20ste Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Type Infanterieregiment van de Eerste Reserve
Ontdubbeld van 11de Linieregiment
Onderdeel van 11de Infanteriedivisie
Bevelhebber Kolonel SBH François Tromme
Adjudant-majoor Kapitein-commandant Leon Staelens
Standplaats Lepoldsburg, Kamp van Beverlo
Samenstelling I Bataljon
(Majoor Albert Timmermans)
1ste Compagnie Fuseliers (Lt L. Bosmans)
2de Compagnie Fuseliers (Cdt Edmond Ketelers)
3de Compagnie Fuseliers (Lt R. Velghe)
4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Joseph Servaes)
  II Bataljon
(Majoor Marcel Sodermans)
5de Compagnie Fuseliers (Lt J. Demoustier)
6de Compagnie Fuseliers (Lt H. Fabry)
7de Compagnie Fuseliers (Cdt Victor Godelaine)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt M. Kalmes)
  III Bataljon
(Majoor Paul Wendelen)
9de Compagnie Fuseliers (Cdt Maurice Willio)
10de Compagnie Fuseliers (Lt Lowie Reekmans)
11de Compagnie Fuseliers (Cdt A. Arckens)
12de Compagnie Mitrailleurs (Lt L. Lejeune)
  IV Bataljon
(Luitenant-kolonel Raphaël Arnalsteen)
13de Compagnie Mitrailleurs (Lt H. Van Bruystegem)
14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Cdt Ernest Nivelle)
15de Compagnie Mortieren M76 (Lt R. Quintelier)
  Stafcompagnie (Kapitein-commandant G. Van Hecke)
Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Kapitein Fernand Groeteclaes)
Peloton Verkenners (Luitenant Louis Moubax)

Tijdens de mobilisatie

Staf/20Li
Het 20ste Linieregiment (20Li), een infanterieregiment van eerste reserve, mobiliseert op 29 augustus 1939 te Cointe nabij Luik. Het 20Li wordt als ontdubbelingsregiment van het 11de Linieregiment (11Li) tezamen met het 14de Linieregiment (14Li) en het 29ste Linieregiment (29Li) toegevoegd aan de pas opgerichte 11de Infanteriedivisie (11Div). De 11Div staat vanaf september 1939 onder bevel van het IIIde Legerkorps (III/LK) en bezet een divisiesector te Luik.

Het 20Li verblijft te Angleur, ten oosten van de Maas, als onderdeel van de intervaltroepen van de PFL II-linie van de Versterkte Positie Luik (oftewel Position Fortifiée de Liège – PFL). De PFL II-linie bestond uit acht gemoderniseerde forten uit het begin van de 20ste eeuw (Barchon, Evegnée, Fléron, Chaudfontaine, Embourg, Boncelles en Flémalle). De 11Div wordt op 24 april 40 te Luik afgelost door de 2de Infanteriedivisie (2Div) en wordt rechtstreeks onder bevel van het Groot Hoofdkwartier (GHK) geplaatst als algemene reserve van het leger.

Meteen na de aflossing verlaat de 11Div de zone van het IIIde Legerkorps. Het 20Li vertrekt uit Angleur op 26 april en vervoegt na twee dagmarsen het Kamp van Beverlo nabij Leopoldsburg. Meteen na hun aankomst op 27 april in Beverlo start er een oefenperiode die zal worden afgesloten met een meerdaagse syntheseoefening. De syntheseoefening zou starten op 10 mei 1940 en worden afgesloten tegen het einde van de maand. Het 20Li bevindt zich bijgevolg op de vooravond van de oorlog tezamen met de rest van de 11Div in het Kamp van Beverlo.

In oktober 1939 defileert het 20Li voor Koning Leopold III te Boncelles. (foto: Herman Staelens).

Staf/20Li
Om 00u05 belt de divisiestaf naar het 20Li waar vaandeldrager Luitenant Clerens officier van wacht is.  Clerens krijgt te horen dat hij zich klaar moet houden voor een alarmmelding.  Deze komt er daadwerkelijk om 00u45.  Het 20Li moet, net zoals alle andere eenheden die in het Kamp van Beverlo verblijven, onmiddellijk de baan op om zich ten zuiden van de Dekkingsstelling achter het Albertkanaal in veiligheid te brengen.

De vaandeldrager verwittigt onmiddellijk de bataljons.  Deze melden rond 02u15 dat hun installatiepersoneel kan vertrekken.  De rest van de manschappen maken zich klaar voor de afmars richting Kwaadmechelen.  Het regiment zal zich naar Zichem, Molenstede en Keiberg verplaatsen.  Voor het vervoer van de bagage en voorraden krijgt het regiment 10 goederenwagons ter beschikking in het station van Leopoldsburg.  De divisiestaf laat de stations van Diest en Hasselt verwittigen om de terugkerende verlofgangers van de divisie daar tegen te houden en door te sturen naar de nieuwe kantonnementsplaatsen.

Tussen 03u20 en 04u00 verlaat het 20Li het kamp, met het IIde Bataljon op kop gevolgd door het Iste, IIIde en IVde Bataljon. Het 20Li volgt tijdens de afmars het 29Li en zal vervolgens terugtrekken via de marsroute Heppen, Ham, Kwaadmechelen, Tessenderlo naar Zichem, Molenstede en Keiberg.

Het Albertkanaal wordt overgestoken bij de brug van Kwaadmechelen waar de achterwacht van het 20Li passeren slechts zal passeren rond 16u00.  Deze vertraging is deels het gevolg van de luchtaanval op het Kamp van Beverlo tussen 07u30 en 08u00 door de Duitse luchtmacht.

Het gros van het regiment is echter tegen het middaguur ingekwartierd op zijn bestemming.  De commandopost van het regiment heeft onderdak gevonden bij bierhandel Wynants op de Markt 7 te Zichem.  De officieren van de regimentsstaf hebben allen een kamer gekregen in het Hotel d’Orange Nassau.

Om 19u30 bevestigt de divisiestaf dat de 11Div zal verder terugtrekken in de richting van de K.W. Stelling.  Een uur later is er overleg op de divisiestaf waar de eindbestemmingen voor de komende nachtmars meegedeeld worden: de divisiestaf en het 14Li zullen naar Betekom trekken, het 29Li naar Begijnendijk en het 29Li naar Gelrode.  Voor het 20Li zal de marsroute via Scherpenheuvel, Rillaar en Aarschot naar Gelrode lopen.  Het Iste Bataljon zal voorop marcheren, gevolgd door het IVde, IIIde en IIde Bataljon.  Het startpunt van de mars wordt bepaald op Kilometerpaal 24 van de Diestsesteenweg tussen Scherpenheuvel en Rillaar, vlakbij de Mannenberg.  Hier moet het Iste Bataljon passeren om 23u00.

ArW/20Li
Het 20Li laat een achterwacht in het Kamp van Beverlo om het zwaar materieel te evacueren terwijl het regiment zelf zich zo snel mogelijk op weg zet. Het militair kamp wordt rond 07u30 door Stuka duikbommenwerpers gebombardeerd.  De achterwacht van het 20Li wordt verrast tijdens het laden van de goederenwagons op het stationsterrein.  Het spoor is geblokkeerd en de bagage moet worden achtergelaten.  Tijdens deze aanval vallen verschillende gewonden.  Soldaat Ottenburgs komt bij het bombardement om het leven.

Staf/20Li
Het 20Li bereikt Gelroode tussen 04u00 en 05u00.  De regimentsstaf betrekt het Kasteel Ter Rivieren, de woonplaats van volksvertegenwoordiger Oscar van den Eynde de Rivieren.  Het Iste en het IIde Bataljon plaatsen hun commandoposten in twee woningen aan de Leuvensesteenweg.  Het IIIde Bataljon installeert zijn commandopost in het gemeentehuis, en het IVde Bataljon in de woning van de gezusters Verstrijken aan de Bergstraat 259.  De medische hulppost wordt geopend in café “In de korenbloem” aan de Statiestraat.

Om 13u00 krijgt het regiment zijn marsorders voor de etappe naar Peulis van de komende nacht.  De te volgen marsroute loopt van Gelrode naar Heikant, Werchter, Haacht, Keerbergen en Weynes naar Peulis.  De motorvoertuigen zullen om 21u30 vertrekken, gevolgd door de troepen te voet om 21u45.  De volgorde van de bataljons blijft dezelfde.  De kop van de colonne moet om 23u45 passeren aan het startpunt aan Kilometerpaal 29 van de baan van Rotselaar naar Werchter.

Opstelling 11Div aan de K.W. Stelling op 13 mei 1940.

Staf/20Li
De derde etappe brengt het 20Li tot op de K.W. Stelling.  Het regiment wordt naar de Ondersector Bonheiden gedirigeerd.  De colonnes komen hier aan tussen 04u00 en 05u00.  De commandopost van het 20Li wordt tegen 07u00 opgesteld in het noviciaat van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw te Bonheiden en de regimentsstaf start met de ontplooiing van zijn bataljons op de K.W. Stelling.

De K.W. Stelling, ook wel weerstandsstelling genoemd, bestond uit één of twee rijen gevechtsbunkers en waar mogelijk werden kanalen, spoorwegbermen en overstromingsgebieden geïntegreerd in de stelling.  Waar een sterke hindernis voor handen was volstond één rij bunkers, in open terrein waar men geen gebruik kon maken van hindernissen werd een tweede lijn bunkers aangelegd. Belangrijke plaatsen werden met bijkomende gevechtsbunkers beschermd en uitgebouwd tot anti-tankcentra.  Een honderdtal meter voor de bunkers werden talrijke hindernissen zoals prikkeldraadversperringen, anti-tankgrachten en Cointet-elementen aangebracht. De constructiewerken op de K.W. Stelling werden voor de oorlog uitgevoerd.

In de sector van de 11Div staan de drie regimenten in lijn opgesteld met het 29Li in het noorden rond Onze-Lieve-Vrouw-Waver, het 14Li in het midden rond Peulis en het 20Li in de zuidelijke ondersector ten oosten van Bonheiden.

De ondersector van het 20Li strekt zich uit van de Vogelstraat nabij Putte over Schriek en de Krekelbeek tot in Muizen.  Het IIde en het IIIde Bataljon vormen de eerste linie en bezetten respectievelijk het zuidelijke en het noordelijke kwartier van de ondersector. Het Iste Bataljon is ontplooid op het tweede echelon en heeft zijn commandopost in de herberg “In ‘t Wit Paard” aan de Rijmenamseweg.  Op het tweede echelon bevindt zich ook de anti-tankstelling Bonheiden (bunkers Ps).

De commandopost van het IVde Bataljon bevindt zich in het rustoord aan het begin van de Pilgrimstraat.  De middelen worden zoals gebruikelijk toegewezen aan de fuseliersbataljons.  Bij de 13Cie worden de staf en anderhalf peloton mitrailleurs in steun geplaatst bij het I/20Li, een peloton mitrailleurs bij het III/20Li en een sectie mitrailleurs bij het II/20Li.  De 14Cie voegt zijn compagniestaf toe aan het III/20Li.  Het II/20Li en III/20Li krijgen elk 6 C47 anti-tankkanonnen, het I/20Li krijgt er 4.  De 15Cie plaatst zijn staf bij het II/20Li en verdeelt de acht mortieren onder de bataljons van het eerste echelon.

De medische hulpplaats van het regiment is geïnstalleerd op het kasteel Berentrode.

Het 20Li is het meest zuidelijke infanterieregiment van het IIde Legerkorps. De grens tussen de de 11Div (II/LK) en de 2Div (VI/LK) loopt langs de noordrand van Hever, door Rijmenam tot aan de anti-tankmuur. Rechts van het 20Li bevindt zich het 6Li behorende tot de 2de Infanteriedivisie.

Staf/20Li
Het 20Li brengt zijn eerste nacht door op de K.W. Stelling.  De manschappen zijn erg onrustig.  Zo moeten de estafettelopers van het IIIde Bataljon moeten bij hun verplaatsingen van en naar de commandopost van het regiment doorheen de posities van de 2de Compagnie, en heerst hier de grootste zenuwachtigheid over het wachtwoord en wederwoord voor de huidige nacht.  Ook zijn er hier en daar geweerschoten te horen.  Voor de stellingen van het IIIde Bataljon wordt rond middernacht hevig gevuurd in de richting van Peulis.  Bij het Iste Bataljon worden in de tweede helft van de nacht verschillende patrouilles uitgestuurd om vermeende parachutisten te gaan opsporen.  Omstreeks 03u15 wordt alarm gegeven bij het IIIde Bataljon wanneer een onaangekondigde patrouille van de 11de Compagnie terugkeert.  Dit soort incidenten houdt de ganse nacht aan. 

Bij dageraad komt op de regimentsstaf een ploeg van de Compagnie Radiotelegrafisten van het 11TTr aan met een E.R.P. (Emetteur-Recepteur Portatif) zender-ontvanger.  Het 20Li kan nu op het radionet van de divisie.

De uitbouw van de stellingen onverwijld verder gezet.  Kolonel SBH Tromme beklaagt zich bij zijn bataljonscommandanten over zijn vaststelling dat dit overal niet met de nodige ijver gebeurt en hij op een inspectieronde door de stellingen te veel militairen gezien had die zaten te niksen.  Ook is hij ontevreden over het feit dat de bunkerbemanningen zich buiten hun bunkers ophouden en alzo de ontdekking hiervan door vijandelijke vliegtuigen riskeren.  Hij is bijzonder boos op Majoor Timmermans van het I/20Li die niet tussenbeide zou gekomen zijn nadat een aantal van zijn militairen het sanatorium van de Norbertinessen van Duffel bestolen hadden.

Om 17u30 laat de regimentsstaf aan de bataljons weten dat vanaf de ochtend van 14 mei de eerste vijandelijke troepen voor de K.W. Stelling mogen verwacht worden.  De poorten in de Cointet anti-tankbarrière moeten nu gesloten worden met uitzondering van de Mechelbaan.  Op deze locatie moet doorgaand verkeer nog mogelijk blijven, maar wordt wel een bijkomend C47 anti-tankkanon geplaatst.

Ook worden alle voertuigen weggehaald uit de stellingen.  De gevechtswagens van iedere compagnie, de caissons voor de mitrailleurs en voor de mortieren en de Vickers Utility B trekkers voor de anti-tankkanonnen verzameld op het landhuis Muysenhuys op de grens van Bonheiden en Muizen.  De veldkeukens en de levensmiddelenwagens worden dan weer samengebracht op het kasteel Morel op de baan van Bonheiden naar Pasbrug.

Omstreeks 22u15 biedt Kapitein Ghysen van de staf van het IIde Legerkorps zich aan voor het kwartier van het IIIde Bataljon.  Ghysen werkt in opdracht van Luitenant-generaal Michem en vraagt de doortocht naar Bonheiden voor de elementen van de 14de Infanteriedivisie die na de gevechten te Lummen op terugweg zijn.  Kolonel SBH Tromme bepaalt dat deze colonnes maat moeten omlopen via vrije doorgang van de Mechelbaan.

Om 23u35 komt echter een bevel toe van de divisiestaf om alsnog alle poorten in de anti-tankbarrière te openen aangezien tijdens de nacht van 13 op 14 mei troepen verwacht worden van de terugtrekkende 6de en 9de Infanteriedivisies.  Voor dageraad moeten alle openingen definitief afgesloten worden.

Soldaten van het 20Li in de bossen van Beverlo op 8 mei 1940 (foto Ben De Staercke).

Staf/20Li
De werken aan de stellingen gaan verder. De bataljons blijven op hun posities.  Het Iste Bataljon meldt omstreeks 10u00 de passage door de linies van troepen van de 9de Infanteriedivisie.  Deze divisie is op terugtocht van het Albertkanaal naar het Bruggenhoofd Mechelen van de K.W. Stelling.  Een uur later verneemt de regimentsstaf van de divisie dat ook nog de doortocht van troepen van de 14de Infanteriedivisie op de as Keerbergen-Bonheiden mag verwacht worden.

Pl Vkr/20Li
Het Peloton Verkenners bezet twee vaste posten voor de linies: één op de weg van Mart naar Ottershoek en één op de weg van Weynes naar Koolhof.  Luitenant Moubax stuurt een nota naar Kolonel SBH Tromme waarin hij suggereert dat het gunstiger zou zijn om deze alarmposten net achter de anti-tankbarrière te plaatsen aangezien er volgens hem onvoldoende tijd is om bij een vijandelijke verrassingsaanval de poorten in de Cointet hekkens te openen en te sluiten.  Tromme antwoord nors dat dit niet gewenst is.

Cdt Léon Staelens (2de van links) met enkele officieren van de staf van het 14Li (foto: Herman Staelens).

Staf/20Li
Om 08u20 meldt het IIde Bataljon dat voorbijtrekkende burgers bevestigen dat de vijand rondom 06u30 in Beerzel zou aangekomen zijn.  Nog geen vijf minuten later verstuurt Kapitein-commandant Nivelle van de 14Cie een melding van Duitse pantserwagens te Putte.  De spanning neemt toe.  Toch blijft het rustig.  Het IIIde Bataljon stuurt om 15u10 wel een patrouille naar het kasteel Weyneshof wanneer daar verdachte personen in grijze mantels zouden gezien zijn.

Kolonel SBH Tromme maakt een nieuwe inspectieronde door zijn ondersector die gevolgd wordt door alweer een bitsige nota aan zijn bataljonscommandanten.  De schilwachten zijn onvoldoende assertief geweest bij het tegenhouden van de kolonel, er wordt nog steeds onvoldoende hard gewerkt aan de veldversterkingen en bovendien heeft hij enkele manschappen betrapt zonder persoonlijk verbandzakje in hun tuniek.  Hij eist dat alle compagniecommandanten al hun militairen hierop nakijken.

Om 17u15 geeft het IIIde Bataljon alarm.  Deze keer is het menens want voor de posities van de 10Cie zijn 4 lichte pantserwagens van de Duitse verkenningstroepen gespot.  Een half uur later laat het naburige 14Li weten dat er een eerste schermutseling voor hun linies is geweest.

De regimentsstaf laat tijdens de nacht van 15 op 16 mei enkele vrachtwagens vertrekken naar de voorste linies om zoveel mogelijk persoonlijke bagage te laten weghalen.

Staf/20Li
De Duitsers bezetten tijdens de nacht het Weyneshof en beschieten van hieruit de posities van het IIde Bataljon.  Er wordt geschat dat het om een viertal mitrailleurs gaat.

Ook voor het IIIde Bataljon is de vijand nu duidelijk aanwezig.  De 9Cie slaagt er in om een Duitse militair gevangen te nemen.  De man wordt gefouilleerd en afgevoerd naar de divisiestaf.  Bij de 10Cie wordt een vijandelijke verkenner uit een boom geschoten.  De bataljonsstaf vraagt hierop voor de eerste keer artillerievuur aan.

Rond 17u40 slagen de Duitsers er in om ter hoogte van het gehucht Weynes een gat van een meter of drie te maken in de Cointet hekkens. Het II/20Li laat zijn mortieren vuren op het nabijgelegen stuk bos en vraagt steun aan bij het III/9A. De kanonnen komen even later tussen beide. Ter beveiliging van de opening worden drie C47 anti-tankkannonen opgesteld. Enkele bomen worden omgehakt om het gat te dichten. De vijand breekt rond 19u00 het contact weer af.

Het regiment verneemt om 19u00 dat de K.W. Stelling in de nacht van 16 op 17 mei zal verlaten worden.  Het 20Li zal hierbij terugtrekken naar Londerzeel en moet de terugtocht aanvatten om 22u00.  De marstoute zal van Bonheiden via Pasbrug naar Mechelen leiden.  De stad moet langs de zuidrand omtrokken worden en vervolgens moet het regiment zich op Hombeek en Kapelle-op-den-Bos richten.

Alle troepen die over een fiets beschikken met uitzondering van het Peloton Verkenners zullen een enkele colonne vormen onder leiding van de officier-vertaler Onderluitenant Van Bilsen.  Deze militairen zullen te Malderen halt houden.  De motorvoertuigen zullen eveneens samen terugtrekken onder leiding van officier-mecanicien Luitenant Lammineur.  Bij aankomst zullen ze te Buggenhout opgesteld worden.  Bij de troepen te voet tenslotte zal het Iste Bataljon voorop marcheren, gevolgd door het IIIde Bataljon en het IIde Bataljon.  De mitrailleurs, mortieren en anti-tankkanonnen zullen bij de hun aangeduide bataljons blijven tijdens de mars.  Het voetvolk gaat naar Londerzeel.

Achterhoede/20Li
Luitenant-kolonel Arnalsteen vormt de achterhoede die zal bestaan uit de voorste pelotons van de bataljons van het eerste echelon, de mitrailleurploegen van bunkers L23, L24, L25, L26 en L27, de afgedeelde C47 kanonnen van de Compagnie Getrokken C47 van de divisietroepen, en een sectie T13 tankjagers van de Compagnie C47 op T13 van de 9de Infanteriedivisie.  De infanteriedetachementen in de bataljonsvakken van het II/20Li en het III/20Li zullen geleid worden door de Luitenanten Dumoustier en Reekmans van respectievelijk de 5Cie en de 9Cie.  Het 9A zal ook een batterij op stelling laten.  Ook zal Geneesheer Onderluitenant Vanoppen met een ambulancevoertuig toegevoegd worden aan de vaste achterhoede.  De divisie zal in zijn geheel gedekt worden door een bataljon van het 14Li dat tijdens de aftocht post zal vatten achter het Kanaal Dijle-Leuven.

Tijdens de aftocht loopt de coördinatie echter fout.

Bij het IIIde Bataljon laat Luitenant Reekmans aan zijn pelotonscommandanten weten dat de afmars zal bevolen worden door het afvuren van drie witte seinkogels, maar voegt er ook aan toe dat hij dit tussen 00u01 en 00u30 denkt te doen.  Geen van de beide bataljons heeft op dat ogenblik nog het veldtelefoonnet ter beschikking zodat er geen andere vorm van communicatie is.  Wanneer Luitenant Michaux om 00u15 nog niets aan de hemel gezien heeft, laat hij zijn peloton dan ook vertrekken.  Om de verwarring nog completer te maken, heeft Michaux ook afgesproken om zijn schilwachten terug te roepen door een enkele witte seinkogel.  Wanneer die afgevuurd wordt, vertrekken de naburige pelotonscommandanten Delbroux en Swartebroeckx voortijdig met hun pelotons.  Ook Ondeluitenant Inghels die de bunkerbemanningen van L23 en L24 beveelt, vertrekt rond dat tijdstip.  Dit betekent dat de caissons voor de mitrailleurs nog niet aangekomen zijn en de zware Mi Maxim met de hand meegedragen moeten worden.  Inghels zal even later bevelen om de wapens langs de kant van de weg achter te laten.

Bij het IIde Bataljon brengt Luitenant Dumoustier de pelotonscommandanten pas om 01u45 op de hoogte van het tijdstip van het vertrekt.  Het peloton van Onderluitenant Vindevogel is enige tijd voordien zonder munitie komen te vallen en was al vertrokken.  Ook de beide mitrailleurs van bunker L26 en van de liaisonpost met het naburige 6Li raken verloren.  Bij het aanvoeren van het paardengespan met de caisson slaan de beide trekdieren op hol in de richting van de vijand.  De paarden raken verstrikt in het prikkeldraadnet en moeten worden afgemaakt.  De caisson is daarbij omgekanteld.

Staf/20Li
Het voetvolk regiment komt aan te Londerzeel tegen 08u30.  Overdag kan iedereen uitrusten en zijn er geen incidenten te melden.

De orders voor de verplaatsing van de nacht van 17 op 18 mei bereiken Kolonel SBH Tromme omstreeks 10u00.  Het 20Li moet zich aan het Kanaal Gent-Terneuzen gaan opstellen.   Hiervoor zij nog twee etappes nodig.  In eerste instantie moet het regiment te voet verder via Malderen, Buggenhout, Opstal en Lebbeke naar Denderbelle of Sint-Gillis-bij-Dendermonde.  De juiste eindbestemming zal later bevestigd worden. 

De colonnes van het regiment vertrekken vanaf 21u30.

Staf/20Li
Op weg naar de Dender wordt bevestigd dat de eindbestemming van de mars het dorp Denderbelle wordt.  De colonne met de wielrijders komt hier als eerste aan om 05u20.  De colonnes te voet volgen omstreeks 07u30.  Het regiment wordt naar de militaire brug van Oudegem gedirigeerd om de Dender over te steken.

Kolonel SBH Tromme verneemt dat het 20Li in versneld tempo naar het Kanaal Gent-Terneuzen zal verplaatst worden door middel van vrachtwagens van de Legerautogroepering.  De opstapplaats voor het transport wordt Schoonaarde.  De militairen per fiets moeten op eigen kracht verder.  De motorvoertuigen van het 14Li, 20Li en 29Li zullen samengebracht worden in een enkele formatie die opgesplitst wordt in een colonne voor de vrachtwagens en een colonne voor de trekkers van het anti-tankgeschut.  De te volgen marsroute loopt van Schoonaarde via Wetteren, Laarne, Destelbergen, Meulebeke, Wondelgem en Evergem naar Kluizen.

De wielrijders bereiken Kluizen rond 16u30.  De vrachtwagens met het voetvolk komen aan vanaf 18u20.  De uitstapplaats is bijgesteld naar Kerkbrugge met de intentie om het 20Li hier in te kwartieren, maar uiteindelijk zal het regiment ondergebracht worden te Evergem.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Staf/20Li
De Belgische verdedigingslinie aan het Kanaal Gent-Terneuzen neemt zijn definitieve vorm aan. In het noorden bewaakt de 1ste Cavaleriedivisie de ondersector rond Terneuzen.  In het centrum ligt het Vde Legerkorps met de 17de en 6de Infanteriedivisies. Het zuidelijke deel van het kanaal is voor rekening van het IIde Legerkorps met de 13de en 11de Infanteriedivisies.

Bij de 11de Infanteriedivisie worden het 29Li en het 20Li van noord naar zuid opgesteld langsheen het kanaal en vormt het 14Li het tweede echelon van de sector.  Het 20Li is het meest zuidelijke regiment en krijgt de ondersector Langerbrugge toegewezen.  Deze zone loopt van de kanaaloever ter hoogte van Keibrugge tot aan de noordelijke rand van het Grootdok.  Vanaf hier vervolgt het IIde Bataljon van het 3Gr de linies.  De kritieke punten in de ondersector van het regiment zijn het nu verdwenen eilandje van Langerbrugge en de twee bruggen die via dit eilandje Langerbrugge met Oostakker verbinden.

Het 20Li zal vuursteun ontvangen van de II/9A die bij Kruisken in stelling is gegaan.  Ook wordt het regiment versterkt met de Compagnie Getrokken C47 van de divisietroepen (minus een peloton) en met de 22ste Compagnie van het 1ste Regiment Speciale Vestingseenheden.

Van de drie fuseliersbataljons wordt III/20Li opgesteld in kwartier noord van het eerste echelon en I/20Li in kwartier zuid.  Hierbij wordt het eilandje van Langerbrugge dun bezet door een gevechtsgroep, twee C47 anti-tankkanonnen en twee Mi Maxim mitrailleurs.  Het II/20Li wordt ontplooid op het tweede echelon van de ondersector.  De medische hulppost wordt opgesteld te Vurstje 17 in Evergem.

Staf/20Li
De grote brug van Langerbrugge die het eilandje verbindt met de oostelijke oever wordt om 05u42 vernield door de genie.  De kleine brug tussen het eilandje en de westelijke oever volgt om 07u40.  Intussen is ook het I/20Li begonnen met het tot zinken brengen van alle nog aanwezige binnenvaartuigen.  Hiervoor wordt het anti-tankgeschut ingezet.

Tegen 09u00 wordt de commandopost van het I/20Li verschoven naar de Reibroekstraat 2 te Evergem.  Een goed uur later, tussen 10u00 en 10u30 voert een enkel Duits vliegtuig een opportunistische aanval uit op een steunpunt van de 5Cie.  De Soldaten Clysnet en Despiegeleer sneuvelen in deze aanval.  Ten minste vijf andere militairen raken gewond.  Hiervan zullen de Soldaten Caspers en Tirions nog tijdens de veldtocht in een hospitaal overlijden.

Om 13u20 meldt het 2de Bureau (Inlichtingen) van de 11Div dat de vijand Lokeren zou hebben ingenomen en richting Gent oprukt.  Een eerste waarneming door het 20Li komt er pas rond 20u15 wanneer enkele Duitse verkenners gespot worden aan Kasteel van Hoek ter Hulst.

Om 22u10 laat de divisiestaf weten dat het 20Li tijdens de nacht van 20 op 21 mei de 10de Compagnie van het 14Li mag verwachten om de posities van het I/20Li te versterken op het tweede echelon van de ondersector.

Staf/20Li
In de vroege ochtend van 21 mei wordt de commandopost van het regiment overgebracht naar de Reibroekstraat 15 te Evergem.  Dit is het postkantoor en de woning van de postmeester van het dorp.

Om 12u45 vraagt de regimentsstaf aan Luitenant Moubax om na de middag met een klein detachement naar de oostelijke oever te vertrekken om de opmars van de vijand rond Oostakker te bepalen.  Hij moet voor zonsondergang terugkeren.  Het I/20Li zal zorgen voor de nodige roeiboten.  Te Oostakker meldt de inwoner Ivo Dellaert omstreeks 06u00 aangesproken geweest te zijn door een groepje van vijf Duitse soldaten die onmiddellijk nadien het dorp weer verlaten hebben.

Om 19u45 wordt een crash gemeld van een Duits toestel dat door de Belgische luchtafweer is neergehaald.  Het vliegtuig stort neer op de oostelijke oever, maar de piloot drijft met zijn valscherm af tot binnen de linies van het 20Li en wordt ingerekend.

Bij valavond omstreeks 21u25 meldt pelotonscommandant Luitenant Sas van de 1Cie van het I/20Li dat er uit de richting van Kerkbrugge een honderdtal militairen van het 29Li aangekomen zijn.  De divisiestaf beveelt om de gevluchte soldaten aan te houden, te ontwapenen en terug te sturen naar het 29Li.  Het zal niet bij dit detachement blijven, want omstreeks 23u15 worden nogmaals 16 militairen van het naburige regiment ingerekend, ditmaal door de Adjudant-majoor, Kapitein-commandant Staelens.  Deze soldaten van het II/29Li verklaren gevlucht te zijn uit angst voor de brandende brandstoftanks van de opslagplaats te Doornzele.  Staelens laat de militairen alweer ontwapenen en onder geleide terugbrengen, met de uitdrukkelijke consigne van te schieten als er iemand tracht te vluchten.  Kolonel SBH Tromme stuurt een naamlijst naar de staf van het 29Li.

Tijdens de nacht van 21 op 22 mei stuurt de 1Cie van het I/20Li een patrouille van 1 sergeant en 5 manschappen over het kanaal om het dorp Oostakker te verkennen.  De ploeg vertrekt om 21u30 op 21 mei en bevraagt even later enkele inwoners van het dorp die verklaren van eerder op de dag een goed half dozijn Duitsers ontmoet te hebben.  De vijandelijke soldaten bleven niet ter plekke.  De patrouille van de 1Cie loopt terug binnen rond 02u00.

Staf/20Li
Het Belgische opperbevel besluit tijdens de nacht van 21 op 22 mei om de stelling van het Kanaal Gent-Terneuzen te laten verlaten, maar dringt er op aan de tegenstand zo lang mogelijk vol te houden en de laatste elementen pas terug te trekken tijdens de nacht van 23 op 24 mei om eerst nog het depot te Eeklo te kunnen leegmaken. Het 20Li blijft die dag op post, maar maakt zich vanaf de late middag klaar voor de aftocht naar het Afleidingskanaal van de Leie.

Om 06u15 laat de divisiestaf weten dat het 11Gn belast werd met het vernielen van alle nog overblijvende olieopslagtanks in de sector.  De regimentscommandanten krijgen het beslissingsrecht over het tijdstip van deze vernielingen die wel getimed moeten worden met de aftocht van de kanaalzone. 

Vanaf 10u45 signaleert het 20Li geweervuur vanuit Oostakker.  De divisiestaf beantwoord deze melding met een bevel om opnieuw een patrouille over het kanaal te sturen.  Om 14u15 vertrekt Luitenant Moubax met een handvol verkenners naar de dorpsrand van Oostakker. De patrouille blijft tot ongeveer 22u00 in en om het dorp. Er zijn geen Duitsers te bespeuren en er wordt besloten dat de vijand slechts een vijftiental wielrijders vanuit Terdonk naar Oostakker had gestuurd om de locatie te gaan verkennen.  Oostakker ligt klaarblijkelijk nog niet in de vijandelijke opmarsroute.

Met het oog op de komende aftocht van het kanaal vraagt de divisiestaf om 12u40 aan het 20Li om alle veldkeukens en levensmiddelenwagens samen te brengen te Appensvoorde ten westen van Belzele.

Kort na de middag merkt de 10Cie op dat er in een woonhuis aan de overkant van het kanaal een aantal dankpannen verwijderd worden.  Het zou om vijandelijke waarnemers kunnen gaan, maar omdat er niemand opgemerkt wordt, wordt besloten om het vuur niet te openen.

Ook in de loop van de namiddag laat Kolonel SBH Tromme te Evergem de chef van de Territoriale Burgerlijke Wacht, Jozef Bohyn, oppakken.  Bohyn zou aan enkele militairen van het 20Li verteld hebben dat het Belgisch leger zich ging overgeven en ze maar beter ook de wapens al konden neerleggen.  De man wordt overgebracht naar de divisiestaf.  De 11Div bepaalt hierop dat de avondklok ingesteld wordt te Evergem en er tussen 21u00 en 05u00 niemand op straat mag komen.  Het burgerlijk bestuur van de gemeente wordt overgenomen door Kapitein-commandant Jonnart, bevelhebber van de Compagnie Getrokken C47 van de divisietroepen.

Tromme neemt om 22u00 deel aan een overleg met de regimentscommandanten op de divisiestaf.  Het hoofdkwartier vraagt om de voorbereiding tot de aftocht van het kanaal te starten.  Tevens wordt er uitdrukkelijk op gewezen dat deze aftocht op normale wijze zal verlopen en het geen vlucht mag worden.  De regimenten moeten er in het bijzonder voor zorgen dat er binnen hun eenheden geen extra burgerfietsen aanwezig zijn.  Ook mogen er geen motorvoertuigen ingezet worden buiten de voorziene colonnes.

Staf/20Li
Om 06u00 vertrekt een nieuwe patrouille naar Oostakker.  Deze keer leidt Onderluitenant Tack een detachement van 1 sergeant, 2 korporaals en 2 soldaten.  De patrouille bevestigt dat tussen Langerbrugge en Oostakker nog geen vijandelijke troepen aangekomen zijn.  Een inwoner van Oostakker meende wel dat te Desteldonk ‘er minstens 100 Duitsers’ zouden zijn.  Deze zelfde man wist ook te vertellen dat daags voordien een veldtelefoonlijn zou zijn aangelegd tussen Desteldonk en het gehucht Lichtervelde van Langerbrugge die echter alweer is opgerold.  De Duitse verkenners zouden ook twee fietsen gestolen hebben in Lichtervelde.  De patrouille keert terug om 09u45.

Om 12u35 wordt de omgeving van de commandopost van het II/20Li kort aangevallen door enkele Duitse vliegtuigen.  Er zijn geen slachtoffers.  Kort nadien meldt de staf van het IV/20Li dat er strooibriefjes afgeworpen zijn boven de linies om de manschappen aan te spoken zich over te geven.

Wanneer tussen 14u00 en 15u00 zich alweer een grote groep vluchtende militairen van het 29Li aandient bij de noordelijke compagnie van het II/20Li wordt het Peloton Verkenners uitgestuurd om de orde te herstellen en alle aankomende militairen terug te sturen.

De Belgische artillerie voert inmiddels diverse vuren uit richting oostelijke oever.  Hierbij komen omstreeks 16u15 enkele projectielen neer ten oosten van het Kasteel van Everstein te Kleinendries in het onderkwartier van de 11Cie.  De regimentsstaf stuurt onmiddellijk een radiobericht naar de divisie om het vuur te laten staken.

De uitvoering van de terugtocht wordt verdergezet met het sluiten van het radionet en het klaarmaken van de zender-ontvanger van de regimentsstaf voor het transport.  Ook wordt het veldtelefoonnet ontmanteld, met uitzondering van een enkele verbinding tussen de regimentsstaf en de bataljonsstaven.

In de vooravond ontstaat verwarring over de nog intacte olieopslagtanks in de zone van het III/20Li.  Kolonel SBH Tromme laat meermaals naar de divisiestaf bellen, maar wordt uiteindelijk afgesnauwd door Generaal-majoor Lebert zelf die niet meer wil horen over deze tanks en dringender zaken te regelen heeft.  Vanaf 21u30 begeven de paardenwagens en Vickers Utility B trekkers van de gevechtsechelons zich op de stellingen om de collectieve bewapening en bijbehorende munitie op te laden. 

Voor de terugtocht krijgt het regiment een marsroute opgelegd van Evergem via Belzele, Lovendegem, Kruisstraat en Durmen naar Roo.  Het II/20Li wordt aangehecht bij het 14Li en dient zich rechtstreeks naar Zomergem te begeven.  Luitenant-kolonel Arnalsteen van het IV/20Li wordt aanvoerder van de vaste achterhoede.  Deze bestaat uit een fuselierspeloton van elke compagnie van het voorste echelon aangevuld met 1 C47 anti-tankkanon per bataljon.  Het 29Li heeft een gelijkwaardig detachement in zijn ondersector.  Er wordt tevens een dwarsstelling georganiseerd ten zuiden van Evergem die zal bestaan uit de 10Cie van het 14Li en twee anti-tankkanonnen van de divisietroepen.  De commandant infanterie van de 11Div, Generaal-majoor Blanchard, zal de algehele leiding opnemen van de achterhoedeoperatie en voorziet het vertrek van al deze detachementen voor 02u00 tijdens de nacht van 23 op 24 mei.

Achterhoede/20Li
Om 00u30 tijdens de nacht van 23 op 24 mei neemt Luitenant-kolonel Arnalsteen de oude commandopost van het 20Li over.  Een uur later worden de telefoonlijnen naar de commandopost van het I/20Li en III/20Li ontkoppeld en opgerold.  De batterij van 9A die ter beschikking bleef van de achterhoede vertrekt.  Het achterhoededetachement van het III/20Li trekt zich volgens schema terug en passeert om 03u00 aan de Waalbrug te Evergem.  Dit detachement houdt halt op het gehucht Schoonstraat om de achterhoede van het I/20Li af te wachten.  Dit detachement onder leiding van Luitenant Bastijns meldt om 03u45 onderweg te zijn.  Adjudant Collijn van het 11Gn beveelt de vernielingsploegen die bij de achterhoede gedetacheerd zijn om de wegvernielingen rond Evergem uit te voeren.  Arnalsteen verlaat de commandopost van het 20Li om 04u00.

Majoor Sodermans als Luitenant-kolonel in 1946.

Majoor Sodermans als Luitenant-kolonel in 1946. Van 1949 tot 1951 zou hij de 4de Infanferiebrigade bevelen.

Staf/20Li
Tijdens de nacht van 23 op 24 mei wordt het Kanaal van Terneuzen verlaten om nieuwe stellingen in te nemen aan het Afwateringskanaal van de Leie.

Het regiment bevindt zich nog steeds binnen de zone van het IIde legerkorps dat verantwoordelijk wordt voor de verdediging van het gedeelte van het Afleidingskanaal van de Leie dat zich uitstrekt van de omgeving van Langestraat in het noorden tot het Kanaal Gent-Brugge in het zuiden. Deze zone is verdeeld in twee sectoren: de 12de Infanteriedivisie verdedigt de noordelijke sector en de 11de Infanteriedivisie de zuidelijke sector. Bij de 11Div worden het 14Li en het 20Li langsheen de kanaaloever geplaatst en krijgt het 29Li het tweede echelon toegewezen.

Het 20Li graaft zich in na een vermoeiende nachtmars tussen Zomergem en het Kanaal Gent-Brugge.  Het regiment omvat nu het I/20Li, III/20Li en IV/20Li, de 10Cie van het 14Li en de Compagnie Getrokken C47 van de 11Div.  De nieuwe ondersector van het regiment strekt zich uit over een afstand van 2Km, vanaf Kilometerpaal 15,9 van het Afleidingskanaal van de Leie in het noorden tot het Kanaal Gent-Brugge in het zuiden.  De vaste achterhoede van het Kanaal Gent-Terneuzen zal opgesteld worden op het tweede echelon van deze posities, terwijl het gros van de troepen aan het eerste echelon toegewezen wordt.  Het I/20Li bevindt zich in kwartier noord, en het III/20Li in kwartier zuid.  Het I/20Li wordt versterkt met een peloton van de 10Cie van het 14Li, 6 anti-tankkanonnen van de 14Cie en 2 van de Compagnie Getrokken C47/11Div.  Het III/20Li wordt aangevuld met de compagniestaf en een peloton van de 10Cie van het 14Li, de rest van de 14Cie, 2 anti-tankkanonnen van de Compagnie Getrokken C47/11Div en de 13Cie (minus een peloton en een sectie).  Het tweede echelon onder leiding van commandant IV/20Li krijgt 4 anti-tankkanonnen van de Compagnie Getrokken C47/11Div en een peloton plus een sectie van de 13Cie.  De intentie van de divisiestaf wordt ook om de fuselierspelotons van het tweede echelon terug naar hun organieke eenheden op het eerste echelon te sturen van zodra het II/14Li de verdediging van het tweede echelon kan overnemen.  De paardenwagens en Vickers Utility B trekkers blijven voorlopig nog bij de eenheden.

De bataljons plaatsen elk een alarmpost ter grootte van een peloton op de oostelijke oever van het kanaal.  Voor het I/20Li gebeurt dit te Kruisstraat en voor het III/20Li ten oosten van Durmen.  Deze posten zullen tegen 18u00 operationeel zijn, maar zullen ook omstreeks 19u30 reeds teruggeroepen worden binnen de linies.

De commandopost van het regiment staat opgesteld in een woonhuis in Ro.  Ook Luitenant-kolonel Arnalsteen bevindt zich in hetzelfde dorpje.  Het regiment heeft de IIIde Groep van 9A als vuursteunelement toegewezen gekregen.

Ten zuiden van de ondersector van het 20Li, aan de overzijde van het Kanaal Gent-Brugge, sluit de 2de Compagnie van het 5de Linieregiment aan.  Dit wordt vastgesteld door Luitenant Moubax in een verkenning uitgevoerd tussen 17u00 en 21u00.

De Duitsers volgen de Belgische troepen echter op de hielen en rukken bijzonder snel op naar het Afleidingskanaal. Terwijl het 20Li geen contact zal krijgen in zijn nieuwe ondersector, tracht de vijand reeds vanaf de late namiddag rond Ronsele een nieuwe doorbraak te forceren. Verder naar het noorden toe, tracht de vijand ook bij de brug van Balgerhoeke het kanaal over te steken.

Achterhoede/20Li
Luitenant-kolonel Arnalsteen bereikt om 07u00 de brug te Durmen over het Afleidingskanaal van de Leie.  Hij wacht tot 08u05 om de vernieling te bevelen om nog zoveel mogelijk achterblijvers van allerlei eenheden door te laten.  Arnalsteen bereik het dorp Ro omstreeks 10u30, installeert zijn commandopost en neemt het bevel over van het tweede echelon van de ondersector van het 20Li.

Staf/20Li
De posities binnen de zone van het IIde legerkorps blijven ongewijzigd. Het 20Li blijft op zijn nieuwe stellingen tussen Zomergem en het Kanaal Gent-Brugge.

Kort na middernacht kan een verkenning naar de oostelijke oever door Onderluitenant Van Bilsen, Officier-Vertaler, niet doorgaan bij gebrek aan oversteekmiddelen.  Van Bilsen moet in het bataljonsvak van het III/20Li oversteken maar ontdekt dat de 9Cie en de 11Cie alle aanwezige roeiboten tot zinken gebracht hebben.  De Adjudant-majoor blaast de opdracht af.

Het Peloton Verkenners wordt om 01u50 aan het regiment onttrokken door de divisiestaf.  Het peloton moet te Vrekkem gaan kantonneren en zal deel uitmaken van de reservemacht van de 11Div.

Om 06u40 wordt de vijand een eerste keer gespot voor de linies wanneer op de weg van Durmen naar het kanaal een verkenningsvoertuig opduikt.  Het III/20Li reageert snel en schakelt de vijandelijke pantserwagen uit met een voltreffer.  Hierop besluit Kapitein-commandant Arckens eigenhandig om het kanaal over te zwemmen en te gaan kijken of er in het vernielde voertuig nuttige documenten zouden kunnen zitten.  De regimentsstaf is niet tevreden over dit initiatief.  Enige tijd nadien wordt ook een PAK 36 anti-tankkanon opgemerkt nabij Domein ter Durmen.

Verder wordt er op 25 mei niets bijzonders gemeld bij het 20Li.  Wel wordt even na 14u30 een opstijgende kabelbalon gemeld door het III/20Li.  Het bataljon vraagt een artillerievuur aan op de vermoedelijke opstijgplaats, maar die blijkt buiten bereik te liggen.

In de noordelijke sector van de zone van het IIde Legerkorps zijn bij de 12Div de gevechten op de scheidingslijn van het 2Li en het 22Li nog steeds in volle gang.  De 12Div wil het door de Duitsers veroverde bruggenhoofd elimineren.  In een tegenaanval slagen het I/22Li en het Wierijdersesdkadron der 12Div er in om de vijand van de westelijke kanaaloever te verjagen. Aan het eind van de dag heeft het IIde Legerkorps weer de volledige controle over de zijn toegewezen zone.

Nadat het de ganse middag rustig is gebleven bij Domein ter Durmen wordt bij valavond een patrouille uitgestuurd om het kasteel te gaan verkennen.  Er blijkt niemand aanwezig.

Staf/20Li
De ganse ochtend verloopt zonder incidenten bij het 20Li.  Elders vallen de Duitsers de Belgische linies langsheen het Afleidingskanaal van de Leie op meerdere punten aan. Zowel ten noorden als ten zuiden van Balgerhoeke vinden in de zone van het Vde legerkorps twee oversteken plaats. Ook in de zone van ons IIde legerkorps komt het tot een nieuwe aanval over het kanaal.

Kort na het middaguur kondigt de divisiestaf een positiewissel aan.  Tijdens de nacht van 26 op 27 mei zal het 14Li weggehaald worden van de kanaaloever, en vervangen worden door het 29Li.  Bij deze operatie zal ook het II/14Li het commando van het 20Li verlaten.  Het II/20Li zal dan terugkeren naar het regiment.  Kolonel SBH Tromme laat de bataljons verwittigen.

Tussen 13u00 en 14u30 wordt op diverse locaties aan de overzijde van het kanaal kleine groepjes vijandelijke soldaten gemeld.  De Duitsers zijn niet talrijk en worden makkelijk verdreven door enkele granaten van de DBT granaatwerpers.  Er wordt gewacht tot 15u00 en dan stuurt de 9Cie een patrouille naar de overkant onder leiding van Luitenant Pauwels.  De patrouille moet om 17u00 binnenlopen in het onderkwartier van de 11Cie.  Pauwels heeft een achtergelaten mitrailleur gevonden.

In de sector van de 12de Infanteriedivisie wordt rond 17u00 het 23Li het kanaal overgestoken tegenover Oostwinkel. Wat later volgt ook nabij Ronsele een nieuwe oversteek bij het 2Li. De Wehrmacht slaagt er in ook hier een bruggenhoofd uit te bouwen. Het II/22Li en het III/22Li zullen er naar voren gestuurd worden om een tegenactie uit te voeren. De 11Div zal in de loop van de nacht van 26 op 27 mei ter hulp gevraagd worden en zal het III/29Li naar de sector van de 12de divisie sturen. Rond middernacht zal dit bataljon gevolgd worden door het I/29Li.

Intussen zijn in de ondersector van de 11Div de eerste vijandelijke artilleriebeschietingen gestart.  Tussen 19u15 en 19u45 meldt het II/14Li op het tweede echelon een dertigtal inslagen. Er zijn evenwel geen slachtoffers.

Vanaf 21u00 worden de voertuigen van de gevechtsechelons van het 20Li gegroepeerd te Aaltebei.  De trekkers van de C47 anti-tankkanonnen blijven evenwel op stelling.

Duitse troepen verzamelen buitgemaakte voertuigen na de capitulatie van het Belgisch leger.

Staf/20Li
Het 20Li blijft voorlopig nog op post aan de kanaaloever, en het II/14Li en II/20Li hebben elkaar afgelost in de nacht van 26 op 27 mei.

Het 29Li heeft het 14Li niet afgelost op het eerste echelon, maar heeft twee bataljons naar het noorden moeten sturen om de zwaar gehavende 12de Infanteriedivisie te gaan ondersteunen.  Bij het 14Li wordt het III/14Li langs de kanaaloever behouden, en werden het I/14Li en het II/14Li  van de oever weggehaald om het tweede echelon van de sector van de 11Div over te nemen met een minimale bezetting.  Dit betekent dat alleen nog het III/14Li en het ganse 20Li hun oorspronkelijke posities behouden.

Rond 10u00 vaardigt het IIde legerkorps op aangeven van het Groot Hoofdkwartier nieuwe orders uit voor de evacuatie van de posities langsheen het Afleidingskanaal van de Leie.  De 12Div en 11Div zullen zich terugtrekken op een nieuwe defensieve linie die ongeveer van Knesselare tot Maria-Aalter zal lopen.  Het hoofdkwartier van de 11Div zal zich installeren ten zuiden van Beernem.

De bevelen bereiken Kolonel SBH Tromme om 11u00.  Het 20Li moet zich terugtrekken via de noordelijke jaagpad van het Kanaal Gent-Brugge tot aan de brug van Hoekstraat.  Vanaf deze locatie moet het regiment dan opnieuw ontplooien tussen Baassels in het noorden en het station van Maria-Aalter in het zuiden.  Hierbij zal het I/20Li het noordelijke bataljonsvak innemen tussen Baassels en de huizengroep langs de Hoekestraat op zo’n 400m noord van het Kanaal Gent-Brugge.  Te Basseels moet het I/20Li een aansluiting realiseren  met het 1Cy dat zich tussen Knesselare en de Hoekestraat ontplooit.  Het III/20Li wordt verantwoordelijk voor het zuidelijke bataljonsvak vanaf dat punt tot en met het station van Maria-Aalter.  De voeruigen van de gevechtsechelons zullen in de eerste fase van de aftocht de beide bataljons tegemoet rijden tot Hansbekeveer om hier de zware wapens op te laden.

De bataljons starten de evacuatie van het Afleidingskanaal om 13u30.  De regimentsstaf stuurt zijn officieren uit naar Hansbekeveer en Bruggewijk om hier de doortocht van de bataljons te begeleiden.  De commandopost zal te Bellem opgesteld worden.

Om 19u45 wordt het 20Li echter doorgestuurd naar Hertsberge om nog maar eens een nieuwe defensieve stelling te organiseren langsheen de Hertsbergebeek.  De bataljons moeten hierbij de baan van Sint-Joris naar Hertsberge volgen.  De regimentsstaf kiest een boerenwoning uit op het gehucht Schare als nieuwe commandopost.   Het gros van het regiment zal de nieuwe positie rond middernacht bereiken.  Alleen het II/20Li is achterop en zal pas rond 05u00 op 28 mei aankomen.

Staf/20Li
Het 20Li verneemt het nieuws van de overgave rond 05u30 wanneer een stafofficier van de 11Div het regimentsvaandel komt ophalen.  Kolonel SBH Tromme weigert echter om het embleem op te geven zonder schriftelijk bevel van de divisiecommandant.  Dit komt er een tweetal uur later.  De rest van de dag wordt er gewacht op verdere instructies.  Er komt alleen een richtlijn van de divisiestaf om ter plekke te blijven en geen individuele militairen te laten vertrekken.

Woensdag 29 mei 1940

Staf/20Li
In de voormiddag verhuist de regimentsstaf naar een woonhuis even ten westen van de kerk van Hertsberge.  Er wordt gestart met het inkwartieren van de manschappen te Hertsberge.

Staf/20Li
Na vier dagen veel besef over wat er nu te gebeuren staat, laat de divisiestaf omstreeks 03u00 in de nacht van 31 mei op 1 juni weten dat de eenheden van de 11Div op 1 juni naar Sleidinge zullen verhuizen.  Het regiment verlaat Hertsberge om 07u00 en marcheert naar de snelweg Gent-Oostende waar de 11Div een grote colonne vormt voor de mars naar het oosten.

2 juni

Staf/20Li
Het 20Li marcheert via Ursel, Adegem, Balgerhoeke en Eeklo en komt aan te Sleidinge rond 02u45.  De manschappen zijn compleet uitgeput van de mars van maar liefst 52Km.  De staf van het regiment verblijft aan de Dorpsplaats 41.  Het Iste en IIde Bataljon worden ondergebracht in de meisjesschool.  Het IIIde en IVde Bataljon en de Stafcompagnie worden in de kerk samengebracht.  Kolonel SBH Hennequin van 14Li wordt kantonnementscommandant en verblijft aan de Dorpsplaats 68.

5 juni 1940

Staf/20Li
Na drie dagen niets gedaan te hebben te Sleidinge, laat de divisiestaf weten dat het 20Li naar Assenede zal vertrekken.  Het installatiepersoneel vertrekt om 17u00, maar om 21u00 wordt de verplaatsing ingetrokken.

8 juni 1940

Staf/20Li
Aan het eind van de dag wordt gestart met de demobilisatie van het 20Li.  De compagniecommandanten krijgen allen een bundel blanco formulieren voor het reservepersoneel, maar er wordt besloten om geen onderscheid te maken tussen de actieve en de reservekaders en er wordt voor iedereen een demobilisatiebewijs ingevuld.

9 juni 1940

Staf/20Li
De ingevulde demobilisatiebewijzen worden ingeleverd op de divisiestaf die intussen bevestigd heeft dat de beroepsofficieren alsnog krijgsgevangen moeten gemaakt worden.  Deze moeten zich op 11 juni te Moerbeke-Waas aanbieden.  Dit leidt tot grote onenigheid tussen de kaderleden over het al dan niet opvolgen van dit bevel.  Sommigen zijn ervan overtuigd dat de enige correcte houding er in bestaat om fier in krijgsgevangenschap te gaan, terwijl anderen uit eigenbelang of uit overtuiging om de strijd verder te zetten, op eigen houtje naar huis willen.  Deze onenigheid zal nog lang aanhouden en is niet uniek aan het 20Li.

Staf/20Li
De militairen die naar huis mogen, vertrekken uit Sleidinge.

Na de capitulatie

Na de capitulatie kwamen Luitenant Louis Reekmans en Onderluitenant Jeroom Inghels in Oflag IIIB te Tibor terecht waar ze tot de initiatiefnemers achter de Vlaamsgezinde Luitenant De Winde Kring gingen behoren.  Na een overplaatsing naar Oflag IIIA te Luckenwalde worden de beide officieren in 1941 vrijgelaten.  Reekmans zou aansluiten bij de nieuwe Rijkswacht en werd Districtscommandant te Genk.  Inghels zal officier worden bij de Vlaamse Wacht.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
5/IICASPERSJoseph, Toussaint O.SgtMil3231.10.1912Wezeren19.06.1940BruggeVerwond 20/05 te Evergem
5/IICLYSNERArmand, M.SdtMil16.06.1914Halle-Booienhoven20.05.1940Evergem
OnbekendCRAEYBECKXJosephSdtMil08.11.1914Borgloon22.01.1941Isenbüttel (D) Gedood in treinramp
5/IIDESPIEGELEERFransSdtMil14.09.1912Linkebeek20.05.1940Evergem
Staf/IIOTTENBURGSGérard, J.SdtMil3220.02.1912Glons10.05.1940LeopoldsburgGedood bij luchtbombardement
OnbekendRENDERSPieterSdtMil10.11.1912Zaventem27.05.1940Aalter
11/IIISNIJKERSJan, R.H.SdtMil3328.07.1910Kinrooi15.05.1940MechelenOverleden aan verwondingen
5/IITIRIONSCélestinKplMil3212.01.1912Montenaken28.05.1940Brugge
1/IVAN BELLEFransKpl21.02.1914Antwerpen26.05.1940Zomergem

Bibliografie en Bronnen

  1. Dossier 20Li, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.