtMil3825.08.1910Thorembais-Saint-Trond23.05.1940MaldegemGedood bij luchtaanval te Strobrugge.
OnbekendMICHAUXRené, CamilleKplMil3018.09.1910Fleurus22.01.1941Isenbüttel (D)Omgekomen in treinramp
8 LoerdienstPOLLEUNISCharlesSdtMil30.06.1900Goetsenhoven10.05.1940GoetsenhovenGedood bij bombardement op Vliegveld Goetsenhoven.
35/XIIPONCELETAlbert, L.G.SdtMil2719.12.1907Longvilly24.05.1940Rollegem-Kapelle
Staf/XIPUTMANHenri, MichelSdtMil3116.10.1911Ingooigem27.05.1940Koekelare
33/XIROSSELLEMichel, M.SdtMil3915.05.1920Westouter28.05.1940Sint-Andries
Staf/XIISANTEAlexandre, J.SdtMil2714.06.1907Seraing27.05.1940Zarren
2/XXISIRLEREAUXErnest, A.J.SdtMil2814.03.1919Saint-Vaast01.06.1940KoksijdeVerwond 31/05 in Brits-Duits artillerieduel.
Staf/XIVAN EECKHOUTCharles, C.SdtMil2408.04.1904Rekkem23.05.1940Brugge
6C40VOLCKEMarcelSdtMil3801.11.1918Kortemark26.05.1940Torhout