23ste Bataljon Genie

Situatie op 10 mei 1940

Type Geniebataljon
Ontdubbeld van 3de Bataljon van het 3de Regiment Genie
Onderdeel van IIIde Legerkorps
Bevelhebber Majoor Marcel Monon
Standplaats Kazerne Chartreuse, Luik
Samenstelling 1ste Compagnie (Kapitein-commandant Arsène Massart)  
  2de Compagnie (Kapitein-commandant Alfred Jeanray)  
  3de Compagnie (Kapitein Robert Masson)  
  Compagnie Park (Kapitein-commandant Oger Rose) Pelotok Park (Lt Bayet)
    Peloton Atelier (Lt Hondermarcq)
    Peloton Fonteiniers (Lt Pregardien)

Tijdens de mobilisatie

De Chartreusekazerne op de rechter Maasoever te Luik waar het 23Gn zich bevond aan de vooravond van de oorlog.

De Chartreusekazerne op de rechter Maasoever te Luik waar het 23Gn zich bevond aan de vooravond van de oorlog.

Staf/23Gn
Het 23ste Geniebataljon (23Gn) wordt op 26 augustus 1939 opgericht bij de afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan door ontdubbeling van het 3de Regiment Genie in de Chartreusekazerne te Luik. Het 23Gn wordt gevormd met manschappen en materieel van het IIIde Bataljon van het 3de Regiment Genie en wordt aangeduid als het organiek geniebataljon van het IIIde Legerkorps (III/LK). Het bataljon verbleef vanaf zijn oprichting in de Chartreusekazerne te Luik en voert tot tijdens de mobilisatie talrijke opdrachten uit voor zowel de Commandant Genie (CGn) van het IIIde Legerkorps (III/LK) als voor de Commandant Genie van de Versterkte Positie Luik. In het kader van de contramobiliteit was het 23Gn verantwoordelijk voor het ondermijnen van de bruggen over de Maas te Luik, het viaduct van Hergenrath en de tunnel van Nessonvaux. In de valleien van de Jeker en de Bolland werden railvelden, weghindernissen en anti-tankbarrières aangelegd. Ook langsheen de grens werden talrijke obstakels voorbereid. Anderzijds was het bataljon verantwoordelijk voor de constructie van verschillende tijdelijke gebouwen, barakken en wachthuisjes ten behoeve van diverse eenheden van het III/LK. Het 32ste Geniebataljon (32Gn) van het Legergenieregiment (RGnA) bleef doorheen de mobilisatieperiode aangehecht bij het III/LK waar ze het 23Gn versterken.

De PFLII linie is ongeveer 28Km lang is en loopt van Barchon tot Boncelles.

Aan de vooravond van de oorlog bewaken de compagnies een uitgebreide reeks vernielingen binnen de zone van de Versterkte Positie Luik (Position Fortifiée de Liège oftewel PFL).
De Versterkte Positie Luik bestaat uit vier linies:

  • Het verst buiten de stad ligt de PFL-I linie over een lengte van ongeveer 50Km tussen Visé en Comblain-au-Point met de drie nieuwe forten van Aubin-Neufchateau, Battice en Tancrémont, aangevuld met 179 betonnen bunkers.
  • De PFL-II linie is ongeveer 28Km lang en loopt van Barchon tot Boncelles. Op deze linie zullen bij een vijandelijke inval de 2de Infanteriedivisie en de 3de Infanteriedivisie post vatten. De linie omvat de vernieuwde forten van Barchon, Evegnée, Fléron, Chaudfontaine, Embourg en Boncelles aangevuld met 61 betonnen bunkers in twee echelons.
  • De PFL-III linie bestaat uit drie steunpunten op de rechteroever van de Maas te Visé, Argenteau en Jupille-Renory. Te Visé zijn 19 bunkers gebouwd, waarvan 4 met een C47 anti-tankkanon. Het steunpunt te Argenteau bestaat uit 10 bunkers, waarvan 2 met een C47, en het steunpunt te Jupille telt 13 bunkers, waarvan 8 over een C47 beschikken.
  • De Maas wordt gedekt door de PFL-IV linie die op de forten van Flémalle en Pontisse kan rekenen en bestaat uit 31 bunkers aan de oever van de Maas tussen Lixhe en Flémalle, 9 bunkers aan het Albertkanaal tussen Coronmeuse en Ternaaien en 10 bunkers tussen het fort van Pontisse en Ternaaien.

 

Staf/23Gn
Tijdens de nacht van 9 op 10 mei is het ganse bataljon, met uitzondering van het Peloton Henon van de 3de Compagnie, gekantonneerd in de Chartreusekazerne en in het Klooster van de Oblaten. Na het ontvangen van het algemeen alarm vertrekt het gros van het bataljon naar zijn oorlogskantonnement te Grivegnée.

1/23Gn
De manschappen van Kapitein-commandant Massart bouwen op de eerste oorlogsdag twee loopbruggen op de Vesder te Vaux-sous-Chèvremont.

Onderluitenant Schoenmans wordt uitgestuurd met een ploeg naar het vliegveld van Bierset om het reeds aanwezige detachement van Sergeant Joli te versterken en de vernieling van de installaties te bespoedigen.  De springinrichtingen zijn hier reeds voorbereid, maar de explosieven liggen nog gestockeerd op het fort van Hollogne.  De staf van het 1ste Luchtvaartregiment verlaat het vliegveld om 03u00 zodat de geniesoldaten alleen achterblijven om de werken uit te voeren.  Om 06u15 arriveren de explosieven uit Hollogne, net vooraleer de Luftwaffe een eerste grote luchtaanval uitvoert.  De geniesoldaten zoeken dekking in de spoorwegtunnel ten noorden van het vliegveld.  Een eerste reeks vernielingen wordt uitgevoerd, en na een tweede rit naar het Fort van Holloge wordt de opdracht afgerond tegen 19u15.  Om 20u45 is dit detachement terug in het kantonnement van Grivegnée.

Deze schets met de veiligheidsperimeter rond de springinrichting van de spoorbrug te Visé dateert uit 1939.

Deze schets met de veiligheidsperimeter rond de springinrichting van de spoorbrug te Visé dateert uit 1939.

2/23Gn (-)
De 2de Compagnie is opgesteld te Hallembaye en rechtstreeks aangehecht bij de Groepering Gits die de sector Maas-Stroomafwaarts (Meuse-Aval) van de Versterkte Positie Luik verdedigt. De Groepering Gits omvatte naast het 2/23Gn ook nog het 2de Regiment Grenswielrijders (2CyF), het Iste Bataljon van het 6de Linieregiment (I/6Li), het VIIde Bataljon Speciale Vestingseenheden en de Iste Groep van het 3de Artillerieregiment. De groepering staat onder bevel van Generaal-majoor Gits, de Commandant van de Infanterie van de 3de Infanteriedivisie.

Van uit Hallembaye vertrekken vervolgens talrijke detachementen naar de verschillende actiezones:

  • De compagnie is in hoofdzaak actief in de buurt van Visé om in de vallei van de Bolland het vernielingsplan uit te voeren. De manschappen leggen ook een dam aan op het korte verbindingskanaaltje tussen de Maas en het Albertkanaal ten zuiden van Lixhe. Dit om te beletten dat de vijand het Albertkanaal via de sluizen op dit kanaal zou laten leeglopen.
  • De compagnie levert tevens  de vernielingsdetachementen voor de spoorbrug en de wegbrug te Visé.  Deze ploegen worden geleid door de Sergeanten Pilette en Descamps en bestaan uit de Soldaten Descy, Mahy, Godeau, Sluysmans, Bonge, Thibaut, Belin, Derouck en Decrem.  De springlading onder de spoorbrug van Visé wordt in de ochtend van 10 mei versterkt met bijkomende explosieven.
  • Ook is de compagnie verantwoordelijk voor de vernieling van de kerktorens van Blegny om 13u15 en van Heuseux om 14u40.

Peloton Bouffioux van 2/23Gn
Het peloton van Luitenant Bouffioux kantonneert de 10 mei te Bassenge. Hij heeft als opdracht een zestal vernielingen in de Jekervallei te bewaken en indien nodig uit te voeren. Vanaf de afkondiging van het alarm wordt zijn peloton onder bevel geplaatst van Kapitein Desoer, commandant van de 4Cie/32Gn. Hij zal gedurende de ganse achttiendaagse veldtocht bij de 4Cie van 32Gn blijven.

3/23Gn ( – Peloton Henon)
Het gros van de 3de Compagnie vernielt de aanlegkades te Visé om een eventuele oversteek door de Duitsers te bemoeilijken.

Peloton Henon van 3/23Gn
Het Peloton Henon van de 3de Compagnie is gedetacheerd bij het 1ste Regiment Grenswielrijders (1CyF) en heeft zijn drie secties respectievelijk opgesteld te Hombourg, Henri-Chapelle en Eupen.

De vernielde Hammerbrucke te Hergenrath (Kelmis) nabij PA17 bemand door 3/II/1CyF.

Bij het opblazen van de Hammerbrücke, een spoorviaduct te Hergenrath (Kelmis), loopt het verkeerd. Het vernielingsdetachement van het 23Gn brengt twee pijlers van het viaduct tot ontploffing maar heeft niet ingeschat dat het volledig viaduct zou instorten. Precies om 04u48 worden de beide springladingen aangezet. Het ganse viaduct bezwijkt in één enorme klap. Tussen peiler 8 en 9 van het viaduct bevindt zich de houten hut van het vernielingsdetachement van de genie en de ploeg van 3/II/1CyF die de alarmpost PA17 bemant. Het dak van de hut werd versterkt met een laag van 30cm rondhout, maar die kan de enorme steenmassa niet tegenhouden. Bij het ongeval komen Onderluitenant Pirotte en Soldaat Leclerq van het 23Gn om het leven. Er sneuvelen ook zes militairen van het 1CyF.

Compagnie Park/23Gn
De Compagnie Park bevindt zich in het Parc des Oblats op de rechteroever van de Maas te Luik.  Net zoals de overige bataljons op niveau legerkorps omvat ook deze compagnie een Peloton Atelier voor het uitvoeren van constructiewerken, een Peloton Park voor het beheer van het geniematerieel en een Peloton Fonteiniers voor de behandeling en levering van drinkwater aan de eenheden van het korps.  Vanaf 10 mei worden de drie pelotons echter alle ingezet voor materieelbeheer.

Op de Chartreusekazerne bevindt zich eveneens het zone-depot voor geniematerieel van het III/LK.  Dit depot wordt geleidt door Kapitein-commandant Van Uffelen en Onderluitenant Jaenen.  Hoewel het depot geen deel uitmaakt van het bataljon, is het personeel toch in onderhoud geplaatst bij het 23Gn.  Ook te Ans op de westelijke oever van de Maas is een depot voor geniematerieel.

Tijdens de ochtend van 10 mei stuurt Kapitein-commandant Rose een aantal ploegen uit naar de steenkoolmijnen op de oostelijke oever om hier zoveel mogelijk explosieven, detonators, en ander materieel voor springinrichtingen te recupereren en over te brengen naar het depot in het Fort van Liers op de linkeroever.  De ploegen worden geleid door Sergeant Van Ash, en Korporaals Ben-Ahim en Ombret.  Deze missie zal aanhouden tot de namiddag van 16 mei.  De compagnie kan alzo ongeveer 4.000 Kg springstof en 15.000 detonators ophalen.

Ook wordt Korporaal Alexandre met twee vrachtwagens uitgestuurd naar Poulseur ten zuiden van Luik om bij de firma Copal nog een voorraad springstof en detonators weg te halen.

Eveneens worden 3.000 landmijnen geleverd aan de 2de en 3de Infanteriedivisie.

In de loop van de avond worden ook nog een aantal niet gemonteerde Cointet anti-tankhekkens opgehaald In de Chartreusekazerne en overgebracht naar de linkeroever van de Maas.

Staf/23Gn
Het IIIde Legerkorps is reeds tijdens de avond van 10 mei begonnen met de evacuatie van de Versterkte Positie Luik. De 2de Infanteriedivisie werd doorgestuurd naar de K.W. Stelling. De overige troepen van het korps worden samengetrokken op de linkeroever van de Maas in voorbereiding van een afmars richting Namen. Het 23Gn krijgt om 04u00 een bevel om het dorpje Ans te vervoegen.

Even voor 10u00 beveelt Kolonel SBH Maurice Oudenne, geniecommandant van het III/LK en de VPL, om de bruggen over de Maas te vernielen.  Het 23Gn brengt zijn vernielingsdetachementen op de hoogte tussen 10u00 en 11u00.  Deze gaan onmiddellijk over tot de actie.

Het bataljon installeert zijn commandopost in de gemeenteschool van Ans en roept zijn eenheden terug.  Deze komen met mondjesmaat aan op de verzamelplaats en maken zich klaar voor een verdere aftocht naar het westen.

In de late namiddag beveelt het Groot Hoofdkwartier dat Luik dient verlaten te worden.  Het 23Gn krijgt om 17u15 het bevel om over de baan de K.W.-Stelling te vervoegen.  De bataljonsstaf, 1ste Compagnie en 3de Compagnie vertrekken omstreeks 19u00 richting Hannuit.  Majoor Monon beveelt dat de 1ste Compagnie zich vervolgens op Genval moet richten, en de 3de Compagnie op Genappe.  De Compagnie Park staat onder het directe bevel van de Commandant van de Genie van het III/LK en zal zijn marsorders via deze weg ontvangen.  De 2de Compagnie is nog steeds ingezet bij de Groepering Gits en kan de colonne van het bataljon niet tijdig vervoegen.  De compagnie zoekt zelf zijn uitweg uit Luik.

Door de Belgische genie vernielde wegbrug over de Maas te Visé (VsR1)

Staf/23Gn, 1/23Gn
Na het vertrek uit Ans komen de staf en de 1ste Compagnie omstreeks 21u00 aan te Hannuit.  De 3Cie heeft zich afgescheiden van deze colonne.  De nog samengebleven detachementen verlaten Hannuit tegen middernacht en zetten via Jodoigne en Waver koers naar Genappe.  Luitenant Schoemans van de 1Cie leidt een kleine achterwacht te Hannuit om de allerlaatste elementen van de eenheden af te wachten en naar de juiste bestemming te leiden.

2/23Gn
De spoorbrug (ook: Pont des Allemands) wordt omstreeks 11u30 vernield, gevolgd door de brug van Argenteau omstreeks 12u05.  De 2de Compagnie ontvangt om 22u30 het bevel om de aftocht te starten en naar Ville-en-Hesbaye terug te trekken.  Een uur later vertrekt de eenheid.

Peloton Bouffioux van 2/23Gn
Na de zes voorbereide vernielingen tot ontploffing gebracht te hebben, vertrekt het peloton (1 Luitenant, 3 Sergeanten en 35 manschappen) naar de hergroeperingszone van 4/32Gn te Fexhe-Slins waar de commandopost van Kapitein Desoer zich bevindt. Om 22u00 krijgt het peloton bevel zich naar Alleur te verplaatsen.

Compagnie Park/23Gn
De compagnie ontvangt om 05u00 het bevel om zich klaar te maken tot de evacuatie naar Ans.  Het vertrekt volgt een goed uur later, zodat de eenheid tegen 08u00 op bestemming is.  Kapitein-commandant Rose installeert zijn commandopost in het Volkshuis aan de Rue Emile Vandervelde.  Na aankomst worden drie vrachtwagens teruggezonden naar de rechteroever om op de Chartreusekazerne bijkomend materieel op te halen.

Rose gaat over tot de overname van het zonedepot van Ans.  Hierbij neemt zijn compagnie ook vier luchtafweermitrailleurs over die tot aan het eind van de veldtocht ingezet blijven.

Om 18u30 vraagt Kolonel Beaupain van de korpsstaf aan Kapitein-commandant Rose om de marsbevelen voor de aftocht uit Ans over te maken aan zijn bataljonscommandant.  Het 23Gn moet zich terugtrekken naar Burdinne via Hollogne-aux-Pierres, Villers-le-Bouillet, Vinalmont, Moha en Huccorgne.   Rose begeeft zich naar de commandopost van Majoor Monon die op nog geen halve kilometer van zijn eigen CP ligt, maar moet vaststellen dat het bataljon al vertrokken is.  Enkele toekijkende burgers bevestigen het vertrek van het gros van de troepen, maar weten niet wat hun bestemming was.  Rose besluit dan maar om de door de korpsstaf opgelegde route te volgen.

Staf/23Gn, 1/23Gn
De staf en de 1ste Compagnie bereiken Genappe omstreeks 05u00.  Ongeveer een kwart van het wagenpark is onderweg verloren gereden, maar heel wat van de voertuigen zullen in de loop van de ochtend nog aankomen. Majoor Monon stuurt een motorestafette uit naar het Commando van de Genie, maar deze militair voert zijn opdracht niet uit onder het voorwendsel dat zijn motorfiets in panne staat.  De man wordt prompt tot vier dagen zwaar arrest veroordeeld. Omstreeks 12u00 komt een officier aan van de geniestaf van het Franse 3ème Corps d’Armée, een onderdeel van het 1(FR) Leger dat tussen Waver en Namen in ontplooiing is.  De Franse stafofficier deelt mee dat alle Belgische troepen in de omgeving onder hun bevel geplaatst zijn.  Majoor Monon begeeft zich dan ook naar de staf van de Franse Legerkorpsgeneraal Benoît-Léon de Fornel de La Laurencie om nieuwe instructies. De Franse generaal is ervan overtuigd dat hij volmacht heeft om alle Belgische troepen in zijn operatiegebied onder zijn bevel te plaatsen.  Hiermee doorkruist hij de orders van het III/LK om in Waals-Brabant te hergroeperen. De manschappen worden tussen Waver en Ottignies aan het werk gezet om springladingen aan de leggen op de bruggen over de Dijle. Tijdens de namiddag zoeken de staf, 1Cie en 3Cie nieuwe kantonnementen op te Plancenoit.

Detachment Schoemans van 1/23Gn
Luitenant Schoemans van de 1Cie blijft als achterwacht te Hannuit tot 01u45 en wil dan eveneens naar Jodoigne vertrekken.  De route naar het westen wordt hem echter ontzegd door het Franse leger, zodat hij besluit om naar Moxhe door te rijden in de hoop aldaar de Méhaigne te kunnen oversteken.  Na lang aanschuiven aan de brug over deze rivier, komt het kleine detachement aan de Waver om 05u00.  Vervolgens vervoegen ze het gros van het bataljon te Genappe tegen 11u00.

2/23Gn
Het gros van de compagnie bereikt Ville-en-Hesbaye tegen 08u00.  De colonne is onderweg uit elkaar gevallen zodat het een hele tijd duurt eer alle voertuigen hier aankomen.  Om 19u00 wordt doorgereden naar Hemptinne.  Hier wordt om 21u00 halt gehouden om alweer op achterblijvers te wachten.  Tegen middernacht stuurt het Commando van de Genie van het III/LK de compagnie door naar Genval.

Peloton Bouffioux van 2/23Gn
Wanneer Luitenant Bouffioux omstreeks 01u30 in Alleur toekomt is zijn peloton gereduceerd tot de drie sergeanten en zes soldaten. Kaptitein Desoer stuurt de luitenant samen met zijn klein detachement naar de citadel van Luik waar zich het HK van het III/LK bevindt. Hij moet er om verdere orders vragen maar wanneer hij in de citadel toekomt is deze reeds verlaten. Aangezien hij wist dat de 4Cie van 32Gn naar Namen zou vertrekken besluit de pelotonscommandant om 16u00 zich met zijn twee voertuigen eveneens naar Namen te begeven in de hoop daar de compagnie terug te vinden. Om 22u00 komt het tot een aanrijding tussen zijn twee voertuigen te Sombreffe waardoor het peloton genoodzaakt is de voertuigen achter te laten. Ze blijven overnachten in Sombreffe.

3/23Gn
De 3de Compagnie bereikt Genappe rond 14u00 en wordt eveneens ingezet ten voordele van het Franse leger.  De eenheid voert verschillende werkzaamheden uit op en om het station van Genappe.

Compagnie Park/23Gn
De Compagnie Park bereikt Burdinne diep in de nacht van 11 op 12 mei, na een bijzonder lastige tocht.  Omstreeks 06u00 ontmoet Kapitein-commandant Rose te Burdinne opnieuw Kolonel Beaupain.  De kolonel laat een estafetterijder naar Hannuit sturen in de hoop het 23Gn aldaar te zullen terugvinden.  Soldaat Desmet vertrekt onmiddellijk, maar keert een half uur later terug met het bericht dat hij onderweg tegengehouden werd door vluchtelingen die wisten te vertellen dat Hannuit reeds in Duitse handen gevallen is.  Om 08u00 stuurt Rose een tweede motorwielrijder uit, die eveneens terugkeert zonder Hannuit te bereiken.  Ondertussen wordt het luchtruim boven Burdinne aanhoudend doorkruist door vijandelijke toestellen op zoek naar doelwitten.  Op aanraden van Kapitein-commandant Van Uffelen rijdt de Compagnie Park verder naar Hemptinne in de hoop alzo aan de aandacht van de Luftwaffe te ontkomen.  De voertuigen rijden om 10u30 het dorp binnen.

De eenheid zit bijna zonder benzine, en zo besluit Kapitein-commandant Rose om per auto door te rijden naar Namen om bij het plaatcommando een bevoorrading te gaan regelen.  Op het plaatscommando kan geen nieuwe voorraad verkregen worden.  Wel weet men hier te vertellen dat het III/LK te Malonne zou hergroeperen.  Rose stuurt zijn voertuigen naar dit dorpje, en kan te Flawinne een hoeveelheid van 800 liter benzine bekomen.  De eenheid kan even uitrusten op de terreinen van het Institut Saint-Berthuin.  Om 14u00 wordt de compagnie echter doorgestuurd naar Wépion waar Kolonel SBH Jacques van de Grenswielrijders nieuwe orders zou klaar hebben.

Het rendez-vous met Jacques wordt gemaakt en zo trekt de compagnie om 21u00 verder naar Gembloux via de steenweg op Waver.

Staf/23Gn, 1/23Gn, 3/23Gn
Het gros van het 23Gn is nog steeds actief in het Franse deel van de K.W. Stelling tussen Waver en Ottignies.  De eenheden kantonneren te Plancenoit.

Luitenant Schoemans is verantwoordelijk voor het vernielingsplan van de bruggen over de Dijle te Limal en te Limelette.  Bij het uitvoeren van zijn missie wordt hij rondom 21u00 gearresteerd als spion door een tiental Franse militairen.  Kapitein-commandant Massart moet tussenbeide komen om zijn officier weer vrij te krijgen.

2/23Gn
De compagnie bereikt La Hulpe bij dageraad en wacht hier verdere instructies af.  Kapitein-commandant Jeanray heeft geen contact met zijn bataljon.  Het Commando van de Genie van het III/LK bereik eveneens La Hulpe en laat de 2/23Gn inkwartieren te Genval.

Peloton Bouffioux van 2/23Gn
Wanneer het peloton de volgende dag in Genappe toekomt geeft de lokale rijkswacht de raad om verder door te trekken naar Brussel. De luitenant eist een vrachtwagen op en zet zijn tocht verder richting Brussel en overnacht te Overijse.

Compagnie Park/23Gn
De Compagnie Park is onderweg van Namen naar Gembloux, maar komt geheel vast te zitten door het drukke verkeer van het Franse leger en de dichte vluchtelingenstroom.  Luitenant Boyet wordt met een voertuig voorop gestuurd om na te gaan of er te Gembloux contact gemaakt kan worden met het III/LK.  Hij keert terug bij dageraad om te melden dat dit niet het geval is.  Onderweg komt hij wel een onderofficier van het 23Gn tegen die meent te weten dat het bataljon te Nijvel is.  Tegen 06u00 wordt de marsrichting veranderd naar deze Waals-Brabantse stad.

De mars naar Nijvel verloopt heel wat sneller en tegen 08u30 rijdt de compagnie de stad binnen.  Inmiddels weet Kapitein-commandant Rose ook dat de rest van het bataljon in Plancenoit verblijft.  Nog tijdens de voormiddag bezoekt Rose de bataljonsstaf.  Inmiddels wordt de compagnie bevoorraad door de Franse intendance.  De manschappen worden in enkele scholen ingekwartierd.  De stad is sinds de luchtaanval van 10 mei door heel wat burgers verlaten.

Staf/23Gn, 1/23Gn, 3/23Gn
Tijdens de voormiddag vertrekken de diverse vernielingsploegen naar de Dijle om de geplande springladingen aan te brengen.  Op enkele locaties blijkt dat de Franse genie reeds een aanvang gemaakt heeft van de werkzaamheden.  Zo blijkt de brug te Limelette reeds tijdens de nacht van 13 op 14 mei ondermijnd te zijn.

De Fransen gaan om 15u15 over tot het opblazen van de spoorwegbrug van Ottignies.  De Belgische detachementen werken ondertussen zo snel mogelijk verder.  Kort voor 16u00 duiken tegenover de brug van Limal enkele vijandelijke verkenners op.  Na een kort vuurgevecht gaan de Duitse troepen er van door.  De Belgische geniesoldaten volbrengen hun taak en trekken zich eveneens terug.

De werkzaamheden op de Dijle worden voltooid en het bataljon maakt zich klaar voor de verplaatsing naar Vlaanderen.  Majoor Monon dient zich naar Denderbelle te begeven.  De colonnes vertrekken tussen 20u00 en 21u00.

2/23Gn
De eenheid wacht af te Genval.  Om 21u00 vertrekt ook deze compagnie naar Denderbelle.

Peloton Bouffioux van 2/23Gn
Het peloton wordt door de Britten doorgestuurd naar Bergen waar hij per toeval een restant van 4/32Gn terugvindt. Het detachement bestaat slechts nog uit één onderofficier en 70 manschappen waaronder drie van zijn oorspronkelijk peloton. Ze beschikken wel nog over enkele voertuigen waaronder een vrachtwagen uitgerust met een keuken. Lt Bouffioux neemt nu de leiding over de twee detachementen en neemt contact op met de Provinciecommandant in een poging het 32Gn of tenminste de rest van de 4Cie terug te vinden.

Compagnie Park/23Gn
De compagnie heeft te Nijvel overnacht.  Omstreeks 08u00 vraagt de Belgische plaatscommandant om tien vrachtwagens met chauffeur uit te sturen naar het station om hier een Franse munitietrein te helpen lossen.  Het karwei wordt tegen de middag afgerond.

De Franse gendarmerie arresteert omstreeks 10u00 de Belgische Soldaat Henri Gozin nadat deze het in een café aan de stok gekregen had met enkele burgers.  Gozin zal de compagnie op 16 mei opnieuw vervoegen.

Ook nog tijdens de voormiddag kan de compagnie een aan de rand van de stad achtergelaten Belgische veldkeuken recupereren.  Deze veldkeuken komt bijzonder goed van pas aangezien de compagnie eerder uitzonderlijk niet over dit materieel beschikt.

Omstreeks 13u00 krijgt Nijvel een zwaar luchtbombardement te verwerken.  Hierbij worden de parkeerplaatsen van het wagenpark bijzonder geviseerd.  De compagnie zal vier dodelijke slachtoffers en een goed dozijn gewonden moeten achterlaten.  Bij de gesneuvelden bevinden zich de Sergeant Bodeau en Soldaten Bay, Gérard en Van Asch. Korporaal Vandeweeghde zal later aan zijn verwondingen bezwijken.  De gewonden zijn onder meer de Sergeanten Delmelle, Van Ash, Cospin, Korporaal Boschman en de Soldaten Platteborse, Dubois, Cambier, Gerard, Courand, Bay, Bourguinon, Labaye, Hermann, Chapelle en Denoël.  De aanval duurt een klein half uur.  De gewonden worden opgenomen in het stedelijke ziekenhuis van Nijvel.

Rose stuurt om 13u45 een bericht naar de bataljonsstaf, die meteen de arts en enkele brancardiers laat overkomen om de gewonden te gaan bezoeken.  Ondertussen worden de motorvoertuigen naar de rand van de stad gebracht om een herhaling van het incident te vermijden.  Majoor Monon laat tevens weten dat de compagnie om 16u00 moet vertrekken naar Denderbelle.  De etappe zal aanvankelijk naar Ittre lopen.  De colonne houdt hier halt om 22u00.  Onderweg rijden twee vrachtwagens verloren.  De voertuigen zullen de compagnie enkele dagen later te Zevergem bijbenen.

23Gn
Het ganse bataljon hergroepeert te Denderbelle wanneer ook de 2de Compagnie en de Compagnie Park opnieuw aansluiting vinden. Het 23Gn krijgt diverse taken in het achtergebied van het IIIde legerkorps op het Kanaal van Willebroek toegewezen.

Detachement Bouffioux van 2/23Gn
De zoektocht naar de rest van 4/32Gn brengt het detachement van Bergen via Halle en Doornik naar Brugge waar de luitenant zich aanmeldt bij het provinciecommando de 16de mei om 22u00.

Compagnie Park/23Gn
De compagnie heeft de nacht doorgebracht te Ittre.  Majoor Monon laat de eenheid de ganse dag ter plekke uitrusten.  Om 18u00 wordt doorgereden naar Denderbelle waar de vrachtwagens om 20u30 aankomen.

23Gn
Het 23Gn verplaatst zich tijdens de voormiddag oostwaarts en rijdt via de Brusselsesteenweg richting Asse om vervolgens even ten westen van Zellik halt te houden.  De commandopost van Majoor Monon wordt te Bekkerzeel opgesteld.

De geniecompagnies krijgen de opdracht om over te gaan tot het ondermijnen van de bruggen over het Kanaal van Willebroek in Ondersector Zuid van het III/LK tussen Humbeek-Sas en Verbrande Brug.  Deze kunstwerken blijken bij aankomst reeds voorzien te zijn van springinrichtingen door de troepen van de Britse genie.

Compagnie Park/23Gn
De compagnie krijgt om 06u30 een bevel om naar Bekkerzeel te rijden.  Om zo min mogelijk op te vallen vanuit de lucht, vertrekt de eenheid in drie fracties met een tussenpauze van telkens een half uur.  De eerste groep komt aan omstreeks 08u30.

Tijdens de namiddag voert de eenheid enkele opdrachten uit.  Op vraag van Majoor Monon wordt onder meer een kantonnement voorbereid te Londerzeel, en gaat de compagnie over tot de opeising van vijf vrachtwagens, 400 liter benzine, 200 liter smeerolie en zoveel mogelijk werktuigen en constructiehout.

Om 20u30 vertrekt de compagnie via Merelbeke naar Zevergem.  De compagnie laat een kleine achterwacht te Bekkerzeel in de hoop dat de achtergebleven voertuigen hier nog zullen toekomen.

Staf/23Gn
Nu het veldleger gestart is met de aftocht van de K.W. Stelling wordt het bataljon doorgestuurd naar het Bruggenhoofd Gent om er dringend de laatste geniewerken te starten vooraleer de Belgische troepen zullen aankomen op 19 mei.  Het bataljon wordt hiervoor onder het operationele bevel geplaatst van de 5de Directie van de Genie en de Versterkingen.  Bij deze directie is Kolonel SBH Oudenne belast met de organisatie van een reek vernielingen in en om het bruggenhoofd.  De commandopost van het bataljon wordt overgebracht naar het gemeentehuis van Zevergem.

1/23Gn
De 1ste compagnie wordt naar Zevergem gezonden en zal zich op een reeks bruggen te Gent en ten oosten van Gent concentreren. Onder meer de bruggen van Heusden en Merelbeke worden ondermijnd.

2/23Gn
De 2de compagnie rijdt naar Kluizen nabij Evergem en moet van uit dit dorp zorgen dat de bruggen over het meest zuidelijke uiteinde van het Kanaal Gent-Terneuzen bruikbaar blijven en eventuele schade door luchtaanvallen hersteld wordt. De kanaalbruggen zijn immers vitaal voor de terugtocht van ons veldleger.  Tevens moet de latere vernieling van de bruggen gepland worden.

3/23Gn
De 3de Compagnie voert de zelfde opdracht uit, maar dan op de Schelde tussen Schoonaarde en Heusden. De compagnie ondermijnt ook de bruggen op de Leie tussen Kortrijk en Menen.

Detachement Bouffioux van 2/23Gn
Het detachement dat nu 80 man sterk is wordt vanuit Brugge doorgestuurd naar de Panne via Nieuwpoort. Hier laat de luitenant zijn detachement achter en begeeft zich naar het Hergroeperingscentrum voor Afgezonderden van het Leger (CRIA) in Poperinge. Men geeft hem hier het bevel om zich naar Frankrijk te begeven zoals tal van andere eenheden die moeten worden heruitgerust. Het was de bedoeling om deze eenheden opnieuw van materieel te voorzien in het zuiden van Frankrijk zodat de strijd in Frankrijk kon worden voortgezet.

Compagnie Park/23Gn
Bij dageraad rijdt de compagnie Zevergem binnen.  De manschappen kunnen uitrusten.  Om 13u00 wordt een detachement vrachtwagens uitgestuurd naar het Fort van Haasdonk om hier 9 Ton explosieven op te halen ten behoeve van de 2de Compagnie.  Luitenant Hanesse van deze compagnie wacht de vrachtwagens op te Gijzenzele en brengt de springstof vervolgens over naar Vosselare.

De laatste achtergebleven voertuigen van de compagnie arriveren doorheen de dag, zodat de compagnie uiteindelijk weer volledig is met uitzondering van de verliezen te Nijvel.

Staf/23Gn
Het bataljon is nog steeds te Zevergem.  Aan het eind van de dag vertrekt het bataljon naar Schuiferskapelle.

1/23Gn
In het stadscentrum van Gent brengt de 1ste Compagnie springladingen aan op de Stropbrug.  Buiten het stadscentrum worden twee ploegen ingezet voor het ondermijnen van de bruggen over de Schelde aan de Heusdenbaan te Zandhekken en aan de Zwijnaardesteenweg te Merelbeke.

Met uitzondering van de technische wachten keren de ploegen keren naar Zevergem.  De compagnie volgt het bataljon naar Schuifferskapelle.

Compagnie Park/23Gn
De compagnie blijft te Zevergem.  Er worden enkele transporten van explosieven uitgevoerd.  Zo krijgt de 3de Compagnie 1,8 Ton springstof voor het ondermijnen van de brug van Grammene op de Leie.

Om 16u00 laat de bataljonsstaf weten dat de compagnie later op de avond naar Schuiferskapelle zal vertrekken.  Het vertrek vindt plaats rond 19u00.  De mars duurt twee uur.

Staf/23Gn
Het bataljon reorganiseert zich te Schuifferskapelle.

1/23Gn
De compagnie stuurt alweer enkele detachementen naar de binnenstad van Gent.  De ploegen ondermijnen de Snepbrug, de Drongenbrug, de Nieuwe Tolhuisbrug, de Gasmeterbrug en de Wondelgembrug.

Detachement Bouffioux van 2/23Gn in Frankrijk
Na zijn terugkeer in De Panne geeft Lt Bouffioux de nodige orders om naar Frankrijk te vertrekken en de colonne zet zijn terugtocht in om 00u10 de 19de mei. Via Saint-Omer bereikt hij Abbeville zonder problemen tegen 20u00. Het detachement brengt de nacht door in de Franse Dupré kazerne in de Rue Saint-Gilles te Abbeville.

Compagnie Park/23Gn
De eenheid rust uit te Schuiferskapelle.

Staf/23Gn

1/23Gn
De eenheid verlaat Schuifferskapelle aan het eind van de dag en verplaatst zich naar het gehuch Koekuithoek te Moorslede.

Detachement Bouffioux van 2/23Gn in Frankrijk
Het detachement steekt de 20ste mei in de ochtend de Somme over en bereikt uiteindelijk Rouen. Hier wordt hij doorgestuurd naar Evreux en krijgt uiteindelijk een kantonnementsplaats toegewezen in Le Fresne (Eure) vlakbij Conches-en-Ouche.

In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat Belgische eenheden ingesloten door de Duitsers. Het detachement van Luitenant Bouffioux is door het oog van de naald gekropen.

Compagnie Park/23Gn
De compagnie blijft te Zevergem.

Staf/23Gn
Het bataljon bereikt na de terugtocht uit het Bruggenhoofd Gent het dorpje Voormzele aan de zuidrand van Ieper. Het 23Gn wordt aangehecht bij het Iste Legerkorps en assisteert bij de uitbouw van de verdediging van Ieper. Terwijl een reeks vernielingen voorbereid worden ten westen, zuiden en oosten van de stad wordt eveneens een beperkte anti-tankgracht uitgegraven met behulp van troepen van het Franse leger.

Detachement Bouffioux van 2/23Gn in Frankrijk
In Le Fresne komt op 21 mei nog een ander detachement van 4/32Gn toe. Dit detachement staat onder bevel van Lt Listray. Hij neemt vanaf nu het bevel over de twee detachementen. In het detachement van Lt Listray bevinden zich nog enkele manschappen van het peloton Bouffioux. Het nieuw samengesteld detachement van 4/32Gn wordt onder bevel geplaatst van de 7de Infanteriedivisie (7Div). Het detachement profiteert van de relatieve kalmte ten zuiden van de Seine om te hergroeperen. De Duitsers rukken niet verder op naar het zuiden aangezien hun hoofdkrachtinspanning nu ten noorden van de Somme ligt waarbij ze zullen proberen te beletten dat de Britse troepen die ingezet zijn op het vaste land terugkeren naar Engeland.

Staf/23Gn
De bataljonsstaf vertrekt om 22u00 naar Sint-Juliaan.

Detachement Bouffioux van 2/23Gn in Frankrijk
De 7Div blijft in de streek van Conches – L’Aigle kantonneren om terug op krachten te komen. Kolonel SBH Duez, commandant van de 7Div, krijgt opdracht om alle geïsoleerde militairen die samentroepen tussen Conche en L’Aigle, alles tezamen zo’n 15.500 manschappen, te bevoorraden. Hij beseft dat ze nog niet buiten schot zijn en dat het maar een kwestie van tijd is vooraleer de Duitsers hun opmars naar het zuiden zullen verder zetten. Hij vraagt om richtlijnen wat er moet gebeuren met de 7Div, de geïsoleerden die zijn aangehecht aan de 7Div en met alle andere geïsoleerden die zich in Frankrijk bij de 7Div gevoegd hebben.

Op 27 mei wordt het detachement van 4/32Gn doorgestuurd naar Angers waar ze zullen blijven kantonneren in Bouchemaine (Maine-et-Loire). Het is hier dat Sgt Krings Albert van het Peloton Bouffioux in niet nader gekende omstandigheden om het leven komt op 31 mei 40.

Staf/23Gn
De bataljonsstaf bevindt zich te Sint-Juliaan.

1/23Gn
De 1ste Compagnie installeert zich te Wieltje, en werkt verder aan het uitgraven van een anti-tankgracht.  Rond Ieper worden 6 springinrichtingen overgenomen van het Franse leger.

2/23Gn
De 2de Compagnie kantonneert nog steeds te Voornzele, en ondermijnt de bruggen langsheen het Kanaal van Ieper naar Komen. De zes bruggen worden onder de drie pelotons verdeeld.

3/23Gn
Ook deze compagnie is nog steeds te Voornzele, en wordt eveneens ingezet voor het anleggen van een anti-tankgracht te Zillebeke.

Staf/23Gn
De bataljonsstaf is nog steeds te Sint-Juliaan.

3/23Gn
Op bevel van het Commando van de Genie van het Groot Hoofdkwartier, wordt de 3de Compagnie is tijdens de nacht van 23 op 24 mei met spoed naar Zeebrugge gestuurd om hier de Franse genie af te lossen in de haven en langsheen het westelijk deel van het Kanaal van Zeebrugge naar Brugge.  Het Franse leger is immers gestart met het terugtrekken van zijn 60ème Division d’Infanterie richting Duinkerke.

Compagnie Park/23Gn
Ook de Compagnie Park wordt te Sint-Juliaan ondergebracht.  Op het depot van Houthulst wordt nieuwe springstof opgehaald voor de geniecompagnies.

3/23Gn
Bij een luchtaanval rond Ieper raken twaalf manschappen van de technische wacht van Vernieling Nr 5 gewond. De manschappen worden per autobus afgevoerd naar de hulppost van het bataljon te Sint-Juliaan. Hier overlijdt Soldaat Pierre aan zijn verwonding. De dag daarop zal ook Soldaat Francart ten gevolge van de opgelopen verwondingen bezwijken.

Staf/23Gn
Het bataljon gaat over naar het Iste Legerkorps en de staf wordt verplaatst naar Edewalle.

1/23Gn
De compagnie rond zijn werkzaamheden af te Ieper en op het Kanaal Ieper-Komen.  De springinrichting aan de Meensepoort te Ieper wordt overgegeven aan het Britse leger.  De compagnie hergroepeert zich vervolgens te Bescheewege.

2/23Gn
De 2de Compagnie wordt verplaatst naar het gehucht Schuddebeurze nabij Lichtervelde en wordt ingezet voor het herstellen van bomschade aan de wegen in de zone van het Iste Legerkorps.

Compagnie Park/23Gn
De compagnie verblijft eveneens te Edewalle.

Het ganse bataljon wordt in de loop van de avond gehergroepeerd en naar Merkem bevolen.

Staf/23Gn
De colonne komt aan de Merkem tussen 03u00 en 04u00. De manschappen vernemen hier het nieuws van de capitulatie. De Kapitein-commandanten Massart en Schartert ondernemen nog een poging om via Duinkerke naar het Verenigd Koninkrijk te ontkomen maar worden in de chaos gevangen genomen.

Na de capitulatie

Een krijgsgevangen soldaat van het 23Gn, samen met een Grenswielrijder.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
3BAYLouis, A.SdtMil3223.07.1912Liège14.05.1940NivellesGedood bij luchtbombardement
OnbekendBODEAURobert, M.H.SgtBV3605.03.1916Huy14.05.1940NivellesGedood bij luchtbombardement
1FRANCARTLéonSdtMil3813.08.1918Charleroi26.05.1940Ieper
OnbekendGERARDJoseph, L.SdtMil2916.09.1909Glons14.05.1940NivellesGedood bij luchtbombardement
2KRINGSAlbert, M.F.SgtMil3603.04.1916Malmedy31.05.1940Bouchemaire (F)
3LAHAYERobert, A.J.SdtMil20.04.1914Liège14.05.1940NivellesGedood bij luchtbombardement
3LECLERCQAlbert, H.SdtMil3805.08.1915Xhendelesse10.05.1940HergenrathGedood bij vernieling Hammerbrücke
OnbekendPIERREJean, J.SdtMil3605.12.1915Ottignies25.05.1940Ieper
3PIROTTEJoseph, J.V.Lt010.05.1940HergenrathGedood bij vernieling Hammerbrücke
OnbekendVAN ASCHArnold, J.J.SgtBV3012.07.1910Liers15.05.1940NivellesDodelijk verwond bij luchtbombardement 14/05
3VANDEWEEGHDEFrançois, R.A.KplMil3701.11.1915Schaffen31.05.1940Grimbergen

Bibliografie en Bronnen

  1. Verslag Lt Bouffioux, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie
  2. Verslag Sdt Renard, 1CyF, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie
  3. Dossier 23Gn, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie
  4. L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, uitgeverij Schmitz, Bastogne, 1994