5de Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 5de Linieregiment | 5ème Régiment de Ligne | 5Li
Type Infanterieregiment van het actieve leger
Ontdubbeld van n.v.t.
Taalstelsel Nederlandstalig
Onderdeel van 2de Infanteriedivisie
Bevelhebber Kolonel Raymond Carion
Standplaats Versterkte Positie Luik
PFLII Lijn
Ondersector Flémalle-Engis
Samenstelling I Bataljon (Majoor Maurice Lambert) 1ste Compagnie Fuseliers (Kapt Simons)
2de Compagnie Fuseliers (Lt Dumont)
3de Compagnie Fuseliers (Kapt Wattelet)
4de Compagnie Mitrailleurs
  II Bataljon (Majoor Eugeen Ooms) 5de Compagnie Fuseliers (Lt Louwet)
6de Compagnie Fuseliers (Lt Van Cant)
7de Compagnie Fuseliers (Lt A. Cox)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Maurice Marbaise)
  III Bataljon (Majoor Paul Jacques) 9de Compagnie Fuseliers (OLt Bartholeyns)
10de Compagnie Fuseliers (Cdt Chevalier)
11de Compagnie Fuseliers (Lt Laurent)
12de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Devos)
  IV Bataljon (Majoor Maurice Fiévet) 13de Compagnie Mitrailleurs (Kapt Goemans)
14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Lt J. Van Leemput)
15de Compagnie Mortieren M76 (Cdt De Greef)
  Stafcompagnie
Geneeskundige Compagnie
Peloton Verkenners (Luitenant Mathieu Klerckx)

Tijdens de mobilisatie

Staf/5Li
In volle vredestijd behoorde het 5de Linieregiment (5Li) al tot de 2de Infanteriedivisie (2Div) en was gestationeerd in drie kazernes te Antwerpen; in de Sint-Joriskazerne (oftewel Generaal Drubbelkazerne) aan de Begijnenvest, de Falconkazerne aan het Falconplein en de Prekerskazerne in de Predikherenstraat. Als actief regiment werd het 5Li reeds op oorlogsvoet gebracht bij de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 25 augustus 1939. Het regiment bracht van eind september 39 tot eind maart 40 zijn mobilisatieperiode door achter het Albertkanaal ter hoogte van Herentals. Na een korte kampperiode te Beverlo wordt het 5Li op 24 april samen met der rest van de 2Div naar Luik gestuurd om er de 11de Infanteriedivisie (11Div) af te lossen in de Versterkte Positie Luik (Position Fortifiée de Liège oftewel PFL). De Versterkte Positie Luik bestaat uit vier linies waarvan de tweede linie, de PFLII ongeveer 28Km lang is en loopt van Barchon tot Boncelles. Deze linie omvat de vernieuwde forten van Barchon, Evegnée, Fléron, Chaudfontaine, Embourg en Boncelles aangevuld met 61 betonnen bunkers in twee echelons. Aan de vooravond van de oorlog houdt het 5Li zich klaar om de ondersector zuid van PFLII te bezetten tussen Engis langs de Maas en Seraing. De eenheden die worden ingezet tussen de forten van de PFLII worden intervaltroepen genoemd.

I/5Li
Het Iste Bataljon wordt niet ingezet tussen de forten van PFLII maar is toegevoegd aan een tijdelijke formatie van drie bataljons samengesteld door de Staf van het IIIde Legerkorps ter bewaking van de Sector Meuse-Amont (Maas-Stroomopwaarts). Het bataljon bezet stellingen te Hollogne-aux-Pierres ten westen van Luik.

Pl Vkr/5Li
Het Peloton Verkenners (Pl Vkr/5Li) van Lt Klerckx wordt net als het Wielrijderseskadron en de andere verkenningspelotons van de infanterieregimenten van de 2Div tijdelijk onder bevel van het 1ste Regiment Lansiers (1L) geplaatst.

Het 1L bezet een voorpostenlijn van de Alarmstelling (oftewel Position d’Alerte genoemd) tussen Kalterherberg en Losheim. De verkenners dienen samen met de dekkingstroepen een reeks Alarmposten (Postes d’Alerte – oftewel PA) te bezetten aan de Belgisch-Duitse grens. Deze PA zijn bemand met een ploeg van 3 à 4 man met een kaderlid.

Bij grensoverschrijding door vijandelijke eenheden dienen ze per radio of telefoon het “Vooruitgeschoven Inlichtingscentrum” te Trois Ponts te verwittigen. Het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum van Trois Ponts maakt deel uit van een gans netwerk van inlichtingencentra langs onze grenzen opgezet door de “Dienst der Bewaking en Inlichtingen aan de Grenzen” (Service de Surveillance et de Renseignements aux Frontières) [1] van het Groot Hoofdkwartier (GHK).

Alarmposten PA28, PA 29 en PA30 oost van het Kamp Elsenborn.

Het Pl Vkr/5Li is bijgevolg aan de vooravond van de Duitse inval gedetacheerd bij de wacht aan onze oostgrens en bevindt zich nabij Bütchenbach ten oosten van Kamp Elsenborn waar ze onder meer volgende wachtposten (PA) bezetten:

      • PA28 te Büchelberg (wachtdetachement 1 van Pl Vkr/5Li)
      • PA29 te Elsenbüchel (wachtdetachement 2 van PlVkr/5Li)
      • PA30 te Hohnenknepp (wachtdetachement 3 van PlVkr/5Li)

Het personeel van het Peloton Verkenners dat niet van wacht is kantonneert in het Kamp van Elsenborn. Verkenners van de infanterie verplaatsen zich per fiets of per motorfiets en zijn op foto’s makkelijk te herkennen aan de hoge beenkappen, de korte kapotjas van de bereden troepen en de politiemuts met kinriempje om het ding toch maar op het hoofd te houden tijdens de verplaatsingen. Tot voor de mobilisatie bestond het Pl Vkr uit twee secties wielrijders en één sectie motorrijders.

De PFLII linie is ongeveer 28Km lang is en loopt van Barchon tot Boncelles.

Staf/5Li
Omstreeks 01u25 wordt te Luik het gros van het 5de Linieregiment in staat van alarm gebracht. Bij het ontketenen van het alarm zijn slechts drie van de vier bataljons op post.

Ten gevolge van de Duitse doorbraak bij de 7de Infanteriedivisie (7Div), waar het Albertkanaal wordt overschreden te Vroenhoven en Veldwezelt, besluit de legerleiding al tijdens de avond van 10 mei dat de posities van de PFLII linie ten oosten van de stad niet kunnen behouden worden door het IIILK. Het legerkorps maakt bijgevolg plannen om zijn intervaltroepen terug te trekken uit de PFLII linie. De eenheden zullen verplaatst worden om een nieuwe defensieve positie in te nemen op de linkeroever van de Maas, vanaf Lixhe, over de stad Luik heen, tot nabij de eerste de posities van de Groepering K aan de Ourthe. Tegen de avond heeft de vijand de 7Div aangeklampt over de ganse breedte van de divisiesector, de weg naar Tongeren ligt nu open waardoor de Versterkte Positie Luik dreigt omsingeld te worden.

In de avond krijgt Kolonel Carion dan ook het bevel om zijn eenheden te verzamelen langsheen de baan Engis-Flémalle ter voorbereiding van de evacuatie van de rechter Maasoever. De bataljons van het 5Li verlaten tijdens de nacht hun stellingen op de fortenlijn en trekken zich over de Maasbruggen terug naar de westelijke oever.

I/5Li
Het I/5Li maakt deel uit van de tijdelijke formatie Meuse-Amont en bevindt zich op het ogenblik dat het alarm ontketend wordt nog steeds te Hollogne-aux-Pierres,

II/5Li
In de nacht van 9 op 10 mei 1940 voert het II/5Li een trainingsmars van 20 km uit. Op het ogenblik dat het alarm binnenkomt bevindt het bataljon zich te Saint-Georges op de westelijke Maasoever een 10-tal kilometer ten zuiden van Luik.

III/5Li en IV/5Li
Beide bataljons nemen hun voorziene stellingen in tussen de oude forten van de PFLII lijn.

Staf/5Li
De ganse 2de Infanteriedivisie zal na de Maas overgestoken te zijn naar de K.W. Stelling geëvacueerd worden. De manschappen zullen met autobussen en vrachtwagens vervoerd worden. De paardengespannen zullen op de trein geplaatst worden.

Terwijl het paardengerei op de trein geladen wordt en de motorvoertuigen via de baan naar Leuven vertrekken, worden de manschappen op bussen en vrachtwagens gezet. De nodige transportmiddelen worden geleverd door het Iste Bataljon van de Legerautogroepering. Door gebrek aan transport dient ieder bataljon een deel van zijn materieel achter te laten. Even voor 11u00 bereiken de eerste autobussen en vrachtwagens de baan Leuven-Mechelen ter hoogte van Haacht. De eerste twee bataljons worden te Kampenhout afgezet. Het derde bataljon stapt uit te Haacht.

De verplaatsing per trein van de paardengespannen en het zware materieel van de vier bataljons verloopt niet echt vlot. Het vertrek vindt plaats vanaf 03u00 uit de stations te Flémalle, Flémalle-Grande en Flémalle-Haute. Enkele van de treinen worden gebombardeerd en komen vast te zitten.

Reeds in april 1940 hadden de Staf/5Li en de verschillende bataljonsstaven de K.W. Stelling verkend tussen Haacht en Boortmeerbeek. De installatie zal bij het 5Li dan ook relatief vlot verlopen. De K.W. Stelling bestond uit één of twee rijen gevechtsbunkers en waar mogelijk werden kanalen, spoorwegbermen en overstromingsgebieden geïntegreerd in de stelling. Waar een sterke hindernis voor handen was volstond één rij bunkers, in open terrein waar men geen gebruik kon maken van hindernissen werd een tweede lijn bunkers aangelegd. Belangrijke plaatsen werden met bijkomende gevechtsbunkers beschermd en uitgebouwd tot anti-tankcentra. Een honderdtal meter voor de bunkers werden talrijke hindernissen zoals prikkeldraadversperringen, anti-tankgrachten en Cointet-elementen aangebracht. De constructiewerken op de K.W. Stelling werden voor de oorlog uitgevoerd.

In de loop van de namiddag worden de nodige bijkomende verkenning uitgevoerd om de stellingen in de ondersector Haacht in gebruik te nemen. De voorbereidende werken zijn echter slecht uitgevoerd en het regiment moet afrekenen met verkeerd geplaatste anti-tankhindernissen en een tekort aan veldwerken en schuilplaatsen. De manschappen wachten af in hun voorlopige kantonnementen te Haacht en Kampenhout.

Miliciens van de klas 38 poseren bij een Maxim zware mitrailleur (foto: Bob Van Herck).

I/5Li
Het I/5Li verzamelt rond 01u00 aan de kerk van Hollogne-aux-Pierres. De voorziene voertuigen zijn er echter nog niet. De autobussen en vrachtwagens komen enkele uren later toch aan en de autocolonne vertrekt uiteindelijk omstreeks 07u00. De colonne wordt bij het verlaten van Luik onder vuur genomen door Duitse toestellen echter zonder noemenswaardige verliezen. Bij de nadering van Leuven worden ze opnieuw gebombardeerd met minimale schade. De trein met het paardengerei van het I/5Li wordt gebombardeerd ter hoogte van Fexhe-le-Haut-Clocher. Er vallen geen slachtoffers maar het spoor is vernield voor en achter de trein. Het begeleidend personeel vervoegt dan maar te voet de mars naar het westen en zal later de K.W. Stelling bereiken. De compagnies komen om 11u00 toe te Kampenhout.

II/5Li
Het II/5Li wordt opgeladen om 07u30 te Engis. Het bataljon wordt onderweg te Hollogne-aux-Pierres en Tienen door Duitse vliegtuigen beschoten. De manschappen van II/5Li worden eveneens om 11u00 in Kampenhout afgezet.

III/5Li
Het III/5Li maakt rendez-vous met zijn transportcolonne op de baan van Chokier naar Flémalle en vertrekt om 06u00. Om 11u00 worden de troepen afgezet in Haacht.

IV/5Li
De trein met het materieel van het IV/5Li komt tussen Tienen en Leuven vast te zitten wanneer ook daar het spoor vernield wordt. De paardenwagens worden dan maar afgeladen en zullen pas op 12 mei het regiment vervoegen.

Staf/5Li
De hergroepering van de Belgische troepen op de K.W. Stelling is nu min of meer compleet. Tussen Lier en Rijmenam staat het IIde Legerkorps (II/LK) opgesteld met de 6de Infanteriedivisie (6Div) en de 11de Infanteriedivisie (11Div) aan het front en de 9de Infanteriedivisie (9Div) in reserve. Tussen Rijmenam en Leuven ligt het VIde Legerkorps (VI/LK) met de 2de Infanteriedivisie en de 5de Infanteriedivisie (5Div) in eerste lijn en de 10de Infanteriedivisie (10Div) in reserve. De grens tussen de beide korpsen loopt langs de noordrand van Hever en Rijmenam door tot aan de anti-tankmuur.

Het regiment wordt ontplooid tijdens de voormiddag. Kolonel Carion geeft bevel geen voorposten uit te zetten maar met man en macht de stelling verder uit te bouwen. Om het tekort aan voorposten te compenseren, laat het regiment regelmatig patrouilles uitvoeren op de noordelijk oever van de Dijle en ten oosten van de anti-tankmuur. De regimentsstaf wordt geïnstalleerd op de Peltheide ten zuidwesten van Haacht, juist achter het steunpunt van de 3Cie.

I/5Li
Het I/5Li verlaat Kampenhout en wordt opgesteld in tweede echelon van het 5Li. Van noord naar zuid graven de 1ste , 2de en 3de Compagnie zich in langsheen de Rijmenamsesteenweg die Haacht verbindt met Rijmenam.

II/5Li
Het II/5Li bezet het rechter voorvak achter de Dijle. De 7de Compagnie wordt vooruitgeschoven naar Roost. De 5de Cie beveiligt de Hansbrug en de 6Cie wordt opgesteld in diepte achter de twee voorcompagnies. De Dijlebrug te Hansbrug blijkt nog niet ondermijnd en Kolonel Carion neemt contact op met het 12de Bataljon Genie (12Gn) om de nodige werken te laten uitvoeren. Rechts van II/5Li bevindt zich het IIde Bataljon van het 2de Regiment Jagers te voet (II/2J) behorende tot de 5Div.

III/5Li
Het III/5Li bezet eveneens het eerste echelon, maar neemt de linkerflank in. De 9de Compagnie ligt langsheen de oever van de Dijle, de 11Compagnie neemt stelling aan de overkant van de Dijle achter de anti-tankmuur ter hoogte van Vossekot. De 10de Compagnie wordt in diepte geplaatst op de Puttekomheide.

Opstelling van de 2Div in de Sector Haacht – Keerbergen op de K.W. Stelling.

Staf/5Li
Het 5Li blijft op post aan de K.W. Stelling. De komende dagen wordt de stelling regelmatig overvlogen en aangevallen door de Duitse luchtmacht. Er heerst onrust onder de manschappen door het gerucht dat er ‘s nachts parachutisten zouden gedropt worden met als gevolg dat er af en toe onnodig gevuurd wordt.

Op 13 mei worden te Haacht drie loopbruggen voor het 5Li over de Dijle geworpen door het 12Gn. Deze geïmproviseerde loopbruggen moeten toelaten dat patrouilles de overkant van de Dijle nog kunnen bereiken eens de Hansbrug wordt opgeblazen.

Staf/5Li
Het 5Li blijft op post aan de K.W. Stelling. De Dijlebrug te Hansbrug wordt ondermijnd en vernield door de 2Cie van het 12Gn.

Staf/5Li
Het 5Li blijft op post aan de K.W. Stelling. Na de middag vinden de eerste Duitse verkenningen aan de Cointet elementen voor het 6Li plaats, bij het 5Li valt niets noemenswaardigs te melden.

Staf/5Li
De regimentsstaf stuurt opnieuw patrouilles uit naar de oostelijke zijde van de K.W. Stelling om informatie in te winnen over de posities van de vijand. Ditmaal dient het IIde Bataljon de patrouille te leveren.

Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (via de Franse generaal Bilotte) om naar het westen terug te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft moet de stelling worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het Belgische plan voorziet dat deze terugtocht in twee grote etappes zal verlopen, die gedekt worden door tijdelijke verdedigingslinies langsheen het Kanaal van Willebroek en vervolgens langsheen de Dender.

Omstreeks 16u00 wordt de regimentscommandant bij de staf van de 2de Infanteriedivisie ontboden, waar hij de orders voor de aftocht van de K.W. Stelling verneemt en de opdracht krijgt om zich in drie nachtelijke etappes terug te trekken naar het Bruggenhoofd Gent. Om 20u00 loopt dan ook bij de diverse eenheden van het regiment het het bevel tot de aftocht binnen. Vanaf 23u00 verlaten de eenheden hun stellingen en beginnen aan de lange mars naar het westen. Het regiment vertrekt naar Humbeek, de eerste etappeplaats ten westen van het Kanaal van Willebroek. De tocht verloopt bijzonder moeizaam door het drukke verkeer van vluchtende burgers en terugtrekkende legercolonnes op alle wegen naar het westen.

I/5Li
Tijdens de dag doen er zich geen noemenswaardige incidenten voor bij het Iste Bataljon. In het kader van de georganiseerde afmars komt het I/5Li van Majoor Lambert, versterkt met het Peloton Verkenners van het 5Li, onder bevel van het 6de Linie om samen met II/6Li, III/28Li, II/2A en het Esc Cy 2Div de terugtocht van de 2Div te dekken. De drie infanteriebataljons trekken de wacht op aan de K.W. Stelling tot kort voor middernacht waarna zij zich geleidelijk aan terugtrekken naar het Kanaal van Willebroek.

II/5Li
De 16 mei ‘s morgens, duidt de commandant van II/5Li de 6de Compagnie, die zich in tweede lijn bevindt, aan om de patrouille te leveren die door de regimentsstaf werd opgelegd. De 6Cie stelt een gevechtsgroep samen van een dozijn manschappen die onder leiding van Sergeant Jozef Van Acker op verkenning gaan in de richting van Keerbergen. De brug over de Dijle op de Haachtsebaan is reeds vernield en patrouille steekt de rivier over op een met planken geïmproviseerde loopbrug. Aan het splitsing van de Haachtsebaan en de Oude Putsebaan wordt de patrouille in drie detachementen opgesplitst. Een eerste ploeg volgt de Haachtsebaan naar de dorpskern van Keerbergen. Een tweede ploeg met als ploegoverste Korporaal De Smedt volgt de Oude Putsebaan. Sergeant Van Acker blijft achter op het kruispunt met drie van zijn manschappen.

De ploeg van Korporaal De Smedt omvat de Soldaten Vechter, De Malsche en Jules Pierssens. De Smedt en De Malsche vorderen links van de baan, geflankeerd door Vechter en Pierssens op rechts. Ter hoogte van een café nabij de Tremelobaan valt de patrouille onder vuur. Korporaal De Smedt wordt geraakt aan het hoofd en overlijdt enkele minuten later. Soldaat Vechter valt gewond neer. De Malsche gaat er van door en loopt terug in de richting van het startpunt van de patrouille. Soldaat Jules Pierssens die op dat ogenblik het licht machinegeweer (FM30) van de ploeg draagt, maar als fuselier niet in staat is het wapen behoorlijk te bedienen, rent over de baan in de richting van een woonhuis. Hij struikelt over de riem van zijn wapen en duikt een schuurtje in. De deur valt in het slot en Jules Pierssens zit vast. Bij de aankomst van de Duitse wielrijders maant de gewonde Soldaat Vechter zijn strijdmakker aan om naar buiten te komen, maar het zijn de Duitsers die de deur openmaken en Pierssens van enkele sigaretten voorzien alvorens hem gevangen te maken. De gewonde Vechter wordt op de buis van één van de fietsen van de vijandelijke verkenners gezet en afgevoerd naar een hulppost.

Tijdens de vooravond kan een nieuwe patrouille het stoffelijk overschot van Korporaal De Smedt terughalen.

Na ontvangst van het terugtrekkingsbevel bereidt het II/5Li van Majoor Ooms de mars voor. Het IIde Bataljon heeft door het verlies van zijn rollend materieel tijdens de verplaatsing van Luik naar de K.W. Stelling grote moeilijkheden om alle bewapening mee te nemen. De munitie moet daarenboven verdeeld worden over de soldaten die zo extra gewicht moeten meesleuren tijdens de voetmars. De mitrailleurs, DBT granaatwerpers en de resterende munitie worden geladen op de enige vrachtwagen die het II/5Li nog bezit. Dit probleem stelt zich niet bij de andere bataljons.

III/5Li
Rondom 12u45 wordt het III/5Li door 2A, de organieke artillerie van de 2Div, onder vuur genomen. Het 2A dat zich klaarmaakt voor de verplaatsing naar het westen vuurt alle munitie die niet langer vervoerd kan worden, blindelings af op een bos in Keerbergen, voor de stelling van III/5Li. Enkele schoten vallen te kort en slaan in op de stelling van het IIIde Bataljon. Er vallen gelukkig geen doden of gekwetsten.

Pl Vkr/5Li
Het Pl Vkr/5Li wordt aangehecht aan I/5Li om samen, onder bevel van het 6Li, de achterhoede van de 2Div te vormen tijdens de georganiseerde terugtocht naar Gent. Rond middernacht verlaat ook het Pl Vkr de K.W. Stelling richting Kanaal van Willebroek.

Schets van Kolonel Carion waarop de posities van het IIde Bataljon na de Duitse aanval aangeduid zijn.

Staf/5Li
Na een nachtmars van 40 km komen de eenheden van het 5Li vanaf 07u00 aan te Humbeek.

Kolonel Carion verneemt van Luitenant-kolonel SBH Wanty, stafchef van het VIde Legerkorps, dat de tijdelijke verdediging van het Kanaal van Willebroek tussen Tisselt en Humbeek-Sas verzekerd zal worden door het 1ste Regiment Grenswielrijders (1CyF) versterkt met het IIde Bataljon en het Pl Vkr van het 2J die zich bij de sluizen van Humbeek-Sas opstellen.  Hij leidt dan ook af dat het 5Li zich geen zorgen hoeft te maken voor de beveiliging van zijn rustkantonnement.  Carion bevestigt dit op het dagelijkse overleg met zijn bataljonscommandanten om 11u30.  Hij deelt de marsorders voor de etappe van de komende nacht mee, en laat zijn regiment in hun rustkantonnementen verblijven.

In de late namiddag loopt het fout wanneer de Duitsers bij verassing het kanaal oversteken bij Humbeek-Sas en het kantonnement van het II/5Li te Humbeek aanvallen.  Kolonel Carion roept de bataljonscommandanten onmiddellijk tot op de commandopost en deelt twee bevelen uit.  Ten eerste wordt aan het IIde Bataljon versterkt met een Peloton C47 anti-tankkanonnen opgedragen om langsheen de noordrand en oostrand van Humbeek in defensief te gaan.  Het bataljon moet het dorp verdedigen tot 21u00.  Ten tweede beveelt hij aan de rest van het regiment om te verzamelen tussen Merchtem en Wolvertem voor de afmars.  Ook verplaatst hij de commandopost van het regiment naar de westrand van het dorp.

Bij deze verrassingsaanval sneuvelen 22 militairen van het 5Li.

I/5Li
Het I/5Li dat deel uitmaakte van de achterhoede van de 2Div en in stelling gebleven was langs de Rijmenamsesteenweg krijgt om 02u00 het bevel om zich terug te plooien. Dit gebeurt onder dekking van artillerievuur van de IIde Groep van 2A die zich nog met enkele vuurmonden te Boortmeerbeek bevonden. De mars verloopt richting Elewijt om via Verbrande Brug het Kanaal van Willebroek over te steken en alzo Humbeek te bereiken. De lange mars duurt 8 uur. I/5Li kan zich reorganiseren en genieten van een rustpauze tot 19u00 wanneer ze vertrekken voor de tweede etappe van de mars naar Gent. De tocht gaat via Wolvertem, Merchtem en Aalst naar Gijzegem achter de Dender. In Gijzegem wordt opnieuw een rustpauze ingelast.

II/5Li
Rond 15u00 wordt het II/5Li opgeschrikt door geweervuur. Er wordt onmiddellijk aangenomen dat de Duitse troepen het Kanaal van Willebroek overgestoken zijn en het rustkantonnement aanvallen. De 5de, 6de en 7de Cie ontplooien zich richting kanaal, samen met een sectie mitrailleurs van de 8ste Cie. De andere mitrailleurs bevinden zich nog in de colonne met de paardenwagens. De oorzaak van de verrassing ligt in het feit dat de brug over het Kanaal van Willebroek nabij de sluizen van Het Sas, die om 11u20 tot ontploffing werd gebracht, niet voldoende vernietigd was en zelfs de overtocht van voertuigen en lichte tanks toeliet. Hierdoor kon het 1CyF de vijand niet tegenhouden.

Een uur later bereikt de voorhoede van het IIIde Bataljon van het 26ste Duitse Infanterieregiment het II/5Li dat de dorpskern van Humbeek verdedigt met versterking van een peloton C47 anti-tankkanonnen van de 14Cie. Het II/5 moet in moeilijke omstandigheden zijn taak verrichten in een niet voorbereide stelling. Majoor Ooms krijgt orders stand te houden tot 21u00. Het bataljon wordt nog extra versterkt door een peloton mitrailleurs van de 13de Cie en twee T-13’s van het 2de Regiment Lansiers die op dat ogenblik westwaarts aan het trekken waren door Grimbergen.

De 7de Cie van Luitenant Cox wordt onder vuur genomen door Duitse mitrailleurs geïnstalleerd in de huizen op de oostelijke oever maar de schade blijft beperkt door het optreden van de T-13’s. De strijd wakkert aan en van de 30 man in de eerste linie raken er slechts 15, waarvan 12 gewond, terug bij de achterste gevechtsgroepen. De rest is dood, gewond of in Duitse handen. De Duitse druk op de rechterflank van de 7de Cie wordt opgevoerd, later ook op de linkerflank met infiltraties als gevolg. In de sector van de 6de Cie blijft de situatie enigszins onder controle. Bij de 5de Cie trekt men zich terug op eigen initiatief na gevangenneming van Luitenant Louwet. Er volgt een kleine tegenactie van het peloton van Onderluitenant Lambert. Hierbij raakt de pelotonscommandant gewond, hij overlijdt later aan de gevolgen van zijn verwondingen. Omstreeks 20u00 wordt de 7de Cie van Lt Cox wordt opnieuw aangevallen en na verloop van tijd geheel omsingeld op één gevechtsgroep na. Een half uur later worden de restanten van de compagnie gevangen genomen.

Omstreeks 21u00 worden de aanvallen op de 5de en 6de Cie stopgezet. Men maakt aanstalten om zich terug te trekken, maar het II/5Li krijgt bevel om ter plaatse te blijven tot nader order. Het II/5Li blijft uiteindelijk ter plekke tot 03u00 om in de vroege morgen van 18 mei terug te trekken naar Gijzegem. II/51Li vormt nu de achterhoede van de 2Div tot aan de Dender. Door de verdedigende acties van het II/5Li aan het Kanaal van Willebroek zijn de vijandelijke gepantserde eenheden aan de overkant van ‘t Sas het kanaal niet kunnen oversteken. Hierdoor zijn deze eenheden er niet in geslaagd de terugtocht van de 2de Infanteriedivisie in gevaar te brengen. Bij de 5Cie sneuvelen de Soldaten De Deckers en Schellens, bij de 6Cie de Onderluitenant Lambert en de Soldaten De Wachter, Dingenen, en J. Lenaerts bij de 7Cie Sergeant Van Raemdock , de Korporaals Dingemans, F. Lenaerts, Leten en Renne en de Soldaten De Colfmaker, De Roovere, Hermans, Laeremans, Lemmens, Lottin, Pockele, Van Reet en Withagels en bij de 8Cie de Soldaat De Windt. Soldaat De Marre van I/5Li die de verplaatsing met II/5Li uitvoerde komt eveneens om tijdens de gevechten.

III/5Li
Het III/5Li komt niet contact met de vijand en vertrekt eveneens om 19u00 richting Gijzegem. Enige verwarring ontstaat bij de aanvang van het vertrek door aanrijdende wielrijders waarvan men in eerste instantie denkt dat het Duitsers zijn.

IV/5Li
Een peloton mitrailleurs van de 13Cie en een peloton C47 van de 14Cie wordt in versterking van II/5Li gestuurd om de Duitse aanval op Humbeek af te weren. Soldaat Van Der Schoot van dit peloton wordt verwond en overlijdt drie dagen later te Westmeerbeek aan zijn verwondingen

Staf/5Li
De nachtmars van ongeveer 40 km gebeurt in moeilijke omstandigheden. Sedert de aanvang van de oorlog hebben de soldaten nog geen enkele deftige nachtrust gehad en moeten het de laatste dagen stellen zonder warme maaltijd.

Om 06u30 worden de bruggen over de Dender te Aalst bereikt. De Dender wordt bewaakt door eenheden van de 1ste Divisie Ardeense Jagers.

Kolonel Carion wil zich geen tweede keer laten verrassen en laat een verkenning uitvoeren ten oosten van de Dender en het I/5Li wordt belast met het uitzetten van voorposten in samenspraak met de Ardeense Jagers. Eens dit gebeurd is, mogen de bataljons hun rustkantonnement in de omgeving van Gijzegem innemen.

In de namiddag krijgt Kolonel Carion orders om zijn nieuwe ondersector in het Bruggenhoofd Gent te gaan verkennen. Het 5de Linieregiment moet in de loop van de voormiddag van 19 mei het 11de Linie aflossen in de ondersector Kwatrecht.

I/5Li
Het I/5Li wordt belast met de achterhoede en trekt zich terug rond 22u00.

II/5Li, III/5Li en IV/5Li
In de loop van de avond vertrekken II/5Li, III/5Li en IV/5Li richting Kwatrecht onder leiding van Majoor Fiévet, bataljonscommandant van IV/5Li.

Het 5Li staat opgesteld tussen de Schelde en 6Li met I/5Li en III/5Li in front en II/5Li in tweede lijn.

Staf/5Li
Het Bruggenhoofd Gent (in 1940 beter bekend onder zijn Franse naam TPG – Tête de Pont Gand) wordt gevormd door een bunkerlinie ten zuiden van Gent. De verdedigingslinie bestond uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hadden nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel.

Na een mars van 25 km wordt de stelling bij ochtendgloren bereikt. I/5Li en III/5Li worden in eerste lijn opgesteld, II/5 in tweede lijn en IV/5 tussen de fuseliersbataljons met een maximum bij III/5Li dwars over de baan Gent-Aalst.

De stelling is echter ver van in orde. Slechts één bunker met een C47 en toebehoren is open. De andere schuilplaatsen en bunkers zijn nog afgesloten en het materiaal bevind zich nog te Gent. Wegens gebrek aan tijd om de bewapening, munitie, anti-gas middelen en voedingsmiddelen af te halen worden de hangsloten geforceerd en de bunkers in gebruik genomen met de eigen automatische wapens. Veldversterkingen in de vorm van anti-tankgrachten, hindernissen en loopgrachten zijn er eveneens niet. Ook de schootsvelden zijn niet geruimd en het zicht vanuit talrijke schietsleuven is bijzonder beperkt. De weinige prikkeldraadversperringen zijn op veel plaatsen verwijderd om de boeren toe te laten hun vee tot bij de bunkers te laten grazen.

Onder dekking van de 1ste Divisie Ardeense Jagers die de vijandelijke opmars tussen de Dender en Gent tot de avond zal vertragen, wordt iedereen onmiddellijk aan het werk gezet om de stelling gevechtsklaar te maken. Tegen de vooravond zijn de meest noodzakelijke werken uitgevoerd. Door de opeenvolgende inzet en nachtmarsen ontbreek heel wat personeel. De verliezen kunnen echter niet aangevuld worden omdat het 55ste Linieregiment (55Li), het Versterkings- en Opleidingsregiment van het 5Li met daarin al het reserve personeel, reeds op 17 mei naar Zuid-Frankrijk werd gestuurd

Voorpostenlijn
Bij de doortocht van de terugtrekkende de Ardeense Jagers worden enkele pelotons van I/5Li en III/5Li als voorposten uitgeplaatst. Voor de stelling worden nog eens twee voorposten uitgezet. Deze voorposten (P3 en P4) worden bezet door twee gevechtsgroepen van het Wielrijderseskadron van de 2de Infanteriedivisie (EskCy 2Div). Hun opdracht bestaat erin vijandelijke voorhoedes voor de stelling te melden en verkenningen af te weren. De vooruitgeschoven post P3 bevindt aan de spoorwegbrug te Westrem, de post P4 bevindt zich aan het kruispunt het Strop van de Massemsesteenweg en de Brusselse Steenweg. Elke voorpost kreeg een T13 tankjager van de Cie C47/T13 van 4Div in versterking.

I/5Li
Het I/5Li van Majoor Lambert bezet het rechter voorvak ten noordoosten van Gijzenzele met een front van 1.200 à 1.400 m. Bij gebrek aan manschappen worden de drie compagnies in lijn opgesteld, met telkens twee pelotons in eerste en een derde peloton in tweede lijn. De mitrailleurs van de 4de Compagnie worden over de lijn verspreid. Vanuit het IV/5Li wordt één peloton mortieren, één peloton C47 anti-tankkanonnen en één peloton mitrailleurs in steun geleverd. Transmissiemiddelen ontbreken nog steeds. De transmissieofficier heeft wel een goede verbinding met de commandopost van het regiment.

II/5Li
Het II/5Li van Majoor Ooms bevindt zich in tweede echelon ter hoogte van Melle, rechts van de Bovenschelde tot voorbij de spoorlijn Gent – Brussel, de scheidingslijn tussen I/5Li en III/5Li. Ten gevolge van de verliezen geleden te Humbeek worden de restanten van de 5de en 7de compagnie worden samengesmolten tot één robuuste compagnie onder bevel van Kapitein-commandant Marbaise. De 6de Compagnie wordt overgenomen door Luitenant Cox. De 8ste Compagnie mitrailleurs neemt plaats aan de Schelde en krijgt één C47 ter versterking. De commandopost van II/5Li ligt net achter de 6de Compagnie.

III/5Li
Het III/5Li van Majoor Jacques neemt het linker voorvak voor zijn rekening. Het III/5Li wordt op de hoofdkrachtinspanning van het 5Li geplaatst, voor Kwatrecht en te paard op de Brusselse Steenweg. Het te houden front strekt zich uit tussen het bataljonsvak van I/5Li en de Schelde n bedraagt een 1.200 à 1.400 m. De drie compagnies fuseliers worden in een lijn opgesteld zonder tweede echelon. De 12de Compagnie Mitrailleurs wordt bij de 9de Compagnie Fuseliers opgesteld. Ter ondersteuning levert IV/5Li één peloton mortieren, één peloton C47 anti-tankkanonnen en één peloton mitrailleurs.

IV/5Li
Zoals gebruikelijk worden de middelen van het IVde Bataljon verdeeld over de andere bataljons. De twee bataljons in eerste lijn worden telkens versterkt met een peloton mitrailleurs van de 13Cie, een peloton C47 van de 14Cie en een peloton mortieren van de 15Cie.

Vijf militairen van de Klas 38 van het peloton verkenners van het 5Li. (foto: Bob Van Herck).

Staf/5Li
Het Regiment is opgesteld en klaar om de confrontatie met vijand aan te gaan. Omstreeks 04u00, bij eerste klaarte, lopen de eerste meldingen binnen dat vijandelijke verkenners waargenomen zijn. Vanaf de middag lanceert de vijand een aanval uit de opmars tegen de stellingen van III/5Li in een poging langs de zuidelijke Scheldeoever naar Gent op te rukken. De aanval uit de opmars stuit op hevig verzet en nadat de compagnies in eerste lijn aanvankelijk moeten wijken worden de stellingen tegen de avond heroverd. De Duitsers lijden aanzienlijke verliezen onder meer door de tussenkomst van de Belgische artillerie. Ze hebben de nacht nodig om te reorganiseren waardoor het tijdens de nacht van 20 op 21 mei relatief rustig blijft in de Ondersector van het 5Li.

Voorpostenlijn
Duitse wielrijders rukken op in twee rijen langs de Brusselse Steenweg. Bij het verlaten van Oordegem worden zij omstreeks 07u30 onder vuur genomen door de T13 die opgesteld staat bij voorpost P4. De Duitse colonne moet hals over kop dekking zoeken en er worden verliezen geleden aan Duitse kant. Wanneer ze proberen de Belgische voorpost te omsingelen worden ze plots onder vuur genomen vanuit de voorpost P3 aan de spoorwegbrug te Westrem. De Duitse wielrijders zijn vastgepind en moeten wachten op vuursteun om voorbij de voorposten te raken. Rond 08u00 wordt de toestand in de voorposten P3 en P4 onhoudbaar waarop beslist wordt de posten op te gegeven. De gevechtsgroepen van het Esk Cy 2Div kunnen zonder probleem binnenlopen bij het III/5Li en verslag uitbrengen.

III/5Li
Kort daarop volt een eerste aanval op het IIIde Bataljon. Aanvankelijk maakt de vijand contact met de 9de Compagnie waarbij enkele Belgische mitrailleurs uitgeschakeld worden. De aanval wordt evenwel afgeslagen. Mits artilleriesteun kan ook de 10de Compagnie weerstaan aan de druk. De 11de Compagnie moet echter enigszins wijken en kan zijn basisplaats niet hernemen.

In de namiddag volgt een tweede Duitse aanval met infanterie en 15 lichte pantsers waarvan er verscheidene door Belgisch artillerievuur vernield worden. De overige pantserwagens wijken. Aanval en tegenaanval volgen elkaar op waarbij de Duitse infanterie er in slaagt om de stelling binnen te dringen. Omstreeks 13u00 moet Majoor Jacques dan ook om versterking vragen. Die komt in eerste instantie van de 2de Compagnie van I/28Li. Een uur later volgt de tegenaanval: ondersteund door artillerie en vier T13 tankjagers tracht het IIIde Bataljon opnieuw te vorderen. Het III/5Li krijgt daarbij eveneens nog één peloton van het Wielrijderseskadron van de 2Div toegewezen om de linkerflank te ondersteunen die het zwaar te verduren krijgt.Na moeizame gevechten is de toestand omstreeks 19u00 hersteld. De 9de en 11de Compagnies zitten terug op hun oorspronkelijke stellingen. De 2de Compagnie van het 28ste Linie heeft een tweede echelon gevormd net achter de 11de Compagnie. Tussen 21u00 en 01u00 volgt hevig artillerievuur van beide zijden.

Staf/11Li
Gezien de geringe druk op de 4Div beslist het VILK om het 11Li opgesteld in tweede lijn van de 4Div in versterking te sturen van de 2Div. Het I/11Li en II/11Li worden aangeduid om een tegenaanval in de Duitse flank uit te voeren richting Kwatrecht. Uiteindelijk zal enkel het II/11Li kunnen ingezet worden.

Tijdens de nacht van 20 op 21 mei krijgt het II/11Li dat zich te Lemberge bevind het bevel om een tegenaanval uit te voeren richting Kwatrecht om het 5Li te ondersteunen en het verloren gegane gebied rond Kwatrecht te heroveren. Het 2A vangt om 05u30 aan met een vuurvoorbereiding op de Duitse stellingen, de beschietingen zullen nog de rest van de dag duren. Om 06u15 start het II/11Li de tegenaanval met hulp twee ACG1 tanks van het Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps die in het noorden van Gijzenzele zijn gestationeerd. Aanvankelijk boekt het II/11Li terreinwinst. Ter hoogte van het Bourgondisch Kruis gaan beide tanks evenwel verloren en na een kort oponthoud kunnen de Duitsers de opmars hervatten. Het II/11Li moet de tegenaanval opgeven.

I/5Li
De verbinding van het I/5Li met de regimentsstaf is echter verbroken door luchtaanvallen en het bataljon kan bijgevolg ook niet met zijn buren van het III/5Li in contact komen. Majoor Lambert van I/5Li stuurt verbindingspatrouille naar de 11de compagnie om te proberen de communicatie te herstellen. Wegens gebrek aan materiaal lukt dit niet. Enkele transmissie-soldaten dienen naar de staf van het regiment te gaan verbindingsmaterieel af te halen en verslag uit te brengen van de kritieke situatie op de linker flank

Nadat het Duitse offensief het III/5Li had teruggedrongen krijgt het I/5Li nu de volle aanval te verduren. De Duitse aanval richt zich op de onbeschermde flank waar zich de 1Cie bevindt. Het uiterst linkse peloton en sectie mitrailleurs van de 1Cie worden gevangen genomen en de Duitsers proberen het achtergelegen bosje in te nemen. Een steunpeloton moet hulp bieden maar wordt teruggetrokken waarna het bosje beschoten wordt met mortieren.

De druk op de 2de en 3de Compagnie is zodanig dat zij gedeeltelijk achteruit moeten trekken. De 3Cie wordt bij de verplaatsing in de rug aangevallen door infiltraties langsheen de stellingen van het aangrenzende 6de Linie. Twee secties mitrailleurs en een kanon C47 gaan verloren. Er is geen steun verkrijgbaar vanuit het tweede echelon. De beschikbare mortieren en granaatwerpers kunnen nog wel de aftocht van de 1ste en 3de Compagnies dekken.

Rondom 19u30 ontvangt Majoor Lambert van het regiment een gecodeerd bericht dat onleesbaar is. De verbindingen met het regiment lukken niet meer. Gelukkig keert de rust terug in alle kwartieren en volgt geen verder contact met de vijand. Aan het eind van de dag, om 21u30 krijgen de compagnies bevel zicht terug te plooien op de kerk van Gontrode. Majoor Lambert beseft dat het gecodeerde bericht hier iets mee te maken heeft en laat de stellingen opnieuw bezetten. De verbindingsofficier van het bataljon begeeft zich naar de regimentsstaf om het probleem bij de ontcijfering van het bericht op te lossen.

III/5Li
Omstreeks 05u30 moet de 11de Compagnie melden dat een verdere tegenactie mislukt is. Ondanks de steun van artillerie en een T13 pantserwagen kunnen de manschappen niet verder vorderen.

Na een korte pauze volgen vanaf 09u30 hernieuwde infiltraties langsheen de Schelde, samen met frequente luchtaanvallen. De 2de Compagnie van het 28ste Linie dient zich terug bij zijn regiment te voegen en verlaat zijn stellingen.

Het III/5Li wordt dan maar versterkt met de 8ste Compagnie mitrailleurs. Hevige gevechten met Belgische artillerie- en mortiersteun breken uit langsheen het ganse front van het bataljon. De Belgen moeten opnieuw wijken.

Omstreeks 10u30 wordt de commandopost van het IIIde Bataljon voor anderhalf uur ontruimd wegens omsingelingsgevaar. De 1ste Compagnie komt tussenbeide met artillerie- en mortiersteun en onderneemt om 13u30 een beperkte tegenactie naar het kwartier van het IIIde Bataljon.

De gevechten in het kwartier van het IIIde Bataljon blijven aanhouden. De artillerie- en luchtbombardementen op de stellingen van het III/5Li nemen rondom 14u30 opnieuw toe en een uur later volgt een tweede groot Duits offensief met de bedoeling uiteindelijk door te breken in de sector Kwatrecht. Hevige vuurgevechten volgen.

Net voor 16u00 wordt de commandopost van het bataljon 300m naar het westen opgeschoven. De 9de en 11de Compagnies raken omsingeld. De manschappen van de 9de Compagnie kunnen toch terugtrekken op de schuilplaatsen in tweede echelon.

De 11de Compagnie kan zich enkele uren later rond 19u30 eveneens onttrekken aan de vijand en bereikt ook het tweede echelon. ‘s Avonds zijn er geen noemenswaardige vijandelijkheden meer. Er is een grote behoefte aan munitie en verzorgingsmateriaal.

Op de Conferentie van Ieper tussen de Belgen, Fransen en Britten is beslist dat het front achteruit moet. Het Belgische leger zal de aftocht naar de Leie aanvatten en rondom Gent worden de Belgische posities herschikt en wordt het Bruggenhoofd Gent opgegeven. De 16de en de 18de infanteriedivisies zullen de stad verdedigen. De 1ste infanteriedivisie zal de komende nacht stad verlaten en naar de streek van Kortrijk verhuizen. De 2de en de 4de infanteriedivisie zullen het Bruggenhoofd Gent opgeven en over de Leie trekken, terwijl ten zuiden van de stad de 1ste Divisie Ardeense Jagers en de 5de infanteriedivisie nog achter de Schelde moeten blijven tot de nacht van 23 op 24 mei en zich vervolgens ook achter de Leie moeten terugtrekken.

Het 5Li blijft nog de ganse dag in actie in het Bruggenhoofd Gent.

I/5Li
Om 04u00 meldt het I/5Li dat alle verbindingen weer correct verlopen en er klaarheid is ivm het gecodeerde bericht: “Gezien de toestand van III/5Li, mag I/5Li indien nodig zijn linkerflank oprollen, het bataljon wordt morgen om 09u00 vervangen of versterkt door een bataljon Ardeense Jagers”

De manschappen van het III/1ChA van de Ardeense Jagers komen inderdaad aan binnen de ondersector van het 5Li, maar een van hun pelotons neemt omstreeks 09u30 het I/5Li onder vuur omdat de manschappen denken dat de stelling in handen van de Duitsers is. Er zijn gelukkig geen verdere gevolgen en de Ardeense Jagers nemen positie in op het tweede echelon.

‘s Middags hernemen de Duitse bombardementen over de gehele lijn van het 5Li. De vijandelijke patrouilleacties die verzwakken. De Ardeense Jagers nemen peloton per peloton de posities over.

Deze overname laat toe dat vanaf 23u00 het begin van de terugtocht naar het afleidingskanaal van de Leie.

Er volgen verscheidene eervolle vermeldingen voor de gevechten te Kwatrecht, dit zowel van Duitse als van Belgische zijde. De Duitse radio verspreidt het bericht dat voor het eerst een Belgische eenheid hevig weerstand bood en dat de Duitse opmars zelfs werd gestopt. Van Belgische zijde wordt een eervolle vermelding voorgesteld voor verschillende militairen voor hun acties tijdens deze dagen. Ook in het dagorder van de divisie van 28 mei 1940 zullen de gevechten van III/5Li te Kwatrecht geciteerd worden.

Opstelling van het 5Li aan het Afleidingskanaal van de Leie met I/5Li en II/5Li in front en III/5Li in reserve.

Staf/5Li
Het 5Li verlaat het Bruggenhoofd Gent en bereikt na een nachtelijke mars via Gontrode, Merelbeke, Gent en Drongen het dorp Hansbeke. Het 5Li wordt nog tijdens de voormiddag ontplooid aan het Afleidingskanaal van de Leie. De rest van de dag blijft het rustig en de verkenningspatrouilles over het kanaal nemen geen vijandelijke activiteiten waar.

I/5Li
Om 10u00 meldt het I/5 van majoor Lambert dat zijn nieuwe stellingen bezet zijn in eerste lijn op zo’n 2Km ten NO van Hansbeke. Zoals eerder zijn hier ook geen voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd. Het bataljon wordt op zijn linkerflank vervolgd door het 20ste Linie. Er is ondersteuning van 3 kanonnen C47 en vier mortieren M76.

II/5Li
‘s Middags bezet het II/5Li zijn stellingen in eerste lijn met hulp van III/28ste Linie. De 5de en 6de Compagnie gaan in eerste lijn. De 7de Compagnie wordt ontplooid ter bescherming van het hoofdkwartier zo’n 800m verder. Deze veldwerken worden ook hier onmiddellijk aangevat. Het bataljon krijgt ondersteuning van één peloton C47, een peloton mortieren M76 en één peloton mitrailleurs van IV/5. Rechts liggen de eenheden van het 28ste Linie.

III/5Li
Het III/5Li tenslotte komt om 08u30 aan in Hansbeke en is na de zware gevechten in het Bruggenhoofd Gent en de nachtmars is het bataljon aan rust toe. Ook een warme maaltijd zou uiterst welkom zijn. Vanaf 10u45u worden de stellingen in tweede de lijn ingenomen. Tot 13u00 volgen enkel nog kleine aanpassingen aan de opstelling. De restanten, niet nader bepaald, van het IV/5Li worden aan hen toegevoegd.

Staf/5Li
In de nacht 24 op 25 mei wordt het regiment opgeschrikt door vijandelijk artillerievuur.

Het peloton verkenners van het 5Li oefenen in het aanleggen van veldwerken (foto: Bob Van Herck).

Staf/5Li
Om 06u00 weerklinkt het luchtalarm vanwege overvliegende Stuka’s. Geen bombardement, er worden enkel strooibiljetten uitgeworpen waarin de Belgen er op attent worden gemaakt dat ze zich beter kunnen overgeven voor het nakende groot offensief en ook dat de meeste Belgische officieren al zijn overgelopen. De propaganda-actie kent enig succes maar door ingrijpen van het kader is het moreel al vlug terug hersteld. In feite is iedereen aan informatie over de situatie toe en er is nog altijd nood aan een degelijke warme maaltijd.

Staf/5Li
Er heerst relatieve rust in de ondersector van het 5de Linie. Het I/5Li krijgt gedurende een korte periode artillerievuur te verduren.

Twee patrouilles die bij valavond terugkeren, rapporteren enkele vijandelijke infanterie-elementen voor de frontlinie. Omstreeks 17u00 wordt de infirmerie geraakt door een bom: er vallen twee doden en een tiental gewonden.

Heel de nacht door is er bedrijvigheid van de Duitse luchtmacht.

Staf/5Li
Na de middag wordt de divisie op de rechterflank aangevallen. Er kan niet aan de druk weerstaan worden en de divisiecommandant geeft bevel om terug te plooien richting Maria-Aalter. Rond 15u00 begint de terugtocht onder dekking van het I/5 en enkele elementen van het II/5. Enige tijd wordt er stelling genomen bij de bossen van Maria-Aalter waarna de terugtocht naar Ruddervoorde- Hertsberge aangevangen wordt. De achterhoede heeft contact met de vijand. Tot 22.30 uur ligt deze onder artillerie en mitrailleurvuur, waarna het gevecht afgebroken wordt en men verder trekt richting Maria-Aalter en verderop naar Ruddervoorde-Hertsberge. De mars wordt fel gehinderd door allerlei troepen, artillerie-stukken en auto’s.

Duitse troepen bij de op 18 mei ingenomen Schans van Drijhoek. Op de achtergrond enkele van de bewuste Friese ruiters.

Krijgsgevangen/5Li
Een groepje krijgsgevangenen van het 5Li wordt door de Duitsers naar de kazerne van Brasschaat (oftewel Polygoon Brasschaat) gestuurd om het kamp in te richten als krijgsgevangenkamp. Hiertoe moesten ze achtergelaten Friese ruiters van het Belgische leger weghalen van de anti-tankgracht rond Antwerpen en naar Brasschaat brengen. De prikkeldraadversperringen zouden dienen als omheining voor het kamp. Langs de Bredabaan te Brasschaat vlakbij de Schans van Drijhoek stond nog een wegversperring die diende om de toegang tot Antwerpen te vergrendelen. Onder het wegdek dat werd afgesloten door de Friese ruiters bevond zich echter nog een springlading van 750 Kg die niet geneutraliseerd werd toen de Belgen op 17 mei de Versterkte Positie Antwerpen verlieten. De springlading was gevalstrikt met een ontsteking die aan de Friese ruiters was vastgemaakt. Wanneer de soldaten de Friese ruiters wegslepen ontploft de lading waarbij de Sergeant Aernouts en de Soldaten Backhovens, De Jonghe, D’Joos, Siccard en Vlegels omkomen. Korporaal Verbeeck wordt ernstig verwond en overlijdt later in het ziekenhuis te Schoten. Bij het ongeval sterven ook een dertigtal burgers en de Duitse militairen die de krijgsgevangen begeleiden [2].

Staf/5Li
Rond 07u00 sluit de achterhoede van Majoor Lambert opnieuw aan bij het regiment en verneemt er het nieuws van de capitulatie. Op bevel van het Duitse commando blijft het 5Li gestationeerd te Hertsberge tot 31 mei 1940. Het vaandel van het regiment wordt aan de commandant van de 2de Infanteriedivisie overhandigd en daarna met andere overgebracht naar het hoofdkwartier van het VIde legerkorps. Alle wapens, munitie en materieel wordt verzameld en overhandigd aan de Duitsers. 

Staf/5Li
Vanaf 30 mei moet het regiment klaar staan om naar nieuwe kantonnementen te vertrekken.
Dit gebeurt dan ook om 05.40 uur op 1 juni richting Lovendegem en de dag erna gaat de afmattende mars verder richting Desteldonk waar iedereen blijft tot 9 juni. Bij hun aankomst krijgen de mannen de eerste Duitse bevoorrading: meer dan beschimmeld roggebrood is er niet. Op 9 juni krijgen de reserve-officieren, reserve-onderofficieren, korporaals en soldaten van de bezetter hun “entlassungschein” en mogen ze huiswaarts keren.

De actieve officieren en onderofficieren blijven in krijgsgevangenschap en moeten zich naar Lokeren begeven. Daar moeten allen die langer dan 10 jaar dienst hebben naar een interneringskamp in Duitsland. Door tussenkomst van de regimentscommandant mogen de onderofficieren eveneens naar huis gaan. Op 10 juni vertrekt kolonel Carion met zijn officieren naar het gevangenenkamp in het St-Michielscollege te Brasschaat. Twee dagen later vertrekt het kader naar het krijgsgevangenkamp in Duitsland.

Na de capitulatie

 

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
10/IIIAERNOUTSAlbert, J.J.SgtBV3701.12.1915Wuustwezel27.05.1940BrasschaatAls krijgsgevangene gedood door ongeval met landmijn
14/IVANTHONIKarel, L.F.SgtMil3907.05.1915Borgerhout22.05.1940ZingemVerwond 20/5 Zingem
2/IANTHOONSLouis, H.SdtMil3713.04.1917Carlisle (GB)21.05.1940GijzenzeleOf gedood 21/5 Tielt. Gedood door artillerievuur
4/IBACKHOVENSWillem, J.SdtMil3914.08.1919Antwerpen27.05.1940BrasschaatAls krijgsgevangene vermist bij ongeval met landmijn
4/IBEECKMANLeopold, L.SdtMil3925.11.1919Dendermonde23.05.1940TieltGedood door vliegtuigbom
OnbekendBESSONLucien, PierreKplMil3928.05.1919Antwerpen22.01.1941Isenbüttel (D)Omgekomen in treinramp
10/IIIBOEYFrans, C.KplMil3823.06.1918Niel21.05.1940KwatrechtGedood door geweervuur
2/IBOSSCHAERTGeorgeSdtMil3813.01.1919East Molesey (UK)05.07.1940AntwerpenOverleden in hospitaal
2/IBRUYLANDTSJoseph, M.A.SdtMil3614.01.1916Uden (NL)21.05.1940GijzenzeleOf gedood 23/5 Kwatrecht
11/IIICEULEMANSJan, J.SdtMil3820.02.1919Berlaar19.05.1940KwatrechtGedood door vliegtuigbom
4/ICHRISTIAENSWillem, J.AdjtMil3823.01.1919Antwerpen21.05.1940GijzenzeleOf gedood 24/5
Staf/ICLAESFrans, J.SdtMil3914.11.1919Rumst21.05.1940GijzenzeleGedood door geweervuur
1/ICOOLSDomien, E.M.SgtBV3725.08.1907Borgerhout21.05.1940GijzenzeleOf gedood 23/5 Wetteren. Gedood door artillerievuur
4/ICOOMANSPetrus, A.A.SdtMil3614.11.1915Oud-Turnhout22.05.1940KwatrechtOf gedood Wetteren
StafCOPPENOLLEJoannesSdtMil3727.11.1916Hoboken26.05.1940HansbekeGeneeskundig Korps. Gedood door vliegtuigbom
10/IIICOXKarel, A.M.SdtMil3603.09.1916Neerpelt23.05.1940WetterenVerwond 21/5 Kwatrecht
4/ID'JOOSGaston, P.KplMil3812.06.1919Brasschaat27.05.1940BrasschaatAls krijgsgevangene gedood door ongeval met landmijn
3/IDE BELDERJoseph, F.R.SgtMil3813.10.1918Wetteren21.05.1940KwatrechtOf gedood 23/5 Wetteren
3/IDE BEUKELAERHendrik, E.SdtMil3630.05.1916Antwerpen21.05.1940GijzenzeleGedood door artillerievuur
1/IDE BRABANDEREOswald, F.A.SgtMil3619.07.1912St-Martens-Latem21.05.1940KwatrechtOf gedood 23/5 Wetteren. Gedood door artillerievuur
7/IIDE COLFMAKERPieterSdtMil3809.09.1918Lier17.05.1940Humbeek
6/IIDE DECKERRoger, L.KplMil3710.03.1916Croydon (GB)21.05.1940KwatrechtOf gedood 23/5. Dienstdoend Sgt Groepschef
5/IIDE DECKERSJulien, L.SdtMil3912.09.1918Schelle21.05.1940KwatrechtOf gedood 23/5 Wetteren
11/IIIDE GROOFFrans, CorneliusSdtMil3811.01.1919Kontich23.05.1940KwatrechtVerwond 21/5 Kwatrecht
3/IDE GROULARDLandri, E.N.SgtMil3703.05.1917Antwerpen21.05.1940Gijzenzele
OnbekendDE JONGHEFrederik, L.SdtMil3612.02.1915Brugge27.05.1940BrasschaatAls krijgsgevangene gedood door ongeval met landmijn
2/IDE MARREKarel, E.J.SdtMil3827.05.1919Willebroek17.05.1940HumbeekGedood door geweervuur
7/IIDE ROOVEREKarel, J.SdtMil3816.10.1918Rotterdam (NL)17.05.1940Humbeek
4/IDE ROOYFrans, H.SdtMil3822.03.1919Kapellen21.05.1940GijzenzeleOf gedood 29/5 Mechelen. Gedood door artillerievuur
6/IIDE SMEDTEduardSdtMil4027.02.1920St-Agatha-Berchem16.05.1940KeerbergenGedood op patrouille. Ploegoverste.
6/IIDE WACHTERJan, J.SdtMil4007.01.1920Hingene17.05.1940Humbeek
4/IDE WILDEJoseph, A.E.SdtMil3625.03.1916Sint Jansteen (NL)11.05.1940LiègeOf gedood Remicourt. Gedood door geweervuur
8/IIDE WINDTPetrus, J.A.SdtMil3921.11.1919Sint-Niklaas17.05.1940Humbeek
2/IDELEURERERoger, M.V.SdtMil3610.03.1916Ronse13.05.1940ForvilleGedood door vliegtuigbom
9/IIIDELLGRUNNorman, H.W.SgtMil3721.06.1915Hampstead (GB)23.05.1940WetterenOf gedood Kwatrecht
3/IDETRYAlbert, H.G.SdtMil3809.08.1917Duclair (F)19.05.1940BrusselZiekte (reuma)
11/IIIDIELSLodewijkSdtMil3823.12.1918Oelegem24.05.1940Peuplingues (F)
7/IIDINGEMANSGeorges, B.KplMil3719.01.1917Berendrecht17.05.1940Humbeek
6/IIDINGENENHenri, A.SdtMil3611.01.1916Retie17.05.1940Humbeek
11/IIIDOMSEdouard, J.F.SdtMil3816.09.1919Heindonk25.05.1940BoortmeerbeekVerwond 17/5 Boortmeerbeek
14/IVDRIESFrançois, G.SdtMil3927.01.1920Antwerpen20.05.1940ZingemInslag obus
11/IIIDU MONTLucien, C.KplMil3823.12.1917Kontich24.05.1940Peuplingues (F)
11/IIIEMBRECHTSAlfons, M.V.SgtMil3620.11.1916Lichtaart21.05.1940Melle
OnbekendFORCEVILLEFrançoisSdtMil23.01.1912Anderlecht22.05.1940Dannes (F)
10/IIIGHYSELSBenoni, S.SdtMil3820.06.1916Denderleeuw28.05.1940BruggeVerwond 21/5 Kwatrecht. Brancardier
9/IIIHEPSVictor, O.J.SgtMil3616.07.1916Ellesborough (GB)13.06.1940Berck-Plage (F)Ziekte
7/IIHERMANSJaak, S.H.SdtMil3809.06.1919Antwerpen17.05.1940HumbeekGedood door geweervuur
1/IJANSSENSFrans, A.SdtMil3627.05.1916Herentals21.05.1940KwatrechtOf + 23/5 Wetteren. Gedood door artillerievuur
10/IIIKERREMANSKarel, L.SdtMil3702.05.1918Bornem23.05.1940WetterenVerwond 21/5 Kwatrecht
2/IKRUYSWEEGSRenaat, J.SgtBV21.10.1920Turnhout21.05.1940GijzenzeleOf gedood Kwatrecht. Gedood door geweervuur
7/IILAEREMANSFransSdtMil3821.11.1918Westerlo17.05.1940Humbeek
6/IILAMBERTLandriOLt03.06.1919Lo18.07.1940Maastricht (NL)Gewond op 17.05 Te Humbeek.
11/IIILAUREYSSENSEduardSgtMil3712.02.1918Wilmarsdonk29.05.1940AalstVerwond 21/5-22/5 Kwatrecht. Gedood door artillerievuur
7/IILEMMENSJulesSdtMil3816.07.1919Nijlen17.05.1940Humbeek
6/IILENAERTSLudovic, C.A.SdtMil3828.01.1916Stabroek17.05.1940HumbeekGedood door artillerievuur
7/IILENAERTSFrans, A.P.KplMil3811.11.1918Lillo17.05.1940HumbeekPloegoverste FM30
7/IILETENFransSdtMil3807.08.1919Wijnegem17.05.1940HumbeekPloegoverste FM30.
13/IVLEYSENHenriSdtMil3703.05.1917Arnhem (NL)23.05.1940WetterenVerwond 21/5-22/5 Kwatrecht
7/IILOTTINLeon, E.SdtMil3817.05.1919Antwerpen17.05.1940HumbeekSchutter FM30
OnbekendMAESENEugène, A.O.LtRes31.01.1905Antwerpen13.05.1940GemblouxGedood 12 tot 14 mei. Gedood door vliegtuigbom
11/IIIMAMPAEYGerard, R.SdtMil3805.02.1919Aartselaar31.05.1940BruggeVerwond 21/5 Kwatrecht. Gedood door artillerievuur
3/IMERCHIERSGerard, P.J.07.07.1916Strijpen21.05.1940TorhoutGedood door artillerievuur. Chauffeur Peloton Buiten Gelid
4/IMEYSRaymond, R.SdtMil3901.05.1920Kessel-Lo21.05.1940GijzenzeleGedood door geweervuur
1/IMOONENAlbertSgtBV23.09.1910Antwerpen21.05.1940GijzenzeleOf gedood 24/5 Torhout. Gedood door artillerievuur. Peloton Buiten Gelid
14/IVPIESSENSRobert, M.SdtMil3926.02.1920Sint-Pauwels20.05.1940ZingemGedood door artillerievuur
7/IIPOCKELEWillem, A.M.SdtMil3818.04.1919Loenhout17.05.1940HumbeekOf gedood 18/5 Westmeerbeek
7/IIRENNEAlfons, J.KplMil3717.05.1917Mortsel17.05.1940Humbeek
OnbekendROBBENJoseph, J.A.SdtMil3629.04.1916Turnhout27.05.1940Ieper
13/IVROELANTSConstant, A.A.SdtMil3609.09.1916Antwerpen26.05.1940AalstVerwond 22/5 Kwatrecht. Overleden in Stedelijk Ziekenhuis Sint-Elizabeth.
3/IRUTTENAlbrecht, A.M.SgtMil3628.08.1916Hoogstraten21.05.1940Gijzenzele
11/IIISCHEIPERSLeopold, P.SdtMil3813.10.1918Stabroek24.05.1940Peuplingues (F)
5/IISCHELLENSLuc, J.SdtMil3802.08.1919Antwerpen17.05.1940Humbeek
11/IIISCHOEPENFrançois, A.H.SdtMil3919.05.1920Deurne23.05.1940WetterenVerwond 21/5-22/5 Kwatrecht
10/IIISELIAERTSLudovic, A.F.SgtMil3913.10.1919Broechem21.05.1940LedeVerwond 20/5 Kwatrecht
11/IIISICCARDAntoon, K.SdtMil3901.12.1919Denderbelle27.05.1940BrasschaatAls krijgsgevangene gedood door ongeval met landmijn
5/IISMETSJozef, A.KplMil3616.09.1916Herentals21.05.1940KwatrechtOf gedood 23/5 Wetteren
4/ISTEELBernardSdtMil3913.12.1919Wachtebeke23.05.1940TieltGedood door vliegtuigbom
6/IISTROOBANTSCarolin, A.SdtMil3607.06.1916Bonheiden21.05.1940Melle
2/ITASKINEdouardSdtMil3815.11.1918Diest21.05.1940Ourton (F)Gefusilleerd door Duitsers
11/IIIVAN BRITSOMFrans, A.A.AdjtMil3709.10.1917Bazel23.05.1940WetterenVerwond 21/5 Kwatrecht
2/IVAN DEN BOSSCHEFrançoisSdtMil3318.10.1913Schaarbeek17.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
13/IVVAN DER SCHOOTKarel, C.SdtMil3912.04.1920Halle20.05.1940WestmeerbeekVerwond 17/5 Humbeek
2/IVAN DYCKKarel, F.M.KplMil3831.07.1919Berchem21.05.1940Gijzenzele
4/IVAN HAVEREAlbert, V.SdtMil3809.12.1918Hemiksem21.05.1940GijzenzeleGedood door geweervuur
OnbekendVAN HOEYDONCKLucien, AlbertSdtMil3731.01.1918Oostmalle22.01.1941Isenbüttel (D)Omgekomen in treinramp
OnbekendVAN HOUTFransSdtMil3604.05.1916Aalst27.05.1940BeernemGedood door vliegtuigbom
10/IIIVAN IMMERSEELFrans, L.SdtMil3931.07.1919Lier20-22WetterenVerwond 21/5-22/5 Kwatrecht
1/IVAN MIEGHEMCamiel, G.A.SdtMil3918.04.1920Beveren-Waas21.05.1940GijzenzeleOf gedood 22/5 Tielt. Gedood door artillerievuur
7/IIVAN RAEMDONCKAchiel, H.C.SgtMil3621.03.1916Hamme17.05.1940HumbeekGedood door geweervuur. Groepschef
7/IIVAN REETJoannes, F.SdtMil3821.10.1918Herselt17.05.1940Humbeek
14/IVVAN THIELENJerôme, D.SdtMil3905.03.1920Testelt04.06.1940BruggeVerwond 27/5 Rumbeke
OnbekendVAN TONGELEduard, M.SdtMil3301.11.1913Merksem05.06.1940Willemstad (NL)KG op Rhenus 127 op 30/5
Staf/IVAN WAEYENBERGHEJoannes, L.KplMil3723.08.1914Okegem26.05.1940HansbekeGedood door vliegtuigbom. Brancardier.
10/IIIVERBEECKVincent, A.E.SdtMil3605.02.1916Schoten30.05.1940SchotenVerwond op 27.05 door ongeval met landmijn
10/IIIVERBISTAntoon, C.SdtMil3813.09.1919Zandvliet23.05.1940WetterenVerwond 20/5
12/IIIVERHAEGHENGustaaf, L.SdtMil3813.08.1919Antwerpen23.05.1940WetterenVerwond 22/5 Kwatrecht
5/IIVERHEYEMarcel, J.KplMil3906.11.1919Tielt27.05.1940Kortrijk
1/IVLEGELSLouis, P.SdtMil3701.11.1917Chicago (US)27.05.1940BrasschaatAls krijgsgevangene gedood door ongeval met landmijn
9/IIIVRIESACKERJosephSdtMil3808.08.1919Zwijndrecht23.05.1940WetterenVerwond op 22.05 te Kwatrecht
6/IIWARRENSGilbertSdtMil3805.09.1919Kieldrecht23.05.1940WetterenVerwond op 22.05 te Kwatrecht
7/IIWITHAGELSAugust, J.SdtMil3814.10.1918Kruibeke17.05.1940HumbeekGedood door geweervuur

Bibliografie en Bronnen

  1. “Le Service de Surveillance et de Renseignements aux Frontières (SSRF) de l’entre-deux-guerres à la campagne des 18 jours”, Pascal Pirot, mémoire de fin d’études défendu en janvier 2010 à l’Université de Liège en vue de l’obtention du grade de Master en Histoire. “En effet, un projet théorique de remise sur pied du S.S.R.F. reprend vigueur dans les années 1930. Relativement mieux préparé et organisé dès le temps de paix (retrait des douaniers du service, meilleure coordination avec le réseau de surveillance de l’armée), il fonctionne plusieurs mois à partir de la mobilisation de l’armée belge en septembre 1939. Dans le contexte de la « neutralité choisie », le périmètre sur lequel le S.S.R.F. est effectivement en place est considérablement étendu : frontière française, allemande, luxembourgeoise, moins rigoureusement la frontière des Pays-Bas, sont concernées.
  2. Achtergrondinformatie bij het incident nabij de Schans van Drijhoek, Een getuigenis “27mei de hel brak los” [On Line beschikbaar]: https://www.het-kamp-van-brasschaat.be/SitInfo_DeGefusilleerden.html en “De parochiale oorlogsverslagen van Brasschaat”, p13 http://users.telenet.be/wardvanosta/oorlogsverslagen.pdf [Laatst geraadpleegd 03 februari 2020].
  3. Dossier Hautecler, Archief Personalia, Documentatiecentrum Koninklijk Legermuseum, War Heritage Institute.