4de Legerdepot

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 4de Legerdepot | 4LD
4ème Dépôt d’Armée | 4DépA
Type Versterkings- en opleidingseenheid  
Ontdubbeld van n.v.t.  
Onderdeel van Versterkings- en Opleidingscentrum Ardeense Jagers  
Bevelhebber Kapitein-commandant Eustache Saintehuile  
Standplaats Schuttershofkazerne te Sint-Truiden  
Samenstelling Staf Depot Kapitein-commandant Belin
  Staf Depot Gezondheidsdienst  
  Compagnie Depot Hulptroepen Kapitein-commandant Dethioux
  Batterij Depot Artilleriepark Luitenant Dubois
  Compagnie Depot en Algemene Diensten  

Tijdens de mobilisatie

Staf/4LD
Het 4de Legerdepot (4LD), gekazerneerd in Sint-Truiden, is een van de zes legerdepots van het veldleger. De hoofdkrachtinspanning van de verschillende legerdepots lag bij het uitrusten van reserve eenheden die gedurende de verschillende fases van het mobilisatieplan werden opgericht. De opgeroepen reservisten werden uitgerust met meestal verouderd materieel dat lag opgeslagen in de legerdepots. Sommige uitrustingsstukken dateren nog van tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zo wordt begin november 1939 onder meer het 10de Regiment Hulptroepen van het Leger (10HuTL) door het 4LD gemobiliseerd. Aan de vooravond van de oorlog is de rol van de legerdepots bijna uitgespeeld. Enkel de eenheden die pas zullen worden gemobiliseerd bij afkondiging van Fase E van het mobilisatieplan (dat zal plaatsvinden bij de start van de vijandelijkheden) moeten nog worden uitgerust. Het betreft in hoofdzaak de Versterkingsbataljons van de verschillende Versterkings- en opleidingscentra (VOC’s) en de groepen (benaming voor een bataljon bij de artillerie) van de Regimenten Artilleriepark. Dit is dan ook de voornaamste reden waarom het mobilisatieplan voorziet dat bij de start van de oorlog de legerdepots en het weinige resterende materieel zullen worden aangehecht bij de VOC’s. De Staf van het 4e Legerdepot (Staf/4LD) is tijdens de mobilisatie gestationeerd in de Schuttershofkazerne [1] aan de Kazernevest in Sint-Truiden. Op 30 september 1939 komt de 1ste Compagnie van het 30ste Bataljon Transmissietroepen (1Cie/30TTr) toe in Sint-Truiden en installeert zich in de oude Schuttershofkazerne van het 4LD waar de compagnie kan beschikken over ruime garages. De 1Cie/30TTr, die instaat voor de telefoon- en radioverbindingen van het Cavaleriekorps (CK) zal er gedurende de rest van de mobilisatie verblijven. De administratie van 4LD is ondergebracht in het voormalig klooster van de zusters Visitandinnen te Sint-Truiden dat als kazerne is ingericht en waar zich ook het Peloton Park van het 20ste Bataljon Genie (20Gn) bevindt. Het 4LD wordt bevolen door Kapitein-commandant Saintehuile die wordt bijgestaan door Kapitein-commandant Belin als Adjudant-majoor en Kapitein Declercq als officier adjunct.

Geplande hergroeperingszone voor II/4AP te Hemiksem nabij de Sint-Bernardkazerne van het 2LD

Geplande hergroeperingszone voor II/4AP (II/4 Regt Troupes Parc Artillerie) te Hemiksem nabij de Sint-Bernardkazerne van het 2LD (originele schets van 10 mei 1940).

Bij Depot AP/4LD
De Batterij Depot Artilleriepark van het 4LD (Bij Depot AP/4LD), bevolen door Lt Dubois, is gestationeerd te Aalst bij Sint-Truiden en moet na afkondiging van Fase E van het mobilisatieplan de reservisten bestemd voor de IIIde Groep van het 3de Regiment Artilleriepark (III/3AP) en de IIde Groep van het 4de Regiment Artilleriepark (II/4AP) voorzien van uitrusting. Deze groepen zullen na hun mobilisatie ingezet worden voor de bewaking, afhandeling en distributie van enerzijds de diverse munitievoorraden bestemd voor onze artillerie en anderzijds het reservematerieel van de artillerie. Van zodra deze eenheden voorzien zijn van het nodige materieel moeten ze naar hun respectievelijke regimenten doorgestuurd worden voor de uitvoering van hun opdracht. Op 8 mei coördineert Cdt Saintehuile met Majoor Lemaître, commandant van het 2de Legerdepot (2LD), de locatie waar II/4AP naartoe gezonden moet worden eens de groep gemobiliseerd is. De twee andere groepen van 4AP zullen namelijk door de Batterij Depot Artilleriepark van het 2LD gemobiliseerd worden in een mobilisatiekantonnement nabij het depot ten zuiden van Hemiksem [2].

Staf/4LD
Bij afkondiging van de algemene mobilisatie (Fase E van het mobilisatieplan) om 06u00 wordt het 4LD, zoals voorzien in het mobilisatieplan, onder bevel geplaatst van de Generale Staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-Major des Troupes de Renfort et d’Instruction – EM/TRI). Naast de kazerne in Sint-Truiden beschikt de eenheid nog over depots in Aalst (bij Sint-Truiden), Landen, Mont-Lez-Liège en Juprille. In de Visitandinnenkazerne worden de administrateurs van III/3AP en II/4AP in het bezit gesteld van de nodige documenten en fondsen om hun administratie te kunnen opstarten. De administratie van het 4LD wordt klaargemaakt om geëvacueerd te worden conform de richtlijnen van het mobilisatieplan.

Cie HuT/4LD
Cdt Dethioux, commandant van de Cie Depot Hulptroepen (Cie HuT/4LD), mobiliseert zijn compagnie te Gorsem, net ten noorden van Sint-Truiden. Hij wordt bijgestaan door de Luitenanten Van Varenbergh, Pirnay, Bivort en Pleitinckx. Ongeveer 700 manschappen krijgen materieel en rantsoenen toebedeeld.

Bij Depot AP/4LD
De Bij Depot AP/4LD start na de afkondiging van Fase E van het mobilisatieplan met de uitrusting van de reservisten van de III/3AP en II/4AP. De mobilisatie van deze twee groepen vangt aan op 10 mei wanneer oudere reservisten worden opgeroepen en druppelsgewijs toekomen in de kazerne. III/3AP wordt gemobiliseerd in het depot van Aalst, II/4AP vermoedelijk ook (TBC – kan ook gemobiliseerd zijn in het depot van Landen).

Marsroute en kantonnementsplaatsen van 4LD op 11 en 12 mei 1940 (projectie op recente kaart)

Staf/4LD
Gealarmeerd door de situatie in de sector van de 7de Infanteriedivisie (7Div) aan het Albertkanaal stuurt Kapitein-commandant Saintehuile om 09u09 een telegram naar de EM/TRI in Etterbeek met de vraag naar waar het 4LD kan uitwijken in geval van een Duitse doorbraak [3]. Om 09u30 wordt Sint-Truiden een eerste keer door de Duitse luchtmacht gebombardeerd. Vooral de Visitandinnenkazerne wordt hard getroffen tijdens dit bombardement. Het gebouw waarin zich de administratie van 4LD bevindt is volledig met de grond gelijk gemaakt. Er vallen alleen enkele lichtgewonden onder het personeel van 4LD dat zich tijdig in veiligheid had kunnen brengen door een snelle evacuatie naar de schuilkelders van de kazerne. Bij het 20Gn vallen verschillende dodelijke slachtoffers en gewonden. Wanneer Sint-Truiden een tweede keer gebombardeerd wordt om 11u00 vallen ook enkele bommen op de Schuttershofkazerne. In de Visitandinnenkazerne wordt ondertussen onder leiding van Kapitein Adm Licour gepoogd om zoveel als mogelijk van de administratie van 4LD te redden vanonder het puin. Wat gerecupereerd kan worden wordt op een camionette geladen die in bruikleen werd gegeven door de 1Cie van 30TTr. De administrateurs zelf vinden onderdak in de kelders van het “Hôtel Royal” te Sint-Tuiden. Om 12u30 heeft Cdt Saintehuile nog steeds geen antwoord ontvangen op zijn vraag en wanneer hij hoort dat een Duitse verkenningspatrouille werd opgemerkt aan de rand van Sint-Truiden [4] besluit hij om op eigen initiatief de kazerne te ontruimen. Bij gebrek aan orders beslist hij om zijn eenheid naar Doornik over te brengen. Tegelijkertijd begint ook de 1Cie/30TTr zijn voertuigen één voor één uit de Schuttershofkazerne te evacueren richting Tienen. De Staf, de Cie Algemene Diensten en de Bij Depot AP verplaatsen zich om 13u45 te voet naar Velm. Cdt Belin blijft achter in de Schuttershofkazerne om geïsoleerde militairen van 4LD door te sturen naar Velm.  Hij wordt om 15u00 door Kapt Adm Lacour gecontacteerd vanuit het “Hôtel Royal” met de vraag waar het 4LD zich ergens bevindt. Wanneer Kapt Adm Lacour verneemt dat het depot onderweg is naar Velm gaat hij op zoek naar transportmiddelen om zijn personeel naar Velm over te brengen. Het detachement administrateurs verlaat uiteindelijk SInt-Truiden om 17u00.  Wanneer de eenheden toekomen op hun eerste bestemming (Attenhoven, Velm en Landen) krijgen ze opdracht om zich te voet via Racour (oftewel Raatshoven) naar Geldenaken te begeven. Hetzelfde bevel wordt overgemaakt aan III/3AP en II/4AP die in afwachting van doorgestuurd te worden naar hun respectievelijke regimenten onder bevel blijven van 4LD. De Staf/4LD en de Bij Depot AP brengen de nacht door te Racour waar ook het depot van Landen zich naartoe verplaatst om er te kantonneren. 

Cie HuT/4LD
Er wordt nog materieel uitgedeeld tot 11u00, het ogenblik waarop de kazerne gebombardeerd wordt. Na de middag krijgt de compagnie het bevel om de kazerne te ontruimen. De Cie HuT/4LD verlaat Sint-Truiden te voet om 13u45 en verplaatst zich in eerste instantie naar Attenhoven, een drietal kilometer westelijk van Velm, waar ze om 17u00 toekomen. Na een korte rustpauze te Attenhoven wordt de Cie HuT/4LD om 21u00 doorgestuurd naar Geldenaken. De compagnie marcheert tijdens de nacht van 11 op 12 mei van Attenhoven via Landen en Racour naar Geldenaken. 

Bij Depot AP/4LD
De Bij Depot AP/4LD marcheert naar de hergroeperingzone te Velm. Van hieruit wordt de batterij doorgestuurd naar Racour waar een dertigtal geïsoleerde militairen onder leiding van Lt de Thier-Nagelmaecker de batterij vervoegt. Onder hen de in overtal geplaatste luitenanten Tomsin, Wilkin, Dendal, Leonard, Pirotte en Clausset. De batterij telt nu een honderdtal manschappen. De nacht wordt doorgebracht te Racour. De beide groepen van het Artilleriepark worden onder leiding van hun eigen staf tijdens de nacht van 11 op 12 mei naar het westen geëvacueerd.

III/3AP aangehecht aan 4LD
Kapitein-commandant Nossant, groepscommandant van III/3AP krijgt omstreeks 14u00 het bevel om het depot van het 4LD in het Limburgse Aalst vlakbij het vliegveld van Brustem te ontruimen en zijn eenheid te evacueren. Niettegenstaande de mobilisatie nog niet volledig voltooid is wordt het vertreksein voor de terugtocht gegeven omstreeks 17u00. De manschappen van III/3AP vertrekken vanaf 17u00 om in eerste instantie rechtstreeks van Aalst via Landen naar Racour te marcheren om er te kartonneren. De verschillende batterijen worden elk afzonderlijk op pad gestuurd om zoveel mogelijk aan de aandacht van de Luftwaffe te ontsnappen.

II/4AP aangehecht aan 4LD
II/4AP bereikt, onder bevel van Cdt Gillet, als eerste groep van het Artilleriepark Racour en wordt dezelfde nacht nog doorgestuurd naar Geldenaken.

Staf/4LD
De Staf/4LD verlaat Racourt in de loop van de namiddag en verplaatst zich verder naar het westen via Geldenaken richting Waver. De eenheid heeft moeilijkheden om de Franse linies aan de Kleine Gete te doortrekken. De ondereenheden maken op 12 mei eveneens de verplaatsing naar Waver waar in verschillende dorpen kantonnementen opgezocht worden.

Cie HuT/4LD
Geldenaken wordt na een nachtelijke mars om 02u00 in de ochtend bereikt waarna onmiddellijk logementen worden ingenomen om de rest van de nacht te recupereren. Om 06u00 wordt de compagnie opnieuw gewekt en onder een hevig luchtbombardement wordt de mars voortgezet tot Lathuy, een zestal kilometer meer naar het westen. Hier wordt halt gehouden om te rusten tot het invallen van de duisternis. Om veiligheidsredenen kiest Cdt Dethioux ervoor om de compagnie enkel na zonsondergang te verplaatsen. Rond 21u00 wordt de mars voortgezet richting Waver. Er wordt de ganse nacht doorgemarcheerd, onttrokken aan het zicht van de Duitse luchtmacht.

Bij Depot AP/4LD
De batterij, nu onder bevel van Lt de Thier hoogste in graad, verlaat Racour tegen de middag en marcheert overdag via Geldenaken naar Rixensart ten westen van Waver waar de nacht van 12 op 13 mei wordt doorgebracht. De logementen worden betaald met logementsbonnen en opeisingsbonnen. 

III/3AP aangehecht aan 4LD
De nachtelijke voetmars van het III/3AP verloopt moeizaam en tegen de ochtend van 12 mei is de eindbestemming Racour nog niet bereikt. De batterijen van III/3AP, samengesteld uit niet getrainde oudere reservisten waarvan een gedeelte nog in burgerkledij, komt na een mars van 15 kilometer toe te Landen wanneer de dag aanbreekt. Cdt Nossant beslist om te Landen te kantonneren en er te wachten tot de duisternis valt. 

II/4AP aangehecht aan 4LD
II/4AP schiet sneller op en bereikt tegen de ochtend van 12 mei Geldenaken waar tijdens de rest van de dag gerust wordt.

Staf/4LD
In de loop van de dag komen de ondereenheden van 4LD één voor één toe in Waver en zoeken kantonnementen op in en rond de stad. In Waver gaat de Staf/4LD op zoek naar transportmiddelen en slaagt erin vier bussen van de Buurtspoorwegen te confisqueren die de troepen in twee rotaties naar Kasteel-Brakel moeten brengen. De verplaatsing gebeurt in de late avond waarna er rust wordt genomen te Kasteel-Brakel. Kapitein-commandant Saintehuile belt naar de staf van de Versterkings- en Opleidingstroepen en laat weten dat hij met een detachement van ongeveer 1.400 manschappen aangekomen is te Kasteel-Brakel. Hij krijgt het bevel om zich in verbinding te stellen met de staf van het Versterkings- en Opleidingscentrum Ardeense Jagers (VOC/ChA) te Sint-Gillis-Waas voor verdere instructies. Tegen middernacht heeft de rest van het 4LD de Bij Depot AP bijgebeend en is het volledige legerdepot in de omgeving van Kasteel-Brakel ondergebracht. Alleen de twee groepen van het artilleriepark zijn nog onderweg. De volgende etappe, naar de omgeving van Bever, wordt voorbereid.

Cie HuT/4LD
Om 04u00 ‘s morgens wordt Bierges nabij Waver bereikt. Hier wordt de manschappen rust gegund tot het invallen van de duisternis. Te Bierges krijgen  de manschappen het nieuws te horen dat ze niet naar Kasteel-Brakel moeten marcheren maar dat ze om 19u00 kunnen opstappen op enkele bussen die door de Staf/4LD in Waver werden opgeëist. Via Rixensart en Terhulpen wordt de compagnie dezelfde nacht nog met bussen tot in Mont-Saint-Pont ten oosten van Kasteel-Brakel gebracht. Hier worden logementen opgezocht om de nacht van 13 op 14 mei door te brengen.

Bij Depot AP/4LD wordt detachement Lt de Thier
Een nieuwe etappe wordt te voet afgelegd, ditmaal van Rixensart naar Bois-Seigneur-Isaac op enkele kilometers ten zuiden van Kasteel-Brakel. Lt de Thier, die liever overdag marcheert,  vertrekt vroeg om de 22 kilometer te overbruggen. Doordat de batterij Waver al gepasseerd was en vroeg in de ochtend vanuit Rixensart vertrok naar Bois-Seigneur-Isaac wordt de kans gemist om met de opgeëiste bussen naar Kasteel-Brakel gebracht te worden. De etappe wordt volledig te voet afgelegd en de batterij komt als eerste eenheid van 4LD al om 15u00 toe in de omgeving van Kasteel-Brakel. In het dorp Bois-Seigneur-Isaac, vlakbij Kasteel-Brakel, worden kantonnementen voor de nacht opgezocht. ‘s Avonds slaagt Lt de Thier erin om contact op te nemen met de Staf/4LD die per bus naar Kasteel-Brakel vervoerd werd. Cdt Saintehuile stelt Lt de Thier officieel aan als de commandant van de Bij Depot AP/4LD. Te Bois-Seigneur-Isaac wordt de nacht van 13 op 14 mei doorgebracht.

III/3AP aangehecht aan 4LD
III/3AP krijgt in Landen de opdracht om verder te marcheren tot Kasteel-Brakel. De groep heeft een mars van een 60-tal kilometer voor de boeg.

II/4AP aangehecht aan 4LD
Na een korte rustperiode in Geldenaken verloopt de volgende etappe van de terugtocht van II/4AP via Waver tot Rixensart waar opnieuw halt gehouden wordt. II/4AP wordt ‘s avonds per bus van Waver naar Woutersbrakel gebracht waar ze de nacht van 13 op 14 mei doorbrengen. 

Staf/4LD
Nog steeds in Kasteel-Brakel wordt in de loop van de dag contact opgenomen met het VOC/ChA waar ze te horen krijgen dat ze naar Frankrijk geëvacueerd zullen worden. Door de snelle opmars van de Duitsers was het voor het Groot Hoofdkwartier (GHK) snel duidelijk dat de verdere opleiding van de rekruten van de VOC’s enkel in Frankrijk, ver achter de linies, kon gebeuren. Het VOC/ChA ontving op 13 mei dan ook het schriftelijk bevel van het EM/TRI om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Het 4LD dat werd aangehecht aan het VOC/ChA zal deze eenheid naar Frankrijk moeten volgen. De verplaatsing naar Frankrijk was echter totaal niet voorbereid. Er was geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er waren geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen, er was slechts proviand voor twee dagen en er bestond geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moesten de commandanten van de respectievelijke VOC’s zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7 Franse leger van generaal Giraud [5] naar Zeeland hadden gebracht. Het bevel om de VOC’s naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en beginnen hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen. Het 4LD krijgt nieuwe orders en dient zich van Kasteel-Brakel naar Halle te begeven waar ze de trein zullen nemen naar Doornik. Het 4LD is op zichzelf aangewezen om zijn tocht naar Frankrijk te organiseren aangezien de staf van het VOC/ChA al op 14 mei inscheept te Sint-Gillis-Waas en naar Frankrijk vertrekt voor 4LD zijn terugtocht naar Frankrijk kan regelen.

Cie HuT/4LD
Gedurende de dag wordt gerust te Mont-Saint-Pont. Om 18u00 wordt te voet vertrokken naar het station van Halle waar de compagnie rond 24u00 toekomt.

Detachement Lt de Thier
Het Detachement Lt de Thier krijgt in de vroege ochtend toelating van de Staf/4LD om door te marcheren tot Bever, een 30-tal kilometer meer naar het westen. Lt de Thier wil gezien de afstand, de mars zo snel mogelijk starten. Hij moet bij aankomst Cdt Saintehuile contacteren op een vooraf afgesproken rendez-vous (RV) punt te Akrenbos, de geplande marsbestemming voor de Staf/4LD tegen het einde van de dag. Doordat Lt de Thier vroeg in de ochtend van 14 mei al vertrok mist hij ook het bevel om zich naar Halle te begeven en er de trein naar Doornik te nemen. Tegen de middag bereikt het detachement Sint-Pieters-Kapelle op zo’n 5 kilometer van Bever. Hij beslist om de mars hier te beëindigen en kantonnementen op te zoeken zodat de manschappen maximaal kunnen recupereren. De volgende dag zal dan het laatste stukje tot Bever afgelegd worden.

III/3AP aangehecht aan 4LD
Door gebrek aan training zijn de colonnes van III/3AP uitgestrekt en verloopt de mars te voet moeizaam. Onderweg hebben heel wat manschappen moeten afhaken en de batterijen, die bijlange niet op volle sterkte waren op de eerste oorlogsdag, zijn hierdoor nog meer uitgedund. De groep bereikt Kasteel-Brakel waar de manschappen met autobussen van de Legerautogroepering  (LAuGpg) naar Ligne ten westen van Ath gevoerd worden. Er wordt gekantonneerd in Ligne.

II/4AP aangehecht aan 4LD
II/4AP krijgt een dag rust te Woutersbrakel. Van de rustpauze wordt gebruik gemaakt om vrachtwagens op te eisen om de evacuatie naar Frankrijk verder te zetten.

Staf/4LD en Cie HuT/4LD
Om 01u00 stapt het 4LD(-) op de trein te Halle en wordt per spoor naar Barry (tussen Doornik en Leuze) gebracht waar ze uitstijgen en zich installeren om te blijven kantonneren. Rond 13u00 komt een tegenbevel en moeten ze terug instijgen om verder door te reizen naar Moeskroen. Om 13u30 wordt ingestegen en het 4LD komt om 17u00 toe in Moeskroen waar hun trein op een zijspoor wordt gezet. Cdt Saintehuile verneemt dat ze minstens voor zes uur op het zijspoor geparkeerd zullen blijven en besluit de Generaal-majoor Lambert, commandant van het VOC/ChA, op te zoeken waarvan hij wist dat hij zich in Moeskroen bevond. Wanneer de commandant van het 4LD, na kennisname van zijn orders, om 23u30 terugkeert naar het station van Moeskroen verneemt hij dat de trein van 4LD werd doorgestuurd naar Kortrijk omdat het rangeerstation van Moeskroen overbezet was.

Detachement Lt de Thier
Het detachement verlaat in de ochtend Sint-Pieters-Kapelle en komt om 10u00 te Bever (Biévène) aan. Lt de Thier begeeft zich naar Akrenbos (Bois d’Acren), het RV met de Staf/4LD. Hij treft er niemand aan en bij navraag in het gehucht blijkt het 4LD niet in Akrenbos gepasseerd te zijn. Vanaf dit ogenblik heeft het detachement geen contact meer met de Staf/4LD. Op eigen initiatief beslist Lt de Thier dan maar om verder richting Doornik te marcheren, het in de orders opgelegde einddoel van de mars. Het detachement komt nooit in Doornik  toe (blijkbaar werd het onderweg een andere richting opgestuurd – TBC) maar verplaatst zich daarentegen in meerdere etappes van Bever naar Vlamertinge. Er wordt achtereenvolgens gekantonneerd in Planche, Helkijn (Helchin), Kooigem, Lauwe en Vlamertinge dat op 19 mei bereikt wordt. 

III/3AP aangehecht aan 4LD
De IIIde Groep van 3AP die te Ligne kantonneert wordt om 15u00 in het plaatselijke station aan boord van een trein geplaatst die hen tezamen met een 1.200 tal jongeren van de Rekruteringsreserve (CRAB) in eerste instantie naar Moeskroen zal brengen. Hier wordt besloten om de eenheid vanuit Moeskroen naar Frankrijk te evacueren. De trein wordt op een zijspoor gezet en de mannen blijven in Moeskroen op de trein overnachten.

II/4AP aangehecht aan 4LD
De IIde Groep van 4AP verplaatst zich met de opgeëiste voertuigen via Tubize en Doornik naar Warchies.

4LD(-) en III/3AP
De trein van 4LD bereikt Kortrijk tegen 05u00. In de late voormiddag wordt de trein terug naar Moeskroen gestuurd om de treinwagons met de 1.200 tal jongeren van de Rekruteringsreserve (CRAB) en de III/3AP aan te koppelen. Om 15u00 komt de trein van 4LD opnieuw toe in Moeskroen en Cdt Saintehuile die alleen in Moeskroen achterbleef kan zijn eenheid opnieuw vervoegen. Uiteindelijk wordt om 18u00 de treinreis naar Frankrijk ingezet waar vlot wordt doorgereden tot Rouen via Amiens. Op de trein bevinden zich het 4LD(-), het III/3AP en de jongeren van de Rekruteringsreserve.

II/4AP aangehecht aan 4LD
De groep verlaat Warchies en rijdt met de vrachtwagens verder tot Esplechin aan de Frans-Belgische grens.

4LD(-) en III/3AP in Frankrijk
Het treinkonvooi kan zijn reis door Frankrijk zonder hindernissen voortzetten. Het traject Rouen – Le Mans – Angers – Nantes wordt afgelegd.

II/4AP aangehecht aan 4LD in Frankrijk
De colonne vrachtwagens van II/4AP steekt de grens over en zet koers naar het Noord-Franse Meurchin. De route loopt verder naar Orchies en Douai waar halt wordt gehouden.

4LD(-) en III/3AP  in Frankrijk
De trein met de militairen van het 4LD rijdt de tweede dag van Nantes via La Roche-sur-Yon naar La Rochelle.

4LD(-) en III/3AP in Frankrijk
De trein van 4LD verlaat La Rochelle en passeert Angoulême om tegen de avond Bordeaux te bereiken.

Detachement Lt de Thier
Op 19 mei komt het detachement voltallig toe te Vlamertinge ten westen van Ieper. Het detachement zoekt er kantonnementen op om de nacht van 19 op 20 mei door te brengen. 

4LD(-) en III/3AP in Frankrijk
De trein van 4LD verlaat Bordeaux en komt aan het eind van de dag toe te Toulouse. 

Detachement Lt de Thier
Na de nacht te Vlamertinge doorgebracht te hebben wordt het detachement doorverwezen naar het Opvangcentrum voor geïsoleerde militairen van Poperinge. Hier wordt de Bij Depot AP/4LD van de rest afgesplitst en naar Sint-Jan-ter-Biezen doorgestuurd om er opgevangen te worden in het Opvangcentrum voor de Artillerie (CRIA Aie). Het detachement van Lt de Thier telt nu nog een dertigtal militairen oorspronkelijk behorende tot 4LD, een groot gedeelte nog in burgerkledij. Het detachement staat nu onder bevel van Generaal-majoor Clement.

II/4AP aangehecht aan 4LD in Frankrijk
Wanneer de colonne de Franse stad Frévent passeert wordt ze onder vuur genomen door de Duitse Luchtmacht. Bij dit incident komt Soldaat Karel Goossens van II/4AP om het leven. Soldaat Camiel Daelman van 4LD, die zich naar alle waarschijnlijkheid bij de colonne van II/4AP aangesloten had, sneuvelt vermoedelijk ook tijdens dit bombardement (TBC).

De Duitse voorhoede bereikt de Atlantische kust te Noyelle-sur-Mer op 21 mei.

De Duitse voorhoede bereikt de Atlantische kust te Noyelle-sur-Mer op 21 mei.

4LD(-) en III/3AP in Frankrijk
Het traject Toulouse, Carcasonne, Narbonne, Béziers wordt afgelegd.

II/4AP aangehecht aan 4LD in Frankrijk
De colonne vrachtwagens komt toe in Emanville ten noorden van de Seine en is net de Somme kunnen oversteken vooraleer de Duitsers in de nacht van 20 op 21 mei Noyelle-sur-Mer, aan de monding van de Somme, bereiken. II/4AP is door het oog van de naald gekropen en ternauwernood aan krijgsgevangenschap ontsnapt.

Detachement Lt de Thier in Franrijk
De Luitenanten Wilkin, Dendal, Leonard, Pirotte en Clausset worden toegevoegd aan de staf van GenMaj Clement, Lt de Thier wordt samen met Lt Tomsin en de dertig man van het 4LD met vijf vrachtwagens, geladen met militaire kledij afkomstig van het depot van Ronse, naar Saint-Omer gestuurd. Het detachement komt er in de loop van de namiddag toe. Lt de Thier meldt zich aan bij de Franse plaatscommandant die hem doorstuurt naar Longuenesse ten zuiden van Saint-Omer gezien de stad zelf voortdurend gebombardeerd wordt door de Duitse luchtmacht.

Hergroeperingszones Conches en L’Aigle van de 7Div ten zuiden van de Seine.

4LD(-) en III/3AP in Frankrijk.
De laatste etappe gaat van Béziers naar Montpellier, Nîmes, Avignon en vervolgens naar Pont-Saint-Esprit in de Provence. Iets na middernacht komt de trein toe in Pont-Saint-Esprit. De trein wordt ontladen en het 4LD installeert zich in Saint-Alexandre. Naast Cdt Saintehuile en Cdt Belin zijn ook nog volgende officieren met zekerheid naar Frankrijk geëvacueerd: Cdt Dethioux, Lt Van Varenbergh, Lt Bivort, Lt Jacob, Lt Pleitinckx en Lt Pirsay.

II/4AP aangehecht aan 4LD in Frankrijk
Op 22 mei steekt II/4AP de Seine over te Rouen en wordt doorgestuurd naar Conches-en-Ouche (Eure) waar ze een kantonnement krijgen toegewezen door de 7de Infanteriedivisie (7Div). Hier komt II/4AP onder bevel te staan van de 7Div die verantwoordelijk is voor de opvang en bevoorrading van Belgische eenheden die zijn kunnen ontsnappen aan de Duitse omsingeling. Het 4LD is niet langer verantwoordelijk voor deze eenheid, II/4AP wordt onder bevel geplaatst van de 7Div.

Detachement Lt de Thier in Frankrijk
Er wordt een kledingdepot opgesteld te Longuenesse. Wanneer vernomen wordt dat de Duitse voorhoede oprukt naar Saint-Omer wordt het depot overgeplaatst van Longuenesse naar Eperlecque. Hier wordt de nacht van 22 op 23 mei doorgebracht.

Detachement Lt de Thier in Frankrijk
Te Eperlecque wordt het detachement voorbijgestoken door gemotoriseerde Duitse elementen zonder echter opgemerkt te worden. Ze slagen erin per camion te ontsnappen langs het noordoosten en kunnen een zestal kilometer verderop te Watten de bevriende linies opnieuw oversteken. Hier moeten ze de vijf vrachtwagens achterlaten omdat ze van de Fransen geen toelating krijgen om de ondermijnde brug over de Aa met de voertuigen over te steken. De terugtocht wordt te voet voortgezet en om 20u00 wordt Oostkappel (FRA) op de Frans-Belgische grens bereikt. 

4LD(-) in Frankrijk
Op 24 mei start een lange periode van hergroepering, heruitrusting en dagelijkse routine. 

Detachement Lt de Thier in Frankrijk
Het detachement wordt na telefonisch contact met de staf van van GenMaj Clement doorgestuurd van Oostkappel (FRA) naar De Panne. Een eerste etappe brengt het detachement naar Steenkerke nabij Veurne. Hier wordt de nacht van 24 op 25 mei doorgebracht. 

Detachement Lt de Thier 
In Veurne neemt Lt de Thier contact op met de plaatscommandant, generaal Massart, die hem terugstuurt naar Reninge waar zich een Opvangcentrum voor Geïsoleerde militairen bevindt. Van hier uit trekt het detachement verder naar Stavele waar een kantonnement wordt opgezocht in het Stavels Hoekje. Te Stavele wordt het detachement onder bevel gesteld van Kapitein-commandant Mahaux, bataljonscommandant van het IIde Bataljon van het 3de Regiment Hulptroepen (II/3HuT). 

Detachement Lt de Thier 
Te Stavele wordt het detachement uitgebreid tot 200 man die als geïsoleerde militairen in de slagorde van de 7Cie van II/3HuT waren opgenomen. 

Detachement Lt de Thier 
Om 22u00 krijgt Lt de Thier opdracht van Cdt Mahaux om met zijn detachement, dat intussen is aangegroeid tot een 400 tal manschappen, naar Gistel te marcheren. Het detachement wordt in twee gesplitst, een gedeelte onder bevel van Lt de Thier zal voorop marcheren, een tweede detachement onder bevel van Lt Tomsin zal volgen. Een nachtmars wordt ingezet via Diksmuide, Leke en Sint-Pieterskapelle. Het detachement van Lt Tomsin haakt af te Leke nadat hij te Leke het nieuws verneemt van de capitulatie. Het detachement van Lt de Thier marcheert verder en eenmaal te Gistel aangekomen verneemt ook Lt de Thier dat de oorlog voorbij is. Lt de Thier gaat op zoek naar een eenheid onder wiens commando hij zijn detachement kan onderbrengen. Wanneer hij terugkomt is zijn ganse detachement verdwenen. De manschappen vertrokken naar huis of naar hun eigen eenheid indien die zich in de buurt bevond. Alleen Lt Lelivre bevindt zich nog in Gistel. Beide officieren reizen af naar Brugge waar ze worden opgenomen in de rangen van het Iste Bataljon Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (I/GVCE) van Kapitein-commandant Kunnen. Lt de Thier demobiliseert op 9 juni samen met de rest van het I/GVCE in het Nederlandse dorp Eede.

4LD in Frankrijk
Op 28 mei is de reorganisatie van het 4LD in de schoot van het VOC/ChA afgerond. Een nieuwe Bij Depot AP werd opgericht. Het 4LD in Frankrijk, nog steeds onder bevel van Cdt Saintehuile, bestaat uit een Staf Depot, een Staf Depot Gezondheidsdienst, een Cie Hulptroepen, een Batterij Artilleriepark en een Cie Algemene Diensten. De eenheid wordt aangevuld met oudere reservisten die als geïsoleerde militairen aan de omsingeling van Abbeville wisten te ontsnappen en die werden doorgestuurd naar het Opvangcentrum van het VOC/ChA te Pont-Saint-Esprit.

4 juni 1940

4LD in Frankrijk
De EM/TRI onder bevel van Luitenant-generaal Wibier, is ingegaan op een Frans verzoek om 10.000 militairen te leveren voor het uitvoeren van veldwerken ten voordele van de Franse divisies opgesteld in tweede echelon langs de Seine, in Parijs en langs de Marne. In eerste instantie worden de Bataljons Versterking aangeduid voor deze opdracht teneinde de opleiding van de jonge rekruten niet te onderbreken. Aan het VOC/ChA worden initieel drie werkbataljons met elk vier compagnies van 250 militairen gevraagd. Generaal-majoor Lambert, commandant van het VOC/ChA duidt het 7de Regiment Ardeense Jagers (7ChA) om twee bataljons te leveren, het Xde Bataljon Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (X/GVCE) wordt aangeduid om het derde werkbataljon te leveren. Het 4LD zal versterkingen leveren (vermoedelijk een 600  tal – TBC) aan  het IVde Werkbataljon (nader onderzoek moet uitmaken welke eenheid dit werkbataljon levert- TBC) en aan het Vde Werkbataljon, bevolen door Kapitein-commandant Berns, bataljonscommandant van X/GVCE. 

6 juni 1940.

4LD in Frankrijk
Cdt Dethioux,  Lt Bivort, Lt Pleitinckx, Lt Jacob en Lt Pirsay zijn aangeduid voor het werkbataljon van het X/GVCE dat eveneens deel uitmaakt van het VOC/ChA. Het werkbataljon zal ingezet  worden in de Versterkte Positie Verdun. Het X/GVCE is gekantonneerd te Aiguèze in de vallei van de Ardèche op een tiental kilometer van Pont-Saint-Esprit. Er wordt koortsachtig gewerkt om het werkbataljon paraat te stellen dat deels is samengesteld uit compagnies van het X/GVCE. Cdt Dethioux krijgt het bevel over de 3Cie met als pelotonscommandanten Lt Becquet, Lt Bivort, Lt Pleitinckx en Lt Jacob. Lt Pirsay krijgt het bevel over het 2de Peloton van de 2Cie bevolen door Kapitein-commandant Poppe van X/GVCE. Het werkbataljon is slecht uitgerust en de 2Cie van Cdt Poppe wordt slechts vervolledigd anderhalf uur voor het vertrek van de trein (vermoedelijk is het peloton van Lt Pirsay nog op het allerlaatste moment opgeroepen om het bataljon te vervoegen – TBC). De vierde compagnie van het bataljon, die geleverd zou worden door het Bataljon Versterking van het 10de Regiment Jagers te Voet (II/10J), is zelfs nooit komen opdagen.  Anderzijds wordt Lt Van Varenbergh met een peloton toegevoegd aan de compagnie van Kapitein Ahrens (TBC) [6] van het IVde Werkbataljon dat bevolen wordt door Kapitein-commandant De Boever (TBC), bataljonscommandant van het Bataljon Versterking van het 12de Regiment Jagers te Voet

7 juni 1940

Traject afgelegd door het werkbataljon van X/GVCE van 9 mei tot 19 mei 1940.

Traject afgelegd door het werkbataljon van X/GVCE van 9 juni tot 19 juni 1940 (projectie op recente kaart).

Het Château de Boucq waar het werkbataljon van X/GVCE kantonneerde tijdens de nacht van 17 op 18 juni

Het Château de Boucq waar het werkbataljon van X/GVCE kantonneerde tijdens de nacht van 17 op 18 juni (foto van 1915)

Detachement Dethioux/4LD in Frankrijk
Op 9 juni komt het werkbataljon om 04u00 toe te Rupt-en-Woëvre waar een kantonnement wordt ingenomen in afwachting van het krijgen van een opdracht van de Fransen. Cdt Berns ontmoet in de loop van de dag de Franse Général de Corps d’Armée (oftewel Luitenant-generaal) Dubuisson, militair commandant van de vesting Verdun, en krijgt de belofte dat de Fransen het bataljon zullen bewapenen en voorzien van materieel. Hij krijgt stafkaarten ter beschikking en ontvangt de opdracht om zich met zijn bataljon naar Montzéville, ten westen van Verdun, te begeven. Op 10 juni verlaat het werkbataljon om 21u30 Rupt-en-Woëvre en zet zich te voet op weg naar zijn operatiegebied te Montzéville. Op 11 juni komt het bataljon rond 01u00 toe in Nixéville-Blercourt, net ten zuiden van Montzéville, waar ze een kantonnement innemen in een bos nabij het dorp. De ganse dag wordt doorgebracht te Nixéville om de opdracht van het bataljon voor te bereiden en de nodige verkenningen uit te voeren. Het werkbataljon moet de omliggende dorpen defensief inrichten door het graven van loopgrachten en het aanleggen van anti-tank hindernissen. In de loop van de dag ontvangt het bataljon gereedschap om werkzaamheden uit te voeren. Op 12 juni wordt naar Montzéville gemarcheerd en gestart met de werkzaamheden. Te Montzéville wordt het bataljon nog versterkt met het peloton van Luitenant Gobbe van het 40ste Regiment Genie (40Gn). Het peloton van Lt Gobbe alsook Lt Vande Velde en OLt Regniez worden in de getalsterkte van het werkbataljon opgenomen. Door de snelle opmars van de Duitsers moeten de werkzaamheden op 13 juni al stilgelegd worden. Om 05u00 wordt het gereedschap terug overgemaakt aan de Fransen waarop het werkbataljon om 13u00 vertrekt uit Montzéville richting Rumont. Te Lempire-aux-Bois wordt halt gehouden om in een bos kantonnementen voor de nacht op te zoeken. Op 14 juni komt het bataljon onder bevel te staan van de Franse Colonel Sapeau die hen bevel geeft door te marcheren tot Le Petit Rumont waar in de bossen gekantonneerd wordt tijdens de nacht van 14 op 15 juni. Die bewuste nacht komt de Franse Colonel Sapeau om het leven bij een persoonlijk ongeval met zijn dienstwapen nadat hij het nieuws heeft vernomen van de inname van Parijs door de Duitsers. Het bataljon verliest hierdoor alle contact met het HK van LtGen Dubuisson. Op 15 mei wordt een ganse dag gerust in het kantonnement te Rumont. Tijdens deze rustdag raakt OLt Jacob van 4LD bij een niet nader gedocumenteerd incident gewond. Hij wordt nog overgebracht naar Bar-le-Duc voor medische bijstand maar overlijdt aan de gevolgen van zijn verwondingen. Op zijn terugtocht naar het zuiden passeert het werkbataljon van I/12J, bevolen door Kapitein-commandant Joris, in de loop van de dag Rumont. De nacht van 15 op 16 mei wordt nog in Rumont doorgebracht waarna de volgende ochtend via Sampigny doorgemarcheerd wordt  naar Marbotte waar kantonnementen worden ingenomen voor de nacht. Op 17 mei wordt een marsetappe afgelegd van Marbotte naar Boucq waar kantonnementen worden opgezocht in het park van het Château de Boucq. Vanuit Boucq stuurt Cdt Berns Luitenant Singelyn (TBC) als verbindingsofficier naar het HK van LtGen Dubuisson, maar de verbinding kan niet hersteld worden want de luitenant wordt op de terugweg van het HK naar Boucq krijgsgevangen genomen. De volgende dag beslist Cdt Berns dan maar om verder naar het zuiden te marcheren via Toul en Crécey tot Xirocourt waar opnieuw gekantonneerd wordt. Te Toul maakt het bataljon contact met de Duitse voorhoede zonder verliezen te lijden. De Duitse voorhoede bekommert zich niet om het werkbataljon en zet zijn verkenningsopdracht verder. Wanneer het bataljon Vézelise passeert wordt het dorp gebombardeerd. Hierbij komen naast Korporaal Dion en Soldaat Guibert van het peloton genie ook nog 17 Franse soldaten en 25 burgers om het leven [7]. Na de nacht te Xirocourt te hebben doorgebracht wordt op 19 juni na een mars van 160 kilometer Chambres bereikt. Hier wordt het werkbataljon van X/GVCE om 20u00 omsingeld en in zijn geheel krijgsgevangen genomen. Cdt Berns weet aan gevangenschap te ontsnappen en zoekt een eigen weg terug naar het zuiden. Hij wordt uiteindelijk door de Duitsers gegrepen te Mancey op enkele kilometer van wat later de demarcatielijn met het niet bezette deel van Frankrijk zal zijn.  

Detachement Van Varenbergh/4LD in Frankrijk
Het werkbataljon waartoe het detachement van Lt Van Varenbergh behoort zou initieel ingezet moeten worden te Romilly-sur-Seine. Ook hier dient onder Duitse druk de terugtocht aangevat te worden zonder dat de werkzaamheden zijn kunnen beginnen. Het detachement van Lt Van Varenbergh verplaatst zich te voet (TBC) van Romilly-sur-Seine naar Villeneuve-l’Archévêque dat op 14 juni om 05u00 bereikt wordt. Cdt de Thiel stuurt het bataljon door naar Joigny waar tegen 21u00 kantonnementen opgezocht worden.  Op 15 juni wordt Joigny verlaten om 05u00 en na een nieuwe geforceerde mars wordt Cosne-sur-Loire bereikt om 16u00. Het werkbataljon vindt er onderdak in de kazerne Binot.  Van Cosne gaat het naar Savigny-en-Sancerre, La Chapelotte, Saint-Martin-d’Auxigny en Méhun-sur-Yevre om op 18 juni om 02u00 in Quincy aan te belanden. Van Quincy gaat het verder te voet tot Issuodun waar de trein kan worden genomen naar het zuiden. Per spoor wordt verder gereisd van Issuodun naar Châteauroult, Limoge, Brive-la-Gaillarde, Toulouse. Hier wordt overgestapt op een trein die het detachement naar Grenade brengt van waaruit Pont-Saint-Esprit bereikt wordt. Lt Van Varenbergh is één van de weinigen die erin slaagde om met zijn detachement terug te keren naar het 4LD. 

20 juni 1940

4LD in Frankrijk
Het uitsturen van de werkbataljons was slecht voorbereid en de uitvoering van de opdracht liep volledig in het honderd. Het Franse leger was niet in staat de Duitse stormloop te stuiten en al snel moesten de werkbataljons teruggestuurd worden. Daarenboven wordt op 17 juni de Franse capitulatie aangekondigd. De terugkeer van de werkbataljons, waartoe ook manschappen van 4LD behoren, naar Pont-Saint-Esprit verloopt niet van een leien dakje. Een groot gedeelte van de manschappen wordt gevangen genomen en de rest keert in kleine groepjes terug. 

23 juni 1940

4LD in Frankrijk
Het VOC/ChA en het 4LD worden ontbonden. De manschappen van 4LD gaan integraal over naar de 10Cie van het Regiment Hulptroepen (Regt HuT) en blijven in Saint-Alexandre. Cdt Belin neemt het bevel over de 9Cie van het Regt HuT die zich in Saint-Julien-de-Peyrolas (Ardeche) bevindt.

24 augustus 1940

4LD in Frankrijk
Wat overblijft van het 4LD kan op 23 augustus per trein uit Pont-Saint-Esprit vertrekken. Deze trein komt op 26 augustus om 06u30 toe in het Zuidstation te Brussel waarna iedereen gedemobiliseerd wordt. Zowel Cdt Saintehuile als Cdt Belin zijn met deze trein teruggekeerd naar België.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
4LDDAELMANCamiel, L.G.SdtMil2610.10.1904Watermaal-Bosvoorde20.05.1940Frévent (F)
4LDDIVEMarcel, V.SgtMil2720.01.1907Romedenne29.06.1940Klemskerke
4LDJACOBArmand, S.E.LtRes12.01.1899Liège15.06.1940Bar-le-Duc (F)
4LDJACQUESMaurice, H.M.BrigMil2718.10.1907Liège27.05.1940Tielt
4LDMASSEJules, J.SdtMil2811.03.1907Croix-lez-Rouveroy17.05.1940Louvigny (F)
4LDMASSOYJeanSdtMil29.06.1909Liège10.05.1940Charleroi
4LDRENARDRodolphe, C.H.SdtMil1630.07.1896Andenne18.05.1940Avesnes (F)
4LDSAEYRaymondSdtMil2416.09.1904Bassevelde27.06.1940Guttstadt (D)
4LDVAN FRAECHEMLeo, J.KplMil2705.02.1907Sint-Lambrechts-Woluwe21.05.1940Boulogne (F)

Bibliografie en Bronnen

  1. Achtergrondinformatie bij de Schuttershofkazerne te Sint-Truiden [On Line Beschikbaar]:  https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/sint-truiden-saint-trond/ [Laatst geraadpleegd 03 december 2020]
  2. Nota 2045 van het 4LD opgesteld op 8 mei 1940 gericht aan het 2LD gestationeerd te Hemiksem met de vraag waar het II/4AP naartoe gestuurd moet worden eens de groep door 4LD gemobiliseerd is. Cdt Saintehuile ontvangt op 10 een antwoord van het 2LD, inclusief schets. De nota bevindt zich in het dossier van het 4LD bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  3. Het telegram dat Cdt Saintehuile om 09u09 aan de EM/TRI verstuurde bevindt zich in het dossier van het 6LD bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
  4. Het betrof enkel een verkenningspatrouille, de voorhoede van de Duitse aanval had op dat ogenblik pas Tongeren bereikt. De hoofdkrachtinspanning van het Duitse offensief ten westen van de Maas werd trouwens niet richting Sint-Truiden gevoerd maar wel in de richting van Borgworm – Hannuit – Eghezée – Gembloers met de bedoeling zo snel mogelijk contact te maken met het 1ste Franse Leger.
  5. Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening bestond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies.  “L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940)”, door Lerecouvreux, Nouveaux Editions Latines, Paris, 1956. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019].
  6. Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Fernand Van Varenbergh, aangehecht aan de Cie Depot Hulptroepen. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4LD bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. Lt Van Varenbergh beschrijft in het verslag onder meer de omzwervingen van een werkbataljon dat werd ingezet nabij Romilly-sur-Seine en op eigen kracht terugkeerde naar Zuid-Frankrijk. Hij vermeld echter niet welke eenheid het commando voert over het bataljon. In zijn verslag vermeld hij wel Kapitein Ahrens en de Kapitein-commandanten De Boever en Glineur. Cdt de Boever was de bataljonscommandant van het Bataljon Versterking van 12J (II/12J), een bataljon dat door 12J in eerste instantie werd aangeduid door 12J om een werkbataljon samen te stellen. Cdt Glineur behoorde ook tot 12J. Tot nu toe zijn er geen andere bronnen opgedoken die de uitzending van II/12J als werkbataljon documenteren waardoor enkel het vermoeden kan worden uitgesproken dat Lt Van Varenbergh deel uitmaakte van het werkbataljon van II/12J.
  7. Achtergrondinformatie bij het overlijden van Korporaal Dion en Sdt Guibert verschenen in een artikel van de Franse krant “L’Est-Républicain” op 21 juin 2020. [On Line beschikbaar]: https://bel-memorial.org/cities/abroad/france/vezelise_meurthe-et-moselle/vezelise_tombe_belge.htm  [Laatst geraadpleegd 14 september 2021]. 
  8. Uitgebreid getypt verslag opgesteld in het Frans door Luitenant ridder Léon de Thier-Nagelmaekers, commandant van een ad hoc gevormde groep militairen van ongeveer 100 man die aansluiting verloor met de rest van 4LD en die in België gebleven zijn. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4LD bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  9. Summier handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Tomsin, adjunct van Lt de Thier. Het verslag komt overeen met het verslag van Lt de Thier en bevindt zich in het dossier van het 4LD bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie. 
  10. Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Pirnay, aangehecht aan de Cie Depot Hulptroepen. Het verslag van Lt Pirnay is zeer summier over de veldtocht zelf maar beschrijft gedetailleerd de terugtocht van het werkbataljon van X/GVCE onder bevel van Cdt Berns. Het verslag komt in grote mate overeen met het verslag in het synthesedossier TRI (zie 12). Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4LD bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  11. Summier getypt verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Cobbaert, aangehecht aan de Cie Depot Hulptroepen. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4LD bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  12. Gedetailleerd getypt verslag betreffende de vier eerste dagen van de veldtocht van 4LD, opgesteld in het Frans door Kapitein van de Administratie Licour, administrateur en schatbewaarder van het 4LD. Het verslag werd op 14 mei 1940 opgesteld om het verlies van zijn administratie en een aantal fondsen te rechtvaardigen. Een kopie werd op 14 februari 1945 overgemaakt aan het archief. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 4LD bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  13. Gedetailleerd getypt verslag betreffende het werkbataljon van XX/GVCE van Cdt Berns. Het verslag bevindt zich in het synthesedossier TRI bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  14. L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne,