Reglementaire benaming | 1ste Linieregiment | 1er Régiment de Ligne | 1Li | |
Type | Infanterieregiment van het actieve leger | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Taalstelsel | Franstalig | |
Onderdeel van | 3de Infanteriedivisie | |
Bevelhebber | Kolonel SBH Louis Barthélemy | |
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant Arthur Dehoux | |
Standplaats | Versterkte Positie Luik PFLII Lijn Ondersector Evergnée-Maas Commandopost te Saive |
|
Samenstelling | Staf | |
I Bataljon (Majoor Joseph Maka) | 1ste Compagnie Fuseliers (OLt Alphonse Wegnez) 2de Compagnie Fuseliers (Cdt Gustave Laurent) 3de Compagnie Fuseliers (Cdt Alexandre Bivort) 4de Compagnie Mitrailleurs (Lt Jean Depireux) |
|
II Bataljon (Majoor Cyrille Balaince) | 5de Compagnie Fuseliers (Cdt Gustave Vincke) 6de Compagnie Fuseliers (Lt R. Boelen) 7de Compagnie Fuseliers (Lt M. Vigneron) 8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Joseph Velle) |
|
III Bataljon (Majoor Nestor Demaret) | 9de Compagnie Fuseliers (Cdt Raymond Poncelet) 10de Compagnie Fuseliers (Lt J. Chaineux) 11de Compagnie Fuseliers (Cdt Albert Sauvenay) 12de Compagnie Mitrailleurs (Cdt H. Croy) |
|
IV Bataljon (Majoor Paul Dery) | 13de Compagnie Mitrailleurs (Cdt F. Dozin) 14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Cdt A. Ponthir) 15de Compagnie Mortieren M76 (Cdt Emile Wolf) |
|
Stafcompagnie (Kapitein-commandant Omer Gourdinne) Geneeskundige Compagnie (Geneesheer 1ste Kapitein Edmond Raick) Peloton Verkenners (Luitenant René Libert) |

Ingangspoort van de Chartreusekazerne in Luik. Deze kazerne was het vredesvoetgarnizoen van het 1ste Linieregiment
Staf/1Li
Het 1ste Linieregiment (1Li) wordt als actief infanterieregiment op 26 augustus 1939 gemobiliseerd in zijn vredesvoetgarnizoen de Chartreusekazerne te Luik. Twee dagen later vertrok het regiment naar zijn oorlogskantonnementen te Romsée om toegewezen te worden aan de beveiliging van de ondersector Evegnée-Maas aan de noordoost rand van de PFLII lijn van de Versterkte Positie Luik. Het regiment bewaakte ook enkele bruggen over de Maas.
De 3de Infanteriedivisie (3Div) maakt op 9 mei nog steeds deel uit van de Versterkte Positie Luik en staat samen met de 2de Infanteriedivisie opgesteld in een grote boog op de oostelijke oever van de Maas. Het 1Li ligt aan het uiterste noordoosten van deze verdedigingsring:
- De commandopost van het regiment staat opgesteld te Saive.
- Het III Bataljon ligt in eerste linie en bezet het linker kwartier van de ondersector van het 1Li, tussen de Maas te Cheratte in het westen en het fort van Barchon in het oosten. De commandopost van het III Bataljon bevindt zich in het gemeentehuis van Cheratte. De pelotons verblijven in openbare gebouwen zoals de school en de cafés. De aalmoezenier van het bataljon heeft een kleine bioscoop ingericht voor de mannen van het 1Li in zaal Braham.
- Het I Bataljon bezet het rechter kwartier, tussen het het fort van Barchon en het fort van Evegnée. De 1Cie ligt op links en de 3Cie op rechts, gedekt door de 2Cie.
- Het II Bataljon bezet het tweede echelon van de ondersector.
- De zware wapens van het IV bataljon zijn verdeeld over de andere eenheden. Majioor Paul Dery bevindt zich niet bij zijn bataljon, maar is op de Chartreusekazerne in de stad waar hij de divisiereserve beveelt. Deze reservemacht is gevormd rond het I/25Li.
- Het peloton verkenners is afgedeeld bij het 1ste Regiment Grenswielrijders om de grens te helpen bewaken ten oosten van Luik.
Het 1Li mist heel wat verlofgangers, maar is een regiment dat traditioneel in het Luikse rekruteert rekent erop dat ze niet lang moeten wachten vooraleer de eerste afwezigen toekomen bij hun eenheid na afkondiging van het alarm.
Majoor Dery is aan de vooravond van de Duitse inval afgedeeld bij de divisiestaf en beveelt hier de reservemacht van de 3de Infanteriedivisie. Deze omvat het IIIde Bataljon van het 12Li en het Iste Bataljon van het 25Li. De majoor zal deze opdracht uitvoeren tot het bevel tot de terugtocht naar de linkeroever van de Maas aan het eind van de eerste oorlogsdag.

Een compagnie van het 1Li gefotografeerd in 1939.
Het regiment wordt om 00u50 per telefoon in staat van alarm gebracht. De diverse eenheden van het regiment vertrekken naar hun gevechtsstellingen. Even voor 02u00 wordt gestart met het opladen van de persoonlijke bagage van de militairen. Deze moet in eerste instantie naar Ans op de westelijke oever van de Maas overgebracht worden. Een korte tijd nadien krijgt het regiment de opdracht om alle voorziene wegversperringen uit te voeren, met uitzondering van de hindernis op de baan van Blegny naar Barchon. Deze weg is aangeduid als een van de routes voor de terugtocht van de dekkingstroepen. Bij de uitvoering van deze taak zal echter blijken dat de hindernis op de baan van Barchon naar Visé nog niet gebruiksklaar is. Het voorziene betonblok werd immers pas op 9 mei door de Genie gegoten en is nog niet volledig hard.
Tussen 03u00 en 04u00 melden de eenheden van het regiment een na een dat hun inplaatsstelling volbracht is. Reeds van bij het eerste daglicht worden talrijke Duitse vliegtuigen opgemerkt boven de stellingen. Dat dit ook bij het 1Li tot ongerustheid leidt, blijkt uit een bevel van Kol SBH Barthélemy van 05u05 om de luchtafweermitrailleurs alleen te laten vuren op doelen tot een hoogte van 1.000 meter.
Kort na 06u00 valt eerste dodelijk slachtoffer bij het 1Li. Het betreft Soldaat Joseph Fouillen die gedetacheerd is van de Compagnie Transmissietroepen van de Versterkte Positie Luik. Hij raakt zwaargewond in een luchtaanval en zal overlijden in het Militair Hospitaal te Luik.
Sinds de ochtend rapporteren de lichte troepen aan de grens voortdurend incidenten en stroomt ook het nieuws binnen van de aanval op de 7de infanteriedivisie nabij Maastricht en de grensoverschrijdingen in het oosten van het land. De regimentsstaf verneemt om 07u15 dat de vijand het dop Hombourg zou bezet hebben.
Vanaf de voormiddag dag komen er groepjes lichte troepen aan die hun alarmposten aan de grens verlaten hebben en zich terugplooien binnen de Versterkte Positie Luik. De 1Cie meldt om 08u05 als eerste de doortocht te Barchon van een groepje grenswielrijders. Zowel het IIde als IIIde bataljon krijgen eveneens te maken met kleine detachementen Nederlandse militairen die de grens over gevlucht zijn.
Kort na 10u00 krijgen de bataljons het bevel om alle niet noodzakelijke voertuigen te evacueren naar het ravitailleringspunt van het regiment op de terreinen van het station van Rocourt. Een goed half uur later moet de bij het 1Li gedetacheerde militairen van het 3Gn en de 2Cie van het 23Gn overgaan tot het uitvoeren van acht wegvernielingen die niet gesitueerd zijn op de marsroutes van de dekkingstroepen. Slechts vijf van de acht hindernissen kunnen uitgevoerd worden door een gebrek aan explosieven. Tussen 14u00 en 16u00 zullen een tweede reeks hindernissen aangezet worden.
De divisiestaf beveelt kort na de middag aan het 1Li om een bijkomende hindernis uit te voeren op de Rue du Trixhay te Dossay, even ten noordoosten van bunker BM2Ter van de PFLIII linie. Het regiment moet hiervoor 12 Cointet hekkens afhalen op het geniedepot van de Chartreusekazerne. De kolonel laat echter weten dat hij niet over de nodige lege vrachtwagens beschikt om deze zware last te transporteren. De frustratie van de divisiestaf zal blijken uit de diverse herhalingen van dit bevel.
Omstreeks 18u30 verstuurt de divisiestaf de eerste bevestiging van de komst van de vijand. Diverse Duitse troepenconcentraties worden gemeld te Aubel. Een uur later bevestigt de divisiestaf eveneens dat de terugtocht van de dekkingstroepen van het 1CyF en het 1L afgelopen is en er geen bevriende formaties meer zijn voor de eigen linies. De laatste wegvernielingen moeten onmiddellijk uitgevoerd worden. Het regiment moet ook vier patrouilles voor de linies organiseren: het Iste Bataljon zal verkenners uitsturen naar Blegny en Bolland; het IIde Bataljon moet hetzelfde doen richting Saint-Rémy en Leval.
Terwijl het 1Li zich klaar maakt voor de komst van de vijand wordt het lot van de Versterkte Positie Luik grondig gewijzigd door de opperste legerleiding. Reeds om 20u00 vaardigt het Groot Hoofdkwartier een bevel uit om de Versterkte Positie Luik op te geven. Nu de Duitsers ten noorden van Luik het Albertkanaal overgestoken zijn en er de 7de Infanteriedivisie met het 2Gr, 2C en 18Li uit elkaar geslagen hebben, dreigt de omsingeling van het IIIde Legerkorps te Luik. Te Luik moet de 3de Infanteriedivisie naar de linkeroever van de Maas, terwijl de 2de Infanteriedivisie naar de K.W. Stelling gestuurd wordt. Ook het 1Li ontvangt laat op de avond dit bevel en licht zijn eenheden in.
Het 1Li wordt om 21u45 door de divisiestaf op pre-advies geplaatst voor een nachtelijke verplaatsing. Dit wordt gevolgd om 22u00 door de bevestiging dat de eerder bepaalde modaliteiten voor de bevoorrading van het regiment tijdens de nacht van 10 op 11 mei komen te vervallen.
Om 22u30 tenslotte komen de nieuwe marsbevelen aan. De 3de Infanteriedivisie zal een defensieve stelling innemen op de linkeroever van de Maas, vanaf Chertal in het noorden tot de samenloop van de Maas en de Ourthe in het zuiden. Deze sector zal bestaan uit twee echelons, waarvan het achterste of tweede echelon onder het bevel komt te staan van Kolonel SBH Barthélemy. Aan dit echelon zullen het Iste en het IIIde Bataljon toegewezen worden, samen met het grootste deel van het IVde Bataljon. Deze fractie zal tegen 01u00 de mars aanvatten. Het IIde Bataljon wordt versterkt met de 4de Compagnie, een peloton C47 kanonnen van de 14de Compagnie, het C47 kanon van bunker BM5a, en wordt onder bevel van Majoor Dery toegevoegd aan het eerste echelon. Deze fractie mag net voor middernacht vertrekken.
Geneeskundige Compagnie
De compagnie beschikt over vier pelotons, waarvan de eerste drie gedetacheerd zijn bij het Iste, IIde en IIIde Bataljon. Het 4de Peloton vormt de medische hulppost van het regiment. Deze wordt geïnstalleerd in de Hoeve Frederick te Xhavée. Op de eerst oorlogsdag wordt hier een gewonde verzorgd die gekwetst werd door een blindganger van de luchtdoelartillerie.

Officieren van het 1Li te Mol tijdens de mobilisatie.
De bataljons van het 1ste Linie verlaten tijdens de nacht hun stellingen op de fortenlijn en trekken zich terug naar de westelijke oever van de Maas. Het IIde Bataljon bevestigt dat de mars aangevat werd om 00u30, gevolgd door het IIIde Bataljon om 01u30 en het Iste Bataljon om 02u00. De colonnes van het 1Li gebruiken de brug van Wandre. De divisie installeert zich als volgt:
- het eerste echelon loopt van Chertal tot aan de samenvloeiing van de Maas en de Ourthe, met:
- Ondersector Noord wordt bezet door het IIde bataljon van het 1ste Linieregiment van Chertal tot aan de brug van Wandre (inclusief) en staat onder het bevel van Majoor Dery van het IV/1Li die zijn commandopost installeert op het testterrein van de Koninklijke Kanongieterij. Deze formatie zal gesteund worden door de IV/3A.
- Ondersector Centrum bestaat uit het IIIde bataljon van het 12de Linieregiment van de brug van Wandre (exclusief) tot Marexhe en het Iste bataljon van het 12de Linieregiment van Marexhe tot de brug van Coronmeuse (exclusief). Deze ondersector wordt bevolen door de Commandant 12Li.
- Ondersector Zuid omvat het Iste bataljon van het 25ste Linieregiment van de brug van Coronmeuse (inclusief) tot Pont-Neuf en het IIIde bataljon van het 25ste Linieregiment van de brug van Pont-Neuf tot Val-Benoit, onder het bevel van de Commandant 25Li.
- het tweede echelon loopt ten westen van deze linie op het plateau dat over de Maas uitkijkt, tussen Grâce-Berleur en Liers en wordt bevolen door de Commandant 1Li die zijn commandopost in het gemeentehuis te Alleur opstelt:
- het IIde Bataljon van het 25ste Linieregiment zal zich opstellen van Grâce-Berleur tot de baan van Luik naar Sint-Truiden (exclusief)
- het IIde Bataljon van het 12de Linieregiment van de baan van Luik naar Sint-Truiden (inclusief) tot de spoorwegoverweg ten zuid-oosten van de kerk van Rocourt
- het Iste Bataljon van het 1ste Linieregiment vanaf deze spoorwegoverweg tot het centrum van Rocourt
- het IIIde Bataljon van het 1ste Linieregiment van Rocourt tot Liers
Detachement Kolonel SBH Barthélemy (Groepering Gits / Sector Maas-Stroomafwaarts)
Het IIIde Legerkorps ziet terecht in dat zijn noordelijke flank steeds meer bedreigd wordt. Om de flankdekking te verzekeren, stuurt het IIIde Legerkorps om 10u00 drie bataljons naar het noordwesten om post te vatten langsheen de Jeker, tussen het dorp Glons en het gehucht Pierreux ten oosten van Bassenge. Op deze manier wordt het III/1CyF samen met het I/1Li en het III/1Li onder bevel van Kolonel SBH Barthélemy geplaatst en aangehecht bij de Goepering Gits / Sector Maas-Stroomafwaarts. De formatie onder bevel van Kol SBH Barthélemy moet zich als volgt opstellen:
- het Iste Bataljon van het 1ste Linieregiment wordt doorgestuurd naar Glons en moet een dwarsstelling inrichten op de baan van Slins naar Glons langsheen de spoorlijn Hasselt-Luik
- het IIIde Bataljon van het 1ste Linieregiment wordt naar Boirs bevolen
- het IIIde Bataljon van het 1ste Regiment Grenswielrijders dient te Bassenge en Pierreux in stelling te gaan
- de formatie zal versterkt worden door de Compagnie Getrokken C47 van de 3de Infanteriedivisie die aan elk bataljon één van zijn drie pelotons dient toe te wijzen
- Kolonel SBH Barthélemy zal deze formatie bevelen van op de commandopost van de Groepering Gits te Heure-le-Romain

Het peloton verkenners van het 1Li in 1938.
Kolonel SBH Barthélemy vertrekt om 11u15 naar Houtain-Saint-Siméon om contact te maken met het III/1CyF. Dit bataljon blijkt niet ter plekke te zijn. Om 12u30 heeft de kolonel een eerste keer contact met Generaal-majoor Gits. Hierop stuurt hij zijn Adjudant-majoor naar de commandopost van het 1CyF te Voroux-lez-Liers waar vastgesteld wordt dat het vertrekt van het III/1CyF nog maar net bevolen werd. De beide officieren hebben geen andere mogelijkheid dan de komst van hun drie bataljons af te wachten. Luitenant Libert en de motorwielrijders van het Peloton Verkenners worden uitgestuurd om de formaties te gaan zoeken.
De beide bataljons van het 1Li zijn echter nog maar nauwelijks onderweg of ze worden ontdekt door vijandelijke vliegtuigen. Tussen Liers en Fexhe-Slins volgen verschillende luchtaanvallen. De militairen worden tussen 12u30 en 18u00 aanhoudend bestookt door de Luftwaffe. Bij de aanvallen vallen ettelijke doden en gewonden en worden ook heel wat paardenwagens vernield. De buitenwijken van Luik met hun lange, rechte straten bieden weinig dekking en de infanteristen schuilen dan maar in de leegstaande huizen. Buiten de randstad begint het open landschap van Haspengouw en is er geen natuurlijke dekking. Er is geen doorkomen aan.
Bij het Iste bataljon lopen de meeste eenheden vast te Fexhe-Slins. Van hier uit zal Majoor Maka er nog in slagen om een verkenning uit te voeren naar de brug over de Jeker te Glons, maar deze missie bevestigt alleen maar dat het Duitse luchtoverwicht een verdere opmars onmogelijk maakt. De majoor besluit hierop om contact op te nemen met de korpsoverste te Heure-le-Romain en laat zijn troepen in dekking gaan op hun huidige posities om het vallen van de duisternis af te wachten. Onderluitenant Westez van de 1Cie besluit om zijn eenheid samen te brengen in een grote boerderij te Fexhe-Slins om te vermijden dat zijn manschappen zouden vluchten.
Bij het IIIde bataljon wordt het gros van het wagenpark en de collectieve bewapening vernield bij de eerste poging om van uit Liers te vorderen naar de nieuwe posities rond Boirs. Slechts enkele kunnen slechts enkele kleine detachementen doorstoten tot in de buurt van het café “Croix Rouge”, halverwege Fexhe-Slins en Houtain-Saint-Siméon. De kern van de bataljonsstaf bereikt de zuidrand van Boirs rondom 18u15. Ook hier heeft een stellingname heeft geen enkele zin. Het merendeel van het bataljon zal met medeweten van Majoor Demaret terugtrekken naar Ans en wordt hier ondergebracht op de terreinen van de koolmijn Charbonnage des Français. De majoor zelf zal tot ongeveer 22u30 nabij het café “Croix Rouge” verblijven en vervoegt dan zijn bataljon.
Het detachement van Kolonel SBH Barthélemy zal nooit een effectief onderdeel vormen van de linie langsheen de Jeker. Even voor 17u00 komt Majoor Viatour van het III/1CyF alsnog aan op de commandopost te Heure-le-Romain. Generaal majoor Gits neemt het bataljon onder zijn directe bevel en zal trachten over te gaan tot een tegenaanval tussen de Jeker en het Albertkanaal. De verdediging van de Jeker zal nu toevertrouwd worden aan het 1CyF en het 1L. Deze groepering zal aangeduid worden als Flankwacht Noord en komt onder het bevel te staan van Kolonel SBH Jacques van het 1CyF.
Hiermee wordt de opdracht van Kolonel SBH Barthélemy achterhaald. De kolonel krijgt omstreeks 17u30 het bevel om een eventuele aftocht van het I/1Li en III/1Li voor te bereiden. Op dat ogenblik weet hij nog steeds niet waar het IIIde Bataljon zich bevindt.
Ondertussen heeft het IIIde Legerkorps het bevel gekregen om Luik te verlaten. Volgens plannen opgesteld door het Groot Hoofdkwartier tijdens de mobilisatie zou het IIIde Legerkorps zich in westelijke richting moeten verplaatsen, maar deze marsrichting wordt bedreigd door de Duitse 4. Panzerdivision die in snel tempo in de richting van Hannuit vordert. Het korps krijgt de opdracht om naar het zuidwesten terug te trekken. Tussen 18u00 en 19u00 verspreid de staf van het legerkorps de praktische instructies voor de evacuatie van Luik. Er worden vier marsroutes toegewezen, waarvan er twee relevant zijn voor het 1Li:
- Groepering Gits / Sector Maas-Stroomafwaarts
- samenstelling: Iste en IIIde bataljon 1ste Linieregiment, 2de Regiment Grenswielrijders, Iste bataljon 6de Linieregiment, VIde bataljon Speciale Vestingstroepen
- bevelhebber: Generaal-majoor Gits, infanteriecommandant 3de Infanteriedivisie
- marsbevel: vertrek vanaf 22u45 via Liers tot Ville-en-Hesbaye
- 3de Infanteriedivisie
- samenstelling: de vijf bataljons van de Maasoever (II/1Li, I/12Li, III/12Li, I/25Li en III/25Li) en de twee bataljons van het plateau (II/12Li en II/25Li)
- bevelhebber: Luitenant-generaal Lozet, commandant 3de Infanteriedivisie
- marsbevel: vertrek vanaf 20u00 via Oupeye tot Outeppe en Hannêche
Om 21u00 beveelt Generaal-majoor Gits aan Kolonel SBH Barthélemy om de aftocht te starten. De kolonel moet via Hermée, Milmort, Voroux-lez-Liers, Rocourt, Grâce-Berleur, Hollogne-aux-Pierres, Fontaine, Saint-Gérard, Verlaine en Fize-Fontaine terugtrekken naar Ville-en-Hesbaie. Hierbij moet hij de colonne van de VI/15A toevoegen aan zijn formatie die gedekt zal worden door de grenswielrijders.
Hierop wordt een poging ondernomen om een georganiseerde marscolonne te vormen tussen Liers en Rocourt. De kolonel stuurt enkele officieren van zijn staf op zoek naar het IIIde Bataljon. Het bataljon wordt teruggevonden te Ans en wordt dan ook aan de kop van de marscolonne geplaatst. De divisiestaf bepaalt dat de colonne tegen 02u20 de steenweg naar Sint-Truiden moet oversteken.
Detachement Majoor Dery (3de Infanteriedivisie)
Het IIde bataljon en zijn versterkingen blijven bij de 3de Infanteriedivisie. Het detachement is tegen 02u00 in de nacht van 10 op 11 mei aangekomen te Wandre en neemt van hier uit zijn nieuwe posities in langsheen de westelijke oever van het Albertkanaal vanaf Chertal in het noorden tot de brug van Wandre in het zuiden. De troepen staat onder het bevel van Majoor Dery van IV/1Li. Er zal de ganse dag gewerkt worden aan het inrichten van de diverse steunpunten. Rond 11u30 vernielt de genie de brug te Wandre.
Het verbindingsdetachement van de de IV/3A zal evenwel nooit aankomen op de commandopost van Dery. De majoor beklaagt zich hierover meermaals en verneemt net na de middag dat de III/3A aangeduid is om vuursteun te leveren aan zowel Ondersector Noord en Ondersector Centrum.
Omstreeks 16u30 onvangt Majoor Dery een bevel dat ondertekend is door Kapitein SBH Coibion van de divisiestaf en het detachement op preadvies plaatst voor de evacuatie uit Luik.
De 3de Infanteriedivisie heeft eveneens bepaald dat aan aan de colonnes van de zeven infanteriebataljons de volgende elementen zullen toegevoegd worden:
- alle divisietroepen die nog onder het commando van Luitenant-generaal Lozet staan
- negen van de tien artilleriegroepen van het IIIde Legerkorps (de Iste tot en met IVde groep van 3A en de Iste tot en met Vde groep van 15A)
- de 3de, 23ste en 32ste bataljons Genie, met uitzondering van de 2de compagnie van 23Gn en de 4de compagnie van 32Gn
Volgens het Reglement op den Velddienst uit 1939 hebben al deze elementen samen een gecombineerde colonnelengte van maar liefst 48Km. De planning van de mars is dan ook erg gecompliceerd en verloopt met de nodige problemen. De diensten, transmissietroepen, genie en artillerie krijgen het vage bevel om tussen 21u00 en 00u00 de baan van Luik naar Sint-Truiden over te steken, zonder verdere coördinatie van het vertrek door de divisiestaf. Het 25Li krijgt de instructie om zijn bataljons om 02u00 te Mons-lez-Liège te laten vertrekken, terwijl het 12Li en het II/1Li om 02u20 te Glain moeten passeren om de terugtocht aan te vatten.
De divisiestaf heeft echter geen tijdstip bepaald voor het verlaten van de stellingen. Majoor Dery wordt ongerust wanneer rond 18u45 duidelijk wordt dat het IIIde Bataljon van het 12Li vertrokken is. De majoor ontdekt dat het bataljon klaar staat bij de brug van Coronmeuse om de afmars aan te vatten. Hierop tracht Dery te telefoneren met de divisiestaf, maar zowel het civiele als ook het militaire net zijn buiten gebruik. Hij stuurt een motorwielrijder naar het fort van Lantin die even later bevestigt dat de divisiestaf vertrokken is. Majoor Dery besluit om 20u30 om zijn detachement naar Luik te laten vertrekken. Ter hoogte van de Koninklijke Kanongieterij aan de Quai Saint-Léonard stuit hij op Kolonel SBH Gérard, bevelhebber van het 12Li. Deze laat de colonne halt houden om verdere bevelen van de divisie of het legerkorps af te wachten. Wanneer deze om 22u30 nog steeds niet toegekomen zijn, besluit Gérard om de troepen van Ondersector Noord en Ondersector Centrum op Hoei te richten in de hoop van onderweg zijn juiste eindbestemming te weten te komen. Het detachement van Majoor Dery zal de mars leiden. Bij het verlaten van Luik blijkt echter dat het III/12Li en het I/12Li niet langer volgen. Dery laat de mars verder zetten. Te Engis besluit hij om halt te houden. De manschappen zijn volledig uitgeput. Het bataljon kan uitrusten op de terreinen van de Cimenteries et Briqueteries Réunies (CBR) cementfabriek.
Geneeskundige Compagnie
De medische hulppost van het regiment te Xhavée wordt ontruimt om 00u30 tijdens de nacht van 10 op 11 mei. Via Wandre, Milmort en Liers trekt het 4de Peloton zich terug naar Ans waar omstreeks 12u00 een nieuwe hulppost wordt geopend. Anderhalf uur later vertrekt het peloton als onderdeel van het detachement Barthélemy naar Heure-le-Romain. Bij de doortocht te Liers wordt ook dit peloton het voorwerp van de Duitse luchtaanvallen. De eenheid verliest drie paardenkarren: twee ambulancevoertuigen en de materiaalwagen van het peloton. De pelotonscommandant Geneesheer Onderluitenant Luc Hervé installeert de medische hulppost in de kelders van het stationsgebouw en verzorgt meerdere tientallen gewonden. Uiteindelijk bereikt het 4de Peloton Heure-le-Romain omstreeks 21u00. Om 22u30 verlaten Hervé en zijn militairen het dorp opnieuw om de terugtocht te vervoegen. Via Ans, Montegnée, Horion en Hozémont trekt de eenheid naar Fallais.
Detachement Kolonel SBH Barthélemy (Groepering Gits / Sector Maas-Stroomafwaarts)
Het gros van de marscolonne voor de aftocht wordt gevormd op de baan van Liers naar Rocourt om alzo aan te sluiten op het IIIde Bataljon dat zich opstelt tussen Rocourt en de Charbonnage des Français.
De colonne wordt echter al van bij het vertrekt in twee gesneden door het drukke militaire verkeer op de steenweg naar Tongeren. De twee fracties vallen verder uit elkaar door de chaotische toestand op de diverse vluchtroutes uit Luik. Tegen 04u00 zijn de colonnes nog niet eens de Luikse randgemeente Bierset voorbij zijn. De kolonel besluit voorop te rijden om te trachten de colonnes te herorganiseren tussen Saint-Georges-sur-Meuse en Noville, Hij wacht hier enige tijd op de aankomst van zijn troepen, maar die dagen niet op.
Ook het Iste Bataljon van Majoor Maka valt alzo uit elkaar. Een gedeelte van het bataljon waaronder ook de majoor bevindt zich om 07u00 nog steeds te Bierset wanneer hier paniek uitbreekt over de komst van de vijand. De majoor laat dit detachement zo snel mogelijk verder trekken naar Ville-en-Hesbaye maar moet onderweg naar het zuidoosten uitwijken onder druk van de oprukkende Duitse pantsers. Het detachement zal uiteindelijk het dorp Lavoir bereiken.
Een ander deel van de colonne met het gros van de militairen van het IIIde Bataljon wordt aangevallen door vijandelijke pantserwagens nabij Velroux. De compagnies vallen uit elkaar en vluchten in alle mogelijke richtingen weg. De manschappen trekken doodvermoeid door de velden en dorpen van Haspengouw. De Luitenant Van Dessel en Onderluitenanten Thiryon en Pierre vallen in handen van de vijad.
Kolonel SBH Barthélemy en zijn staf komen aan te Warnant-Dreye, een dorpje nabij Fize-Fontaine op zo’n 10 Km van Hoei. Het dorp zit vol soldaten van allerlei eenheden die uit Luik gevlucht zijn en het gonst er van geruchten dat er in de buurt Duitse parachutisten opereren. De paniek heerst onder de militairen. Om de zaak te bedaren, wordt een patrouille uitgestuurd langsheen een veldweg vol dode paarden en vernielde caissons van de artillerie. Op nog geen 200m buiten het dorp worden drie Duitse pantserwagens ontdekt en wordt het duidelijk dat de Belgen bedreigd worden door de vijandelijke verkenners. Het detachement van 3A dat tussen Warnant-Dreye en Fize-Fontaine aanwezig is, plaatst snel een C75 kanon in stelling en vuurt op de oprukkende Duitsers.
Barthélemy beveelt onmiddellijk om in zuidwestelijke richting te vluchten, maar het 1Li komt hierbij voor diverse uitdagingen te staan. De vijand heeft immers ook de wegen van Villers-le-Bouillet naar Warnant-Dreye en van Vinalmont naar Fumal afgesneden. Daarenboven ontzegt het Franse leger het gebruikt van de de route Wanze-Moha-Huccorgne-Oteppe. De kolonel laat dan maar passeren via Bas-Oha en kan also in contact komen met de divisiestaf te Lavoir.
In de wijde streek zullen talrijke groepjes militairen van het 1Li zich overgeven aan de Duitse voorhoeden en zal er heel wat materiaal verloren gaan bij de chaotische aftocht. Daarenboven moeten de militairen vaststellen dat dat de Franse troepen die aan de oever van de Méhaigne post vatten reeds vele bruggen opgeblazen hebben. Velen zwemmen dan maar de 10 meter brede rivier over, en laten ettelijke mitrailleurs, anti-tankkanonnen en ander zwaar tuig achter op de noordelijke over.
Op de oorspronkelijke eindbestemming van de mars te Ville-en-Hesbaye arriveren slechts de colonne met de motorvoertuigen en enkele groepjes wielrijders. Deze detachementen worden echter al snel weer op pad gestuurd door het Franse leger en zullen te Forseilles halt houden. Dit dorp is inmiddels aangeduid door de divisiestaf als verzamelplaats voor het 1Li. Tevens heeft de 3Div bepaald dat het 12Li te Couthuin zal gehergroepeerd worden, en het 25Li te Héron. Vervolgens zullen de regimenten doorgestuurd worden naar Namen. De divisiestaf zelf houdt zich voorlopig op te Lavoir.
Kolonel SBH Barthélemy laat de commandopost van het 1Li ontplooien te Forseilles rondom 15u00. Van hieruit wordt een uitgebreide speurtocht georganiseerd om zoveel mogelijk detachementen terug te vinden en naar dit dorp te dirigeren. Dit lukt slechts ten dele.
De 3Div heeft intussen het bevel gekregen om zich te hergroeperen in het gebied tussen Flawinne en Temploux ten westen van Namen. Het 1Li moet zich hierbij op het dorp Temploux richten. Kolonel SBH Barthélemy laat om 23u30 de commandopost sluiten te Forseilles en vertrekt een half uur later naar Temploux.
Detachement Majoor Dery / Majoor Balaince (3de Infanteriedivisie)
Het detachement van Majoor Dery verlaat de Versterkte Positie Luik in goede orde en volgt de linkeroever van de Maas. Om 04u00 wordt halt gehouden te Engis en kunnen de militairen enige tijd uitrusten in een cementfabriek. Hier verlaten Majoor Dery en Onderluitenant Mozin het detachement om te Hoei op zoek te gaan naar een kantonnementsplaats voor het detachement.
Detachement Majoor Dery
Dery, Mozin en het installatiepersoneel bereiken Hoei rond 07u00 en willen te Statte een kantonnementsplaats voor het detachement uitzoeken. Hier stuit Dery op een grote colonne van het Franse leger. Een gesprek met een Franse officier overtuigt hem ervan dat het opportuun is om naar Namen door te trekken. Het detachement passeert via Forseille.
Detachement Majoor Bailance
De manschappen worden om 04u00 gewekt in de CBR cementfabriek en krijgen een ontbijt van brood en koffie. Majoor Bailance wacht op de terugkomst van Majoor Dery en Onderluitenant Mozin. Wanneer de beide officieren enkele uren later nog steeds niet teruggekeerd zijn, besluit Majoor Balaince om de mars te hervatten. Om 07u30 wordt verder gemarcheerd naar Hoei. Om aan de aandacht van de Luftwaffe te ontsnappen, worden de pelotons een per een op weg gezet, met een tussenafstand van 50m. De mitrailleurs van de 8Cie worden verdeeld onder de fuselierscompagnies om zo nodig tussenbeide te kunnen komen tegen vliegtuigen. De 7Cie marcheert voorop, gevolgd door de 5Cie en de 6Cie.
Het drukke militaire verkeer maakt de mars erg moeilijk. Bovendien heerst er nog steeds ongerustheid om met de vijand in aanraking te komen. Wanneer rond 09u20 een estafette van de Grenswielrijders meldt dat de Duitsers al voorbij Luik zouden zijn, wordt de colonne herschikt om het wagenpark tussen de 7Cie en de 5Cie te plaatsen zodat de 6Cie een mobiele achterhoede kan vormen.
De stad Hoei wordt tegen het middaguur bereikt. Ook hier heerst grote chaos. Het wagenpark komt zelfs de stad niet in. De officieren dreigen de controle over hun compagnies te verliezen en er wordt besloten om rechtsomkeer te maken. Aan de brug over de Maas te Hoei wordt een detachement van zo’n 400 militairen van de overige bataljons van het 1Li ontdekt. De groep wordt geleid door Kapitein-commandant Dozin van de 13Cie. De overige officieren zijn de Onderluitenanten Delvaux, Paques, Marin, Braham, Hamal, Legrand, Gabriel en Froidthier. Het merendeel van de manschappen behoort tot het IIIde en het IVde Bataljon.
Omstreeks 14u30 kan halt gehouden worden te Bas-Oha. In het Chateau de Lamalle kunnen de eenheden samengehouden worden. Hier wordt ook een dertigtal kippen, drie schapen en drie zakken aardappelen opgeëist om de veldkeukens te bevoorraden en snel wat soep te koken voor de manschappen.
Rond 15u00 heeft het het detachement via Luitenant Pauluis van het III/1Li contact kunnen maken met Kol SBH Barthélemy te Forseilles. De militairen moeten tegen 22u00 in dit dorp zijn. De colonne vertrekt uit Bas-Oha om 19u00 en marcheert via Java, Couthuin en Lavoir naar deze bestemming. De paardenwagens rijden om via Seilles, Tramaka en Velaine onder leiding van Kapitein-commandant Velle van de 8Cie. Hier verneemt Majoor Balaince dat zijn eenheden tegen uiterlijk 04u00 op 13 mei in Temploux moeten zijn. De marsroute voor deze behoorlijk onrealistische etappe leidt via Petit-Waret, Hingéon, Marchovelette en Colegnée. Te Troka komen de manschappen vast te zitten achter een verlaten artilleriecaisson. Het voertuig wordt in de berm gekieperd. Het detachement loopt opnieuw vertraging op.
Geneeskundige Compagnie
De compagniestaf en het 4de Peloton bereiken Ville-en-Hesbaye omstreeks 08u00 en gaat in samenspraak met de aanwezige Franse militairen op zoek naar een locatie voor de hulppost van het regiment. Hier wordt vruchteloos gewacht op de komst van de rest van het 1Li. Omstreeks 12u00 is er een korte luchtaanval op het stadje. Vanaf 17u00 wordt artillerievuur waargenomen in de richting van Moxhe en Hannut. Aanvankelijk lijken de graten over Ville-en-Hesbaye te vliegen, maar om 19u30 komen toch enkele treffers neer in het centrum. Om 20u00 ontmoet Geneesheer Onderluitenant Hervé de Luitenant Chênée van de regimentsstaf die het peloton op weg zet naar Namen.
Bij de colonnevorming komt een Duitse artilleriegranaat neer tussen de troepen. Geneesheer 1ste Kapitein Raick en Aalmoezenier Malvaux worden hierbij gedood. Geneesheer André wordt zwaargewond afgevoerd naar een Franse hulpplaats te Flerus en zal hier overlijden. Geneesheer Onderluitenant Hervé raakt aan de voet gewond. Materiaalofficier Luitenant Primolin neemt de leiding over van het 4de Peloton. Geneesheer Onderluitenant Mathieu van het 3de Peloton wordt de nieuwe compagniecommandant. De compagnie vertrekt zuidwaarts, richting Héron.

Militairen van het 1Li in hun winterkwartier begin 1940.
Detachement Kolonel SBH Barthélemy
Het regiment is uit elkaar geslagen in het gebied tussen Luik en Namen. Een behoorlijke fractie van het regiment heeft inmiddels contact gehad met de tijdelijke commandopost te Forseilles. Deze werd om middernacht verlaten. Kolonel SBH Barthélemy en zijn staf bereiken Temploux tijdens ochtend van 13 mei. Ook het 3Gn houdt zich op in dit dorp. Er wordt een nieuwe poging ondernomen om het regiment in dit dorp te hergroeperen. Terwijl deze operatie aan de gang is, laat de divisiestaf weten dat het 1Li en 25Li zich vervolgens naar Ransart moeten begeven om hier op treintransport gezet te worden. Dit bericht bereikt de kolonel omstreeks 15u00.
Het Belgische opperbevel heeft beslist om de gehavende 3de infanteriedivisie naar West-Vlaanderen terug te trekken en toe te voegen aan de strategische reserve. De divisie heeft tijdens zijn aftocht immers veel van zijn gevechtswaarde verloren en is aan een dringende reorganisatie toe om ze opnieuw operationeel te maken.
Detachement Kapitein-commandant Ponthir
Bij de doortocht van Noville op 12 mei heeft een groepje militairen onder leiding van Cdt Ponthir van de 14Cie de marscolonne moeten lossen na een ongewenste ontmoeting met Duitse verkenners. Tussen deze militairen bevinden zich onder meer Onderluitenant Lambotte, Adjudant Lognay en Sergeant Gilles. Dit detachement heeft voldoende Vickers Utility-B trekkers en overige motorvoertuigen om iedereen een lift te kunnen geven. Zo hebben de militairen tijdens de eerste helft van de nacht van 12 op 13 mei de Naamse voorstad Saint-Nicholas bereikt. Van hier uit vertrekt de groep om 03u00 naar Malonne. De tocht duurt tot ongeveer 05u00. Te Malonne worden geen militairen van het 1Li teruggevonden. Ponthir laat verder rijden naar Floreffe en Fosse-la-Ville. Op deze locatie sluit de groep aan bij het kleine detachement van Majoor Dery.
Detachement Majoor Balaince (IIde Bataljon)
Het detachement van Majoor Bailance met het gros van het IIde Bataljon bereikt Marchovelette omstreeks 04u00 en komt ook hier weet vast te zitten in een opstopping. Er wordt dan maar van de nood een deugd gemaakt en een grote halte ingelast.
Om 08u15 ontvangt Onderluitenant Mignon een bericht van Majoor Van Der Veken van het I/13Li. De colonne moet onmiddellijk naar Franière en wordt op weg gezet via Champion, Vedrin, Saint-Marc en Floriffoux, De 6Cie moet een van zijn pelotons aanduiden als voorhoede. Om 11u45 wordt de colonne gebombardeerd bij de aanloop op Saint-Marc. Er zijn gelukkig geen gewonden, maar Onderluitenant Geneesheer Streels en Aalmoezenier 2de Klas Wéry zijn na afloop nergens te bespeuren. Het tweetal zal later nog even opgemerkt worden nabij de militaire begraafplaats van Marchovelette.
Majoor Balaince en Kapitein-commandant Vicke rijden in een vrachtwagen voorop naar Franière. De beide officieren bereiken dit dorp tegen 15u15 en vernemen dat het 1Li te Ransart moet inschepen voor een treinreis naar Vlaanderen. De manschappen kunnen onmogelijk verder marcheren en hebben een dringende rustperiode nodig. Balaince kan een uitstel van 24u bekomen voor het treintransport. De colonnes bereiken Soye vanaf 19u00 en worden hier ingekwartierd.
Kapitein-commandant Sauvenay (11de Compagnie)
Cdt Sauvenay raakt op 12 mei afgezonderd van zijn compagnie en wordt aan het eind van de dag alleen en per fiets een eerste keer gespot te Namen. Op 13 mei rondom 16u30 heeft hij een korte ontmoeting met Majoor Dery bij de doortocht van Chatelet. Even later wordt hij een laatste keer gezien achterop een motorfiets van het Belgische leger. Sauvenay zal niet meer terugkeren bij het 1Li en laat zicht op 18 mei opnemen in een militair hospitaal.
Detachement Kapitein-commandant Croy
Bij de aftocht van het IIIde Bataljon van mislukte inzet aan de Jeker-linie zijn de pelotons van de 12Cie van Cdt Croy nog steeds verdeeld over de fuselierscompagnies. Croy is tijdelijk aangehecht bij de bataljonsstaf wanneer ook hij het contact verliest met de zijn eenheid. Onderweg verzamelt hij zoveel mogelijk ronddolende militairen en verneemt hij dat het 1Li te Bierwart samengebracht wordt. Dit bericht blijkt onjuist, maar zijn detachement kan de juiste marsroute wel oppikken te Floreffe.
Detachement Majoor Dery
Majoor Dery die op 12 mei het contact verloren had met zijn detachement heeft op weg naar Namen een 50-tal militairen weten te verzamelen. Onder hen bevindt zich ook Kapitein-commandant Wilmet, bataljonscommandant van het III/25Li. Ook zijn er verschillende militairen van de 7de Infanteriedivisie aanwezig. Dit groepje passeert rond dageraad te Malonne en trekt vervolgens via Floreffe naar Fosses-la-Ville. Hier wordt het gezelschap vergroot met het het detachement van Kapitein-commandant Pontir. Samen wordt verder getrokken naar Marcinelle nabij Charleroi. Hier verneemt Dery op het plaatscommando dat het 1Li te Groot-Bijgaarden zou gehergroepeerd worden.
Geneeskundige Compagnie
De compagniestaf en het 4de Peloton houden kort na middernacht even halt te Forseilles nabij Héron en trekt vervolgens verder naar Temploux om hier tegen 04u00 aan te komen. Hier wordt de rest van het regiment afgewacht. De talrijke Belgische troepen in de omgeving werden reeds op 12 mei een eerste keer zwaar aangevallen door de Luftwaffe en tijdens de ochtend van 13 mei volgen nog enkele luchtacties. Geneesheer Onderluitenant Mathieu richt een medische hulppost in, samen met de bataljonsarts van het 3de Regiment Genie en een arts van het Franse 8ème Régiment de Zouaves. Deze hulppost blijft open tot 21u00. De compagnie vertrekt vervolgens naar Ransart.
Het divisiehoofdkwartier reist zo snel mogelijk vooruit en vestigt zich op 14 mei in het kasteel van Mevrouw De Roo-Jans in Doomkerke te Ruislede. De regimenten zullen in de buurt worden ingekwartierd. Het 1Li krijgt het dorp Aalter toegewezen.
Detachement Kolonel SBH Barthélemy
De troepen die te Temploux verzameld werden verlaten dit dorp om 21u00 op 13 mei en bereikten Ransart om 05u00 op 14 mei. De treinstellen naar Aalter zullen in de loop van de avond vertrekken. De troepen worden voorlopig ingekwartierd. De ganse dag lang zullen verschillende detachementen het regiment kunnen bijbenen in dit dorp.
Omstreeks 23u15 vertrekt een eerste treinstel met zo’n 800 manschappen en 15 paardenwagens met hun trekdieren. Majoor Bolle van het IV/25Li is de treincommandant. Kolonel SBH Barthélemy verlaat Ransart per auto na het vertrek van deze eerste trein.
Detachement Majoor Dery
Dit detachement heeft te Marcinelle overnacht. In de voormiddag gaat Dery in het station inlichtingen inwinning over een treinverbinding naar Groot-Bijgaarden. Hier ontmoet hij Kapitein-commandant SBH Houchon van de divisiestaf die bevestigt dat het regiment naar Aalter moet. Het detachement verplaatst zich overdag naar de opstapplaats te Ransart. Hier wordt Onderluitenant Lambotte van de 14Cie aan het hoofd geplaatst van de colonne met de motorvoertuigen.
Detachement Majoor Balaince
Het detachement brengt de nacht van 14 op 15 mei door te Soye. De manschappen hebben de rust en verzorging hard nodig gehad. Er worden brood en aardappelen opgeëist om het detachement te bevoorraden. Om 14u30 worden de officieren verzameld om de orders voor de mars naar Ransart te bespreken. De verplaatsing zal om 19u00 starten tenzij er te veel Duitse vliegtuigen in de streek waargenomen worden. De manschappen en de trekpaarden zullen hun avondmaaltijd om 17u30 ontvangen. De koffie moet een half uur eerder klaar zijn. Onderluitenant Guillaume zal om 15u00 per motorfiets vertrekken om de route te verkennen. Onderluitenant Rossius zal om 17u00 per fiets volgen met het installatiepersoneel. Luitenant Boelen moet drie vrachtwagens opvorderen om de militairen te vervoeren die een nieuwe voetmars niet meer aankunnen. Onderluitenant Remacle moet 15 wielrijders uitkiezen om de voorhoede van de hoofdmacht te vormen. De pelotons zullen afzonderlijk marcheren met een interval van 100m. De marsroute loop via Ham-sur-Sambre, Auvelais, Moignelée, Spinoy, Lambusart, Vieux Campinaire en Capilonne naar Ransart.
Detachement Onderluitenant Lambotte (Colonne met motorvoertuigen)
De colonne verlaat Ransart om 20u30 en zet koers nar Maria-Aalter. De mars zal erg langzaam verlopen.
Geneeskundige Compagnie
De compagnie is gehergroepeerd te Ransart. In het dorp wordt een hulppost ingericht voor de talrijke lichtgewonden van het 1Li. Omstreeks 21u00 stijgt de compagnie in aan boord van een trein. Er blijft een achterwacht ter plekke bestaande uit enkele brancardiers onder leiding van Geneesheer Onderluitenant Cartier en Geneesheer Sergeant Crahay.
Detachement Kolonel SBH Barthélemy
De treinstellen met de eenheden van het 1Li rijden doorheen de nacht naar Vlaanderen. Te Gent volgt een lang oponthoud. De manschappen kijken toe hoe in het station de grootste spanning heerst over de vermeende arrestatie van enkele Duitse spionnen. Er wordt ook vernomen dat een achterop komende trein onderweg aangevallen werd door de Luftwaffe. Het 1Li kan enkele uren later verder rijden en komt aan te Aalter. De manschappen worden ingekwartierd.
De kleine autocolonne met de kern van de regimentsstaf passeert te Groot-Bijgaarden omstreeks 05u30. Door een ongelukkig manoeuvre raakt de chauffeur van de kolonel een verkeerspaal. Het voertuig moet achtergelaten worden. De burgemeester van de stad laat een nieuwe auto opeisen en alzo kan Barthélemy zijn reis verder zetten om tegen 09u30 te Aalter aan te komen.
De divisiestaf laat weten dat het Groot Hoofdkwartier de 3Div niet inzetbaar heeft verklaard en er dan ook een rustperiode van enkele dagen zal volgen om de eenheden opnieuw te conditioneren.
Detachement Onderluitenant Lambotte (Colonne met motorvoertuigen)
Lambotte en de motorvoertuigen van het 1Li passeren omstreeks 01u00 te Soignies en rijden vervolgens via Edingen naar Gent en Aalter. Dit dorp wordt omstreeks 09u00 bereikt. De manschappen worden ingekwartierd en zullen later op de dag vervoegd worden door de militairen die per trein geëvacueerd werden.
Detachement Majoor Balaince
De hoofdcolonne breikt Ransart om 03u15. Het installatiepersoneel heeft ondertussen reeds een door Kolonel SBH Bartélemy achtergelaten set orders in ontvangst genomen. In deze orders laat de kolonel vooreerst weten dat Majoor Balaince mag beschikken over de kantonnementen die daags voordien gebruikt werden. Het gaat hier om twee schoolgebouwen, een bioskoop en de lokalen van de plaatselijke katholieke arbeidersbeweging. Vervolgens moet Balaince contact opnemen met Kapitein SBH Coibion van de staf van de 3Div die in het station van Ransart wacht, Ook moeten alle motorvoertuigen onmiddellijk naar Aalter doorgestuurd worden via Gosselies, La Louvière, Houdeng, Soignies, Edingen, Geraardsbergen, Oudenaarde en Deinze. De paardenwagens moeten overdag ondergebracht worden in de loods van het Rode Kruis. Tenslotte moet de majoor zich bij aankomst te Aalter aanbieden op het gemeentehuis waar Barthélemy belooft om nieuwe orders achter te laten.
Vanaf 04u15 lopen de colonnes te voet Ransart binnen. Alleen de hoop op een snelle treinrit naar Aalter houdt vele manschappen nog overeind. Rondom het middaguur laat een personeelslid van de NMBS echter weten aan Majoor Balaince dat het station verlaten is er er geen treinbewegingen meer mogelijk zijn. Balaince roept zijn compagniecommandanten samen voor overleg en besluit om te voet naar Vlaanderen te trekken via Gosselies, Anderlues, Fontaine-l’Evêque en Bergen. Er worden opnieuw enkele vrachtwagens opgeëist om de meest uitgeputte manschappen samen met zoveel mogelijk materiaal te kunnen vervoeren. De rest mag zijn rugzak ter plekke achterlaten. Compleet ontmoedigd zet de colonne zich op weg vanaf 20u30.
Bij de doortocht te Gosselies ontmoet Majoor Balaince geheel toevallig een Luitenant-kolonel van de Directie van het Vervoer bij het Leger. De officier bevestigt dat te Luttre een treinstel klaarstaat dat alle militairen kan vervoeren. De troepen marcheren in strak tempo naar deze gemeente.
Geneeskundige Compagnie
De compagnie verlaat Ransart rond 00u30 tijdens de nacht van 14 op 15 mei en zal aan het eind van de dag Aalter bereiken.

Infanteristen van het 1Li ruimen sneeuw tijdens de bijzonder gure winter 1940.
Het regiment verblijft die dag te Aalter en hergroepeert zich. Verscheidene patrouilles worden uitgezonden en er wordt contact gemaakt met de troepen van de militaire luchtvaart op het vliegveld van Aalter.
Detachement Majoor Balaince
De colonne van Majoor Balaince bereikt Luttre om 23u00 tijdens de nacht van 15 op 16 mei. Het treinstel blijkt echter niet over platte goederenwagons te beschikken voor de paardenwagens van het detachement. Balaince kan alle manschappen en acht paarden aan boord van de trein plaatsen, en zet Onderluitenant Pereaux van de 8Cie aan het hoofd van een colonne met de overige trekdieren en paardenwagens om via de weg naar Maria-Aalter te trekken. Pereaux zal uiteindelijk opnieuw aansluiten bij het 1Li op 28 mei te Ichtegem.
De trein vertrekt tegen 03u00 en bereikt Gent omstreeks 15u00. Van hier uit rijdt de trein door een foutieve planning tot in Brugge-Sint-Pieters. Uiteindelijk bereikt het detachement zijn juiste eindbestemming tegen 19u00. De manschappen worden te Oostergem ingekwartierd.
De staf van het regiment neemt opnieuw contact op met het nabijgelegen militaire vliegveld en vraagt het daar aanwezige 7/III/3Lu om benzine. De overgebleven vrachtauto’s en Vickers Utility-B tractoren van het regiment zitten immers bijna zonder brandstof en het 1Li wordt niet langer op de normale manier bevoorraad. De vliegtuigbenzine gebruikt door het Belgische luchtwapen heeft echter een te laag octaangehalte voor motorvoertuigen en is dan ook ongeschikt. Het 7/III/3Lu heeft wel nog een kleine hoeveelheid voertuigbrandstof maar kan deze niet transporteren. De voertuigcolonne van het 1Li begeeft zich dan maar naar het vliegveld om daar te gaan tanken.
Het regiment blijft te Aalter. Het plaatselijke militaire vliegveld wordt een eerste keer gebombardeerd.
Na de talrijke verliezen tijdens de eerste oorlogsdagen wordt het regiment gereorganiseerd. Het regiment telt nog ongeveer 2.000 manschappen en heeft een derde van zijn effectieven verloren. Alle M76 mortieren en een flink deel van de collectieve bewapening zijn verloren gegaan. De nieuwe slagorde zal bestaan uit de regimentsstaf, de stafcompagnie, de geneeskundige compagnie, het peloton verkenners, de 14de compagnie anti-tankkanonnen en twee bataljons van telkens drie fuselierscompagnies en een compagnie mitrailleurs. Deze compagnies zullen elk nog drie pelotons hebben.
Het IIIde Bataljon wordt ontbonden en stuurt zijn manschappen door naar het Iste Bataljon:
- 1Cie: 9Cie en 10Cie (bevelhebber Kapitein-commandant Poncelet)
- 2Cie: 2Cie en 11Cie
- 3Cie: 1Cie en 3Cie (bevelhebber Kapitein-commandant Bivort)
- 4Cie: 4Cie en 12Cie
Ook het IVde Bataljon wordt verwijderd uit de slagorde. De manschappen van de 12Cie en de 15Cie worden overgeplaatst naar de 14Cie. Majoor Dery wordt overgeplaatst naar de regimentsstaf.
Alle manschappen in overtal worden vervolgens bij de stafcompagnie gevoegd. Deze compagnie zal als personeelsreserve dienen.
Geneeskundige Compagnie
Ook de gezondheidsdienst wordt gereorganiseerd. De compagnie wordt omgevormd naar drie pelotons onder leiding van OLt Med Cartier, OLt Med Streels en Sgt Med Tournois. De compagnie heeft nog slechts twee voertuigen over: de paardenwagen met het materiaal van het 1ste Peloton en en opgeëiste vrachtwagen die als ambulance gebruikt zal worden.
Het 1Li rust uit te Aalter en wordt verder gereorganiseerd. De beide generaals van de 3Div, LtGen Lozet en GenMaj Gits, bezoeken het regiment.
Het vliegveld van Aalter wordt een tweede keer gebombardeerd en de overgebleven toestellen worden allen vernield. Het 1Li aanschouwt de aanval en wacht nog steeds verdere bevelen af.
De hoofdweerstandslinie van het Belgische leger loopt sinds 19 mei van Terneuzen over het Bruggenhoofd Gent tot Oudenaarde. Vanaf deze stad start de Britse legerzone. In samenspraak met de Britten zal hier een positiewissel uitgevoerd worden. Het Groot Hoofdkwartier heeft zich bereid verklaard om ten zuiden van de Oudenaarde tussen Eine en Melden de Britse 44ste infanteriedivisie af te lossen door de Belgische 3de Infanteriedivisie. De regimenten van de divisie zijn echter nog in volle reorganisatie en zijn niet marsvaardig. De verplaatsing zal daarom tot 22 mei uitgesteld worden. De 3Div wordt wel verplaatst naar nieuwe kantonnementen op de linkeroever van de Leie. Het 1Li, 12Li en 25Li vertrekken aan het eind van de dag naar respectievelijk Dentergem, Waken en Markegem. Ook het divisiehoofdkwartier verhuist naar Wakken.
Om 16u30 bepaalt de divisiestaf dat het 1Li van Aalter via Ruiselede, Kanegem en Aarsele naar Dentergem zal verplaatst worden. De mars moet om 21u00 starten.
Kolonel SBH Barthélemy heeft koorts en wordt omstreeks 19u30 ziek afgevoerd. De kolonel wordt opgenomen in het Medisch-Chirurgisch Centrum van het leger te Roeselare. Majoor Dery van het IVde bataljon neemt als oudste beroepsofficier het bevel over het regiment over.
Het 1Li trekt zonder zijn kolonel door de nacht naar Dentergem en komt aan omstreeks 04u30. Alweer door een gebrekkige planning heeft de mars van slechts 14Km maar liefst 6u30 geduurd. De commandopost wordt opgesteld in een woning aan de Stationsstraat 10. De troepen worden ingekwartierd.
Om 15u30 is er overleg op de divisiestaf. Luitenant-generaal Lozet legt uit dat na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld zijn. Om de Britten toe te laten meer troepen vrij te maken voor de geplande tegenaanval rond Arras, geeft onze legerleiding zijn akkoord om de 44th Infantry Division aan de Schelde af te lossen en de Belgische linies aan de Leie tot aan de rand van Menen te verlengen. De 3de Infanteriedivisie is aangeduid voor de eerste opdracht, gaat over naar het commando van het VIIde Legerkorps en zal oprukken naar het gebied tussen Ooike en Wortegem-Petegem. Hier moet de divisie zich klaar houden om ter plekke in defensieve stelling te ontplooien of om doorgestuurd te worden naar de Schelde om de sector van de 44(UK)Div over te nemen.
De divisie zal voor deze opdracht versterkt worden met de overgebleven elementen van het 1ste Regiment Grenswielrijders en het 2de Regiment Grenswielrijders. Het 1Li, 25Li en 12Li zullen van noord naar zuid opgesteld worden vanaf het gehucht Baltenshoek in het noorden, over de molen van Ooike en het gehucht Knok tot aan de Tjammelsbeek. Langsheen deze beek zullen het 1CyF en het 2CyF de rechterflank dekken tot aan de Tjammelsvijvers. De divisie zal twee groepen geschut van het 3A meenemen.
Vervolgens deelt Majoor Dery om 16u45 de nodige marsorders uit aan zijn bataljonscommandanten. Het regiment zal vertrekken om 21u45 met het Iste Bataljon op kop, gevolgd voor het IIde Bataljon en de regimentsstaf. De mars zal geopend worden door een compagnie van het II/1Li versterkt met twee C47 kanonnen en een peloton mitrailleurs. Het dorp Ooike wordt het eindpunt van de mars. Dery en de bataljonscommandanten vertrekken om 17u30 op verkenning.
Eveneens in de late namiddag van 21 mei zal het geallieerde oppercommando echter tijdens de Conferentie van Ieper beslissen om de Schelde-linie op te geven. Het Groot-Hoofdkwartier anticipeert deze beslissing en laat omstreeks 17u45 de verplaatsing van de 3Div afgelasten. Dit bericht wordt nog voor 18u00 per telefoon verspreid onder de eenheden en zal bevestigd worden tijdens de tweede helft van de nacht van 20 op 21 mei.
Nu de ontplooiing van de 3de Infanteriedivisie in het gebied tussen de Leie en de Schelde is afgelast door de snelle ontwikkeling van de Duitse opmars volgen er om 02u30 nieuwe bevelen voor een ontplooiing langsheen de Leie.
De divisie komt samen met de 1ste Infanteriedivisie onder het bevel van het IVde Legerkorps te staan. Het korps plaatst de 3Div tussen het Kanaal van Roeselare naar de Leie en Kortrijk (exclusief), en de 1Div tussen Kortrijk (inclusief) en Menen (exclusief). Het IVde Legerkorps beschikt ook over de 10Div als reservemacht. Deze divisie vat post langsheen het Kanaal van Roeselare naar de Leie, tussen Roeselare en Izegem. De 3Div moet zijn drie infanterieregimenten in lijn ontplooien, met het 1Li op links, het 25Li in het midden en het 12Li op rechts.
Om 03u35 geeft Majoor Dery zijn orders voor de bezetting van zijn ondersector:
- De noordgrens van van het eerste echelon van de ondersector ligt even ten noorden van de samenloop van de Leie en het Kanaal van Roeselare naar de Leie. De zuidgrens van het eerste echelon komt tegenover de kerk van Beveren-aan-de-Leie te liggen.
- De ondersector wordt verdeeld in twee bataljonsvakken, met het IIde Bataljon in het noorden en het Iste Bataljon in het zuiden. Elk van de bataljons moet ten minste zes pelotons fuseliers op het eerste echelon opstellen, met een maximum aan mitrailleurs. De overige middelen mogen gebruikt worden om een tweede defensieve linie in te richten.
- Het IIde Bataljon wordt versterkt met 4 C47 anti-tankkanonnen. De commandopost van dit bataljon wordt opgesteld in een woning op de zuidelijke oever van het Kanaal van Roeselare naar de Leie. De 6Cie en de 7Cie worden op het eerste echelon ontplooid. De 5Cie bezet het tweede echelon van het bataljonsvak.
- Het Iste Bataljon ontvangt 3 C47 kanonnen en een gevechtsgroep van het Peloton Verkenners. Dit bataljon zal een commandopost toegewezen krijgen op het gehucht Leiekant ten zuiden van de Bavikhoofsestraat. Bij dit bataljon worden de 2Cie en de 1Cie vooraan geplaatst, met de 2Cie in het noorden en de 1Cie in het zuiden. De 3Cie bezet het tweede echelon van het bataljonsvak.
- Aanvankelijk zal de rest van het Peloton Verkenners op de oostelijke oever van de Leie blijven om de ontplooiing te dekken. Hierbij mag de steenweg van Kortrijk naar Gent niet overschreden worden. Na de doortocht van de troepen zal het peloton samen met een peloton fuseliers gebruikt worden om een bruggenhoofd te bezetten op de brug van Ooigem.
- De commandopost van het regiment zal opgesteld worden in de hoeve van Jules D’hoop-Veys aan de Oostrozebeeksestraat.
- De medische hulppost van het regiment zal geïnstalleerd worden aan de Oostrozebeeksestraat 76. De hulppost ontvangt een ambulancevoertuig van de divisietroepen.
- De artillerie van de I/3A zal vuursteun leveren aan het regiment.
Het regiment zal Dentergem onmiddellijk verlaten met het Iste Bataljon op kop. De marsroute leidt van Dentergem via Markegem, Wakken, Drogenbroodhoelk, Sint-Baafs-Vijve en Wielsbeke naar Ooigem. De mars vat aan om 05u35. De eerste troepen te voet bereiken Ooigem om 10u05.
Om 09u30 wordt de commandopost van het regiment operationeel verklaard. Een tweetal uur later wordt samen met de verbindingsofficier van de I/3A het vuurplan van het regiment op punt gesteld. Het Iste Bataljon meldt klaar tot actie te zijn op de nieuwe posities om 14u40. Enige tijd nadien doet het II/1Li hetzelfde.
Tussen 19u00 en 20u00 bevoorraadt het transportkorps van de 3Div het regiment met een grote dotatie munitie. Ondertussen wordt in ijltempo gewerkt aan de nieuwe stellingen.
De Duitsers naderen tot aan de Gentseweg aan de oostrand van Deerlijk. De 3Div beveelt om 22u35 om het bruggenhoofd van de brug van Desselgem terug te trekken naar de linkeroever. Het 1Li mag hierop toestemming geven aan de technische wacht van het 3Gn om het kunstwerk met explosieven te vernielen.
De brug van Desselgem wordt met vertraging vernield om 01u10. De oorzaak is de doortocht van 32 Britse artilleriestukken waarvan de late komst onverwacht was. De Belgen zijn er echter niet gerust in – door de bijzonder droge lente en de talrijke vernielingen is de waterstand op de rivier bijzonder laag. Bovendien ligt de linkeroever iets lager dan de vijandelijke oever.
De Belgische posities langsheen de Leie hebben hun definitieve vorm aangenomen. In het noorden bemant het VIIde legerkorps de oever van de rivier tussen Deinze en Wielsbeke. Dit legerkorps bestaat uit de 2de divisie Ardeense Jagers die met het 4ChA, 5ChA en 6ChA de sector Deinze-Oeselgem bezet. De sector Oeselgem-Wielsbeke wordt beveiligd door de 8ste infanteriedivisie. Vanaf Wielsbeke wordt de verdediging overgenomen door het IVde legerkorps dat met de 3de infanteriedivisie bestaande uit het 1Li, 12Li en 25Li de sector van Ooigem tot Kuurne inneemt. Het 3Li, 4Li en 24Li van de 1ste infanteriedivisie bemannen de laatste Belgische sector tussen Kortrijk en Menen. Ten zuiden van Menen liggen de Britse linies. De 1ste divisie Ardeense Jagers en de 10de infanteriedivisie van de Jagers te Voet leveren de reservestrijdkrachten.
De genie vernielt doorheen de sector van de 3Div een aantal gebouwen die als observatiepunt kunnen gebruikt worden, waaronder tussen 08u30 en 09u00 ook de kerktoren van Beveren-Leie. Het vernielingsdetachement van het 3Gn wordt samen met het peloton van Onderluitenant Radelet van de 2Cie met vlotten overgezet. De genisten gaan bijzonder driest te werk en gebruiken zoveel springstof dat het ganse gebouw instort en nooit meer zal herbouwd worden.
Tijdens de ochtend zijn de Belgen nog actief op de oostelijke oever. Luitenant Libert moet eigenhandig een diepe patrouille uitvoeren richting Anzegem en Ingooigem. Hij moet hierbij gebruik maken van een roeiboot om zijn motorfiets over te zetten. Libert zal even voor 14u00 terugkeren en melden dan hij niet voorbij de spoorlijn van Harelbeke naar Gent is geweest omdat hij in die omgeving Duitse verkenners had waargenomen. Bij zijn terugkomst zal hij ook melden dat het waterpeil op de Leie lijkt te dalen.
Ook 1ste Sergeant Tafniez wordt uitgestuurd naar de vijandelijke oever. Hij neemt met een gevechtsgroep van het peloton verkenners een vaste uitkijkpost in op zo’n 200m van de rivier.
Na de middag komen nog enkele achterblijvers aan in de ondersector van het 1Li die zich met bootjes of al zwemmende naar de veilige overkant begeven hebben. Omstreeks 13u20 arriveert ook een Brits detachement met een 40-tal militairen in het bataljonsvak van II/1Li.
De Belgische troepen maken tijdens de namiddag een eerste keer contact met de voorhoede van de vijand. Af en toe wordt geweervuur uitgewisseld met vijandelijke verkenners. Er dagen ook enkele Duitse vliegtuigen op boven de stellingen. Een Duitse anti-tankkanon opent vanaf 19u30 het vuur op de 2Cie. De Belgische militairen riposteren en beletten de vijand om de rivier te benaderen. Omstreeks 20u00 spot de 7Cie enkele pantserwagens op de rechteroever. De artillerie van de I/3A komt een eerste keer in actie. De aanvaller dringt hierbij niet echt aan en wacht de komst van hun hoofdmacht af.
De Duitsers hebben hebben echter wel al een aantal artilleriemiddelen aangevoerd, waaronder een viertal mortieren die in stelling gaan even ten noorden van de kerk van Desselgem. De vijand verplaatst het motierpeloton met zekere regelmaat om tegenbatterijvuur te vermijden. Dat vuur moet trouwens steeds bij de I/3A aangevraagd worden omdat het 1Li niet langer over zijn mortieren beschikt. Het 1Li incasseert zijn eerste slachtoffers. Bij het IIde Bataljon komt een granaat neer op een schootsstelling van een C47 anti-tankkanon. Hierbij sneuvelen Onderluitenant Marloye en Adjudant Lognay.
Terwijl het II/1Li vijandelijke bewegingen rondom Desselgem blijft waarnemen, meldt het I/1Li dat het tegenover hun bataljonsvak rustig is. Het IIde Bataljon blijft vuuropdrachten bij de I/3A aanvragen en maakt ook gebruik van zijn C47 kanonnen. Tegen 21u30 wordt het ook in dit bataljonsvak stiller.
Geneeskundige Compagnie
De eerste gewonden komen aan op de hulppost aan de Oostrozebeeksestraat 76 vanaf 20u45. De instroom blijft aanhouden gedurende de nacht.
Tijdens de nacht van 23 op 24 mei blijft het relatief rustig aan de oever van de rivier. De Duitsers voeren de nodige versterkingen aan voor een grootscheepse aanval op de Belgische zone tussen het Kanaal van Roeselare en Menen. De Belgen van het 1Li weten echter niet wat komen gaat en wachten gespannen af. Het Duitse aanvalsplan voorziet in een dubbele stormlanding over de rivier, op locaties ten noorden en ten zuiden van de stad Kortrijk.
Vanaf 00u30 worden de posities van het 1Li enigszins herschikt en naar het zuiden opgeschoven, zodat de noordelijke grens van de sector van de 3Div komt te liggen aan de samenloop van het Kanaal van Roeselare naar de Leie met de rivier. De 7Cie en de 5Cie ontruimen de steunpunten ten noorden van het kanaal en wordt afgelost door elementen van het III/13Li. De verplaatsingen worden gedekt door diverse storingsvuren van de artillerie.
Eveneens na middernacht komt opnieuw artillerievuur neer op de posities van het 1Li. De regimentsstaf vraagt vijf vuren aan bij de I/3A om de mogelijke locaties van het vijandelijke geschut het zwijgen op te leggen.
Vanaf 06u00 komen zowel de Belgische en de Duitse artillerie opnieuw in actie. De slag om de rivier is nu definitief gestart en zal in de loop van de voormiddag steeds intenser worden. Na 08u30 wordt haast continu over-en-weer gevuurd De vijand heeft ook een observatieballon opgelaten en het artillerievuur op de Belgische stellingen wordt bijzonder nauwkeurig. Tot ieders ergernis hangt de ballon ongestraft boven het Leie-front. De Duitse artillerie concentreert zich hierbij op de transversale Ooigem-Bavikhove om het eerste echelon van de Belgische linies te isoleren van de rest van de ondersector. Bij het 1Li vallen zowat alle veldtelefoonlijnen uit. Elke commandopost die ontdekt wordt, krijgt prompt een hoeveelheid granaten te verwerken. De troepen worden op het middaguur nog een laatste keer bevoorraad door de veldkeukens.
Iste Bataljon
Het Iste Bataljon bezet nog steeds het zuidelijk kwartier van de ondersector, Ten zuiden van deze posities liggen de stellingen van het 25Li. Nadat het artilleriebombardement de ganse dag aangehouden heeft, meldt Onderluitenant Montulet van de 1Cie omstreeks 17u30 vanop het meest zuidelijke steunpunt dat de aanvaller twee oversteekpogingen ondernomen heeft die afgeslagen konden worden. Montulet meldt wel dat de vijand bij het 25Li de linkeroever bereikt heeft, maar dat hij niet tussenbeide kan komen. De aanval bij het 25Li resulteert al snel in een totale doorbraak. Tussen 15u00 en 16u00 verlaten de militairen van het eerste steunpunt van het 25Li hun posities wanneer dit regiment overvleugeld dreigt te worden. Hiermee komt de zuidflank van het 1Li bloot te liggen.
Omstreeks 18u30 komt een zwaar artilleriebombardement neer op het eerste echelon, waarna de Duitsers tegen 19u00 opnieuw het vuur naar achter verleggen. Hierop volgt een oversteekpoging die deze keer wel lukt. De pelotons van de 1Cie dreigen eveneens omsingeld te worden door de uitbreiding van het Duitse bruggenhoofd in de ondersector van het 25Li. Een goed half uur later legt de compagnie de wapens neer. Onder hen eveneens Kapitein-commandant Bivort en Onderluitenant Wegnez.
Bij de 2Cie resulteert het artilleriebombardement in het verlies van zowel de DBT granaatwerpers als ook de FM30 mitrailleurs. Tegen 18u30 beschikt de compagnie alleen nog over de individuele bewapening. Een goed half uur later later voeren de Duitsers een beperkte stormlanding uit in dit onderkwartier. De pelotons van deze compagnie kunnen zich nog wel terugtrekken van de Leie oever wanneer het bevel tot de aftocht gegeven wordt.
IIde Bataljon
Om 05u00 laat de bataljonsstaf aan de commandopost van het regiment weten dat de Duitsers het Munkenhof zouden bezet hebben. Deze hoeve ligt net aan de overkant van de Leie en worden een half uur later onder vuur genomen door de I/3A.
Tegen 09u00 bevestigt Majoor Bailance dat de kerktoren van Desselgem door de vijand gebruikt wordt als observatiepost. Bailance meldt ook dat zowel het dorp Ooigem als ook Brug 1 van het Kanaal van Roeselare naar de Leie onder vuur liggen. Dit laatste is verontrustend aangezien de brug op dat ogenblik al ondermijnd is.
Ook bij dit bataljon blijft het artilleriebombardement de ganse dag aanhouden. Omstreeks 15u00 valt ook de commandopost een eerste keer onder vuur.
Even voor 17u30 wordt Brug 1 op het kanaal vernield door de genie.
Staf
Omstreeks 17u00 kan de situatie van het regiment als volgt samengevat worden: ondanks een artilleriebombardement dat al de ganse dag aanhoudt en ondanks de vele slachtoffers dat deze beschietingen veroorzaakt hebben, is het 1Li nog steeds op zijn posities. Op de rechterflank van het regiment is het 25Li gestart met een gedeeltelijke terugtocht. Verder naar het zuiden toe, ten noorden en ten zuiden van Kortrijk, heeft de aanvaller belangrijke bressen geslagen in de Belgische linies.
Omstreeks 17u30 neemt het Groot Hoofdkwartier dringende maatregelen om de doorbraak bij het IVde Legerkorps in te dijken. Het 16Li van de 9de infanteriedivisie wordt onmiddellijk naar het Kanaal van Roeselare naar de Leie gestuurd om vanaf de Leieoever een dwarsstelling in te nemen en alzo de zuidflank van de 8ste infanteriedivisie te beveiligen. Ook het peloton verkenners van het 13Li wordt naar het kanaal gestuurd en moet onmiddellijk de eerste drie bruggen gaan bezetten.
De commandopost van Majoor Dery valt om 17u50 onder een dicht artillerievuur. Alle telefoonverbindingen vallen uit. De majoor krijgt geen verbinding meer met zijn bataljons, de divisiestaf en de artillerie. Een goed uur later volgt een tweede bombardement op de majoors commandopost. De staf verhuist naar een woning die zo’n 100m verderop ligt. Van hier uit realiseert de majoor zich al snel dat de situatie bij het 1Li onhoudbaar geworden is. De meeste eenheden van het eerste echelon zijn zowel frontaal als ook van op de flank in contact met de vijand. De I/3A trekt zich terug na het verschieten van zijn laatste projectielen en even later beginnen hier en daar de eerste infanteristen hun stellingen te verlaten. Bovendien is het ook duidelijk geworden dat Brug 2 en Brug 3 van het Kanaal van Roeselare naar Leie niet langer verdedigd worden. Als deze overgangspunten in handen van de vijand zouden vallen, zit het regiment geheel in de val.
Majoor Dery neemt hierop enkele besluiten:
- Een fractie van de 1Cie wordt onmiddellijk uitgestuurd naar Brug 3. Tevens krijgt het I/1Li het bevel om zoveel mogelijk van zijn nog bereikbare eenheden hier te verzamelen.
- Het II/1Li moet zich terugtrekken naar Brug 2, en moet het ten noorden gelegen III/13Li updaten over deze verplaatsing.
Een officier van de regimentsstaf zal op zoek gaan naar de commandopost van de 3Div om de beslissingen van Majoor Dery uit te leggen.
Iste Bataljon
Bij het Iste Bataljon is de situatie erg slecht. Alleen Kapitein-commandant Velle komt aan bij Brug 3 met een nog gevechtsklaar detachement dat uit ongeveer een peloton fuseliers en een sectie mitrailleurs bestaat. Hiermee wordet de verdediging van de brug georganiseerd.
IIde Bataljon
Het evacuatiebevel van de regimentsstaf arriveert om 18u50. Het restanten van het bataljon bereiken dit punt tussen 20u00 en 20u30. Omstreeks 20u40 worden de troepen ook hier gebombardeerd door de Duitse artillerie, zodat iedereen teruggetrokken wordt naar de omgeving van de spooroverweg van de lijn Ingelmunster-Anzegem.
Hier wordt op enigszins chaotische wijze besloten dat de nog inzetbare fractie van het IIde Bataljon zal ontplooid worden tussen Brug 2 en de spooroverweg. Deze fractie omvat Kapitein-commandant Vincke met twee pelotons fuseliers en een sectie mitrailleurs.
Majoor Balaince zal het geheel bevelen. Tegen 21u30 vernielt de genie zowel Brug 2 en Brug 3. De opmars van de vijand is hierbij afgesneden. De Duitsers zijn echter ook dringend aan een hergroepering toe en vermijden het nachtelijk gevecht.
Staf
Majoor Dery neemt contact op met de bevelhebbers van het 21Li te Oostrozebeke en van het III/13Li. De artillerie van de I/3A heeft opnieuw ontplooid ten zuidoosten van Meulebeke en zal vuursteun leveren aan het aankomende II/16Li. Om 22u30 begeeft Dery zich naar de commandopost van de 3Div. Hij moet de restanten van het 1Li onder het bevel plaatsen van het 16Li dat zijn commandopost te Meulebeke heeft ontplooid.
Rond middernacht is een opening van zo’n 8 Km ontstaan in het front van het IVde Legerkorps. Op de commandopost van het 16Li wordt het volgende bepaald:
- De 5Cie blijft voorlopig bij Brug 2 en wordt aangehecht bij het II/16Li. De compagnie zal afgelost worden wanneer het II/16Li volledig ontplooid is.
- De rest van het regiment wordt verzameld onder leiding van Majoor Balaince aan de westrand van Oostrozebeke en moet hier verdere bevelen afwachten van Majoor Dery.
Geneeskundige Compagnie
Omstreeks 04u00 tijdens de nacht van 23 op 24 mei worden acht overleden gewonden begraven nabij de hulppost. Onder hen bevindt zich ook Onderluitenant Marloye. De meeste slachtoffers hebben verwondingen door granaatontploffingen. Om 20u30 beveelt Majoor Dery om de hulppost over te brengen naar Oostrozebeke. Bij de gevechten aan de Leie is ook een deel van het personeel verloren gegaan. Geneesheer Sergeant Tournois en talrijke brancardiers zijn krijgsgevangen gemaakt.
Terwijl het 1Li zich verder terugtrekt ten noorden van het Kanaal van Roeselare, werpt het Groot Hoofdkwartier alle beschikbare reserves in de strijd rond Kortrijk.
Majoor Dery bevindt zich bij het gros van de restanten van zijn regiment te Oostrozebeke en ontvangt zijn orders van Kolonel Fernand Vanderhaeghen van het 16Li. Deze bevestigt tegen 05u00 dat de 5Cie bij het II/16Li gedetacheerd blijft. Het detachement van Kapitein-commandant Vincke omvat zo’n 150 manschappen.
Een tweede groepering onder Majoor Balaince wordt doorgestuurd naar het bos op het gehucht Hulsveld ten zuidoosten van Meulebeke. Hier moet Balaince de stellingen van de I/3A beveiligen door de wegen naar Paanders en naar Oostrozebeke af te grendelen. Balaince heeft zo’n 350 militairen.
Tenslotte zal Majoor Demaret aan het hoofd geplaatst worden van alle militairen die dan nog overblijven en inzetbaar zijn. Hij heeft nog een flinke 275 militairen.
Alles samen maakt dit dat de effectieven van het 1Li gereduceerd zijn tot ongeveer 1200 militairen, 4 Maxim mitrailleurs en 1 C47 anti-tankkanon.
Om 09u30 heeft Dery opnieuw contact met LtGen Lozet van de 3Div. Deze geeft zijn akkoord met de inzet bij het 16Li en duidt Egem aan als verzamellocatie voor het 1Li. Dit bericht wordt om 11u15 doorgegeven aan Kol Vanderhaeghen van het 16Li die belooft om de detachementen te verwijzen naar deze locatie van zodra het 16Li geheel ontplooid is.
Om 16u45 wordt Hertsberge aangeduid als definitief kantonnement. De troepen vertrekken naar dit dorp om 17u45, zonder het detachement Vincke en het detachement Balaince. Majoor Dery reist een tweetal uur later deze groep achterna.
Geneeskundige Compagnie
De compagnie blijft te Oostrozebeke tot 05u00 tijdens de nacht van 24 op 25 mei en verplaatst zich vervolgens naar Meulebeke en Egem. Hier komt de eenheid tegen de middag aan. Er wordt een hulppost geopend in het dorp. Om 21u00 wordt de aftocht naar Hertsberge bevolen.
De 3de Infanteriedivisie heeft de zone Hertsberge-Oostkamp toegewezen gekregen als verzamelpunt. De divisie wordt in reserve geplaatst. Majoor Dery bereikt Hertsberge rond 04u00. Alleen het detachement van Kapitein-commandant Vincke is nog bij het 16Li. Tegen 11u30 heeft de gezondheidsdienst van het regiment alle manschappen vluchtig onderzocht. Hieruit blijft dat zo’n 80% niet strijdvaardig is. Talrijke lichtgewonden en oververmoeiden worden geëvacueerd naar de medische hulpplaats van de 3Div te Oostkamp.
Generaal-majoor Gits komt aan om 13u30 en schetst de ernst van de situatie aan het Belgische front. Het 1Li moet opnieuw ingezet worden. De generaal heeft vier FM30 lichte mitrailleurs laten leveren en zal ervoor zorgen dat het 1Li opnieuw munitie krijgt. Alle nog inzetbare militairen worden verdeeld in gevechtsgroepen van 20 manschappen. Zo worden nog 6 pelotons gevormd onder leiding van Onderluitenant Mommers, Onderluitenant Remacle, Adjudant Robert en drie Sergeanten.
Om 16u10 laat de divisiestaf weten dat het 1Li waarschijnlijk versterkingen zal ontvangen van zo’n 600 Vlaamstalige rekruten van het 1ste Versterkings- en Opleidingscentrum.
Even na 18u00 lopen een aantal manschappen binnen van de 5Cie, waaronder Onderluitant Vandael en Sergeant Allard. Zo wordt vernomen dat de compagnie bij Brug 2 ten onder is gegaan. Beiden bevestigen ook het eerder ontvangen bericht dat bij de gevechten aan de brug Kapitein-commandant Vincke is gesneuveld in de namiddag van 25 mei.
Detachement Majoor Demaret
In de namiddag wordt de stad Tielt geïnfiltreerd door de vijand. De 6. Kompanie van het 6. Infanterieregiment, een onderdeel van de 30. Infanteriedivision, slaagt er in om het stadscentrum binnen te dringen na een snelle opmars via de Marialoopsesteenweg en de Bedevaartstraat. De 3de Infanteriedivisie krijgt de opdracht om een detachement samen te stellen om de indringers te helpen verdrijven. De opdracht wordt doorgespeeld aan het 1ste Linieregiment dat Majoor Demaret van het IIIde Bataljon aanduidt om de missie te leiden.
Het detachement van Majoor Demaret zal bestaan uit ongeveer 190 militairen en zal per vrachtwagen vervoerd worden van op de Kraaiveldstraat naar een afstappunt nabij het station van Tielt. De manschappen moeten tegen 22u00 present zijn op de opstapplaats.
Geneeskundige Compagnie
De compagnie bereikt Hertsberge tegen 03u00 in de nacht van 25 op 26 mei. Ook hier wordt alweer een hulppost ingericht. Aan het eind van de dag wordt het peloton van Geneesheer Onderluitenant Cartier toegevoegd aan het detachement van Majoor Demaret. Het merendeel van dit peloton zal te Tielt krijgsgevangen gemaakt worden.

Kolonel SBH Barthélemy in krijgsgevangenschap, in het midden op de eerste rij.
De eenheden van het 1Li die rond Hertsberge verzamelden, worden herschikt in gevechtsgroepen naarmate voldoende manschappen en materieel beschikbaar zijn.
Aan het eind van de dag vertrekt het overschot van het 1Li naar Oostkamp. De mars wordt tussen 20u00 en 23u00 uitgevoerd.
Detachement Majoor Demaret
Het detachment Demaret wordt samengebracht op de opstapplaats aan de Kraaiveldstraat te Hertsberge tegen 22u00 tijdens de nacht van 27 op 28 mei. De vrachtwagens lopen echter vertraging op, zodat de militairen pas laat op de nacht kunnen vertrekken. Het detachement bereikt de noordrand van Tielt omstreeks 06u00 en valt hier onder vijandelijk vuur. Demaret geeft het bevel om door te rijden naar het station van Tielt, maar de colonne loopt vast in het centrum van de stad. Er onstaat paniek en talrijke manschappen vluchten de omlingende huizen en straten in. Met moeite kan een deel van het detachement opnieuw samengebracht worden. In de loop van de ochtend volgen enkele aanvalspogingen die op niets zullen uitdraaien. De restanten van het detachement trekken zich omstreeks 13u00 terug naar Wingene.
Detachement Majoor Maka
Het regiment krijgt in extremis nog versterking van de in ons land achtergebleven Schoolcompagnie, Compagnie Instructie C47 anti-tankkanonnen en Compagnie Instructie M76 mortieren van het 1ste Versterkings- en Opleidingscentrum. Deze drie compagnies beschikken niet over hun volledige dotatie collectieve bewapening (er zijn slechts twee anti-tankkanonnen voorhanden) en zijn in hoofdzaak samengesteld uit rekruten van de klas 40. De eenheden worden gebruikt om een nieuw Iste bataljon te vormen en komen onder het bevel te staan van Majoor Maka.
Dit in der haast samengestelde bataljon wordt opgesteld tussen Veldhoek en Oud-Munke langsheen de rand van het Lakebos op zo’n 15Km ten zuiden van Brugge om er de baan Brugge-Kortrijk af te grendelen. De manschappen van de Schoolcompagnie zijn rond 22u30 aan de Meerlaanhoek getuige van de ontmoeting tussen enerzijds de Belgische onderstafchef Generaal-majoor Derousseaux en zijn secretaris Kapitein-commandant Liagre en anderzijds de onderhandelaars van het Duitse 6de Leger om de nakende Belgische overgave te bespreken.
Geneeskundige Compagnie
De compagnie vertrekt om 20u00 naar Oostkamp.
De restanten van het 1Li hebben Oostkamp bereikt om 23u00 tijdens de nacht van 27 op 28 mei. Reeds om 01u00 wordt dit detachement naar Ichtegem bevolen. De colonne zal hier om 11u00 aankomen en heeft dan reeds het nieuws van de capitulatie vernomen.
Kolonel SBH Barthélemy
De zieke Barthélemy bevindt zich nu in Reservehospitaal 32 in de Rijksnormaalschool te Brugge. Hier wordt de kolonel formeel krijgsgevangene gemaakt, maar hij is er veel te slecht aan toe om zich te verplaatsen. In juli 1940 wordt hij overgeplaatst naar een hospitaal in de Froissartstraat te Brussel. In november 1940 brengt de de bezetter al de nog in de hoofdstad gehospitaliseerde krijgsgevangenen over naar het Edith Cavellhospitaal te Ukkel. Twee maanden later, op 13 januari 1941, mag Barthélemy naar huis terugkeren. Via zijn connecties binnen de Dienst der Werkzaamheden van het Gedemobiliseerde Leger heeft hij een baan gekregen bij Winterhulp en hoopt hij alzo aan een transport naar Duitsland te ontsnappen. Hij wordt in april 1941 nog een keer onderzocht in het militair hospitaal te Brussel, maar blijft ongeschikt voor verblijf in een krijgsgevangenkamp.
Het 1Li kantonneert te Ichtegem tot 1 juni en wordt dan samen met de andere eenheden van de 3Div afgevoerd naar Deinze. Vervolgens verblijft het regiment tussen 2 juni en 9 juni te Lozer. Op die datum worden alle miliciens en reserveofficieren gedemobiliseerd. De actieve kaders worden op 10 juni naar Lokeren doorgestuurd. Hier kunnen de beroepsvrijwilligers en de beroepsonderofficieren ook naar huis.
De beroepsofficieren worden via Maria-ter-Heide op 15 juni naar Duitsland overgebracht.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2/I | ALBERT | Georges, P.J. | Sdt | Mil | 37 | 15.07.1917 | Polleur | 24.05.1940 | Ooigem | ||
Staf | ANDRE | Franz, J.H. | Med OLt | Res | 27.10.1910 | Saive | 13.05.1940 | Fleurus | Geneesheer. Verwond 12/05 te Ville-en-Hesbaye. Overleden in Frans veldhospitaal. |
||
10/III | BACCART | Charles, G. | ![]() | Sdt | Mil | 12.04.1919 | Enghien | 28.05.1940 | Tielt | ||
7/II | BEAUPAIN | Pierre | Sdt | Mil | 13.09.1917 | Verviers | 24.05.1940 | Ooigem | |||
Onbekend | BELBOOM | Hubert, G. | Sdt | Mil | 36 | 07.01.1917 | s Gravenvoeren | 24.05.1940 | Ooigem | ||
Onbekend | BERGER | Louis, G.J. | ![]() | Sdt | Mil | 04.02.1918 | Orbais | 24.05.1940 | Ooigem | ||
14/IV | BOUHY | José, R.P. | Sdt | Mil | 12.10.1918 | Liège | 24.05.1940 | Ooigem | |||
11/III | BRAHAM | Joseph, J.D. | OLt | Res | 24.03.1914 | Herve | 24.05.1940 | Ooigem | |||
7/II | BRASSEUR | Maurice, N.F. | Sdt | Mil | 14.01.1917 | Jemeppe-sur-Meuse | 25.05.1940 | Beveren-Leie | |||
6/II | BYLOOS | Yvon | Sdt | Mil | 09.05.1919 | Braives | 08.06.1940 | Calais (FR) | |||
1/I | CASTERMAN | André | Sdt | Mil | 30.03.1920 | Jumet | 24.05.1940 | Bavikhove | |||
4/I | CHARLIER | Carl, P.J. | Sdt | Mil | 21.05.1917 | Verviers | 11.05.1940 | Liers | |||
8/II | CHARLIER | Henri, E. | Sdt | Mil | 38 | 14.12.1918 | Etterbeek | 24.05.1940 | Ooigem | ||
Onbekend | CLOESEN | Raymond, A. | Sdt | Mil | 09.10.1919 | Hollogne-aux-Pierres | 24.05.1940 | Ooigem | |||
2/I | COLSON | Paul, B.V. | Sdt | Mil | 11.06.1916 | Huy | 24.05.1940 | Ooigem | |||
2/I | COQUETTE | Gustave, J.J. | Kpl | Mil | 38 | 04.02.1919 | Marcinelle | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | |
14/IV | COURTOY | Joseph, H.A. | Kpl | Mil | 38 | 26.08.1918 | Jemeppe-sur-Meuse | 14.05.1940 | Fexhe-le-Haut-Clocher | ||
9/III | DANLOY | Jean, A.L. | Kpl | Mil | 38 | 13.02.1916 | Hamoir | 24.05.1940 | Ooigem | ||
15/IV | DANNAU | Joseph, J.G. | 14.04.1912 | 31.05.1940 | Dordrecht (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5. Overleden in hospitaal. | |||||
8/II | DANNIAU | Gerard, G.G. | Sdt | Mil | 20.06.1918 | Gaillon (F) | 25.05.1940 | Beveren-Leie | |||
2/I | DAUBRESSE | Georges, D.P. | Kpl | Mil | 39 | 26.10.1919 | Dour | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | |
Onbekend | DE DECKER | Jean, Joseph E. | Sdt | Mil | 11.08.1919 | Ukkel | 24.05.1940 | Ooigem | Waarnemer | ||
Onbekend | DE JARDIN | José, E.A. | Sdt | Mil | 28.11.1919 | Liège | 25.05.1940 | Torhout | |||
2/I | DE RIDDER | Simon | Sdt | Mil | 27.09.1918 | Forest | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | ||
12/III | DEBACKER | Fernand, R.G. | Sdt | Mil | 19.09.1917 | Namur | 24.05.1940 | Ooigem | |||
Staf | DEDOYARD | Mathieu, J.M. | Sdt | Mil | 09.03.1916 | Stembert | 24.05.1940 | Bavikhove | Telefonist-Seingever | ||
9/III | DEFOSSEZ | Denis, C. | Sdt | Mil | 19.06.1917 | Ensival | 10.05.1940 | Leopoldsburg | Luchtbombardement kamp van Beverlo (Tuchtcompagnie) | ||
1/I | DELHOUGNE | William, A.M. | Sgt | Mil | 36 | 06.08.1915 | Bressoux | 25.05.1940 | Ooigem | ||
Onbekend | DETAILLE | Leopold, J.J. | Sdt | Mil | 05.08.1917 | Seraing | 24.05.1940 | Ooigem | |||
2/I | DETHIER | Albert, L.J. | Sdt | Mil | 21.11.1915 | Goé | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | ||
4/I | DIEZ | Jean, G.A. | Kpl | Mil | 37 | 30.06.1917 | Elsene | 11.05.1940 | Liers | ||
4/I | DORMANS | Jean, M.T. | Sdt | Mil | 06.06.1917 | Dison | 16.05.1940 | Liège | Verwond 10.05 | ||
2/I | DREES | René, L.O.W. | Kpl | Mil | 36 | 12.07.1916 | Twickenham (GB) | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | |
Onbekend | DUPONT | Raymond, R.V. | Sdt | Mil | 16.03.1919 | Montegnée | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | ||
Onbekend | FASSIN | Henri, E.D. | Sdt | Mil | 08.10.1920 | Montignies-sur-Sambre | 24.05.1940 | Ooigem | |||
7/II | FINFE | Aimé, D.G. | Sdt | Mil | 16.10.1915 | Lisogne | 24.05.1940 | Ooigem | |||
2/I | FRANCOIS | Auguste, J.H. | Sdt | Mil | 14.02.1919 | Heerlen (NL) | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | ||
1/I | GAILLARD | Edgard, C.D. | Kpl | Mil | 37 | 27.04.1918 | Hermalle-sous-Argenteau | 24.05.1940 | Ooigem | ||
6/II | GARFUNKEL | Joseph | Kpl | Mil | 37 | 02.01.1917 | Anderlecht | 24.05.1940 | Ooigem | ||
Staf | GAYET | Joseph, J.F.E. | Sdt | Mil | 07.06.1914 | Liège | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Brancardier. Gedood in luchtaanval. | ||
2/I | GEERTS | Charles, L. | Kpl | Mil | 35 | 05.09.1915 | Jemeppe-sur-Meuse | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | |
2/I | GEERTS | Albert | Sdt | Mil | 12.11.1918 | Brussel | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | ||
6/II | GLUME | Antoine, J.G. | Sgt | Mil | 38 | 04.04.1919 | Mont-Saint-André | 24.05.1940 | Ooigem | Of ° Sint-Amandsberg | |
1/I | GOFFIN | Alphonse | Sdt | Mil | 25.04.1920 | Lathuy | 11.05.1940 | Juprelle | |||
1/I | HANS | Maurice, E.A. | Sdt | Mil | 14.06.1921 | Aulnois | 25.05.1940 | Roeselare | |||
2/I | HIERSOU | Georges, V.J. | Sdt | Mil | 01.10.1919 | Jumet | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | ||
7/II | HOYAUX | Jacques, L. | Sdt | Mil | 28.09.1918 | La Hestre | 24.05.1940 | Ooigem | |||
14/IV | JACOB | Alphonse, J.F. | Sdt | Mil | 12.02.1917 | Viemme | 11.05.1940 | Xhendremael | |||
Staf | JACQUEMIN | Pierre | 1Sgt | BV | 26.01.1914 | Vaux-sous-Chèvremont | 24.05.1940 | Ooigem | |||
Onbekend | JADIN | Robert, J.C. | Kpl | Mil | 39 | 05.04.1919 | Mechelen | 24.05.1940 | Ooigem | ||
7/II | JADOT | Henri, J. | Sdt | Mil | 23.06.1917 | Boirs | 24.05.1940 | Ooigem | |||
14/IV | JADOT | Albert, C. | Sdt | Mil | 25.06.1915 | Moha | 24.05.1940 | Ooigem | |||
Onbekend | JEHASSE | Paul, H. | Sdt | Mil | 06.07.1916 | Hermée | 11.05.1940 | Vreren | |||
9/III | JORIS | Ferdinand, J.T. | Sdt | Mil | 20.05.1918 | Seraing | 24.05.1940 | Ooigem | |||
10/III | JORIS | Lambert, H. | Adjt | Mil | 38 | 28.06.1916 | Battice | 24.05.1940 | Ooigem | ||
14/IV | KLEYN | Paul, H.N. | Sdt | Mil | 14.04.1920 | Liège | 24.05.1940 | Ooigem | |||
1/I | KRINS | Leopold, M.N. | Sgt | Mil | 36 | 01.06.1916 | Lambermont | 24.05.1940 | Bavikhove | ||
2/I | KUILINCKX | Joseph, C. | Sdt | Mil | 12.09.1919 | Brussel | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | ||
1/I | LACROIX | Lucien, L.E. | Sdt | Mil | 05.03.1920 | Jumet | 24.05.1940 | Ooigem | |||
Onbekend | LAIRESSE | Pierre, P.P. | Sdt | Mil | 29.09.1919 | Liège | 24.05.1940 | Ooigem | |||
3/I | LAMBERT | Auguste, J.P. | Sdt | Mil | 18.10.1916 | Ligney | 24.05.1940 | Ooigem | |||
9/III | LEBURTON | Joseph, J.O. | Sdt | Mil | 36 | 29.01.1916 | Villers-l'Evêque | 24.05.1940 | Roeselare | Verwond 24.05 te Ooigem | |
9/III | LEEMANS | François, M. | Sdt | Mil | 26.07.1918 | Sint-Jans-Molenbeek | 24.05.1940 | Bavikhove | |||
Onbekend | LEMOINE | Marcel | Kpl | Mil | 35 | 27.09.1915 | Châtelet | 24.05.1940 | Ooigem | ||
1/I | LEMPEREUR | Jacques, P. | Kpl | Mil | 39 | 30.12.1919 | Angleur | 13.05.1940 | Geraardsbergen | ||
7/II | LEONARD | Jules, J. | Sdt | Mil | 13.01.1920 | Houdeng-Goegnies | 24.05.1940 | Ooigem | |||
2/I | LIBERT | Joseph, J.F. | Sdt | Mil | 02.12.1915 | Ougrée | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | ||
14/IV | LOGNAY | Hubert, L.J. | Adjt | Mil | 37 | 14.04.1918 | Liège | 23.05.1940 | Ooigem | ||
Staf | LORENT | Pierre, J.E.L. | Kpl | BV | 39 | 11.04.1921 | Stembert | 11.05.1940 | Mons | Schoolcompagnie | |
3/I | LUYS | Florimond, L. | Kpl | Mil | 39 | 22.06.1913 | Liège | 23.05.1940 | Ukkel | ||
9/III | MAGNERY | Leon, V. | Sdt | Mil | 26.07.1916 | Bost | 16.05.1940 | Mechelen | Overleden O.L.V. Gasthuis | ||
2/I | MAITRE | Horace, L.J. | Sdt | Mil | 27.08.1918 | Nalinnes | 24.05.1940 | Ooigem | |||
1/I | MALVAUX | Joseph, M.M. | ![]() | Aalm | Res | 30.09.1905 | Herve | 12.05.1940 | Ville-en-Hesbaye | Aalmoezenier 2de Klas | |
7/II | MANSY | Léon | Sdt | Mil | 28.10.1920 | Haine-St-Paul | 24.05.1940 | Ooigem | |||
5/II | MAQUET | Arthur, H. | Sdt | Mil | 11.11.1917 | Eben-Emael | 26.05.1940 | Bavikhove | |||
Onbekend | MARECHAL | Georges, J.J. | Sdt | Mil | 21.05.1917 | Bulskamp | 24.05.1940 | Ooigem | |||
14/IV | MARIN | Auguste, G.J. | OLt | Res | 10.08.1911 | Châtelet | 24.05.1940 | Ooigem | |||
Onbekend | MARISSEN | Camiel, J. | Sdt | Mil | 09.12.1918 | Brussel | 11.05.1940 | Liers | |||
14/IV | MARLOYE | Edouard | ![]() | OLt | Res | 16.02.1910 | Bossières | 23.05.1940 | Ooigem | ||
Staf | MAROTTEN | Michel, H. | Sdt | Mil | 15.09.1919 | Brussel | 27.05.1940 | Tielt | Stafcompagnie | ||
10/III | MARTIN | Arille | Sgt | Mil | 36 | 23.04.1911 | Warden (D) | 24.05.1940 | Ooigem | ||
13/IV | MARTINAGE | Jules, H.J. | Sdt | Mil | 14.08.1907 | Maubray | 24.05.1940 | Ooigem | |||
Staf | MAWET | Joseph, J.A. | OLt | Res | 03.12.1914 | Soumagne | 24.05.1940 | Ooigem | |||
5/II | MERTENS | Felix, X. | Sdt | Mil | 27.09.1918 | Anderlecht | 24.05.1940 | Ooigem | |||
6/II | MERTENS | Guillaume, A. | Kpl | Mil | 38 | 20.05.1919 | Brussel | 24.05.1940 | Ooigem | ||
6/II | MESSE | Henri, R. | ![]() | Sdt | Mil | 29.03.1920 | Piéton | 24.05.1940 | Ooigem | ||
7/II | MICHIELS | Georges | Sdt | Mil | 20.03.1914 | Sint-Jans-Molenbeek | 24.05.1940 | Ooigem | |||
1/I | MINNE | Leopold, A.G. | Sdt | Mil | 25.11.1919 | Waterloo | 24.05.1940 | Ooigem | |||
2/I | MINSART | René, O.G. | Sdt | Mil | 25.06.1919 | Châtelet | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | ||
Staf/IV | MINSOUL | Jean | Kpl | Mil | 39 | 14.12.1919 | Jemeppe-sur-Meuse | 24.05.1940 | Ooigem | ||
2/I | MORAY | Jean, L.H. | Kpl | Mil | 39 | 24.10.1919 | Liège | 24.05.1940 | Ooigem | ||
12/III | NEUBERGER | Edgard | Sdt | Mil | 01.09.1919 | Baden-Baden (D) | 24.05.1940 | Ooigem | |||
7/II | NIHOUL | Eugène, J. | Sdt | Mil | 36 | 22.12.1915 | Bargoed | 15.08.1940 | Geeraardsbergen | Overleden aan verwondingen | |
2/I | NONNWEILER | Raoul, Charles Lucien | ![]() | Sdt | Mil | 13.11.1939 | Villers-Perwin | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | |
8/II | OGER | Robert, A.L. | Sdt | Mil | 21.11.1916 | Andrimont | 20.05.1940 | Bouquemaison (F) | |||
14/IV | PIRET | Henri, A.J. | Sgt | Mil | 39 | 05.07.1913 | Villers-le-Temple | 24.05.1940 | Ooigem | ||
14/IV | PLUMIER | Edmond | Sdt | Mil | 28.02.1920 | Awirs | 27.05.1940 | Torhout | Verwond 24.05 te Ooigem | ||
1/I | POELS | Georges | Sdt | Mil | 22.02.1920 | Brussel | 26.05.1940 | Oostrozebeke | |||
7/II | POLET | Louis, L. | Sdt | Mil | 27.09.1919 | Trazegnies | 23.05.1940 | Desselgem | |||
3/I | POUMAY | Armand, F.H. | Sdt | Mil | 03.06.1916 | Verviers | 24.05.1940 | Bavikhove | |||
14/IV | RADU | Victor, E.J. | Sgt | BV | 19.09.1918 | Aiseau | 24.05.1940 | Ooigem | |||
12/III | RAGDEY | Maurice, J.B. | Sdt | Mil | 18.10.1918 | Sint-Jans-Molenbeek | 24.05.1940 | Ooigem | |||
Staf | RAICK | Edmond, J.D. | Med Kapt | Act | 12/10/1893 | Liège | 12.05.1940 | Ville-en-Hesbaye | Geneesheer | ||
Staf | RENIER | Alfred, J. | Sdt | Mil | 29.01.1919 | Schaarbeek | 27.05.1940 | Tielt | |||
Onbekend | ROBERT | Omer, N.A. | Sdt | Mil | 07.02.1920 | Ohain | 24.05.1940 | Ooigem | |||
2/I | SCHAEGER | Rogier, V. | Kpl | Mil | 36 | 07.12.1916 | Brugge | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | |
Staf | SCHEPERS | Aristide, J.T. | Sdt | BV | 29 | 02.05.1909 | Brussel | 13.05.1940 | Leuze (Namur) | ||
9/III | SCHILBACH | Edouard, H.J. | Sdt | Mil | 21.04.1914 | Ivoz-Ramet | 24.05.1940 | Ooigem | |||
Onbekend | SCHULTZE | Adrien, P. | Sdt | Mil | 28.11.1917 | Anderlecht | 24.05.1940 | Ooigem | |||
Onbekend | SEYNHAEVE | Achille, M. | Sdt | Mil | 12.05.1920 | Chapelle-lez-Herlaimont | 24.05.1940 | Ooigem | |||
Onbekend | SIOR | Joseph, D.A. | Sdt | Mil | 25.04.1920 | Seraing | 24.05.1940 | Ooigem | |||
4/I | TERWAGNE | Léon, A. | Sgt | Mil | 36 | 12.02.1912 | Saint-Amand | 12.05.1940 | Namur | ||
3/I | THEWISSEN | Pierre, A. | ![]() | Sdt | Mil | 08.04.1916 | Herve | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | |
Onbekend | THISSE | Leopold, A. | Sdt | Mil | 07.01.1917 | Huy | 24.05.1940 | Boulogne s/ Mer (F) | |||
8/II | VAN CAMELBEKE | Julien, G. | Sdt | Mil | 23.07.1919 | Kruishoutem | 27.05.1940 | Tielt | Telefonist-Seingever. | ||
1/I | VAN MELLAERT | Robert, L.G. | Sdt | Mil | 14.05.1920 | Marcinelle | 24.05.1940 | Bavikhove | |||
8/II | VELLE | Joseph, A.F. | Cdt | Act | 22.08.1895 | Warneton | 27.05.1940 | Tielt | |||
8/II | VERLEYEN | August | Sdt | Mil | 13.07.1919 | Brussel | 24.05.1940 | Ooigem | |||
5/II | VINCKE | Gustave | ![]() | Cdt | Act | 05.04.1893 | Moorsele | 25.05.1940 | Ooigem | ||
7/II | VON MEURERS | Jacques, M.A. | Kpl | Mil | 38 | 23.12.1919 | Etterbeek | 07.06.1940 | Geraardsbergen | ||
Onbekend | WERBOMONT | Henri, H.F. | ![]() | Sdt | Mil | 04.06.1916 | Ferrières | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. | |
6/II | WOLPUT | Julien, Achille | Sdt | Mil | 05.03.1919 | Sint-Gillis | 25.05.1940 | Ninove | |||
2/I | WUEST | Robert, Camille | Sdt | Mil | 38 | 24.07.1920 | Marcinelle | 11.05.1940 | Fexhe-Slins | Gedood in luchtaanval. |
- Martens, M., 2004, Mei 1940: De Regio Tielt in de Vuurlinie, Tielt: De Roede van Tielt
- Dossier 1Li, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie