2de Regiment Karabiniers

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 2de Regiment Karabiniers | 2C
2ème Régiment de Karabiniers | 2C
Type Infanterieregiment van de eerste reserve
Ontdubbeld van 1ste Regiment Karabiniers
Onderdeel van 7de Infanteriedivisie
Taalstelsel Nederlandstalig
Bevelhebber Kolonel SBH Louis Long
Adjudant-majoor Kapitein-commandant Hubert Monseweyer
Standplaats Dekkingsstelling Albertkanaal
Ondersector Eigenbilzen-Veldwezelt
Samenstelling I Bataljon (Majoor Charles Moedts) 1ste Compagnie Fuseliers (Lt E. Vrambout)
2de Compagnie Fuseliers (Lt Pol Pisvin)
3de Compagnie Fuseliers (Cdt E. Goffaux)
4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Hubert Laurent)
  II Bataljon (Majoor Fernand Van Driessche) 5de Compagnie Fuseliers (Kpt Fernand Louis)
6de Compagnie Fuseliers (Cdt Joseph Jammaers)
7de Compagnie Fuseliers (Lt L. Hovine)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt J. Boucau)
  III Bataljon (Majoor Edouard Lorent) 9de Compagnie Fuseliers (Lt R. Sunou)
10de Compagnie Fuseliers (Lt V. Nenin)
11de Compagnie Fuseliers (Cdt M. Brouhon)
12de Compagnie Mitrailleurs (Lt J. Dineur)
  IV Bataljon (Luitenant-kolonel Maurice Tanghe) 13de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Gaston Salmon)
14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Lt A. De Rycke)
15de Compagnie Mortieren M76 (Lt Fernand Wagner)
  Stafcompagnie
Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Luitenant J. Habig)
Peloton Verkenners (Onderluitenant Gérard Martin)

Tijdens de mobilisatie

Staf/2C
Het 2de Regiment Karabiniers (2C), infanterieregiment van de 7de infanteriedivisie, werd op 1 september 1939 gemobiliseerd in de Prins Boudewijnkazerne te Schaarbeek als ontdubbelingsregiment van het 1C. Het Iste bataljon kantonneert door plaatsgebrek in een schoolgebouw aan de nabijgelegen Grote Bosstraat. Het 2C, een regiment van eerste reserve, maakt een turbulente mobilisatie door.

Het regiment vertrekt op 18 september naar de K.W, Stelling en wordt ontplooid te Herent, Onze-Lieve-Vouw-Waver, Haacht en Rijmenam. De stellingen worden voorbereid maar lang kan 2C niet van het werk genieten want in oktober 1939 worden ze verplaatst naar het Albertkanaal ter hoogte van Klein-Vorst en Tessenderlo. Tot overmaat van ramp moeten ze de verplaatsing te voet uitvoeren bij gebrek aan transportmiddelen. Gedurende de strenge winter van 1939 wordt ook deze stelling ingericht. De eenheden moeten noodgedwongen hun eigen barakken bouwen zo niet zouden de paarden en het materieel de vrieskou niet overleven.

Prins Boudewijnkazerne aan het Daillyplein  te Schaarbeek.

Eind maart verneemt het regiment dat de goed voorbereide stellingen zullen worden overgenomen door eenheden van de 6Div die van de sector Hasselt aan het Albertkanaal komen. Als beloning voor het harde werk zou het regiment in reserve worden gehouden aan de kust hetgeen een goed vooruitzicht was voor de vele manschappen die uit Oost en West Vlaanderen kwamen. 2C verhuist als eerste naar de kust en wordt ondergebracht in de kazerne van Lombardsijde. Groot was echter de ontgoocheling toen na tien dagen de kust werd verlaten en werd uitgeweken naar de streek van Brussel. Het regiment wordt op 10 april ontplooid op de lijn Halle-Ninove te Sint-Kwintens-Lennik, Gooik en Leerbeek. Voor de derde keer wordt aangevat met de voorbereiding van de stellingen.

Nog geen drie weken later en amper 10 dagen voor het uitbreken van de oorlog komt het alweer tot een nieuwe opdracht en op 28 april 1940 verplaatst het regiment zich in twee etappes naar Veldwezelt en Mopertingen om de stelling Eigenbilzen – Veldwezelt over te nemen van een regiment van de 5Div. De 5Div neemt hun stellingen over te Halle – Ninove. Na een eerste verkenning waren de bataljonscommandanten niet onder de indruk van de stellingen die ze moesten overnemen. Hun voorgangers hadden blijkbaar veel vertrouwen gehad in de sterkte van het Albertkanaal als grote hindernis en hadden nagelaten de stellingen goed uit te bouwen. Kolonel SBH Long stelt zijn CP op langs de baan Veldwezelt – Mopertingen ongeveer 2 kilometer ten westen van de brug van Veldwezelt.

Opstelling 2C op 10 mei 40 (originele kaart van het CHD).

Zicht op de stellingen van 11/III/2C. In de kanaalbocht bevindt zich de oeverbunker BH4 (foto 12 mei 40).

Staf/2C
Het 2C wordt net zoals de meeste andere eenheden die het Albertkanaal bewaken omstreeks 00u30 gealarmeerd. Het regiment ligt in kantonnementen op ongeveer één kilometer van het kanaal. Het 2C is verantwoordelijk voor de beveiliging van de noordelijke Ondersector van de 7Div (Ondersector Veldwezelt) met inbegrip van de bruggen van Veldwezelt, Briegden en Gellik. De bruggen van Veldwezelt en Briegden worden dan weer bewaakt door een detachement van het Bataljon Grenswielrijders Limburg.

Zodra het alarm gegeven wordt haasten de manschappen zich naar hun gevechtsstellingen. Het regiment staat nu opgesteld met twee bataljons in lijn (II/2C en III/2C) en één bataljon in diepte (I/2C). Het IIde bataljon staat opgesteld vanaf de brug van Veldwezelt (inclusief) tot de brug van Briegden (inclusief). Deze stelling wordt door III/2C naar het westen verlengd vanaf de brug van Briegden (exclusief) tot Eigenbilzen (exclusief). Dit bataljon bewaakt de spoorwegbrug en de brug van Gellik. Het Iste bataljon (I/2C) stond opgesteld in diepte ten noorden van de baan Veldwezelt – Mopertingen. De zware wapens van het IVde bataljon zijn verdeeld onder de overige bataljons, die ook nog versterkingen ontvangen hebben van de divisietroepen:

  • Iste bataljon: 1 kanon C47 van de 14de compagnie, 2 pelotons van de 1ste compagnie C47/7ID
  • IIde bataljon: 2 pelotons Mi van de 13de compagnie, 2 pelotons C47 van de 14de compagnie, 1 peloton mortier Van Deuren (Pl MVD)
  • IIIde bataljon: telkens 1 peloton van de 13de en de 14de compagnie, en de 15de compagnie

Er is geen reserve voorzien om een eventuele tegenaanval uit te voeren. Aangezien het regiment zo dicht bij de Nederlandse grens ligt werden er ook geen voorposten uitgezet. Slechts een klein detachement ter versterking van de douanepost is opgesteld ten oosten van het kanaal.

Bunker N aan de brug van Veldwezelt na de gevechten van 10 mei.

De vier bruggen over het Albertkanaal in de ondersector van 2C worden geflankeerd door 9 bunkers (N, C, D, BH1, BH2, BH2Bis, BH3, BH3Bis en BH4), en zijn voorzien van versperringen en springladingen. De springladingen zijn aangebracht door het 21ste Bataljon Genie (21Gn) van het Eerste Legerkorps, de bewaking van de springladingen bij de bruggen van Veldwezelt en Briegden is in handen van vernielingsdetachementen van het Bataljon Grenswielrijders Limburg, de bruggen nabij Gellik neemt het 6de Bataljon Genie (6Gn) voor zijn rekening. In het bataljonsvak van III/2C bevinden zich ten zuiden van de spoorweglijn nog drie bunkers in tweede echelon. Het 2C is zeer uitgestrekt en staat voor een schier onmogelijke opdracht deels omdat het Albertkanaal in de ondersector van 2C een hoek van 90° maakt maar ook omdat het niet minder dan vier bruggen moet bewaken. Ten zuiden van 2C bevindt zich het 18Li eveneens behorende tot de 7Div, ten westen bevindt zich het 11 Linie van de 4Div. Het 2C kan rekenen op de directe vuursteun van de IIde en de IIIde groep van 20A, Luitenant Wintgens is de verbindingsofficier van 20A in de CP van 2C.

Het eerste echelon (IIde en IIIde bataljon) meldt zich gevechtsklaar om 0324 Hr het tweede echelon (Iste bataljon) volgt om 0355 Hr. Dankzij deze snelle reactie heeft het regiment erger kunnen voorkomen want rond 0412 Hr overvliegen Duitse zweefvliegtuigen de stelling voor de eerste maal. De zweefvliegtuigen passeren de stelling, maken een omschrijvende bocht en wachten tot het eerste daglicht om vanuit het westen op hun objectieven neer te strijken.

Enkele minuten na de doortocht van de zweefvliegtuigen komt een massa vliegtuigen (Stuka’s en zwaardere bommenwerpers) in dichte formaties de grens over om de kantonnementen, waar eerder nog de manschappen sliepen, de commandoposten en de kruispunten te bombarderen. De Duitse luchtmacht beschikte blijkbaar over nauwkeurige gegevens over de ligging van de verschillende doelen die moesten uitgeschakeld worden om de operatie te doen slagen. Na het bombardement landen de zweefvliegtuigen tussen 04u26 en 04u45 van zodra de piloten hun objectieven kunnen identificeren. Het bombardement van Veldwezelt wordt hervat eens alle zweefvliegtuigen geland zijn.

Na de verovering van de bruggen kunnen de Duitsers langzaam maar zeker hun bruggenhoofd uitbreiden. Om 1016 Hr geeft Comd 2C het bevel een tegenaanval uit te voeren met pelotons die gerecupereerd worden van de 1Cie. Om 1100 Hr loopt die tegenaanval vast door de interdictie van de Duitse luchtmacht die elke troepenbeweging naar het front neutraliseert. Tegen de avond aan heeft de vijand een terreinstrook van zo’n 1 Km diepte veroverd op de Belgische oever. Het 2C kan slechts met moeite standhouden en moet bij elke Duitse infiltratiepoging terugtrekken. Tegen 1800 Hr, na de mislukte tegenaanval van het Pl C47 op T13 van Lt Bailleux, beslist Kolonel Long 2C zijn CP te verplaatsen naar de oostrand van Mopertingen om van daaruit het gevecht verder te leiden.

II/2C
Het IIde bataljon heeft drie compagnies in lijn opgesteld, de 6Cie bewaakt de brug van Veldwezelt, de 5Cie de brug van Briegden en de 7Cie is langs het kanaal opgesteld tussen de twee bruggen in. Hierdoor beschikt het bataljon over geen enkele reserve om offensief op te treden indien de linies doorbroken worden. De bunker N vlak naast de weg aan de voet van de brug van Veldwezelt wordt bezet door een vernielingsdetachement van het Bataljon Grenswielrijders Limburg (Bon GrWi Lim), de bunker C onder de brugpijler wordt bemand door de 6Cie en verderop langs het kanaal wordt de bunker D bemand door de 7Cie. De 5Cie levert de bemanning van de bunkers BH1 en BH2.

Overgave van bunker C onder de brug van Veldwezelt de 11 mei om 10u00.

Brug van Veldwezelt in het ondervak van de 6de Cie
Om 00u30 wordt Kpl Cornée, Sectiechef van de Grenswielrijders Limburg in de bunker N, door zijn Compagniecommandant Cdt Giddelo op de hoogte gebracht van het alarm. Na ontvangst van het alarm start hij onmiddellijk met de het klaarmaken van het ontstekingsmechanisme in de springkast die zich in de hal van de bunker bevindt. Om 01u35 is hij hiermee klaar, zijn Sectie staat opgesteld buiten de bunker. Ook de burgemeester van Veldwezelt is op de hoogte van het alarm en zoals gebruikelijk laat hij de huizen in de onmiddellijke omgeving van de brug ontruimen. Kpl Cornée ziet om 04u15 vliegtuigen zonder kentekens overvliegen en meldt dit aan Lt Boyen in de kazerne van Lanaken. Hij mag de brug nog niet laten springen. Om 04u20 horen ze de alarmschoten afgevuurd door het Fort van Eben-Emael waarop Majoor Van Driessche, commandant van II/2C en tevens brugcommandant aan zijn Regimentscommandant vraagt om de brug te laten springen maar ook hij krijgt de toelating niet. Pas wanneer om 0426 Hr de Duitse zweefvliegtuigen een duikvlucht naar hun landingsplaats aanvatten geeft Kapitein-commandant Jammaers commandant van de 6Cie, die zich op dat ogenblik op het brugdek bevindt, het bevel op de vliegtuigen te schieten. De Sectie van Kpl Cornée duikt de bunker in en begint met het aansteken van de springstoffen wat enkele minuten vergt. Het zweefvliegtuig van OberJäger Ellersiek (Trupp 2) maakt een harde landing op 50 meter van de bunker. Wie niet gewond raakt bij de landing springt uit het vliegtuig en in één beweging wordt het Café naast de brug van waaruit de Trupp beschoten wordt opgeblazen. De Duitse parachutisten stormen naar de onbeschermde achterkant van bunker en blazen de inkomhal op. De springinrichting die zich tussen de buitendeur en de gepantserde binnendeur bevond wordt vernietigd. Vervolgens wordt de gepantserde binnendeur geforceerd en springstoffen worden naar binnen gegooid. 12 van de 13 grenswielrijders komen om. Vijftien minuten na het begin van de actie melden de fallschirmjaeger per radio dat de brug is ingenomen.

De 6de compagnie die het dichtst bij de brug ligt is vrijwel onmiddellijk volledig overmeesterd. Er landen niet minder dan negen zweefvliegtuigen in het onderkwartier van de 6Cie. Het peloton van Luitenant Bossaert telt binnen de kortste keren 24 dodelijke slachtoffers en bij het peloton van Luitenant Lombaerts vallen in de eerste ogenblikken na de landing 11 Belgen. Ook de luchtafweermitrailleur op Hoogte 85 wordt uitgeschakeld: van de 8 militairen worden er 4 gedood en 2 zwaar gewond. De manschappen van Trupp 2 stellen bunker C eveneens buiten gevecht door de bewapening met holle landingen te vernietigen. Zij hebben echter geen tijd om de bunker binnen te dringen en de bemanning blijft in de bunker gevangen totdat zij zich de volgende ochtend kunnen overgeven. Omstreeks 06u15 worden de Duitse parachutisten in het bruggenhoofd versterkt met een peloton dat boven de brug gedropt wordt. Dit peloton is het enige peloton Duitse parachutisten dat met valschermen gedropt wordt op 10 mei.
De Duitsers richten zich vervolgens op de in de wijdere omgeving opgestelde Karabiniers. De Luftwaffe is inmiddels ook actief boven de brug en bestookt elke Belgische stelling die kan waargenomen worden. De artilleriewaarnemers worden uitgeschakeld en de telefoonverbindingen verbroken zodat het vuur van het 20A , I/14A en V/14A onnauwkeurig is en de overvallers op de brug van Veldwezelt niet echt bedreigt.

Om 07u29 meldt de 6Cie dat de beide voorpelotons uitgeschakeld zijn en dat nog enkel het peloton in diepte weerstand biedt, om 0755 Hr vraagt de 6Cie om te mogen terugplooien op de baan Veldwezelt – Vroenhoven wat door Maj Van Driessche wordt toegestaan. Tevens vinden de eerste infiltraties plaats tussen de 7Cie en het CP van II/2C.

Vanaf 09u00 stromen de eerste Duitse infanteristen vanuit het oosten over de brug zodat de druk op de Belgen nog vergroot. Verscheidene pelotons van het I/2C moeten zeer zware verliezen incasseren bij hun pogingen om de brug te ontzetten. Rond 11u00 staat wat overblijft van de 6Cie opgesteld achter de Steenweg op Lanaken. Vanaf 1330 steekt de Duitse infanterie massaal de brug over en rond 14u30 wordt de zuidrand van Veldwezelt alsook het kruispunt van de Bilzerbaan met de Kiezelweg bereikt. Ten noorden van de brug kan de 7Cie nog standhouden en kan het zijn dispositief verlengen tot aan Veldwezelt waar ze aansluiten bij de 4Bij van II/20A die zijn kanonnen uit de epaulementen heeft gehaald om direct vuur af te geven op de aanvallers. De bunker D neemt de Duitse versterkingen die over de brug toestromen gestaag onder vuur. De 14Bij van Vde Groep van het 14de Regiment Artillerie (14/V//14A) gesteund door een peloton Karabiniers verdedigt de perimeter van zijn stelling ter hoogte van het kruispunt met de Bilzerbaan maar moet vanaf 1730 Hr terrein prijsgeven. In het zuiden slaagt de 10Cie van III/18Li erin elke aanval tegen de heuvel van Hees af te slaan en elke vordering in de richting zuid te blokkeren.

Door het vernielingsdetachement van 6Gn vernielde bruggen te Gellik.

De commandant van de 7Div stuurt een peloton van de Cie C47/T13 van de 7Div in versterking naar 2C. Het Peloton van Luitenant Felix Ballieux krijgt de opdracht een tegenaanval uit te voeren in de richting van de brug van Veldwezelt. Aan de oostelijke uitgang van Mopertingen ter hoogte van kilometerpaal 96 wordt hij in open terrein opgewacht door een gids van 2C die het peloton naar de brug zal loodsen. Tijdens de contactname wordt het peloton echter opgemerkt door een Stuka en onder vuur genomen. Hierbij wordt één C47/T13 uitgeschakeld. De drie overige voertuigen zetten hun opmars naar de brug voort en slagen erin omstreeks 17u15 de Duitse perimeter rond het bruggenhoofd te bereiken. Lichte paniek breekt uit bij de Duitse verdedigers van het bruggenhoofd. Vergeefs wordt eerst door Oberleutnant Altmann (bevelhebber Gruppe Stahl) en vervolgens door Hauptmann Koch luchtsteun aangevraagd om de aanval te stoppen. Bij gebrek aan anti-tank middelen maken de Duitse parachutisten noodzakelijkerwijs gebruik van een buitgemaakt Belgisch C47mm en schakelen twee van de drie C47/T13 uit. De moedige raid mislukt maar toont aan hoe wankel de situatie in en rond het bruggenhoofd was voor beide partijen.

Wanneer de toestand zich lijkt te stabiliseren zullen de gebeurtenissen aan de brug van Briegden bij de 5Cie de toestand bij het IIe bataljon van 2C snel destabiliseren. Wanneer dan om 19u15 de 10Cie/III/18Li, opgesteld ten zuiden van 2C, de strijd moet staken kan het bruggenhoofd niet meer ingedijkt worden.

Brug van Briegden in het ondervak van de 5Cie
Ten noordwesten van Veldwezelt bewaakt de 5Cie van II/2C de brug van Briegden. De 5Cie bezet de twee bunkers BH1 en BH2 en heeft een steunpunt ingericht ten noorden van het gehucht Briegden terwijl de springinrichting aan de brug bewaakt wordt door een sectie van het Bataljon Grenswielrijders Limburg. De springinrichting zelf werd geplaatst door het 21Gn, het geniebataljon van het I/LK. Kapitein Louis, commandant van de 5Cie wil de brug van Briegden zo snel mogelijk laten springen na het nieuws van de luchtlanding op de brug van Veldwezelt vernomen te hebben. De brug van Briegden is echter geen objectief voor de Duitse parachutisten en het wachtdetachement van het Bataljon Grenswielrijders Limburg weigert om op zijn vraag in te gaan omdat de brug op de binnenlooproute ligt van de 5de en 6de Cie van het Bon GrWi Lim evenals van de Groep Cy 17Div, die opgesteld staan langs het Verbindingskanaal Briegden Neerharen en langs de Zuid-Willemsvaart. Kapt Louis besluit het bevel te negeren en poogt zelf de brug te laten springen maar slaagt er niet in het kunstwerk op te blazen omdat het ontstekingsmechanisme nergens te vinden is. De mannen die het wel weten – het wachtdetachement van de grenswielrijders – zijn ijlings vertrokken om 04u30 teneinde overlevenden uit het puin te redden van hun gebombardeerde kazerne te Lanaken die op 200 meter van de brug lag. In die kazerne bevond zich de commandopost van Cdt Giddelo die delegatie had om de bruggen te laten springen. Cdt Giddelo kwam om tijdens het bombardement waardoor het bevel om de bruggen te laten springen nooit werd gegeven. In de late namiddag loopt de 5Cie/BonGrWi Lim binnen over de brug op de voet gevolgd door de Duitsers. De 6Cie/Bon GrWi Lim en de Groep Cy 17Div zijn er niet meer in geslaagd de brug Briegden te overschrijden en hebben het Albert-kanaal overgestoken ter hoogte van Diepenbeek en Hasselt.

Op hetzelfde ogenblik keert een vernielingsdetachement van het derde peloton van 1Cie/21Gn onder leiding van Adjudant Brasseur terug naar hun kantonnement in Lanaken. Wanneer ze de brug over het Albert-kanaal te Briegden passeren, stelt hun pelotonscommandant Adjudant Brasseur vast dat de sectie die hier de springinrichting dient te bewaken, niet langer aanwezig is. Bovendien zijn de eerste Duitse troepen in de buurt opgedoken. Adjudant Brasseur zet zijn manschappen aan het werk om de brug te vernielen, maar het detachement moet zich terugtrekken onder de vijandelijke beschietingen. Vier genisten verliezen het leven. Er vallen ook enkele gewonden en een aantal manschappen wordt krijgsgevangen gemaakt. Adjt Brasseur besluit de nacht af te wachten om een nieuwe poging te wagen. Om 1500 Hr meldt de 5Cie dat ze door geïnfiltreerde parachutisten in de rug wordt aangevallen terwijl ze weerwerk bieden aan de vijand die de brug van Briegden probeert over te steken. De 5Cie plooit terug op de stellingen van III/2C waardoor de 7Cie ingesloten raakt.

Vernielde brug van Briegden met de oeverbunkers BH2 en BH2Bis op de achtergrond.

Ook hier neemt Generaal-majoor Van Trooyen commandant van de 7Div een initiatief om het tij te doen keren. Om 13u00 duidt hij het 6Gn aan om de brug in Briegden te laten springen. Majoor Tilot commandant van 6Gn neemt zelf de leiding van het vernielingsdetachement en hij zal voor die opdracht beschermd worden door het 1ste Peloton van het Wielrijderseskadron van de 7de Divisie (1Pl/Esk Cy 7Div). Om 20u00 vertrekt het vernielingsdetachement vanuit Herderen maar mist zijn rendez-vous met het peloton wielrijders in Mopertingen. Het Pl wielrijders dat tevergeefs gewacht heeft op de mannen van 6Gn was reeds teruggekeerd was naar Genoelselderen. Het vernielingdetachement van 6Gn zet zijn opdracht dan maar alleen verder en komt pas in de vroege ochtend bij de CP van 2C in Mopertingen toe.

III/2C
Bruggen van Gellik
Het IIIe bataljon van 2C heeft eveneens drie compagnies in lijn achter het Albert-kanaal opgesteld, de 10Cie in het oosten sluit aan bij het II/2C en bewaakt de spoorwegbrug van Gellik, de 9Cie staat in het midden van het dispositief en bewaakt de wegbrug van Gellik en de 11Cie bevindt zich in het westen van het bataljonsvak op de grens met de 4Div. De 9Cie levert een peloton om een voorpostenlijn te bemannen ten noorden van Gellik aan de overkant van het Albert-kanaal. De commandopost van III/2C staat opgesteld in het gehucht Kompveld. Het bataljon wordt bevolen door Cdt De Deurwaarder die als tweede commandant Majoor Lorent vervangt die net in verlof vertrokken is. De bruggen ten zuiden van Gellik zijn geen objectief voor de Duitse luchtlandingstroepen en worden initieel door de aanvaller genegeerd.
De genisten van 6Gn onder leiding van Lt Thioux slagen erin de bruggen te vernielen omstreeks 05u30, ruim voor de aankomst van de aanvallers. Adjt KROLt De Visscher komt rond diezelfde tijd om het leven tijdens een luchtaanval op de 11Cie. Het bataljon bezet de bunkers BH2Bis, BH3, BH3Bis en BH4.  Pas wanneer om 13u30 de Duitsers de Maas overschrijden te Oud Rekem en oprukken richting Albert-kanaal komt de stelling van III/2C in de late namiddag onder druk te staan. Het III/2C houdt goed stand alleen de 10Cie wordt aangeklampt wanneer de 5Cie/II/2C onder vijandelijke druk moet wijken.

Duits DFS2320 zweefvliegtuig aan de Bilzerbaan op 11 mei.

I/2C
Het Iste Bataljon van 2C heeft achter de stellingen in eerste lijn langs het Albertkanaal een tweede linie van compagniesteunpunten ingericht die liep vanaf de zuidelijke uitgangen van Veldwezelt over de Sint-Antoniusberg en de noordelijke toegangen tot Mopertingen voornamelijk gericht om aanvallen vanuit het noorden en het oosten af te slaan. Om 10u15 krijgt I/2C het bevel twee pelotons in versterking te sturen van II/2C. De manschappen van de 1Cie vertrekken naar de voorste linies maar worden hevig onder vuur genomen door de Duitse luchtmacht. Uiteindelijk bereikt maar één peloton de stellingen van de 6Cie. Het tweede peloton keert terug.  Om 11u00 wordt de tegenaanval opgeschort.

Voorts wordt de stelling van I/2C niet meer bedreigd gedurende de dag, en wordt alleen de 2Cie aangeklampt. ‘s Nachts worden infiltraties waargenomen tussen de stellingen van het IIIde en het Iste Bataljon alsook op de grens tussen 2C en het 18Li waardoor de stelling van I/2C in de rug dreigt te worden aangevallen.

Auteur Louis-Paul Boon als krijgsgevangene .

Staf/2C
Kolonel SBH Long bevindt zich bij het aanbreken van de dag nog steeds in zijn CP te Mopertingen. Om 05u00 komt het Frans verkenningspeloton van SLt Chat met één Panhard en enkele moto’s toe te Mopertingen [1]. De pelotonscommandant meldt zich aan bij de regimentscommandant. Hij neemt nota van de toestand en besluit richting Veldwezelt te rijden om uit te zoeken waar de vijand zich ergens bevindt. Vijtien minuten later rijdt het Franse peloton opnieuw door Mopertingen, ditmaal zonder stoppen, om zich langs de N2 naar Waltwilder te begeven. Het Peloton Chat is bij het buitenrijden van Mopertingen onder vijandelijk artillerievuur gevallen en verloor hierbij twee moto’s met zijspan.

Het 2C is niet langer in staat zijn ondersector te verdedigen tegen de Duitse overmacht. Talrijke stellingen van de Karabiniers zullen omsingeld worden, en honderden militairen van 2C worden op 11 mei gevangen genomen. 

II/2C
Tijdens de nacht maken de Duitse infanteristen die via de brug van Veldwezelt het bataljonsvak van II/2C binnendrongen de junctie met de troepen die zich aan de overkant van de brug van Briegden bevinden.  Het bruggenhoofd te Veldwezelt wordt alzo geconsolideerd.

Het IIde bataljon dat nu op twee fronten moet vechten staat op het punt in te storten. De 5de en 6de Cie zijn teruggeslagen achter de weg Lanaken – Veldwezelt – Vroenhoven en de CP van II/2C en 7Cie zijn omsingeld. De artilleristen van de 4Bij/20A die de vijand de ganse nacht onder vuur genomen hebben kunnen de stukken niet meer bemannen en moeten schuilen in nabijgelegen huizen om aan het dodelijk mitrailleurvuur van de vijand te ontsnappen. Wanneer Cdt Dalcq, batterijcommandant van de 4Bij, omstreeks 01u30 het initiatief neemt de stelling te ontruimen richting Mopertingen loopt zijn batterij in een hinderlaag.  Vijf artilleristen, onder wie Cdt Dalcq, komen om.

Omstreeks 00u30 komt het vernielingsdetachement van Maj Tilot toe op de CP van 2C en brengt Kolonel Long op de hoogte van zijn opdracht. Vanuit de CP van 2C worden ze doorgestuurd naar de commandopost van III/2C waar ze door Cdt De Deurwaerder gebriefd worden. Maj Tilot verneemt dat de brug van Briegden de avond voordien al verlaten is door de Karabiniers en dat hij door niemandsland zal moeten infiltreren tot bij de brug. Hij vraagt versterking aan III/2C en krijgt het peloton van de 5Cie/2C dat initieel aan de brug stond opgesteld in steun. Het peloton dat zonder pelotonscommando was teruggetrokken tot bij de CP van III/2C te Kompveld wordt onder bevel geplaatst van Luitenant Dumoulin van de staf van II/2C.

In de CP van III/2C ontmoet Maj Tilot de Adjudant Brasseur van 21Gn die de vorige dag reeds geprobeerd had de brug op te blazen en die onmiddellijk bereid is om mee te gaan. Wanneer ze om 0500 Hr toekomen aan de brug is de overliggende oever bezet door Duitse wielrijders die door de Belgische artillerie (I/14A) onder vuur genomen worden. Het vernielingsdetachement wacht het einde van de Belgische beschieting af en begeeft zich dan naar de brug. Terwijl vijandelijke patrouilles uit de richting van Gellik komen en zich naar de brug begeven, plaatsen de geniesoldaten, onder dekking van het peloton Dumoulin, de nieuwe explosieven. De geniesoldaten slagen omstreeks 09u00 in hun opzet en vernielen de brug van Briegden. Wanneer zij pogen terug te keren naar de eigen linies komen Adjt Brasseur en Korporaal Godefroid hierbij om het leven. Majoor Tilot en zijn detachement genisten worden opgepakt en gevangen genomen. Lt Dumoulin die er nog in slaagt de CP van het IIde bataljon te vervoegen, krijgt een eervolle vermelding op de Dagelijkse Orders van de 7Div.

Terwijl de vernieling van de brug van Briegden tot stand gebracht wordt, zet de afgesneden 7Cie met de moet der wanhoop de strijd verder.  De compagnie heeft geen verbinding meer met de bataljonsstaf, en ook tussen de pelotons is er geen contact meer.  Omstreeks 09u00 ziet Luitenant Hovine geen uitweg meer en beveelt hij de overgave van zijn manschappen.

De Duitse parachutisten hebben eveneens de commandopost van het IIde bataljon omsingeld.  Majoor Van Driessche heeft allen nog contact met het peloton dat het tweede echelon van de 7Cie bezet, en verneemt via deze weg omstreeks 09u10 dat het eerste echelon van de compagnie overrompeld is door de vijand.  Hij stuurt een stafofficier op verkenning en kan vaststellen dat vijandelijke pantsertroepen over de brug van Veldwezelt denderen in de richting van Mopertingen en Vroenhoven.  Kort hierop arriveert Luitenant Demoulin met het detachement dat de vernieling van de brug van Briegden beveiligde.  Het peloton van de 7Cie wordt teruggeroepen tot op de CP van het bataljon.  Samen bieden deze militairen nog weerstand tot 12u30.

III/2C
Tijdens de nacht van 10 op 11 mei wordt ten oosten en ten zuiden van de posities van het IIIde Bataljon aanhoudend het geluid van gevechten waargenomen.  Het bataljon stuurt enkele verkenners naar de oostrand van het Kompveld om de stand van zaken bij de Iste Bataljon te onderzoeken.

Vanaf het eerste daglicht is de Luftwaffe opnieuw heer en meester van het luchtruim boven de ondersector, en worden ook de posities van het IIIde Bataljon opnieuw aangevallen.  Terzelfder tijd melden ook de 9Cie en de 10Cie de aanwezigheid van vijandelijke troepen op de noordelijke oever van het Albertkanaal.  Het bataljon beschikt over de acht M76A mortieren van de 15Cie en laat hiermee spervuur neerleggen op de vijandelijke posities.  Binnen het uur zullen echter drie van de acht wapens uitvallen door diverse defecten.  Een vijandelijke troepenconcentratie lijkt zich op te bouwen rond de vernielde brug van Gellik, maar de Duitse infanterie heeft door het succes te Veldwezelt geen reden om hier tot een stormaanval over te gaan.

De grootste dreiging komt uit het zuiden.  De Duitse troepen zijn er na de succesvolle overval op het IIde Bataljon in geslaagd om te infiltreren tussen het IIIde en het Iste bataljon.  Kapitein-commandant De Deurwaerder vreest voor een omsingeling, en tracht in eerste instantie contact op te nemen met de commandopost van het regiment.  Dit lukt niet.  Ook met het IIde Bataljon is geen goede verbinding meer.  Er is nog wel contact met de meest westelijke steunpunten van de 5Cie, maar die staan op hun beurt niet langer in verbinding met hun compagniecommandant of met de bataljonstaf van het II/2C.  Om 08u30, een half uur voor de vernieling van de brug van Briegden, wordt Luitenant Thomas op verkenning gestuurd.  De officier keert terug omstreeks 10u00 om te bevestigen dat de vijand inderdaad in het achtergebied van het bataljon is doorgedrongen.  Thomas heeft eveneens vastgesteld dat Mopertingen op het punt stond om ingenomen te worden door de Duitsers.  Het duur dan ook niet lang meer of het dispositief van III/2C wordt een eerste keer in de rug aangevallen.

Kapitein-commandant De Deurwaerder beveelt de algehele aftocht, en laat zijn bataljon naar het zuidwesten terugtrekken met als opdracht om in eerste instantie te Vlijtingen te verzamelen.  Er wordt geen tijd meer gemaakt om de zware wapens uit stelling te halen.  Deze worden alle gesaboteerd en achtergelaten.  Hierop vertrekken de drie compagnies omstreeks 10u30.  De Deurwaerder realiseert zich echter dat hij zijn bataljon recht in de armen van de vijand heeft gestuurd, en laat de marsroute bijstellen naar Eigenbilzen.  Alleen de 11Cie ontvangt het nieuwe marsorder, en kan nog gedeeltelijk binnenlopen bij het naburige 11de Linie met een detachement bestaande uit de eigen compagnie (minus een peloton), de staf van de 15Cie, enkele losse elementen van de 12Cie, 13Cie en de 14Cie en een peloton van de 9Cie.

De rest van het bataljon wordt opgerold waarbij de 9de en de 10Cie grotendeels gevangen worden genomen.  De 10Cie wordt omstreeks 13u30 ingerekend te Mopertingen.  De 9Cie legt de wapens neer omstreeks 14u00 aan de Kerkstraat.  Een tweetal pelotons zullen nog enkele uren in de streek ronddolen, maar geven zich dan eveneens gevangen.

I/2C
Nog tijdens de tweede helft van de nacht van 10 mei op 11 mei dreigt de stelling van I/2C dreigt zowel in het noorden als in het zuiden gepasseerd te worden.  In het noorden zullen de in de loop van de ochtend infiltreren tussen het IIIde en het Iste bataljon.  In het zuiden rukt de vijand op tussen 2C en 18Li ten zuiden van de baan Veldwezelt – Bilzen.  Hier wordt om 02u00 de 14Bij/14A aangevallen, samen met de troepen van de 2Cie van het 2C.  Bij dageraad wordt de batterij na een vinnig gevecht tot overgave gedwongen. De 14Bij was op dat ogenblik reeds omsingeld.

Bij de start van de aanval op de 2Cie en de 14Bij/14A besluit Majoor Moedts om enkele aanpassingen door te voeren aan zijn dispositief.  Vooreerst laat het 1Cie die even ten noorden van de dorpskern van Mopertingen in stelling ligt naar het zuiden pivoteren.  Daarnaast geeft hij toestemming aan de 3Cie om de Sint-Antoniusberg te verlaten en zich tussen de 1Cie en de 11Cie op te stellen ten oosten van Eigenbilzen.  Omstreeks 08u15 arriveert te Mopertingen eveneens een detachement rond Kapitein-Commandant Jammaers van de 6Cie.  Dit detachement omvat een goed half dozijn gevluchte militairen van de 6Cie, een peloton van de 11Cie en een gevechtsgroep van de 1Cie, aangevuld met Luitenant Lejeune van de 6Cie, Onderluitenant Lamberty van de 5Cie en Onderluitenant Masson van het 18Li.  Deze drie officieren waren allen op 10 mei met vergunning en hebben hun eenheid niet kunnen vervoegen.

Te Moptertingen zelf zijn inmiddels de commandoposten van het I/2C en het IV/2C aangekomen, samen met de commandopost van Kolonel SBH Long.  Deze drie stafgroepen hebben zich tijdens de tweede helft van de nacht van 10 op mei mei teruggetrokken van hun oorspronkelijke locaties tussen Mopertingen en Veldwezelt.

Kolonel SBH Long besluit om 08u30 dat de verdediging van Mopertingen niet langer mogelijk is onder de steeds groter wordende vijandelijke druk.  Hij wil het deel van het regiment waarover hij nog de controle heeft, laten aansluiten bij het naburige 11de Linieregiment.  Vooreerst stuurt hij inlichtingenofficier Luitenant Bloch naar de commandopost van de 7de Infanteriedivisie te Genoelselderen.  Bloch vertrekt op de laatste motorfiets waarover het 2C beschikt.  Vervolgens laat hij Majoor Moedts terugtrekken op Eigenbilzen.  Tegen 09u30 arriveren de detachementen van het Iste Bataljon op de nieuwe positie langsheen de oostrand en zuidoost rand van het dorp.  De groepering rond Commandant Jamaers verdedigt de linkerflank van deze stelling, terwijl de 1Cie op de recherflank ontplooid wordt.  De 3Cie wordt teruggevonden tussen het dorp en de kanaaloever en zal uiteindelijk aansluiten bij het 11de Linieregiment om samen met deze eenheid van het Albertkanaal terug te trekken.

Niet alle elementen van deze formatie hebben het dorp Mopertingen kunnen verlaten.  De stafgroepen van het Iste en het IVde Bataljon bevinden zich nog ter plekke, samen met drie secties mitrailleurs die bij gebrek aan hun caissons niet wisten terug te trekken met hun bewapening.  Na een schermutseling van beperkte duur valt het dorp in handen van de vijand en worden deze troepen gevangen genomen.

De medische hulppost van het regiment onder leiding van Luitenant Geneesheer Habig is wel weten te ontsnappen en zal in de loop van de dag het veldhospitaal van de 4de Infanteriedivisie te Bilzen vervoegen.

Staf/2C
Na aankomst te Eigenbilzen blijft de voornaamste bekommernis van Kolonel SBH Long het tot stand brengen van een goede verbinding met de stellingen van het 11Li.  De adjudant-majoor van 2C, Kapitein-commandant Monseweyer, wordt uitgestuurd naar de commandopost van het 11Li, maar wordt in het gehucht Locht tegengehouden door een officier van dit regiment die hem laat weten dat het 11Li het bevel tot de aftocht heeft ontvangen, en om 11u00 gestart is met de evacuatie van zijn stellingen.  Monseweyer is nabij de brug van Eigenbilzen eveneens Kapitein-commandant De Deurwaerder gepasseerd die samen met de stafgroep en de 11Cie via de spoorwegbedding op terugtocht is.  De adjudant-majoor heeft in naam van Kolonel SBH Long laten weten dat het detachement van Kapitein-commandant De Deurwaerder in het bos van Hoelbeek dient halt te houden.

De regimentscommandant stuurt eveneens Luitenant-kolonel Tanghe op verkenning.  De bevelhebber van het IVde Bataljon moet de oever van het Albertkanaal afrijden om na te gaan waar er zich nog troepen van het 11Li bevinden.  Bij de terugkeer van Tanghe wordt besloten om alle overgebleven troepen eveneens te laten terugtrekken naar het bos van Hoelbeek.

Overgebleven Detachementen/2C
Tegen 13u00 zijn de resterende detachementen die nog onder het bevel staan van de regimentscommandant aangekomen in het bos van Hoelbeek.

Aan de oostrand van het bos bevindt zich een groepering rond Kapitein-commandant De Deurwaerder van het IIIde Bataljon, met een peloton van de 9Cie, de 11Cie zonder het peloton van Onderluitenant Van Eeckhoudt, de 15Cie, en enkele detachementen van de 12Cie, 13Cie en 15Cie zonder hun collectieve bewapening.  Ook enkele waarnemers van het Fort van Eben-Emael hebben aansluiting gevonden.  Aan de westelijke kant van het bos is er een formatie bestaande uit de staven van het regiment en van het Iste Bataljon, met de 1Cie (minus een peloton) en de formatie rond Commandant Jammaers.

Kolonel SBH Long is ervan overtuigd dat zich in de buurt ook nog andere formaties van de 7de Infanteriedivisie reorganiseren, en er bovendien Franse verkenningstroepen onderweg zijn.  Hij besluit om zijn detachemten terug op orde te stellen met de intentie om zo snel mogelijk het ingebeelde front opnieuw te vervoegen.

De Luftwaffe ontdekt echter al snel de Belgische troepen en het bos van Hoelbeek wordt beschoten.  Longs enige optie is om zijn militairen opnieuw de baan op te sturen.  Hij laat zijn troepen in twee colonnes terugtrekken op Hoeselt.  Het detachement rond het Iste Bataljon wordt onder Majoor Moedts en Luitenant-kolonel Tanghe doorgestuurd via de noordrand en westrand van Bilzen.  De restanten van het IIIde Bataljon worden nog steeds geleid door Kapitein-commandant De Deurwaerder en zullen via Waldwildert en Martenslinde naar Hoeselt marcheren.  De beide colonnes vertrekken rond 15u00.

Wanneer Kolonel SBH Long verneemt dat het IIde Bataljon zich nabij Waltwilder zou bevinden, wil hij de kans niet ontlopen om zijn formatie te versterken.  De kolonel vertrekt samen met Kapitein-commandant Monseweyer per fiets in de richting van dit dorp.  De beide militairen stuiten al snel op twee wielrijders van het IIde Bataljon die eveneens naar hun eenheid op zoek zijn.  Samen rijden ze via een veldweg doorh Waltwilder.  Bij het oversteken van de Maastrichterstraat syuit het viertal op een Duitse colonne.  De regimentscommandant wordt krijgsgevangen gemaakt.

Intussen is ook Majoor Moedts op zoektocht vertrokken.  In het dorp Munsterbilzen zou een detachement gesignaleerd zijn bestaande uit Luitenant Quintin en een sectie mitrailleurs van de 4Cie.  Moedts kan deze militairen terugvinden, en besluit om langs de kant van de baan de passage af te wachten van de colonne van het Iste Bataljon.  Deze colonne is echter na een luchtaanval door Luitenant-kolonel Tanghe van de weg gehaald en volgt nu de voetweg langs de vallei van de Demer.  Het detachement van Majoor Moedts zal uiteindelijk verder trekken en aansluiting vinden bij het 4de Linieregiment.

Tussen 17u30 en 18u00 bereiken zowel Luitenant-kolonel Tanghe en Kapitein-commandant De Deurwaerder met hun colonnes het dorp Hoeselt.  De manschappen worden opnieuw in de bossen ondergebracht.

Luitenant-kolonel Tanghe voert nu het bevel over het nog georganiseerde gedeelte van het 2C.  Hij laat wachtposten uitzetten langsheen de bosrand en vertrekt samen met Luitenant Boever op verkenning naar Hoeselt.   Dit dorp is op dat ogenblik reeds in vijandelijke handen.  Via plaatselijke bewoners verneemt Tanghe dat ook Tongeren en Borgloon al gevallen zouden zijn.  De kolonel keert terug naar het bos en besluit om het vallen van de nacht af te wachten.  Intussen wordt een verkenningsploeg uitgestuurd naar de Tongersesteenweg.

Omstreeks 23u00 worden de manschappen in alle stilte verzameld.  Luitenant-kolonel Tanghe heeft besloten om een poging te wagen om naar Beverst te ontglippen.

Er wordt geschat dat 2C tijdens de eerste twee oorlogsdagen zo’n 91 gesneuvelden telde en dat het regiment maar liefst twee derde van zijn effectief is verloren aan gesneuvelde, gewonde, vermiste en gevangengenomen soldaten.

Luchtgevecht aan de bruggen van Veldwezelt en Briegden
In alle haast voeren de Duitsers luchtafweergeschut aan om de bruggen te beveiligen tegen een geallieerde luchtaanval. Die komt er ook en de Belgische luchtmacht organiseert als eerste een aanval met Fairey Battle lichte bomenwerpers. Het Duitse luchtoverwicht over de bruggen is echter reeds totaal en de Belgische missie draait op een mislukking uit. Het 5de Smaldeel van het 3de Luchtvaartregiment (III/3Lu) krijgt het bevel de bruggen over het Albertkanaal te bombarderen. Drie pelotons van elk drie Fairey Battles vertrekken onder leiding van Kapitein Pierre vanuit Aalter met de bedoeling de bruggen van Veldwezelt (1ste Peloton), Vroenhoven (2de Peloton) en Briegden (3de Peloton) te vernietigen. Het 1ste Peloton wordt onderweg aangevallen door twee Duitse Dorniers die een Fairey Battle neerhalen boven Lebbeke, de piloten kunnen zich redden met hun valschermen. De twee andere vliegtuigen kunnen hun weg voortzetten tot de brug van Veldwezelt maar worden onderschept door de Luftwaffe. Het vliegtuig van Adjt Timmermans en 1Sgt Rolin-Heymans stort neer boven ‘s Herenelderen en beide piloten komen om. Alleen Kapt Pierre die erin slaagt zijn bommen te lossen kan behouden naar Aalter terugkeren. Het 3de Peloton wordt onderweg boven Gent beschoten door de Belgisch luchtafweer. Eén Fairey Battle is dermate beschadigd dat hij naar Aalter moet terugkeren, een tweede kan zijn tocht voortzetten maar moet een noodlanding maken in de buurt van Hasselt. De derde Fairey Battle bereikt de brug van Briegden maar kan zijn bommen niet lossen. Het vliegtuig wordt hevig onder vuur genomen door de Duitse luchtafweer en stort neer te Schakkebroek; de piloten kunnen zich redden. Op vraag van de Belgische regering worden ook luchtaanvallen op de bruggen gepland door onze geallieerden maar de inderhaast opgezette luchtaanvallen door de Britse en Franse luchtmacht ontaarden eveneens in een ware slachting.

Nadat Luitenant-Generaal Van der Veeken, bevelhebber van het Iste Legerkorps, alle overblijvende detachementen van de 7de Infanteriedivisie richting Leuven gestuurd had, installeert de 7Div zijn HK op de Keizersberg te Leuven.

Vanuit zijn HK in Leuven geeft Generaal-majoor Van Trooyen het bevel om te hergroeperen in de buurt van de Heizel en Neder-over-Heembeek. Voorlopig heeft niemand een overzicht hoe groot de schade wel is. Het HK van de 7Div moet dringend orde op zaken stellen. Wanneer Kol SBH Duez, regimentscommandant van het 18Li, zich ‘s morgens aanmeldt in het HK van de 7Div wordt hij door de Divisiecommandant aangeduid om de hergroepering van de eenheden van de Divisie te organiseren. Hij verlaat Leuven om 11u00 en komt al om 13u30 op de Heizel toe om zijn nieuwe opdracht aan te vatten. Kol SBH Duez is de enige Regimentscommandant van de 7Div die aan krijgsgevangenschap wist te ontkomen. In eerste prioriteit moeten de uiteengeslagen eenheden opnieuw samengesteld worden, vervolgens moeten de verlofgangers die op 10 mei naar huis gestuurd werden terug in de getalsterkte opgenomen worden. Zo komt op 12 mei Majoor Lorent, commandant van III/2C die sinds 04 mei op verlof vertrokken was, toe op de Heizel.

Detachement Luitenant-kolonel Tanghe
Rond middernacht bereikt de colonne van Luitenant-kolonel Tanghe de Tongersesteenweg ten zuiden van Hoeselt.  Op de kasseibaan patrouilleren Duitse pantserwagens en er is geen enkele mogelijkheid om met de nog 500 overgebleven militairen ongezien aan de overkant te komen.  Tanghe besluit de ochtend af te wachten in de hoop dat de pantserwagens dan kun opmars zullen verdergezet hebben.

Omstreeks 06u00 is de toestand op de Tongersesteenweg nog steeds dezelfde.  Tot overmaat van ramp is nu ook de Duitse militaire politie aangekomen die met honden op zoek is naar achtergebleven Belgische militairen.  Dit leidt tot een schermutseling waarbij het 2C volgens Kolonel SBH Longs getuigenis uit 1947 twee dodelijke slachtoffers zou verloren hebben.

Luitenant-kolonel Tanghe besluit dat hij niet langer kan wachten, maar koste wat kost de steenweg over moet steken.  Hij laat alle troepen ontplooien in tiralleurformatie om indien nodig al vechtend naar het westen te kunnen ontkomen.  De actie is echter nutteloos. De vijand kan bijzonder snel versterkingen aanbrengen en neemt de Belgen van op de Tongersesteenweg onder vuur.  Tanghe moet zich overgeven om een ernstiger drama te vermijden.

Detachement Kapitein-commandant Jammaers
Bij de incidenten op de Tongersesteenweg nabij Hoeselt, slaagt Kapitein-commandant Jammaers er in te ontglippen samen met de Luitenanten Lejeune, Van Eeckhoudt en Masson, en de Onderluitenanten Lamberty en Bayens.  Bij hen bevinden zich ook 21 militairen van de 6Cie, 10Cie, 11Cie en 2 militairen van het 7Li.  Dit detachement zal zich in de streek schuil houden tot de ochtend van 13 mei en wordt ten oosten van Tongeren opgepakt door de Duitsers.

Ondertussen trachten nog diverse restanten van het 2C zich in veiligheid te brengen achter de K.W. Stelling. Talrijke kleine groepjes militairen trekken door de dorpen en velden van Haspengouw naar het westen.

Gevangenen van het 2de Karabiniers nabij Aken.

Het hoofdkwartier van de 7Div heeft zich inmiddels verplaatst naar de Heizel te Brussel. De staf is druk in de weer om de verschillende onderdelen van de divisie op een geordende wijze te hergroeperen en maakt plannen om de Div terug operationeel te maken. Verkenningen worden uitgevoerd om kantonnementen te vinden voor de verschillende eenheden van de Div. De detachementen van het 2C trekken te voet verder naar Brussel.

Na de uitvoering van de verkenningen wijst de 7de divisie de eenheden volgende kantonnementen toe:

  • Hoofdkwartier 7de Infanteriedivisie, provoostschap, Wielrijderseskadron, Compagnie Luchtafweer: Heizel
  • 2de Regiment Karabiniers: het gemeentehuis te Neder-over-Heembeek
  • 18de Linieregiment: zaal Familia aan de Leopold I straat te Laken
  • 2de Regiment Grenadiers: het Sint-Pieterscollege aan de Léon Théodorestraat te Jette
  • 20ste Artillerieregiment: Ternat (Gehucht Den Bos)
  • 6de Bataljon Genie en overige geniedetachementen: gemeenteschool Koningin Astridschool aan de Mutsaardlaan 71 te Heembeek
  • Transmissietroepen en de Compagnies C47: de gemeenteschool van Strombeek-Bever
  • Transportkorps en Intendance: Wemmel
  • Atelier voor Herstelling van het Wagenpark: Asse

Het 2C bereikt de hoofdstad via Diegem en Vilvoorde om zich uiteindelijk in het gemeentehuis van Neder-over-Heembeek te hergroeperen. Achterblijvers van het Albertkanaal komen in kleine groepjes toe en worden naar hun respectievelijke eenheden gestuurd. In de hergroeperingszone probeert Kol SBH Duez een eerste overzicht te krijgen van de toestand van de Divisie. Hieruit blijkt dat het 2C over net voldoende manschappen beschikt om vier compagnies van een honderdtal man samen te stellen hetgeen neer komt op ongeveer één vierde van zijn oorspronkelijk effectief. Dit komt overeen met het algemeen percentage van de 7Div die is kunnen ontsnappen aan de Duitsers. Slechts 3.500 van de oorspronkelijk 16.679 man van de 7Div is erin geslaagd de hergroeperingszone te vervoegen.

Een bevoorrecht getuige van de gebeurtenissen bij het 2C is de Vlaamse auteur Lous Paul Boon die fuselier was bij de 9Cie van III/2C. Hij schreef zijn debuutroman “De voorstad groeit” terwijl het 2C overwinterde te Tessenderlo tijdens de mobilisatie. Later bevond hij zich nabij de brug van Briegden toen de oorlog uitbrak. Daar werd hij ook krijgsgevangen genomen. Een korte passage in zijn roman “Mijn kleine oorlog” verwijst naar zijn wedervaren in Veldwezelt.

augustus 1934

Image 1 of 28

De Schoolcompagnie van het 1ste Karabiniers op het Tornooiveld te Schaarbeek in augustus 1934.

Wanneer blijkt dat de 7de divisie kan niet meer paraat gesteld kan worden krijgt de divisie bevel verder westwaarts te trekken. Generaal-Majoor Van Trooyen, commandant van de 7de infanteriedivisie, verlaat de divisie voor een nieuw commando. Het bevel over de 7Div wordt overgegeven aan Kolonel SBH Duez die wordt aangesteld als bevelhebber ad interim. De divisie krijgt bevel Brussel te verlaten en nieuwe kantonnementen op te zoeken in de buurt van Aalst. De gemotoriseerde eenheden vertrekken ogenblikkelijk langs de weg en installeren zich in Serskamp tussen Aalst en Wetteren, de infanteristen moeten de verplaatsing te voet uitvoeren. Het 2C verlaat samen met de overblijvers van het 2Gr en het 18Li Brussel en vertrekt te voet naar de nieuwe reorganisatiezone west van de Dender. De colonne infanteristen wordt aangevoerd door Kapitein-Commandant Goffaux, compagniecommandant van 3/I/2C. De colonne zet zich rond 20u00 in beweging en na een nachtmars bereiken ze de volgende dag Wanzele om 10u00.

Kolonel SBH Duez reist door naar Sint-Andries nabij Brugge waar hij van Generaal-majoor Clément, commandant van het “Centre de rassemblement des isolés de l’armée (CRIA)”, verneemt dat hij de 7Div naar West-Vlaanderen moet verplaatsen. Hij moet de Div onderbrengen in de buurt van Torhout-Lichtervelde en er enkele geïsoleerde detachementen onder bevel nemen. De infanteriecolonne van de 7Div die rond 10u00 te Wanzele aankomt wordt na een korte rustperiode om 12u00 ingescheept en per spoor verder reizen naar West-Vlaanderen.

Sgt KROLt Hauspye poseert in 1939 voor de foto tijdens een oefenkamp te Leopoldsburg.

De trein met de infanteristen van de 7Div rijdt in de vroege ochtend omstreeks 04u00 het station van Torhout binnen. De manschappen krijgen nieuwe kantonnementen toegewezen te Lichtervelde en Torhout. Het 2C wordt versterkt met een groep geïsoleerde militairen van het 3de Regiment Ardeense Jagers onder leiding van Luitenant Salle. Ook de andere regimenten van de 7Div moeten diverse detachementen in de rangen opnemen die tijdens de aftocht uit de Ardennen en Namen hun eenheid verloren hebben.

De divisie moet worden verplaatst naar Poperinge met het oog op evacuatie naar Frankrijk. De infanteristen worden opnieuw verzameld in een enkele colonne die om 17u00 afmarcheert richting westhoek.

De restanten van de 7de infanteriedivisie bereiken tijdens de vroege nacht het stadje Poperinge. Bij gebrek aan spoortransport besluit het Groot Hoofdkwartier om de divisie te voet de grens over te sturen.

Om 09u45 vertrekt de eerste colonne met het Wielrijderseskadron op kop. Het detachement van het 2C verlaat Poperinge rond het middaguur samen met 3 paardenkarren en 3 lichte bestelwagens voor de bagage. Via de grensposten van Abele en Proven wordt Frankrijk binnengetrokken. Vervolgens gaat het richting Kassel. De divisiestaf blijft op de Grote Markt te Kassel van 12u30 tot 17u30 en volgt het voorbijtrekken der eenheden. Om 17u15 marcheert ook het 2C Kassel binnen. De detachmenten van de 7de infanteriedivisie ontvangen er het bevel om op eigen houtje richting Amiens of Abbeville verder te trekken. Een klein stafelement van het 2C blijft ter plaatse te Kassel om de geïsoleerde militairen te hergroeperen en zoveel mogelijk achterblijvers op te vangen en door te sturen. Deze staf omvat onder meer de Majoors Moedts en Lorent.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

De regimentsstaf verlaat nu ook Kassel en vindt aanhechting bij de eenheden van de VOCs die door de stad trekken. Het regiment is intussen aangekomen te Boulogne. Van daaruit gaat het naar Nouvion, Saint-Valery en Rouen. De eenheden van de 7de infanteriedivisie kennen bijzonder veel geluk en kunnen nog maar net voor de Duitse inname van de Atlantische kust rond Abbeville en Boulogne naar het zuiden verder trekken.

Achter hen klapt de Duitse val dicht. In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat Belgische eenheden ingesloten door de Duitsers. Door vertragingen onderweg naar het zuiden van Frankrijk wordt uiteindelijk hun terugtocht afgesneden.

Het 2C gaat nu richting Rouen. Er is geen contact meer met het Belgische opperbevel en de terugtocht verloopt in chaos. Verschillende detachementen van het reeds sterk uitgedunde regiment raken onderweg verloren en proberen zo goed en zo kwaad mogelijk verder naar het zuiden te reizen. De nog georganiseerde elementen van de 7de Infanteriedivisie wordt op weg gezet naar Evreux.

Het 2C verplaatst zich verder richting Evreux. Het avontuur verloopt niet zonder slachtoffers: sinds de aftocht uit Poperinge heeft het 2C opnieuw 6 doden te betreuren. Daarnaast zijn ook een aantal voertuigen met bijbehorend materieel verloren gegaan.

Hergroeperingszones Conches en L’Aigle van de 7Div ten zuiden van de Seine.

Het detachement rond het 2C komt aan te Baux-de-Breteuil. De rest van de divisie zoekt eveneens kantonnementen op in de regio van Conches. Kolonel Duez verduidelijkt dat de troepen van de 7de Infanteriedivisie tot nader order tussen Conches en L’Aigle zullen verblijven en op een later vast te stellen datum per trein naar een nieuwe bestemming zullen gestuurd worden om de divisie opnieuw op te bouwen.

Bij een nieuwe telling blijven van het 2C nog 4 officieren en enkele honderden manschappen over.

De Franse autoriteiten willen de druk op de region Conches-L’Aigle verlichten door aan de Belgen de vragen om alle overtollige troepen door te sturen naar het zuiden van Frankrijk. Bij het 2C vertrekt het detachement van de Ardeense Jagers. Ook de andere eenheden laten de versterkingen die ze te Lichtervelde ontvangen hadden vertrekken naar de Midi. Deze detachementen zullen hun respectievelijke VOC’s vervoegen.

Het 2C blijft nog een laatste dag in zijn kantonnementen in de buurt van Conches-L’Aigle.

Hergroeperingszone 7Div in Morbihan in Bretagne.

Kolonel Duez heeft een nieuwe bestemming toegewezen gekregen voor zijn divisie. Tijdens de nacht van 27 op 28 mei zal de ganse divisie naar het departement Morbihan aan de Bretoense kust vervoerd worden. De divisie beschikt over zo’n 330 voertuigen en 60 motorfietsen die ‘s anderendaags over de weg zullen vertrekken. De ongeveer 550 fietsen en de rest van de manschappen zullen per trein verder reizen.

De VOC’s die zich intussen in het zuiden van Frankrijk hebben geïnstalleerd, vernemen eveneens het nieuws van de nieuwe bestemming van de 7de Infanteriedivisies en vaardigen terstond bevelen uit om alle militairen van de 7de infanteriedivisie die samen met de VOC’s de Midi hebben bereikt opnieuw noordwaarts te sturen en de divisie te vervoegen in Bretagne. De majoors Moedts en Lorent vertrekken met de manschappen bestemd voor het 2C naar Malestroit.

De eerste eenheden van de 7de Infanteriedivisie komen aan in Bretagne en vestigen zich rond Malestroit. Tijdens de ochtend vernemen de troepen het droevige bericht van de capitulatie van het leger in Vlaanderen.

De colonnes met de voertuigen komen nu ook aan te Malestroit. Het 2C neemt zijn nieuwe kantonnementen in te Serent en Saint-Guyomard. Kolonel Duez keert terug naar het 18Li en wordt afgelost door Generaal-Majoor Van Daele die op 10 mei commandant van de Koninklijke Militaire School was. Van Daele’s eerste taak is het opnieuw samenstellen van de divisiestaf met de weinige officieren die hem nog resten. Vervolgens gaat Van Daele samen met het Belgisch oppercommando op zoek naar de nodige manschappen om de divisie opnieuw op volle sterkte te brengen.

De naar de het zuiden van Frankrijk geëvacueerde Versterkings- en Opleidingscentra van ons leger ontvangen het bevel om 140 officieren en 4.500 manschappen aan de duiden voor de 7de Infanteriedivisie. Deze manschappen moeten in eerste instantie worden gezocht onder de naar Frankrijk gevluchte van hun eenheid geïsoleerde militairen en onder de ervaren reservisten. De detachementen moeten vervolgens aangevuld worden met miliciens van de klas 40. Luitenant-kolonel Rustin, commandant van het 51ste Linieregiment (51Li), wordt aangeduid om het commando over te nemen van 2C ter vervanging van Kolonel SBH Long die op 11 mei werd krijgsgevangen genomen. Hij vertrekt op 31 mei naar Malestroit na een commandowissel te hebben doorgevoerd bij het 51Li, hij wordt afgelost door Kapitein-commandant Beaumont aan het hoofd van 51Li.

2 juni

De eerste treinen met versterkingen voor de 7de divisie verlaten het departement van de Gard en zetten koers naar het station van Ploermel aan de Bretoense kust. Ook het detachement van het II/4C komt aan in het station van Ploermel en wordt aangehecht bij het 2C om er het I/2C aan te vullen.

4 juni 1940

Het 2C ontvangt de eerste versterkingen van de Versterkings- en Opleidingscentra. De volgende detachementen worden toegewezen aan het regiment:

  • 618 officieren en manschappen van het 7ChA onder bevel van Kapitein-commandant Lemercier
  • 27 officieren van het 11J onder Majoor De Vleeschouwer
  • 16 officieren en 1000 manschappen van het II/4C
  • 10 officieren en 800 manschappen van het I/53Li

De komende dagen worden besteed aan het heropbouwen van de verschillende eenheden. Dit lukt slechts ten dele. De manschappen van de Versterkings- en Opleidingscentra beschikken over hun persoonlijke wapens maar hebben geen collectieve bewapening bij. Ook ontbreekt het aan veldtelefoons en ander korpsmaterieel. En desondanks de hierboven vernoemde aantallen zijn er nog steeds tekorten in vele compagnies. De 5 juni komt het detachement van I/53Li toe te Ploermel.

13 juni 1940

De integratie van de versterkingen in de 7Div verloopt moeizaam en het blijkt niet mogelijk te zijn om de drie regimenten van de 7Div behoorlijk te reorganiseren. Daarenboven had generaal Van Daele zijn twijfels over de motivatie van de oudere militairen van de Versterkingsbataljons en hadden de Fransen ook al laten verstaan dat zij niet in staat waren om meer dan twee infanterieregimenten uit te rusten. Op 13 juni wordt het Dagelijks Order Nr 14 van de 7Div uitgevaardigd waarmee generaal Van Daele kenbaar maakt dat het 2Gr niet meer zal heropgericht worden en dat de divisie zal reorganiseren naar het model van de Franse lichte divisies. De volgende reorganisatie vindt plaats:

  • De 7Div zal slechts twee infanterieregimenten meer bevatten het 18Li en het 2C;
  • De militairen die behoorden tot het oorspronkelijke 2Gr en die vanuit België met de divisie mee naar Frankrijk zijn getrokken worden gegroepeerd in één bataljon en aangehecht aan het 2C maar mogen hun kentekens behouden en zullen in 2C verder blijven bestaan als het Bataljon Grenadiers (II/2C);
  • Het Wielrijderseskadron van de 7Div gaat over naar het 18Li.

Het 2C moet alweer aan manschappen inleveren en de door de divisiecommandant afgewezen detachementen van het II/4C en het II/4Gr afstaan. Deze bataljons worden op 16 juni op de trein gezet en teruggestuurd naar hun respectievelijke regimenten. Met de overblijvende versterkingen kan het regiment desondanks opnieuw vier bataljons samenstellen:

  • het oude 2C vormt het Iste Bataljon (I/2C)
  • de grenadiers van het ontbonden 2Gr vormen het IIde Bataljon (II/2C)
  • de Ardeense jagers van het 7ChA leveren het IIIde Bataljon (III/2C)
  • het I/53Li stelt het IVde Bataljon samen (IV/2C)

Tijdens een bezoek aan Luitenant-generaal Denis, minister van Landsverdediging, te Poitiers verneemt Generaal-majoor Van Daele dat er plannen gemaakt worden om de 7de Infanteriedivisie zonder zijn wapens en materieel naar het Verenigd Koninkrijk te evacueren. Van Daele keert onmiddellijk terug naar Bretagne en plaatst alle eenheden in stand-by voor de mogelijke inscheping.

Terwijl de laatste geallieerde troepen het Bretoense schiereiland verlaten met de Duitse pantserdivisies in hun kielzog, blijft Generaal-Majoor Van Daele op verdere instructies aandringen voor het transport van zijn divisie naar het Verenigd Koninkrijk. In de loop van de namiddag wordt het echter duidelijk dat de politici dit plan niet zullen realiseren. De divisie zal nu ten zuiden van de Loire in veiligheid worden gebracht. De detachementen van het Iste en IIde Bataljon kunnen met vrachtwagens vervoerd worden. Het IIIde Bataljon zal helaas te voet moeten verder marcheren bij gebrek aan transportmiddelen.

Streek rond Saint-Nazaire waar 2C werd ingehaald door de vijand

Streek rond Saint-Nazaire waar 2C werd ingehaald door de vijand

Staf/2C in Frankrijk
Het 2C volgt de reisweg van het 18Li naar het zuiden. Terwijl dit laatste regiment op georganiseerde wijze de verdere terugtocht volbrengt en via Malestroit, Péaule, La Roche Bernard, Herbignac en Saint-Nazaire de Loire oversteekt, verliest het 2C al snel aan cohesie wanneer verteld wordt dat de Franse genie een wegbrug te La Roche Bernard vernield heeft. De colonnes van het 2C vallen uit elkaar in de aanloop naar La Roche Bernard en de Belgen – die niet weten dat de brug in dit dorp wel degelijk nog steeds intact is – trachten in kleine individuele detachementen de Loire te bereiken. De Duitse troepen veroveren die dag Nantes en steken de detachementen van het 2C op meerdere plaatsen voorbij. De Belgen trachten het contact met de vijand te vermijden en kantonneren die avond in afgelegen dorpen en bossen om niet gegrepen te worden. Generaal-majoor Van Daele en de stafgroep zijn intussen reeds naar het stadje Pons gevlucht.

20 juni 1940

Staf/2C in Frankrijk
De meeste detachementen van het 2C geven zich over wanneer het duidelijk wordt dat de wegen naar Saint-Nazaire intussen vol Duitse troepen zitten en er geen doorkomen meer aan is. Een grote groep rond het Iste Bataljon wordt gevangen genomen op de baan van Pontchateau naar Nantes.

II/2C in Frankrijk
Een detachement van een honderdtal achtergebleven manschappen van het ‘Bataljon Grenadiers’ van 2C wijkt uit naar Assérac. Op 21 juni komt het III/18Li eveneens toe te Assérac. De manschappen van het II/2C en het III/18Li besluiten samen te blijven De manschappen van het II/2C en het III/18Li besluiten samen te blijven onder bevel van Majoor Vanderghinste. Helaas voor het detachement zijn ze afgesneden van de rest van de 7Div en zullen ze zelf hun weg terug naar België moeten zoeken.

III/2C in Frankrijk
Het IIIde Bataljon bevindt zich op dat ogenblik op enige afstand ten noorden van dit incident rond Missillac. Na overleg besluit een kleine groep rechtsomkeer te maken richting Lorient waar de Duitsers nog niet gesignaleerd zijn. Deze groep rond de Kapitein-commandanten Van Casteel en Cambier kan te La Turballe een plaatsje bemachtigen aan boord van een transportschip dat Poolse troepen naar het Verenigd Koninkrijk zal evacueren en komt uiteindelijk in het Belgische legerkamp te Tenby aan. Het gros van het IIIde Bataljon heeft besloten in Frankrijk te blijven en zoekt nog steeds een weg naar het zuiden.

22 juni 1940

Staf/2C in Frankrijk
Frankrijk ondertekent de onvoorwaardelijke wapenstilstand met Duitsland in Compiègne en komt met de Duitsers overeen om de nog aanwezige Belgen in het niet bezette deel van Frankrijk te ontwapenen en aan de Duitsers uit te leveren. Het 2C valt echter buiten deze regeling omdat zij zich in het door de Duitsers bezette deel van Frankrijk bevinden. Over hun lot is nog geen regeling getroffen.

III/2C in Frankrijk
De restanten van het IIIde Bataljon worden gevangen genomen. De manschappen worden afgevoerd naar het tijdelijke krijgsgevangenenkamp te Vannes.  

24 juni 1940

II/2C in Frankrijk
Het in Assérac achtergebleven gedeelte van II/2C en III/18Li proberen contact op te nemen met de Duitse bezetter. Majoor Vanderghinste begeeft zich naar de Kommandantur te La Baule en krijgt er aanvankelijk te horen dat zijn bataljon te voet moet terugkeren naar Vannes in Bretagne. De verplaatsing naar Vannes wordt voorbereid. 

II/2C in Frankrijk
Het detachement onder bevel van Majoor Vanderghinste, dat nog niet naar Vannes vertrokken was, krijgt nu bevel om naar Saint-Nazaire te marcheren. De bestemming wordt de dag nadien dan toch weer gewijzigd in Vannes. II/2C eb III/18Li keren op hun stappen terug en verplaatsen zich naar Vannes.

11 juli 1940

II/2C in Frankrijk
Het sinds eind juni te Vannes verblijvende detachement bestaande uit II/2C en III/18Li worden op 12 juli door de bezetter klaargemaakt voor de gevangenname. De manschappen moeten opnieuw naar Assérac marcheren.

19 juli 1940

Collège Saint-Louis in de Boulevard Albert 1er te Saint-Nazaire waar de manschappen van II/2C, III/18Li en II/56LI werden opgesloten nadat ze werden krijgsgevangen genomen (foto van 1935).

II/2C in Frankrijk
De manschappen van het II/2C worden nu definitief krijgsgevangen genomen en geïnterneerd in het Collège Saint-Louis van Saint-Nazaire [2] waar zich ook het eerder gevangen genomen II/56Li bevindt.

6 augustus 1940

II/2C in Frankrijk
De Duitse militaire overheid heeft besloten dat de in Saint-Nazaire opgesloten krijgsgevangenen behorende tot het III/18Li, het II/2C en het II/56Li naar ons land mogen terugkeren. De militairen worden op 10 augustus te Saint-Nazaire op een trein gezet richting Brussel-Zuid. De manschappen zullen hier ‘s anderendaags aankomen en worden vrijgelaten.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
6/IIANCIONLouis, E.SdtMil29.10.1911Etterbeek10.05.1940Veldwezelt
1/IBAUDOUWINErnest, V.J.SdtMil02.10.1912Jandrain10.05.1940Veldwezelt
6/IIBERNARDRené, A.Sgt24.01.1909Courcelles10.05.1940Veldwezelt
6/IIBOSSARTAlbert, J.Lt25.03.1912Rance10.05.1940Veldwezelt
8/IIBRANCARTArmand, F.SdtMil26.12.1912Ittre10.05.1940Rosmeer
OnbekendBRAUNPhilippe, J.SdtMil31.08.1912Liège11.05.1940Veldwezelt
3/IBREUKELEERSJean, B.SdtMil08.07.1914Londerzeel10.05.1940Veldwezelt
7/IICAMBIENAlexandre, J.1SgtMaj25/06/1898Brussel10.05.1940Veldwezelt
6/IICOLSONGeorges, A.G.SdtMil23.04.1913Nil-Saint-Vincent10.05.1940Veldwezelt
11/IIICOPPENSPolydoor, M.SdtMil11.01.1914Smetlede10.05.1940Gellik
1/ICOSMANMaurits, A.SdtMil25.06.1914Ingelmunster24.05.1940Boulogne-sur-Mer (F)
8/IIDANGRIAULouisSdtMil13.07.1913Obourg10.05.1940Mopertingen
8/IIDE BOLLEFrançoisSdtMil12.01.1913Sint-Joost-ten-Node10.05.1940Veldwezelt
OnbekendDE COSTEROscarSdtMil17.04.1913Anderlecht10.05.1940Veldwezelt
2/IDE JONGHEAugust, J.SdtMil3310.10.1913Brussel06.06.1940Boulogne-sur-Mer (F)
3/IDE KLEERMAKERFrans, J.SdtMil13.06.1914Nossegem10.05.1940Veldwezelt
15/IVDE SCHEPPEROscar, A.SdtMil10.02.1913Eke10.05.1940Kleine-Spouwen
3/IDE SMETJosse, M.F.Sgt21.12.1914Ukkel10.05.1940Rosmeer
11/IIIDE VISSCHERJacques, M.A.AdjtKROLt03.03.1914Gent10.05.1940GellikGedood te Kompveld
6/IIDE WEVEREdouardSgt28.02.1913Anderlecht10.05.1940Veldwezelt
7/IIDELVIGNERaymond, J.SdtMil25.04.1915Auvelais25.05.1940Saint-Martin-Boulogne (F)
2/IDESMETEmile, A.Sgt28.07.1912Vorst10.05.1940Veldwezelt
6/IIDEVROEDEJean, L.J.SdtMil29.01.1915Brussel10.05.1940Veldwezelt
6/IIDEWAELHENSPatrice, C.E.SdtMil09.11.1919Kapellen10.05.1940Veldwezelt
3/IDOSSOGNEJean, M.M.Sgt10.11.1911Jambes11.05.1940WermGedood in zijn voertuig na beschieting door Duits anti-tank geschut
7/IIDRIESSENSAntoineSdtMil08.06.1915Sint-Gillis10.05.1940Mopertingen
6/IIDRUGENANDJules, M.SdtMil17.10.1913Schaarbeek10.05.1940Veldwezelt
6/IIDUJACQUIERLucien, E.G.SdtMil21.09.1913Obaix10.05.1940Veldwezelt
OnbekendDUQUESNESébastienKpl03.06.1915Ukkel15.05.1940Maastricht (NL)Overleden aan verwondingen in veldlazaret.
7/IIERNSTJoseph, N.F.SdtMil19.04.1913Verviers10.05.1940Veldwezelt
8/IIGAILLEZArthur, F.SdtMil04.09.1913Strépy-Bracquegnies10.05.1940Rosmeer
10/IIIGEVAERTJanSdtMil31.03.1915Koekelberg20.05.1940Maastricht (NL)
2/IGHILLEBAERTRené, H.P.Sgt16.05.1915Zelzate10.05.1940Veldwezelt
6/IIGHISLAINHenri, F.SdtMil(Onbekend)Erquelinnes10.05.1940Veldwezelt
6/IIGREGOIREArmand, F.A.SdtMil21.06.1913Stavelot10.05.1940Veldwezelt
OnbekendGUADAConstantSdtMil29.04.1912Jemeppe-sur-Meuse10.05.1940Veldwezelt
6/IIGUILLAUMEMarcel, L.E.SdtMil25.05.1912Houtain-le-Val10.05.1940Veldwezelt
OnbekendGUILLEJean, B.F.1Sgt13.06.1914Schaarbeek10.05.1940Veldwezelt
6/IIGUYOTLéon, M.G.SdtMil04.01.1920Namur10.05.1940Veldwezelt
6/IIHAMELRYCKJean, B.SdtMil3326.07.1913Elsene10.05.1940Veldwezelt
3/IHAUSPYEGuy, J.A.AdjtKROLt02.02.1917Gent10.05.1940Veldwezelt
6*IIHENNEGHIENJoseph, A.J.SdtMil01.03.1915Bléharies10.05.1940Veldwezelt
6/IIHENRYCamille, F.SdtMil3401.09.1914Auvelais22.05.1940Le Touquet (F)Verwond 10.05 te Veldwezelt
13/IVJACOBSAndré, L.L.Sgt09.12.1913Etterbeek19.05.1940Maastricht (NL)
8/IIJANSSENSMarcelSdtMil31.12.1913Ukkel10.05.1940Veldwezelt
6/IIJOLIETMaurice, J.G.SdtMil18.11.1912Tilleur10.05.1940Veldwezelt
6/IILAEVERENPetrus, J.SdtMil09.08.1913Testelt10.05.1940Veldwezelt
6/IILECHARLIERLeon, O.SdtMil13.01.1915Laken10.05.1940Veldwezelt
6/IILEFEBVREJean, H.L.SdtMil13.05.1914Vorst10.05.1940Veldwezelt
6/IILOMBAERSMaurice, M.Lt16.08.1909Sint-Joost-ten-Node10.05.1940Veldwezelt
OnbekendMAESAlbert, G.J.SdtMil05.08.1915Anderlecht10.05.1940Veldwezelt
OnbekendMANGUAYMarcel, L.Kpl23.03.1912Chaudfontaine10.05.1940Veldwezelt
13/IVMARITEduard, M.SdtMil30.10.1915Bogaarden10.05.1940Veldwezelt
4/IMEERTSSiméon, C.A.SdtMil10.12.1913Braine-l'Alleud14.05.1940BorgloonOverleden aan zijn verwondingen in veldlazaret I/CA te Borgloon
8/IIMERSCHJean, A.Adjt09.01.1915Brussel10.05.1940Veldwezelt
8/IIMICHIELSPaul, J.Kpl02.07.1911Anderlecht10.05.1940Veldwezelt
6/IIMISTERGaston, J.SdtMil05.07.1913Houdeng-Aimeries10.05.1940Veldwezelt
6/IIMOSLETVictor, J.A.SdtMil27.03.1912Bossut-Gottechain10.05.1940Veldwezelt
OnbekendNOYENMarcel, J.SdtMil03.11.1912Brussel12.05.1940Maastricht (NL)
OnbekendPATERNMarcelSdtMil(Onbekend)Schaarbeek10.05.1940Veldwezelt
8/IIPAUWELSCharles, E.SdtMil09.07.1913Sint-Gillis10.05.1940Veldwezelt
4/IPEDERené, L.G.SdtMil07.02.1912Ittre11.05.1940Klein-Gelmen
6/IIPEETERSMarcel, G.SdtMil22.11.1912Beauvechain10.05.1940Veldwezelt
OnbekendPHILIPPETFrançois, J.J.SdtMil18.03.1913Ans11.05.1940BorgloonOverleden aan zijn verwondingen in veldlazaret I/CA te Borgloon
6/IIPOLLARTErnestSdtMil02.09.1910Bois-de-Lessines10.05.1940Veldwezelt
3/IPORTETELLEHenri, A.J.OLt27.04.1915Sint-Joost-ten-Node16.05.1940Maastricht (NL)
2/IRAMIOULLEJean, A.KplMil3226.11.1912Grâce-Berleur10.05.1940Veldwezelt
6/IIREGELJules, E.J.Sgt27.03.1913Elsene10.05.1940Veldwezelt
13/IVRENDERSEduard, A.SdtMil01.05.1915Vlezenbeek20.05.1940Buigny-Saint-Maclou (F)
3/ISAMPOUXRobert, J.SdtMil28.03.1912Sint-Gillis10.05.1940Veldwezelt
8/IISARTONJeanSdtMil23.01.1913Brussel10.05.1940Veldwezelt
11/IIISERGIERMarcel, C.C.SdtMil16.01.1914Nieuwkerke10.05.1940MopertingenGedood door inslag vliegtuigbom in de Dorpsstraat te Mopertingen
6/IISERVAISLéon, J.SdtMil26.02.1913Nethen10.05.1940Veldwezelt
6/IITILLMANNJoseph, A.SdtMil12.02.1912Leuven10.05.1940Veldwezelt
1/IUYLENBROECKFerdinandSdtMil3515.03.1915Sint-Pieters-Leeuw11.05.1940Bilzen
Staf/IVAN BEECKFrans, V.Sgt14.12.1907Antwerpen10.05.1940Veldwezelt
1/IVAN CRAENENBROECKTheofielSdtMil26.05.1915Kieldrecht10.05.1940Veldwezelt
4/IVAN PARYSAndré, J.SdtMil28.04.1914Assebroek10.05.1940Veldwezelt
1/IVAN PETEGHEMAimé, E.Sgt24.07.1914St-Amandsberg11.05.1940Bilzen
2/IVAN STEENBERGESéraphin, Y.SdtMil29.01.1913Brussel10.05.1940Veldwezelt
4/IVAN WESEMAELAlbert, P.SdtMil01.10.1914Bambrugge11.05.1940BorgloonOverleden aan zijn verwondingen in veldlazaret I/CA te Borgloon
8/IIVANACKERJean, J.L.SdtMil19.09.1915Brussel15.05.1940Maastricht (NL)
6/IIVANDENDRISSEEdouard, G.J.SdtMil11.04.1912Frasnes-Lez-Gosselies10.05.1940Veldwezelt
15/IVVANDER SLAGMOLENJan BaptistSdtMil30.08.1911Mollem10.05.1940Kleine-Spouwen
8/IIVANDERMEULENJoseph, J.SdtMil20.06.1913Sint-Jans-Molenbeek10.05.1940Veldwezelt
OnbekendVANDERPERREJean BaptisteSdtMil30.03.1912Dilbeek10.05.1940Veldwezelt
2/IVANDERSAENENHenri, LouisKplMil09.03.1920Oudergem14.05.1940Maaseik
3/IVANDEVENHipolyte, A.SdtMil24.09.1913Brussel10.05.1940Veldwezelt
6/IIVANHOUDTFrans, L.SdtMil09.08.1913Kaggevinne10.05.1940Veldwezelt
OnbekendVANNESFerdinand, E.SdtMil12.09.1913Vorst14.05.1940Maastricht (NL)
12/IIIVERSAENJan BaptistSdtMil08.10.1918Wemmel11.05.1940ZichemBrancardier
8/IIVERVONDELEdmondSdtMil29.06.1913Schaarbeek10.05.1940Veldwezelt
4/IVINCKEHector, C.J.SdtMil02.05.1914Tielrode10.05.1940Rosmeer
6/IIVROMANJulien, A.SdtMil15.03.1913Watermaal-Bosvoorde10.05.1940Veldwezelt
4/IWALGRAEVEAlbert, G.R.SdtMil25.10.1914Heist10.05.1940Veldwezelt
6/IIWATHELETHorace, L.SdtMil23.02.1912Auvelais10.05.1940Veldwezelt
15/IVWAUTERSHenriSdtMil01.09.1913Vlezenbeek21.05.1940Dieppe (F)Dodelijk gewond in luchtaanval op Dieppe en in lokaal hospitaal overleden.

Bibliografie en Bronnen

  1. Het peloton van de Franse Sous-Lieutenant Chat behoorde tot het verkenningseskadron (oftewel Détachement de Découverte – DD) van Capitaine Montardy. Het DD van Capt Montardy had als opdracht de vorderingen van de vijand te jalonneren vanaf het Albertkanaal (tussen Lanaken en Vroenhoven) tot de lijn Tienen – Hannuit. Hiertoe werd een verkenningspatrouille ter sterkte van een peloton uitgestuurd naar de bruggen van Veldwezelt en Vroenhoven. Het eskadron maakt deel uit van het Franse 12ème Régiment de Cuirassiers [12(FRA)RC] dat was belast met een dekkingsopdracht tijdens de inplaatstelling van het Franse Cavaleriekorps [(FRA)CC]. Volgens de geallieerde planning zal het (FRA)CC stelling nemen op de transversaal Tienen – Hannuit – Hoei als voorhoede van het 1(FRA)Leger dat zal worden ontplooid op de lijn Waver – Namen [On Line beschikbaar]: https://www.chars-francais.net/2015/index.php/journaux-de-marche/liste-des-journaux?task=view&id=586 [Laatst geraadpleegd 10 juni 2023]. Het peloton Chat bestond uit twee pantserwagens (oftewel Auto-Mitrailleuses de Découverte – AMD) Panhard en enkele moto’s met zijspan van het type Gnome-Rhône. Het spoor van het 12(FRA)RC door België werd gereconstrueerd door A. Bikar in zijn naslagwerk “Les détachements de découverte du 12e Cuirassiers français de la 3e Division Légère Mécanique en Belgique, les 10, 11 et 12 mai 1940”. In een naslagwerk bundelde hij vermeldingen van de aanwezigheid van de Franse verkenningsdetachementen in de verschillende documenten van Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. Het Peloton Chat probeerde om 10 mei al Veldwezelt te bereiken via Vroenhoven maar verloor hierbij één Panhard. Vermoedelijke reisweg afgelegd door het Peloton Chat op 10 mei: Péruwelz (10u00), Ernage nabij Gembloers (van 12u00 tot 15u00), Hannuit, Tongeren (16u30), Berg (19u00), Riemst, Vroenhoven (23u00) en Berg (24u00) waar de nacht van 10 op 11 mei wordt doorgebracht. Op 11 mei begaf het peloton zich vanuit Berg via ‘s Herenelderen, Rijkhoven en Grote Spouwen naar Mopertingen.
  2. Het Collège Saint-Louis gelegen aan de Boulevard Albert 1er Nr 10 te Saint-Nazaire werd in 1939 ter beschikking gesteld voor de opvang van Britse militairen van de RAF die in de regio ontscheepten tijdens de Schemeroorlog en de gebouwen gebruiken als kazerne. [On Line Beschikbaar]: http://www.lelancastria.com/index.php/fr/temoins-francais/100-m-barbin [Laatst geraadpleegd op 25 augustus 2022]. Op 17 juni 1940 verlieten de Britten Saint-Nazaire. Het college werd overgenomen door de Duitsers die er krijgsgevangenen in onderbrachten. De exodus van de Britten kadert in de “Operation Aeriel” vergelijkbaar met de “Operation Dynamo” in Duinkerke. In Saint-Nazaire loopt het desastreus af. De HMS Lancastria met meer dan 7.000 personen aan boord wordt gebombardeerd en zinkt. Er zijn slechts 2.700 overlevenden [On Line Beschikbaar]:
    https://www.cnrs-scrn.org/northern_mariner/vol20/tnm_20_407-418.pdf [Laatst geraadpleegd op 25 augustus 2022]. Huidige locatie van het college te zien via Google Streetview [On Line beschikbaar]:https://www.google.com/maps/@47.2678027,-2.2193801,3a,75y,268.95h,81.59t/data=!3m6!1e1!3m4!1swqRdqX9OSGO_ghzoNx-EjQ!2e0!7i16384!8i8192  [Laatst geraadpleegd 26 augustus 2022].
  3. “Van de uitwegen van Maastricht tot de voet van de Pyreneeën”, Kolonel b.d. Duez, 1975, tijdschrift verbroedering 18Li.
  4. “Mijn kleine oorlog”, Louis Paul Boon
  5. “Historique des forces Armées, N° C.1.56.-5 Titre V l’action de l’artillerie, 1946, CHD Evere
  6. Website amicale 20A
  7. Gedetailleerd verslag van Majoor Tilot, commandant 6Gn opgesteld te Prenzlau op 06 juni 1942, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  8. Verslag Majoor Van Driessche, Comd II/2C, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie
  9. Verslag Luitenant Dumoulin, Staf II/2C, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie
  10. Verslag Adjt KROLt Burgun, Pl Comd 3Pl 8Cie/II/2C, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie
  11. Dagboek van een fatale seconde – 11 mei 1940, Pierre Baerten, Luc Tonneau en Jean-Louis Sourbron, Geschied- en Heemkundige kring Werm, 2013.
  12. L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne.
  13. Monument gesneuvelde piloten van RAF Fairey Battle L5227 in Heseputterstraat Eigenbilzen.
  14. Getuigenis door Kolonel SBH L. Long in het maandblad van de Verbroedering van Reserveofficieren en -onderofficieren van de Karabiniers en de Karabiniers-Wielrijders uit maart 1947.
  15. Si le 20ème Régiment d’Artillerie m’était conté, door J. Thonus, April 2008, Printhouse Défense.
  16. Door de grote toevloed aan Belgische gewonden zagen de Duitsers zich verplicht om een Haupt-Kriegsgefangenlazarett in het Jezuïtenklooster aan de Tongersestraat in te richten. Hier werden vanaf 13 mei tot duizend gewonde Belgische en geallieerde krijgsgevangenen verzorgd. Enkelen van hen die overleden in dit Duits veldhospitaal werden begraven op het kerkhof van Maastricht. Lijst met de in Maastricht begraven Belgische militairen [On Line beschikbaar]: http://www.maastrichtsegevelstenen.nl [Laatst geraadpleegd 27 maart 2022].
  17. Belgisch militair ereperk op het kerkhof van Maastricht gelegen langs de Tongerseweg in Maastricht.
  18.