33ste Regiment Artillerie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 33ste Regiment Artillerie | 33ème Régiment d’Artillerie | 33A
Type Versterkings- en Opleidingsregiment van de artillerie
Ontdubbeld van 3de Regiment Artillerie
8ste Regiment Artillerie
15de Regiment Artillerie
Onderdeel van Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie
Bevelhebber Kolonel SBH Alexis Grégoire
Adjudant-majoor Majoor René Grandjean
Standplaats Mechelen
Samenstelling I Groep Instructie
(Kapitein-commandant Ivan Orban)
1ste Instructiebatterij met 4 x C75GP kanonnen (Cdt A. Bauvet)
2de Instructiebatterij met 4 x C75TR kanonnen (Lt A. del Marmol)
3de Instructiebatterij met 4 x C75TR kanonnen
4de Instructiebatterij met 4 x Ob105GP houwitsers
  II Groep Instructie
(Kapitein-commandant Staelens)
1ste Instructiebatterij met 4 x C105L kanonnen (Lt Depoitre)
2de Instructiebatterij met 3 x Ob105GP houwitsers (Lt Goossens)
  III Groep Versterking
(Kapitein-commandant Emile Vroonen)
9de Batterij Versterking
10de Batterij Versterking
11de Batterij Versterking
  Batterij Depot en Diensten  
  Schoolbatterij
(Kapt R. Somjean)
 

Tijdens de mobilisatie

Staf/33A
Voor de aanvang van de mobilisatie besliste de legerleiding dat er voor de artillerie, in tegenstelling tot de andere wapens van het leger, geen eigen Versterkings- en Opleidingscentrum (VOC) opgericht zou worden. Er bestonden ook geen specifieke Versterkings- en opleidingsregimenten om de nog te verwachten rekruten van de klassen ’39 en ’40 op te leiden of om de nog op te roepen reservisten op te vangen. Dit diende te gebeuren door de Schoolbatterijen van elk regiment afzonderlijk. Deze Schoolbatterijen zouden achterblijven in hun vredesvoet kazerne wanneer de gemobiliseerde regimenten naar hun gevechtsposities vertrekken.

Bij de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan in 1939 krijgt de artillerie dan toch een specifieke versterkings- en opleidingsstructuur, namelijk het Aanvullings en Opleidings Depot van de Artillerie (AOD/A oftewel in het Frans: Dépôt de Renfort et d’Instruction de l’Artillerie – DRI/A). Aanvankelijk worden binnen dit depot alle Schoolbatterijen gegroepeerd om de vorming van nieuwe artilleristen over te nemen van de gemobiliseerde eenheden van het veldleger. In het voorjaar van 1940, kort na de eerste oproepingen van de klas 40, ontstaan uit deze structuur zes onafhankelijke Versterkings- en opleidingsregimenten; 31A32A, 33A en 34A als Versterkings- en opleidingsregimenten voor de lichte artillerie, het 6LA voor de zware artillerie en 3DTCA voor de luchtdoelartillerie.

Kazerne Baron Michel, Mechelen

De Baron Michelkazerne te Mechelen waar 33A wordt gemobiliseerd, tevens vredesvoet garnizoen van 8A.

Het 33ste Regiment Artillerie (33A) wordt opgericht in maart 1940 in de Baron Michelkazerne te Mechelen en dient beschouwd te worden als een ontdubbelingsregiment van 3A, 8A en 15A. De Baron Michelkazerne is trouwens het vredesvoet garnizoen van 8A. De bevelhebber van het nieuwe regiment is Kolonel SBH Grégoire. Van bij de oprichting van het regiment worden de miliciens van de klas 40 aangehecht bij de Instructiebatterijen voor het volbrengen van hun opleiding. Deze Instructiebatterijen hebben ook eigen kanonnen. De versterkingsbatterijen bestaan voor 10 mei alleen uit kaderpersoneel. Deze batterijen hebben geen eigen kanonnen en kunnen de van mobilisatie vrijgestelde reservisten maar in de rangen opnemen na afkondiging van de algemene mobilisatie (fase E van het mobilisatieplan), hetgeen pas zal gebeuren na het starten van de vijandelijkheden. De officieren en onderofficieren die zullen moeten instaan voor de instructie van de nieuwe rekruten worden in versterking gestuurd door 3A, 8A, 15A maar ook het Vestingsregiment van Luik (RFL) dat tot het IIIde Legerkorps (III/LK) behoort moet zijn bijdrage leveren.

De organisatie van 33A wijkt enigszins af van de organisatie van de andere Versterkings- en opleidingsregimenten van de artillerie omdat alle instructiebatterijen samengebracht zijn in de Iste en IIde Groep Instructie. De versterkingsbatterijen zijn allen samengebracht in de IIIde Groep Versterking. In volle vredestijd, voor de start van de mobilisatie, behoorden 3A, 8A en 15A tot het IIIde Legerkorps (III/LK) dat toen nog bestond uit de 3de en de 4de Infanteriedivisie. Hierdoor kan men stellen dat het 33A het Versterkings- en opleidingsregiment was van de artillerie-eenheden van het vooroorlogse IIIde Legerkorps. Om die reden wordt het 33A ook dikwijls vermeld als AOD/A III/LK ( oftewel DRI/A III/LK). Eens op oorlogsvoet gebracht zal het regiment kunnen beschikken over 73 officieren, 177 onderofficieren en 3.785 manschappen.

SchoolBij/33A
33A heeft ook een eigen Schoolbatterij. In deze Schoolbatterij worden de toekomstige kaders gegroepeerd. Het betreft de Kandidaat Reserve Officieren en de Kandidaat Reserve Onderofficieren bestemd voor 3A, 8A,en 15A.

Staf/33A
Om 06u00 wordt de algemene mobilisatie afgekondigd naar aanleiding van de Duitse inval in België. Door de afkondiging van de algemene mobilisatie worden de oudere reservisten en vrijgestelden opgeroepen om de IIIde Groep Versterking te vervoegen. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens waren geroepen. Eveneens om 06u00 geeft de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (HK/TRI) het bevel om, zoals voorzien in het mobilisatieplan, uit te wijken naar oorlogskantonnenmenten die zich in diverse kleinere dorpen en steden van Oost- en West-Vlaanderen bevinden. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger door de Duitse luchtmacht gebombardeerd zullen worden. Het 33A moet zich naar Maldegem begeven. Het was de bedoeling om hier, verwijderd van het front, de opleiding in relatieve rust te kunnen voortzetten. De artilleristen van 33A maken zich na de afkondiging van de algemene mobilisatie gedurende de rest van de dag klaar om hun vooraf verkende oorlogskantonnement te Maldegem in te nemen.

III/33A
De IIIde Groep Versterking (III/33A) wordt op de eerste oorlogsdag geactiveerd te Bonheiden waar zich bijgebouwen van de kazerne Michel bevonden. De opgeroepen reservisten voor 33A moeten zich naar Bonheiden begeven. De groep blijft de ganse dag ter plekke en maakt zich klaar om samen met het regiment naar Maldegem te vertrekken.

SchoolBij/33A
Om 01u00 ontvangt Kapt Somjean het algemeen alarm en de opdracht om met de Schoolbatterij naar zijn alarmkantonnement in Bonheiden te marcheren vanaf eerste klaarte. De Schoolbatterij verlaat de Michelkazerne om 05u00 en verplaatst zich in colonne te voet naar Bonheiden. De ganse dag wordt gebruikt met het organiseren van de bevoorrading naar Bonheiden en met het verdelen van de leerlingen over de verschillende batterijen van III/33A. Eens deze reorganisatie doorgevoerd wordt de SchoolBij opgedoekt. Kapt Somjean neemt tijdelijk het bevel over van III/33A en krijgt de opdracht de groep klaar te maken voor de verplaatsing per spoor naar West-Vlaanderen.

Staf/33A
Het 33A verlaat Mechelen per trein en reist af richting Maldegem.

Staf/33A
Door de snelle opmars van de Duitsers werd het voor het Groot Hoofdkwartier (GHK) snel duidelijk dat de verdere opleiding van de nieuwe rekruten enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kon gebeuren. De Staf van 33A ontvangt om 14u00 het schriftelijk bevel van het HK/TRI om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde.

Het regiment maakt zich klaar voor de evacuatie naar Frankrijk, maar blijft voorlopig nog ter plekke. De verplaatsing naar Frankrijk is echter totaal niet voorbereid. Er is geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er zijn geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er is slechts proviand voor twee dagen en er bestaat geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moet de commandant van het 33A zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7 Franse leger van generaal Giraud door Vlaanderen vervoerd hebben op weg naar Breda. Het bevel om naar Frankrijk te vertrekken komt echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en begint hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.

Te Maldegem meldt Kapitein-commandant Jamotte dat zo’n 1.600 spoorwegarbeiders uit de streek van Luik en Verviers zich te Maldegem bevinden. Deze personeelsleden van de NMBS werden op 10 mei gemobiliseerd als onderdeel van het Speciaal Korps der Spoorwegen, Telegraaf en Telefoon en kwamen op 11 mei in Maldegem toe waar ze bij burgers gehuisvest werden [1]. Het 33A krijgt het bevel om de manschappen niet in onderhoud te nemen, maar door te sturen naar het Versterkings- en Opleidingscentrum van de Genie (VOC/Gn) te Oostende.

Staf/33A
Om de verhuis naar Frankrijk beter te kunnen coördineren worden de zes Versterkings- en opleidingsregimenten van de artillerie gehergroepeerd in een Versterkings-en Opleidingscentrum van de Artillerie (VOC/Aie). Het VOC/Aie wordt te Beernem opgericht op 14 mei en krijgt als bevelhebber Kolonel Duquesnoy, regimentscommandant van het 32A. Het 33A, evenals de vijf andere Versterkings-en opleidingsregimenten van de artillerie, wordt onder bevel geplaatst van het VOC/Aie.

Kolonel Duquesnoy gaat onmiddellijk over tot een reorganisatie van de zes regimenten. De artillerie van het veldleger heeft immers belangrijke verliezen geleden en er moeten dringend nieuwe groepen en batterijen gevormd worden om de tekorten aan te vullen. Al gauw is duidelijk dat die nieuwe eenheden opgebouwd moeten worden met manschappen en materieel uit de verschillende Versterkings- en opleidingsregimenten. Om dit doel te bereiken beslist hij een beroep te doen op de opgeleide oudere reservisten van de versterkingsbatterijen en deze uit te rusten met de nog beschikbare kanonnen van de instructiebatterijen. Deze nieuwe batterijen worden dan verder aangevuld met personeel van de betrokken artillerieregimenten dat is kunnen ontsnappen en doorgestuurd werd naar het VOC/Aie.

Groepering Versterking/33A
III/33A, nu uitgerust met kanonnen, wordt ondergebracht in het VOC/Aie detachement Vlaanderen onder bevel van Kolonel Duquesnoy. De reorganisatie verloopt niet erg vlot. Vooreerst heerst er onduidelijkheid over welk type geschut het veldleger nodige heeft. Uiteindelijk zal blijken dat er alleen interesse zal zijn in batterijen die over C105L kanonnen en Ob155 houwitsers beschikken. Daarnaast zijn ook niet alle batterijen van het VOC/Aie op volle sterkte en is er een algemeen tekort aan uitrusting en wapens.

Groepering Instructie/33A
De instructiebatterijen van I/33A en II/33A, die nu geen vuurmonden meer hebben, worden samengebracht in de Groepering Instructie/33A en onder bevel geplaatst van een nieuw opgericht Regiment Instructie. Dit Regiment Instructie (ook wel VOC/Aie detachement Frankrijk genoemd) wordt bevolen door Luitenant-Kolonel De Bueger voormalige commandant van het 3DTCA. De rekruten van de klas ’40 van het 33A, ondergebracht in de Iste en IIde Groep Instructie, zullen dan ook met hun beperkte bewapening en het nodige lesmateriaal op de trein richting Frankrijk gezet worden om daar hun opleiding in de buurt van Limoux in het departement van de Aude te vervolmaken.

Schoolbatterij/33A
De schoolbatterij van 33A wordt ontbonden en de Kandidaat Reserve Onderluitenanten worden in overtal bij de overige batterijen geplaatst.

Groepering Instructie/33A
Het 33A laat zijn miliciens van de klas 40 in één enkel treinstel richting Frankrijk vertrekken.

Groepering Versterking/33A
Het in ons land achtergebleven deel van het 33A verhuist naar nieuwe kantonnementen te Knesselare. Het regiment wordt gebruikt voor het aanvullen van de verliezen van het zwaar toegetakelde 14de Regiment Artillerie (14A). Normalerwijze moest het 14A heruitgerust worden door 31A, het Versterkings- en opleidingsregiment van de artillerie van het Iste Legerkorps (I/LK). Omdat de instructiebatterijen van 31A met hun kanonnen werden ingezet voor de verdediging van Brussel tegen parachutisten wordt het 14A heruitgerust door de versterkingsbatterijen van 32A en 33A.

Groepering Versterking/33A
Het Groot Hoofdkwartier wijzigt zijn plannen van 14 mei om de versterkingsbatterijen in ons land te houden en beveelt aan Kolonel Duquesnoy om al het overtollige personeel van het VOC/Aie dat zich nog in Vlaanderen bevindt onmiddellijk klaar de maken voor de evacuatie naar Frankrijk. Het Belgisch opperbevel lijkt er zich onvoldoende van bewust dat dit evacuatiebevel veel te laat komt. Na de Duitse doorbraak te Sedan stormen de troepen van Hitler immers razendsnel naar de Atlantische kust richting Abbeville met de bedoeling de geallieerden te omsingelen in Noord-Frankrijk en België. Naar aanleiding van het evacuatiebevel begeeft de Groepering Versterking/32A zich langs de baan naar Tielt.

De Kapitein Bauvet en de Luitenanten Wery en Ancion gaan over naar de IVde Groep van het 14A. Deze groep wordt gereorganiseerd van twee batterijen C120 kanonnen naar drie batterijen C75TR geschut.

Groepering Versterking/33A
Bij het 33A blijven te Tielt voldoende manschappen en geschut achter voor ongeveer drie schootsbatterijen.

  • Detachement Decoster
    Na het evacuatiebevel van 18 mei worden de reservisten van 33A die nog in ons land vertoeven maar niet aangehecht zijn bij een schootsbatterij ook op een trein richting Frankrijk gezet. Kapitein-commandant Decoster beveelt dit detachement. De trein vertrekt uit Pittem nabij Tielt.

Groepering Versterking/33A
Het in Tielt achtergebleven detachement trekt via de baan naar Pittem, Ardooie en Roeselare om vervolgens te Passendale nieuwe kantonnementen op te zoeken.

Groepering Versterking/33A
Inmiddels wordt het detachement te Passendale klaargemaakt voor de inzet aan het front. Het beschikbare geschut zal doorgestuurd worden naar het 3de Regiment Artillerie (3A) om hier in hoofdzaak de IIIde Groep van dit regiment aan te vullen. Er worden twee batterijen C75GP en een batterij C75TR gevormd, die elk een bemanning van drie artilleristen per vuurmond zullen tellen. Onder leiding van Major Demey van het 3A wordt de marscolonne rond 20u00 gevormd op de baan van Passendale naar Moorslede.

  • Detachement Decoster in Frankrijk
    De trein met de overtollige reservisten van het 33A die op 19 mei te Pittem vertrok, komt rond 18u00 na een moeizame tocht aan in het goederenstation Duinkerke-Zeehaven. Hier staan op dat ogenblik heel wat treinen uit ons land te wachten op een vrije route naar het zuiden van Frankrijk. Door de inname van Abbeville is de aftocht echter onmogelijk. Bovendien wordt het station ettelijke keren vanuit de lucht aangevallen. Er vallen geen slachtoffers bij het 33A, maar de locomotief wordt onherroepelijk beschadigd. Om 21u00 vertrekken Kapitein-commandant Decoster en zijn manschappen dan maar te voet naar Calais. Het enkele C105L kanon en de twee caissons waarover het detachement Decoster beschikt, worden teruggestuurd naar ons land. Dit materieel zal naar De Flesse gestuurd worden.

Groepering Versterking/33A

  • Detachement Decoster in Frankrijk
    In ons land laat de staf van het VOC/Aie aan alle achtergebleven eenheden weten dat de evacuatie naar Frankrijk niet langer uitvoerbaar is. Alle eenheden van het VOC/Aie die op dat ogenblik nog in Noord-Frankrijk of België aanwezig zijn, zullen ten dienste van de strijd in Vlaanderen ingezet worden. De colonne van Kapitein-commandant Decoster botst om 01u00 op een stroom vluchtelingen, burgers en militairen die vanuit het zuiden door de Duitsers werden teruggedreven richting Calais. Na een korte rustpauze trekken ze verder naar Bourbourg waar ze door de Britten bevoorraad worden en vernemen dat het GHK beslist heeft dat ze terug naar België moeten. Hierop keert de colonne onmiddellijk op zijn stappen terug en marcheert via Bergues naar Duinkerke.

Groepering Versterking/33A

  • Detachement Decoster in Frankrijk
    Decoster en zijn manschappen bereiken opnieuw hun achtergelaten trein in het goederenstation van Duinkerke-Zeehaven. De manschappen willen hun uitrusting recupereren, maar de trein is intussen geplunderd. De tocht wordt dan maar verder gezet naar Adinkerke. In twee dagen en twee nachten hebben de manschappen ruim 100 km afgelegd.

Groepering Versterking/33A
Het GHK vraagt Kolonel Grégoire om een officier in versterking te sturen naar de Generale Staf. OLt Res Nisoli wordt aangeduid en begeeft zich nog diezelfde dag naar het GHK. OLt Nisoli zal tot de capitulatie bij het GHK aangehecht blijven.

  • Detachement Decoster
    Het totaal uitgeput detachement Decoster wordt te Adinkerke opgehaald met vrachtwagens van het 33A en naar Lichtervelde gebracht. De manschappen zullen niet meer ingezet worden bij de verdere gevechten in ons land.

Groepering Versterking/33A
De drie schootsbatterijen worden samengevoegd met de nog operationele elementen van het 31A en 32A en onder bevel geplaatst van Majoor Scouvemont van het 33A.

  • Detachement Decoster
    Het detachement Decoster vormt zich om tot een batterij fuseliers, bestaande uit vier pelotons. Het detachement zal Lichtervelde niet meer verlaten.

Detachement Scouvemont
Het detachement van Majoor Scouvemont verhuist naar Handzame. De colonnes blijven in wachtpositie en worden vervolgens naar Keiem gestuurd.

Groepering Instructie/33A in Frankrijk
Het Belgische leger capituleert in Vlaanderen. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. De Groepering Instructie 33A in Frankrijk bestaat uit volgende batterijen: 1/I/33A, 2/I/33A, 3/I/33A, 4/I/33A, 1/II/33A, 2/II/33A gekantonneerd te Limoux, Ladern-Saint-Lauquet, Alet-les-Bains en Cournanel (Aude)

4 juni 1940

Groepering Instructie/33A in Frankrijk
Het Commando van de Versterkings- en Opleidingscentra (HK/TRI) onder bevel van Luitenant-generaal Wibier, is ingegaan op een Frans verzoek om 10.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden de Bataljons Versterking aangeduid voor deze opdracht teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Aangezien het 33A alleen instructiebatterijen heeft wordt hen niet opgelegd een werkbataljon te leveren.

6 juni 1940.

Groepering Instructie/33A in Frankrijk
Op 6 juni vragen de Fransen nog eens 20.000 militairen extra om veldwerken uit te voeren. 16.000 hiervan dienen aangeduid te worden door het HK/TRI. Het HK/TRI ziet zich nu genoodzaakt om ook de Bataljons Instructie met deze opdracht te gelasten. Zes groepen instructie van het VOC/Aie worden nu opgevorderd om ingezet te worden als werkbataljon. De Staf/Groepering Instructie 33A krijgt de opdracht om met de beschikbare rekruten twee werkbataljon van 840 man samen te stellen [6].

8 juni 1940

I/33A in Frankrijk
Het werkbataljon van I/33A, onder bevel van Kapitein-commandant Orban, vertrekt op 08 juni naar Châlons-sur-Marne (oftewel gekend onder zijn huidige benaming als Châlons-en-Champagne) .

II/33A in Frankrijk
Het werkbataljon van II/33A staat onder bevel van Kapitein-commandant Staelens en wordt op 8 juni samengesteld. De manschappen voor dit bataljon worden geput uit de twee batterijen instructie van de IIde Groep die omgevormd worden tot vier compagnies. De enige richtlijnen die Cdt Staelens heeft betreffende de opdracht van zijn bataljon is de eindbestemming van de treinreis; Châlons-sur-Marne.

  • De 3Cie van II/33A wordt bevolen door Lt Res Goossens en bestond uit 200 man waaronder één 1Lt (de compagniecommandant) één OLt, vijf wachtmeesters en zes brigadiers.

9 juni 1940

II/33A in Frankrijk
Het werkbataljon van II/33A stapt op 09 juni om 09u10 op de trein te Alet-les-Bains. Het eerste deel van de treinreis gaat vanuit Alet naar Limoux, Carcassonne, Toulouse en Montauban naar Brives-la-Gaillarde. Te Castelnaudary (ten westen van Carcassonne) wordt tijdens een kort oponthoud de trein met het werkbataljon van II/32A aangekoppeld aan de trein van II/33A. II/32A was in het station van Belvèze-du-Razès opgestapt en zal vanaf Castelnaudary met dezelfde trein van II/33A richting Châlons-sur-Marne reizen om er ten behoeve van de Franse troepen loopgrachten en steunpunten aan te leggen achter de Marne.

I/33A in Frankrijk
Het werkbataljon van Cdt Orban komt op 10 juni aan te Châlons-sur-Marne en wordt doorgestuurd naar Athis, op een 20-tal kilometer ten NW van Châlons. In Athis wordt een kantonnement ingericht.

II/33A in Frankrijk
Het II/33A spoort verder van Brive-la-Gaillarde naar Limoges, Orléans, Etampes en Juvisy-sur-Orge ten zuiden van Parijs.

II/33A in Frankrijk
Na de nacht doorgebracht te hebben te Juvisy-sur-Orge wordt verder doorgereisd langs de oude spoorlijn van Parijs naar Straatsburg via Gretz-Armainvilliers, Coulommiers, La Ferté-Gaucher en Sézanne richting Châlons-sur-Marne. Te Sézanne zien ze het werkbataljon van het 5de Regiment Karabiniers-Wielrijders (5Cy) aan het werk. Om 13u30 komt de trein, met aan boord het II/32A en het II/33A, toe in het station van Châlons-sur-Marne. Cdt Staelens neemt contact met de Franse Plaatscommandant van Châlons maar die is niet op de hoogte van de komst van de Belgen en kan geen opdracht toekennen aan de twee werkbataljons. Daarenboven zijn er geen kantonnementen meer beschikbaar in Châlons-sur-Marne waardoor beslist wordt de trein voorlopig te parkeren op het rangeerterrein van het station. Om 19u00 beslist de Franse Plaatscommandant om de Belgen, die niet beschikken over wapens, gasmaskers, bevoorrading noch geneeskundige verzorging, door te sturen naar een Frans logistiek centrum in Saint-Dizier. Saint-Dizier bevindt zich een 60 tal kilometer meer naar het zuiden. Intussen worden een aantal zieke militairen van de trein gehaald maar de Fransen weigeren om ze te verzorgen. Wanneer de trein om 21u00 plots vertrekt naar St-Dizier is er geen tijd meer om de zieken terug aan boord te nemen, ze blijven alleen achter in het station van Châlons-sur-Marne.

12 juni 1940

I/33A in Frankrijk
Op 12 juni is de vijand reeds zeer dicht genaderd bij Athis waarop Cdt Orban bevel geeft om in kleine groepjes richting Troyes af te marcheren. De compagnie van Lt Delbrouck slaagt erin door te marcheren tot Les Ricey op een 14-tal kilometer ten zuiden van Bar-sur-Seine waar hij samen met zijn compagnie op 17 juni krijgsgevangen wordt genomen.

II/33A in Frankrijk
De trein komt rond 02u30 tot in Saint-Dizier maar ook hier weet men niet wat met de Belgen aan te vangen. Na enig rondvragen wordt om 14u00 de beslissing meegedeeld dat de trein door moet rijden tot Romilly-sur-Seine. De trein verlaat het station van Saint-Dizier om 16u30 en zal in de loop van de nacht van 12 op 13 juni toekomen in Romilly-sur-Seine.

13 juni 1940

II/33A in Frankrijk
Het II/33A komt rond 02u00 toe in Romilly-sur-Seine maar ook hier heeft men geen opdracht voor de twee werkbataljons. Er wordt afgewacht in de trein tot uiteindelijk om 08u00 twee kapiteins van de Franse genie in het station toekomen met de opdracht de werkbataljons op te vangen. Hier wordt vernomen dat de twee werkbataljons te Anglure, zo’n 12-tal kilometer meer naar het noorden, een Frans Geniebataljon moeten helpen met het aanbrengen van een 6 kilometer lange prikkeldraadversperring langs de zuidelijke oever van de Aude. Om de voetmars tot Anglure in te korten wordt de trein om 10u30 nog doorgestuurd naar St-Just-Sauvage (Departement van de Marne) in de vallei van de Seine waar de manschappen van II/33A om 11u45 uitstappen [2]. II/32A krijgt opdracht te kantonneren in Saint-Just-Sauvage, II/33A wordt te voet doorgestuurd naar Etrelles-sur-Aube. De bagage van II/33A wordt door Franse vrachtwagens tot in Etrelles gebracht, de manschappen leggen de afstand te voet af en komen tegen 15u00 in hun kantonnement toe. Om 16u00 wordt de vijand reeds gesignaleerd in Sézanne ten noorden van Etrelles en een uur later bevindt de vijand zich reeds op 10 km van het kantonnement van II/33A. Op dat ogenblik geeft Cdt Staelens het bevel om terug te trekken naar het zuiden richting Saint-Florintin waar ze krijgsgevangen worden genomen.

17 juni 1940

Groepering Instructie/33A in Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. Het Franse leger was niet in staat de Duitse stormloop te stuiten en al snel moesten de werkbataljons teruggestuurd worden. Daarenboven werd op 17 juni de Franse capitulatie aangekondigd. De terugkeer van de werkbataljons van het VOC/Aie verliep niet van een leien dakje. Een gedeelte van de manschappen werd gevangen genomen en de rest keerde in kleine groepjes terug. De uitgeputte overblijvers, een 200 tal van I/33A en een 300 tal van II/33A bereiken een week later Limoux na een bijzonder ellendige vlucht. Op de terugtocht naar Limoux komen de Soldaten Delmaire, Dethor, Ritzerveld, Terwagne en Trokay om het leven.

22 juni 1940

Groepering Instructie/33A in Frankrijk
Door het groot aantal verliezen bij de werkbataljons drong de reorganisatie van de VOC’s zich op. Op 22 juni wordt door het HK/TRI het bevel uitgevaardigd om nieuwe regimenten samen te stellen met de rekruten van de Instructieregimenten, de wederopgeroepenen van de Versterkingseenheden aangevuld met elementen van het veldleger die aan Duitse gevangenschap wisten te ontsnappen. Het VOC/Aie beslist om de groeperingen instructie van alle regimenten te laten opgaan in het nieuw opgerichte Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie onder leiding van Majoor Hardenne van 6LA. Dit nieuwe regiment omvat twee groepen, een instructiegroep en een versterkingsgroep. Alle nog overblijvende batterijen veldartillerie en stafelementen van 31A, 32A, 33A, 34A en 6LA worden in dit regiment ondergebracht en de regimentsstaf installeert zich in Pomas (Aude). Het 33A levert vijf batterijen voor het nieuwe Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie, namelijk de 5/II, 6/II en 7/II en de 3/III en 4/III, waarna het de facto verdwijnt van de slagorde. 

Met de ondertekening van de Franse capitulatie in Compiègne op 22 juni wordt het duidelijk dat de rol van de VOC’s in Frankrijk is uitgespeeld. Het VOC/Aie bevindt zich in het niet bezet stuk van Frankrijk en valt onder de Vichy regering. Er zijn niet direct plannen om Frankrijk te verlaten en uit te wijken naar een uitvalsbasis van waaruit de strijd kan worden verdergezet. De Vichy regering zal dit zeker niet aanmoedigen en eerder beslag leggen op het aanwezige militair materieel zoals dit met de Duitsers was overeengekomen.

augustus 1940

Versterkings- en Opleidingsregiment Artillerie in Frankrijk
Eind augustus wordt ook het VOC/Aie gerepatrieerd naar ons land bij de ontbinding van de Belgische strijdkrachten in Frankrijk.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
5/IIDELMAIRERaymond, G.G.SdtMil4004.12.1920Bernissart15.06.1940Auxerre (F)
3/IDETHORRoger, A.J.SdtMil4019.09.1920Mont16.06.1940Jully-sur-Sarce (F)
OnbekendDOCKXAlfonsBrigBV0929.03.1889Mechelen31.05.1940Peuplingues (F)
10/IVJANSSENSJoseph, L.F.SdtMil4020.01.1921Tienen17.06.1940Arthonnay (F)
5/IIPILARTZJoseph, J.E.SdtMil20.01.1903Verviers24.08.1940SchaarbeekOverleden in
5/IIRITZERVELDLouis, C.SdtMil4025.02.1921Bressoux15.06.1940Auxerre (F)
3/ITERWAGNECharles, M.E.SdtMil4028.10.1920Nandrin15.06.1940Les Riceys (F)
3/ITROKAYRené, P.SdtMil4006.03.1920Bellaire16.06.1940Les Riceys (F)

Bibliografie en Bronnen

  1. Dit wordt bevestigd in het oorlogsdagboek van Leona Savat gepubliceerd in het Jaarboek 1999 van de heemkundige kring Het Ambacht van Maldegem [On Line beschikbaar als PDF]. Zij vermeld de aankomst van 1.060 personeelsleden van de NMBS uit de provincie Luik in Maldegem op 11 mei 1940.
  2. Wanneer de manschappen van II/33A op 13 juni uit de trein stappen te Saint-Just-Sauvage bevindt het werkbataljon van 5Cy zich reeds in deze stad. Zij hadden zich net teruggetrokken uit Anglure omdat de vijand zich te Sézanne, op enkele km ten noorden van Anglure, bevond. Kort na de middag wordt Saint-Just-Sauvage hevig gebombardeerd door de Duitse luchtmacht.
  3. Uitgebreid verslag Kapitein R. Somjean, beroepsofficier bij III/33A, opgesteld op 15 december 1945, deel van het dossier 33A in het Centrum Historische Documentatie (CHD) te Evere. Kapitein Somjean werd tijdens de mobilisatie vanuit het 15A naar 33A overgeplaatst waar hij commandant was van de Schoolbatterij.
  4. Summier verslag Kapitein-commandant Mathewe, officier bij 33A, CHD te Evere.
  5. Verslag Luitenant Goossens, commandant van de 2de Instructiebatterij van II/33A en later commandant van de 3Cie van het werkbataljon van II/33A, in dossier 33A van het CHD te Evere.
  6. Binnen het VOC/Aie in Frankrijk worden de werkbataljons die het VOC/Aie moet leveren doorlopend genummerd. Zo wordt in de verschillende verslagen van het CHD het werkbataljon van I/33A ook het 3e Bataillon Travailleurs en het werkbataljon van II/33A het 4e Bataillon Travailleurs genoemd.
  7. Summier verslag Luitenant Res D. Schoofs die op 10 mei het 33A te Maldegem vervoegde en werd aangehecht aan III/33A en in België achterbleef.
  8. Summier verslag Luitenant Res M. Snoeck, de officier TS van het 33A
  9. Sézanne lag op de oude spoorlijn van Parijs naar Straatsburg. Het is de enige lijn die Parijs met Châlon-sur-Marne verbindt via Sézanne. Achtergrondinformatie bij deze spoorlijn [On Line beschikbaar]: https://fr.wikipedia.org/wiki/Ligne_de_Gretz-Armainvilliers_%C3%A0_S%C3%A9zanne [Laatst geraadpleegd 10 november 2019].
  10. Jamart, J. 1994, L’armée belge de France en 1940, Bastenaken: Schmitz.