5de Versterkings- en Opleidingscentrum

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 5de Versterkings- en Opleidingscentrum | 5VOC
5ème Centre de Renforcement et d’Instruction | 5CRI
Type Versterkings- en Opleidingsdivisie
Ontdubbeld van 1ste Regiment Jagers te Voet
2de Regiment Jagers te Voet
3de Regiment Jagers te Voet
Onderdeel van Versterkings- en Opleidingstroepen
Bevelhebber Generaal-majoor Res Armand Lecrique
Standplaats Doornik
Samenstelling Staf (Luitenant M. Beeckman)
  10de Regiment Jagers te Voet
  11de Regiment Jagers te Voet
  12de Regiment Jagers te Voet
  Compagnie Instructie C47 Anti-tankkanonnen (Luitenant Raymond Mouvet)
  Compagnie Instructie M81 Stokes-Brandt Mortieren (Luitenant R. Duvieusart)
  Schoolcompagnie (Kapitein-commandant Franz Van Sevenant)
  2de Legerdepot (Majoor Odon Lemaitre)

Tijdens de mobilisatie

Staf/5VOC
In vredestijd stonden de verschillende regimenten van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe dienstplichtigen (oftewel miliciens). Elke lichting (oftewel klas) dienstplichtigen werd in twee gedeeld; diegenen geboren in de eerste helft van het jaar ontvingen hun oproepingsbrief (oftewel oproepingsbevel) in februari en moesten in maart hun eenheid vervoegen om er hun opleiding aan te vangen, diegenen geboren in de tweede helft van het jaar werden in augustus opgeroepen om in september hun opleiding te starten. Omdat na de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 de gemobiliseerde regimenten van het actief leger hun vredesvoet kazerne onmiddellijk moeten verlaten om hun gevechtsstellingen in te nemen, kunnen zij deze opleidingstaak niet langer op zich nemen.

De in februari 1939 opgeroepen dienstplichtigen kan de klas ’39 zijn praktische volledig opgeleid op het ogenblik dat de mobilisatie wordt afgekondigd en vertrekken samen met hun regiment naar de gevechtsstellingen. Voor de dienstplichtigen die behoren tot de tweede helft van de klas ’39 moest snel een oplossing worden gevonden. Er werd overgegaan tot de oprichting van een Aanvullings- en Opleidingsdepot (oftewel AOD) per actieve divisieElk actief infanterieregiment van de divisie moest vervolgens kaderleden leveren voor de oprichting een opleidingsregiment waar de dienstplichtigen behorende tot de tweede helft van de klas ’39 zullen worden in samengebrachtGezien de mobilisatie bleef duren moest een meer gestructureerde oplossing gevonden worden voor de opleiding van de eerste helft van de dienstplichtigen van de lichting ’40 die in februari 40 zullen worden opgeroepen.

In maart 1940, vlak voor de aankomst van deze dienstplichtigen worden de AOD’s omgevormd tot Versterkings- en Opleidingscentra (VOC’s) en krijgen de opleidingsregimenten een eigen nummer. Zo wordt het 5de Versterkings- en Opleidingscentrum (5VOC), voorheen gekend als AOD/5ID, in maart 1940 opgericht als een eenheid van niveau divisie die het bevel voert over drie versterkings- en opleidingsregimenten. Eens op volle sterkte zal het 5VOC bestaan uit 9.750 manschappen waaronder 3.650 rekruten. Het 5VOC, onder bevel van Generaal-majoor Lecrique, omvat het:

  • 10de Regiment Jagers te Voet (10J) die de dienstplichtigen en reservisten groepeert die zullen dienen als aanvullingen voor het 1ste Regiment Jagers te Voet (1J) en zijn twee ontdubbelingsregimenten het 4de Regiment Jagers te Voet (4J) en het 7de Regiment Jagers te Voet (7J),
  • 11de Regiment Jagers te Voet (11J) die de dienstplichtigen en reservisten groepeert van het 2de Regiment Jagers te Voet (2J) en zijn twee ontdubbelingsregimenten het 5de Regiment Jagers te Voet (5J) en het 8ste Regiment Jagers te Voet (8J),
  • 12de Regiment Jagers te Voet (12J) die de dienstplichtigen en reservisten groepeert van het 3de Regiment Jagers te Voet (3J) en zijn twee ontdubbelingsregimenten het 6de Regiment Jagers te Voet (6J) en het 9de Regiment Jagers te Voet (9J).

Het 5VOC kan beschouwd worden als het Versterkings- en Opleidingscentrum van de vooroorlogse 5de Infanteriedivisie waartoe 1J, 2J en 3J behoorden voor de mobilisatie. Het 5VOC omvat naast drie Versterkings- en Opleidingsregimenten van de infanterie ook enkele onafhankelijke compagnies waaronder een Compagnie Instructie C47mm anti-tankkanonnen, een Compagnie Instructie M76 mortieren en een Schoolcompagnie. Bij de afkondiging van Fase E van het mobilisatieplan is het eveneens voorzien dat het 2de Legerdepot (2LD) onder bevel geplaatst wordt van het 5VOC.

Kazerne Generaal baron Ruquoy in Doornik.

Ingangspoort van de kazerne Generaal baron Ruquoy te Doornik, voor de mobilisatie vredesvoetgarnizoen van 3J.

Het 5VOC staat onder het bevel van de Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-major des Troupes de Renforts et d’Instruction – EM/TRI) dat zich tot aan het uitbreken van de oorlog bevond  in de Etterbeekse kazerne de Witte de Haelen. De Versterkings- en Opleidingsregimenten van de infanterie beschikten op het ogenblik van de oprichting van het 5VOC elk over een Staf en een Bataljon Instructie met hierin de pas opgeroepen rekruten van de klas ’40. Het Bataljon Versterking bestaat op dat ogenblik enkel uit kaderleden tot aan de afkondiging van algemene mobilisatie (oftewel Fase E van het mobilisatieplan) naar aanleiding van de start van de vijandelijkheden wanneer ook de tot dan toe vrijgestelde reservisten opgeroepen worden. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of nog niet onder de wapens geroepen oudere reservisten.

De Versterkings- en Opleidingsregimenten van het 5VOC bevonden zich tijdens de mobilisatie in volgende kantonnementen:

  • Staf/5VOC in de Kazerne Generaal baron Ruquoy te Doornik [1],
  • 10J in de Kazerne Generaal baron Ruquoy te Doornik,
  • 11J te Ath,
  • 12J in de Kazerne Generaal baron Ruquoy te Doornik,
  • SchoolCie, Cie Instr C47mm en de Cie Instr Mor in de Kazerne Generaal baron Ruquoy te Doornik,
  • 2LD in de Sint-Bernard kazerne te Hemiksem (Antwerpen).

SchoolCie/5VOC
De Schoolcompagnie (SchoolCie/5VOC) werd samengesteld uit de Schoolcompagnies van 1J, 2J en 3J en stond in voor de opleiding van kandidaat reserveofficieren en kandidaat reserveonderofficieren van de lichting ’40. De SchoolCie/5VOC wordt bevolen door Kapitein-commandant Van Sevenant.

Cie Instr C47/5VOC
De Compagnie Instructie C47mm (Cie Instr C47/5VOC), onder bevel van Luitenant Mouvet, groepeert de rekruten die zullen worden opgeleid tot bemanning van het anti-tankkanon 47mm. Deze bemanningen zullen dienen om de VIde bataljons van de regimenten Jagers te Voet te versterken. De Cie Instr C47 beschikt hiervoor over twee kanonnen C47mm.

Cie Instr Mor/5VOC
De Compagnie Instructie Mortieren wordt tijdens de mobilisatie bevolen door Lt Res Duvieusart die wordt bijgestaan door de pelotonscommandanten Lt Res Brouwers, Lt Res Adam en Lt Res Tournay.

Oorlogskantonnementen van het 5VOC (geprojecteerd op na-oorlogse kaart).

Staf/5VOC
Omstreeks 00u45 krijgt de Staf van het 5VOC, die zich nog steeds te Doornik bevindt, van de EM/TRI het bevel om vanaf dageraad de vredesvoet kazernes te ontruimen en zich naar de alarmkantonnementen te begeven uit voorzorg tegen mogelijke Duitse luchtaanvallen op de reguliere kwartieren. Deze vooraf verkende alarmkantonnementen bevonden zich aan de rand van de grote garnizoenssteden of in kleineren steden rond de bestaande kazernes. De staf van het 5VOC verplaatst zich naar zijn alarmkantonnement te Warchin.

Om 06u00 wordt de “algemene mobilisatie” afgekondigd naar aanleiding van de Duitse inval. De EM/TRI geeft het bevel de alarmkantonnementen te ontruimen en de oorlogskantonnementen in Oost- en West-Vlaanderen in te nemen. Het mobilisatieplan voorzag dat elk Versterkings- en Opleidingsregiment bij een vijandelijke inval zou uitwijken naar een oorlogskantonnement, ver verwijderd van de vijandelijkheden, om de opleiding in relatieve rust te kunnen voortzetten. Onmiddellijk wordt begonnen met de voorbereiding voor de evacuatie van de Regimentsstaven en de Bataljons Instructie naar de oorlogskantonnementen. Om 06u00 worden binnen het 10J, 11J en 12J ook de verschillende Bataljons Versterking geactiveerd om de tot dan toe vrijgestelde reservisten op te vangen. De Bataljons Versterking kunnen nog niet naar de oorlogskantonnementen worden doorgestuurd en blijven achter op de alarmkantonnementen om de binnenkomende reservisten op te vangen. Zij zullen de Versterkings- en Opleidingsregimenten later vervoegen. De eenheden van het 5VOC worden naar volgende locaties doorgestuurd:

  • Staf/5VOC: Beveren-Waas
  • 10J: Melsele
  • 11J: Vrasene
  • 12J: Beveren-Waas en Kieldrecht
  • 2LD: Beveren-Waas

SchoolCie/5VOC
Net zoals de andere eenheden van het 5VOC verplaatste de SchoolCie zich samen met de Cie Instr C47 en de Cie Instr Mor zich naar zijn alarmkantonnement te Kain ten noorden van Doornik. Cdt Van Sevenant neemt de leiding van de drie onafhankelijke compagnies van het 5VOC. De SchoolCie wordt in zijn alarmkantonnement aangevuld met de leerlingen van de Cadettenschool van Namen wanneer deze op 10 mei 1940 wordt ontbonden. Cdt Van Sevenant wordt bijgestaan door Lt Res Van Coppenolle, Lt Res Cabrera, OLt Res Mertens, OLt Res Hanon en OLt Res Marcq.

Staf/5VOC
In de loop van de dag is de Duitse luchtmacht zeer actief in de streek rond Sint-Niklaas en Beveren. Meerdere treinstellen met aan boord de verschillende regimenten van 5VOC worden vanuit de lucht aangevallen met verliezen als gevolg.

SchoolCie/5VOC
De SchoolCie stapt om 05u00 samen met de twee andere onafhankelijke compagnies van het 5VOC aan boord van één van de twee klaarstaande treinen in het goederenstation van Doornik dat bij de plaatselijke inwoners beter bekend staat als “la gare margarine” oftewel “la margarine”.  Het andere treinstel wordt gebruikt door de Staf en het Iste Bataljon van 12J. De SchoolCie verlaat om 06u00 het station van Doornik om zich per trein naar zijn oorlogskantonnement in Beveren-Waas te begeven. De reisroute loopt over Leuze, Ath, Lessen, Geraardsbergen (waar gestopt wordt om de tenders van de locomotieven bij te vullen met water), Zottegem en Gent. Van hier uit gaat de tocht noordoostwaarts. De trein met de onafhankelijke compagnies van het 5VOC wordt omstreeks 14u05, net voorbij het station van Lochristi op zo’n 10 kilometer ten noordoosten van Gent, gebombardeerd door de Duitse luchtmacht waardoor de trein in twee breekt. Nadien worden de brokstukken nog eens vanuit de lucht gemitrailleerd. Bij de Schoolcompagnie vallen tien doden en talrijke gewonden te betreuren. Zes onder hen bezwijken nadien nog aan hun verwondingen. Onder de slachtoffers bevinden zich de Sergeant Gallet, de Korporaals Adnet, Balanger, Beele, Chevalier, Dodelet, Duveaux, Glorieux, Liezenborg, Molle, Quinet en Yserbyt en de Soldaten Duez, Lancsweert [2] en Robart. De Korporaal Bruneel wordt initieel als vermist opgegeven [3]. De trein wordt verlaten en er worden kantonnementen opgezocht in de dorpen rond Lochristi om te reorganiseren. De SchoolCie is vanaf 19u00 gekantonneerd in Beervelde.

Cie Instr Mor/5VOC
Lt Res Thibaut neemt het bevel van de Cie Instr Mor over van Lt Res Duvieusart die wordt overgeplaatst naar het IIde Bataljon Versterking van 12J.

SchoolCie/5VOC
Gedurende de ganse dag worden de manschappen van de drie onafhankelijke compagnies in kleine detachementen van hun kantonnementen nabij Lochristi door een peloton van de Legerautogroepering naar Beveren-Waas gebracht [4]. De pendeldienst tussen Lochristi en Beveren zal nog tot de volgende ochtend voortduren.

Staf/5VOC
De rekruten van de klas ’40 die nog moeten worden opgeleid zullen naar Frankrijk worden doorgestuurd om daar hun opleiding te vervolledigen. Door de snelle opmars van de Duitsers werd het voor het GHK snel duidelijk dat de verdere opleiding enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kon gebeuren. Alle eenheden van de VOC’s die niet ingezet werden voor de beveiliging van Brussel ontvangen de 13 mei om 14u00 het schriftelijk bevel van de EM/TRI om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde. Het overbrengen van de versterkingsbataljons naar Frankrijk was echter een minder goed idee want eens de bataljons op spoor gezet en naar Frankrijk geëvacueerd, konden ze niet meer instaan om de verliezen geleden door de regimenten tijdens de achttiendaagse veldtocht terug aan te vullen.

De verplaatsing naar Frankrijk was echter totaal niet voorbereid. Er was geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er waren geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er was slechts proviand voor twee dagen en er bestond geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moesten de commandanten van de respectievelijke VOC’s zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7 Franse leger van generaal Giraud [5] naar Zeeland hadden gebracht. Het bevel om de VOC’s naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en begint hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.

Staf/5VOC
In de voormiddag krijgt Generaal-majoor Lecrique in zijn HK te Beveren-Waas bezoek van de regimentscommandant van een Frans artillerieregiment dat staat opgesteld te Beveren-Waas in steun van een Franse infanteriedivisie ontplooid in Zeeland ten zuiden van de Schelde. Hij brengt de generaal op de hoogte van de snelle aftocht van de Fransen uit Breda en merkt op dat er op de linker Scheldeoever vanaf de Belgisch-Nederlandse grens geen troepen staan opgesteld. Hij vreest vijandelijke infiltraties ten zuiden van de Schelde. Generaal-majoor Lecrique doet een snelle navraag waaruit blijkt dat het 5VOC de enige eenheid is met infanterieregimenten ten westen van Antwerpen. Om te vermijden dat de kantonnementen van 5VOC bij verrassing aangevallen worden beslist hij om de wacht bij de kantonnementen te verdubbelen en om een waakscherm op te stellen langs de Scheldeoever. Hij laat het I/12J defensieve stellingen innemen vanaf de Belgisch-Nederlandse grens tot het Fort van Liefkenshoek en I/10J ten zuiden van het fort. Het I/11J wordt in tweede echelon opgesteld. Wanneer later op de dag blijkt dat de vijand nog geen contact heeft gemaakt met de divisies die staan opgesteld aan de noordoost rand van Antwerpen roept hij zijn eenheden terug.

5VOC
Vanaf 15 mei start het 5VOC met de evacuatie per spoor van zijn eenheden naar Frankrijk.

SchoolCie/5VOC
De Schoolcompagnie, te samen met de Cie Instructie C47 en de Cie Instructie Mortieren, stijgen in op een vierde treinstel dat staat te wachten in het station van Beveren-Waas. Eerder waren het I/12J en het II/12J reeds uit dit station naar het zuiden van Frankrijk vertrokken, elk met een eigen treinstel. De CieDst/12J en het 2LD hadden hun materieel reeds opgeladen in een derde treinstel en zouden in de trein overnachten om ‘s anderendaags in alle vroegte te vertrekken. De Schoolcompagnie wordt voor de duur van de reis, versterkt met een peloton mitrailleurs van de 8Cie van II/12J die als luchtafweer zullen worden ingezet tijdens het treintransport. De trein met de drie onafhankelijke compagnies vertrekt om 19u00 nadat de duisternis reeds ingevallen is. 

Staf/5VOC
Nadat alle eenheden vertrokken zijn verlaten Generaal-majoor Lecrique en zijn staf eveneens Beveren-Waas en vertrekken in de vroege ochtend via de baan naar Frankrijk, richting Bagnols-sur-Cèze.

SchoolCie/5VOC
De trein rijdt tergend langzaam door Vlaanderen, zowel de nacht van 15 op 16 mei als de nacht van 16 op 17 mei worden in de trein doorgebracht.

Staf/5VOC in Frankrijk
De kleine colonne van de staf komt op 17 mei toe te Angers (Maine-et-Loire) waar de voertuigen op bevel van de EM/TRI op de trein geladen worden. De reis wordt per spoor voortgezet tot Perpignan. Bij aankomst in Perpignan krijgen ze nieuwe orders om zich langs de weg naar Montpellier te begeven.

SchoolCie/5VOC
De trein van de SchoolCie bereikt om 05u00 het station van Adinkerke waar halt gehouden wordt tot 08u00. De treinreis vordert slechts langzaam en in de loop van de ochtend komen de drie onafhankelijke compagnies van het 5VOC toe in de Gare Maritime van Duinkerke. Onmiddellijk na de aankomst van de trein moet de trein ontladen worden en terug ter beschikking gesteld worden van het Franse leger. Het materieel blijft achter op laadkaai onder bewaking van Luitenant Tournay van de Cie Instructie Mortieren die met een detachement  achterblijft in het station. Het gros van de mannen niet belast met de bewaking van het materieel begeeft zich naar Malo-les-Bains.

Het station Dunkerque-Maritime waar de onafhankelijke compagnies van het 5VOC vastliepen.

SchoolCie/5VOC en Cie Instr C47/5VOC in Frankrijk
Beide compagnies bevinden zich nog steeds in kantonnementen te Malo-les-bains ten oosten van Duinkerke. Kapitein-commandant Van Sevenant begeeft zich naar de Belgische plaatscommandant van Duinkerke om nieuwe orders te ontvangen. Hij krijgt er te horen dat hij zich op eigen kracht naar Rouen dient te begeven. Rouen zijnde het verzamelpunt voor de Belgen ten zuiden van de Seine. Om 20u45 wordt het bevel gegeven om zich te voet naar Bourbourg te begeven.

Detachement Lt Tournay/5VOC in Frankrijk
Luitenant Tournay bevindt zich nog in het station Dunkerque-Maritime met een tachtigtal militairen en het materieel van de drie onafhankelijke compagnies.

Stations in en rond Duinkerke waar een 15-tal Belgische treinen vastliepen.

SchoolCie/5VOC in Frankrijk
In de nacht van 18 op 19 mei zet de colonne zich in beweging richting Calais via Bourbourg, waar ze na een vermoeiende nachtmars om 05u00 halt houden om te kantonneren in het gehucht Kraaiwijk. Ze hopen in Calais een trein te vinden om hun tocht te kunnen verder zetten.  Tijdens de nacht van 19 op 20 mei wordt de mars voortgezet richting Ardres waar nieuwe kantonnementen zullen worden opgezocht.

Cie Instr C47/5VOC in Frankrijk
Op zijn beurt verplaatst de Cie Instr C47 zich overdag van Malo-les-Bains naar Bourbourg. In Bourbourg botst Luitenant Res Mouvet, commandant van de Cie Instr C47, op het bevoorradingspeloton van de 14Cie (C47) van het IV/2J. Dit peloton onder bevel van Eerste Sergeant-majoor Albrecq is alle contact met zijn compagnie en zijn regiment verloren. Het peloton wordt opgeslorpt door de Cie Instr C47 en levert het voordeel op dat de compagnie vanaf nu beschikt over munitie voor zijn C47 kanonnen. De compagnie brengt de nacht van 19 op 20 mei door te Bourbourg. Lt Mouvet kan op dit ogenblik nog beschikken over zijn drie pelotonscommandanten Lt Res Druet, Lt Res Préaux, OLt Res Lupant.

Staf/5VOC in Frankrijk
De commandant van de 16e Région Militaire stuurt de staf op 20 mei door naar Bagnols-sur-Cèze in de Gard. Intussen bereiken de Duitsers in de nacht van 20 op 21 mei Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken een aantal eenheden van het 5VOC ingesloten door de Duitsers. Door vertragingen onderweg naar het zuiden van Frankrijk werd uiteindelijk hun terugtochtweg afgesneden. Ze komen definitief vast te zitten in Noord-Frankrijk wanneer de Duitsers Abbeville innemen en alzo de geallieerde legers in het noorden omsingelen.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Volgende eenheden slagen er niet in het zuiden van Frankrijk te vervoegen:

  • De SchoolCie, de Cie Instr C47 en de Cie Instr Mor moeten hun treinreis onderbreken te Duinkerke en hun treinstel achterlaten. Ze zetten hun reis te voet verder richting Rouen;
  • De CieDst/12J en het 2LD dat op 15 mei te Beveren-Waas vertrok komen eveneens vast te zitten te Duinkerke. Beide eenheden keren per spoor terug naar België en steken op 18 mei de grens over. Het 2LD installeert zich te Oostduinkerke. Na de Belgische capitulatie komt Oostduinkerke midden in de vuurlinie van de Frans-Britse perimeter rond Duinkerke te liggen. Bij wederzijdse artilleriebeschietingen vallen ten minste twee doden. Luitenant De Borrekens rapporteert zelfs vijftien gewonden en zeven doden. De manschappen kunnen slechts op 1 juni hun kantonnement verlaten wanneer de Duitsers de perimeter doorbreken. Het depot wordt enkele dagen later te Eeklo gedemobiliseerd door de bezetter.
  • De bagagetrein van het 10J komt vast te zitten in Duinkerke en gaat verloren in een brand na een bombardement van de rangeerterreinen rond de stad.
  • Het I/11J komt vast te zitten in Outreau nabij Boulogne en wordt ingezet bij de verdediging van de stad. Het bataljon slaagt erin aan gevangenname te ontsnappen en marcheert te voet terug via Calais en Grevelingen naar Houtem waar ze tot aan de capitulatie zullen verblijven.

SchoolCie/5VOC in Frankrijk
Rond 06u00 bereikt de SchoolCie de stad Ardres op een zestiental kilometer ten oosten van Calais. Er wordt gekantonneerd in Louches nabij Ardres. Vanuit Louches stuurt Cdt Van Sevenant twee officieren op verkenning naar Abbeville in de hoop er contact te kunnen opnemen met de Staf/5VOC. In afwachting van de terugkeer van de verkenningsploeg wordt er gekantonneerd in Louches waar de nacht van 20 op 21 mei wordt doorgebracht.

Cie Instr C47/5VOC in Frankrijk
De compagnie marcheert niet langer overdag en wacht in zijn kantonnement te Bourbourg de duisternis af om tijdens de nacht van 20 op 21 mei naar Ardres te marcheren.

Staf/5VOC in Frankrijk
Generaal Lecrique gaat te Bagnols-sur-Cèze over tot de oprichting van een opvangcentrum (oftewel Centre d’acceuil) ter grootte van een compagnie waar oudere reservisten en jongeren van de rekruteringsreserve worden opgevangen in afwachting van doorverwijzing naar een of andere eenheid van het 5VOC. Lt Res Schmidt van het 2LD wordt belast met deze opdracht.

SchoolCie/5VOC in Frankrijk
Om 18u00 keert de verkenningsploeg terug met het nieuws dat de terugtochtweg naar het zuiden volledig afgesloten is. Cdt Van Sevenant overlegt met zijn officieren en beslist om geleidelijk aan naar België terug te keren teneinde er het veldleger te vervoegen. De troepen worden op de hoogte gebracht dat ze tijdens de nacht van 22 mei zullen terugmarcheren naar België. Ook de nacht van 21 op 22 mei wordt doorgebracht in het kantonnement van Louches.

Cie Instr C47/5VOC in Frankrijk
In de vroege ochtend komt de compagnie toe te Louches en vervoegt er het kantonnement van de SchoolCie.

Detachement Tournay/5VOC in Frankrijk
Lt Tournay moet op bevel van de Fransen de Gare Maritime ontruimen en de bagage achterlaten. Hij besluit naar België terug te keren en vervoegt er de Cie Algemene Diensten/5VOC van Cdt Lefebvre te Koksijde.

Bruggencomplex van Pont D’Ardres waar de Cie Instr C47 stelling nam op 22 mei 40.

SchoolCie/5VOC in Frankrijk
In afwachting van de nachtmars besluit Cdt Van Sevenant contact op te nemen met de Plaatscommandant van Calais om zich te informeren over de toestand van de vijand en om zijn diensten aan te bieden. Hij wordt door de Franse Commandant (Majoor) Raquin, belast met de beveiliging van de stad, op de hoogte gebracht dat een aanval op Calais door Duitse tanks nakend is. De Franse officier stelt Cdt Van Sevenant voor om een defensieve stelling in te nemen tussen Les Attaques en Pont d’Ardres [6] met de hoofdkrachtinspanning op het bruggencomplex van Pont d’Ardres. Dit bruggencomplex wordt ook wel Le Pont Sans-Pareil genoemd omdat de brug een kruising van kanalen overspant en bevindt zich een achttal kilometer meer naar het noorden. De Franse officier belooft ook een detachement Franse mitrailleurs in versterking te sturen.

Bij zijn terugkeer in Louches geeft Cdt Van Sevenant onmiddellijk de orders voor de inname van een defensieve stelling langs het kanaal Calais – Saint-Omer. De Cie Instr Mor moet zich opstellen te Les Attaques en de Cie Instr C47 moet zijn twee anti-tankkanonnen opstellen nabij de brug van Pont D’Ardres. Lt Mouvet verplaatst de rekruten van de Cie Instr C47 naar Guemps om er te kantonneren. De kanonnen opgesteld nabij de brug worden bemand door de 14 man van het bevoorradingspeloton van de 14Cie van IV/2J onder leiding van 1SgtMaj René Albrecq. Lt Mouvet legt het kleine detachement aan de brug op om maximaal twee uur weerstand te bieden na eerste contact met de vijand. Dit zou voldoende tijd moeten opleveren om het kantonnement in Guemp te ontruimen. De SchoolCie wordt in tweede echelon opgesteld te Offekerque. De SchoolCie en het personeel van de BCC/5VOC verlaten Louches om 21u30 en marcheren richting Offekerque.

Gebied ten zuidoosten van Calais waar de onafhankelijke compagnies van 5VCO een defensieve stelling inrichten op 22 mei.

Cie Instr C47/5VOC in Frankrijk
Omstreeks 02u00 zijn de nieuwe stellingen gereed en ingenomen. Van de Franse versterkingen geen spoor. Het duurt tot 14u00 voor de eerste Duitse elementen voor de stelling opduiken. Een colonne pantserwagen komt op de brug afgereden en wordt ogenblikkelijk onder vuur genomen door de twee C47mm. Twee voertuigen worden tot staan gebracht waardoor de Duitse bemanningen genoodzaakt worden dekking te nemen in nabij gelegen huizen. Vanuit deze huizen worden nu de C47mm kanonnen onder vuur genomen. Hierop schieten de kanonnen de huizen in brand. Het steunpunt houdt goed stand tot ze omstreeks 16u45 in de flank worden aangevallen door troepen die het kanaal meer naar het oosten hebben overgestoken. Lt Mouvet die het gevaar voor omsingeling inziet beveelt de terugtocht. De kanonnen kunnen niet meer uit hun stellingen gehaald worden waarop ze door de bemanningen vernietigd worden. De optische kijkers en de rest van de munitie wordt in het kanaal gegooid. De bemanningen gaan er van door met de tractoren van de kanonnen richting Marck en vervolgens Grevelingen. Tijdens de gevechten sneuvelen de 1SgtMaj Albrecq en de Soldaat Vercleyen. De Korporaal Suls wordt gewond meegenomen.

In tussentijd liet Lt Mouvet het kantonnement in Guemps opbreken en vertrekt de compagnie richting Grevelingen via Oye-Plage. Onderweg wordt een aantal achtergelaten vrachtwagens aan de gang gebracht en de helft van de compagnie onder leiding van Lt Druet kan instijgen en zal tot Les Huttes, noord van Grevelingen, gebracht worden om er te kantonneren. Het is de bedoeling dat nadien de andere helft van de compagnie, die onder bevel van Lt Mouvet te voet verder marcheert, zal worden opgehaald. Dit opzet mislukt omdat de Britten, na de passage van de colonne, de toegang tot de bruggen over de Aa ontzeggen omdat ze die willen laten springen. Om 21u00 bereikt Lt Mouvet de bewuste brug over de Aa te Grevelingen maar ook hij krijgt geen toelating van de Britten om de brug over te steken. Hij trekt verder richting Grand-Fort-Philippe [7] aan de kust waar hij Lt Thibaut en de Cie Instr Mor terugvindt. Enkele uren later komt ook het I/11J toe in Grand-Fort-Philippe.

SchoolCie/5VOC
De SchoolCie, gealarmeerd door de gevechten nabij Pont D’Ardres, verlaat om 14u30 Offekerque en zet de mars in richting Grevelingen via Oye-Plage. Onderweg besluit Cdt Van Sevenant echter om van richting te veranderen en de kortste weg richting België te nemen. De colonne begeeft zich nu richting Saint-Folquin waar ze worden tegengehouden door de Britten aan de brug over de Aa. Cdt Van Sevenant stuurt zijn compagnie naar een klooster in Saint-Omer-Capelle in afwachting van een Britse beslissing om de Belgen toch door te laten. Onderweg naar St-Omer-Capelle wordt de compagnie gevangen genomen.

Monding van de Aa in Grand-Fort-Philippe (vooroorlogse foto).

Cie Instr C47/5VOC en Cie Instr Mor/5VOC in Frankrijk
Lt Mouvet neemt nu het bevel over de twee resterende onafhankelijke compagnies van het 5VOC. De eenheden zijn verspreidt over twee locaties, Lt Drouet kantonneert in Les Huttes noord van Grevelingen en de Cie Instr Mor en de rest van de Cie Instr C47 bevindt zich ten zuiden van de Aa in Grand-Fort-Philippe. Lt Mouvet kan enkele Fransen overtuigen om de veerboot in gang te stellen om zijn detachement over de Aa te brengen. Deze operatie zal de ganse dag in beslag nemen aangezien enkel gedurende hoog tij kan worden overgezet en omdat ook het I/11J van de overzetbootjes gebruik maakt om aan de overkant van de Aa te geraken. De operatie wordt daarenboven af en toe onderbroken door Duitse luchtbombardementen. 

Cie AlgDst/5VOC
De Cie AlgDst verplaatst zich van Koksijde naar Leffinge.

Staf/5VOC in Frankrijk
Het Opvangcentrum van het 5VOC begint op volle kracht te werken en biedt tijdelijke opvang aan alle geïsoleerde militairen en burgers van de rekruteringsreserve die aan het 5VOC worden toegewezen en die niet tot een eenheid van 5VOC behoren

Cie Instr C47/5VOC in Frankrijk
Door de grote drukte bij de overzetbootjes bij de monding van de Aa te Grand-Fort-Philippe moet de compagnie de oversteek gefractioneerd uitvoeren. Een eerste schijf onder bevel Lt Brouwers kan de rivier oversteken om 19u00. Hij begeeft zich richting Malo-les-Bains het afgesproken RV maar wordt de toegang tot dit kustdorp ontzegd. Hij begeeft zich dan maar via Killem naar Poperinge waar hij op 27 mei toekomt.

Staf/5VOC in Frankrijk
Door de grote spreiding van de VOC’s over gans het zuiden van Frankrijk worden VOC’s die zich in dezelfde omgeving bevinden per twee samengebracht in groeperingen. Zo worden op 26 mei het 5VOC en het VOC/ChA ondergebracht in één groepering. Deze groepering wordt onder bevel geplaatst van Generaal-majoor Lecrique.

Cie Instr C47/5VOC in Frankrijk
Lt Mouvet kan met een tweede detachement de Aa oversteken maar moet Lt Préaux en een dertigtal manschappen achterlaten te Grand-Fort-Philippe. Met zijn detachement kan hij uiteindelijk op 27 mei Veurne nog bereiken.

Staf/5VOC in Frankrijk
Het Belgische leger capituleert in Vlaanderen. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden. 

Woensdag 29 mei 1940

Staf/5VOC in Frankrijk
Onder druk van de Fransen stemt de Belgische regering in ballingschap op 29 mei in om de 7de Infanteriedivisie (7Div), die zich na de gevechten aan het Albertkanaal teruggetrokken heeft in Bretagne, terug operationeel te maken met de bedoeling deze grote eenheid zo snel mogelijk in te zetten aan de zijde van het Franse leger. De Belgische regering denkt er aan een nieuw veldleger van zes infanteriedivisies en een tankdivisie samen te stellen waarbij de 7Div als eerste paraat zal gesteld worden. 

Tijdens de evacuatie van het 5VOC naar Frankrijk worden maar een beperkt aantal eenheden van het 5VOC omsingeld en gevangen genomen na de Duitse doorbraak tot op de Atlantische kust. Bij het vertrek uit ons land telde het 5VOC zo’n 9.750. manschappen waaronder 3.650 rekruten van de klas 40′. Op 28 mei bedraagt het effectief nog 7.950 waaronder 1.900 rekruten. De toestand van het 5VOC na de Belgische capitulatie is als volgt:

  • Staf 5VOC bevindt zich in Bagnols-sur-Cèze;
  • Staf 10J, I/10J, II/10J kantonneren in Bagnols-sur-Cèze, Le Pin en Connaux;
  • Staf 11J en II/11J kantonneren in Bagnols-sur-Cèze, Goudargues en Barjac, het I/11J dat niet verder dan Boulogne geraakte, capituleert op 28 mei te Bulskampveld;
  • Staf 12J, I/12J, II/12J kantonneren in Goudargues en St-Laurent-de-Carnols, de CieDst/12J die niet verder dan Duinkerke geraakte, keert terug naar België en capituleert op 28 mei te Koksijde
  • 2LD capituleert in Oostduinkerke op 1 juni, het Det 2LD dat in Frankrijk geraakt kantonneert in Bagnols-sur-Cèze
  • SchoolCie wordt krijgsgevangen genomen in Saint-Folquin op 23 mei
  • Cie Instr C47, Cie Instr Mor keren terug naar België en capituleren op 28 mei te Veurne.

Donderdag 30 mei 1940

Staf/5VOC in Frankrijk
De 7Div heeft tijdens de gevechten aan het Albertkanaal echter zware verliezen geleden en is dringend aan versterking toe en de Minister van Landsverdediging denkt in eerste instantie aan de eenheden die onder bevel staan van de EM/TRI om de effectieven van deze divisie aan te vullen. De EM/TRI ontvangt dan ook op 30 mei al het bevel om zo’n 140 officieren en 4.500 manschappen aan te duiden om de rangen van de 7Div opnieuw aan te vullen. Luitenant-generaal Wibier, commandant van de TRI, beslist om in eerste instantie de versterkingsbataljons aan te duiden voor het leveren van de nodige versterkingen. Hij wil de opleiding van de jonge rekruten in de instructiebataljons niet onderbreken. Het 5VOC moet enkel 27 officieren, waaronder één hoger officier, in versterking sturen van de 7Div. Het 11J wordt aangeduid om een detachement samen te stellen.

2 juni

Staf/5VOC
Majoor De Vleeschouwer, een actief officier die tot nu toe het 11J bevolen heeft, wordt met een detachement van 27 officieren van het 11J naar Bretagne gestuurd om het 2de Regiment Karabiniers (2C) van de 7Div te versterken. Het detachement komt op 4 juni in Bretagne toe en wordt effectief toegewezen aan het 2C. Kolonel SBH Siron komt over van de 4de Directie van de Genie en de Versterkingen en neemt het bevel van het 11J over van Majoor De Vleeschouwer nog voor diens vertrek naar Bretagne.

Cie Instr Mor / 5VOC in België
De Cie Instr Mor wordt na de overgave van het leger in Vlaanderen op 28 mei naar Nivove geleid.  Hier wordt de compagnie op 2 juni door de bezetter ontbonden.

4 juni 1940

5VOC in Frankrijk
De Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (EM/TRI) onder bevel van Luitenant-generaal Wibier, is deels ingegaan op een Frans verzoek om 20.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden de Bataljons Versterking aangeduid voor deze opdracht teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Het 5VOC zal drie versterkingsbataljons omvormen tot werkbataljons.

  • Het II/10J wordt aangeduid door het 5VOC om één werkbataljon met vier compagnies samen te stellen. II/10J moet eveneens een extra compagnie paraat stellen als versterking van het werkbataljon van 12J.
  • Het II/11J wordt door het 5VOC aangeduid om één werkbataljon samen te stellen met vier compagnies van 250 man.
  • Het II/12J krijgt het bevel om een werkbataljon samen te stellen van drie compagnies van 250 ongewapende oudere soldaten. Dit bataljon zal nog versterkt worden door een vierde compagnie van 250 manschappen komende van het 10J. 

6 juni 1940.

Staf/5VOC in Frankrijk
Op 6 juni bevestigen de Fransen hun vraag om nog eens 20.000 militairen extra te leveren om veldwerken uit te voeren, waarvan 16.000 aan te duiden door het EM/TRI. Het EM/TRI ziet zich nu genoodzaakt om ook de Bataljons Instructie met deze opdracht te gelasten.

  • I/10J moet een werkbataljon samenstellen maar dit werkbataljon is vermoedelijke niet uitgestuurd maar in zijn kantonnement te Bagnol-sur-Cèze gebleven.
  • 11J, wiens instructiebataljon niet voorbij de Somme is geraakt, is vrijgesteld van deze opdracht,
  • I/12J krijgt van het 5VOC de opdracht om ook zijn Iste Bataljon Instructie om te vormen tot een werkbataljon van vier compagnies van 200 man. 

7 juni 1940

5VOC in Frankrijk
Normalerwijze zouden de VOC’s in het zuiden van Frankrijk niet bedreigd worden door de Duitse opmars. Toch is de generaal Lecrique er niet gerust in en op 7 juni neemt hij enkele eerste voorzorgsmaatregelen. Om 03u30 laat hij de piketten van de verschillende bataljons oproepen om de in- en uitgangen van de kantonnementen te bewaken. De regimentsstaven van de regimenten behorende tot het 5VOC en het VOC/ChA moeten een versterkte permanentie verzekeren. De verhoogde waakzaamheid wordt nog aangescherpt wanneer op 10 juni Italië de oorlog verklaart aan Frankrijk met de opening van een tweede front als gevolg. Op dat ogenblik moet generaal Lecrique het bevel over de groepering 5VOC – VOC/ChA overgeven aan generaal Lambert wegens ziekte. Generaal Lambert zal de komende tien dagen het bevel voeren.

17 juni 1940

Staf/5VOC in Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. Het Franse leger was niet in staat de Duitse stormloop te stuiten en al snel moesten de werkbataljons teruggestuurd worden. De terugkeer van de werkbataljons van het 5VOC verliep niet van een leien dakje. Een gedeelte van de manschappen werd gevangen genomen en de rest keerde in kleine groepjes terug. Daarenboven kondigt Maréchal Pétain op 17 juni om 13u30 in een radiotoespraak aan de Franse bevolking de nakende capitulatie van Frankrijk aan. Vanaf dan beginnen de Fransen te onderhandelen met de Duitsers. Een wapenstilstand is niet meer ver af. 

22 juni 1940

Staf/5VOC in Frankrijk
Op 22 juni capituleren de Fransen en ondertekenen ze een wapenstilstandsverdrag met de Duitsers in Compiègne. Het Vichy regime is niet langer gemachtigd om de Belgische oorlogsinspanningen te steunen want in het verdrag dat Frankrijk op 22 juni te Compiègne met de Duitsers ondertekent verbindt Frankrijk er zich toe de aanwezige Belgische militairen ten zuiden van de demarcatielijn te ontwapenen en aan Duitsland uit te leveren. Duitsland wil kost wat kost voorkomen dat de ongeveer 150.000 Belgische militairen die zich nog in Zuid-Frankrijk bevinden naar Engeland of Congo zouden worden overgebracht om daar de strijd aan de zijde van de geallieerden voort te zetten. De praktische modaliteiten voor een de uitlevering van de Belgische militairen zullen nog een tijdje op zich laten wachten. Nog anderhalve maand blijven de gedemotiveerde Belgische eenheden doelloos rondhangen in Frankrijk vooraleer ze naar België gerepatrieerd worden.

23 juni 1940

5VOC in Frankrijk
Het 5VOC wordt na de verliezen van de voorbije twee weken gereorganiseerd tot:

  • 10de Regiment Jagers te Voet
    • Iste Bataljon Instructie (vier compagnies)
    • IIde Bataljon Instructie (vier compagnies)
    • Schoolcompagnie
  • 11de Regiment Jagers te Voet
    • Iste Bataljon Versterking (vier compagnies)
    • IIde Bataljon Versterking (vier compagnies)
    • Compagnie algemene diensten
  • Regiment Hulptroepen
    • 15de Bataljon Hulptroepen (vier compagnies) onder bevel van Cdt Collard
    • 16de Bataljon Hulptroepen (vier compagnies) onder bevel van Cdt Van Elslander.

Het 2de Legerdepot en het 12de Regiment Jagers te Voet worden ontbonden.

24 juni 1940

16Bn HuT/Regt HuT ChA
Bij wijze van voorbeeld de slagorde officieren van het 16Bn HuT:

  • BnComd: Cdt Van Elslander,
  • Staf: Lt Moors, Lt Longueval, 
  • 5Cie: Cdt de Vinck, Lt Lefebvre, Lt Joye en Lt Mahieu,
  • 6Cie: Cdt Dulieu, Lt Marlyn, Lt Magetteau en Lt Renard,
  • 7Cie: Cdt Van Boquestal, Lt Renier, Lt Henry en Lt Goeman,
  • 8Cie: Lt Vanvolsem, Lt Debray, Lt Culot en Lt Duvieusart.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
SchoolCieADNETLéon, C.KplMil4019.10.1919Forchies-la-Marche11.05.1940DestelbergenGesneuveld bij luchtaanval op trein
Cie Instr C47ALBRECQRené, J.1SgtMajBOO13.03.1907Cerfontaine23.05.1940Pont-d'Ardres (F)2J afgedeeld bij Cie Instr C47. Gesneuveld bij de verdediging van de brugovergang te Pont-d'Ardres
SchoolCieBALANGERFrançois, E.KplMil4005.01.1921Beclers11.05.1940DestelbergenGesneuveld bij luchtaanval op trein
SchoolCieBEELEGeorges, H.J.KplMil3917.06.1921Brussel11.05.1940DestelbergenGesneuveld bij luchtaanval op trein
SchoolCieBRUNEELGeorges, H.KplMil3001.05.1910Hergnies (F)20.05.1940Maastricht (NL)Gewond te Destelbergen na luchtaanval op trein , overleden als krijgsgevangene in het Duits Haupt-Kriegsgefangenlazarett te Maastricht.
SchoolCieCHEVALIERJules, L.R.KplMil3921.09.1918Eu (F)11.05.1940DestelbergenGesneuveld bij luchtaanval op trein
SchoolCieDODELETJean, T.H.KplMil4001.04.1920Enghien11.05.1940DestelbergenGesneuveld bij luchtaanval op trein
SchoolCie DUEZJulesSdtMil4017.08.1918Quaregnon11.05.1940DestelbergenGesneuveld bij luchtaanval op trein
SchoolCieDUVEAURobert, G.J.KplMil4030.08.1918Ghlin11.05.1940Sint-AmandsbergOverleden aan verwondingen, verwond te Destelbergen bij luchtaanval op trein
SchoolCieGALLETArnold, F.G.SgtMil3318.11.1913Bourlers11.05.1940GentOverleden aan verwondingen, verwond te Destelbergen bij luchtaanval op trein
SchoolCieGLORIEUXGerard, L.A.KplMil4007.05.1920Marke11.05.1940GentOverleden aan verwondingen, verwond te Destelbergen bij luchtaanval op trein
SchoolCieLANCSWEERTPaul, A.P.SdtMil3904.01.1915Etterbeek11.05.1940GentOverleden aan verwondingen, verwond bij luchtaanval op trein.
SchoolCieLIEZENBORGHLodewijk, J.KplMil4029.12.1920Tienen11.05.1940DestelbergenGesneuveld bij luchtaanval op trein
SchoolCieMOLLEMarcel, A.L.KplMil4028.05.1919Jurbise11.05.1940DestelbergenGesneuveld bij luchtaanval op trein
SchoolCieQUINETEmile, C.KplMil4016.07.1917Souvret11.05.1940DestelbergenGesneuveld bij luchtaanval op trein
SchoolCieROBARTRobert, C.A.SdtMil4030.11.1920Meslin-l'Evêque11.05.1940GentOverleden aan verwondingen, verwond te Destelbergen bij luchtaanval op trein
Cie C47VERCLEYENEdmond V.SdtMil3726.04.1918Gilly23.05.1940Pont-d'Ardres (F)2J afgedeeld bij Cie Instr C47. Gesneuveld bij de verdediging van de brugovergang te Pont-d'Ardres
SchoolCieVLEMINCKXJosephSdtMil3308.11.1913Marchienne-au-Pont21.05.1940Carcassonne (F)Begraven op militair ereveld van kerkhof Saint-Michel in Carcassonne
SchoolCieYSERBYTVictor, A.J.KplMil4001.03.1920Tournai11.05.1940DestelbergenGesneuveld bij luchtaanval op trein

Bibliografie en Bronnen

  1. Achtergrondinformatie bij de kazerne Generaal baron Rucroy te Doornik [On Line beschikbaar]:  https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/doornik/doornik-kwartier-kazerne-generaal-baron-ruquoy/ [Laatst geraadpleegd 4 januari 2022].
  2. Straatnaam Paul Lancsweert in Sint-Pieters-Woluwe [On Line beschikbaar]: http://www.irismonument.be/fr.Woluwe-Saint-Pierre.Rue_Paul_Lancsweert.html [Laatst geraadpleegd 4 januari 2022].
  3. Korporaal George Bruneel wordt initieel als vermist opgegeven maar overlijdt vermoedelijk aan de gevolgen van zijn verwondingen in het Duits Haupt-Kriegsgefangenlazarett van Maastricht waar gewonde Belgische Krijgsgevangen werden naartoe gebracht. De Duitsers werden immers geconfronteerd met de verzorging van een groot aantal gewonde geallieerde krijgsgevangenen waaronder vele Belgen. Om aan de situatie het hoofd te kunnen bieden richten de Duitsers een Haupt-Kriegsgefangenlazarett op in het Jezuïtenklooster aan de Tongersestraat te Maastricht.  Achtergrondinformatie betreffende  het Haupt-Kriegsgefangenenlazarett [On Line Beschikbaar] https://www.bevrijdingsalbum.nl/item/belgisch-kriegsgefangenenlazarett/ [Laatst geraadpleegd 4 januari 2022]. Via welke omweg hij daar terechtkwam moet verder onderzocht worden. Een mogelijke hypothese is dat hij werd overgebracht naar een hospitaal ten oosten van Gent (regio van Brussel?) en daar als gewonde militair werd krijgsgevangen genomen en doorgestuurd naar Maastricht. Achtergrond informatie bij overlijden Kpl Bruneel [On Line beschikbaar]: https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=55586 [Laatst geraadpleegd 4 januari 2022].  Volgens de Fiche van het WDR werd hij begraven op het “Heldenfriedhof” van Maastricht waar hij een anoniem graf kreeg. Achtergrond bij Heldenfriedhof in Maastricht en Nederlands onderzoek naar gesneuvelde Belgen in Maastricht [On Line beschikbaar]: http://www.maastrichtsegevelstenen.nl [Laatst geraadpleegd 27 maart 2022].
  4. Getypt verslag opgesteld in het Nederlands op 26 december 1945 door Lt Van Bostraeten, pelotonscommandant van het 6de Peloton van de 4Cie van het IIde Bataljon van de LAuGpg. Het verslag bevindt zich in het dossier Legerautogroepering, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie (ADIV) van Defensie.
  5. Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening bestond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger , dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019]. Zowel de manschappen als de voertuigen van de Franse eenheden werden per spoor gebracht tot Oost-Vlaanderen. Van hieruit zetten ze hun opmars naar Breda langs de weg verder. De lege treinen van de SNCF bleven achter in de stations van Oost-Vlaanderen en moesten hoe dan ook terugkeren naar Frankrijk. Van die treinen maakten de eenheden van de Versterkings- en Opleidingstroepen gebruik om zich naar Zuid-Frankrijk te verplaatsen.
  6. Archieffoto’s van Pont D’Ardres [On line beschikbaar]:http://histopale.net/les-archives/autour-de-calais/pont-dardres/ [Laatst geraadpleegd 4 januari 2022].
  7. Archieffoto’s van Grand-Fort-Philippe [On line beschikbaar]: http://herve-tavernier.e-monsite.com/pages/grand-fort-philippe.html [Laatst geraadpleegd op 4 januari 2022].
  8. Dossier Legerdepots, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  9. Hoofdstuk 5VOC van het dossier Synthese TRI bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  10. L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, uitgeverij Schmitz, Bastogne, 1994.
  11. Gedetailleerd en nauwkeurig handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Cdt Van Elslander, adjunct van Majoor Lemaître, commandant van het 2de Legerdepot. Het verslag bevat de slagorde van het 2LD te Bagnols-sur-Cèze en de slagorde van het 16de Bataljon Hulptroepen dat op 23 juni in Frankrijk werd opgericht. Dit verslag bevindt zich in het dossier van het 2LD bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.