Bataljon Pontonniers

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming Bataljon Pontonniers | Bon Pont
Bataillon de Pontonniers | Bon Pont
Type Geniebataljon voor bruggenbouw
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van Legergenie
Bevelhebber Majoor Julien Peten
Standplaats Kazerne Luitenant Calberg te Burcht
Samenstelling Staf  
  1ste Compagnie Bruggenbouw
(Kapitein-commandant J. Debaene)
1ste Peloton (OLt Res Frans Tack)
2de Peloton (OLt Res J. Dubrulle)
3de Peloton (OLt Res H. Ooms)
  2de Compagnie Bruggenbouw
(Kapitein-commandant G. Coupez)
1ste Peloton (OLt Res Frédéric Kolinsky)
2de Peloton (OLt Res A. Billiet)
3de Peloton (OLt R. Goethals)
  3de Compagnie Bruggenbouw
(Luitenant J. Seeger)
1ste Peloton (OLt Res G. Vandevelde)
2de Peloton (OLt Res R. Heip)
  4de Compagnie Specialisten
(Kapitein-commandant Res Fritz Pallemaerts)
1ste Peloton (Lt Res H. Muylle)
2de Peloton (Lt Res R. Depovere)
3de Peloton (Lt Res A. Herregodts)
  Compagnie Park
(Luitenant Res R. Saint-Hubert)
1ste Peloton (OLt Res E.Decostre)
2de Peloton (Lt BVM J. Poncelet)

Tijdens de mobilisatie

Staf/Bn Pont
Eind jaren dertig maakte het Bataljon Pontonniers (Bn Pont) deel uit van de Brigade Technische Troepen van de Genie samen met het Regiment TTr, het Bataljon Spoorwegtroepen en de Technische Diensten van de Genie. Wanneer tijdens de mobilisatie de Generale Staf der Legergenie (GS/LGn) wordt opgericht komt het Bn Pont onder bevel van deze nieuw opgerichte stafsectie te staan. De GS/LGn vormt de tussenschakel tussen het Groot Hoofdkwartier (GHK) en de verschillende genie-eenheden in algemene steun van het veldleger. Het Bataljon Pontonniers (Bn Pont) is uitgerust met zwaar brugslagmaterieel om bruggen over brede waterwegen aan te leggen. Deze bruggen worden vooral gebruikt voor defensieve overschrijdingen die het veldleger moeten toelaten verbinding te onderhouden met het achtergebied daar waar onvoldoende vaste bruggen of tunnels aanwezig zijn. Op 5 april 1940 wordt een vierde compagnie toegevoegd aan het regiment. De bestaande 3de Compagnie Specialisten (3Cie) wordt hernummerd tot 4de Compagnie Specialisten (4Cie) terwijl de nieuwe compagnie op de slagorde wordt ingevuld als 3Cie Bruggenbouw.

 

Het Bn Pont is uitgerust met bruggen van het type “PMA” oftewel “Pont-route Métallique Demontable Algrain“.

Kazerne Lt Calberg te Burcht waar het Bn Pont verbleef tijdens de mobilisatie.

Kazerne Lt Calberg te Burcht waar het Bn Pont verbleef tijdens de mobilisatie.

Dit brugslagmaterieel werd in 1915 ontwikkeld door de Belgische genie-officier Paul Algrain [1] en bestaat uit snelbouwelementen die eenvoudig aan elkaar gekoppeld kunnen worden. In 1940 zijn twee versies van dit materieel in gebruik:

  • De PMA 1916 omvat snelbouwelementen met een standaardlengte van 3 meter die zowel op pijlers als op pontons kunnen rusten. Door de elementen elke 27 meter te ondersteunen met een pijler of een ponton kan een brug met draagvermogen van 12 ton geworpen worden. Een zwaardere brug met draagvemogen tot 16 ton kan aangelegd worden door de brugdelen elke 21 meter te ondersteunen en eveneens diagonaal te verbinden.
  • De meer recente PMA 1922 elementen kunnen tevens gebruikt worden voor de snelle constructie van een niet-ondersteunde brug met een maximale span van 27 meter en een draagvermogen van 16 ton. Ook deze elementen kunnen eveneens met pijlers of pontons op bredere waterlopen gebruikt worden en behouden dan hun draagvermogen van 16 ton.
Barakken van de genie in de Sint-Bernardkazerne te Hemiksem

Barakken van de genie in de Sint-Bernardkazerne te Hemiksem

Het Bataljon Pontonniers beschikt bij de mobilisatie over voldoende brugdelen van beide types voor een totale overbruggingscapaciteit van 531m met een draagvermogen van 16 ton. Dit materieel is verdeeld over de verschillende compagnies die tijdens de mobilisatie ondergebracht zijn in de kazerne Lt Calberg te Burcht. De pontonniers hadden een oefenterrein (Polygoon) voor het bouwen van Algrainbruggen nabij de Sint-Bernardkazerne [2] van het 2de Legerdepot te  Hemiksem. In deze kazerne konden ze beschikken over een aantal houten logementbarakken. Aan de vooravond van de oorlog verbindt een Algrainbrug het polygoon van Hemiksem met Basel op de linker Scheldeoever.

Voor het vervoer van de Algrain brugelementen kon het Bn Pont rekenen op de steun van de Autotrein voor Zware bruggen (oftewel Equipages Automobiles de Pont Lourd – EAPL) die het allerzwaarste brugslagmaterieel kon vervoeren en hiervoor beschikt over een 50-tal vrachtwagens en ongeveer evenveel opleggers.

 

1/Bn Pont
De 1ste Compagnie (1/Bn Pont) legt tijdens de ochtend onmiddellijk een pijlerbrug met een draagvermogen van 16 ton over de Schelde, ten noorden van de Cockerillscheepswerf van Hoboken naar Kruibeke. Verder verzekert de eenheid de technische bewaking van dit kunstwerk en maakt men zich klaar om de drijvende Algrainbrug die tijdens de mobilisatie aangelegd werd bij Hemiksem (aan het veer van Kallebeek) te ontmantelen (TBC) [3]. Het IIIde Bataljon van de Dienst voor Onderhoud der Straat- en Waterwegen (III/Dst Ond St&W)  werkt op 10 mei aan de toegangswegen naar de door de 1Cie aangelegde bruggen te Hoboken en Hemiksem. De nabije grondverdediging van de noodbrug te Hoboken wordt verzekerd door de 25Cie van het 1ste Regiment Speciale Vestingseenheden (1/SVE).

Op 10 mei duikt de voorhoede van het 7(FRA)Leger op aan de brug van Hemiksem. Voor de opmars naar Nederland gebruikt het 7(FRA)Leger vijf marsroutes. Eén van die marsroutes, de I3 passeert via de brug van Hemiksem [4]. De verkenners van de Fransen ergeren zich aan het feit dat de brug op bepaalde momenten wordt onderbroken om de scheepvaart op de Schelde te laten passeren waardoor hun colonnes richting Nederland opgehouden worden [5].

De Algrain brug over het Albertkanaal te Hasselt.

De Algrain brug over het Albertkanaal te Hasselt.

2/Bn Pont
Een vernielingsdetachement van de 2de Compagnie (2/Bn Pont) bewaakt de voorbereide vernielingen te Péronnes-lez-Antoing langs de Franse grens. Een ander gedeelte voert sinds 25 april 1940 diverse werken uit te Battel bij Mechelen ter voorbereiding van de aanleg van bruggen over de Dijle en het Kanaal Leuven – Dijle [6] in opdracht van de Generaal-majoor Deguent, Commandant Genie van de K.W. Stelling.  De compagnie wordt tijdens de dag terug naar Burcht vervoerd.

3/Bn Pont
De 3de Compagnie (3/Bn Pont) stuurt een detachement onder leiding van Luitenant Seeger naar Hasselt met als opdracht de hier aangelegde Algrainbrug af te breken en op te laden.  De officier neemt omstreeks 14u00 contact op met het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum van Hasselt [7] en meldt te zullen starten met de demontage van de brug. Een ander detachement van de compagnie onder leiding van Onderluitenant Rudolf Heip krijgt opdracht om de Algrainbrug te Herentals te demonteren. Om 17u30 stelt Lt Seeger vast dat de Algrain brug te Hasselt één van de weinige bruggen over het Albertkanaal is in de zone van het Cavaleriekorps (CK), die nog niet vernield of weggenomen is. Het afbouwen en recupereren van deze Algrain brug loopt echter niet zoals gepland.  De ploeg van Lt Seeger besluit dat het werk niet tijdig kan geklaard worden.  Na overleg met de Staf/CK wordt afgesproken dat het detachement kan terugkeren naar Burcht en dat de brug daags nadien zal opgeblazen worden door het 4de Bataljon Genie (4Gn – TBC).

4/Bn Pont
Bij de start van de oorlog bevindt de 4de Compagnie Specialisten (4/Bn Pont), bevolen door Kapitein-commandant Pallemaerts, zich te Zoutleeuw en heeft als opdracht de overstroming van de Gete-vallei tussen Tienen en Diest en de Demervallei stroomopwaarts van Diest voor te bereiden. Voor het onder water zetten van de Demervallei stroomopwaarts van Diest kan de 4Cie sinds 1 mei beschikken over een peloton van de 4Cie van het 31ste Bataljon Genie dat zich te Diest bevindt. Na het afkondigen van het alarm vertrekken de ploegen van de compagnie naar de sluizen en duikers om de waterhuishouding van de Gete op peil te houden. Tijdens een inspectieronde in de sector van de 2de Cavaleriedivisie (2CD) merkt de StafChef/2CD het Stafpeloton (“péloton hors rang” bevolen door Lt Herregodts) van de 4de Compagnie op te Zoutleeuw en stelt vast dat deze compagnie niet in verbinding staat met het HK van de 2CD en bijgevolg niet op de hoogte kan gebracht worden van de toestand in de sector van de 2CD waar de compagnie werkzaam is. De StafChef geeft de commandant van het 26ste Bataljon Genie (26Gn) opdracht om telefonische verbindingen tot stand te brengen tussen de 4Cie, 26Gn en de Staf/2CD. Deze telefoonverbinding wordt uiteindelijk gerealiseerd om 11u10. Op dat ogenblik is Cdt Pallemaerts niet aanwezig op de CP van de 4Cie maar via Sgt Diels wordt hem gevraagd zo snel mogelijk contact op te nemen met de Staf/26Gn. Het eerste contact tussen Cdt Pallemaerts en Cdt Mermuys, de bataljonscommandant van 26Gn, vindt uiteindelijk plaats om 12u30. Cdt Mermuys vraagt  of de 4Cie kan starten met de voorbereiding van de vernielingen 18 tot 25bis; een reeks bruggen over de Grote Gete tussen Diest en Tienen. Cdt Pallemaerts antwoordt dat zijn compagnie reeds belast is met het onderwater zetten van de overstromingsgebieden van de Gete en de Demer en dat hij deze extra opdracht niet kan uitvoeren. Hij wijst erop dat de 3de Compagnie van het 31ste Bataljon Genie (3/31Gn), die onder bevel staat van het Cavaleriekorps (CK) en zich te Halen bevindt, wel aangeduid kan worden voor de uitvoering van deze opdracht [10].

Ligging van de Algrainbrug te Hoboken onder technische bewaking van de 1Cie van het Bn Pont.

1/Bn Pont
De 1ste Compagnie blijft tot en met 16 mei bezig met het onderhouden van de bruggen over de Schelde te Hoboken en Hemiksem.

2/Bn Pont
De 2de Compagnie is aangekomen te Burcht en kantonneert in de gemeenteschool.

3/Bn Pont
Het detachement van de 3de Compagnie dat naar Hasselt is uitgezonden komt omstreeks 11u00 aan te Burcht zonder de Algrainbrug. De brug zal op bevel van Luitenant Evrard, raadgever genie van het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum te Hasselt, verder gebruikt worden voor de terugtocht van de troepen op de Alarmstelling en de Vooruitgeschoven Stelling en zal vervolgens door het 4de Bataljon Genie (4Gn – TBC), het organiek bataljon genie van de 4de Infanteriedivisie (4Div) vernield worden.

4/Bn Pont
Om 07u40 brengt Cdt Pallemaerts verslag uit bij de Staf/26Gn betreffende de staat van de werken. Hij meldt dat met het heroriënteren van 3/31Gn hij een groter terreingedeelte voor zijn rekening moet nemen maar dat hij de 8Cie van het 9de Regiment Hulptroepen van het Leger (8/II/9/2Gpg TAA) in steun heeft gekregen. Met deze steun is hij erin geslaagd om de dijken in het overstromingsgebied van de Gete te verhogen, de weg Geetbets-Rummen te herstellen en de werken te starten op de weg Drieslinter–Zoutleeuw.

Een Algrain brug in aanbouw op het oefenterrein van de pontonniers te Hemiksem (foto jaren ’30).

Staf/Bn Pont
Het Groot Hoofdkwartier besluit om het veldleger terug te brengen naar de K.W. Stelling. Het Bataljon Pontonniers zal gebruikt worden om strategisch belangrijke bruggen aan te leggen in het achtergebied van deze verdedigingslinie.

1/Bn Pont
De 1/Bn Pont zet zijn opdracht te Hoboken en Hemiksem verder. De 1Cie van III/Dst Ond St&W blijft in steun van de 1/Bn Pont om de toegangswegen van de zijn toegewezen bruggen in optimale staat te houden.

2/Bn Pont
De 2de Compagnie start te Burcht met het inladen van het nodige brugslagmaterieel voor het aanleggen van nieuwe noodbruggen over de Rupel en over de Schelde bovenstrooms van Temse. Luitenant Kolonsky raakt gewond bij deze opdracht en dient afgevoerd te worden naar het militair hospitaal te Antwerpen.

3/Bn Pont
Bij de 3de Compagnie keert het detachement van Herentals terug. De compagnie moet in de loop van de avond op bevel van de plaatscommandant van Antwerpen enkele patrouilles uitsturen naar het gebied tussen Zwijndrecht, Burcht en de voetgangerstunnel onder te Schelde om naar vermeende parachutisten op jacht te gaan.

4/Bn Pont
De compagnie krijgt opdracht Zoutleeuw te verlaten en zich te installeren te Ransberg ten westen van de Gete [8]. De 4Cie rijdt echter door tot Herent en zal er de nacht van 12 op 13 mei doorbrengen zonder de Staf/26Gn hiervan op de hoogte te brengen. 

1/Bn Pont
De 1ste Compagnie zet zijn opdracht te Hoboken en Hemiksem verder.

2/Bn Pont
Luitenant Kolinsky van de 2de Compagnie overlijdt in militair hospitaal te Antwerpen. De compagnie is actief op de Rupel en op de Schelde bovenstrooms van Temse. Er wordt een noodbrug over de Rupel tussen Ruisbroek en Hellegat gepland en de bouwwerven worden voorbereid.

3/Bn Pont
De 3de Compagnie verplaatst zich naar Baasrode om daar nog een nieuwe brug over de Schelde tot stand te brengen. Bijkomend materieel voor deze brug wordt per trein aangevoerd vanuit het geniedepot te Jabbeke naar het station van Baasrode-Noord. Deze opdracht wordt rond 22u00 geannuleerd en de compagnie vervoegt Ruisbroek om daar de 2de Compagnie te gaan bijstaan.

4/Bn Pont
De compagnie verlaat Herent en begeeft zich opnieuw oostwaarts naar de divisiesector van de 2CD. Sgt Diels wordt om 10u30 uitgestuurd naar de CP van het 26Gn te Kersbeek met de vraag of er nieuwe orders zijn. De compagniestaf bevindt zich op dat ogenblik te Waanrode en is op doortocht naar Vroente. Om 17u10 krijgt de 4Cie de toelating van de CGn/CK om vanaf het invallen van de duisternis Vroente te verlaten en terug te plooien op Vilvoorde. Het peloton van de 4Cie/31Gn dat in steun gegeven werd op 1 mei zal zich samen met de 4Cie naar Vilvoorde verplaatsen.

Een Algrain brug in aanbouw op het oefenterrein van de pontonniers te Hemiksem (foto jaren ’30).

1/BnPont
De 1ste Compagnie zet zijn opdracht te Hoboken en Hemiksem verder.

2/BnPont
De 2de Compagnie stuurt zijn installatiepersoneel naar Ruisbroek om de verhuis van de manschappen te bewerkstelligen. Er wordt brugslagmateriaal over het water aangevoerd.

3BnPont
De 3de Compagnie krijgt om 10u00 te horen dat de brug te Baasrode alsnog zal gebouwd worden. De compagnie verlaat Burcht en komt om 15u00 aan op de nieuwe werf te Baasrode.

1/BnPont
De 1ste Compagnie zet zijn opdracht te Hoboken en Hemiksem verder.

2/BnPont
De 2de Compagnie verlaat Burcht en vervoegt Ruisbroek. De manschappen worden ondergebracht in hun nieuwe kantonnementen en er wordt gestart met het afladen van de bouwmaterialen. Tussen Ruisbroek en Niel moet een brug gebouwd worden.

3/BnPont
De 3de Compagnie start in het station van Baasrode-Noord met het uitladen van het brugslagmaterieel. Er wordt eveneens een detachement teruggestuurd naar Burcht om bijkomende manschappen en gereedschap te gaan halen.

Staf/BnPont
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (via de Franse generaal Bilotte) om naar het westen terug te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft moet de stelling worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. De Belgische legerleiding besluit om het veldleger terug te trekken op een nieuwe defensieve lijn langs de as Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De terugtocht van de K.W. Stelling tot het kanaal Gent-Terneuzen zal in drie marsetappes gebeuren. De capaciteit van de defensieve rivieroverschrijdingen van de Schelde en de Rupel zijn van groot belang bij het slagen van de terugtocht. De capaciteit van de bestaande bruggen wordt vergroot door de reeds bestaande militaire noodbruggen van Hemiksem en Hoboken en de nog aan te leggen noodbruggen van Baasrode en Ruisbroek.

1/BnPont
De 1ste Compagnie zet zijn opdracht te Hoboken en Hemiksem verder. Om 09u00 krijgt het 2de Regiment Karabiniers-Wielrijders (2Cy) van de 2de Cavaleriedivisie opdracht om één bataljon via Willebroek en Temse naar de linkeroever van de Schelde te sturen om de bruggen te Temse, Rupelmonde, Hemiksem en Hoboken te beveiligen. Het Iste Bataljon van 2Cy komt om 14u00 toe in zijn nieuw bataljonskwartier en installeert zijn CP in Temse. De 1Cie van I/2Cy beveiligt de bruggen van Hoboken, Hemiksem en Rupelmonde telkens met één versterkt peloton.

In de loop van de namiddag vaart een konvooi bestaande uit de lichters Jenny, Marcel, Christine en Madonna en een sleepboot vaart de Schelde op van Antwerpen naar de militaire bootbrug van Hoboken.  De vaartuigen werden gestuurd door Majoor Van Sprang van de Groepering Verdediging Neder-Schelde en zullen gebruik worden om indien nodig pontons van de militaire brug te vervangen.

Omstreeks 22u30 duikt de 6Cie van het 3de Regiment grenadiers (3Gr) eerder onverwacht op aan de militaire bootbrug over te Schelde te Hemiksem. De compagnie krijgt toelating de brug over te steken. De 18de Compagnie Transmissietroepen (18TTr) kan omstreeks 23u00 de Schelde oversteken via de militaire brug van Hemiksem en omstreeks 23u15 passeert het 15de Bataljon Genie (15Gn) de brug van Hemiksem. .

2/BnPont
De 2de Compagnie realiseert de oeveraansluiting van de nieuw aan te leggen brug op de linkeroever van de Rupel te Ruisbroek.

3/BnPont
De 3de Compagnie monteert het brugdek voor de brug te Baasrode en maakt zich klaar voor het lanceren van de brug bij het volgende hoog water.

Staf/BnPont
De bataljonsstaf verlaat de kazerne te Burcht om 09u00 en trekt zich terug naar Zele.

1/BnPont
Het 15de Bataljon Genie (15Gn)  steekt in de nacht van 16 op 17 mei de Schelde te Hemiksem over. Tijdens de tweede helft van de nacht arriveren bij de brug van Hoboken een zestigtal binnenvaartuigen uit Antwerpen die geladen zijn met onder meer koper, tin en graan.  Majoor Peten vraagt aan de staven van het IVde en Vde Legerkorps en van het Franse 7de Leger de toestemming om de bruggen van Hoboken en Hemiksem tussen 10u00 en 12u00 te openen om de doortocht van dit konvooi mogelijk te maken.  Alle hoofdkwartieren gaan akkoord. Na de middag passeert  de 25ste Compagnie Transmissietroepen (25TTR) de brug van Hemiksem.  De militaire bruggen van Hoboken en Hemiksem worden voor vernieling voorbereid door 1/Bn Pont waarop de compagnie zijn standplaats verlaat en koers zet naar Zele. Bij de bruggen wordt een enkel een vernielingsdetachement achtergelaten. Het 34ste Linieregiment (34Li) maakt op 17 mei gebruik van de militaire ferry van Hoboken om de Schelde over te steken.

2/BnPont
De 2de Compagnie werkt in allerijl verder aan de brug tussen Ruisbroek en Niel. De nodige palen voor het brugdek worden geheid in de Rupel. De 1ste Compagnie van het 24ste Bataljon Genie (1/24Gn) begeeft zich op bevel van Luitenant-generaal Michelet, Algemene Inspecteur van de Genie en de Versterkingen bij het Commando van de Genie op het Groot Hoofdkwartier (GHK), naar Ruisbroek om 2/BnPont te versterken.

3/BnPont
De 3de Compagnie lanceert rond het middaguur bij hoogtij de brug te Baasrode en maakt zich na de middag klaar voor het vertrek. De werf wordt om 22u30 verlaten en de compagnie zet koers naar Schellebelle. De brug wordt in eerste instantie gebruikt door de 6de Infanteriedivisie.

Staf/BnPont
De bataljonsstaf en 1ste Compagnie komen tijdens de nacht van 17 op 18 mei aan te Zele. De colonnes houden hier halt en rijden om 15u00 door naar Zwijndrecht.

Opstelling van het 2Cy op de linkeroever van de Schelde op 18 mei

Opstelling van het 2Cy op de linkeroever van de Schelde op 18 mei

1/BnPont
De ganse nacht lang passeren duizenden militairen over de bruggen te Hoboken en Hemiksem. De voorlaatste etappe van de terugtocht van het veldleger van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde is in volle gang. Ook het 14de Bataljon Genie (14Gn) verlaat Antwerpen via de Algrainbrug van Hoboken. De bataljonscommandant van I/2Cy krijgt de volmacht om zelfstandig te beslissen over het tijdstip van de vernieling van de bruggen. Om 09u15 wordt de springlading onder de brug van Hoboken aangezet.

De brug van Hemiksem wordt kort na 13u00 door het vernielingsdetachement van het Bn Pont opgeblazen.  Dit gebeurt op aangeven van Kapitein-commandant Garnier, stafofficier bij de 12Div.

2/BnPont
De 2de Compagnie werkt nu aan de toegang tot de Rupelbrug te Niel. Er moet haast gemaakt worden om de brug op de rechteroever af te werken.

3/BnPont
De 3de Compagnie bereikt Schellebelle rond 04u30. Na een rustpauze vertrekt de colonne te 12u30 uit Schellebelle om omstreeks 14u00 aan te komen te Zwijnaarde. De rivierovergang te Baasrode wordt om 09u30 vernietigd.

 

Staf/BnPont, 1/BnPont en 3/BnPont
Het bataljon krijgt het bevel om Ardooie te vervoegen. De staf, de 1ste en de 3de Compagnie vertrekken tijdens de voormiddag. De staf en de 1ste Compagnie komen aan te Ardooie rond 16u30. De 3de Compagnie wordt ondergebracht te Egem.

2/BnPont
De brug tussen Ruisbroek en Niel kan niet op tijd worden afgewerkt. Alle materieel van de 2de Compagnie wordt achtergelaten en de reeds uitgevoerde werken worden vernield. De compagnie trekt zich terug naar Appels.

Staf/BnPont, 1/BnPont en 3/BnPont
De bataljonsstaf, 1ste en 3de Compagnie rusten uit en worden gereorganiseerd.

2/BnPont
De 2de Ccompagnie verplaatst zich van Appels naar Pittem.

Militairen van het Bataljon Pontonniers in hun kazerne te Burcht.

Staf/BnPont
Het bataljon krijgt de opdracht om de Leie te verkennen tussen Gent en Kortrijk, met het oog op het bouwen van enkele F.C.M. bruggen. De staf levert tegen de namiddag het technisch rapport af. Het commando van de genie van het leger besluit om twee bruggen aan te leggen: een eerste brug op 1 km stroomopwaarts van Machelen nabij Zulte en een tweede brug te Baarle-aan-de-Leie.

1/BnPont
De 1ste Compagnie vertrekt naar Machelen.

2/BnPont
De 2de Compagnie blijft te Pittem.

3/BnPont
De 3de Compagnie stuurt een detachement onder leiding van Lt Vandevelde naar Baarle om er een brug over de Leie te slaan. De rest van de compagnie blijft te Egem.

Staf/BnPont
Het bataljon krijgt het bevel om zich naar Alveringem te verplaatsen.

1/BnPont
De 1ste Compagnie werkt te brug te Machelen af en blijft ter plekke tot na de doortocht van de troepen uit het Bruggenhoofd Gent. De brug wordt tijdens de nacht van 22 op 23 mei opnieuw afgebroken en op de vrachtwagens geladen. De compagnie vertrekt vervolgens naar Alveringem.

2/BnPont
De 2de Compagnie blijft nog een laatste dag te Pittem.

3/BnPont
De 3de Compagnie verlaat Egem en zet koers naar Wulveringem. Het detachement van Lt Vandevelde bouwt te Baarle de brug over de Leie en kan deze openstellen voor het verkeer om 21u00. Met uitzondering van een kleine ploeg om de brug volgens de noodwendigheden te recupereren of te vernielen vertrekt de rest van dit detachement naar Wulveringem.

Staf/BnPont
Het bataljon rust uit. De staf en de 1ste Compagnie verblijven te Alveringem. De 2de en de 3de Compagnie kantonneren te Wulveringem.

3/BnPont
Het Peloton Van Honacker van de 4Cie van het 31ste Bataljon Genie (31Gn) wordt naar Baarle-aan-de-Leie gestuurd om mee te helpen met de demontage van een FCM-brug. Het peloton wordt er om 21u00 onder bevel van Lt Vandevelde geplaatst.

Staf/BnPont
Het commando van de genie van het leger beveelt een reeks verkenningen voor de bouw van bruggen ten noorden en zuiden van Diksmuide en ten noorden van Ieper. Het bataljon dient verplaatst te worden naar het nieuwe operatiegebied. De staf en de 1ste Compagnie trekken naar Vladslo en nemen hun nieuwe kantonnementen in na de middag. De 2de Compagnie zal te Esen kantonneren en de 3de Compagnie te Bovekerke.

1/BnPont
De 1ste Compagnie verkent het Kanaal van de Ieperlee ten noorden van Ieper.

2/BnPont
De 2de Compagnie verkent het gebied noord van Diksmuide om een nieuwe brug over de IJzer te slaan.

3/BnPont
Het laatste detachement van de 3de Compagnie keert terug van Baarle met het gros van zijn brugslagmateriaal. De compagnie kantonneert te Bovekerke.

1/BnPont
De 1ste compagnie start met de bouw van een pijlerbrugbrug met draagcapaciteit van 12 ton over het kanaal van de Ieperlee te Brielen.

2/BnPont
De 2de compagnie begint de bouw van een pijlerbrug met capaciteit van 4 ton op 500 meter ten zuiden van de spoorwegbrug te Diksmuide. Verder start de compagnie ook met de aanleg van de toegangsweg op de rechteroever. Deze toegangsweg wordt getrokken tot aan de baan Diksmuide-Ieper

3/BnPont
De 3de compagnie begint de bouw van een pijlerbrug met draagvermogen van 9 ton over de IJzer op 2 km ten noorden van Diksmuide.

Staf/BnPont
De drie compagnies zijn aan het werk op hun nieuwe bouwwerven.

3/BnPont
Op de baan van Diksmuide naar Torhout ter hoogte van Koekelare komt rond 02u00 een vrachtwagen van de 3Cie in aanrijding met een motorwielrijder van het 2de Regiment Jagers te Paard (2JP). De motobestuurder, een adjudant, breekt hierbij beide benen en wordt binnengebracht bij de medische post van de 3Cie van de Legerautogroepering (LAuGpg) die zich nabij de plaats van het ongeval bevindt.

1/BnPont
In de voormiddag is de brug van de 1ste Compagnie klaar. Deze wordt overgegeven aan de genie van een Franse infanteriedivisie. De compagnie keert terug naar Vladslo. De brug wordt in de namiddag door de Fransen vernield.

2/BnPont
Rond 7u00 is ook de brug van de 2de Compagnie klaar. De compagnie keert terug naar Esen en laat een technische ploeg achter bij de brug.

3/BnPont
De brug van de 3de Compagnie is voltooid rond 12u00. Er wordt een vernielingsdetachement bij de bruggen achtergelaten en de compagnie vervoegt Bovekerke.

Staf/BnPont
Het bataljon rust uit in zijn kantonnementen als het bevel tot capitulatie toekomt. De bij de bruggen achtergebleven detachementen komen in de voormiddag bij hun eenheid terug.

Om te vermijden dat het embleem van het bataljon in handen van de vijand valt wordt de vlag op bevel van het Groot Hoofdkwartier verbrand. De leeuw, nestel en gouden koord blijven bewaard en worden na de oorlog in het Koninklijk Legermuseum ondergebracht.

4/Bn Pont
De 4Cie bevindt zich te Oud-Stuivekenskerke op het ogenblik van de capitulatie.

Na de capitulatie

4/Bn Pont
Cdt Pallemaerts wordt enkele dagen gevangen gezet in het door de Duitsers inderhaast opgezet gevangenenkamp van Maria-ter-Heide en nadien vrijgelaten.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
2KOLINSKYLtRes09.05.1911Antwerpen13.05.1940AntwerpenOverleden in Militair Hospitaal
OnbekendTABARYJoseph, AlbertSdtMil3903.10.1919Le Havre (F)06.01.1941Liège

Bibliografie en Bronnen

  1. De in 1880 geboren Kolonel Paul Algrain, ontwerper van de naar hem genoemde Algrainbrug, zal tijdens de mobilisatie en veldtocht trouwens nog steeds dienst doen als directeur van de Militaire Dienst van het Vervoer over de Binnenwateren.
  2. Achtergrondinformatie bij de Sint-Bernardkazerne [On Line Beschikbaar]: https://belgiummilitary.wordpress.com/lijst-van-militair-vastgoed-met-specifiek-militair-gebruik-na-1830-alfabetisch-per-gemeente/hemiksem/hemiksem-sint-bernardus/ [Laatst geraardpleegd 25 november 2019].
  3. Uit meerdere bronnen blijkt dat de brug te Hemiksem niet ontmanteld werd, de brug werd tot 18 mei bewaakt door elementen van de 25Cie van het 1ste Regiment Speciale Vestingseenheden.  Op de schets van Hoboken is niet alleen een brug maar ook een ferry te zien. Bepaalde eenheden vermelden in hun velddagboek dat ze de Schelde zijn overgestoken met de militaire ferry van Hoboken. Dit kan de bedrijvigheid van de 1Cie te Hoboken verklaren, namelijk het bemannen van de ferry en het overzetten van eenheden van het veldleger. Het is allicht deze ferry die van Hemiksem naar Hoboken werd verplaatst (TBC).
  4. Het betreft de “Itinéraire 3″ (I3) die van loopt van Waten-Zegerscappel-Oostcappel-Diksmuide-Torhout-Knesselare-Eeklo-Gent- Sint-Niklaas -Hemiksem en Sint-Lenaarts naar Baarle-Nassau.
  5. “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019].
  6. Het Kanaal Leuven – Dijle fungeert als lateraal kanaal van de Dijle. Het kanaal vertrekt aan de Vaartkom in Leuven en eindigt in de samenvloeiing Zenne-Dijle (bij het Zennegat). Tijdens de achttiendaagse veldtocht werd deze waterweg Leuvense Vaart genoemd. Achtergrondinformatie bij het Kanaal Leuven-Dijle [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kanaal_Leuven-Dijle [Laatst geraadpleegd 5 juli 2020].
  7. Het Vooruitgeschoven Inlichtingencentrum van Hasselt maakt deel uit van een gans netwerk van inlichtingencentra langs onze grenzen opgezet door de “Dienst der Bewaking en Inlichtingen aan de Grenzen” (Service de Surveillance et de Renseignements aux Frontières) van het Groot Hoofdkwartier (GHK).
  8. De 4Cie heeft in de Gete vallei goed werk verricht getuige hiervan de vermelding in het velddagboek van het Franse 12eme Régiment de Cuirassiers: “Le 12eme Régiment Cuirrassiers reçoit la nouvelle mission de couvrir le flanc gauche de la Division sur la ligne TIRLEMONT. Il s’installe aussitôt, appuyant sa gauche aux inondations de la PETITE GETTE qui constituent un obstacle sérieux au Nord de la route SAINT-TROND-TIRLEMONT” [On Line Beschikbaar]: https://www.chars-francais.net/2015/index.php/journaux-de-marche/liste-des-journaux?task=view&id=586  [Laatst geraadpleegd 9 november 2020].
  9. Verbroedering Genie van Antwerpen, 1989, 11 Geniebataljon, Antwerpen: Verbroedering Genie van Antwerpen.
  10. Deraymaeker, Y., 2006, De Genie in de maalstroom van 1940, Jambes: Geniemuseum.
  11. Dossier Bataljon Pontonniers, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensievan Defensie, Evere.
  12. Handgeschreven velddagboek bijgehouden door de permanentie van de CP van 26Gn tijdens de veldtocht. Het velddagboek bevindt zich in het dossier van 26Gn bij de Sectie Classified Archives, Afdeling Veiligheid en Inlichtingen, Ministerie van Defensie.