31ste Regiment Artillerie

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 31ste Regiment Artillerie | 31ème Régiment d’Artillerie | 31A
Type Versterkings- en Opleidingsregiment
Ontdubbeld van 6de Regiment Artillerie
11de Regiment Artillerie
14de Regiment Artillerie
Onderdeel van Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie
Bevelhebber Luitenant-kolonel Gérard Labens
Adjudant-majoor Luitenant A. Stoumont
Standplaats Kazerne Géruzet, Etterbeek
Samenstelling I Groep
(Reservisten 6A, Divisieartillerie 6Div)
1ste Batterij Instructie C75 GP kanonnen (Cdt Maurice Poncelet)
2de Batterij Instructie 3 X C75 TR kanonnen (Lt Arnould Stas)
3de Batterij Instructie 3 X C75 TR kanonnen (Lt R. Willems)
4de Batterij Instructie Ob105 GP houwitsers (Lt G. De Bauer)
1ste Batterij Versterking (Kapt SBH Jean Cassaert)
2de Batterij Versterking (Cdt P. Vaelen)
1/I/31A
2/I/31A
3/I/31A
4/I/31A
1VB/I/31A
2VB/I/31A
  II Groep
(Reservisten 11A, Divisieartillerie 5Div)
1ste Batterij Instructie C75 GP kanonnen (Lt W. Verset)
2de Batterij Instructie 3 X C75 TR kanonnen (Lt E. Roland)
3de Batterij Instructie 3 X C75 TR kanonnen (Lt A. Coucke)
4de Batterij Instructie Ob105 GP houwitsers (Lt H. Hennebert)
1ste Batterij Versterking (Cdt René Debergh)
2de Batterij Versterking (Lt J. Verheyen)
1/II/31A
2/II/31A
3/II/31A
4/II/31A
1VB/II/31A
2VB/II/31A
  III Groep (Kapitein-commandant Jean Gaudissart)
(Reservisten 14A, Legerkorpsartillerie I/LK)
1ste Batterij Instructie C105 L kanonnen (Cdt J. Gaudissart)
2de Batterij Instructie Ob155 M17 Schneider houwitsers (Lt M. Gilis)
1ste Batterij Versterking (Lt L. Petit)
2de Batterij Versterking (Cdt François Streel)
1/III/31A
2/III/31A
1VB/III/31A
2VB/III/31A
  Schoolbatterij (Kapitein-commandant Hervé Doyen)  
  Batterij Depot en Algemene Diensten (Luitenant Res A. Collet)  

Tijdens de mobilisatie

Staf/31A
In vredestijd stonden de verschillende artillerieregimenten van het actieve leger zelf in voor de opleiding van hun nieuwe dienstplichtigen. Dit gebeurde in de Schoolbatterij van elk regiment afzonderlijk waar de dienstplichtigen werden opgeleid op het type kanon dat in het regiment werd gebruikt. De schoolbatterijen beschikten over hun eigen kanonnen. Elke lichting (oftewel klas) dienstplichtigen werd in twee opgedeeld; diegenen geboren in de eerste helft van het jaar werden opgeroepen in februari en moesten in maart hun eenheid vervoegen om er hun opleiding aan te vangen, diegenen geboren in de tweede helft van het jaar werden in augustus opgeroepen om in september hun opleiding te starten. Omdat na afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan op 26 augustus 1939 de gemobiliseerde regimenten van het actief leger hun vredesvoet kazerne onmiddellijk moeten verlaten om hun gevechtsstellingen in te nemen, kunnen zij deze opleidingstaak niet langer op zich nemen.  Voor de opleiding van de dienstplichtigen die behoren tot de tweede helft van de klas ’39 moest snel een oplossing worden gevonden. 

Er bestonden echter voor de artillerie en de genie, in tegenstelling tot de andere wapens van het leger, geen plannen voor de oprichting van een eigen versterkings- en opleidingsstructuur. Initieel bleven vanaf september de schoolbatterijen alleen achter in het vredesgarnizoen van de verschillende artillerieregimenten om er de opleiding voort te zetten. De schoolbatterijen werden wel per legerkorps ondergebracht in een Aanvullings en Opleidings Depot van de Artillerie (AOD/A). Zo onstaat het AOD/A van het Iste Legerkorps (AOD/A I/LK) die de Schoolbatterijen van 6de Regiment Artillerie (6A), het 11de Regiment Artillerie (11A) en het 14de Regiment Artillerie (14A) groepeert. Gezien de mobilisatie bleef duren werd een meer gestructureerde oplossing gevonden voor de opleiding van de dienstplichtigen behorende tot de eerste helft van de lichting ’40. In maart 1940, vlak voor de aankomst van deze dienstplichtigen, wordt het AOD/A I/LK [1] omgevormd tot het 31ste Regiment Artillerie (31A). Het nieuwe regiment wordt gemobiliseerd in de Kazerne Majoor Géruzet te Etterbeek [2] en dient zich te ontfermen over de nog niet opgeleide artilleristen en de nog niet gemobiliseerde reservisten van 6A, 11A en 14A. Het 31A staat onder het bevel van Luitenant-kolonel Labens die als actief officier vanuit het mobilisatiekantonnement van 14A in Rijkhoven naar de kazerne Rolin gestuurd wordt om er de oprichting van 31A voor te bereiden. De eerste kern van 31A wordt gevormd door het samenbrengen van de Schoolbatterijen van 6A, 11A en 14A. De schoolbatterijen worden omgevormd tot instructiebatterijen die per type kanon de opleiding zullen organiseren. Op hun beurt worden de instructiebatterijen samengebracht in een groep (benaming voor een bataljon bij de artillerie). Elke groep van 31A zal instaan voor de instructie van de dienstplichtigen bestemd voor een specifiek artillerieregiment van het vooroorlogse Iste Legerkorps (I/LK)Hierdoor zijn de batterijen van 31A niet doorlopend genummerd maar start de nummering opnieuw voor elke groep. 

Geruzet Kazerne Etterbeek

Kazerne Majoor Géruzet te Etterbeek waar het 31A werd opgericht, tevens vredestijd garnizoen van 6A.

In elke groep zijn ook een aantal Versterkingsbatterijen voorzien die moeten instaan voor de opvang van oudere reservisten en vrijgestelden. Tot 09 mei 1940 bestaan de Versterkingsbatterijen enkel uit kaderpersoneel en zullen pas aangevuld worden met manschappen na de afkondiging van algemene mobilisatie (oftewel Fase E van het mobilisatieplan) naar aanleiding van de start van de vijandelijkheden. Deze batterijen hebben geen eigen kanonnen en worden in afwachting van de algemene mobilisatie op non-actief geplaatst. Eens op oorlogsvoet gebracht zal het regiment kunnen beschikken over 73 officieren, 177 onderofficieren en 3785 manschappen.

I/31A en II/31A
De Iste Groep (I/31A) zal de dienstplichtigen opleiden bestemd voor 6A een Nederlandstalig regiment  divisieartillerie behorende tot de 6de Infanteriedivisie (6Div), terwijl de IIde Groep (II/31A) de dienstplichtigen zal opleiden bestemd voor 11A, een Franstalig regiment divisieartillerie behorende tot de 5de Infanteriedivisie (5Div).

III/31A
De dienstplichtigen bestemd voor 14A, het regiment legerkorpsartillerie van het I/LK, worden opgeleid door de IIIde Groep (III/31A). Er bestaat ook een verband tussen bepaalde instructie- en versterkingsbatterijen, namelijk bepaald door het type kanon dat werd gebruikt. Zo zijn er in III/31A twee soorten kanonnen beschikbaar, de C105L en de Ob155 M17, twee type kanonnen gebruikt bij de legerkorpsartillerie. Daar waar de instructiebatterij 1/III/31A uitgerust was met het kanon C105L om de nieuwe rekruten mee op te leiden zullen in 1VB/III/31A de oudere reservisten verzameld worden die tijdens hun legerdienst in 14A met dit kanon hebben leren omgaan. Hetzelfde geldt voor 2/III/31A uitgerust met de Ob155 M17 Schneider en 2VB/III/31A.

SchoolBij/31A
31A heeft ook een eigen Schoolbatterij (SchoolBij/31A). In deze Schoolbatterij worden de toekomstige kaders gegroepeerd. Het betreft de Kandidaat Reserve Onderluitenanten (KROLt) en de Kandidaat Reserve Onderofficieren (KROO) bestemd voor 6A, 11A en 14A. De batterij wordt bevolen door Kapitein-commandant Doyen.

Brasserie de la Chasse Royale aan de Waversesteenweg in Oudergem, alarmkantonnement van 1/I/31A

Staf/31A
De Staf/31A ontvangen rond 01u30 het algemeen alarm en krijgt het bevel om het regiment bij eerste klaarte te verplaatsen naar vooraf verkende alarmkantonnementen in de buitenwijken van Brussel. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden door de Duitse luchtmacht en bijgevolg moeten de batterijen instructie van 31A zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid stellen. De instructiebatterijen  van 31A nemen onder meer de volgende kantonnementen in:

  • 1/I/31A: Brouwerij De Koninklijke Jacht (oftewel Brasserie de la Chasse Royale) aan de Waversesteenweg Nr 1140 te Oudergem [3].
  • 2/I/31A: TBD
  • 3/I/31A: TBD
  • 4/I/31A: Lotharingenlaan te Oudergem
  • 1/II/31A: Koninklijk Atheneum aan de Houzeaulaan 87 te Ukkel
  • 2/II/31A: TBD
  • 3/II/31A: TBD
  • 4/II/31A: Villa Lotharingen aan de Diesdellelaan 75 te Ukkel
  • 1/III/31A: TBD
  • 2/III/31A: TBD
  • Schoolbatterij: Koninklijk Atheneum aan de Houzeaulaan 87 te Ukkel

De verplaatsing naar de verschillende alarmkantonnementen was niet geheel ongegrond want in de vroege ochtend van 10 mei dropt de Duitse luchtmacht niet minder dan 33 brandbommen op de Géruzet kazerne. In de mobilisatieplannen is ook voorzien dat de verschillende Versterkings- en Opleidingsregimenten na afkondiging van de algemene mobilisatie, zich naar oorlogskantonnementen moeten begeven die gelegen zijn in diverse kleinere dorpen en steden van West- en Oost-Vlaanderen. In deze oorlogskantonnementen, enigszins verwijderd van de vijandelijkheden, kan de opleiding in relatieve rust voortgezet worden. Voor het 31A is de voorziene kantonnementsplaats de gemeente Knesselare in Oost-Vlaanderen. In Aalter en Beveren-Waas is een tussenstop gepland indien de lange mars naar Vlaanderen zou moeten aangevat worden.

De voorziene verplaatsing naar Knesselare zal echter niet doorgaan want om 05u50, nog voor de afkondiging van de algemene mobilisatie, ontvangt Luitenant-kolonel Labens een tegenbevel van Luitenant-generaal Renard, Algemeen Inspecteur van de Artillerie en Chef van het Commando Artillerie bij het Groot Hoofdkwartier (GHK). Het 31A moet in zijn alarmkantonnementen te Brussel blijven. Het GHK heeft naar aanleiding van de Duitse luchtlandingen nabij het Nederlandse regeringscentrum  [4] in Den Haag, de beslissing genomen om de vliegvelden rond de hoofdstad van de nodige bewaking te voorzien. De opdracht van 31A bestaat erin om zo snel mogelijk een tactische groepering van vijf batterijen samen te stellen teneinde het vliegveld van Evere onder schot te houden als preventieve maatregel voor het geval dat de vijand een massale luchtlandingsoperatie op dit vliegveld zou ondernemen. Kapitein-commandant Rascart krijgt het bevel over deze groepering. 

Om 06u00 bij afkondiging van de algemene mobilisatie worden de nog niet opgeroepen reservisten gemobiliseerd. Deze reservisten behoren tot de categorie van de vrijgestelde beroepen (landbouwers, mijnwerkers,  leerkrachten en ander overheidspersoneel,…) en tot voorheen nog niet gemobiliseerde militieklassen. Gezien zij hun legerdienst al lang achter de rug hebben zijn ze niet onmiddellijk inzetbaar en moeten ze eerst nog een heropfrissing krijgen van hun militaire basiskennis in één van de Batterijen Versterking die vanaf nu geactiveerd worden. De activatie van de batterijen versterking gebeurt in de Géruzet kazerne waar de reservisten toestromen na afkondiging van de algemene mobilisatie.

Eveneens om 06u00 krijgt LtKol Labens van de Generale Staf der Versterkings- en Opleidingstroepen (oftewel Etat-major des Troupes de Renforts et d’Instruction – EM/TRI) het bevel om de niet te Brussel ingezette batterijen van zijn regiment over te brengen naar Knesselare. Na contactname met het GHK wordt ook dit bevel herroepen. 31A moet een tweede groepering klaarstomen, ditmaal om het vliegveld van Zaventem/Steenokkerzeel onder schot te houden. Deze tactische groepering wordt toevertrouwd aan Kapitein-commandant Doyen. Tegen de avond staan negen van de tien instructiebatterijen van 31A klaar om indien nodig het vuur te openen op de Brusselse vliegvelden. De artilleriestukken worden weliswaar bemand door rekruten van de klas ’40 met weinig ervaring [5]. De negen instructiebatterijen van 31A komen onder bevel te staan van de 1ste Militaire Circonscriptie geleid door Luitenant-generaal baron van Strydonck de Burkel. Enkel 2/III/31A wordt niet ingezet vermoedelijk omdat die batterij uitgerust is met de zware 155mm M17 Schneider houwitsers die niet geschikt zijn voor deze opdracht.

Groepering Rascart (1/I/31A, 4/I/31A, 1/II/31A, 4/II/31A en 1/III/31A)
Kapitein-commandant Rascart, chef van de voormalige Schoolbatterij van het 11A, wordt in de vroege ochtend aangeduid als commandant van een tactische groepering om het vliegveld van Evere onder schot te houden. Twee instructiebatterijen met 75mm GP kanonnen, twee batterijen met 105mm GP houwitsers en één batterij met 105mmL kanonnen worden aangeduid voor deze missie. De Groepering Rascart moet stelling nemen op de grens van Oudergem en Sint-Pieters-Woluwe nabij de wijk “Vogelzang” (in en om de Avenue du Chant d’Oiseaux in Oudergem) met als waakrichting het nationale vliegveld van Evere. Cdt Rascart vertrekt onmiddellijk op verkenning met de batterijcommandanten om de stellingname voor te bereiden. Deze opdracht was niet vooraf gepland waardoor het regiment niet beschikt over een dossier met vooraf verkende stellingen. Rond de middag staan de stukken opgesteld en werkt het regiment aan het verdelen van een dotatie van 50 obussen per kanon.

C75TR Kanon

Een C75mm TR snelvuurkanon in stelling. Met dit type kanon waren de vier instructiebatterijen van de Groepering Doyen initieel uitgerust.

Groepering Doyen (2/I/31A, 3/I/31A, 2/II/31 en 3/II/31A)
Tijdens de avond wordt Kapitein-commandant Doyen aangewezen om een tweede groepering samen te stellen met de resterende vier instructiebatterijen uitgerust met 75mm TR (oftewel Tir Rapide) kanonnen. De groepering krijgt de opdracht om het oorlogsvliegveld van Zaventem/Steenokkerzeel onder schot te houden. Cdt Doyen was tot voor de oprichting van het 31A de commandant van de Schoolbatterij van het 6A/14A, en na de oprichting van 31A commandant van de Schoolbatterij van het regiment. De vier batterijen van de Groepering Doyen tellen echter elk maar drie van de vier voorziene vuurmonden. Deze kanonnen worden ten zuiden van de spoorweg naar Tervuren ter hoogte van Stokkel in stelling gebracht. 

Staf/31A
LtKol Labens beslist om met een beperkt stafdetachement in Brussel te blijven bij de ingezette instructiebatterijen terwijl hij de rest van het regiment oplegt om hun vertrek naar Knesselare voor te bereiden. Het GHK wordt steeds nerveuzer over de vermeende parachutistendreiging en beslist om 22u00 om zes Bataljons Instructie van verschillende infanterieregimenten behorende tot het 1ste en het 2de Versterkings- en Opleidingscentrum naar Brussel te sturen. Deze bataljons vertrekken nog tijdens de nacht van 11 op 12 mei vanuit Gent naar Brussel waar ze in de rand van de hoofdstad ontplooid zullen worden op de toegangswegen naar het centrum ter aanvulling van de kanonnen van het 31A die de vliegvelden onder schot houden.

Groepering Rascart (1/I/31A, 4/I/31A, 1/II/31A, 4/II/31A en 1/III/31A)
De voortreinen van 1/I/31A, met onder meer de paardengespannen, hebben een kantonnement ingenomen aan de Tumulidreef te Bosvoorde. Rond het middaguur verhuizen de voortreinen naar het Koninklijk Atheneum aan de  Houzeaulaan te Ukkel. De voortreinen van 1/II/31A kantonneren te Wolvendaal.

Groepering Doyen (3/I/31A, 2/II/31 en 3/II/31A)
Gedurende de ochtend van 11 mei laat Cdt Doyen, na toelating gevraagd te hebben aan de Staf/31A, zijn twaalf stuks geschut herverdelen over drie batterijen van telkens vier kanonnen, de 2de Batterij Instructie van I/31A (Lt Stas) houdt op te bestaan. De Luitenanten Willems, Roland en Coucke behouden hun commando. Hij kan deze reorganisatie doorvoeren omdat de vier batterijen die hem zijn toegewezen over hetzelfde materieel beschikken.

Staf/31A, 2/III/31A en Batterijen Versterking
De zes niet-operationele versterkingsbatterijen en 2/III/31A van Lt Gilis vertrekken naar Beveren-Waas, de tussenhalte op de weg naar hun oorlogskantonnement te Knesselare. LtKol Labens blijft met een stafdetachement en de Schoolbatterij bij zijn ontplooide instructiebatterijen te Brussel. De batterijen versterking worden gegroepeerd in één detachement en samen op de trein gezet. Dit detachement bestaande uit oudere reservisten beschikt over geen enkel stuk geschut en heeft slechts een uiterst beperkt aantal persoonlijke wapens en een minimale dotatie munitie.

Groepering Rascart (1/I/31A, 4/I/31A, 1/II/31A, 4/II/31A en 1/III/31A)
De voortreinen van 1/I/31A verhuizen naar de Chaletlaan aan de rand van het Zoniënwoud.

Staf/31A
Terwijl LtKol Labens met een beperkt stafelement achterblijft te Brussel installeert de rest van de staf zich te Knesselare. Door de snelle opmars van de Duitsers werd het voor het GHK snel duidelijk dat de verdere opleiding van de miliciens van de klas ’40 enkel in Frankrijk kon verlopen, dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde. Om die reden geeft de EM/TRI om 14u00 het bevel aan alle eenheden die niet zijn ingezet voor de verdediging van Brussel om zich klaar moeten maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. De verplaatsing naar Frankrijk is echter totaal niet voorbereid. Er is geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er zijn geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen uitgevoerd, er is slechts proviand voor twee dagen en er bestaat geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Het bevel om naar Frankrijk uit te wijken kwam echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en beginnen hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen. Het bevel van de EM/TRI is echter niet van toepassing voor 31A aangezien zij betrokken zijn bij de verdediging van de hoofdstad.

2/III/31A en de Batterijen Versterking (1VB/I/31A, 2VB/I/31A, 1VB/II/31A, 2VB/II/31A, 1VB/III/31A en 2VB/III/31A)
De zes versterkingsbatterijen zonder kanonnen en 2/III/31A met kanonnen worden doorgestuurd van Beveren-Waas naar Knesselare. De eenheden worden verder uitgebouwd naarmate meer wederopgeroepen reservisten bij het 31A aankomen. De reservisten die zich nog aanmelden in de Géruzet kazerne in Brussel worden doorgestuurd naar Knesselare.

Groepering Rascart (1/I/31A, 4/I/31A, 1/II/31A, 4/II/31A en 1/III/31A) en de Groepering Doyen (3/I/31A, 2/II/31A en 3/II/31A)
De detachementen van de Kapitein-commandanten Rascart en Doyen zijn nog steeds te Brussel ontplooid.

Staf/31A en de Batterijen Versterking
Tot nu toe bestaat er geen overkoepelende staf die de inspanningen van de Versterkings- en Opleidings regimenten van de artillerie coördineerd. Deze regimenten krijgen bijgevolg hun orders rechtstreeks van de EM/TRI hetgeen een grote belasting betekent voor de EM/TRI. Om dit euvel op te lossen wordt op 14 mei het Versterkings- en Opleidingscentrum Artillerie (VOC/Aie) te Beernem opgericht met als bevelhebber Kolonel Duquesnoy, regimentscommandant van het 32A. Kolonel Duquesnoy gaat onmiddellijk over tot een reorganisatie. De artillerie van het veldleger heeft immers gedurende de eerste vier dagen van de veldtocht belangrijke verliezen geleden en er moeten dringend nieuwe eenheden gevormd worden om de tekorten aan te vullen. Al gauw is duidelijk dat die nieuwe eenheden opgebouwd moeten worden met middelen behorende tot verschillende Versterkings- en opleidingsregimenten. Om dit doel te bereiken neemt Kol Duquesnoy een ingrijpende beslissing. Hij besluit beroep te doen op de opgeleide oudere reservisten van de versterkingsbatterijen en deze uit te rusten met de nog beschikbare kanonnen van de instructiebatterijen. Deze nieuwe batterijen worden dan verder aangevuld met personeel van de betrokken artillerieregimenten dat is kunnen ontsnappen en werd doorgestuurd naar het VOC/Aie. De rekruten van de klas ’40 die nog moeten worden opgeleid zullen bijgevolg naar Frankrijk worden doorgestuurd om daar hun opleiding te vervolledigen. Hiertoe worden de dienstplichtigen van de instructiebatterijen, die zonder kanonnen komen te zitten, gecentraliseerd in een nieuw opgericht Opleidingsregiment, ook het “VOC/Aie detachement Frankrijk” genoemd, onder het bevel van Luitenant-kolonel De Bueger, voormalige commandant van 3DTCA.

De Versterkings- en opleidingsregimenten van de artillerie behouden enkel de versterkingsbatterijen die worden ondergebracht in het “VOC/Aie detachement Vlaanderen” onder bevel van Kolonel Duquesnoy. De reorganisatie verloopt niet erg vlot. Vooreerst heerst er onduidelijkheid over welk type geschut het veldleger precies nodig heeft. Uiteindelijk zal blijken dat er alleen interesse zal zijn in batterijen die over C105L kanonnen en Ob155 houwitsers beschikken. Daarnaast zijn ook niet alle batterijen waarover het VOC/Aie kan beschikken op volle sterkte en is er een algemeen tekort aan uitrusting en wapens. De Versterkings en Opleidingsregimenten van de artillerie worden nu opgesplitst in twee groeperingen; de Groepering Versterking met de Staf Regiment en de Versterkingsbatterijen die onder bevel komen te staan het VOC/Aie Detachement Vlaanderen en de Instructiebatterijen ondergebracht in een Groepering Instructie onder bevel van het VOC/Aie Detachement Frankrijk.

2/III/31A
Het 31A valt omwille van zijn opdracht te Brussel volledig buiten deze reorganisatie. Alleen de 2de Batterij Instructie III/31A, de Instructiebatterij van Lt Gilis, moet zijn kanonnen afgeven aan de 2de Batterij Versterking van III/31A en mag slechts 30 geweren en 3.000 patronen behouden. De batterij wordt klaargemaakt voor evacuatie naar Frankrijk. De manschappen worden met hun beperkte bewapening en het nodige lesmateriaal op de trein gezet richting Aude om daar hun opleiding te vervolmaken. 2/III/31A zal als enige eenheid van de Groepering Instructie/31A naar Frankrijk doorgestuurd worden om er onder bevel te komen van het VOC/Aie Detachement Frankrijk. De batterij vertrekt naar het station van Beernem om er de trein te nemen en via Morbihan in Bretagne naar Campagne-sur-Aude ten zuiden van Limoux in het Franse departement van de Aude te reizen. Lt Gilis vergezelt zijn batterij niet en blijft achter in Vlaanderen om er de strijd voort te zetten (TBC).

Groepering Rascart (1/I/31A, 4/I/31A, 1/II/31A, 4/II/31A en 1/III/31A)
Door het feit dat de landingsbaan van het vliegveld van Evere door de genie gemijnd werd voert LtKol Labens een reorganisatie door. Twee batterijen van de Groepering Rascart (1/I/31A en 4/II/31A) die de minst geschikte schootsstellingen bezetten, worden terug naar hun alarmkantonnement gestuurd. 4/II/31A vervoegt zijn alarmkantonnement in de Villa Lorraine te Ukkel, 1/I/31A gaat terug naar de terreinen van de brouwerij De Koninklijke Jacht te Oudergem. De drie overige instructiebatterijen blijven opgesteld staan in Vogelzang maar moeten nu hun waakrichting verleggen zodat ze in staat zijn het vliegveld van Zaventem/Steenokkerzeel te bestrijken. Het vliegveld van Zaventem/Steenokkerzeel wordt nu door zes batterijen onder schot gehouden.

Groepering Doyen (3/I/31A, 2/II/31A en 3/II/31A)
Ook Kapitien-commandant Doyen moet zijn dispositief aanpassen. Hij moet zijn stellingen in Stokkel ontruimen en stelling nemen nabij het Klooster van Visitatie aan de Hebronlaan nr 5 te Kraainem [6]. In de namiddag verplaatst de Groepering Doyen zich naar zijn nieuwe stellingen te Kraainem. 

Staf/31A 
Luitenant-Generaal baron van Strydonck de Burkel, commandant van de 1ste Militaire Circonscriptie, deelt om 15u20 mee dat de verdedigingsopdracht van Brussel afgelopen is en dat de hoofdstad ontruimd zal worden. Kolonel Labens zal de hoofdstad verlaten en met zijn beperkte staf vertrekken naar Knesselare. De route van de staf en de Schoolbatterij loopt over Ninove, Zottegem, Sint-Martens-Latem, Deinze, Lotenhulle en Aalter. Hij beslist de twee tactische groeperingen langs verschillende volgwegen naar Knesselare te laten terugkeren. De Groepering Rascart krijgt een marsroute opgelegd te noorden van de spoorweg Brussel-Gent terwijl de Groepering Doyen ten zuiden van deze spoorweg moet blijven. 1/I/31A en 4/II/31A die al waren teruggetrokken naar hun alarmkantonnementen worden overgeplaatst van de Groepering Rascart naar de Groepering Doyen en zullen deze groepering vervoegen voor de verplaatsing naar Knesselare. De detachementen van de Kapitein-commandanten Rascart en Doyen zullen in drie nachtelijke etappes naar de rest van het regiment in Vlaanderen trekken.

Groepering Versterking/31A
14A dat tijdens de gevechten aan het Albertkanaal van 10 en 11 mei de kanonnen van acht batterijen heeft achtergelaten moet aangevuld worden met materieel en personeel van 31A. Na een korte reorganisatie in Meise op 13 en 14 mei komt de Staf van 14A in de late namiddag toe in Knesselare en zal er blijven tot 18 mei 40. IV/14A die niet meer over kanonnen beschikt vergezelt de staf op 15 mei naar Knesselare om er te worden uitgerust door het 31A. Ook de Staf van 14A moet nieuwe voertuigen en materieel krijgen. Door het feit dat de Instructiebatterijen van 31A nog ingeschakeld zijn in Brussel zal ook materieel bij het 32A en het 33A van het VOC/Aie gehaald te worden om 14A te vervolledigen. De IVde Groep 14A wordt op 16, 17 en 18 mei omgevormd tot een groep met drie batterijen 75mm door paard getrokken. 

Groepering Rascart (1/II/31A, 4/II/31A en 1/III/31A)
De 1/II/31A onder bevel van Lt Verset verlaat de Groepering Rascart en trekt naar Brussegem. Deze batterij zal de verplaatsing naar Knesselare alleen uitvoeren en geen aansluiting meer vinden met de Groepering Rascart. 1/I/31A en 4/II/31A worden overgeheveld naar de Groepering Doyen.

Groepering Doyen (1/I/31A, 3/I/31A, 2/II/31, 3/II/31A en 4/II/31A)
De Groepering Doyen die nu vijf batterijen telt verlaat de hoofdstad vanaf Kraainem om 17u15. Doyen trekt die avond naar Meerbeke nabij Ninove en legt doorheen de nacht zo’n 40 Km af. 3/I, 2/II en 3/II beschikken over 60 schoten per stuk terwijl de twee batterijen die van de Groepering Rascart zijn overgekomen elk over 50 schoten per stuk kunnen beschikken. De batterijen kunnen rekenen op een voltallig effectief hetgeen betekent dat een aantal soldaten de verplaatsing te voet moet uitvoeren. Hierdoor vordert de colonne slechts langzaam.

Staf/31A en de Groepering versterking/31A
LtKol Labens vervoegt omstreeks 07u00 de rest van zijn regiment in Knesselare. De stafgroep van het regiment vindt onderdak aan de Kerkstraat 44. De staf van de Iste en de IIIde Groep die hun instructiebatterijen hebben afgegeven aan de groeperingen Rascart en Doyen zijn ingekwartierd in het klooster aan de gelijknamige straat. I/14A die zijn kanonnen heeft moeten achterlaten tijdens de gevechten aan het Albertkanaal komt in de avond toe te Kleit (Maldegem) om er te worden uitgerust met materieel en personeel 32A en 33A van het VOC/Aie. Elk van deze regimenten zal hun enige batterij 155mm M17 Schneider houwitsers overdragen aan 14A. Ook de 2VB/III/31A wordt met zijn 155mm M17 houwitsers integraal overgeplaatst naar I/14A in Kleit. 2VB/III/31A blijft evenwel bestaan op de slagorde van het 31A en krijgt zo’n 150 manschappen van de 1VB/III in onderhoud. I/14A wordt op 17 en 18 mei omgevormd tot een groep van drie batterijen met elk drie 155mm M17 houwitsers getrokken door paarden.

Groepering Rascart (4/I/31A en 1/III/31A)
De sterk uitgedunde Groepering Rascart, die nog slechts over twee batterijen beschikt, komt aan te Wieze en houdt hier halt tot de volgende nacht.

Detachement Verset (1/II/31A)
De 1/II/31A trekt op eigen houtje verder naar Vlaanderen.

Groepering Doyen (1/I/31A, 3/1/31A, 2/II/31A,3/II/31A en 4/II/31A)
De groepering Doyen komt aan te Meerbeke rond 05u00. De rest van de dag wordt uitgerust. Cdt Doyen moet tijdens de komende nacht Nederbrakel bereiken en lijkt een korte etappe voor de boeg te hebben. Wanneer hij echter verneemt dat de Britten ten zuiden van Oudenaarde reeds post gevat hebben achter de Bovenschelde wil hij zo snel mogelijk de rivier oversteken en forceert hij de mars tot in Bevere.

Groepering Rascart (4/I/31A en 1/III/31A)
De Groepering Rascart bereikt tijdens de ochtend Beervelde en houdt alweer halt overdag om de relatieve veiligheid van de nachtelijke duisternis af te wachten.

Detachement Verset (1/II/31A)
De batterij komt aan te Gijzegem nabij Aalst.

Groepering Doyen (1/I/31A, 3/I/31A, 2/II/31, 3/II/31A en 4/II/31A)
Doyen en zijn mannen komen rond 08u00 aan te Bevere. De groepering krijgt van de Staf/31A het het bevel om zich zo snel mogelijk over te Leie te begeven en vervolgens verder naar het Zuidwesten te trekken. Doyen werkt een plan uit om zijn marstempo te versnellen. Elk van de vijf Batterijen Instructie sturen ongeveer 70 artilleristen te voet naar het station van Oudenaarde. Hier worden ze op de trein gezet naar Frankrijk om er de Groepering Instructie/31A te vervoegen. De trein vertrekt om 16u10, het detachement van ongeveer 350 manschappen staat onder leiding van Onderluitenant Eloir en zal enkele dagen later vast te komen zitten in de verkeersellende rond het goederenstation van Outreau nabij Boulogne. De rest van de colonne, een twintigtal officieren met 600 manschappen en de kanonnen getrokken door 250 paarden reist intussen verder naar de Leie en bereikt Wielsbeke ten noorden van Waregem rond 21u00. De groepering beschikt niet over keukens noch levensmiddelen en heeft onderweg vrachtwagens en voedsel geconfisqueerd.

Staf/31A en de Groepering Versterking/31A
Het Groot Hoofdkwartier wijzigt zijn plannen van 14 mei om de Versterkingsbatterijen in ons land te houden en beveelt aan Kolonel Duquesnoy om het VOC/Aie onmiddellijk klaar de maken voor de evacuatie naar Frankrijk. Het Belgisch opperbevel lijkt er zich onvoldoende van bewust dat dit evacuatiebevel veel te laat komt. Na de Duitse doorbraak te Sedan stormen de Duitse troepen immers razendsnel naar de Atlantische kust richting Abbeville en dreigen hiermee meerdere eenheden de pas af te snijden in Noord-Frankrijk en België. Kapitein-commandant Dufour, chef van het bureau mobilisatie van 31A, wordt door LtKol Labens samen met Lt Res Collet, commandant van de Batterij Depot en Algemene Diensten, onmiddellijk op verkenning naar Abbeville gestuurd  om de doortocht naar Zuid-Frankrijk te coordineren. Ook de Groeperingen Rascart en Doyen worden van de gewijzigde plannen op de hoogte gebracht en naar de Franse grens afgeleid.

Groepering Rascart (4/I/31A en 1/III/31A)
Het detachement van Cdt Rascar komt tijdens de ochtend aan te Vosselare.

Detachement Verset (1/II/31A)
De batterij bereikt De Pinte en houdt hier overdag halt.

Groepering Doyen (1/I/31A, 3/I/31A, 2/II/31, 3/II/31A en 4/II/31A)
De groepering verlaat Wielsbeke om 15u00 en rijdt verder naar Ooigem, Bavikhove, Kortrijk, Bissegem, Wevelgem en Menen. De manschappen krijgen kantonnementen toegewezen in de wijk Laag-Vlaanderen te Wervik. Om 22u45 krijgen zij van de Staf/31A het bevel verder door te trekken naar Béthune en St-Pol sur Ternoise in het Franse departement Pas-de-Calais, volledig in lijn met de beslissing die het GHK eerder die dag genomen had.

Staf/31A en de Groepering Versterking/31A
Tijdens de nacht van 18 op 19 mei verlaat het 31A Knesselare en verplaatst zich via Aalter, Ruiselede en Tielt naar Pittem in de hoop daar een trein te vinden naar het zuiden. Er worden nieuwe kantonnementen toegewezen:

  • Iste Groep: ten westen van de baan Pittem-Meulebeke
  • IIde Groep: ten noorden van de baan Pittem-Tielt
  • IIIde Groep en Schoolbatterij: ten oosten van de baan Pittem-Meulebeke

Te Tielt wordt een detachement met materieel van deze groepen aan boord van een trein geladen en per spoor naar Frankrijk gestuurd. Het treinstel zet koers naar Adinkerke. Aan de grensovergang te Adinkerke komt de trein vast te zitten door de aanhoudende bombardementen in Noord-Frankrijk. Het gros van het regiment, zo’n  1.350 militairen, blijft gedurende de dag te Pittem zonder materieel.

Groepering Rascart (4/I/31A en 1/III/31A)
Het detachement van Cdt Rascart komt tijdens de ochtend aan te Koolskamp. De manschappen zijn zeer vermoeid. Brigadier Demeyer van de 4Bij wordt met uitputtingsverschijnselen afgevoerd naar de medische hulppost van de Legerautogroepering te Ruddervoorde. De manschappen van de 4Bij krijgen te horen dat ze zich op 20 mei te voet naar Houthulst moeten begeven en ten laatste toekomen tegen 15u00. 

Detachement Verset (1/II/31A)
De batterij bereikt Wingene en houdt hier overdag halt.

Groepering Doyen (1/I/31A, 3/I/31A, 2/II/31, 3/II/31A en 4/II/31A)
Cdt Doyen en zijn manschappen verlaten Wervik om 07u30 en vertrekken langs de weg naar Béthune in Frankrijk gezien er geen treinen meer ter beschikking zijn. De marsroute loopt over Komen tot in Warneton waar een lang oponthoud aan de grens volgt. De Franse autoriteiten willen aanvankelijk niet weten van het Belgische geschut. Enkele uren later kan Doyen toch de doortocht bekomen. Via Deulemont en Armentières gaat het naar Fleurbaix. Ondertussen krijgt hij van het VOC/Aie opdracht in Béthune de trein te nemen naar Tours (departement Indre-et-Loire). In Fleurbaix wordt twee uur halt gehouden om de paarden te voederen. Vervolgens passeren de manschappen via Neufchapelle en Essars om rond 17u00 Béthune binnen te rijden. De mannen en de paarden zijn uitgeput na een dagmars van 50 kilometer.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Duitse opmars tussen 16 en 20 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

Staf/31A en de Groepering Versterking/31A
Tijdens de nacht van 19 op 20 mei wordt het gros van het regiment met een colonne vrachtwagens vervoerd naar Langemark om aldaar op de trein naar Frankrijk gezet te worden. De etappe loopt over Ardooie, Roeselare, Oostnieuwkerke, Westrozebeke en Poelkapelle. De verdere verplaatsing per spoor naar Frankrijk gaat niet door bij gebrek aan wagons. De manschappen blijven ter plaatse en worden er als volgt ingekwartierd:

  • 2VB/I/31A en 1VB/III/31A krijgen onderdak te Poelkapelle
  • de Staf en de andere eenheden te Langemark

Diezelfde dag zoekt de bemanning van de trein met het materieel te Adinkerke nog steeds naar een oplossing om verder te reizen naar Frankrijk, echter tevergeefs. In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat Belgische eenheden, waaronder meerdere detachementen van 31A, ingesloten door de Duitsers. Door vertragingen onderweg naar het zuiden van Frankrijk wordt uiteindelijk hun terugtochtweg afgesneden. Te Abeville slagen Cdt Dufour en Lt Collet er nog net in de Somme over te steken terwijl de stad aan een hevig bombardement onderworpen is. Net nadat ze Abeville gepasseerd zijn komt de Duitse voorhoede in de stad aan. Beide officieren beseffen dat er voor de rest van 31A geen doorkomen meer aan is.

Groepering Rascart (4/I/31A en 1/III/31A)
Het detachement van Cdt Rascart kan het regiment eindelijk bijbenen en wordt te Houthulst ingekwartierd.

Detachement Verset (1/II/31A)
De batterij komt aan te Zarren en heeft nu eveneens aansluiting gevonden bij het regiment.

Groepering Doyen in Frankrijk (1/I/31A, 3/I/31A, 2/II/31, 3/II/31A en 4/II/31A)
Vanuit Béthune vertrekken er helaas geen treinen meer naar het zuiden omdat het spoor in de buurt van Amiens door bombardementen volledig vernield is. Cdt Doyen beslist dan maar verder langs de weg naar het zuiden te trekken. De batterijen verlaten Béthune om 09u00 en rijden via Bruay-en-Artois en Saint-Pol-sur-Ternoise richting Frévent. Het voorop reizende installatiepersoneel meldt onderweg dat de Duitse troepen het dorp Frévent ingenomen hebben. De colonne kan net op tijd terug naar het noorden omgeleid worden en bereikt via Hesdin de stad Thérouanne waar de IIde Groep van het 3de Regiment Lansiers (II/3L) zich bevindt. Een Sectie van de 1Bij van Kapitein-commandant M. Poncelet (1/I/31A) rijdt echter verloren en raakt afgezonderd van de groepering. Cdt Poncelet zal met de rest van zijn batterij halt houden te Hesdin terwijl de overige batterijen rond middernacht na een mars van 60 kilometer Thérouane, ten zuiden van Saint-Omer, bereiken.

De groepering Doyen heeft sinds zijn vertrek uit Brussel 215 km afgelegd op zes dagen tijd met beperkte bevoorrading. Desondanks zijn ze er niet in geslaagd om aan de omsingeling te ontsnappen. De terugtocht naar de kantonnementen van het “VOC/Aie detachement Frankrijk” is niet meer mogelijk, de marsroute naar het zuiden werd door de Duitsers afgesneden.

Detachement Eloir in Frankrijk
Het detachement van Onderluitenant Eloir dat op 17 mei vanuit Oudenaarde per trein naar Frankrijk vertrok komt vast te zitten in Boulogne-sur-Mer. In het goederenstation van Outreau, één van de zuidelijke buitenwijken van Boulogne-sur-Mer, zijn 12 treinen met Belgische militairen vastgelopen, alles te samen een 4.000-tal manschappen. Het betreft de regimentsstaven van 53Li, 62Li en 63Li, drie Bataljons Instructie (II/62Li, I/63Li en I/11Ch), drie Bataljons Versterking (II/53Li, II/63Li en III/7ChA), twee onafhankelijke Compagnies (SchoolCie/3VOC en Cie C47/3VOC) en het Detachement Eloir. Kolonel Coucke, de oudst aanwezige Belgische officier en tevens regimentscommandant van het 53Li, neemt de leiding van Belgische militairen die in Outreau gestrand zijn. Hij neemt contact op met de Franse plaatscommandant van Boulogne en verneemt dat de doorgang naar het Zuiden definitief geblokkeerd is. De Belgische militairen worden verzocht het station te ontruimen en kantonnementen in te nemen in de wijk Outreau.

Staf/31A, de Groepering Versterking (1VB/I/31A, 2VB/I/31A, 1VB/II/31A, 2VB/II/31A, 1VB/III/31A en 2VB/III/31A) en de Groepering Rascart (4/I/31A, 1/II/31A en 1/III/31A)
Te Langemark en Adinkerke blijven de transportproblemen van het 31A aanhouden. De materieeltrein die te Adinkerke vast zit, wordt opgegeven en de manschappen die het materieel begeleid hadden zullen te voet naar Poelkapelle terugkeren. Het regiment wordt aangesproken om één sectie (twee volledige vuurmonden) te leveren aan het 3de Regiment Artillerie (3A) . De sectie van vier paardengespannen – twee voor de kanonnen en twee voor de munitiecaissons – wordt samengesteld met militairen en materieel van de 1/II/31A en 4/I/31A en naar het front gestuurd in de richting van Izegem.

Groepering Doyen in Frankrijk (3/I/31A, 2/II/31, 3/II/31A en 4/II/31A)
Te Thérouanne krijgt de groepering omstreeks 01u30 het bevel van de Franse Kolonel Quantin, plaatscommandant van Saint-Omer, om onmiddellijk rondom het stadje een anti-tank stelling in te nemen, daarbij front makend naar het Oosten, Zuiden en Westen. Om 06u00 staat de Groepering Doyen opgesteld op de verschillende kruispunten rond St-Omer. Dit is een ongebruikelijke opdracht voor veldartillerie want gezien de lange tijd nodig om de stukken te herladen kon per stuk slechts één schot op een vijandelijke tank worden gelost. Het schot moest dan ook best raak zijn hetgeen heel wat druk op de kanonniers legde. De manschappen uitgerust met karabijnen namen stelling tussen de stukken. De groepering wordt door de Fransen bevoorraad. De batterij Willems (3/I) ondergaat om 17u00 een luchtbombardement waarbij er geen verliezen geleden worden. Om 18u00 krijgen ze bevel één batterij 75mm te detacheren naar de versterkte positie Blendecques. De groepering verlaat om 22u00 hun anti-tank stelling en vertrekt naar St-Omer. Bij hun doortocht in St-Omer bleken de Fransen de stad al verlaten te hebben waarop Cdt Doyen beslist op Duinkerke terug te plooien.

Detachement Poncelet in Frankrijk (1/I/31A)
Kapitein-commandant Poncelet heeft alle contact met de Groepering Doyen verloren. Hij vreest intussen overrompeld te worden te Hesdin en gaat ‘s nachts over tot de vernieling van zijn vier kanonnen. De kulasstukken van de vuurmonden worden gedemonteerd en weggeworpen, de stukken hebben geen schot gelost. De manschappen trekken vervolgens te paard naar Montreuil. De batterij ondergaat hier tijdens de namiddag eveneens een luchtbombardement. Er vallen geen slachtoffers, maar de manschappen vluchten weg, de eenheid zal zijn cohesie verliezen en niet langer functioneren.

Detachement Eloir in Frankrijk
Kolonel Coucke richt een Belgisch Plaatscommando op in de kazerne Saint-Jean van Boulogne-sur-Mer. Het is de bedoeling dat hij permanent in verbinding blijft met het Franse Plaatscommando. Het Belgisch Plaatscommando poogt zoveel mogelijk geïsoleerde militairen te verzamelen om ze te kunnen bevoorraden. De Belgische infanterie eenheden zullen worden ingezet voor de verdediging van Boulogne, de rest, inclusief het detachement Eloir, wordt aangeraden naar België terug te keren.

31A(-) in België
In ons land laat de staf van het “VOC/Aie detachement Vlaanderen” aan al zijn achtergebleven eenheden weten dat de evacuatie naar Frankrijk niet langer uitvoerbaar is. Alle eenheden van het VOC/Aie die op dat ogenblik nog in Noord-Frankrijk of België aanwezig zijn, zullen ten dienste van de strijd in Vlaanderen ingezet worden. Het plan om het 31A naar Frankrijk te evacueren wordt bijgevolg definitief opgegeven. De trein met het materieel die nog steeds geïmmobiliseerd was te Adinkerke wordt ontladen waarna het matrerieel naar Langemark en Poelkapelle gestuurd wordt. Ook de 1ste Batterij Instructie van III/31A wordt nu met zijn C105 L geschut naar het front gestuurd en dient zich naar Poeke te begeven om bij de Artillerie van het IVde Legerkorps gevoegd te worden. 1/II/31A stuurt één sectie naar Drie-Grachten om de komst van de Groepering Doyen af te wachten en inmiddels het 2de Licht Regiment te gaan versterken.

Groepering Doyen in Frankrijk (3/I/31A, 2/II/31, 3/II/31A en 4/II/31A)
De Britten laten de groepering niet toe het kanaal St-Omer – Duinkerke over te steken waarop zij op de westelijke oever richting Duinkerke trekken. Ze mogen de stad niet in en omtrekken Duinkerke richting Bergues. De colonnes bereiken na een mars van 60km en totaal uitgeput Bergues rond 09u00 waar ze kantonneren in het Fort-Lapin. Hier wordt de rest van de dag uitgerust. Intussen heeft de batterij Willems (3/I/31A) afgehaakt. Deze batterij die contact verloor met de groepering rijdt helemaal door naar het zuiden tot Abbeville waar ze op 23 mei de stukken doen springen.

Detachement Poncelet in Frankrijk (1/I/31A)
De paarden worden te Montreuil achtergelaten en de manschappen worden door Britse vrachtwagens opgepikt en naar Boulogne gebracht. Met vrachtwagens van een Belgisch TA bataljon bereiken ze uiteindelijk Grevelingen gedurende de nacht.

Detachement Eloir in Frankrijk
OLt Eloir besluit Boulogne te verlaten voor de vijand de stad bereikt en zal te voet naar Vlaanderen terugkeren om het 31A te vervoegen. Het detachement zal vanaf nu bevolen worden door Luitenant Defraigne die in tegenstelling tot Onderluitenant Eloir het Nederlands wel machtig is en met zijn manschappen kan communiceren.

Staf/31A(-) in België
Het regiment stuurt nog een C105L vuurmond naar het Leiefront. Dit kanon vertrekt zonder caisson. Intussen zijn Cdt Dufour en Lt Collet aangekomen in Bordeaux.

Groepering Doyen in Frankrijk (2/II/31, 3/II/31A en 4/II/31A)
Rond de middag worden de twee batterijen C75mm opgeëist door de Fransen om een anti-tank stelling in te nemen rond Bergues. Cdt Doyen vertrekt in de namiddag per auto naar de Panne waar hij bevoorrading regelt voor zijn manschappen. Vervolgens rijdt hij door naar het Groot Hoofdkwartier in Sint-Andries nabij Brugge. Hier krijgt hij een geschreven bevel om onmiddellijk terug ons land in te trekken en zijn geschut naar Diksmuide over te brengen waar ze onder bevel zullen komen van de 14Div. Om 23u00 is de groeperingscommandant terug in Bergues bij zij drie overblijvende batterijen.

Detachement Poncelet in Frankrijk (1/I/31A)
De overgebleven manschappen van de 1/I/31A worden per vrachtwagen van Grevelingen naar Poperinge overgebracht en vervoegen hier het Verzamelcentrum voor Geïsoleerden van het Leger (Artillerie) (CRIA) dat is opgericht om kanonniers op te vangen die hun eenheid verloren hebben. De manschappen keren niet meer terug naar het 31A maar zullen worden gebruikt om verliezen bij andere eenheden aan te vullen. De 1ste Batterij Instructie van I/31A houdt op te bestaan. De manschappen van 1/I/31A die zijn overgegaan naar het CRIA geven zich uiteindelijk op 28 mei over en worden op de trein gezet richting het Zuid-Duitse Nürnberg in Beieren waar ze in het krijgsgevangenenkamp Stalag XIIIA terechtkomen.

Detachement Eloir in Frankrijk
De groep rond Onderluitenant Eloir en Luitenant Defraigne bereikt na een nieuwe dagmars te voet het dorp Peuplingues op zo’n 10 kilometer van Calais.

31A(-) in Belgie
Het 31A verhuist naar de omgeving van Wijnendale en stuurt eveneens een batterij 105 GP houwitsers naar de IV/3A te Doornhoek. De overige eenheden worden toegewezen aan nieuwe kantonnementen:

  • de Staf en de III/31A verblijven te Wijnendale
  • de I/31A kantoneert te Maagdeveld
  • de II/31A verblijft aan de westrand van Torhout

24 mei is een zwarte dag voor 31A, het regiment moet talrijke slachtoffers betreuren die op verschillende plaatsen in Frankrijk sneuvelen. Cdt Dufour en Lt Collet komen aan te Toulouse van waaruit ze worden doorgestuurd naar Limoux waar zich het VOC/Aie in Frankrijk bevindt. Ze krijgen opdracht alle in Limoux toekomende militairen van 31A op te vangen en te hergroeperen.

Groepering Doyen in Frankrijk (2/II/31, 3/II/31A en 4/II/31A)
Op vertoon van het schriftelijk bevel van het GHK aan de Franse bevelhebber van Bergues word hij van zijn opdracht ontheven en vertrekt de groep om 09u00 naar Alveringem (Veurne). De groepering is eindelijk terug in het land. Wanneer Cdt Doyen zich aanmeldt bij de 14Div blijkt de groepering daar niet meer nodig te zijn en wordt hij doorgestuurd naar het IIIde Legerkorps (III/LK) gelegerd te Zarren. Het Groot Hoofdkwartier wil tussen Ieper, Diksmuide en Nieuwpoort een naar het zuiden gerichte verdedigingslinie uitbouwen om een eventuele Duitse opmars van uit Frankrijk af te remmen. Doyen en zijn geschut worden toegewezen aan de infanterie-eenheden die op deze linie ontplooid worden. De groepering krijgt van het III/LK het bevel om zich ten dienste te stellen van het 2de Licht Regiment dat zijn commandopost te Veldhoek op 3 kilometer ten noorden van Langemark heeft en neemt de Sectie van OLt Defossez (1/II/31A) die reeds ter plaatse was in zijn groepering op. De verschillende eenheden staan nu als volgt opgesteld:

  • 2/II/31A zal via Oostvleteren, Woesten, Elverdingen en Zuidschote tot Steenstraat rijden
  • 3/II/31A zal de zelfde route volgen tot Elverdingen en buigt dan af naar Boesinge
  • 4/II/31A dient zich via Oostvleteren naar Reninge, Merkem en Mangelare te verplaatsen.
  • Sectie Defossez ontvangen van het 1/II/31A gaat naar Drie-Grachten om zich bij de II/2LR aan te hechten

Detachement Willems in Frankrijk (3/I/31A)
Na de vernietiging van de stukken worden de manschappen per vrachtwagen naar Boulogne gebracht waar ze terug onder Belgisch commando komen. In Boulogne worden ze gevangen genomen. Hierbij sneuvelen enkele militairen van dit detachement. De 3de Batterij Instructie van I/31A houdt op te bestaan.

Detachement Eloir in Frankrijk
Bij het verblijf te Peuplingues even buiten Calais wordt de colonne van Onderluitenant Eloir gebombardeerd. Er vallen in korte tijd maar liefst 24 doden. De rest van de manschappen van Eloir worden even later bijgebeend door de Duitse colonnes en gevangen genomen. Wm Peelaert poogt nog aan gevangenschap te ontsnappen en biedt heftig weerstand waarop hij sneuvelt.

31A(-) in België
Het 31A stelt een batterij fuseliers samen onder bevel van Luitenant Vanroey van de IIIde Groep. De batterij omvat 4 gevechtsgroepen van elk 50 manschappen en wordt bewapend met FN Mausers Model 1889 geweren. De batterij wordt vervoerd naar Langenhoek op zo’n 5 kilometer ten zuiden van Torhout. Ook het 32A en 33A leveren elk een batterij fuseliers. De ganse groepering wordt bevolen door Majoor Scouvemont van het 33A.

Groepering Doyen terug in België (2/II/31, 3/II/31A, 4/II/31A en een Sectie van 1/II/31A)
De batterijen bereiken de hun toegewezen posities tijdens de vroege ochtend. De houwitsers van de 4/II vormen te Mangelare het algemeen steunelement van het 2LR. De overige batterijen bewaken de bruggen over het Kanaal van Ieper te Steenstraat, Boesinge en Drie-Grachten. Het 2LR wordt op 25 mei afgelost door het 36Li, de groepering komt nu onder bevel van LtKol Lesir van 36Li.

31A(-) in België
Het regiment verhuist nog maar eens en wordt nu naar Sint-Pieters-Kapelle en Spermalie doorgestuurd. De groepen verlaten Wijnendale rond 21u00.

Groepering Doyen (2/II/31, 3/II/31A, 4/II/31A en een Sectie van 1/II/31A)
Een sectie van de 2/II wordt naar het oosten verschoven om rond Langemark een nieuwe dwarsstelling tussen Boezinge en Langemark te helpen bemannen. Ook een sectie van de 3/II wordt toegewezen aan deze opdracht en verhuist naar Pilkem.

31A(-) in België
De groepen komen aan te Sint-Pieters-Kapelle en Spermalie rond 01u30. De IIde groep rijdt verder naar Zevekote nabij Gistel via de baan van Torhout naar Oostende. Overdag verplaatst de Iste groep zich naar Mannekensvere. De IIde groep vervoegt de IIIde groep te Zevekote.

Groepering Doyen (2/II/31, 3/II/31A, 4/II/31A en één Sectie van 1/II/31A)
Bij de 3/II worden de twee kanonnen die te Boezinge op de zuidelijke oever van het Kanaal van Ieper opegesteld staan naar de noordelijke kanaaloever gebracht. Omwille van de Duitse opmars van uit de zone tussen Ieper en Zonnebeke en de hevige gevechten rond Frezenberg wordt rond 08u00 het geschut van de 4/II naar het zuiden gedraaid. Deze batterij Ob105mm van Lt Hennebert wordt bij het III/36Li aangehecht dat tussen Boezinge en Langemark ontplooid is. De houwitsers openen om 15u00 het vuur op alle kruispunten ten zuiden van deze nieuwe linie. Deze storingsvuren worden onderhouden tot 16u30. De commandant meldt om 17u00 dat door de doeltreffendheid van de artillerievuren de vijand het gevecht heeft moeten afbreken en terugtrekken mits achterlating van enkele gesneuvelden. Wanneer om 21u00 enkele gevluchte burgers nauwkeurig op kaart kunnen aanduiden waar zich in de buurt van een boerderij een groepering Duitse artillerie stelling nam wordt deze promp door de groepering Doyen onder vuur genomen. Alhoewel de resultaten van dit tegenbatterijvuur niet gekend zijn werden geen artillerievuren meer waargenomen in die sector van het front. Lt Hennebert krijgt de felicitaties van de commandant van de 14Div. De kanonnen moeten omstreeks 23u00 hun stellingen verleggen en steken het Kanaal van Ieper over.

31A(-) in België
De groepen bevinden zich nog steeds te Mannekensvere en Zevekote. Na het bevel om de wapens neer te leggen verhuist de IIde groep naar betere kantonnementen te Gistel. Er mag gerust gesteld worden dat het 31A een intense achttiendaagse veldtocht achter de rug heeft. Als Versterkings- en opleidingsregiment heeft het deelgenomen aan de contra-parachutisten opdracht in Brussel, heeft het gepoogd met de kanonnen ten zuiden van de Somme te geraken, zijn ze ingezet voor de nabije verdediging van Saint-Omer om uiteindelijk met de kanonnen naar België terug te keren om nog ingeschakeld te worden in de laatste gevechten aan de Leie. Tegelijkertijd hebben ze het veldleger voorzien van de nodige aanvullingen in manschappen en materieel, een instructiebatterij naar het zuiden van Frankrijk gestuurd en een batterij fuseliers samengesteld voor de beveiliging van Torhout. Dit is meer dan wat soms van bepaalde actieve regimenten verteld kan worden.

Groepering Doyen (2/II/31, 3/II/31A, 4/II/31A en één Sectie van 1/II/31A)
De vijand maakt rond 08u00 contact met het 36Li tussen Boesinge en Langemark. Tot gevechten komt het omwille van de capitulatie niet meer, maar de 3de Batterij van Lt Coucke vuurt toch nog van op korte afstand (300m) op een Duitse colonne. Uit frustratie vuurt de batterij in snel tempo 175 schoten af op de colonne waardoor deze aan flarden geschoten wordt. Het 36Li en de Groepering Doyen leggen pas de wapens neer wanneer het nieuws van de overgave rond 11u00 wordt bevestigd. Kapitein-commandant Doyen, Luitenant De Keyser en drie manschappen willen niet van capitulatie weten en trekken richting Alveringem waar ze aansluiten bij het Franse 2ème Dragons Portés. De vijf militairen bieden prompt hun diensten aan en kunnen op 1 juni het Kanaal oversteken. Het groepje Belgen bereikt na één week, via een tweede oversteek naar Cherbourg, de stad Potiers en kan het VOC/Aie te Limoux vervoegen. Cdt Doyen neemt in Limoux het bevel over van het Voertuigenpark en het Depot materieel van de VOC/Aie.

Detachement 31A in Frankrijk (2/III/31A)
De 2de Instructie Batterij van III/31A is uiteindelijk de enige batterij van 31A die erin geslaagd is het zuiden van Frankrijk te bereiken. De batterij verneemt het nieuws van de overgave in ons land. De Belgische regering in ballingschap in Frankrijk beslist dat de Belgische eenheden, die zich niet in de zone van ons veldleger in Vlaanderen bevonden op 28 mei, buiten het capitulatieakkoord blijven. Ze zullen onder bevel van de Minister van Landsverdediging, Luitenant-generaal Denis, de strijd voortzetten aan de zijde van de geallieerden.   

Donderdag 30 mei 1940

Detachement 31A in Frankrijk (2/III/31A)
De aan het Albertkanaal teruggeslagen 7de Infanteriedivisie (7Div) heeft echter zware verliezen geleden en is dringend aan versterking toe. De Minister van Landsverdediging denkt in eerste instantie aan de eenheden die onder bevel staan van de EM/TRI om de effectieven van deze divisie aan te vullen. De EM/TRI ontvangt dan ook op 30 mei al het bevel om zo’n 140 officieren en 4.500 manschappen aan te duiden om de rangen van de 7Div opnieuw aan te vullen. De te leveren manschappen moeten in eerste instantie worden gezocht onder de naar Frankrijk gevluchte van hun eenheid geïsoleerde militairen en onder de ervaren reservisten van de versterkingsbataljons. De detachementen moeten vervolgens aangevuld worden met miliciens van de klas 40 met met minimum vier maanden dienst. De commandant van het VOC/Aie Detachement Frankrijk moet een detachement van 370 man samenstellen om het 20ste Regiment Artillerie (20A) van de 7Div te versterken .

Detachement 31A in Frankrijk (2/III/31A)
Uit de weinige manschappen van het 31A die met de rest van het “VOC/Aie detachement Frankrijk” geëvacueerd werd naar Limoux in het zuiden van Frankrijk (Aude) wordt een detachement van 370 man samengesteld om het 20A te versterken. Kapitein-commandant Dufour neemt het bevel over dit detachement samengesteld uit rekruten van de klas ’40 van 14A en komt op 6 juni toe in Rochefort-en-Terre in het Franse departement Morbihan aan de Bretoense zuidkust. Cdt Dufour krijgt het bevel over II/20 na de integratie van zijn detachement met de restanten van I/20A en II/20A. Nog twee andere officieren van 31A reizen mee met dit detachement, Lt Res Collet die als topografisch officier aan de Staf/20A wordt toegevoegd en OLt Res Vandesande die wordt aangeduid als sectiecommandant bij de 3Bij van II/20A [7].
(het verder verloop van de oorlog voor de manschappen van 2/III/31A kan gevolgd worden op de pagina van 20A)

Detachement Cdt Doyen in Frankrijk (2/III/31A)**
Het VOC/Aie in Frankrijk ondergaat een reorganisatie. Wat nog overblijft van 31A levert rekruten aan het nieuw opgerichte en enig Regiment Versterking- en Opleiding Artillerie. 31A houdt op te bestaan.

Eind augustus wordt ook het VOC/Aie gerepatrieerd naar ons land bij de ontbinding van de Belgische strijdkrachten in Frankrijk.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
4/IIBLINFernand, J.SdtMil4021.12.1918Brugelette24.05.1940Marquise (F)
4/IICALERSMariusSdtMil4011.08.1920Montignies-lez-Lens24.05.1940Peuplingues (F)
5/IIDECOOMANAiméSdtMil4023.02.1920Pollare24.05.1940Peuplingues (F)
OnbekendDEKEYSERMaurice, M.SdtMil4006.06.1920Leke24.05.1940Marquise (F)
5/IIDEMAESENEERCharles, J.SdtMil4014.02.1920Sint-Lievens-Esse24.05.1940Peuplingues (F)Gelijkgesteld Wachtmeester
4/IIDEMEYERENorbert, RobertBrigBV02.11.1921Kontich21.05.1940Roksem
2/IDESCARPENTRIEMarcel, J.SdtMil4016.10.1920Laplaigne24.05.1940Bonningues (F)
OnbekendDUBUSArthurSdtMil4005.06.1920Tournai24.05.1940Peuplingues (F)
3/IELIASMedard, O.SdtMil4024.09.1920Heist24.05.1940Peuplingues (F)
3/IGELDOFGeorges, C.SdtMil4015.09.1920Sint-Eloois-Winkel24.05.1940Peuplingues (F)
2/IGRUMIAUXRobert, G.SdtMil3824.11.1918Harmignies24.05.1940Peuplingues (F)
OnbekendGYREGuySdtMil4008.09.1920Taintignies25.05.1940Marquise (F)
4/IIHARMEGNIESJean, B.SdtMil4029.12.1919Dour25.05.1940Bonningues (F)
3/IHECQEvariste, P.E.SdtMil4006.02.1921Anderlues24.05.1940Peuplingues (F)
OnbekendHENQUINAlbert, F.D.WMMil3830.03.1913Watermaal-Bosvoorde24.05.1940Boulogne-sur-Mer (F)
2/IHUONMarcel, M.SdtMil4005.08.1920La Bouverie24.05.1940Saint-Inglevert (F)
3/IKESTEMANRoger, C.SdtMil4005.07.1920Watou24.05.1940Peuplingues (F)
2/ILABIEMarcelSdtMil3910.11.1919Ligne24.05.1940Peuplingues (F)
3/ILEEMANSMarcSdtMil4021.07.1920Feluy24.05.1940Saint-Inglevert (F)
4/IILESAGERobertSdtMil4003.03.1921Hensies24.05.1940Peuplingues (F)
2/ILEZYRobert, J.C.SdtMil4013.10.1920Templeuve24.05.1940Peuplingues (F)
2/INAERTCharles, O.F.SdtMil4025.02.1920Tielt27.05.1940Sint-Pieters-Kapelle
5/IINOPPENAlfons, E.SdtMil3927.01.1919Everberg24.05.1940Peuplingues (F)
OnbekendPEELLAERTJean, M.A.WMMil3726.02.1917Saint-Cloud24.05.1940Peuplingues (F)
3/IPEETERSCharles, L.SdtMil4020.10.1920Wangenies20.05.1940Saint-Etienne-au-Mont (F)
3/IPLUMATFernand, P.SdtMil4021.12.1918Quaregnon24.05.1940Peuplingues (F)
OnbekendVANDENBROUCKELucien, J.WMMil3829.11.1918Paris (F)24.05.1940Peuplingues (F)
OnbekendVANDENHECKEMarcel, R.G.WMMil4025.05.1920Oudenaarde24.05.1940Peuplingues (F)
1/IVANMOLDERSFlorent, O.SdtMil37(Onbekend)(Onbekend)27.05.1940KoolskampTelefonist-Seingever
3/IVANTHIELENPaul, E.SdtMil4012.01.1921Testelt24.05.1940Peuplingues (F)
3/IVERSETGilbert, D.M.SdtMil4016.07.1920Cambron-Saint-Vincent24.05.1940Peuplingues (F)
OnbekendWILLAMEEmileSdtMil4012.02.1921Carnières24.05.1940Le Portel (F)

Bibliografie en Bronnen

  1. 31A wordt in veel bronnen ook het Dépôt de Renfort et d’Instruction de l’Artillerie du Ie Corps d’Armée – DRI/A I/CA (oftewel Aanvullings en Opleidings Depot van de Artillerie van het Iste Legerkorps – OAD/A I/LK) genoemd omdat het de nieuwe dienstplichtigen en nog niet opgeroepen reservisten van 6A, 11A en 14A zal groeperen. Al deze artillerieregimenten behoorden in volle vredestijd tot het Iste Legerkorps; 14A als legerkorpsartillerie, 11A als divisieartillerie van de 5Div en 6A als divisieartillerie van de 6Div.
  2. Achtergrondinformatie bij de Kazerne Majoor Géruzet, [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kazerne_Majoor_G%C3%A9ruzet [Laatst geraadpleegd 6 september 2022] en https://belgiummilitary.wordpress.com/vastgoed-geklasseerd-per-gemeente/etterbeek/  [Laatst geraadpleegd 20 februari 2022, vanaf 20 februari 2022 is de informatie verstrekt door deze site enkel nog beschikbaar tegen betaling].
  3. De brouwerij Koninklijke Jacht, alarmkantonnement van 1/I/31A gelegen langs de Waversesteenweg Nr 1140 (ter hoogte van de Koninklijke Jachtstraat), lag op minder dan een kilometer van de Géruzet kazerne. De brouwerij was zeer geschikt als alarmkantonnement voor een artilleriebatterij uitgerust met paardengespannen omdat ze beschikte over paardenstallen. Tijdens het interbellum werd het bier in de binnenstad deels nog rondgebracht met paard en kar. Achtergrondinformatie bij de  brouwerij “de la chasse royale”. [On Line beschikbaar]: https://biereetbrasseriesbruxelles.wordpress.com/2004/06/23/la-brasserie-de-la-semaine-chasse-royale-a-auderghem/ [Laatst geraadpleegd op 6 september 2022].
  4. Achtergrond informatie bij de slag om Den Haag [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_om_Den_Haag [Laatst geraadpleegd 6 september 2022].
  5. Deze nieuwe rekruten waren op 10 mei ongeveer een tweetal maand onder de wapens en verre van volleerde kanonniers.
  6. Achtergrondinformatie bij het Klooster van de Visitatie te Kraainem [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/201385  [Laatst geraadpleegd 11 september 2022].
  7. Si le 20ème Régiment d’Artillerie m’était conté, door J. Thonus, April 2008, Printhouse Défense. Deze bron geeft op p. 188 en 189 de slagorde officieren van het nieuwe 20A weer met daarbij de ontvangen versterking en de herkomst van de versterkingen.
  8. Hoofdstuk 31A van het synthesedossier Versterkings- en Opleidingscentra, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie te Evere.
  9. Gedetailleerd verslag van de acties van de Groepering Doyen in bijlage van het hoofdstuk 31A van het synthesedossier Versterkings- en Opleidingscentra, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie te Evere.
  10. L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne, p.75, p.100, p.253 en p. 414.
  11. Getuigenis van Soldaat Daniel Labeeuw, kanonnier bij 1/I/31A [On Line beschikbaar]: http://www.hulste.info/Geschiedenis/Personen/Labeeuw%20Daniel.pdf [Laatst geraadpleegd 6 september 2022].