Type | Infanterieregiment van het actieve leger | |
Ontdubbeld van | n.v.t. | |
Taalstelsel | Nederlandstalig | |
Onderdeel van | 4de Infanteriedivisie | |
Bevelhebber | Kolonel Louis Horckmans | |
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant Henri Slegers | |
Standplaats | Dekkingsstelling Albertkanaal Ondersector Munsterbilzen – Eigenbilzen Commandopost te Waltwilder (Bilzen) |
|
Samenstelling | I Bataljon (Majoor Anatole Proth) | 1ste Compagnie Fuseliers (Cdt Pierre Sol) 2de Compagnie Fuseliers (Lt Jules Van Helleputte) 3de Compagnie Fuseliers (Cdt Théodore Dewaet) 4de Compagnie Mitrailleurs (Lt Jean Hendrice) |
II Bataljon (Kapitein-commandant Hector Hoebanx) | 5de Compagnie Fuseliers (Cdt G. Goole) 6de Compagnie Fuseliers (Lt R. Petithan) 7de Compagnie Fuseliers (Lt F. Simon) 8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt F. Cornelis) |
|
III Bataljon (Majoor Emile Ordies) | 9de Compagnie Fuseliers (Lt Joseph Massar) 10de Compagnie Fuseliers (Cdt Charles Van Deven) 11de Compagnie Fuseliers (Lt A. Renson) 12de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Jean Berrewaerts) |
|
IV Bataljon (Luitenant-kolonel Adrien Emile Van Coppenolle) | 13de Compagnie Mitrailleurs (Kapt R. Lagneau) 14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Cdt Joseph Borzée) 15de Compagnie Mortieren M76 (Cdt Gaston D’Hauwe) |
|
Stafcompagnie Geneeskundige Compagnie (Geneesheer 1ste Kapitein Charles Smets) Peloton Verkenners (Adjudant KROLt Kristiaan de Cartier d’Yves) |

De Kolonel Dusartkazerne te Hasselt, vredesvoetgarnizoen van het 11de Linieregiment.
Staf/11Li
Het 11de Linieregiment (11Li), een actief infanterieregiment van de 4de Infanteriedivisie (4Div), wordt gemobiliseerd op 25 augustus 1939 in de Dusartkazerne te Hasselt bij afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan. Tijdens deze fase worden de militieklassen ‘36,’37 en ‘38 opgeroepen om de onder de wapens zijnde klas ’39 te versterken. De 4Div waartoe het 11Li behoort is een actieve infanteriedivisie wiens hoofdkwartier (HK) in vredestijd eveneens in Hasselt gestationeerd was en die vanaf de mobilisatie ook nog het commando heeft over het 7de Linieregiment (7Li) en het 14de Linieregiment (14Li).
De 4Div wordt onmiddellijk na zijn mobilisatie naar het oostelijke uiteinde van het Albertkanaal gestuurd om een waakscherm op te richten tussen Lixhe en Eigenbilzen in afwachting van de aankomst van de rest van het veldleger. Het 11Li neemt stelling achter het Albertkanaal van Veldwezelt tot Eigenbilzen en bezet het meest noordelijke gedeelte van het waakscherm. In september 1939 wordt het 15de Linieregiment (15Li), een ontdubbelingsregiment van het 7Li, gemobiliseerd en naar de 4Div gestuurd om het 14Li af te lossen. De 4Div zal met het 7Li, het 11Li en het 15Li de stelling achter het Albertkanaal blijven bezetten tot begin januari 1940. Wanneer op 5 januari de 4Div wordt afgelost door de 5de Infanteriedivisie (5Div) neemt het 4de Regiment Jagers te Voet (4J) de stelling van het 11Li over. Een week later onderneemt het regiment een korte kampperiode te Beverlo, waarna vervolgens te Halen, Bunsbeek en Diest gekantonneerd wordt om eind januari 1940 opnieuw in Beverlo te eindigen. Na een periode te Genk trekt het regiment opnieuw naar de zuidelijke oever van het Albertkanaal en kantonneert te Waltwilder (Bilzen). De 4Div moet nu de 6de Infanteriedivisie (6Div) aflossen aan het Albertkanaal tussen Eigenbilzen en Diepenbeek. Op 28 februari neemt het 11Li de stellingen van het 9de Linieregiment van de 6Div over. Het 11Li moet de rechterondersector van de 4Div tussen Munsterbilzen (exclusief) en Eigenbilzen (inclusief) voorbereiden. De overgenomen stellingen worden geperfectioneerd en in de maanden maart en april wordt zowel over dag als ‘s nacht de inname van de stellingen aan het kanaal vanaf de rustkantonnementen ingeoefend.

Schouwing van de troepen te velde – “Hoofd naar rechts”.
Aan de vooravond van de oorlog staan het IIde Bataljon (II/11Li) en het IIIde Bataljon (III/11Li) opgesteld achter het Albertkanaal in eerste echelon van het 11Li. Het Iste Bataljon (I/11Li) staat niet opgesteld in de ondersector van het 11Li maar bevindt zich centraal in de sector van de 4Div tussen Spurk en Beverst achter de regimenten in lijn. Zoals gebruikelijk worden de middelen van het IVde Bataljon in versterking gegeven van de bataljons in lijn. Het 11Li kan rekenen op de vuursteun van de IIIde Groep van het 8ste Regiment Artillerie (III/8A) die staat opgesteld ten zuidoosten van Bilzen.
Slechts een beperkt gedeelte van de manschappen is van wacht en bevindt zich op de gevechtsstelling, het merendeel is ondergebracht in houten barakken of bij burgers achter de linies. Het 11Li heeft aan de vooravond van de oorlog een 500-tal afwezige militairen. Als Limburgse eenheid telt het regiment immers heel wat mijnwerkers en landbouwers in zijn rangen die vanaf de tweede helft van de mobilisatie van erg gunstige verlofregelingen konden genieten. De commandopost van het regiment heeft zijn intrek genomen in het kasteel van Groenendaal gelegen tussen het gehucht Heiken en Hoelbeek.
I/11Li
Het Iste Bataljon is aangeduid als algemene reserve van de 4Div en staat bijgevolg niet onder rechtstreeks bevel van de Staf/11Li. De 4Div kan echter niet vrij beschikken over zijn reserve want die staat klaar om tussen te komen volgens de prioriteiten van de commandant van het Iste Legerkorps (I/LK) (oftewel “réserve divisionaire à la disposition du Corps d’armée” zoals het in de orders beschreven wordt). Het I/LK doet een eerste maal beroep op de reserve van de 4Div door de 3de Compagnie (3Cie) van I/11Li aan te duiden voor de beveiliging van Tongeren waar het HK van het I/LK staat opgesteld. Hierdoor beschikt het Iste Bataljon aan de vooravond van de oorlog slechts over twee fuselierscompagnies en de compagnie mitrailleurs. De 3Cie staat opgesteld aan de noordoostrand van Tongeren en beveiligt met twee pelotons het zonedepot met geniematerieel van het I/LK uitgebaat door de Compagnie Park van het 21ste Bataljon Genie (21Gn), en met één peloton de civiele telefooncentrale in het station van Tongeren. Het zonedepot van 21Gn ligt vlakbij het station waardoor de 3Cie onrechtstreeks de noordelijke toegang tot Tongeren (via de Maastrichtersteenweg) beveiligt. De commandopost (CP) van I/11Li bevindt zich te Beverst.

Opstelling van de 4Div aan de vooravond van de oorlog (projectie op recente kaart).
II/11Li
Het II/11Li staat opgesteld in het linkervoorvak van de ondersector van 11Li en maakt de junctie met het Iste Bataljon van 7Li (I/7Li). II/11Li stelt over een afstand van 2 km twee compagnies in lijn op en één compagnie in diepte. De limiet tussen II/11Li en III/11Li loopt vanaf de bocht in de Zangerheistraat parallel met de grens van de kipberg (kunstmatig plateau gevormd door het uitkippen van de grond uitgegraven bij de aanleg van het Albertkanaal). De 5Cie bezet het linker onderkwartier, de 6Cie het rechter onderkwartier ter hoogte van kasteel Zangerheide [1] en de 7Cie staat achter beide voorcompagnies opgesteld in tweede echelon. In het bataljonsvak van II/11Li bevinden zich twee oeverbunkers van waaruit scherend mitrailleurvuur kan worden afgegeven net boven het wateroppervlak van het Albertkanaal. De 7Cie staat niet onder bevel van het II/11Li maar moet zich als reserve van het 11Li klaar houden om indien nodig een tegenaanval uit te voeren tegen vijandelijke elementen die erin zouden slagen in de ondersector van 11Li het kanaal over te steken. De 7Cie wordt hiervoor onder bevel van Luitenant-kolonel Van Coppenolle, commandant van IV/11Li, geplaatst. Tijdens de mobilisatie waren de troepen gekantonneerd in houten barakken die zich in de buurt van Kasteel Groenendaal [2] bevonden. De 5Cie en de 7Cie waren gekantonneerd ten zuiden van de spoorweg, de 6Cie tussen de spoorweg en het kasteel en de 8Cie was samen met de Staf van II/11Li ondergebracht in het Kasteel Zangerheide. De 5Cie moet manschappen leveren om ten noorden van de brug van Eigenbilzen voorposten te bemannen die de baan Gellik – Eigenbilzen onder controle houden.
III/11Li
Het III/11Li krijgt het rechtervoorvak van de ondersector van 11Li toegewezen. In het bataljonsvak van III/11Li bevindt zich de brug van Eigenbilzen. Net zoals de de bruggen van Veldwezelt en Vroenhoven wordt de brug van Eigenbilzen beschermd door twee oeverbunkers, twee flankerende bunkers op de oever en een bunker aan de voet van de brug, allen gebouwd tijdens het interbellum. Vanuit de bunker langs het brugdek kan het vernielingsdispositief van de brug aangestoken worden [3]. Het III/11Li verlengt de stellingen van het IIIde Bataljon van het 2de Regiment Karabiniers (III/2C) dat zich ten oosten van het 11Li bevindt. Het 2C behoort tot de 7de Infanteriedivisie (7Div). Ook het IIIde Bataljon staat opgesteld met twee compagnies in lijn over een lengte van 2km langs het kanaal en één compagnie in diepte. Deze compagnie, de 10Cie bevolen door Kapitein-commandant Van Deven, staat te Hoelbeek opgesteld in tweede echelon maar valt als reserve van het 11Li eveneens onder bevel van Luitenant-kolonel Van Coppenolle.
IV/11Li
De middelen van het IVde Bataljon (IV/11Li) zijn verdeeld over de eenheden in lijn. Het III/11Li dat de brug van Eigenbilzen moet verdedigen, en bijgevolg op de hoofdkrachtinspanning van het regiment ligt, krijgt de meeste middelen in steun toegewezen namelijk de 13Cie en de 14Cie (beiden minus één peloton) en de 15Cie met twee pelotons M76 mortieren. LtKol Van Coppenolle en de Staf IV/11Li krijgen als bijkomstige opdracht een groepering te bevelen die bestaat uit de twee compagnies in tweede echelon (7/II/11Li en 10/III/11Li) van de voorbataljons. Deze groepering is de reserve van het 11Li klaar om tussen te komen waar nodig. Hiermee wordt het wegnemen van I/11Li als divisiereserve opgevangen.
Staf/11Li
Het 11Li ontvangt om 00u30 het algemeen alarm en verplaatst zich van zijn rustkantonnementen in Eigenbilzen en Waltwilder naar zijn stellingen aan het kanaal. Het IIde en het IIIde Bataljon nemen zoals gepland stelling in eerste lijn aan het Albertkanaal tussen Eigenbilzen en Munsterbilzen. Het Iste Bataljon bezet zijn stellingen ten noorden van de spoorlijn Hasselt-Luik rondom Beverst en Spurk. Om 02u00 zijn de stellingen bezet en is de munitie verdeeld in de steunpunten. Het gevechtsechelon (oftewel gevechtstreinen) bevindt zich in het Bilzerse gehucht Berg ten noorden van de baan Bilzen – Riemst (ter hoogte van het kruispunt tussen de Keistraat en de Riemsterweg – N745), het levensmiddelenechelon (oftewel veldtreinen) bevindt zich te Kleine-Spouwen iets verderop langs de Riemsterweg. Tegen 04u00 staan alle logistieke voertuigen goed en wel gecamoufleerd tussen de boomgaarden. De regimentsstaf verlaat het Kasteel van Groenendaal en installeert zich in zijn oorlogscommandopost te Waltwilder. Deze bevindt zich in de Langstraat op zo’n 300m noord van de dorpskern. De commandopost is verspreid over tien schuilplaatsen op de terreinen van een boerderij. Twee van die schuilplaatsen bestaan uit met aarde bedekte golfplaten, terwijl de overige acht ingegraven zijn in het talud naast de weg.

Kasteel van Groenendaal, commandopost van het 11Li voor de afkondiging van het alarm.
Bij het ochtendgloren daagt omstreeks 04u30 de Luftwaffe op langsheen zowat het ganse Albertkanaal en ook de compagnies van het 11Li rapporteren dat hun stellingen regelmatig overvlogen worden. Daarbij komt het sporadisch tot beschietingen of bombardementen. Om 06u00 wordt het regiment op de hoogte gebracht van de afkondiging van de algemene mobilisatie naar aanleiding van de Duitse inval. Om 06u15 storten twee neergeschoten Duitse vliegtuigen neer in de ondersector van het 11Li. Twee piloten die zich hebben kunnen redden met hun valschermen worden door een patrouille van III/11Li gevangen genomen en voor ondervraging naar de CP van het regiment gebracht. De ondervraging levert niets op maar bij het onderzoek van één van de vliegtuigwrakken wordt een kaart gevonden met daarop de aan te vallen doelen en het tijdstip waarop het doel gebombardeerd moet worden. De kaart wordt doorgestuurd naar het het HK van de 4Div. Later op de ochtend worden Eigenbilzen, Waltwilder, Berg en Kleine-Spouwen voor de eerste keer gebombardeerd waarbij een groot gedeelte van het voertuigenpark van het 11Li wordt vernield en een groot aantal paarden wordt gedood. Niet alleen de kerken van Eigenbilzen en Waltwilder worden getroffen maar ook een huis waar zich tijdens de mobilisatie de telefooncentrale van het 11Li bevond [4].
De berichten betreffende de toestand bij de naburige 7Div worden steeds ernstiger waarop Generaal Van der Veeken, commandant van het I/LK, iets voor 07u00 beslist om het I/11Li(-) in versterking te geven van de 7Div. Het bataljon moet de tegenaanval van de 7Div richting de door de Duitsers veroverde bruggen en het Fort van Eben-Emael (I/RFL) ondersteunen. Deze orders alsook de details voor de uitvoering worden via het HK/4Div rechtstreeks overgemaakt aan I/11Li zonder de Staf/11Li hierin te kennen. De regimentsstaf verneemt pas om 08u20 van een liaisonofficier (LnO) van de 7Div het nieuws van de aanval op de 7Div en het rampzalige verlies van de bruggen te Veldwezelt en Vroenhoven. Op dat ogenblik is I/11Li al begonnen met de uitvoering van zijn opdracht in steun van de 7Div. De Staf/11Li houdt zich vooral bezig met wat zich op en rond het Albertkanaal afspeelt.
Om 12u30 geeft de commandant van het I/LK het bevel om de wegbrug en de spoorbrug over het Albertkanaal ter hoogte van Gellik te vernielen maar het I/LK kan het 2C die de bruggen verdedigt niet bereiken. Het 11Li stuurt om 12u40 een motorestafette naar de CP van 2C om het bevel over te brengen. Ook in de sector van de 4Div wordt overgegaan tot het opblazen van de bruggen over het Albertkanaal. Vanaf 13u30 geeft de divisiestaf de nodige orders aan het 11Li om over te gaan tot de uitvoering van de voorbereide vernieling van de brug van Eigenbilzen. De brug van Eigenbilzen vliegt om 14u15 als eerste in de sector van de 4Div de lucht in.
Om 17u15 loopt een eerste situatierapport over de tegenaanvallen uitgevoerd door de 7Div binnen op de staf van de 4Div. Via de 4Div verneemt Kolonel Horckmans dat de inzet van de beide compagnies van I/11Li niet effectief geweest is. De geplande tegenaanval is niet op gang gekomen omdat de verschillende eenheden die de actie moesten ondersteunen er niet in geslaagd zijn om de bruggen te bereiken door de niet aflatende luchtaanvallen op al wie zich naar het oosten verplaatst. Voor de stellingen van het 11Li blijft het rustig en bij het invallen van de duisternis worden luisterposten uitgezet tussen de oeverbunkers langs het kanaal. Om 23u45 wordt door de 12Cie een vijandelijke piloot opgepakt en naar de CP regiment gebracht. De piloot beweert om 08u00 te zijn neergeschoten.
I/11Li (-)
Het Iste Bataljon (I/11Li) wordt in de vroege ochtend op de hoogte gebracht van het algemeen alarm en bezet onmiddellijk zijn stellingen. Wanneer omstreeks 02u35 het I/11Li van de 4Div de opdracht krijgt om een compagnie vrij te maken voor een anti-parachutisten opdracht in de omgeving van Diepenbeek wordt de 2de Compagnie hiervoor aangeduid. Hierdoor worden de rangen van het I/11Li nog verder uitgedund. Dit is de tweede keer dat beroep gedaan wordt op de reserve van het I/LK. De situatie van het bataljon is bij het ochtendgloren als volgt; de 1Cie (min een peloton fuseliers, versterkt met een peloton mitrailleurs) bezet een steunpunt te Spurk (Bilzen), de 2Cie (min een peloton fuseliers, versterkt met een peloton mitrailleurs en een peloton getrokken C47mm anti-tankkanonnen van de Cie C47 Tr van de 4Div) bezet een steunpunt oost van Diepenbeek dwars op de baan Beverst – Diepenbeek, de 3Cie bevindt zich voor een beveiligingsopdracht in Tongeren en de 4Cie (min twee pelotons mitrailleurs, versterkt met twee pelotons fuseliers) bezet een steunpunt in Beverst.

Weg van Riemst naar Eben-Emael in de ondersector van 2Gr waarlangs de 1Cie van I/11Li gestuurd wordt.
Om 07u15 krijgt het I/11Li telefonisch het bevel van de Staf/4Div om de 7Div te gaan versterken. Enkel de 1ste Compagnie en de 4de Compagnie Mitrailleurs kunnen hiervoor ingezet worden. De 2Cie voert een anti-parachutisten opdracht uit en is onbeschikbaar terwijl de 3Cie zich nog steeds in Tongeren bevindt onder rechtstreeks bevel van het hoofdkwartier van Generaal Van der Veeken. Het waarschuwingsorder van de 4Div vermeldt dat de 1Cie moet deelnemen aan een tegenaanval geleid door het Iste Bataljon van het 2de Regiment Grenadiers (I/2Gr) om het Fort van Eben-Emael te ontzetten en dat de 4Cie zowel de tegenaanval van het 18de Linieregiment (18Li) naar de brug van Vroenhoven als de tegenaanval van het 2de Regiment Karabiniers (2C) naar de brug van Veldwezelt moet steunen. Hiervoor wordt de 4Cie gesplitst in twee detachementen van anderhalf peloton. Beide compagnies worden herschikt naar hun organieke slagorde en vervolgens naar een verzamelpunt ten westen van Bilzen gestuurd waar ze zullen worden opgepikt door vrachtwagens van de 7Div. Het CP van het bataljon verplaatst zich van Beverst naar de spoorwegovergang met de N2 ten westen van Bilzen om het vertrek van de beide compagnies te regelen, een opdracht die wordt toevertrouwd aan de Officier Adjunct van het bataljon. Een officier wordt op verkenning gestuurd naar het kruispunt van de Riemstersteenweg en de Maastrichtersteenweg in het centrum van Riemst waar zich ook de Iste Groep van het 20ste Regiment Artillerie (I/20A) bevindt. Na een tijdje tevergeefs op transport gewacht te hebben gaat de Officier Adjunct op zoek naar de vrachtwagens van de 7Div en vindt ze voor het station van Bilzen een zeshonderd meter verderop dan het RV aan de spoorwegovergang. De verplaatsing naar Riemst belooft moeilijk te worden. Er zijn onvoldoende vrachtwagens om de twee compagnies in een keer te verplaatsen en er moeten bijgevolg meerdere ritten tussen Bilzen en Riemst georganiseerd worden. Het gros van de 1Cie vertrekt als eerste, de rest van de 1Cie en de 4Cie moeten wachten tot de camions terugkeren. Majoor Proth meldt zich om 12u50 aan bij het HK van de 7Div te Genoelselderen. Hier verneemt hij de details van zijn opdracht; zijn bataljon moet de 1Cie onder bevel plaatsen van Maj Notterman, commandant van I/2Gr, één peloton en een sectie van de 4Cie naar een RV sturen aan kilometerpaal 96 van de baan Tongeren – Maastricht om het 18Li te steunen in zijn aanval tegen de brug van Vroenhoven en één peloton en een sectie van de 4Cie naar een RV sturen aan kilometerpaal 98 van de baan Bilzen – Maastricht om het 2C te steunen in zijn aanval tegen de brug van Veldwezelt. De beide detachementen van de 4Cie zullen hierbij ondersteund worden door een peloton C47mm op T13 van de Compagnie C47/T13 van de 7Div. De aanval tegen de brug van Vroenhoven zal ook nog gesteund worden door het 3de Peloton van het Eskadron Wielrijders van de 7Div (3/Esk Cy 7Div). De contactname verloopt bijzonder bits omdat Generaal-majoor Van Trooyen, commandant van de 7Div, het volledige Iste Bataljon had verwacht en niets slechts twee compagnies waarvan één compagnie mitrailleurs. Om de aanvoer van de versterkingen te leiden moet I/11Li zijn CP opstellen bij het kruispunt in het centrum van Riemst. Majoor Proth begeeft zich vervolgens van Genoelselderen naar Riemst waar hij om 13u20 de 1Cie aantreft. Cdt Sol, die er beschikt over twee pelotons, wordt gebriefd over zijn opdracht bij I/2Gr. Onder druk van niet aflatende luchtaanvallen slaagt de compagnie er niet in om meer dan anderhalf peloton naar I/2Gr over te brengen. Om 17u00 wordt de opdracht van de 1Cie afgelast waarna de compagnie hergroepeert in Riemst. Bij een luchtaanval op de verzamelzone van de 1Cie te Riemst raakt Cdt Sol om 18u00 gewond waarna hij voor verpleging wordt geëvacueerd. Omstreeks 19u50 ontvangt Maj Proth op zijn CP te Riemst het bevel om wat overblijft van de 1Cie in versterking van 2Gr te geven. Hij brieft Lt Govaerts [5], die het bevel heeft overgenomen van Cdt Sol, waarop de 1Cie vertrekt naar de CP van 2Gr te Zussen (Zichen-Zussen-Bolder).
- De 1Cie van I/11Li wordt om 07u40 op de hoogte gebracht van de nieuwe opdracht en begint met het opbreken van zijn stellingen en zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Riemst. Alleen de wachtposten bij de bruggen over de Demer worden ter plaatse gehouden. De rest van de compagnie moet verzamelen nabij kilometerpaal 90 van de weg Beverst – Bilzen (N2) ter hoogte van de spoorwegovergang. De compagnie moet er wachten op de aankomst van de bagagecamions van de 7Div die de compagnie komen oppikken. Het wachten duurt tot 10u15 wanneer vastgesteld wordt dat de vrachtwagens bestemd voor I/11Li staan te wachten voor het station van Bilzen. Na te zijn ingestegen in de vrachtwagens om 10u45 wordt de 1Cie, met uitzondering van het peloton van Lt Govaerts, doorgestuurd naar het centrum van Riemst waar ze uitstijgen. De camions worden teruggestuurd naar Bilzen om de rest van de 1Cie en de 4Cie op te halen. Het Peloton Govaerts dat later vertrekt wordt rechtstreeks doorgestuurd naar het RV met I/1Gr bij kilometerpaal 14 op de weg van Riemst naar Eben en is niet op de hoogte waar de rest van zijn compagnie zich bevindt. Kilometerpaal 14 bevindt zich op de T-splitsing met de baan van Kanne naar Eben. Te Riemst wordt Cdt Sol om 13u20 gebriefd door Majoor Proth over zijn opdracht bij I/2Gr. De pelotons van de 1Cie die zich in Riemst bevinden moeten zich te voet naar het RV verplaatsen. De Duitse luchtmacht blijft elke troepenbeweging naar het oosten ongenadig bestoken. Hierdoor komen de aan I/2Gr beloofde versterkingen voor de tegenaanval maar met mondjesmaat toe. Lt Res Govaerts komt als eerste toe met zijn peloton (ongeveer 30 man) om 13u15. Van de troepen die uit Riemst naar het RV marcheren komt een half peloton (ongeveer 15 man) om 13u45 toe. Tijdens de verplaatsing van Riemst naar het RV komt Soldaat De Ceuster om het leven te Zichen-Zussen-Bolder. De rest van de compagnie zoekt in afwachting van een pauze in de luchtactiviteit dekking ter hoogte van het kruispunt van Riemst. Cdt Sol krijgt echter bevel om met de rest van zijn compagnie ter plaatse te blijven en verdere orders van de commandant van de 7Div af te wachten. Hierdoor worden geen troepen meer doorgestuurd naar I/1Gr. Ondertussen wacht Lt Govaerts op het RV tot de andere eenheden die zijn aangeduid om de tegenaanval te steunen toekomen. Het betreft de 1ste Compagnie van het Bataljon Grenswielrijders Limburg (1/Bn CyF Lim) en het 2de Peloton van het Eskadron Wielrijders van de 7Div (2/Esk Cy 7Div). Het is de bedoeling dat 1/I/11Li, 1/Bn CyF Lim en 2/EskCy 7Div samen met het peloton van Luitenant Wagemans van 1/I/2Gr de tegenaanval zullen uitvoeren. De tegenaanval zal worden gesteund door twee groepen van het 20ste Regiment Artillerie (20A) en door twee groepen van het 14de Regiment Artillerie (14A). Door een misverstand binnen 2Gr start het peloton van Luitenant Wagemans de tegenaanval echter al voordat de beloofde versterkingen toekomen. Het 2/Esk Cy 7Div bereikt het verzamelpunt om 14u15. Er wordt tevergeefs gewacht op de 1Cie van het Bn CyF Lim die te laat verwittigd werd en die nooit zal aankomen. Rond 16u45 krijgt de Staf/2Gr het bericht van het HK van de 7Div dat de tegenaanval geannuleerd wordt. Door een tweede misverstand, ditmaal in de communicaties tussen de Staf/7Div en het Fort van Eben-Emael, heeft de Staf/7Div verkeerdelijk begrepen dat het peloton Wagemans met behulp van het garnizoen in het fort, de superstructuur van het fort al gezuiverd heeft waardoor de tegenaanval niet meer nodig is en wordt afgelast. In werkelijkheid liep het Pl Wagemans zich vast tijdens zijn eerste aanvalspoging en moest het zich noodgedwongen ingraven op de flank van het fort vlakbij de ingang. Het gedeelte van de 1Cie van I/11Li die zich nog bij het kruispunt van Riemst bevindt ondergaat om 18u00 een luchtbombardement waarbij Cdt Sol zwaar gewond raakt. Hij wordt via de medische keten geëvacueerd. Om 18u30 wordt Lt Govaerts door Maj Notterman ontheven van zijn opdracht en keert hij met zijn peloton terug naar Riemst waar hij het bevel van de 1Cie overneemt. Om 20u15 ontvangt Lt Govaerts het bevel om zich met zijn compagnie opnieuw naar de ondersector van 2Gr te begeven, ditmaal gedekt door de duisternis. Om 22u00 meldt Lt Govaerts zich met 140 manschappen aan bij de CP van 2Gr in het dorp Zussen. Hier krijgt hij opdracht om zich onder bevel te stellen van II/2Gr teneinde de verloren gegane steunpunten in het bataljonsvak van II/2Gr op de vijand te heroveren. Een afgevaardigde van II/2Gr brengt de 1Cie tot bij de CP van II/2Gr.
- De 2Cie van I/11Li wordt om 02u35 aangeduid voor het uitvoeren van een anti-parachutisten opdracht in “terreingedeelte A”. Dit is het gebied langs de N2 tussen Beverst en Diepenbeek. De 2Cie krijgt voor deze opdracht versterking van een peloton van de Compagnie getrokken C47mm anti-tankkanonnen van de 4Div (Cie C47/4Div). De compagnie neemt een steunpunt in dwars op de N2 ter hoogte van de limiet tussen het I/LK en het Cavaleriekorps (CK).
- De 3Cie neemt zijn stellingen in te Tongeren na afkondiging van het alarm. Met uitzondering van het bombardement van het station van Tongeren in de vroege ochtend, waarbij geen schade geleden wordt, valt er niets te rapporteren door de 3Cie. Hierop vraagt Kapitein-commandant Dewaet, bevelhebber van de 3Cie, om 15u00 een nieuwe opdracht aan de Staf I/LK. Hij krijgt het bevel om zich naar Genoelselderen te begeven en zich ter beschikking te stellen van de 7Div. De 3Cie verlaat Tongeren om 17u30 en begeeft zich te voet naar Genoelserderen waar ze een uur later toekomen. De compagnie zal worden ingezet voor de verdediging van het HK van de 7Div. Een peloton neemt stelling in Genoelselderen, de twee andere pelotons worden 500 meter noordwaarts links en rechts van de baan Tongeren – Maastricht (N76) opgesteld. Om 20u30 is de compagnie gevechtsklaar op zijn nieuwe stelling.
- De 4Cie van Luitenant Hendrice moet in Bilzen wachten tot 13u00 voor ze kunnen instijgen in de camions die hen naar het 2C en het 18Li moeten brengen. Een estafette overhandigt hem om 13u50 de geschreven orders van Maj Proth. Hij moet anderhalf peloton (oftewel drie secties mitrailleurs) doorsturen naar het CP van I/11Li te Riemst en zelf het ander detachement van zijn compagnie (ook anderhalf peloton) naar Mopertingen brengen waar hij aan kilometerpaal 98 van de N2 (de baan Bilzen – Veldwezelt) zal worden opgewacht door een afgevaardigde van het 2C. Om 15u00 komt een detachement ter grootte van anderhalf peloton onder leiding van OLt Naegels, per vrachtwagen aan bij het CP van I/11Li te Riemst. Hij wordt onmiddellijk doorgestuurd naar kilometerpaal 96 van de baan Tongeren – Maastricht waar hij zal worden opgewacht door een afgevaardigde van het 18Li. Om 16u30 meldt OLt Naegels zich opnieuw aan op het CP van I/11Li te Riemst met de boodschap dat het door de hevige luchtbombardementen onmogelijk is om het opgelegde RV te bereiken. Hij wordt door Maj Proth teruggestuurd waarna er niets meer van de drie secties mitrailleur in steun van 18Li wordt gehoord. Hoe de actie van het andere detachement in steun van 2C verloopt is weinig geweten. Blijkbaar heeft het detachement onder leiding van Lt Hendrice het dorp Rosmeer, in het achtergebied van de ondersector van 2C, kunnen bereiken gezien Korporaal Timmermans van 11Li in Rosmeer sneuvelde (TBC).

De door het 4Gn vernielde brug van Eigenbilzen in het bataljonsvak van III/11Li. Op de achtergrond de kerk van Eigenbilzen (Foto Bundesarchiv).
II/11Li
Het IIde Bataljon (II/11Li) ontvangt het alarm om 01u00 en neemt vervolgens onmiddellijk zijn stellingen in achter het Albertkanaal. Om 03u30 is het bataljon gevechtsklaar. De bataljonsstaf verlaat Kasteel Zangerheide en neemt zijn gevechtscommandopost ten oosten van het gehucht Heiken in. Een ploeg voorwaartse waarnemers van 14A bezet een observatiepost in het steunpunt van de 5Cie. Het blijft de ganse voormiddag rustig op de stellingen van het II/11Li tot het steunpunt van de 7Cie om 11u55 vanuit de lucht wordt gemitrailleerd. Hierbij komt Soldaat Crabbe van de 14Cie om het leven.

Bunker bij de brug van Eigenbilzen in de Heseputterstraat bezet door het III/11Li en het vernielingsdetachement van het 4Gn (foto Rudy Acke)
III/11Li
Het IIIde Bataljon wordt om 00u55 op de hoogte gebracht van het alarm en tegen 04u00 zijn de stellingen achter het Albertkanaal gevechtsklaar. Het vernielingsdetachement van het 4de Bataljon Genie (4Gn), onder bevel van Sergeant Joris, vervoegt de brug rond 03u00 om de vernielingspost nabij de brug te bezetten. Om 04u40 geeft de Staf/4Div de toestemming om de ontstekingsmechanismen aan te brengen in de wegvernielingen op de toegangswegen tot het kanaal en in het springdispositief van de brug.
Even na 06u15 meldt de bataljonsstaf aan de Staf/11Li dat twee Duitse vliegtuigen een noodlanding gemaakt hebben in de richting van Hoelbeek. Een patrouille vertrekt op zoek naar de bemanningen die uit het toestel gesprongen zijn. Twee vijandelijke militairen kunnen worden opgepakt en doorgestuurd naar de CP regiment. Een goed half uur later wordt Eigenbilzen een eerste keer gebombardeerd. Bij de 9de Compagnie raakt de Soldaat Rey gewond. Ook de veldkeukens van het bataljon nabij Mopertingen worden beschoten door de Luftwaffe. Om 08u15 wordt Eigenbilzen een tweede keer gebombardeerd en hierbij sneuvelt de Soldaat Sonck en wordt Soldaat Van Russelt gewond.
Rondom het middaguur ontvangt de Staf/4Div een eerste situatierapport van de Vooruitgeschoven Stelling, een defensieve lijn ten noorden van het Albertkanaal. De Wielrijdersgroep van de 17Div (Gp Cy 17Div) signaleert dat de vijand te Vucht de Zuid-Willemsvaart is overgestoken. Hierop wordt het bevel gegeven de toegangsweg tot de brug te vernielen. Om 14u30 wordt de brug zelf opgeblazen door het vernielingsdetachement van het 4Gn nadat de voorposten van de 5Cie via de brug zijn teruggekeerd binnen de eigen linies. Bij het tot ontploffing brengen van de brug van Eigenbilzen komt een burger om het leven. Om nog onverklaarbare redenen bevond Joannes Keppers [6] zich nog op de brug toen die ontplofte.

Rokade van de 4Div om de dwarsstelling te bezetten op 11 mei 1940 (originele oleaat opgesteld in mei 1940).
Staf/11Li
Na het mislukken van de door de 7Div uitgevoerde dubbele tegenaanval op de Duitse bruggenhoofden beveelt het I/LK om 04u00 om een dwarsstelling (oftewel bretel) [7] op te richten op de as Eigenbilzen – Mopertingen – Kleine Spouwen – Rijkhoven en die vervolgens langs de Demer te vervolledigen tot in Tongeren. Gezien het I/LK niet meer over een reserve beschikt dient deze dwarsstelling ingenomen te worden door de eenheden in lijn van beide divisies. De 4Div ontvangt de opdracht om de stelling voor te bereiden van Eigenbilzen via Mopertingen tot aan Kleine-Spouwen (exclusief), de 7Div is verantwoordelijk vanaf Kleine-Spouwen (inclusief) tot Tongeren. Luitenant-generaal de Graeve beslist dat het 15Li en II/7Li hun stellingen langs het Albertkanaal blijven bezetten en dat III/7Li en I/7Li zullen pivoteren om een stelling te bezetten tussen Munsterbilzen en Bilzen. Het 11Li moet zich achter de spoorweg Tongeren – Bilzen opstellen van Bilzen tot Werm ten zuiden van Hoeselt. De geplande opstelling van de 4Div wijkt af van de gekregen orders van het I/LK waardoor de stellingen van de 4Div niet aansluiten op de stellingen van de 7Div.
De 7Div stelt zich op volgens de orders van het I/LK en laat het Bn CyF Lim vanaf 07u00 stelling nemen met vier compagnies tussen Kleine Spouwen en Rijkhoven, enkele kilometers meer naar het oosten dan de geplande stellingen van het 11Li. Op het ogenblik dat het Bn CyF Lim stelling neemt op de bretel staat het 11Li nog achter het Albertkanaal en heeft het de orders om de dwarsstelling te bezetten nog niet ontvangen. Om 09u00 brengt vaandrig Lt Misotten de Staf/11Li vanuit het HK/4Div te Hoeselt op de hoogte van de toestand bij de 7Div. De vijand heeft de linies achter het Albertkanaal over de ganse lijn doorbroken en bevindt zich te Lafelt waar de vijand aanstalten maakt om naar Tongeren op te rukken. Kol Horckmans krijgt van de Staf/4Div nog mee dat hij zijn flank moet beveiligen tussen Mopertingen en Kleine-Spouwen en dat hij hiervoor het I/11Li moet gebruiken wanneer dit bataljon na het beëindigen van zijn opdracht als divisiereserve, op die lijn binnenloopt. Op de Staf/11Li heeft men echter totaal geen idee welke de toestand is van het I/11Li en waar het bataljon zich ergens bevindt. Intussen maakt het Bn CyF Lim, dat geïsoleerd staat opgesteld op de dwarstelling van het I/LK, om 09u30 contact met de vijandelijke voorhoede. Omstreeks 10u00 ontvangt Kapitein-commandant Slegers in de commandopost van het 11Li, de orders van het Achterwaarts HK (ArW HK) van de 4Div voor het bezetten van de dwarsstelling. Tussen 10u00 en 11u00 verlaten II/11Li en III/11Li hun goed voorbereide stellingen aan het kanaal om de dwarsstelling in te nemen. De bataljons zijn echter niet meer in staat om voor 12u00 de nieuwe stelling te bezetten en deze in te richten.
Het Bn CyF Lim wordt in de loop van de voormiddag uit zijn stellingen verdreven maar ook meer naar het zuiden wordt de dwarsstelling bij de 7Div doorbroken. Hierdoor verspreidt het I/LK al om 11u00 het order om de dwarsstelling te verlaten. Om 12u00 beveelt het I/LK om de terugtocht naar Leuven aan te vatten. Deze orders bereiken het 11Li niet want het ArW HK/4Div heeft Hoeselt reeds verlaten om 10u35 en heeft vanaf dan alle contact met de regimenten van de divisie verloren. Nadat II/11Li en III/11Li goed en wel opgesteld staan begeeft Kolonel Horckmans zich omstreeks 12u00 naar het ArW HK/4Div te Hoeselt teneinde meer gedetailleerde orders te krijgen. Hij treft er niemand meer aan. Kolonel Horckmans beseft dat hij alle contact met zijn hoger echelon verloren heeft en begeeft zich vervolgens naar Schalkhoven, eerste gekende wisselstelling voor het HK, in de hoop daar het ArW HK nog terug te vinden. Horckmans stelt vast dat ook Schalkhoven reeds door de staf verlaten is, maar stuit wel op een patrouille van 5 pantserwagens van het Franse 12ème Régiment de Cuirassiers [8]. De kolonel verlaat het dorp om de omgeving uit te kammen op zoek naar het ArW HK/4Div maar vindt het niet. Hij keert dan maar onverrichter zake terug naar zijn commandopost die nu opgesteld staat in Hoeselt.

Vijandelijke opmars ten zuiden van de stellingen van 11Li op 11 mei. De geplande terugtochtweg voor II/11Li via Schalkhoven en Gors-Opleeuw wordt afgesneden door de Duitse flankhoede (projectie op recente kaart).
Doordat hij het order om de dwarsstelling te ontruimen niet heeft ontvangen dreigt het 11Li langs rechts overvleugeld te worden gezien er geen Belgische troepen meer opgesteld staan ten zuiden van het 11Li. Omstreeks 19u00 verlaten de restanten van het 11Li de dwarsstelling samen met de rest van de 4Div die het terugtrekkingsbevel evenmin ontvangen hadden. Dit manoeuvre wordt gedekt door het III/7Li . Op het ogenblik dat het 11Li de dwarsstelling ontruimd bevindt de Duitse voorhoede zich reeds voorbij Tongeren en infiltreren verkenners van de Duitse flankhoede Zepperen nabij Sint-Truiden. Kolonel Horckmans die nog steeds op zoek is naar het HK van de 4Div ontmoet om 19u00 de commandant van de 4Div in de Dusartkazerne te Hasselt. De ontmoeting verloopt in een grimmige sfeer waarbij Kolonel Horckmans zelfs zijn voertuig moet afgeven aan de divisiecommandant. Tot overmaat van ramp krijgt hij niet eens nieuwe orders.
II/11Li
Aan het Albertkanaal ontvangt het IIde Bataljon rond 10u00 het bevel om zich onmiddellijk te verplaatsen naar de dwarsstelling tussen Bilzen en Kleine Spouwen waardoor de rest van de dag in complete chaos verloopt. De Staf/4Div aarzelt met nieuwe bevelen en de onrust bij de regimenten van de 4Div neemt snel toe. Bovendien staat heel wat van de zware bewapening opgesteld in steunpunten en bunkers langsheen de oever van het Albertkanaal wat de infanteristen niet toelaat om snel naar het zuiden te zwenken om de onvoorziene dreiging het hoofd te bieden. De beide bataljons worden aangevuld met het Wielrijderseskadron en de Compagnie C47mm op T13 van de 4Div. Naar het zuiden toe wordt de stelling verlengd door het Bataljon Grenswielrijders Limburg. Het 11Li reageert echter veel te laat en kan zich niet tijdig ingraven op zijn nieuwe posities. Rond de middag overrompelt de Duitse infanterie de beide bataljons. Talrijke manschappen worden krijgsgevangen gemaakt.

Situatie op de limiet van het I/LK en het Cavaleriekorps om 15u00 op 11 mei (projectie op recente kaart).
III/11Li
Vanaf 01u25 duikt de vijand op tegenover de stellingen van III/11Li. De vijand heeft zoeklichten in stelling gebracht waarmee de zuidelijke oever wordt verkend. De zoeklichten worden prompt onder vuur genomen door de 11Cie. Niet lang daarna volgt een eerste artilleriebeschieting van de stellingen door een Duitse batterij die zich ten noorden van het kanaal heeft opgesteld. De ganse voormiddag wordt over en weer geschoten zonder dat III/11Li in de problemen komt.
Intussen heeft Majoor Ordies met een niet onaanzienlijke groep militairen van zijn IIIde Bataljon het contact met de Duitsers kunnen verbreken en naar het westen terugtrekken. Het detachement bereikt Schalkhoven rond 14u00, zonder echter op de hoogte te zijn van de vijandelijke aanwezigheid. Kolonel Horckmans is nog steeds ter plekke en onderschept het bataljon. Hij laat zijn manschappen weten dat er niet langer richting Sint-Truiden teruggetrokken kan worden, maar dat de troepen naar Hasselt dienen af te buigen om alzo te ontkomen. Gelukkig duikt de Franse patrouille van het 12e Régiment de Cuisassiers opnieuw op en kan de vijand alzo verjaagd worden. Voor enkele militairen komen de orders van Kolonel Horckmans te laat. Een groepje militairen van III/11Li onder leiding van Eerste Sergeant-majoor Nelles trekt terug via Schalkhoven en Vliermaal richting Gors-Opleeuw en Sint-Truiden. Rond 13u00 komen ze terecht tussen twee Duitse patrouilles die op elkaar beginnen te schieten. Eerste Sergeant-majoor Nelles en de soldaten Frans Andries en Viktor Berckmans komen om in deze schermutseling. De Duitsers tellen heel wat gewonden en gesneuvelden, de krijgsgevangen militairen van het 11Li moeten de gesneuvelde Duitse militairen opladen op vrachtwagens.
I/11Li
Het I/11Li vecht bij het aanbreken van de dag nog steeds in verspreide slagorde maar de bataljonsstaf is echter alle controle over zijn compagnies kwijt. Om 04u00 breekt het 18Li het gevecht af in zijn ondersector waarna de Staf/18Li Lafelt verlaat. Na Vlijtingen om 08u30 ingenomen te hebben rukt de vijand ook op richting Riemst. Majoor Proth valt te Riemst in Duitse handen wanneer de CP van I/11Li om 09u00 wordt aangevallen en krijgsgevangen genomen. Bij de rest van het Iste Bataljon worden op de verschillende locaties waar het bataljon is ingezet talrijke militairen krijgsgevangen gemaakt. De 1ste en de 4de Compagnie houden op te bestaan.
- Om 02u20 komt de 1Cie, nog steeds onder leiding van Lt Govaerts, toe op bij de CP van II/2Gr. De 1Cie krijgt opdracht om de steunpunten “K” en “J” in het bataljonsvak van II/Gr te heroveren en te bezetten. De compagnie zet zijn aanval in om 03u00 maar door de gebrekkige leiding worden de steunpunten “K” en “J” nooit bereikt. De compagnie wordt teruggeslagen en zoekt uiteindelijk dekking in de loopgraven van steunpunt “L” en van de CP van II/Gr. Rond 08u30 start de Duitse artillerie met het bombarderen van de CP van het II/2Gr. Uit de richting van Vroenhoven neemt de vijandelijke druk alsmaar toe. De overblijvende steunpunten van het II/2Gr zijn geïsoleerd en worden aangevallen door het Duitse 151ste Infanterieregiment. De steunpunten worden ontruimd of overrompeld en de resterende manschappen worden teruggetrokken. Uiteindelijk worden Lt Govaerts, OLt Caeneberghs, OLt Menten en de tijdens de gevechten gewonde OLt Bellen te Eben-Emael gevangen genomen. Bij de gevechten in de nacht van 10 op 11 mei sneuvelt Korporaal Geukens.
- De 2Cie bemant nog steeds het steunpunt ten oosten van Diepenbeek wanneer om 03u00 ‘s morgen de 2de Compagnie van Iste Bataljon van het 4de Linieregiment (I/4Li) hun stellingen wil overnemen. Het I/4Li heeft als opdracht een dwarsstelling in te nemen op de limiet tussen het I/LK en het Cavaleriekorps (CK) teneinde de aftocht van het CK achter het Albertkanaal te beveiligen. Om 10u30 is de overname overgave van de stelling met 2/I/4Li compleet en begint de 2Cie van het 11Li aan zijn aftocht naar het westen. De 2Cie is de enige compagnie van I/11Li die de ondersector van het 11Li voltallig verlaat.
- Bij zonsopgang worden de stellingen van de 3Cie nabij Genoelselderen aangevallen door de Duitse luchtmacht echter zonder verliezen te veroorzaken. Om 08u30 verneemt Cdt Dewaet van voorbij passerende koeriers dat de vijand Vlijtingen verlaten heeft en aanstalten maakt om de Vde Groep van 14A, die in Herderen staat opgesteld, aan te vallen. Om 09u30 ziet Cdt Dewaet dat de gemotoriseerde colonne van het HK/7Div ijlings Genoelselderen verlaat. Op dat ogenblik heeft de vijand in het naburige Herderen de Vde Groep van 14A overmeesterd en maakt hij zich klaar om naar Genoelselderen op te rukken. Cdt Dewaet stuurt een estafette naar de opstelplaats van het HK/7Div maar die stelt vast dat het kasteel van Genoelselderen door het HK al verlaten is. Om 10u10 weten enkele uit Herderen ontsnapte artilleristen van 14A te melden dat de vijand onderweg is naar Genoelselderen. Hierop beslist de commandant van de 3Cie zijn stellingen te ontruimen en zich op Tongeren terug te plooien. De infanteristen te voet kunnen de oprukkende vijandelijke tanks onmogelijk voorblijven en worden op de baan van Genoelselderen naar Tongeren ingehaald en gevangen genomen. Cdt Dewaet, OLt Duwijn en OLt Haffmans van de 3Cie worden samen met hun manschappen gevangen genomen. De Soldaten Liebaart en Stevens komen bij de schermutseling om het leven [9]. Alleen het peloton van OLt Collin, dat zich bij het HK/7Div bevond, kan zich tijdig uit de voeten maken. OLt Collin en enkele manschappen kunnen de bevriende linies bereiken.
- Te Kleine Spouwen wordt Luitenant Hendrice van de 4Cie krijgsgevangen gemaakt. Ook Lt Gevers en Lt Naegels worden gevangen genomen. Alleen Cdt Matthys die door Maj Proth werd meegestuurd met het detachement van OLt Naegels (TBC) slaagt erin met een handvol manschappen terug te keren.
Pl Vkr/11Li
Het Peloton Verkenners van het 11Li (Pl Vkr/11Li), onder bevel van Adjudant KROLt de Cartier d’Yves, wordt om 09u10 naar Berg (Bilzen) gestuurd om de baan Riemst – Bilzen af te grendelen en zo de oostflank van het 11Li te beveiligen.
Staf/11Li
De 4de Infanteriedivisie trekt tijdens de nacht van 11 op 12 mei terug naar het westen. De eenheden steken de Gete over en nemen kantonnementen in tussen Halen en Waanrode. Hier kan in relatieve veiligheid uitgerust worden gezien langs de Gete een dwarsstelling ingericht wordt door eenheden van het Cavaleriekorps (CK). Omwille van het Duitse luchtoverwicht wordt overdag halt gehouden en wordt de manschappen bevolen zo veel mogelijk uit het zicht te blijven. De eenheden slagen er in om de orde min of meer te herstellen, maar tot overmaat van ramp is de Belgische genie bijzonder vroeg overgegaan tot het vernielen van de bruggen over de Herk en de Gete zodat onderweg alweer een belangrijk aantal voertuigen en zware wapens moet achtergelaten worden. Ook het 11Li kan slechts een gering gedeelte van zijn zwaar materiaal over beide rivieren brengen.
Het divisiehoofdkwartier is intussen naar Beauvechain gereden en heeft zich daar ontplooid om nieuwe orders op te maken voor de regimenten. De divisie ontvangt vervolgens het bevel om door de K.W. Stelling te trekken en zich achter het Kanaal van Willebroek te gaan reorganiseren in de omgeving van Vilvoorde.
Staf/11Li
Na het vallen van de duisternis zet de divisie zich opnieuw in beweging. Het 11Li bereikt via Molenbeek-Wersbeek, Sint-Joris-Winge en Linden de stad Leuven waar de eenheden tijdens de ochtend van 12 mei kantonnementen tussen Kessel-Lo en Herent innemen.

Hergroeperingszone van de 4Div achter het Kanaal van Willebroek
Staf/11Li
De volgende nachtelijke etappe verloopt tot net over het Kanaal van Willebroek. Het 11Li steekt gedurende de nacht van 13 op 14 mei te Vilvoorde het Kanaal van Willbroek over en kantonneert te Humbeek waar het regiment gedurende twee dagen uitrust en reorganiseert. In het rustkantonnement verneemt de Staf/11Li dat het Groot Hoofdkwartier (GHK) beslist heeft om drie divisies ten westen van het Kanaal van Willebroek op te stellen. Het is de bedoeling van het GHK om de linies van het veldleger langsheen de K.W. Stelling te dekken met een strategische reserve van drie divisies, onder het bevel van het het IIIde Legerkorps (III/LK).
Staf/11Li
Het plan om drie divisies op te stellen achter het Kanaal van Willebroek als strategische reserve zal echter niet lang stand houden. Door de beperkte inzetbaarheid van de 4Div zal de divisie doorgestuurd worden naar het achtergebied. Gedurende de dag verneemt de regimentscommandant dat het 11Li tezamen met de rest van de 4Div naar het Bruggenhoofd Gent gestuurd wordt. Het Bruggenhoofd Gent (TPG – Tête de Pont Gand) wordt gevormd door een bunkergordel ten zuiden van Gent. De bunkergordel bestond uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hadden nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel. Omstreeks 13u00 wordt ook vernomen dat Luitenant-generaal De Grave vervangen wordt als commandant van de 4Div door Generaal-majoor Van Trooyen, voormalig commandant van de 7Div.
De 4Div komt als eerste grote eenheid toe in het Bruggenhoofd Gent en moet de bunkergordel tijdelijk beveiligen. Hierdoor zullen de infanterieregimenten van 4Div opgesteld worden in brede ondersectoren van Semmerzake tot Kwatrecht. De regimenten zullen na hun aankomst in het Bruggenhoofd Gent volgende ondersectoren bezetten:
- 11Li – de ondersector Kwatrecht – Betsberg.
- 15Li – de ondersector Moortsele – Munte.
- 7Li – de ondersector Muntekouter – Semmerzake.
Voor de verplaatsing naar het Bruggenhoofd Gent zullen alle troepen te voet met autobussen van de Legerautogroepering (LAuGpg) vervoerd worden van op laadplaatsen op de snelweg Brussel-Antwerpen. De motorvoertuigen en de paardenvoertuigen zullen in afzonderlijke colonnes richting westen trekken. Na opnieuw een dag rust wachten de troepen te Humbeek tot de avond. Vervolgens marcheren de troepen naar de inschepingswerf te Wolvertem, maar de beloofde autobussen van de LAuGpg komen niet aan.
Staf/11Li
Na bijna de ganse nacht gewacht te hebben, arriveert het transport voor het voetvolk uiteindelijk om 04u00 op de laadplaats te Wolvertem. Het 11Li kan aan boord stappen van de 30 autobussen van het 4Pl van de 1Cie van II/LAuGpg. Het 11Li komt rond het midden van de voormiddag aan te Melle en Kwatrecht waar ze een rustkantonnement innemen en reorganiseren. De paardencolonne heeft Meire bereikt en zal hier het eind van de dag afwachten. Het 11Li telt die dag nog 71 officieren (97 voorzien) en 2030 manschappen (3570 voorzien). De rest heeft tijdens de terugtocht afgehaakt en is ofwel gevangen genomen of gewoon achtergebleven en verloren gelopen.
Later op de dag verneemt de staf van 11Li dat het geallieerd opperbevel (via de Franse generaal Bilotte) onverwacht het bevel heeft gegeven om de K.W. Stelling prijs te geven zonder dat die ten volle verdedigd werd. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en terugtrekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Het Bruggenhoofd Gent wordt een scharnierpunt in deze nieuwe defensieve lijn en meerdere divisies worden van de K.W. Stelling naar het Bruggenhoofd Gent gestuurd. Deze verplaatsing zal volgens plan twee dagen duren, de eerste eenheden van deze divisies zullen pas in de nacht van 18 op 19 mei in het bruggenhoofd toekomen. De staf van 11Li realiseert zich dat de ondersector Kwatrecht – Betsberg slechts een korte tijd ingenomen zal worden.

DBT schutters van het 11Li op oefenkamp te Leopoldsburg.
Staf/11Li
Het 11Li voert patrouilles uit tussen Kwatrecht en Betsberg terwijl de bataljons zich installeren.
I/11Li (-)
Het Iste Bataljon is door het gebrek aan manschappen inmiddels herschikt tot een bataljon met slechts twee compagnies. Kapitein-Commandant Borzée heeft nu het bevel over I/11Li nadat Majoor Proth werd gevangen genomen nabij het Albertkanaal. De bijna voltallige 2de Compagnie vormt de nieuwe 1ste Compagnie onder bevel van Luitenant Van Helleputte, terwijl de overgebleven manschappen van de drie andere compagnies samengevoegd worden tot een nieuwe 2de Compagnie onder bevel van Kapitein-commandant Matthys.
II/11Li
Om 03u30 krijgt het II/11Li de opdracht om dringend de verdedigingsstellingen rond Melle te betrekken. Er zijn echter geen sleutels te vinden van de bunkers in de buurt zodat deze nog niet ingericht kunnen worden. Rond de middag komen de sleutels toe te en kan men eindelijk bepalen welke wapens nodig zijn om alle steunpunten te kunnen bezetten en bewapenen. Langs de Schaperstraat 44 te Lemberge haalt de genie de zendmast van Radio Vlaanderen naar beneden. De commandopost van II/11Li wordt in het gebouw horende bij deze zendmast gevestigd.
IV/11Li
De 14Cie van het IVde Bataljon krijgt de opdracht om drie getrokken C47mm anti-tankkanonnen naar Kwatrecht te sturen. Eén C47 wordt opgesteld in de buurt van bunker D21. Deze bunker was een mitrailleurbunker. De twee andere C47 werden opgesteld bij bunker D22 onder de spoorwegbrug over de Brusselsesteenweg ten westen van Kwatrecht. Bunker D22 zit volledig ingewerkt in de linker spoorwegberm komende vanuit de richting Aalst. De brugdoorgang kon hier met een schotbalkensysteem volledig versperd worden.
Staf/11Li
Het 11Li rust uit en werkt aan het verstevigen van de stellingen in het Bruggenhoofd Gent.
III/11Li
De 3de en 4de Compagnie van het Bataljon Grenswielrijders Limburg worden die dag in steun geplaatst van het regiment. De compagnies worden op de rechterflank ontplooid, tussen het III/11Li en de posities van het 15Li. Om 08u30 echter worden de grenswachters verplaatst naar de linkerflank rond Gijzenzele.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.
Staf/11Li
De aftocht van het veldleger van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde die tijdens de nacht van 16 op 17 mei gestart is, moet op 19 mei voltooid worden. Het VIde Legerkorps (VI/LK) heeft het bevel overgenomen over de volledige zuidoostelijke zone van het Bruggenhoofd Gent op de boog tussen Semmerzake en Kwatrecht. Er worden drie divisies ontplooid in deze zone. Van west naar oost zal de opstelling er als volgt uitzien:
- de 5de Infanteriedivisie (5Div) krijgt de sector Semmerzake-Munte toegewezen
- de 4de Infanteriedivisie wordt gecentraliseerd in de sector Munte-Betsberg
- de 2de Infanteriedivisie (2Div) vervolledigd de linies door inname van de sector Betsberg-Kwatrecht
Deze ontplooiing betekent dat de regimenten van de 4Div dichter bij elkaar zullen opgesteld worden tussen Munte en Bottelare nadat ze hun ondersectoren hebben overgegeven aan de pas toegekomen divisies. Het 7Li en 15Li zullen de voorste linies innemen tussen Munte, Moortsele en Betsberg. Het 11Li wordt in tweede lijn opgesteld achter het 7Li en 15Li, maar zal wel pelotons leveren voor het bezetten van verschillende grote wachten of voorposten. De nodige bevelen voor deze nieuwe verplaatsingen worden nog tijdens de late nacht van 18 op 19 mei verspreid. Elke compagnie beschikt nog over een achttal mitrailleurs in plaats van de oorspronkelijke twaalf die er voorzien waren.
Voorpostenlijn
Veiligheidshalve worden er drie voorposten opgesteld voor de sector van de 4Div. Eén te Scheldewindeke dorp (P3), één te Scheldewindeke aan het kruispunt Pelgrim (P2) en één te Oosterzele dorp (P1). Deze voorposten zullen telkens bemand worden door een peloton fuseliers van het 11Li en een T13 tankjager van de Cie C47/T13 4Div. In afwachting van de aankomst van de pelotons van het 11Li wordt deze opdracht uitgevoerd door het Peloton Verkenner van het 15Li. De opdracht van de voorposten bestaat erin vijandelijke voorhoedes voor de stelling te melden en verkenningen af te weren.
I/11Li
Het I/11Li staat er bijzonder slecht voor. Het bataljon telt nog slechts zo’n 300 manschappen die allen erg geleden hebben onder de voortdurende nachtmarsen van de afgelopen dagen.
Staf/11Li
De Duitsers vallen het Bruggenhoofd Gent aan. Het 11Li blijft zijn nieuwe posities in de tweede linie bemannen. Terwijl de vijand de in het noordoosten gelegen 2de Infanteriedivisie aanvalt en er te Kwatrecht hevig wordt gevochten, stellen de Duitsers zich tegenover de 4de Infanteriedivisie tevreden met enkele artilleriebeschietingen. De commandopost van de divisie valt daarbij eveneens onder vuur. De Belgische artillerie riposteert en neemt Balegem en Scheldewindeke onder vuur.
Staf/11Li
In de sector van de 4Div wordt die dag slechts sporadisch contact gemaakt met de vijand. Bij de 2Div werd wat terrein prijsgeven en staan de beide regimenten in eerste lijn, 5Li en 6Li onder druk.
Gezien het uitblijven van een aanval op de 4Div beslist het VI/LK om het 11Li opgesteld in tweede lijn van de 4Div in versterking te sturen van de 2Div. I/11Li en II/11Li worden aangeduid om een tegenaanval in de Duitse flank uit te voeren richting Kwatrecht. Uiteindelijk zal enkel het II/11Li kunnen ingezet worden.
Op de Conferentie van Ieper tussen de Belgen, Fransen en Britten is beslist dat het front achteruit moet. Het Belgische leger zal de aftocht naar de Leie aanvatten en rondom Gent worden de Belgische posities herschikt en wordt het Bruggenhoofd Gent opgegeven. De 16de en de 18de infanteriedivisies zullen de stad verdedigen. De 1ste infanteriedivisie zal de komende nacht stad verlaten en naar de streek van Kortrijk verhuizen. De 2de en de 4de infanteriedivisie zullen die nacht het Bruggenhoofd Gent opgeven en over het Afleidingskanaal van de Leie trekken. Ten zuiden van de stad zullen de 1ste Divisie Ardeense Jagers en de 5de infanteriedivisie nog achter de Schelde moeten blijven tot de nacht van 23 op 24 mei om zich vervolgens ook achter de Leie terug te trekken.
Voorpostenlijn
De voorposten van Scheldewindeke en Oosterzele raken verwikkeld in schermutselingen met de Duitsers betrokken.
II/11Li
Tijdens de nacht van 20 op 21 mei wordt te Lemberge haastig het bevel gegeven aan het II/11Li van Kapitein-commandant Hoebanx om naar een stelling ten noorden van Gijzenzele te vertrekken. Het bataljon moet er een tegenaanval uitvoeren en het 5Li ondersteunen om het verloren gegane gebied rond Kwatrecht te heroveren. Het 2A de divisie artillerie van de 2Div vangt om 05u30 aan met een vuurvoorbereiding op de Duitse stellingen, de beschietingen zullen nog de rest van de dag duren. Om 06u15 start het II/11Li de tegenaanval met hulp van artillerievuur van 2A en twee ACG1 tanks van het Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps die in het noorden van Gijzenzele zijn gestationeerd. Aanvankelijk boekt het II/11Li terreinwinst. Ter hoogte van het Bourgondisch Kruis gaan beide tanks evenwel verloren en na een kort oponthoud kunnen de Duitsers de opmars hervatten. Het II/11Li moet de tegenaanval opgeven.
I/11Li
Ook het I/11Li van Kapitein-commandant Borzée [10] ontvangt het bevel de tegenaanval naar Kwatrecht te vervoegen. Het gedecimeerde bataljon kan echter niets ondernemen en moet al snel zijn aanvalspoging afbreken.
Er vinden nog steeds beperkte vuurgevechten plaats in de sector van de 4de divisie, maar tot een echte aanval van de Duitsers komt het niet. Bij de treffens wordt Cdt Hoebanx van het IIde Bataljon dodelijk gewond. De officier zal overlijden rondom 11u00 bij aankomst in het militaire hospitaal van Torhout. Kapitein-commandant Goole neemt het bevel over.
De divisie ontvangt zijn marsorders voor de verplaatsing naar het westen. De Schelde moet overgestoken worden via de bruggen van Zwijnaarde en Schelderode en de divisie zal vervolgens achter de Leie in reserve geplaatst worden bij het VIde Legerkorps (VI/LK).
De aftocht uit het Bruggenhoofd Gent tijdens de nacht van 22 op 23 is zonder noemenswaardige incidenten verlopen en de divisie komt tijdens de voormiddag aan tussen Deinze en Nevele.
Het 11Li graaft zich in op de rechterflank van de divisie net ten noorden van Deinze:
- de commandopost van het regiment wordt te Hoendervelden nabij Zeveren opgesteld
- het Iste bataljon gaat in reserve nabij de commandopost van het regiment
- het IIde bataljon bemant de frontlinie in Molenbeek
- het IIIde bataljon gaat op de Meerskant in stelling
De 4de infanteriedivisie stelt zijn drie regimenten op tussen Deinze en Nevele op de westelijke oever van het Afleidingskanaal van de Leie. De 4de infanteriedivisie heeft een problematische veldtocht achter de rug en is dan ook sterk verzwakt. Er zijn nog slechts circa 5.300 infanteristen in plaats van de normale 11.000 en de zware bewapening is herleid tot een overschotje. Er is nog maar een derde van de lichte mitrailleurs en anti-tankkanonnen C47. Zware mitrailleurs zijn er bijna niet meer en alle mortieren zijn verloren gegaan tijdens de eerste oorlogsdagen.
De ganse dag wordt gewerkt aan de voorbereidselen tot het komende gevecht.
Aan het front ten noorden van Deinze ondernemen de Duitsers bijkomende pogingen om over het water te geraken. In de ondersector van het 15Li slaagt het Duitse 192e Infanterieregiment erin het Afleidingskanaal van de Leie over te steken ten zuiden van Meigem. De Duitsers ondervinden er bijna geen tegenstand. Het 15Li valt uit elkaar en geeft zich zo goed als volledig over aan de vijand. Officieren zien machteloos toe hoe de manschappen de wapens wegwerpen.
De vijand vormt zeer snel een bruggenhoofd en zwenkt dan noordwaards naar het 7Li en zuidwaarts naar het 11Li. Het I/7Li en II/7Li worden onmiddellijk overrompeld, maar de 10de en 11de compagnie slagen er in de Duitse infanterie tijdelijk tegen te houden.
Het III/11Li wordt eveneens omsingeld en het II/11Li geeft zich spontaan over. Het I/11Li tracht met zijn twee overblijvende compagnies nog een tegenaanval uit te voeren, maar houdt halt wanneer de manschappen merken dat de Duitsers Belgische krijgsgevangenen als levend schild gebruiken. Om 10u35 zijn de Duitsers nog amper één kilometer van Vinkt verwijderd.
In de vooravond gebruiken de Duitsers opnieuw een levend schild en dwingen een peloton krijgsgevangenen van het 11Li een Duitse aanval tegen de Belgische stellingen te dekken. Achter iedere Belg stapt een Duitse soldaat terwijl een van de Belgen met een met een witte vlag zwaait en moet : “Niet schieten! We zijn Belgen”. De commandant van het III/1ChA neemt geen risico’s en laat vuren. Negen Limburgse militairen worden door de Ardeense Jagers gedood en een blijft zwaar gewond ter plaatse liggen.
Die dag verliezen 7Li, 11Li, 15Li en 8A samen zo’n 5.000 krijgsgevangenen. De 4de infanteriedivisie bestaat niet meer.
De veldtocht zit er zo goed als op voor de mannen van het 11Li. De enkelingen die bij de nederlaag aan het Schipdonkkanaal ontsnapt zijn, of reeds van lang tevoren van hun eenheid verdwaalden, lopen doelloos rond in het Belgische achtergebied en worden samen met de rest van het leger ontwapend op 28 mei.

Transport van de Belgische krijgsgevangen met overbevolkte rijnaken
Krijgsgevangenen/11Li
Na de Belgische capitulatie is de bezetter geconfronteerd met een grote massa Belgische en Franse krijgsgevangenen die op één of andere manier naar Duitsland moeten worden overgebracht. Om de evacuatie snel te laten verlopen wordt geopteerd voor het vervoer per rijnaak. Vanuit het Gentse worden de gevangen militairen via Axel en Zaamslag naar Walsoorden in Zeeuws-Vlaanderen gebracht. Hier wordt ingescheept om via het “Kanaal door Zuid-Beveland”, het Hollands Diep, de Waal en de Rijn richting Duitsland te varen.

Reisweg van de Rhenus op 30 mei 1940
Krijgsgevangenen/11Li
Op donderdag 30 mei vertrekt rond 09u00 een konvooi van vier schepen richting Duitsland. Het schip de “Rhenus 127”, met aan boord uitsluitend Belgische krijgsgevangenen, vaart als tweede in het konvooi. Rond 19u30 wordt het Hollands Diep bereikt ter hoogte van Willemstad. Hier loopt het schip op een magnetische mijn die door de Duitse luchtmacht werd gedropt aan het begin van de vijandelijkheden. De mijn rijt de achterkant van het schip open waarna het achterste deel van het schip langzaam begint te zinken en de boeg omhoog gestuwd wordt. Het duurt een uur vooraleer ook de voorsteven onder water verdwijnt waardoor een groot deel van de niet gewonde opvarenden en een 269-tal gewonden aan land konden gebracht worden. Aangezien er geen inschepingslijsten werden opgesteld is niet geweten hoeveel Belgische militairen aan boord waren. Er wordt aangenomen dat er ongeveer 1.200 man werd ingescheept, onder hen een aantal van het 11Li. In totaal worden 167 lichamen geborgen, vermoedelijk ligt het aantal slachtoffers nog hoger. Het 11Li telt 13 geïdentificeerde slachtoffers. Onder hen de Sergeanten Herbots en Vandeweerdts, de Korporaals Claes, Hontiens, Renaerts, en Servais, de Soldaten Beine, Fleurus, Loozen, Michiels, Van Biesen, Van Herck en Van Ormelingen.

Krijgsgevangenenkamp van Bredow nabij Stettin bood plaats aan 506 gevangenen die tewerkgesteld werden in de oorlogsindustrie van Stettin.
Krijgsgevangenen/11Li
Bij een incident in het krijgsgevangenenkamp Bredow (XII – 106) nabij Stettin (vroeger Duitsland nu Szczecin in Polen) komen op 1 oktober 1941 drie onderofficieren van het 11Li om het leven, het betreft de 1ste Sergeanten Huybrechts, Tytgat en Meubus [11]. Ook Soldaat BV Janssens van het 18de Regiment Artillerie (18A) en nog 14 andere Belgische krijgsgevangenen, wiens eenheid (voorlopig) niet achterhaald kan worden (alleen het stamnummer is beschikbaar maar dit is geen uitsluitende indicatie), komen bij hetzelfde incident om het leven. Het betreft de Wachtmeester Mil Peeters, Sergeant Mil Ilsbroeckx (5Li), Kpl BV Pierard (14Li), de Soldaten BV De Koster, Leonard, Van Camp en Vandereycken en de Soldaten Mil Bastie (6A), Lambert (TTr), Meulemans (Aie CK), Ruelens (Aie CK), Van De Winckel (13Li), Vermaelen (9Li) en Wittemberg (1JP). Stettin werd gedurende de nacht van 30 september 1941 op 01 oktober 1941 zwaar gebombardeerd door de RAF om de Duitse logistieke steun aan het offensief tegen Leningrad (nu Sint-Petersburg) te verstoren. Hierbij vielen drie vliegtuigbommen op het krijgsgevangenenkamp van Bredow waar 506 Belgische en Franse krijgsgevangenen zijn ondergebracht [12]. In totaal komen 20 Belgen om het leven en raken er 14 gewond.
Als krijgsgevangene zal Luitenant-kolonel Emile Van Coppenolle aankomen in Oflag IIIA te Lückenwalde waar hij betrokken raakt bij de Vlaams-Nationalistische Luitenant De Windekring. Door toedoen van de Secretaris-Generaal voor Binnenlandse Zaken Gérard Romsée keert Van Coppenolle in 1941 terug naar ons land om de leiding op te nemen over de Algemene Rijkspolitie. In 1943 wordt hij ook de baas van de Rijkswacht. Hij zal in 1945 in Duitsland aangehouden worden. In 1948 wordt hij tot de doodstraf veroordeeld, maar vier jaar later wordt hij alweer vrijgelaten.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1/I | ANDRIES | Frans, J. | Sdt | Mil | 06.02.1906 | Ramsel | 11.05.1940 | Vliermaal | Gesneuveld tijdens kruisvuur tussen twee Duitse patrouilles | ||||
Onbekend | BEINE | Jan, J. | Sdt | Mil | 12.09.1919 | Gingelom | 07.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | ||||
1/I | BERCKMANS | Victor, G. | Sdt | Mil | 14.02.1920 | Balen | 11.05.1940 | Vliermaal | Gesneuveld tijdens kruisvuur tussen twee Duitse patrouilles | ||||
3/I | BERGHMANS | Marcel | Sdt | Mil | 27.09.1916 | Diest | 21.05.1940 | Melle | |||||
6/II | BLOKKEN | Jean | Sdt | Mil | 11.09.1919 | Hasselt | 11.05.1940 | Hoeselt | Omgekomen in vuurgevecht | ||||
3/I | BOUTSEN | Jan, L. | Sdt | Mil | 38 | 09.09.1917 | Bilzen | 23.05.1940 | Wetteren | Verwond 21.05 nabij bunker Av15 te Kwatrecht | |||
Onbekend | CLAES | Frans, L. | Sdt | Mil | 09.09.1919 | Hasselt | 04.06.1940 | Wansin | |||||
14/IV | CLAES | Ludovic, A. | Sdt | Mil | 18.05.1920 | Heusden | 13.05.1940 | Wansin | |||||
12/III | CLAES | Pierre, A.M. | Kpl | Mil | 38 | 01.01.1920 | Hasselt | 11.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | |||
4/I | CORBESIERS | Jacques, P.J. | Sdt | Mil | 18.09.1908 | Anderlecht | 11.05.1940 | Borgloon | Overleden in veldlazaret I/CA | ||||
14/IV | CRABBE | Joseph, R.V. | ![]() | Sdt | Mil | 17.02.1920 | Elsene | 10.05.1940 | Eigenbilzen | ||||
1/I | DE CEUSTER | Jan, J.A. | Sdt | Mil | 27.12.1917 | Balen | 10.05.1940 | Zichen-Zussen-Bolder | |||||
Onbekend | DE NEEF | Petrus | Sdt | Mil | 04.10.1919 | Lembeek | 11.05.1940 | Overrepen | |||||
8/II | DEMEULENAERE | Antoon, L.A. | Sdt | Mil | 16.01.1906 | Zulzeke | 25.05.1940 | Meigem | |||||
13/IV | DOL | Hubert, J.L. | Kpl | Mil | 31 | 01.01.1911 | Hasselt | 10.05.1940 | Kleine-Spouwen | ||||
Onbekend | FIDLER | Louis, J. | Kpl | Mil | 39 | 22.07.1919 | Hasselt | 15.05.1940 | Rijmenam | ||||
Onbekend | FLEURUS | Alfons, J. | ![]() | Sdt | Mil | 01.05.1920 | Sint-Pieters- Leeuw | 06.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | |||
6/II | FLORIDOR | Jules | Sdt | Mil | 29.11.1917 | Dworp | 10.05.1940 | Brugge | |||||
1/I | GEUKENS | Joseph, L. | ![]() | Kpl | Mil | 38 | 08.08.1918 | Meerhout | 10.05.1940 | Kanne | |||
14/IV | HERBOTS | Emiel, A.P. | ![]() | Sgt | Mil | 38 | 12.09.1919 | Sint-Truiden | 10.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | ||
12/III | HOEBANX | Louis, Hector G. | ![]() | Cdt | Act | 23.03.1894 | Hasselt | 22.05.1940 | Torhout | ||||
6/II | HONTIENS | Antoine, H. | ![]() | Kpl | Mil | 37 | 03.01.1918 | Zepperen | 06.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | ||
Onbekend | HUYBRECHTS | Antoine | 1Sgt | 18.08.1911 | Hasselt | 01.10.1941 | Stettin/Szczecin (PL) | Als krijgsgevangene omgekomen bij Brits bombardement van Stettin | |||||
Onbekend | HUYGEN | Alfons, J. | Sdt | Mil | 11.07.1919 | Diepenbeek | 05.05.1940 | Diepenbeek | |||||
Onbekend | JANSSENS | Petrus, E. | Sdt | Mil | 19.10.1919 | Beringen | 10.05.1940 | Eben-Emael | |||||
Onbekend | KNAEPEN | Joris | Sdt | Mil | 25.10.1919 | Vissenaken | (Onbekend) | Walsoorden (NL) | Vermoedelijk verdronken bij inschepen op de Rhenus 127 op 30.05 | ||||
Onbekend | KNAPEN | Robert, J.F. | ![]() | Sdt | Mil | 17.02.1920 | Zepperen | 25.05.1940 | Meigem | Gedood langs de Meerskant (straat in Meigem) bij inslag obus | |||
5/II | LENAERTS | Adriaan, L.H. | Sdt | Mil | 17.03.1906 | Lanaken | 11.05.1940 | Sint-Joris-Winge | |||||
3/I | LIEBAERT | Alfons, G. | Sdt | Mil | 13.09.1906 | Scheldewindeke | 17.05.1940 | Mal | Dood teruggevonden, vermoedelijk gesneuveld op 11 mei | ||||
Onbekend | LOOZEN | Jacob, F. | Sdt | Mil | 25.11.1917 | Nieuwrode | 06.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | ||||
4/I | MAES | Pieter, M. | ![]() | Sdt | Mil | 05.05.1919 | Arendonk | 22.05.1940 | Tubize | ||||
Onbekend | MEUBUS | Michel, Leonard | 1Sgt | 05.10.1912 | Hasselt | 01.10.1941 | Stettin/Szczecin (PL) | Als krijgsgevangene omgekomen bij Brits bombardement van Stettin | |||||
11/III | MICHIELS | August | ![]() | Sdt | Mil | 20.10.1906 | Putte | 06.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | |||
Onbekend | NAVEZ | Georges, H.E. | Med OLt | Res | 11.10.1910 | Elsene | 25.05.1940 | Meigem | Gedood bij inslag obus | ||||
11/III | NELLES | Marcel, P.J. | ![]() | 1SgtMaj | 06.08.1900 | Montegnée | 11.05.1940 | Vliermaal | Gesneuveld tijdens kruisvuur tussen twee Duitse patrouilles | ||||
Onbekend | ODEURS | Paul, M.J. | ![]() | Sgt | Mil | 39 | 22.01.1917 | Sint-Truiden | 21.05.1940 | Melle | |||
Onbekend | RENAERTS | Emiel, L. | ![]() | Kpl | Mil | 37 | 19.12.1917 | Zepperen | 09.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | ||
7/II | REYNAERTS | Frederik, Théophile | Sdt | Mil | 38 | 13.10.1917 | Attenhoven | 26.05.1940 | Deinze | Datum van vermoedelijk overlijden | |||
Onbekend | REYNERS | Henri, W. | Sdt | Mil | 16.11.1914 | Bocholt | 22.05.1940 | Zwijnaarde | |||||
2/I | SCHEPENS | Henri, A. | Sdt | Mil | 31.05.1916 | Neerpelt | 05.06.1940 | Zeveren | Opgegraven | ||||
Onbekend | SCHUERMANS | August, J.A. | Kpl | Mil | 38 | 22.03.1918 | Bocholt | 25.05.1940 | Meigem | ||||
Onbekend | SERVAIS | Maxime, H. | Kpl | Mil | 37 | 18.01.1917 | Brussel | 07.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | |||
9/III | SONCK | Petrus, J. | ![]() | Sdt | Mil | 28.09.1915 | Sint-Jans-Molenbeek | 10.05.1940 | Eigenbilzen | Gedood in luchtaanval | |||
3/I | STEVENS | Albert | Sdt | Mil | 13.06.1917 | Grote-Brogel | 17.05.1940 | Mal | Dood teruggevonden, vermoedelijk gesneuveld op 11 mei | ||||
Onbekend | STRUYS | Maurice | ![]() | Sdt | Mil | 38 | 05.10.1918 | Sint-Truiden | 17.07.1940 | Brussel | Overleden in Sint-Pietershospitaal | ||
Onbekend | TIMMERMANS | Jan, M.A. | Kpl | Mil | 36 | 07.01.1917 | Neerpelt | 10.05.1940 | Rosmeer | ||||
Onbekend | TYTGAT | Louis, Joseph | 1Sgt | Mil | 32 | 19.05.1912 | Hasselt | 01.10.1941 | Stettin/Szczecin (PL) | Als krijgsgevangene omgekomen bij Brits bombardement van Stettin | |||
3/I | VAN AERSCHOT | Evarist | Sdt | Mil | 22.05.1916 | Scherpenheuvel | 11.05.1940 | Maastricht (NL) | |||||
6/II | VAN BIESEN | Corneel, F. | ![]() | Sdt | Mil | 10.10.1906 | Moorsel | 11.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | |||
3/I | VAN DINGENEN | Albert, P.F. | Sdt | Mil | 31.01.1915 | Vorst | 10.05.1940 | Diest | Toegevoegd aan 21Gn | ||||
4/I | VAN EYGEN | Albert | Sdt | Mil | 23.08.1918 | Ellikom | 11.05.1940 | Riemst | |||||
2/I | VAN HAMEL | Joseph, A.S. | Sgt | Mil | 38 | 20.03.1917 | Koersel | 21.05.1940 | Melle | ||||
Onbekend | VAN HERCK | Jan, L. | Sdt | Mil | 18.10.1919 | Borgloon | 06.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | ||||
9/III | VAN HOUT | Guillaume | ![]() | Sdt | Mil | 14.04.1919 | Heerlen (NL) | 28.05.1940 | Leke | ||||
2/I | VAN HOUT | Petrus, J.L. | Sgt | Mil | 25 | 13.07.1905 | Herentals | 23.05.1940 | Wetteren | ||||
6/II | VAN ORMELINGEN | Frans, A.J. | ![]() | Sdt | Mil | 20.02.1917 | Alken | 07.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | |||
Onbekend | VAN RUSSELT | Ludovic, G. | Sdt | Mil | 06.03.1918 | Herk-de-Stad | 11.05.1940 | Borgloon | Veldlazaret I/CA | ||||
Onbekend | VANDEWEERDT | Gilbert, M.M. | Sgt | Mil | 39 | 21.05.1916 | Grimbergen | 07.06.1940 | Willemstad (NL) | KG op Rhenus 127 op 30/5 | |||
11/III | VERLINDEN | Emiel, J. | Kpl | Mil | 39 | 08.05.1920 | Keerbergen | 10.05.1940 | Eigenbilzen | ||||
4/I | VERMEYLEN | Louis, A. | Sgt | Mil | 38 | 19.08.1919 | Mol | 25.05.1940 | Vinkt | Gebruikt als levend schild na krijgsgevangenname en gedood in incident met 7/III/1ChA | |||
12/III | ZWARTENBROEK | Marcel, I. | Sdt | Mil | 11.04.1918 | Wommersom | 25.05.1940 | Meigem | Gedood na gevangenname |
- Achtergrondinformatie bij het Kasteel Zangerheide [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/302679 [Laatst geraadpleegd 14 juni 2021].
- Achtergrondinformatie bij het Kasteel Groenendaal dat vlak naast het Kasteel Zangerheide is gelegen [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/302679 [Laatst geraadpleegd 14 juni 2021].
-
Brug Eigenbilzen en ligging bunkers. Op de kaart is duidelijk de asverschuiving te zien bij de aanleg van de brug te Eigenbilzen (projectie op kaart van 1939)
Opmerkelijke vaststelling bij de studie van stafkaarten van 1939 is dat in Eigenbilzen de ligging van de brug niet samenvalt met het bunkerdispositief. De brug ligt ten westen van het bunkercomplex dat is gecentreerd rond de Heseputterstraat. Voor de aanleg van het Albertkanaal was dit de weg tussen Eigenbilzen en Gellik. Op de meeste andere plaatsen langs het kanaal (Briegden, Gellik, Munsterbilzen) werd een brug gelegd op het tracé van het bestaande wegennetwerk, in Eigenbilzen was dit niet het geval. Het laat zich vermoeden dat de planning voor de bouw van de bunkers gelijktijdig verliep met de aanleg van het Albertkanaal, alleen wanneer de brug over het kanaal werd gebouwd gebeurde dit niet op de oude verbindingsweg tussen Eigenbilzen en Gellik maar meer naar het westen. Hierdoor bevonden de bunkers zich niet op de meest geschikte locatie om de brug te verdedigen.
- Het loont het de moeite om even stil te staan bij dit bombardement. Als je er van uitgaat dat in militaire operaties (meestal) niets zonder reden gebeurt en gezien de schaarste van de Duitse luchtmiddelen op een cruciaal moment als 10 mei (zeer veel doelen dienden uitgeschakeld te worden in weinig tijd) is het moeilijk aan te nemen dat Waltwilder enkel uit pure vernielzucht werd gebombardeerd. De enige logische reden om Waltwilder te bombarderen is de aanwezigheid van de commandopost van het 11Li (die dan net niet getroffen wordt). Wanneer men weet dat om 05u00 ’s morgens al de kazerne van de Grenswielrijders Limburg te Lanaken werd gebombardeerd en om 08u00, gelijktijdig met de CP van het 4Gn te Bilzen, ook de CP van het 6Gn (organiek geniebataljon van de 7Div) te Herderen komt een bepaald patroon naar boven. Al deze eenheden hadden een directe rol te spelen bij de verdediging van de bruggen van Kanne, Vroenhoven, Veldwezelt, Briegden, Gellik, Eigenbilzen, Zutendaal, Genk-Zuid en Diepenbeek. Het intact in handen krijgen van deze bruggen was belangrijk voor een snelle opmars door België. Om bevestiging te krijgen over het causaal verband tussen de verschillende bombardementen zou het interessant zijn de doelenlijst (oftewel High Priority Target List – HPTL) van de Luftwaffe te kunnen raadplegen en enig inzicht te verwerven in het targetingproces dat door de Duitsers werd gevoerd. Vooral dan door welke inlichtingen (intel) dit targetingproces werd gevoed. Dergelijke doelenlijst is allicht niet meer beschikbaar (alhoewel een gemarkeerde kaart met de te bestoken doelen werd overgemaakt aan de Staf/4Div) en zeker de bronnen die de inlichtingen verschaften werden vermoedelijk tijdens de oorlog reeds beschermd door de vernietiging van bepaalde inlichtingenrapporten na afloop van de operaties in België. De enige manier om de HPTL te reconstrueren is na te gaan wat en wie gebombardeerd werd op welk moment. Analyse van de plaatsen die gebombardeerd werden waar zich tot voor enkele dagen van de inval nog sleutelelementen bevonden die op het moment van de aanval elders stelling genomen hebben (zoals het huis waarin de telefooncentrale van het 11Li zich bevond tijdens de mobilisatie), kan informatie opleveren over de laatste update die aan de lijst werd aangebracht.
- Lt Govaerts is een reserveofficier die deelnam aan de Eerste Wereldoorlog en die nog maar vijf dagen in de compagnie aanwezig is. Hij heeft sinds WOI aan geen enkele werderoproeping deelgenomen en is bijgevolg niet op de hoogte van de inzet van de nieuwe bewapening waarmee de compagnie is uitgerust noch van de laatste evolutie van de infanterietaktiek.
- Oorlogsmonument aan de kerk van Eigenbilzen. Achtergrondinformatie [On Line beschikbaar]: https://www.tracesofwar.nl/sights/7588/Oorlogsmonument-Eigenbilzen.htm [Laatst geraadpleegd 24 juni 2021].
- Een dwarsstelling of bretel wordt normaal opgericht wanneer de vijand de linies doorbreekt en dient om de eenheden in lijn die niet opgesteld staan daar waar de doorbraak gebeurde de tijd geven om het contact af te breken.
- Het gaat hier om voertuigen van het Recce detachement van Capitaine Renoult van het Franse 12ème Régiment de Cuirassiers. Het 12(FRA) Regt Cuirassiers was belast met een dekkingsopdracht tijdens de inplaatstelling van het 1 (FRA) Leger. [On Line beschikbaar]: https://www.chars-francais.net/2015/index.php/journaux-de-marche/liste-des-journaux?task=view&id=586 [Laatst geraadpleegd 24 september 2018]
- De lichamen van de Soldaten Liebaart en Stevens worden pas op 17 mei teruggevonden te Mal (nu een gehucht van Tongeren). Het vreemde is dat Cdt Dewaet geen melding maakt van gesneuvelden bij de schermutseling ten zuiden van Genoelselderen en bevestigt dat de meeste zo niet alle manschappen gevangen genomen zijn gezien de compagnie omsingeld was. Mal ligt toch nog een zevental kilometer zuidoostwaarts van de plaats waar contact gemaakt werd met de vijand. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen wat er in Mal precies is gebeurd. Zijn de twee onfortuinlijke soldaten kunnen ontsnappen en later op de dag omgekomen in een gevecht of ze zijn omgekomen in krijgsgevangenschap.
- Cdt Borzée zal in 1947 tijdens een militaire onderzoekscommissie slecht leiderschap verweten worden maar zal slechts een lichte sanctie ontvangen omwille van zijn inzet voor het gewapende verzet tijdens de bezettingsjaren.
- Herdenkingsplaat voor de gesneuvelde onderofficieren van het 11Li tijdens zowel de eerste als de tweede wereldoorlog op de gemeentelijke begraafplaats Kruisveld te Hasselt. De herdenkingsplaat draagt het opschrift: “In Memoriam, Eretabel der Onder-officieren van het 11e Linie gestorven voor het vaderland“
- Krantenartikel in een Britse krant van 1 oktober 1941 die het bombardement van Stettin op 30 september verslaat. Er wordt gesproken van een zwaar bombardement gevolgd door een grote brand. [On Line beschikbaar]: https://trove.nla.gov.au/newspaper/article/17766675 en https://www.ww2today.com/p/an-airmans-first-and-last-operational [Laatst geraadpleegd 7 juni 2021]. De vermoedelijke Belgische slachtoffers van het bombardement liggen met grote waarschijnlijkheid begraven op een militair ereperk van het Centraal kerkhof van Szczecin waar er een monumentje staat ter nagedachtenis van 33 omgekomen Belgische krijgsgevangenen die op het kerkhof van Szczecin begraven zijn. [On Line Beschikbaar] http://cmentarze.szczecin.pl/chapter_11964.asp?soid=B4EA1ADC41E24C86B1B81E127D4735DD [Laatst geraadpleegd 7 juni 2021]. De omstandigheden van het incident worden uitvoerig beschreven in het boek “Dans le ghetto des barbelés” van François Rouard, een ooggetuige. [On line beschikbaar]: https://www.maisondusouvenir.be/francois_rouard.php [Laatst geraadpleegd 7 juni 2021].
- Uitgebreid getypt verslag opgesteld in het Frans door Kolonel Horckmans, bevelhebber van het 11Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 11Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Getypte verklaring opgesteld op 10 maart 1946 door Majoor Proth, bataljonscommandant van I/11Li, betreffende de gebeurtenissen bij het I/11Li op 10 en 11 mei 1940. De verklaring bevindt zich in het dossier van het 11Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Overzichtstabel van de geleden verliezen tijdens de gevechten te Bilzen, opgesteld op 17 mei door de Staf/11Li en overgemaakt aan de Staf/4Div. De nota bevindt zich in het dossier van het 11Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Gedetailleerd getypt verslag in het Frans, opgesteld op 18 oktober 1945 door Cdt Borzée, commandant I/11Li vanaf 17 mei 1940, betreffende de gebeurtenissen bij het I/11Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 11Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Gedetailleerd getypt verslag in het Nederlands, opgesteld op 15 december 1945 door Cdt Goole, commandant 5/II/11Li, betreffende de gebeurtenissen bij het II/11Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 11Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Gedetailleerd getypt verslag in het Frans, opgesteld op 24 december1945 door Maj Ordies, commandant IIII/11Li, betreffende de gebeurtenissen bij het IIII/11Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 11Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie.