1ste Groepering Hulptroepen

Reglementaire benaming 1ste Groepering Hulptroepen | 1 Gpg HuT
1er Groupement des Troupes Auxilliaires | 1 Gpt TA
Type Genie-arbeiders
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van Legerkorpsen / Groot Hoofdkwartier
Bevelhebber Generaal-majoor René Deguent
Stafchef Kapitein-commandant Jean Van Nylen
Standplaats Diverse
Commandopost te Brussel
Samenstelling Staf 
  1ste Regiment
(Kol Achille Noterman)
I Bataljon (Cdt Jean De Block) 1 Compagnie (Lt Camille Vienne)
2 Compagnie (Lt K. Peel)
3 Compagnie (Cdt Marc Corbisier de Harbonnier de Cobreville)
4 Compagnie (Lt Eddy Kusters)
    II Bataljon (Cdt Jean Campé) 5 Compagnie (Lt Jean Hacha)
6 Compagnie (Lt Georges Minders)
7 Compagnie (Lt Georges Delanier)
8 Compagnie (Cdt Joseph Grootjans)
    III Bataljon (Cdt Jean Decerf)   9 Compagnie (Cdt Charles Vuylsteke)
10 Compagnie (Lt Marcel De Valkeneer)
11 Compagnie (Lt P. Van Pee)
12 Compagnie (Lt Jacques Beuckelaers)
  2de Regiment
(LtKol René Peffer)
I Bataljon (Cdt Res Paul de Voghel) 1 Compagnie (Lt Léon Dewulf)
2 Compagnie (Kapt Res Florent Mélotte)
3 Compagnie (Cdt Léon Heinrichs)
4 Compagnie (Lt Jean Brigode)
    II Bataljon (Maj Edouard Miesse) 5 Compagnie (Cdt Res Marcel Mestdag)
6 Compagnie (Lt Res Frits De Goeyse)
7 Compagnie (Lt Res Guyd Ottevaere)
8 Compagnie (Lt L. Bayens)
    III Bataljon (Cdt Jules Vanmeerbergen)   9 Compagnie (Kapt A. Van Dyck)
10 Compagnie (Cdt Georges Poliart)
11 Compagnie (Lt Jules Janssens)
12 Compagnie (Lt Oscar Defawe)
  3de Regiment
(Kol SBH Maximilien de Reul)
I Bataljon (Cdt Camille Denie) 1 Compagnie (Kapt Marcel Coche)
2 Compagnie (Kapt Norbert Sinnen)
3 Compagnie (Lt H. Calsius)
4 Compagnie (Lt Valère Gillemon)
    II Bataljon (Cdt Gustave Mahaux) 5 Compagnie (Kapt Emile Thomas)
6 Compagnie (Cdt Res Nicolas Loriers)
7 Compagnie (Cdt Res René Culot)
8 Compagnie (Cdt Armand Dardenne)
    III Bataljon (Cdt Edmond Petudzy)   9 Compagnie (Cdt Georges Marnette)
10 Compagnie (Lt François Millet)
11 Compagnie (Lt Charles Attout)
12 Compagnie (Lt Adolphe Boigelot)
  4de Regiment
(LtKol Res Walter Bridoux)
I Bataljon (Cdt Res Maurice Van Espen) 1 Compagnie (Kapt Charles Créteur)
2 Compagnie (Lt Res Marcel Bonte)
3 Compagnie (Lt Res Marcel Pinget)
4 Compagnie (Lt Jean Grimau)
    II Bataljon (Cdt Joseph Bouchez) 5 Compagnie (Lt ridder O. de Schaetzen)
6 Compagnie (Lt Henri Stevens)
7 Compagnie (Cdt Alfred Haye)
8 Compagnie (Cdt Gaston Cambier)
    III Bataljon (Cdt Jean Detaille)   9 Compagnie (Cdt Antoine Dumortier)
10 Compagnie (Lt M. Wolf)
11 Compagnie (Lt A. De Tombeur)
12 Compagnie (Lt Jacques Broddin)
  5de Regiment
(Kol Jules Van Hauberg)
Ontbonden op 8 mei 1940  
  6de Regiment Overgeslagen nummer  
  7de Regiment
(Kol Emile Burck)
Ontbonden begin mei 1940  

Tijdens de mobilisatie

Staf/1Gpg HuT
Als onderdeel van het veldleger worden tussen 1 september en 9 november 1939 negen regimenten en een onafhankelijk bataljon van de hulptroepen (HuT) onder de wapens geroepen. De hulptroepen bestaan uit de oudste reservisten van de infanterie die op dat ogenblik nog niet zijn aangehecht bij een gevechtseenheid. De regimenten van de hulptroepen worden in hoofdzaak ingezet voor het uitvoeren van veldwerken, maar kunnen daarnaast ook gebruikt worden voor bewakingsopdrachten. In tegenstelling tot de eenheden van het territoriale leger, blijven de hulptroepen onder het bevel van het veldleger. Elk regiment telt ongeveer 2.500 manschappen. Er is geen collectieve bewapening voorzien. De eenheden beschikken wel over een beperkte dotatie individuele bewapening. Alle regimenten werden tijdens de mobilisatie initieel ingezet om veldwerken uit te voeren langs de verschillende defensieve stellingen van het verdedigingsplan en werkten in opdracht van de respectievelijke geniecommandanten verantwoordelijk voor de realisatie van deze defensieve stellingen [1]. De hoofdkrachtinspanning van de regimenten hulptroepen lag dan ook bij het inrichten van tal van defensieve stellingen in diepte tijdens de mobilisatie.

Dergelijke anti-tankhindernissen gemaakt met cointet-hekkens werden opgetrokken met steun van de hulptroepen

Eens de werken beëindigd worden de regimenten met nummers 1 tot 4 gedetacheerd bij de Legerkorpsen en administratief ondergebracht in de “1ste Groepering Hulptroepen (1Gpg HuT)” [2]. Initieel zouden de regimenten 5 tot 7 toegevoegd worden aan de “2de Groepering Hulptroepen (2HuT)” maar dit hoofdkwartier wordt nooit opgericht waardoor het 5de en het 7de Regiment Hulptroepen begin mei al worden opgedoekt. De regimenten met nummers 8 tot 10 en het onafhankelijke XIVde Bataljon vormen de “2de Groepering Hulptroepen van het Leger (2HuTL)” die zijn bevelen ontvangt van het Commando van de Genie van het Groot Hoofdkwartier (GHK).  Aan de vooravond van de oorlog is de rol van de hulptroepen dan ook bijna uitgespeeld.

De 1ste Groepering Hulptroepen staat onder bevel van Generaal-majoor Deguent die zich met zijn staf te Kortenberg had geïnstalleerd. Generaal-majoor Deguent is naast bevelhebber van deze formatie eveneens in cumul Commandant van de Genie van de K.W. Stelling. Meerdere Technische Burelen van de Staf/1Gpg HuT zagen toe op de werkzaamheden die moesten worden uitgevoerd door de hulptroepen en door burgerfirma’s.  Te Kortenberg en de Mechelen zijn zonedepots voor constructiemateriaal ingericht onder leiding van respectievelijk Kapitein De Wael en Luitenant Van Ooirbeek.

Op 9 mei bevinden de eenheden van de 1ste Groepering Hulptroepen zich op volgende locaties:

  • 1ste Regiment Hulptroepen: Berlaar
    • I Bataljon: Zichem
    • II Bataljon: Berlaar
    • III Bataljon: Itegem
  • 2de Regiment Hulptroepen: Sint-Lambrechts-Herk
    • I Bataljon: Westerlo
    • II Bataljon: Sint-Lambrechts-Herk
    • III Bataljon: Onze-Lieve-Vrouw Waver
  • 3de Regiment Hulptroepen: Averbode
    • I Bataljon: Averbode
    • II Bataljon: Saint-Vith 
    • III Bataljon: Herent
  • 4de Regiment Hulptroepen: Herselt
    • I Bataljon: Testelt
    • II Bataljon: Herselt, Blauberg, Westerlo en Veerle
    • III Bataljon: Gelbressée, Wartet, Marchovelette en Ville-en-Waret

1/1Gpg HuT

  • Staf/1HuT
    Na zijn mobilisatie en tijdens de uitvoering van geniewerken langs de K.W. Stelling ten noorden van Leuven, bevindt de Staf/1HuT zich te Wespelaar.
  • I/1HuT
    Tijdens de mobilisatie bevindt het Iste Bataljon (I/1HuT) zich te Boortmeerbeek en Wespelaar waar ze onder andere ondergrondse telefoonlijnen aanlegden langs de K.W. Stelling in de sector Boortmeerbeek.  De 3de Compagnie (3Cie) wordt op 5 maart 1940 overgenomen door Kapitein-commandant Corbisier. Hij wordt bijgestaan door de Luitenanten Rigelle en Lambert. Eind april wordt de 3Cie doorgestuurd naar Zichem. De 4de Compagnie (4Cie) wordt gemobiliseerd te Wespelaar op 3 september 1939 en blijft er tot 15 december. De compagnie wordt bevolen door Lt Kusters bijgestaan door de Luitenanten Vande Kerckhove, Brotcorne (TBC) en Rosy. Vervolgens kantonneert de compagnie te Haacht tot 15 januari, te Keerbergen tot maart 1940 om eind april naar Zichem te vertrekken. 
  • II/1HuT
    Tijdens de mobilisatie bevindt het IIde Bataljon (II/1HuT), bevolen door Kapitein-commandant Campé, zich vanaf december 1939 te Kortenberg. Cdt Campé wordt bijgestaan door Kapitein-commandant Agniel, officier adjunct van II/1HuT. De 6Cie wordt op 17 september 1939 gemobiliseerd te Grembergen nabij Dendermonde (vermoedelijk uitgerust door het 1ste Legerdepot – TBC) en wordt na zijn mobilisatie vanuit Grembergen naar Keerbergen gestuurd. Lt Res Minders neemt op 31 maart 1940 het bevel over van de 6de Compagnie (6Cie) die zich op dat ogenblik te Veltem bevindt. De compagnie is er belast met het leggen van ondergrondse telefoonlijnen voor de sector Herent van de K.W. Stelling. Lt Minders wordt bijgestaan door de Luitenanten Vernaille en Hofman. II/1HuT verlaat op 15 april Kortenberg om zich te voet in twee etappes naar Berlaar nabij Lier te begeven. Er wordt een tussenhalte gemaakt in Haacht. Eens aangekomen te Berlaar worden de militairen van de compagnie bij burgers gekantonneerd. De compagnie wordt ingezet voor het uitvoeren van veldwerken in de buurt van Nijlen. 
  • III/1HuT
    Kapitein-commandant Decerf wordt aangesteld als commandant van het IIIde Bataljon (III/1HuT) op 9 november 1939. De Staf van III/1HuT bevindt zich dan te Keerbergen waar ook drie compagnies zijn gestationeerd. Een vierde compagnie bevindt zich te Rijmenam. Het bataljon voert er veldwerken uit langs de Dijle tussen de Hansbrug en Rijmenam en dit tot 15 april 1940. De 12Cie wordt in september 1939 gemobiliseerd te Grembergen nabij Dendermonde (vermoedelijk uitgerust door het 1ste Legerdepot – TBC) en wordt na zijn mobilisatie vanuit Grembergen via Haacht naar Keerbergen gestuurd. Luitenant Res Beuckelaers neemt het commando van de 12de Compagnie (12Cie) op vanaf 17 september 1939. Hij wordt bijgestaan door de Luitenanten Gregoire en Clinquaert. Vanuit Keerbergen wordt de compagnie tijdens de mobilisatie één keer uitgestuurd naar Onze-Lieve-Vrouw-Waver om er mee te helpen aan de bouw van de anti-tankmuur en één keer naar Putte om er veldwerken uit te voeren. Telkens keert de compagnie terug naar Keerbergen. Op 16 april vertrekt het volledige bataljon te voet naar Itegem waar ze veldwerken uitvoeren langs de Nete. Aan de vooravond van de oorlog is III/1HuT gekantonneerd te Itegem.

2/1Gpg HuT

  • Staf/2HuT
    Het 2de Regiment Hulptroepen (2HuT) wordt bevolen door Luitenant-kolonel Peffer, bijgestaan door Kapitein-commandant van de reserve Duchêne en de Luitenanten van de reserve Denis en Van Campenhoudt. De regimentsstaf telt ongeveer 22 manschappen.
  • II/2HuT
    Het II/2HuT wordt bevolen door Majoor Miesse, een actieve officier van de Ardeense Jagers. Hij wordt op de bataljonsstaf bijgestaan door Lt Res Landy, Lt Adm Roose en Lt Med Hoofskens. Het bataljon bestond uit vier compagnies alles samen een 600 tal manschappen enkel uitgerust met karabijnen en elk 30 patronen.

3/1Gpg HuT

  • Staf/3HuT
    Het 3de Regiment Hulptroepen (3HuT) werd op 1 september 1939 gemobiliseerd te Gorsem  en te Binderveld ten noorden van Sint-Truiden. Het regiment wordt te Gorsem van uitrusting voorzien door het 4de Legerdepot (4LD). 3HuT staat onder bevel van Kolonel SBH de Reul, die wordt bijgestaan door onder meer de Luitenanten Res Vanesse en Nicodème en OLt Res Rugemer, allen officier adjunct bij de Staf/3HuT. Op 3 september is de mobilisatie afgerond waarna het regiment naar Rocourt wordt overgeplaatst. Hier komt het 3HuT onder bevel te staan van het IIIde Legerkorps (III/LK). Het regiment voert veldwerken uit in de Versterkte Positie Luik (oftewel Position Fortifié de Liège – PFL). De staf beveelt de werken vanaf zijn commandopost achtereenvolgens opgesteld te Rocourt, Jupille en Angleur. Op 17 april wordt het regiment onder bevel geplaatst van het IIde Legerkorps (II/LK) en maakt de verplaatsing van Luik naar Averbode. Net zoals de andere regimenten van de Hulptroepen, wordt het 3HuT ingezet als werkbataljon voor de uitvoering van veldwerken. Af en toe werd een korte oefening gehouden, maar veel gelegenheid om de militaire vaardigheden van de oude reservisten op punt te stellen, was er niet.
  • Prikkeldraadversperringen als onderdeel van ondoordringbare zones aangelegd tussen de stellingen van de grenswielrijders.

    I/3HuT
    Het Iste Bataljon wordt vanaf oktober 1939 bevolen door Kapitein-commandant Denie. Kort na de mobilisatie van de manschappen wordt I/3HuT van Sint-Truiden naar Beyne-Heusay overgebracht, waar het bataljon de eerste mobilisatiemaand doorbrengt. In november verplaatste de eenheid zich naar Seraing en installeerde zich daar in de gebouwen van het gemeentebestuur. In februari 1940 volgde een overplaatsing naar Luik. Op 1 mei verplaatsten de Staf, de 2de, de 3de en 4de Compagnie zich naar Averbode.

    De 1Cie blijft te Luik om er werken uit te voeren in de zogenaamde “ondoordringbare zones” (oftewel “zones étanches“) in de sector van het 1ste Regiment Grenswielrijders (1CyF) langsheen de Belgisch-Duitse grens. Deze zones worden aangelegd om eventuele invallers maximaal af te remmen. Voor de duur van de werkzaamheden is de 1Cie gelogeerd in de kazerne van 1CyF te Henri-Chapelle.

  • II/3HuT (+)
    Het IIde Bataljon wordt op 1 september gemobiliseerd te Binderveld, ten noorden van Sint-Truiden. Na zijn mobilisatie op 4 september voltooid te hebben vertrekt het II/3HuT per spoor vanuit Sint-Truiden naar Rocourt om te kantonneren te Lantin. Het bataljon wordt tewerkgesteld in de Versterkte Positie Luik en langs de westelijke Maasoever tussen Luik en Namen. Het bevel over de 6Cie wordt op 14 december 39 overgenomen door Kapitein-commandant Loriers. Hij wordt bijgestaan door de Luitenanten Thuysbaert, Dechesne en Bungaert. Op 12 maart 1940 wordt het bataljon naar Sankt-Vith gestuurd in steun van de Groepering Keyaerts (Gpg K). Kapitein-commandant Mahaux geeft begin maart het bevel over de 7Cie over aan Kapitein-commandant Culot te Sankt-Vith. Cdt Mahaux wordt bataljonscommandant. Cdt Culot wordt in de 7Cie bijgestaan door Lt Sterken en OLt Verlaet. Het bataljon moet er werken aan de zogenaamde “ondoordringbare zones” die in de sector van de 1ste Divisie Ardeense Jagers (1Div ChA) langsheen de Belgisch-Duitse grens aangelegd worden. De staf, 7de en 8ste Compagnie kantonneren in de stad. De 5de Compagnie verblijft te Nieder-Emmels en de 6de te Thommen en Grüfflingen. De 10de Compagnie van het IIIde Bataljon (10/III/3HuT) bevindt zich eveneens in Sankt-Vith, en is afgedeeld bij het IIde Bataljon. De staf en de compagnies bevinden zich nog op die locaties aan de vooravond van de oorlog.
  • De vijf verschillende tracés van de K.W. Stelling ten zuiden van Waver bezorgen de hulptroepen veel extra werk.

    De vijf verschillende tracés van de K.W. Stelling ten zuiden van Waver bezorgen de hulptroepen veel extra werk.

    III/3HuT (-)
    Het IIIde Bataljon (III/3HuT), onder bevel van Kapitein-commandant Petudzy werkt met twee compagnies aan de K.W. Stelling vanaf de zuidrand van Leuven en is te Heverlee ingekwartierd. De compagnies leggen er niet alleen veldversterkingen aan, maar werken tevens aan de inundaties op de oostelijke oever van de Dijle op de gronden van het Kasteel van Arenberg te Heverlee. De realisatie van het gedeelte van de K.W. Stelling tussen Leuven en Namen verloopt moeizaam. Tussen november 1939 en april 1940 wordt het traject van dit gedeelte tot 4 keer toe meer naar het oosten verlegd om tot een coherent verdedigingsdispositief te komen. Pas op 2 april 1940 wordt het definitieve traject Perwez-Beauvechain-Bierbeek-Leuven vastgelegd [3]. Dit resulteerde in het feit dat meerdere compagnies hulptroepen cointet-hekkens op een bepaald tracé moesten opbouwen om ze nadien weer af te breken en opnieuw op te bouwen op een ander tracé van de K.W. Stelling. De 10de Compagnie van III/3HuT bevindt zich niet bij de rest van het bataljon maar is afgedeeld bij II/3HuT te Sankt-Vith. Ter compensatie voor de 10Cie wordt het III/3HuT versterkt met de 6Cie van het IIde Bataljon van het 9de Regiment Hulptroepen van het Leger (II/9/2HuTL). Deze compagnie, bevolen door Kapitein-commandant Hemeryck, bestaat uit drie pelotons en bevindt zich aan de vooravond van de oorlog te Bierbeek.

4/1Gpg HuT

  • Staf/4HuT
    De staf van het 4de Regiment (Staf/4HuT) start de veldtocht te Herselt en wordt bevolen door Luitenant-kolonel Res Bridoux. De regimentscommandant wordt bijgestaan door Kapitein Res Velghe, Adjudant-majoor van het 4HuT. Tijdens de mobilisatie bevond het regiment zich achtereenvolgens te Putte, Kortenberg, Overrepen en Herselt. Het regiment is sinds 15 april 1940 met twee bataljons aanwezig in deze zone en heeft als taak gekregen om een dwarsstelling in te richten op het Albertkanaal, tussen Tessenderlo en Averbode. Deze dwarsstelling moet zo nodig door het veldleger gebruikt worden om een mogelijke terugtocht op de K.W. Stelling te helpen dekken.
  • Opstelling van de 4Div achter het Albertkanaal vanaf 30 maart 1940

    Opstelling van de 4Div achter het Albertkanaal vanaf 30 maart 1940

    I/4HuT
    Het bataljon wordt gemobiliseerd op 17 september 1939 te Zichem en staat onder bevel van Kapitein-commandant Van Espen, een ancien van WOI. Na te zijn uitgerust door het 6de Legerdepot van Diest  wordt het I/4HuT tijdens de eerste maand van de mobilisatie ingezet voor werkzaamheden langs de K.W Stelling in de Sector Peulis. Het bataljon is dan gekantonneerd in Putte. Vanaf begin november wordt het bataljon gebruikt voor het inrichten van de sector van de 6de Infanteriedivisie (6Div) langs het Albertkanaal ter hoogte van Bilzen. Vanuit Vliermaalroot en Waltwilder, waar de compagnies gekantonneerd zijn, wordt dagelijks naar het kanaal gemarcheerd om er veldwerken uit te voeren. Na aflossing van de 6Div door de 4de Infanteriedivisie (4Div) op 30 maart blijft het I/4HuT ter plaatse. Op 15 april wordt het bataljon overgeplaatst naar Testelt waar begonnen wordt met de inrichting van de Demer/Gete Stelling tussen Tessenderlo en Averbode. De 2de Compagnie van Luitenant Res Bonte telt vier pelotons werkkrachten en een stafpeloton, die bijna allen van de militieklassen 26 en 27 van het 1ste Regiment Grenadiers, 1ste Regiment Karabiniers en 9de Linieregiment afkomstig zijn. Lt Bonte wordt bijgestaan door de Luitenanten Edom en Carez en de Onderluitenant Smets, allen pelotonscommandant. Zijn compagnie beschikt over vier paardengespannen: één veldkeuken, één voorraadwagen en twee kiepkarren die bij landbouwers opgevorderd werden. Sinds eind december heeft de compagnie eveneens een Ford 3-ton vrachtwagen, een kleine bestelwagen met een laadvermogen van 400Kg, en vier fietsen, waarvan een bijzonder oud model met volle banden. Aan werktuigen ontbreekt het niet: de manschappen hebben 180 spaden, 180 schoppen, 60 houwelen, 12 voorhamers en een ganse reeks kisten met onder meer materieel voor schrijnwerkerij en timmerwerk.  Aan de vooravond van de oorlog is de compagnie samen met de rest van het bataljon ingekwartierd te Testelt.

  • III/4HuT
    Het IIIde Bataljon, bevolen door Kapitein-commandant Detaille, bevindt zich aan de vooravond van de oorlog enigszins geïsoleerd van de rest van het regiment. III/4HuT staat onder bevel van het VIIde Legerkorps (VII/LK) en voert werken uit in de Versterkte Positie Namen (oftewel Position Fortifié de Namur – PFN). Op 8 mei neemt Lt Res Fabry, pelotonscommandant bij de 12Cie,  tijdelijk het bevel over de 9Cie over van Kapitein-commandant Dumortier die om medische redenen zijn functie niet kan waarnemen.

Hulptroepen op weg naar een bouwwerf.

Staf/1Gpg HuT
Bij het uitbreken van de oorlog bevindt de Staf/1Gpg HuT zich nog steeds te Kortenberg waar zich ook het HK van de 10de Infanteriedivisie (10Div) bevindt. 

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Luitenant Res baron R. Thibaut de Maisière is sedert september 1939 commandant van een Technisch Bureel (TB) dat de werkzaamheden aan de K.W. Stelling coördineert in opdracht van Generaal-majoor Deguent. Op 10 mei wordt Lt Thibaut om 04u00 door de Staf/1Gpg HuT vanuit Kortenberg telefonisch  op de hoogte gebracht van de afkondiging van het algemeen alarm. Hij bevindt zich op dat ogenblik in zijn commandopost te Herent van waaruit hij de werkzaamheden in de Ondersector Herent van de K.W. Stelling aanstuurt. Deze ondersector is bezet door het 6de Regiment Jagers te Voet (6J) en loopt van Wijchmaal tot de Tiense poort in Leuven. De manschappen van het TB zijn later op de dag getuige van het bombardement van de brug van Wijchmaal en het centrum van Leuven (bij wijze van voorbeeld voor andere TB van de 1Gpg HuT wordt het verloop van de veldtocht van het TB van Lt Thibaut geschetst).

1/1Gpg HuT

  • I/1HuT
    Sinds eind april bevinden de 3de en de 4de Compagnie van het Iste Bataljon zich te Zichem en werken er ten voordele van de 6de Infanteriedivisie (6Div). De manschappen richten onder meer diverse steunpunten in tussen Engsbergen en het militaire vliegveld van Schaffen. 
  • II/1HuT
    Het ganse IIde Bataljon start de veldtocht te Berlaar waar de compagnies in hoofdzaak veldwerken uitvoeren langsheen de oever van de Grote Nete. De 6de Compagnie is aan het werk in de omgeving van Nijlen. De 7de Compagnie is toegewezen aan de zone rond Gestel.
  • III/1HuT
    Het IIIde Bataljon bevindt zich bij het uitbreken van de oorlog nog steeds te Itegem ten noorden van Heist-op-den-Berg. De compagnies zijn belast met het aanleggen van steunpunten en veldversterkingen aan de Grote Nete. Cdt Vuylsteke meldt zich aan op de commandopost van III/1HuT en krijgt het commando van de 9Cie toegewezen. Hij vervangt er Luitenant De Marneffe en wordt bijgestaan door Luitenant Carbonelle.

2/1Gpg HuT

  • Staf/2HuT
    De staf van het 2de Regiment hulptroepen bevindt zich bij het uitbreken van de oorlog te Sint-Lambrechts-Herk ten zuiden van Hasselt. Hier bevindt zich ook de Staf van het IIde Bataljon en de 8Cie.
  • I/2HuT onder bevel van 4HuT
    Te Westerlo wordt de Staf van het Iste Bataljon (I/2HuT) om 03u00 op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. De ondereenheden worden hiervan onmiddellijk op de hoogte gesteld. De 1ste Compagnie kantonneert op dat ogenblik te Herenthout. De 2de Compagnie bevindt zich te Punt, een gehucht van Geel op het kruispunt van de N13 en de N19 net ten noorden van de brug over het Albertkanaal. Twee pelotons zijn aan het werk nabij de plaatselijke brug over het Albertkanaal voor het lossen van schepen met steenslag en bouwmaterialen voor de verdedigingswerken aan het kanaal. Het derde peloton heeft een zelfde opdracht nabij de fabrieken van Sint-Jozef-Olen op het Kanaal Bocholt-Herentals. Dit peloton wordt na het alarm onmiddellijk teruggeroepen naar Geel-Punt. De 4de Compagnie blijft op de eerste oorlogsdag aan het werk te Westerlo. De manschappen leggen prikkeldraadversperringen aan in de bossen van het landgoed van Graaf de Mérode. Om 11u00 verzamelt Cdt de Voghel, bataljonscommandant van I/2HuT, zijn vier compagnies te Westerlo. Het bataljon dat op dit ogenblik geen enkel contact heeft met de Staf/2HuT, die zich te SInt-Lambrechts-Hern nabij Hasselt bevindt, ontvangt zijn orders van de Staf/4HuT die zich heeft geïnstalleerd in het vlakbij gelegen Herselt.
  • II/2HuT
    De staf van het IIde Bataljon en de 8ste Compagnie kantonneren te Sint-Lambrechts-Herk en staat onder het bevel van de 1ste Infanteriedivisie (1Div). Dit detachement verzekert de bewaking van het hoofdkwartier van de 1Div. De 5de Compagnie is gedetacheerd te Hasselt en werkt ten voordele van de 2de Cavaleriedivisie (2CD). De 6de Compagnie bevindt zich te Meldert en staat ter beschikking van de 14de Infanteriedivisie. De 7de Compagnie ten slotte heeft één peloton bij de brug van Beringen, één peloton bij de brug van Stokrooi, één peloton bij Kasteel de Loy ten zuiden van Lummen onder bevel van Majoor Jadoul van het 13de Bataljon Genie (13Gn).

3/1Gpg HuT

  • Staf/3HuT
    Bij het uitbreken van de oorlog bevindt de Staf/3HuT zich te Averbode.
  • I/3HuT
    Op 10 mei 1940 beseft het bataljon dat de oorlog is uitgebroken bij het aanhoren van het Duitse luchtbombardement op het militaire vliegveld van Schaffen. Cdt Denie heeft geen contact met zijn oversten en ontvangt dan ook geen enkel bevel op de eerste oorlogsdag. De manschappen blijven ter plekke en vragen zich af wat hen te wachten staat. Aan het eind van de dag laat Kolonel de Reul toch een bericht sturen: het bataljon dient zich tijdens de nacht van 10 op 11 mei naar Puurs te begeven om zich achter de K.W. Stelling in veiligheid te stellen.
    De 1ste Compagnie van het 3de Regiment Hulptroepen, onder bevel Kapitein Coche, is bij het uitbreken van de oorlog ingekwartierd in de kazerne van de grenswielrijders te Henri-Chapelle. 
  • II/3HuT (+)
    Na ontvangst van het algemeen alarm wordt het bataljon zoals voorzien om 02u00 samengebracht te Sankt-Vith en op bevel van de Staf/GpG K met vrachtwagens uit het grensgebied geëvacueerd. De manschappen bereiken rond 06u00 het dorp Saint-Séverin tussen de Ourthe en de Maas ten zuidoosten van Amay.
  • III/3HuT (-)
    De 9Cie wordt te Heverlee om 04u00 op de hoogte gebracht van het algemeen alarm. 

4/1Gpg HuT

  • Staf/4HuT
    De staf van het 4de Regiment bevindt zich bij de start de veldtocht nog steeds te Herselt. Te Herselt voert het 4HuT het bevel over I/4HuT, II/4HuT en I/2HuT. Het IIIde Bataljon dat zich te namen bevindt staat onder rechtstreeks bevel van het VIIde Legerkorps (VII/LK).
  • I/4HuT
    De manschappen worden te Testelt rond 04u45 gewekt door het geluid van talrijke overvliegende Duitse toestellen. Het bataljon zal pas om 07u30 het officiële bericht vernemen dat het land in staat van oorlog is. De compagnies vertrekken vanaf 08u30 opnieuw naar hun bouwwerven. Zo gaat de 2de Compagnie opnieuw aan de slag tussen Averbode en Blauberg. De manschappen blijven de ganse dag aan het werk en keren omstreeks 18u00 naar Testelt terug. Ondertussen zijn Testelt en Averbode ingenomen door het 29ste Linieregiment (29Li) dat zich, samen met de rest van de 11de Infanteriedivisie (11Div), ijlings uit het Kamp van Beverlo heeft teruggetrokken. Het 29Li is onderweg is naar de K.W. Stelling en neemt te Testelt en Averbode tijdelijk een rustkantonnement in. Het 29Li verlaat Testelt na het vallen van de duisternis.
  • II/4HuT
    De compagnies van II/4HuT bevinden zich bij het uitbreken van de oorlog te Herselt, Blauberg, Westerlo en Veerle. De 6de Compagnie (6Cie), bevolen door Lt Res Stevens, bevindt zich te Westerlo. 
  • III/4HuT onder bevel van VII/LK
    De vier compagnies van het IIIde Bataljon ontvangen om 01u55 het algemeen alarm en begeven zich naar hun opdrachten. De 9Cie te Gelbressée, de 10Cie te Cognelée, de 11Cie te Wartet en de 12Cie Marchovelette.  Het bataljon ontvangt zijn orders van het VII/LK. Zo wordt de 11Cie die zich te Wartet bevindt op het ogenblik van de afkondiging van het alarm, om 02u00 onmiddellijk uitgestuurd om de doorgangen in de anti-tankmuur rond Wartet dicht te maken. Een peloton van III/4HuT is belast met de beveiliging van het HK van Generaal-majoor Desclée, Commandant Infanterie van de 8ste Infanteriedivisie en tevens Commandant van de “Secteur PFN Nord”. 

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    De werkzaamheden te Herent in de ondersector van 6J worden voortgezet. Herent en Leuven worden opnieuw gebombardeerd. Een grote stroom vluchtende burgers passeert de K.W. Stelling.

1/1Gpg HuT

  • I/1HuT
    Om 16u45 krijgt het I/1HuT opdracht van de 6Div om drie verkenningspatrouilles uit te sturen langs beide oevers van de Demer te Zichem op zoek naar Duitse parachutisten. De bossen langs de oevers worden uitgekamd maar er wordt niets gevonden [4]. De 6Div die einde opdracht heeft gekregen van het Groot Hoofdkwartier (GHK) brengt zijn ondereenheden om 19u00 op de hoogte dat de stellingen achter het Albertkanaal tijdens de nacht 11 op 12 mei zullen verlaten worden.  I/1HuT krijgt opdracht om zich naar Goor te begeven. Het bataljon wacht het invallen van de duisternis af vooraleer de verplaatsing naar hun nieuwe kantonnementen aan te vatten om aan de vijandelijke luchtmacht te ontsnappen. Om 23u00 verlaat I/1HuT Zichem en een nachtelijke voetmars brengt het bataljon via Aarschot naar Goor ten zuiden van Heist-op-den-Berg. 
  • II/1HuT
    Het volledige bataljon verlaat Berlaar in de loop van de voormiddag om zich te voet naar Boechout te begeven. Hier wordt het bataljon belast met bewakingsopdrachten.
  • III/1HuT
    Het bataljon blijft tewerkgesteld te Itegem maar krijgt er te horen dat ze zich de volgende dag per spoor naar Antwerpen moeten begeven.

2/1Gpg HuT

  • Situatie op de bretel van Kortessem op 11 mei 1940

    Situatie op de bretel van Kortessem op 11 mei 1940

    I/2HuT onder bevel van 4HuT
    Om 22u00 ontvangt het Iste Bataljon van de Staf/4HuT het bevel om Westerlo onmiddellijk te verlaten. Het bataljon dient nieuwe kantonnementen op te zoeken te Schriek waar ook de rest van 4HuT wordt gehergroepeerd. Om 23u00 verlaat de colonne  Westerlo om zich te voet naar het 19 kilometer verder gelegen Schriek te begeven.

  • II/2HuT
    Er worden die dag twee Duitse piloten gevangen genomen wiens vliegtuig werd neergeschoten in de sector van het IIde Bataljon. II/2HuT verzamelt tegen de avond zijn compagnies te Sint-Lambrechts-Herk en vertrekt vervolgens naar Alken. Het HK/1Div wordt via Alken, Rummen en Meensel-Kiezegem verplaatst naar Kortenaken. Het IIde Bataljon houdt halt te Alken waar de manschappen gekantonneerd worden in de brouwerij van Cristal Alken. Het bataljon wordt ingezet voor de bewaking van het achterwaarts hoofdkwartier van de 1Div dat zich in het Kasteel van Wimmertingen bevindt [5]. Vanuit het Kasteel van Wimmertingen beveelt Generaal-majoor De Droog, Commandant Infanterie van de 1Div, een groepering die ingezet is op de flank van de 1Div en die de aftocht van het Cavaleriekorps naar de Demer-Gete Stelling moet beveiligen. Deze troepen staan opgesteld langs een dwarsstelling haaks op het Albertkanaal (ook gekend als Bretel van Kortessem) en die gelegen is op de scheidingslijn van het Iste Legerkorps en het Cavaleriekorps

3/1Gpg HuT

  • Staf/3HuT
    De staf verlaat Averbode voor een nachtelijke verplaatsing naar Goor, ten zuiden van Heist-op-den-Berg, waar de staf zich installeert. De stafofficieren voeren de verplaatsingen uit met personenwagens, de manschappen worden per vrachtwagen vervoerd.
  • I/3HuT
    De manschappen marcheren tijdens de nacht van 10 op 11 mei van Averbode naar Goor nabij Heist-op-den-Berg, de eerste etappe van een mars van 60 Km naar Puurs die meerdere dagen in beslag zal nemen. 
  • II/3HuT (+)
    Het bataljon wordt om 00u15 met vrachtwagens getransporteerd van Saint-Séverin naar Amay. Hier gaan de manschappen aan boord van een trein richting Namen. Vervolgens marcheren de compagnies naar Belgrade om hier rond 14u00 aan te komen. 
  • III/3HuT (-)
    Er wordt de ganse dag doorgewerkt aan het verplaatsen van Cointet-elementen langs de K.W. Stelling.  Het IIIde Bataljon wordt in de loop van de dag door de 2de Afdeling (Inlichtingen) van het Groot Hoofdkwartier aangeduid voor een speciale bewakingsopdracht. De generale staf wil te Doornik, Bergen en Charleroi drie interneringskampen inrichten voor in ons land verblijvende onderdanen van vijandige naties en belast vier bataljons met de opdracht om bewakingspersoneel te leveren deze interneringskampen. Het betreft het III/3HuT, het 56ste Linieregiment (56Li), het Iste en het XXIste Bataljon Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (I/GVCE en XXI/GVCE). De staf van het IIIde Bataljon vertrekt samen met zijn drie resterende compagnies tijdens de nacht van 11 op 12 mei per trein vanuit Heverlee naar Doornik. De 6Cie van 9HuTL blijft te Bierbeek alleen achter om de werkzaamheden aan de K.W. Stelling verder te zetten.

4/1Gpg HuT

  • I/4HuT
    Te Testelt ontwaakt het bataljon na een bijzonder onrustige nacht. Op de spoorlijn van Leuven naar Hasselt reed de ene trein na de andere voorbij en tijdens de nacht doorkruisten ettelijke vrachtwagenkonvooien het dorp. De overweg te Testelt wordt bij eerste klaarte aangevallen vanuit de lucht. De twee geloste bommen van klein kaliber richten gelukkig weinig schade aan. De compagnies werken overdag opnieuw op hun werven te Averbode. Om 11u30 worden de werkzaamheden even onderbroken door een vals parachutistenalarm. Patrouilles worden uitgestuurd maar vinden niets. De compagnies keren voor het avondmaal terug naar Testelt. De bataljonscommandant verzamelt de compagniecommandanten voor een briefing om 22u00. Tijdens de briefing wordt het bataljon door Lt Seret van de Staf/4HuT verwittigd dat de zowel I/4HuT als II/4HuT onmiddellijk naar Schriek, ten zuiden van Heist-op-den-Berg dienen te vertrekken. Om 23u30 wordt de mars aangevat. Bij gebrek aan voertuigen wordt een gedeelte van het materieel achtergelaten te Testelt.
  • II/4HuT
    Het bataljon verzamelt zijn compagnies tegen valavond te Herselt om van daaruit in bataljonscolonne naar Schriek te marcheren tijdens de nacht van 11 op 12 mei.

Staf/1Gpg HuT

  • Opstelling van 10Div op 11 mei 1940 na aflossing van 3J door de 5Div (bron: CDH).

    TB Lt Thibaut de Maisière
    Het veldleger op terugtocht van het Albertkanaal komt aan op de K.W. Stelling. Het militair verkeer naar het westen wordt bijzonder druk en mengt zich met de vluchtelingenstroom van burgers die de zone van de gevechten langs het Albertkanaal ontvlucht zijn. Op het terrein komt het gros van de 3(UK)Div van generaal Montgommery toe in de divisiesector van de 10Div vanaf de late voormiddag. De Britten installeren zich pal in de ondersectoren van het 5J en het 6J. Aanvankelijk is er bitter weinig overleg tussen de beide divisies over de consequenties van de superpositie van de beide formaties. Er heerst grote  onduidelijkheid over wie Leuven zal verdedigen.

1/1Gpg HuT

  • I/1HuT
    Te Goor wordt na een nachtelijke voetmars van 24 kilometer om 05u30 een kantonnement opgezocht en gerust tot de volgende nacht. Om 21u00, net na het invallen van de duisternis verlaat het Iste Bataljon Goor om een verplaatsing te voet uit te voeren naar Kontich Kazerne waar opnieuw gekantonneerd zal worden tot de volgende nacht.
  • III/1HuT
    III/1HuT verplaatst zich op bevel van Kolonel Noterman om 07u00 te voet naar het station van Berlaar. Hier nemen ze om 10u00 de trein naar Antwerpen-Centraal waar ze om 12u00 toekomen. Aan het station worden ze opgewacht door een verbindingsofficier van het Plaatscommando Antwerpen die het bataljon zijn instructies overhandigd. Het bataljon neemt te Antwerpen verschillende kantonnementen in. De bataljonsstaf installeert zich in de Ter Rivierenlaan te Deurne, de 9de Compagnie (9Cie) kantonneert in het voetbalstadion “De Bosuil‘ te Deurne, de 10de Compagnie (10Cie) bevindt zich in de Luchtbalkazerne te Ekeren, de 11de Compagnie (11Cie) bevindt zich te Sint-Marieburg ten oosten van de baan van Antwerpen naar Kapellen en de 12de Compagnie (12Cie) bevindt zich te Voshol tussen de Donksesteenweg en de Bredabaan [6]. De opdrachten voor het bataljon worden vastgelegd door Kolonel Mascart, Commandant Genie (CGn) van de Versterkte Positie Antwerpen, tevens Commandant Genie van het Vde Legerkorps (V/LK).

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT
    In vijf marsetappes wordt via Herselt, Westmeerbeek, Booischot, Langveld en Goor gemarcheerd naar Schriek dat tegen 06u00 bereikt wordt. Tijdens de mars raken de colonnes van II/2HuT en II/4HuT verstrikt en een gedeelte van I/2HuT volgt de colonne van 4HuT. De mars valt zwaar uit voor de oudere dienstplichtigen die zich tijdens de mobilisatie niet geoefend hadden in de uitvoering van lange marsen met volledige bepakking. Om 12u30 wordt het kantonnement opgeschrikt door terugtrekkende militairen die beweren dat Aarschot al door de vijand is ingenomen. De compagnies van I/2HuT nemen stellingen in rond Schriek. Het alarm wordt afgeblazen en om 20u00 wordt het bataljon verzameld voor een nieuwe mars richting Lier.
  • II/2HuT
    De flankhoede van de 1Div krijgt om 01u00 bevel om het gevecht op de Bretel van Kortessem af te breken. Het HK van GenMaj De Droog in het Kasteel van Wimmertingen zal de rest van het HK/1Div vervoegen te Kortenaken. Het IIde Bataljon blijft aangehecht bij de Staf/1Div en verplaatst zich samen met de staf van GenMaj De Droog naar Waanrode nabij Kortenaken.

3/1Gpg HuT

  • Staf/3HuT
    Een nieuwe nachtelijke verplaatsing brengt de staf naar Duffelshoek ten zuiden van Kontich. 
  • I/3HuT
    Het bataljon is onderweg naar Puurs.
    De 1Cie is nog steeds op terugtocht uit Henri-Chapelle.  Te Warnant-Dreye wordt een deel van de manschappen ingehaald door de Duitsers.  Ook Kapitein Couche en Luitenant Braipson worden krijgsgevangen gemaakt.
  • Organisatie van de Versterkte Positie Namen in mei 1940.

    II/3HuT (+)
    Het bataljon wordt in versterking gegeven van het VIIde Legerkorps (VII/LK). De Staf van het VII/LK  geeft de 5Cie van Kapitein Thomas in versterking van de 8ste Infanteriedivisie (8Div) met de intentie om in “Secteur Meuse-Meuse (MM)” van de Versterkte Positie Namen bijkomende anti-tankgrachten te gaan graven. Voor deze opdracht wordt de 5Cie onder bevel geplaatst van III/4HuT. De rest van het bataljon wordt toegevoegd aan de “Secteur PFN Nord”. In welke mate het bataljon ook daadwerkelijk op het terrein ingezet wordt, is niet duidelijk. Het gros van de troepen zullen ‘s anderendaags reeds vertrekken uit Namen.

    Om 08u30 verlaten de verschillende elementen van II/3HuT Belgrade om zich naar hun nieuwe opdrachten te begeven. De Staf en de 8Cie installeren zich te Warisoulx, de 6Cie en de 7Cie worden initieel richting Marchovelette gestuurd maar krijgen onderweg bevel om zich naar Rhisnes te begeven. Tijdens de verplaatsing wordt de colonne van de 6Cie gemitrailleerd door vijandelijke vliegtuigen. Soldaat Adam wordt op slag gedood en zeven andere militairen raken gewond. Onder hen Wachtmeester Verhoeven die een dag later overlijdt aan zijn verwondingen. De 5Cie dient zich aan te melden bij het fort van Dandoy en verplaatst zich te voet naar de oostelijke Maasoever. Wanneer de kop van de colonne van de 5Cie de brug van Jambes over de Maas passeert wordt deze aangevallen door de Luftwaffe. Er vallen enkele dodelijke slachtoffers (TBC) en gewonden.

  • Kazerne Generaal baron Ruquoy in Doornik.

    Ingangspoort van de kazerne Generaal baron Ruquoy in Doornik.

    III/3HuT (-)
    De drie compagnies komen aan te Doornik. De 9de en 11de Compagnie worden ingekwartierd in de Citadel (ook gekend als het Kwartier Generaal baron Ruquoy, thuisbasis van het 3de Regiment Jagers te Voet). De bataljonsstaf en de 12Cie vinden onderdak in de Sint-Janskazerne. De Citadel van Doornik wordt ingericht als detentieplaats voor de “administratief geïnterneerde buitenlanders van vijandige naties” maar ook Belgen die verdacht werden van sympathie voor nazi-Duitsland. Te Doornik kwamen  onder meer de door het Marinekorps op 10 mei 1940 gearresteerde bemanningsleden van de Deense koopvaardijvaartuigen Svava en Gorm aan. Deze zeevaarders worden met de overige buitenlanders opgesloten in de Citadel. Het IIIde Bataljon start met de opdracht om de geïnterneerden te bewaken. Op 12 mei wordt op het Ministerie van Justitie beslist dat de gevangen naar Frankrijk zullen worden overgebracht. Alle geïnterneerden die ergens in België werden gevangengenomen moeten via de citadel van Doornik passeren vooraleer ze op transport naar Frankrijk zullen worden gezet.

4/1Gpg HuT

  • Staf/4HuT
    De staf bevindt zich op 12 mei te Schriek tezamen met I/4HuT, II/4HuT en I/2HuT. Om 12u30 breekt paniek uit wanneer een detachement te paard van het 6de Regiment Artillerie, duidelijk op de vlucht geslagen voor de vijand, galopperend door de stelling trekt. Er breekt paniek uit in de kantonnementen te Schriek en de regimentsstaf, die grotendeels gemotoriseerd, vertrekt in allerijl richting westen. Lt Burgraeve van de staf die niet is gevlucht beveelt de onmiddellijke terugtocht naar het westen maar de compagniecommandanten weigeren hieraan gevolg te geven. Om 13u30 komt Lt Desmedt van de staf terug naar Schriek met een geschreven order van LtKol Bridoux dat de bataljons zich naar Boechout dienen te verplaatsen. Om 14u30 komt ook de regimentscommandant terug te Schriek en geeft meteen een tegenbevel nadat hij onderweg orders had ontvangen van de Staf/1Gpg HuT voor de volgende marsettappe. De in gang gezette mars naar Boechout wordt afgebroken en iedereen keert terug naar zijn oorspronkelijke kantonnementen te Schriek. Uiteindelijk verlaat het regiment Schriek rondom 20u00 na het invallen van de duisternis.
  • I/4HuT
    De colonnes bereiken via Haneberg en Langdorp de stad Aarschot nog voor het opnieuw dag wordt en volgen de baan naar Lier (oftewel de N10). Omstreeks 06u00 komt de 2de Compagnie voltallig aan te Schriek en worden de manschappen samen met die van de 4de Compagnie ondergebracht in de gemeenteschool. Tegen 09u00 komen de laatste achterblijvers van I/4HuT toe te Schriek. De manschappen rusten ter plekke uit tot er om 12u30 paniek uitbreekt in de kantonnementszone van het 4HuT. De paniek slaat over op I/4HuT en de bataljonsstaf gaat er tezamen met de 1Cie vandoor. Bij de drie andere compagnies kan de rust amper hersteld worden door de gezamenlijke inzet van de compagniecommandanten en hun kader. Om 13u30 ontvangen de in Schriek achtergebleven compagnies het schriftelijk bevel om naar Boechout te marcheren. De 2de Compagnie gaat over tot de opeising van een De Dion Bouton 5-ton vrachtwagen om de bagage van de manschappen op te laden alvorens naar Boechout te vertrekken. Kort na de afmars worden de colonnes tegengehouden door de regimentscommandant. Na wat discussie wordt besloten om rechtsomkeer te maken en te Schriek verdere bevelen af te wachten. I/4HuT moet zich in veiligheid stellen achter de K.W. Stelling en verlaat Schriek rondom 20u00 om nieuwe kantonnementen op te zoeken te Waarloos. De marsroute naar Waarloos loopt via Putte, Sint-Katelijne-Waver en Duffel.
  • III/4HuT
    De 10Cie, de 11Cie en de 12Cie voeren hun opdrachten uit zoals voorzien te Cognelée, Wartet en Marchovelette. De 9Cie die te Gelbressée de loopgrachten nabij het Bois de l’Abbaye bemant, controleert de weg van Hannuit naar Namen. De compagnie ondergaat er om 09u20 een luchtaanval waarbij enkele gewonden vallen. Eén van de gewonden, Soldaat Ongena (TBC) zal later aan zijn verwondingen bezwijken. Bij hetzelfde bombardement wordt één burger en één militair van het 12de Regiment Artillerie (12A) gedood. In de loop van de dag komt het IIde Bataljon van het 6de Regiment Ardeense Jagers (II/6ChA) toe te Gelbressée en neemt de stellingen van de 9Cie over. Intussen verzamelt het bataljon, op bevel van het VII/LK, de andere compagnies te Warisoulx. Cdt Detaille biedt zich om 20u30 aan bij de staf van de 2de Divisie Ardeense Jagers (2Div ChA) die het commando van de “Secteur PFN Nord” heeft overgenomen en die zich ingraaft aan de noordrand van de Versterkte Positie Namen. Na overleg met het VII/LK krijgt het bataljon het bevel om naar Ham-sur-Sambre, op de zuidelijke oever van de Samber halfweg Namen en Charleroi, te marcheren. De verplaatsing wordt uitgevoerd tijdens de nacht van 12 op 13 mei. De 9Cie blijft nog ter plaatse en komt onder bevel van II/6ChA te staan.
Militairen van het 2de Regiment Hulptroepen in hun Mobilisatiekantonnement.

Militairen van het 2de Regiment Hulptroepen (2HuT) in hun Mobilisatiekantonnement.

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    In de Belgisch-Britse kwestie over de verdediging van de Sector Leuven is de kogel door de kerk: de 3(UK)Div zal de stad verdedigen en de zone ten zuiden van de Brusselsesteenweg wordt toegewezen aan de British Expeditionary Force. Het uur van de aflossing door de Britten wordt bepaald op 14 mei om 03u00. ‘S avonds overhandigt Lt Thibaut de plannen van de abri’s, de draadversperringen, de vuurplannen en de telefoonlijnen aan de Britten in aanwezigheid van het 6J.

1/1Gpg HuT

  • I/1HuT
    Het I/1HuT komt om 05u00 toe in het gehucht Kontich Kazerne na een nachtelijke mars van 23 kilometer. De 3Cie kantonneert in Duffelshoek, de 4Cie in Kontich Kazerne zelf. Overdag en gedurende de nacht van 13 op 14 mei wordt in deze kantonnementen gerust. 
  • II/1HuT
    Het II/1HuT bevindt zich nog steeds te Boechout en is in versterking van het IVde Legerkorps (IV/LK). De 6Cie is belast met de bewaking van strategische kruispunten en munitiedepots. 
  • Opstelling van de 13Div langs de anti-tankgracht op 10 mei 1940 (projectie op recente kaart).

    III/1HuT
    Het III/1HuT bevindt zich nog steeds te Antwerpen en is in versterking van het Vde Legerkorps (V/LK). De 9Cie wordt gesplitst, de helft wordt in een oude fabriek tewerkgesteld voor het aanmaken van steenslag (oftewel briquaillon) de andere helft wordt ingezet voor het herstellen van wegen te Schoten. De 10Cie wordt tewerkgesteld in de haven, de 11Cie en de 12Cie worden ingeschakeld voor onderhouds- en herstellingswerken aan de baan van Antwerpen naar Kapellen (Kapelsesteenweg – N11) en de baan van Antwerpen naar Breda (Bredabaan – N1). De herstellingen aan het wegennetwerk zijn nodig door de veelvuldige Duitse luchtbombardementen op de toegangswegen naar Antwerpen.

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT onder bevel van 4HuT
    Gedurende de nacht van 12 op 13 mei marcheert het bataljon van Schriek via Heikant en  Koningshooikt, waar de K.W. Stelling doorschreden wordt, naar Lier. Te Lier wordt anderhalf uur gerust en gewacht op transport onder bescherming van de troepen die opgesteld staan achter de K.W. Stelling. Te Lier stijgen de manschappen in op de intussen leeggemaakte kipwagens. De voertuigen brengen de manschappen via Mortsel en naar Waarloos waar een rustkantonnement wordt ingenomen. Overdag wordt uitgerust in de kantonnementen te Waarloos. De manschappen zullen de nacht van 13 op 14 mei te Waarloos doorbrengen, de voertuigen worden intussen doorgestuurd naar Puurs.
  • II/2HuT
    Het bataljon blijft aangehecht bij de staf van de 1Div en verplaatst zich om 02u15 te voet van Waanrode naar het gehucht Heide bij Kampenhout. Tijdens de ochtend worden nieuwe kantonnementen te Heide opgezocht. Het divisiehoofdkwartier zal te Elewijt opgesteld worden. In de vooravond krijgt de 1Div het bevel om zich te verplaatsen naar een hergroeperingszone ten westen van het Kanaal van Willebroek om er deel uit te maken van de operationele reserve van het veldleger. De 1Div zal in een zone ten zuiden van Kapelle-op-den-Bos ingekwartierd worden 

3/1Gpg HuT

  • Staf 3HuT
    De staf blijft nog de ganse dag kantonneren te Duffelshoek. Hier wordt de duisternis afgewacht om de om de volgende etappe af te leggen.
  • I/3HuT
    Majoor Denie krijgt te Puurs te horen dat zijn eenheid per trein naar Poperinge zal gebracht worden. De inscheping vindt nog de zelfde dag plaats. De manschappen kantonneren na aankomst te Ouderdom, een wijk op een vijftal kilometer van Poperinge.
  • II/3HuT
    Het IIde Bataljon, met uitzondering van de 5Cie, wordt om 20u00 uit de Versterkte Positie Namen teruggetrokken en doorgestuurd richting Watou op de Frans-Belgische grens nabij Poperinge. Rond 23u30 wordt Temploux bereikt. De terugtocht van het bataljon zal meerdere dagen in beslag nemen. De 5Cie zal nog tot de ochtend van 15 mei nabij het fort van Dandoy te werk gesteld zijn.
  • III/3HuT
    Cdt Petudzy heeft inmiddels het bevel ontvangen om alle geïnterneerde buitenlanders, een 4.000 tal personen, over te brengen naar Frankrijk [7]. Meerdere detachementen worden gevormd om telkens een trein met geïnterneerden te escorteren. 

4/1Gpg HuT

  • Staf/4HuT
    De staf heeft de verplaatsing van Schriek naar Waarloos samen met het installatiepersoneel van de bataljons, per voertuig uitgevoerd en wacht er op de aankomst van I/4HuT, II/4HuT en I/2HuT. De nieuwe kantonnementen te Waarloos bevinden zich in relatieve veiligheid achter de K.W. Stelling. Hier zal dan ook een extra dag rust genomen worden.
  • I/4HuT
    De bataljonscommandant vertrekt samen met Kapitein Créteur, commandant van de 1Cie, per voertuig naar Waarloos om de aankomst van het bataljon voor te bereiden. De bataljonscolonne wordt aangevoerd door Lt Harkers van de 1Cie. Aangekomen te Duffel, rond 02u00 ‘s ochtends, wordt de bataljonscolonne de verkeerde weg opgestuurd omdat de weg Duffel – Waarloos wordt opgeëist door terugtrekkende Franse eenheden. De 2Cie bereikt uiteindelijk totaal uitgeput Waarloos om 04u00 in de ochtend en zoekt onmiddellijk kantonnementen op om uit te rusten. De 2Cie kantonneert overdag te Waarloos in een tochtige schuur die weinig comfort biedt. In de loop van de dag houdt een Franse colonne pantserwagens halt te Waarloos. De pantserwagens dragen duidelijke sporen van hevige gevechten en maken indruk op de manschappen. Er ontstaat nog enig animo wanneer een nabij gelegen batterij luchtdoelartillerie een Duits vliegtuig neerhaalt. De nacht van 13 op 14 mei wordt te Waarloos doorgebracht.
  • III/4HuT
    Het bataljon komt om 07u00 toe te Ham-sur-Sambre en zoekt er kantonnementen op. De 9Cie blijft nog ter plaatse in de PFN.

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Nu de Britten de ondersector Herent hebben overgenomen zit de taak van het TB erop. Lt Thibaut vervoegt om 07u00 de Staf/1Gpg HuT te Kortenberg.Om 10u30 verlaten alle TB tesamen met de Staf/1Gpg HuT Kortenberg en begeven zich langs de weg naar Oppuurs waar ze om 12u00 toekomen. De staf installeert zich te Oppuurs.

1/1Gpg HuT

  • I/1HuT
    Er wordt overdag nog gekantonneerd te Kontich Kazerne. Om 22u00 vertrekt de bataljonscolonne opnieuw ditmaal richting Bornem.
  • III/1HuT
    Het III/1HuT bevindt zich nog steeds te Antwerpen in versterking van het V/LK.

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT onder bevel van 4HuT
    Er wordt nog de ganse dag gerust te Waarloos. Het bataljon verlaat Waarloos om 21u00 om zich te voet via Reet, Boom en Ruisbroek naar Puurs te begeven. I/2HuT sluit als laatste element de colonne af van 4HuT die voorts nog bestaat uit I/4HuT en II/4HuT.
  • II/2HuT
    Het bataljon blijft aangehecht bij de staf van de 1Div en verplaatst zich in de vroege ochtend van Elewijt naar Londerzeel. Deze keer kantonneren de manschappen in een aantal woningen en boerderijen langsheen de baan van Londerzeel naar Imde. De staf 1Div neemt zijn intrek in kasteel Goethals te Imde.

3/1Gpg HuT

  • Staf/3HuT
    ‘s Nachts verplaatst de regimentsstaf zich naar Puurs waar meerdere bataljons hulptroepen verzamelen om vanuit het station van Puurs naar West-Vlaanderen te worden overgebracht.
  • I/3HuT
    Het bataljon blijft in zijn kantonnementen te Ouderdom (Poperinge).
  • II/3HuT
    Om 04u30 verlaat II/3HuT Temploux om zich te voet naar Moustier, een zevental kilometer meer naar het zuidwesten, te begeven waar ze tegen 13u00 toekomen. Te Moustier worden kantonnementen voor de nacht ingenomen.
  • III/3HuT
    In het totaal moet een tiental transporten ingericht worden die zullen geëscorteerd worden door detachementen van 56ste Linieregiment (56Li), XXIste Bataljon Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (XXI/GVCE) en III/3HuT. Luitenant Franssen van III/3HuT wordt nog tijdens de vooravond aangeduid als detachementscommandant van een escorte die een trein met geïnterneerden naar Tourcoing moet brengen. De treinen met geïnterneerden kregen de bijnaam “Spooktreinen (oftewel Trains Fantômes)” en bestonden uit gesloten goederenwagons waar tot 50 geïnterneerden werden opeengepakt. Hoe verder de Spooktreinen in Frankrijk geraakten hoe vijandiger de stemming onder de bevolking voelbaar was onder meer omdat op de wagons in witte letters de tekst “Parachutistes, Espions, 5e Colonne” was gekalkt [8].

4/1Gpg HuT

  • I/4HuT
    De 2Cie maakt van een extra dag rust te Waarloos gebruik om te recupereren en het materieel te onderhouden. Tegen het eind van de middag wordt de bagage per voertuig doorgestuurd naar het gehucht Kleine Amer nabij Puurs. Het paardengerei vertrekt tussen 16u00 en 17u00 via Reet, Boom en Ruisbroek naar Puurs. De manschappen vertrekken om 20u30 en volgen de zelfde marsroute. Wanneer de 2Cie om 23u30 te Kleine Amer toekomt krijgt de compagnie opdracht om een peloton uit te sturen naar de plaats waar een vermeende landing van parachutisten heeft plaatsgevonden. Het peloton van Lt Edom wordt met deze opdracht belast en patrouilleert de ganse nacht in en rond Puurs maar vindt van parachutisten geen enkel spoor.
  • III/ 4HuT
    Het bataljon brengt de dag door te Ham-sur-Sambre zonder enige opdracht. Om 21u00 stuurt Cdt Detaille een schriftelijk verzoek naar de staf van het VII/LK om bijkomende bewapening voor zijn manschappen te mogen ontvangen of om, bij gebrek aan wapens, zo snel mogelijk naar het westen te mogen afmarcheren [9]. Cdt Detaille meldt dat zijn bataljon nog maar uit drie compagnies bestaat en alles samen slechts ongeveer 250 manschappen op de slagorde heeft. Onder hen heel wat werklozen ouder dan 40 die tijdens de laatste maanden van de mobilisatie opgeroepen werden en over een bijzonder slechte fysiek beschikken [10]. De nacht van 14 op 15 mei wordt eveneens in de kantonnementen van Ham-sur-Sambre doorgebracht. De 9Cie, nog steeds onder bevel van Lt Fabry, bevindt zich nog te Gelbressée en voert er ‘s nachts werkzaamheden uit ten voordele van het II/6ChA.

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Er wordt de ganse dag gerust te Oppuurs. De Staf/1Gpg HuT coördineert in tussentijd het vertrek per spoor van meerdere bataljons hulptroepen vanuit Puurs naar West-Vlaanderen. Een danig gehavende colonne tanks van het 7de Franse Leger passeert Oppuurs op zijn terugtocht van Nederland naar Frankrijk. De nacht van 15 op 16 mei wordt te Oppuurs doorgebracht

1/1Gpg HuT

  • I/1HuT
    Via Reet, Boom, Sauvegarde en Puurs bereikt het bataljon na een nachtelijke voetmars van 24 kilometer Bornem om 05u00 ‘s morgens. Overdag wordt gerust in het kantonnement van Bornem. Net voor middernacht verlaat het bataljon Bornem om zich naar het station van Puurs te begeven. 
  • II/1HuT
    De Staf van II/1HuT gaat zich installeren te Broechem. II/1HuT zal van hieruit ingezet worden om de westelijke berm van de Tappelbeek tussen Massenhoven en Emblem voor te bereiden op een eventuele onderwaterzetting van het gebied tussen de Tappelbeek en de Kleine Nete. Daarnaast krijgt het bataljon ook opdracht voor het aanleggen van prikkeldraad versperringen en het graven van verbindingsloopgraven. De 6Cie en de 7Cie bevinden zich eveneens te Broechem en zijn respectievelijk in steun gegeven van het 39ste Linieregiment (39Li) en het 43ste Linieregiment (43Li), de 8Cie bevindt zich te Emblem en is in steun gegeven van het 31ste Linieregiment (31Li). Het Peloton Hofman van de 6Cie is tewerkgesteld langs het Albertkanaal ter hoogte van de Schans van Massenhoven. Het Peloton Vernaillen is belast met het graven van verbindingsloopgraven tussen de Schans van Massenhoven en de voorste linies van het 43Li. De werken kaderen in de laatste voorbereidingen van de K.W. Stelling.
  • III/1HuT
    Het III/1HuT bevindt zich nog steeds te Antwerpen in versterking van het V/LK.

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT onder bevel van 4HuT
    Het bataljon komt rond 02u30 toe te Puurs. Tijdens de mars tussen Reet en Boom raken de colonnes gemengd met die van I/1HuT en II/4HuT. Er wordt de ganse dag gerust en de voorbereidingen worden getroffen om ‘s nachts per trein vanuit het station van Puurs te vertrekken. De nacht van 15 op 16 mei wordt doorgebracht in het station.  Door overbezetting van het treinnet kan het I/2HuT niet meer vertrekken op 15 mei.
  • II/2HuT
    Het bataljon blijft te Londerzeel bij het HK/1Div tot in de namiddag het bevel komt om onmiddellijk naar Kalfort nabij Puurs te vertrekken.

3/1Gpg HuT

  • Staf/3HuT
    De staf stapt ‘s nachts op een trein in het station van Puurs en tijdens de nacht van 15 op 16 mei wordt de Staf/3HuT naar Wijnendale ten noorden van Torhout gebracht.
  • I/3HuT
    Het bataljon blijft in zijn kantonnementen te Ouderdom (Poperinge).
  • II/3HuT
    Het bataljon verlaat Moustier om 08u20 en marcheert 12 kilometer te voet via Jemeppe-sur-Sambre en Velaine-sur-Sambre naar Lambusart waar het bataljon om 11u00 toekomt. Het bevel wordt gegeven om de camions niet te ontladen. Na een korte rustpauze te Lambusart wordt de voetmars om 19u00 verder gezet tot Courcelles waar het bataljon om middernacht toekomt. Onderweg worden meerdere vrachtwagens opgeëist waardoor gedeeltes van de verplaatsing per voertuig kunnen worden uitgevoerd. De nacht van 15 op 16 mei wordt in een kantonnement te Courcelles doorgebracht.
  • III/3HuT
    Het bataljon bevindt zich te Doornik waar ze de bewakingsopdracht verder uitvoeren.
  • Detachement Lt Fransen van III/3HuT in Frankrijk
    Het treinstel met de in ons land opgepakte buitenlandse inwoners komt aan te Tourcoing. In Tourcoing worden de gevangenen uitgeleverd aan de Fransen die de spooktreinen met hun Belgische begeleiders laten doorrijden naar het zuiden van Frankrijk waar de gevangenen opgesloten worden in de voormalige interneringskampen voor Spaanse Republikeinen. Luitenant Franssen wordt vanuit Tourcoing doorgestuurd naar L’Isle-Jourdain nabij Toulouse. De geïnterneerden worden doorgestuurd naar het Camp du Vernet nabij Pamiers (TBC). In het kamp van Le Vernet werden vooral reserveofficieren van het Duitse en het Oostenrijkse leger (al dan niet van Joodse afkomst) ondergebracht. Enkele van de Joodse geïnterneerden hadden tijdens WOI aan Duitse zijde meegestreden.

4/1Gpg HuT

  • I/4HuT en II/4HuT
    Van de halte te Puurs wordt bij de 2Cie gebruik gemaakt om het voertuigenpark te vernieuwen. Twee extra camions worden opgeëist. Tegen de avond komt het bevel om naar Kortemark te vertrekken. De voertuigen van het bataljon worden al op 20u15 de baan opgestuurd richting Kortemark onder leiding van Luitenant Dumont de Chassart. De rest zal zich na middernacht zich naar het station van Puurs verplaatsen met de bedoeling daar de trein te nemen. 
  • III/4HuT
    Het bataljon verlaat Ham-sur-Sambre om 08u30 ‘s morgens en zet koers naar Ransart ten noorden van Charleroi waar het bataljon aankomt rond 14u00. De verplaatsing verloopt zonder incidenten. De 9Cie ziet dat de manschappen van II/6ChA hun stellingen verlaten. Lt Fabry blijft achter zonder orders en probeert in contact te komen met Generaal-majoor Desclée, commandant van de “Secteur PFN Nord“, onder wiens bevel de 9Cie staat. Dit lukt uiteraard niet gezien op 11 mei het commando van de “Secteur PFN Nord” werd overgenomen door Generaal-majoor Ley, commandant van de 2DivChA. Majoor Pelzer, bataljonscommandant van II/6ChA geeft uiteindelijk de 9Cie bevel om zich terug te plooien naar Velaine-sur-Sambre halfweg Namen en Charleroi waar zich het II/3HuT bevindt. Tegen dat de 9Cie er aankomt is het II/3HuT reeds vertrokken.

Staf/1Gpg HuT
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (Franse Général d’Armée Billotte) om naar het westen terug te trekken [11]. Zonder dat de K.W. Stelling ten volle verdedigd werd moet de stelling worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. De Belgische legerleiding beslist om het veldleger terug te trekken op een nieuwe defensieve lijn langs de as Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Generaal-majoor Deguent wordt ontheven uit zijn cumulfunctie van Commandant van de Genie van de K.W. Stelling. Hij wordt vanaf 16 mei verantwoordelijk voor de overstromingen in de regio van Nieuwpoort. De verschillende regimenten van de 1ste Groepering die niet over organieke voertuigen beschikken moeten zich versneld terugtrekken achter de nieuwe defensieve linie door het uitvoeren van geforceerde marsen te voet.

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    De colonne voertuigen van de staf verlaat Oppuurs om 15u00 om zich naar Veldegem, ten noordoosten van Torhout, te begeven. Om 18u00 wordt Veldegem al verlaten en doorgereden naar Nieuwpoort waar de staf zich installeert. De nacht van 16 op 17 mei wordt te Nieuwpoort doorgebracht.

1/1Gpg HuT

  • Staf 1HuT
    De staf van het IV/LK geeft 1HuT het bevel om tijdens de nacht van 16 op 17 mei terug te trekken naar Bazel ten noorden van Rupelmonde.  De colonne moet Edegem passeren om 01u00 op 17 mei.
  • I/1HuT
    Na een korte mars van 5 kilometer wordt het station van Puurs bereikt om 01u30. Het duurt nog tot 13u40 voor ze kunnen instijgen. Uiteindelijk vertrekt de trein om 14u00 richting Torhout waar het bataljon om 23u00 uitstijgt. Er zal niet in Torhout gekantonneerd worden; het bataljon moet nog tijdens de rest van de nacht doormarcheren naar Aartrijke waar nieuwe kantonnementen worden opgezocht. 
  • II/1HuT
    Het bataljon krijgt om 20u00 het bevel van de Staf/1HuT om de terugtocht aan te vatten. De kop van de colonne van II/1HuT verlaat Broechem om 21u30 na het vallen van de duisternis. De 7Cie passeert Broechem als laatste om 22u30. Tijdens een nachtelijke mars van een dertigtal kilometer wordt vanuit Broechem via Ranst, Vremde, Boechout, Mortsel, Edegem en Wilrijk naar Hemiksem gemarcheerd. Te Hemiksem wordt de Schelde overgestoken via de militaire ferry van het Bataljon Pontonniers (Bn Pont).
  • III/1HuT
    Het bataljon krijgt van de CGn van het V/LK om 13u00 opdracht om zich tijdens de nacht van 16 op 17 mei naar Nieuwkerken-Waas te begeven. Enkel de 10Cie moet achterblijven te Antwerpen om zijn werk in de haven voort te zetten. Met uitzondering van de 10Cie verzamelt het bataljon in de “Manufacture des Biscuits Drapeau” te Merksem van waaruit de mars naar Nieuwkerken-Waas wordt ingezet. De 9Cie meldt dat het meer dan 45 minuten geduurd heeft om alleen al de Scheldetunnel te passeren.

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT
    Om 17u00 kunnen de manschappen van I/2HuT te Puurs instijgen in goederenwagons. De trein vertrekt om 17u45 uit het station van Puurs om met veel tussenhaltes via Dendermonde, Wetteren en Kwatrecht het station van Gent te bereiken waar de nacht van 16 op 17 mei in de trein wordt doorgebracht. 
  • II/2HuT
    De Rupel en het Kanaal van Willebroek zullen gebruikt worden als tussenlinie om de aftocht van het veldleger te dekken van de K.W. Stelling tot de nieuwe defensieve lijn Terneuzen – Gent – Oudenaarde.  Vanaf de samenloop van de Schelde en de Rupel tot in Willebroek zal deze linie bewaakt worden door de 1Div. Het bataljon wordt verplaatst van Kalfort naar het vlakbij gelegen Puurs. De commandopost van de 1Div wordt opgesteld te Puurs.

3/1Gpg HuT

  • I/3HuT
    Het bataljon blijft in zijn kantonnementen te Ouderdom (Poperinge).
  • II/3HuT 
    Om 03u00 wordt het bataljon per camion van Courcelles naar Bergen gebracht. Om 11u00 wordt Bergen verlaten en wordt er naar Ghlin gereden waar de 5Cie wordt opgepikt en het bataljon terug vervoegt. Om 21u00 wordt Ghlin verlaten om naar Warchin nabij Doornik te rijden waar vanaf middernacht kantonnementen worden opgezocht.
  • III/3HuT
    Eerste bombardement van Doornik, de Sint-Janskazerne wordt geviseerd en geraakt. De staf en de 12Cie moeten de kazerne evacueren en wijken uit naar Pecq. De 9Cie en de 11Cie blijven in de citadel hun bewakingsopdracht verderzetten.

4/1Gpg HuT

  • Staf/4HuT
    De staf van 4HuT vertrekt om 08u45 langs de baan naar Kortemark na zich een laatste keer vergewist te hebben van de hopeloze toestand in het station van Puurs.
  • I/4HuT
    Om 03u15 worden de kantonnementen te Kleine Amel verlaten om naar het station van Puurs te marcheren. Aangekomen aldaar verneemt het I/4HuT dat alle in Puurs aanwezige bataljons van de hulptroepen op 16 mei moeten inschepen in dit station, met de bataljons van het 4HuT als laatste. Vanaf 04u00 wordt geslapen in open lucht nabij het station waar gewacht op een trein die hen naar Kortemark zal brengen. Lt Bonte wordt om 12u30 op de hoogte gebracht dat niet langer te Puurs op een trein wordt gewacht, maar dat te voet naar het station van Oudegem nabij Dendermonde zal worden gemarcheerd. Het gehucht Appels, ten westen van Dendermonde, wordt bereikt om 18u30 en er wordt tot middernacht te Appels gewacht op het bevel om in te stijgen.
  • II/4HuT
    Kapitein-commandant Bouchez, de oudste van de twee bataljonscommandanten van I/4HuT en II/4HuT die zich nabij het station van Puurs bevinden neemt om 12u00 het initiatief om te voet naar Dendermonde te marcheren aangezien het duidelijk was geworden dat er onmogelijk nog kon worden ingestegen te Puurs op 16 mei. Hij roept alle compagniecommandanten bijeen en brengt hen op de hoogte dat beslist werd om via Oppuurs, Sint-Amands, Baasrode en Appels naar het station van Oudegem nabij Dendermonde te marcheren. Er wordt een afwachtingsstelling ingenomen te Appels. Een moto-estafette wordt naar Lt Dumont de Chassart in Kortemark gestuurd met het bevel de camions te ontladen en de vrachtwagens leeg naar Appels te sturen om al een gedeelte van de manschappen op te halen. Aansluitend op de briefing vertrekken de twee bataljonscommandanten, Cdt Bouchez en Cdt Van Espen naar het station van Dendermonde om een trein te regelen. De trein beschikt over enkele wagons derde klas voor de officieren, open goederen wagons voor de manschappen en enkele platte wagons voor de voertuigen zodat alle manschappen, voertuigen en materieel kunnen worden meegenomen.
  • III/4HuT
    Cdt Detaille brengt op 16 mei de Staf van het VII/LK schriftelijk op de hoogte van de verplaatsingen die zijn bataljon op 15 mei uitvoerde [12]. Hij brengt hen op de hoogte van zijn plannen om, bij het uitblijven van een tegenbevel, om 20u00 door te marcheren naar Binche. De 9Cie overnacht te Velaine-sur-Chambre om de volgende dag naar Bergen te marcheren. vervolgens gaat het van Bergen naar Condé, Béthune, Saint-Omer, Calais en Grevelingen om uiteindelijk op 24 mei de rest van III/4HuT terug te vinden in Pervijze. 

Staf/1Gpg HuT
Het veldleger is gestart met het verlaten van de K.W. Stelling en plooit zich terug naar een nieuwe verdedigingslinie van het Kanaal Gent-Terneuzen over het Bruggenhoofd Gent tot Oudenaarde. Daarbij wordt in een ruimer kader ook gedacht aan de beveiliging van de zuidflank. Het Groot Hoofdkwartier zal heel wat eenheden van de Hulptroepen inzetten om diverse voorbereidende werkzaamheden uit te voeren langsheen de Belgisch-Franse grens in Vlaanderen. De staf krijgt ook de opdracht om de IJzer voor te bereiden als defensieve lijn door onder meer de IJzervlakte, naar analogie met WOI, te laten overstromen. 

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Het TB moet de leiding nemen voor het uitvoeren van voorbereidende werken om de sector Schore (Bocht van Tervaete) onder water te zetten. Het TB verplaatst zich naar Schore om er zich te installeren.

1/1Gpg HuT

  • Staf/1HuT en II/1HuT
    Tegen 08u00 komt het detachement van de Staf/1HuT en II/1HuT toe in Bazel op de linker Scheldeoever.  Hier wordt gerust tot 18u20 wanneer Bazel wordt verlaten en het bataljon richting Daknam nabij Lokeren marcheert. 
  • I/1HuT
    Het bataljon komt om 01u30 toe te Aartrijke om er zich te installeren. De rest van de dag maar ook tijdens de nacht van 17 op 18 mei wordt nog gerust te Aartrijke. 
  • III/1HuT
    Via de Waaslandtunnel, Zwijndrecht en Melsele wordt Nieuwkerken-Waas bereikt waar in de vroege ochtend kantonnementen worden opgezocht. Cdt Vuylsteke van de 9Cie meld het ontbreken van een vijftiental militairen afkomstig van Eupen en Malmedy die tijdens de nachtelijke mars van Antwerpen naar Nieuwerkerken de rangen verlaten hebben. Te Nieuwkerken-Waas krijgt het bataljon het schriftelijk bevel om zich tijdens de nacht van 17 op 18 mei naar Ertvelde te begeven. Onderweg moet de 10Cie te Sint-Pauwels opgepikt worden. 

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT onder bevel van 4HuT
    Om 06u00 wordt de Pinte bereikt van waaruit verder wordt gespoord naar Deinze, Roeselare en Torhout om rond 11u00 de trein te verlaten te Ichtegem. De nacht van 17 op 18 mei wordt te Ichtegem doorgebracht in afwachting van nieuwe orders.
  • II/2HuT
    Het bataljon bevindt zich nog steeds te Puurs.

3/1Gpg HuT

  • Staf/3HuT
    Het regiment moet ongeveer 800 van hun eenheid geïsoleerde manschappen in zijn rangen opnemen. De versterkingen worden over de verschillende bataljons verdeeld.
  • I/3HuT
    Het I/3HuT dat zich te Ouderdom bevindt wordt nu verplaatst naar Roesbrugge, Beveren en Leisele om hier naar het zuiden gerichte veldversterkingen aan te leggen. Denie krijgt een bijkomende compagnie van een ander bataljon (TBC) van het regiment toegewezen.
  • II/3HuT
    Om 20u30 stijgt het bataljon opnieuw in op de voertuigen en worden de manschappen van Warchin (Doornik) naar het gehucht Watermolen (Heule) ten noorden van Kortrijk gebracht.
  • III/3HuT (-)
    De Staf en de 12Cie bevinden zich nog steeds te Pecq, de 9Cie en de 12Cie in de Ruquoykazerne te Doornik. Aangezien Doornik ten oosten van de nieuwe verdedigingslijn ligt moet het bataljon Doornik verlaten. In de citadel van Doornik bevinden zich nog een 70-tal administratief geïnterneerden die bewaakt worden door de 9Cie en de 11Cie. Het III/3HuT verlaat Doornik en de overgebleven geïnterneerden worden door het bataljon meegenomen. De 9Cie en de 11Cie begeven zich te voet naar Rollegem (ten zuiden van Kortrijk) waar overnacht wordt. De 70 geïnterneerden worden geïntegreerd in de colonne te voet van de 11Cie en zullen deze compagnie blijven volgen gedurende de terugtocht naar het westen. De staf en de 12Cie verplaatsen zich van Pecq naar Estampuis (Steenput) ten oosten van Moeskroen. Aan het eind van de dag bevindt de helft van het bataljon zich te Estampuis, de andere helft te Rollegem.

4/1Gpg HuT

  • Staf/4HuT
    De staf staat sinds gisteren opgesteld te Kortemark waar kantonnementen voor I/4HuT en II/4HuT voorbereid worden.
  • I/4HuT en II/4HuT
    Om 01u00 komt het bevel dat kan worden ingestegen en de manschappen begeven zich naar het station van Oudegem. Op dat ogenblik komen de lege camions uit Kortemark toe. Ze worden onverwijld teruggestuurd aangezien ze niet nodig zijn om personeel en materieel te vervoeren. Kort daarna vertrekt de trein uit Dendermonde en brengt het bataljon via Gent Sint-Pieters en Deinze naar Kortemark waar ze na een lange treinrit met veel vertraging om  17u00 toekomen. Tijdens de rit werden de manschappen geravitailleerd met eten dat wordt klaargemaakt op een veldkeuken die werd geïnstalleerd op een platte wagon. Te Kortemark worden kantonnementen opgezocht langs de Torhoutstraat waar de nacht van 17 op 18 mei wordt doorgebracht.
  • III/4HuT
    Het bataljon bevindt zich te Binche. Vanuit Binche wordt doorgemarcheerd naar Pervijze waar Cdt Detaille zich aanmeldt bij de Staf/4HuT om er zijn nieuwe opdrachten te ontvangen. Zo wordt de 11Cie in steun gegeven van militaire bruggenbouwers en sluiswachters langs het Belgisch gedeelte van het Kanaal Nieuwpoort – Duinkerke (oftewel Veurne Vaart) De 11Cie moet logement en bevoorrading regelen voor deze militairen en moet de posten dagelijks controleren. De commandopost van de 11Cie bevindt zich in Pervijze. Ook moet de compagnie geïsoleerde militairen doorsturen naar de respectievelijk verzamelpunten volgens eenheid van herkomst. 

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Verkenning van de uit te voeren werkzaamheden worden uitgevoerd in afwachting van de aankomst  van de troepen de die werken zullen uitvoeren. Het 4de Regiment Hulptroepen (4HuT) zal na aankomst te Pervijze de nodige mankracht leveren om de inundatie voor te bereiden.

1/1Gpg HuT

  • Staf 1HuT, II/1HuT
    Na een nachtelijke mars van 26 kilometer komt het detachement via Steendorp, Vierstraat, Velle, Tereken (Sint-Niklaas), Belsele en Lokeren om 04u00 toe te Daknam waar kantonnementen worden opgezocht. Kolonel Noterman stelt zijn commandopost op in het gemeentehuis van Daknam.  Na een halte van enkele uren te Daknam beveelt de staf van het IV/LK om de mars om 14u45 verder te zetten naar Oostakker ten noorden van Gent. Oostakker wordt rond 20u00 bereikt na een nieuwe voetmars van 18 kilometer. Kantonnementen worden opgezocht om de nacht van 18 op 19 mei te Oostakker door te brengen.
  • I/1HuT
    Om 15u00 verlaat het bataljon Aartrijke richting Diksmuide. Een nieuwe voetmars, ditmaal overdag, brengt het bataljon naar Esen, een kantonnement ten zuiden van Diksmuide nabij Woumen. Hier wordt de nacht doorgebracht. 
  • III/1HuT
    Via Sint-Pauwels, waar effectief de 10Cie wordt opgepikt, gaat het verder naar Moerbeke en Zelzate. Bij de brug over het Kanaal Gent-Terneuzen te Zelzate moet het bataljon een verbindingsofficier achterlaten die nieuwe orders zal ontvangen van het V/LK. Het bataljon zoekt in de loop van de ochtend te Ertvelde kantonnementen op en wacht er tevergeefs op nieuwe orders. De nacht van 18 op 19 mei wordt te Ertvelde doorgebracht.

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT onder bevel van 4HuT
    Het Iste Bataljon van 2HuT bevindt zich in de voormiddag van 18 mei nog steeds gegroepeerd te Ichtegem en ontvangt zijn orders van de Staf/4HuT. Met de staf van zijn eigen regiment heeft het bataljon al sinds 10 mei geen contact meer gehad. Om 14u00 verlaat de colonne te voet Ichtegem om zich naar Koekelare te begeven. De colonne wordt afgesloten door een detachement bestaande uit alle militairen van het bataljon die nog over een eigen fiets beschikten. Vanuit Koekelare wordt doorgemarcheerd via Praatbos, Beerst, Diksmuide, Kaaskerke en Oudekapelle om tegen 21u00 Nieuwkapelle te bereiken. In Nieuwkapelle worden kantonnementen voor de nacht opgezocht.
  • II/2HuT
    Het bataljon verlaat bij het aanbreken van de dag Puurs en steekt samen met de rest van de 1Div de Schelde over via de spoorwegbrug van Temse om in het gehucht Smeskens (Smesstraat) west van Temse enkele uren te rusten. Vervolgens wordt doorgemarcheerd naar Sint-Niklaas. Het HK/1Div installeert zich te Sint-Niklaas 

3/1Gpg HuT

  • Staf/3HuT
    De Staf verplaatst zich van Wijnendale naar Reningelst ten zuiden van Poperinge.
  • I/3HuT
    Het bataljon bevindt zich te Roesbrugge, Leisele en Beveren-IJzer.
  • II/3HuT
    Het bataljon komt om 01u30 toe te Watermolen (Heule) en neemt in de vroege ochtend kantonnementen in. Om 20u00 wordt Watermolen verlaten om een verplaatsing naar Geluveld, tussen Menen en Ieper, uit te voeren. Hier wordt de nacht van 18 op 19 mei doorgebracht.
  • III/3HuT(-)
    Het bataljon marcheert van Rollegem en Estampuis naar Menen. Cdt Petudzy krijgt van Kolonel Van Oberghe, de Plaatscommandant van Poperinge, de opdracht om met de resterende manschappen van zijn bataljon (700 man) naar het zuiden van Frankrijk te vertrekken. Dezelfde nacht nog stappen de mannen van III/3HuT op de trein in het station van Menen zonder echter een eindbestemming te kennen.

4/1Gpg HuT

  • Staf/4HuT
    De staf heeft zich geïnstalleerd te Pervijze waar ook I/4HuT zal kantonneren. II/4HuT zal in Avekapelle ondergebracht worden, I/2HuT in Nieuwkapelle.
  • I/4HuT
    Om 10u10 wordt de mars van Kortemark via Zarren en Diksmuide naar Pervijze aangevat. In de loop van de namiddag komen de vrachtwagens, die het materieel naar Pervijze brachten, de colonne van de 2Cie ter hoogte van Kaaskerke tegemoet. De 2Cie wordt van Kaaskerke naar Pervijze vervoerd per camion. Tegen 17u00 komt de colonne toe te Pervijze waar kantonnementen worden opgezocht langs de baan naar Ramskapelle. In de loop van de avond raakt de nieuwe opdracht van het bataljon bekend. Vanaf 19 mei zal het bataljon zandzakken vullen om alle vaarten die onder de spoorweg Diksmuide – Nieuwpoort passeren af te dammen. Sommige officieren die meestreden in WOI kunnen zich niet van de indruk ontdoen dat ze hetzelfde gevecht aan het voorbereiden zijn.
  • II/4HuT
    Het IIde Bataljon voert eveneens de verplaatsing van Kortemark naar Avekapelle te voet uit. Te Avekapelle worden kantonnementen opgezocht.
  • III/4HuT
    Het bataljon bevindt zich te Binche.

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    De manschappen van het TB zijn in onderhoud geplaatst bij burgers te Schore op de oostelijke oever van de IJzer maar die worden gesommeerd om hun huizen te verlaten met het oog op de verdediging van de IJzer. Zo wordt het dorp Schore geëvacueerd door het peloton van OLt Smets van de 2Cie van I/4HuT. De 20 manschappen van het TB moeten nu zelf instaan voor hun ravitaillering en huisvesting met wat ze in de lege huizen nog kunnen vinden.

1/1Gpg HuT

  • Staf 1HuT, II/1HuT
    Om 02u45 vertrekken de eenheden uit Oostakker om om via Mariakerke, Merendree en Hansbeke naar Bellem te marcheren. De colonne komt om 08u51 toe te Bellem waar gerust wordt tot 19u50 wanneer terug verzameld wordt om naar Tielt te marcheren.
  • I/1HuT
    Om 14u00 wordt Woumen verlaten om naar Zuidschote ten noorden van Ieper te marcheren. Zuidschote is het nieuwe verzamelpunt voor de bataljons van het 1ste Regiment. Het bataljon komt na een voetmars van een tiental kilometer om 17u30 als eerste bataljon van 1HuT toe te Zuidschote waar een kantonnement wordt opgezocht. 
  • III/1HuT
    Om 09u00 beveelt de regimentscommandant van het 9de Linieregiment (9Li) het III/1HuT om Ertvelde onmiddellijk te verlaten. III/1HuT verlaat zijn kantonnementen te Ertvelde en zoekt een tiental kilometer verderop een kantonnement op in een klein bos langs de baan Ertvelde – Eeklo nabij het kruispunt met de baan Lembeke – Sleidinge. Het bataljon is alle verbinding verloren met zijn eigen regiment als met de CGn van het V/LK. Cdt Decerf gaan op zoek naar Kolonel Mascart en treft het HK van het V/LK aan te Kaprijke. Hij vraagt de toelating om zijn bataljon in Lembeke onder te brengen waar tot op dit ogenblik geen enkele andere eenheid kantonneert. Hij krijgt de toelating en om 19u00 vertrekt het bataljon naar Lembeke. De nacht van 19 op 20 mei wordt te Lembeke doorgebracht.

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT
    Om 06u30 wordt Nieuwkapelle verlaten voor een nieuwe voetmars van 14 kilometer tot Steenstraat via Reninge. De colonne komt om 10u30 toe te Steenstraat en zoekt kantonnementen op ten oosten van het kanaal. De voertuigen worden ten westen van het kanaal gestationeerd. De nacht van 19 op 20 mei wordt te Steenstraat doorgebracht.
  • II/2HuT
    Het HK/1Div wordt ontplooid in de Alsberghe & Van Oost textielfabriek in Drongen. De 1Div staat nu onder bevel van het I/LK en wordt in 2de echelon opgesteld in de Gentse binnenstad. Het II/2HuT wordt per spoor van Sint-Niklaas naar Gent overgebracht en zoekt een kantonnement op in het dorp Luchteren ten noordwesten van Gent en zal daar blijven tot 23 mei. Gezien de beveiliging van het HK/1Div te Drongen wordt overgenomen door het EskCy 1Div krijgt het bataljon de opdracht om de technische wacht te leveren bij enkele door de genie gemijnde Scheldebruggen in de Gentse binnenstad.

3/1Gpg HuT

  • II/3HuT
    Het bataljon verlaat Geluveld en komt rond 21u00 toe te Watou, waar ze te horen krijgen dat ze naar de volgende dag naar Frankrijk zullen worden doorgestuurd.
  • III/3HuT(-) in Frankrijk
    De resterende manschappen van het bataljon vertrekken om 05u00 per spoor naar Frankrijk. Op dat ogenblik is de 11Cie nog steeds verantwoordelijk voor een 70-tal geïnterneerden die verplicht worden de reis naar Zuid-Frankrijk met het bataljon te ondernemen. Wanneer de trein Saint-Omer bereikt wordt de eindbestemming van het transport bepaald, de trein zal via Rouen worden doorgestuurd naar Saumur.  In Saint-Omer moet gewacht worden tot een rijpad wordt vrijgemaakt. De nacht van 19 op 20 mei wordt in de trein te Saint-Omer doorgebracht. Tegelijkertijd vertrekt een konvooi met een 20-tal voertuigen die zullen proberen het treintransport bij te benen.

4/1Gpg HuT

  • I/4HuT
    Het bataljon wordt om 02u25 gewekt te Pervijze en marcheert naar het Kanaal Nieuwpoort – Duinkerke (oftewel Veurnevaart) ter hoogte van de kruising met de spoorlijn Nieuwpoort – Diksmuide. Om 07u00 wordt begonnen met de aanleg van afdammingen om afwateringssluizen langs het kanaal te dichten. De 2Cie en de 3Cie werken samen op de linkeroever van de Veurnevaart. Afwisselden vult de ene compagnie zandzakken gedurende 30 minuten terwijl de andere compagnie de zakken in de vaarten aanbrengt. Er wordt doorgewerkt tot 18u00 en alleen al de 2Cie vult en legt 4.200 zandzakje (oftewel vaderlanderkes). De 1Cie en de 4Cie voeren een gelijkaardige opdracht uit op de rechteroever van de Veurnevaart. De werken kaderen in een overstromingsplan om naar analogie van wat tijdens de WOI gebeurde de IJzervlakte onder water te zetten. De voorbereidende werken worden gecoördineerd door Technische Burelen die werken voor Generaal-majoor Deguent die belast is met de inundatie van het gebied tussen de spoorlijn en de IJzer. De compagnies staan onder grote druk van de Staf/1Gpg HuT om haast te maken bij de uitvoering van de werken. Elke compagnie dient ook een peloton aan te duiden om de runderen van boerderijen ten noorden van de IJzer over te brengen naar de zuidelijke oever. De inwoners van de noordelijke oever moeten hun boerderijen ontruimen in functie van mogelijke gevechten in de IJzerstreek. Het dorp Schore wordt door het peloton van OLt Smets van de 2Cie leeggemaakt.

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    De manschappen van het TB zijn nog moeilijk te motiveren bij gebrek aan slaap en oververmoeidheid. 

1/1Gpg HuT

  • Staf/1HuT en II/1HuT
    Na een nachtelijk mars van 16 kilometer komt het detachement om 00u30 toe te Tielt waar een rustkantonnement wordt ingenomen. Om 14u30 worden de mannen gewekt en de baan opgestuurd richting Zuidschote via Roeselare, Westrozebeke, Poelkapelle en Everdinge. De kop van de colonne te voet komt om 21u00 toe te Zuidschote. De 6Cie verlaat Tielt tegen de middag en marcheert naar het nieuw kantonnement te Zuidschote. Te Roeselare wordt de 7Cie opgepikt door vrachtwagens en naar Zuidschote overgebracht waar de compagnie om 20u00 toekomt.
  • I/1HuT
    Op 20 en 21 mei wordt gekantonneerd te Zuidschote in afwachting van nieuwe orders. 
  • III/1HuT
    Het bataljon kantonneert te Lembeke tot 22 mei. De 9Cie van Cdt Vuylsteke wordt ingezet om herstellingswerken uit te voeren op de baan van Kaprijke naar Lembeke (oftewel de Vaartstraat). 

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT
    Na de nacht te hebben doorgebracht te Steenstraat wordt om 06u00 vertrokken naar Zuidschote om verder te marcheren via Woesten, West-Vleteren en Krombeke tot het gehucht Roesbrugge vlakbij de Belgisch-Franse grens. Roesbrugge wordt bereikt rond 14u00 en onmiddellijk worden rustkantonnementen opgezocht. In de namiddag wordt het bataljon ontwapend. De geweren en de munitie wordt gecentraliseerd op niveau bataljon.
  • II/2HuT
    Het bataljon kantonneert te Luchteren.
Station van Lottinghen op de lijn van Saint-Omer naar Boulogne waar de trein van III/3HuT halt hield tijdens de nacht van 20 op 21 mei

Station van Lottinghen op de lijn van Saint-Omer naar Boulogne waar de trein van III/3HuT halt hield tijdens de nacht van 20 op 21 mei

3/1Gpg HuT

  • II/3HuT in Frankrijk
    Het bataljon vertrekt per spoor naar Frankrijk. Vanuit Watou loopt de reis naar Kassel, Saint-Omer (aankomst 10u30 – vertrek 15u00) en Fauquemberge om vervolgens voltallig door te reizen naar Fruges (departement Pas-de-Calais) waar om 20u00 wordt toegekomen. De nacht van 20 op 21 mei wordt in de trein doorgebracht in het station van Fruges.
  • III/3HuT
    Pas om 13u00 wordt de treinreis vanuit St-Omer voortgezet richting Boulogne. Tegen de avond wordt Lottinghen [13] bereikt waar de nacht van 20 op 21 mei in de trein wordt doorgebracht.

4/1Gpg HuT

  • I/4HuT
    Vanaf 07u00 wordt de werf op dezelfde locatie als de dag ervoor opgestart. Sluizen worden afgedamd met zandzakjes tot 17u35.

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Er wordt gestart met de uitvoering van het bevel om de grachten tussen de IJzer en de spoorweg Diksmuide – Nieuwpoort te laten vollopen als eerste stap in de inundatie van de IJzervlakte. Generaal-majoor Deguent neemt als ervaringsdeskundige de leiding over de timing en de volgorde van de overstromingswerken. 

1/1Gpg HuT

  • Staf/1HuT, I/1HuT en II/1HuT
    De staf en de bataljons reorganiseren te Zuidschote.
  • III/1HuT
    Het bataljon wordt ingezet voor het uitvoeren van herstellingswerken aan de wegen rond Lembeke.

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT
    Het bataljon rust uit te Roesbrugge. Tijdens de dag zien ze lange colonnes jongeren van de Rekruteringsreserve onder begeleiding van een beperkt aantal kaderleden, voornamelijk onderofficieren, voorbijmarcheren richting Frankrijk.
  • II/2HuT
    Het bataljon kantonneert te Luchteren.
Duitse opmars van 16 tot 21 mei 1940

Duitse opmars tussen 16 en 21 mei. In de nacht van 20 op 21 mei wordt de Franse kust bereikt.

3/1Gpg HuT

  • II/3HuT in Frankrijk
    In de nacht van 20 op 21 mei bereiken de Duitsers Noyelle-sur-Mer aan de monding van de Somme. Hierdoor raken heel wat Belgische eenheden, waaronder II/3HuT, ingesloten door de Duitsers. Het bataljon verlaat om 05u00  Fruges en waagt nog een poging om Montreuil te bereiken via Cormont, Frenq en Etaple. Wanneer te Etaples vastgesteld wordt dat alle spoorbruggen richting zuiden gesprongen zijn en het bataljon te horen krijgt dat de weg naar het zuiden door de vijand is afgesneden wordt beslist naar Boulogne terug te keren. Het gros van het bataljon komt om 18u00 aan in het rangeerstation van Outreau waar ze uitstijgen en rond 19u30 een kantonnement opzoeken te Saint-Martin-Boulogne een buitenwijk van Boulogne. Onderluitenant Verlaet van de 7Cie wordt voorop gestuurd met een detachement wielrijders dat wordt samengesteld uit de verschillende compagnies. Hij bereikt de stad maar komt er vast te zitten. Hij mag de stad niet meer verlaten. Uiteindelijk wordt hij op 25 mei gevangen genomen wanneer Boulogne door de Duitsers wordt ingenomen. 
  • III/3HuT (-) in Frankrijk
    Via Lottinghen gaat het verder per spoor richting Boulogne om in Desvres (departement Pas-de-Calais) halt te houden. In Desvres verneemt de bataljonscommandant dat de reisweg naar het zuiden door de Duitsers is afgesneden. Hierop neemt hij de beslissing de trein te verlaten en een poging te ondernemen te voet via Boulogne en Calais naar België terug te keren. De nacht van 21 op 22 mei wordt doorgebracht in een kantonnement in het Forêt de Boulogne.

4/1Gpg HuT

  • I/4HuT
    De manschappen van de 2Cie moeten hun wapens en munitie om 07u00 afgeven. De compagnie behoud enkel een tiental wapens en een 400 tal patronen voor de wacht. De wapens worden naar eenheden gestuurd die zich hebben opgesteld achter het Kanaal Gent-Terneuzen en die over onvoldoende bewapening beschikken. De wapens en munitie van het ganse bataljon worden op een vrachtwagen geladen en naar het Kanaal Gent-Terneuzen afgevoerd. Na de inzameling van de bewapening worden voor de derde dag op rij zandzakken gevuld en aangebracht. Ditmaal op de kruising van de Beverdijkvaart en de spoorweg Nieuwpoort – Pervijze. De manschappen verblijven op de werf tussen 09u00 en 18u00. Wanneer de manschappen terugkeren naar hun logementen te Pervijze zijn die ingenomen door vluchtelingen. De vluchtelingen worden gesommeerd de logementen te verlaten en vanaf nu worden gewapende schildwachten uitgezet om vluchtende burgers uit de militaire logementen te houden.

Staf/1Gpg HuT
Na de Duitse opmars tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei Tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. De Belgische legerleiding bepaalt tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de IJzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. In deze eerste fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent, de stad Gent en het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze zones zullen dan definitief ontruimd worden tijdens de nacht van 23 op 24 mei. Er ontstaat enige ongerustheid over het feit dat Duitse verkenningseenheden zouden kunnen infiltreren via de Frans-Belgische grens en onrust stoken in het achtergebied van het Belgisch leger. Hiertoe wordt een plan uitgewerkt om meerdere compagnies van de hulptroepen naar de Frans-Belgische grens te sturen om er chicanes en anti-tankversperringen op te richten teneinde de Belgische flank te beveiligen.

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Het bevel komt om de velden te laten overstromen maar wordt later op de voormiddag herroepen. De TB’s mogen enkel de grachten laten vollopen. De Staf/1Gpg HuT reageert hierop met ontzetting want de mogelijkheid geboden door het springtij om alles onder water te zetten gaat hierbij verloren. Er worden vragen gesteld bij wat de het GHK van plan is.

1/1Gpg HuT

  • Staf/1HuT
    De staf 1HuT verlaat Zuidschote en gaat zich installeren te Poperinge.
  • I/1HuT
    Om 15u00 wordt Zuidschote verlaten en te voet naar Houthulst gemarcheerd waar het bataljon om 19u00 onder bevel wordt geplaatst van de commandant van het Munitiedepot van Houthulst. Er wordt gekantonneerd te Stadenreke en Vijfwege. Vanaf 22 mei wordt het bataljon ingezet voor het laden en lossen van artilleriemunitie in het Munitiedepot van Houthulst.
  • II/1HuT
    De bataljonsstaf verlaat Zuidschote en gaat zich installeren in Proven. De 6Cie verlaat Zuidschote eveneens en marcheert via Poperinge en Proven naar Haringe waar de compagnie een nieuw kantonnement opzoekt. De 7Cie, versterkt met het Peloton Hofman van de 6Cie, wordt om 20u00 naar Poperinge gestuurd waar de compagnie door Kapt Van Nooten een nieuwe opdracht krijgt. De compagnie moet vier grensovergangen op de Frans-Belgische grens bewaken en er chicanes oprichten om geïnfiltreerde vijandelijke verkenningselementen tegen te houden. Het Peloton Kasiers stelt zich op te Proven, het Peloton Beeckman te Watou, het Peloton Hofman van de 6Cie te Westouter. De pelotons beschikken hiervoor over 60 man enkel uitgerust met geweren. De compagniestaf onder bevel van Lt De Lanier neemt stelling te Abele.
  • III/1HuT
    Om 15u00 vallen de kantonnement van III/1HuT in Lembeke onder vijandelijk artillerievuur. In de loop van de namiddag wordt beslist om het III/1HuT naar Bentille ten noorden van Eeklo te verplaatsen. Het bataljon komt om 22u00 toe te Bentille. De 9Cie installeert zich in het gehucht ‘t Walleken (TBC).
Telefooncentrale Gent vernield op 22 mei 1940

Telefooncentrale Gent vernield op 22 mei 1940

2/1GpG HuT

  • Staf/2HuT
    In de vroege ochtend maakt LtGen Coppens, commandant van de 1Div, het hindernissenplan van de Gentse binnenstad over aan LtKol Peffer. De manschappen van 2HuT moeten de bewaking van verschillende voorbereide vernielingen in de Gentse binnenstad overnemen van de 1Div tot de 18de Infanteriedivisie (18Div) stelling heeft genomen in Gent. De Gentse bevolking is echter niet opgezet met de geplande vernielingen in de binnenstad en verzamelt voor de ondermijnde bruggen om er de militairen te ontwapenen en weg te jagen. LtKol Peffer beklaagt er zich over dat de burgemeester van Gent geen enkele inspanning heeft ondernomen om te beletten dat de bevolking de wacht bij de vernielingen heeft kunnen ontwapenen. 
  • I/2HuT
    Het bataljon verlaat Roesbrugge om te voet via Beveren-IJzer, Leisele, Houtem en De Moeren naar Adinkerke te marcheren. Hier worden nieuwe kantonnementen opgezocht. Te Adinkerke wordt I/2HuT in steun gegeven van de Directie voor Aan- en Afvoer bij het Leger (DREA).
  • II/2HuT
    Het bataljon kantonneert nog steeds te Luchteren van waaruit het zijn opdrachten uitvoert. De 1Div verlaat het I/LK te Gent en moet zich terugtrekken achter de Leie tussen Kortrijk en Menen. Het divisiehoofdkwartier wordt overgebracht naar Sint-Eloois-Winkel. Het II/2HuT volgt het divisiehoofdkwartier niet meer maar moet nu de voorbereide vernielingen in de Gentse binnenstad bewaken totdat die door de 18Div worden overgenomen. Tijdens het tumult bij één van de vernielingen bewaakt door de 5Cie van Cdt Mestdag, laat het peloton van Lt Res Raymaekers zich verrassen en ontwapenen door de opgehitste menigte. Hij wordt later gearresteerd wegens postverlating en voorgesteld om uit zijn rang te worden ontheven. Ook bij de telefooncentrale van Gent en bij de spoorwegbrug van (TBC) worden de bewakers belaagd. Hier wordt echter overgegaan tot het uitvoeren van de vernieling voor de wacht kan worden ontwapend. Zo wordt de telefooncentrale aan de Sint-Niklaasstraat zwaar beschadigd [14]. De Luitenanten Remaysen (7Cie), Dengis en Roland worden vermeld op de dagelijkse orders van het I/LK voor hun houding tijdens de rellen te Gent.

3/1Gpg HuT

  • Staf/3HuT
    De regimentsstaf verplaatst zich van Reningelst naar Stavele nabij de IJzer. De staf zal hier blijven tot aan de capitulatie.
  • II/3HuT in Frankrijk
    De rest van 260 overblijvende manschappen, nog steeds onder bevel van Cdt Mahaux, die de nacht van 21 op 22 mei doorbrachten te Sint-Martin Boulogne besluiten naar België terug te keren. Om 01u00 wordt Saint-Martin-Boulogne verlaten en met een omtrekkende beweging rond Boulogne verplaatst het bataljon zich naar Calais (vermoedelijk per voertuig gezien de afstand van 37 kilometer tussen Boulogne en Calais op vier uur wordt afgelegd). Calais wordt rond 05u00 bereikt. Na een korte rustpauze wordt om 15u00 doorgereisd naar de Panne. 
  • III/3HuT (-) in Frankrijk
    Cdt Petudzy verlaat het kantonnement in het Forêt de Boulogne en begeeft zich naar de stad Boulogne om er contact op te nemen met de Belgische Plaatscommandant, Kapitein-commandant baron d’Anethan. Voor zijn vertrek geeft hij de 9Cie het bevel om zich naar Conteville-lès-Boulogne te begeven en de 11de en 12de Compagnie om kantonnementen op te zoeken in Pernes-lès-Boulogne. In Boulogne krijgt Cdt Petudzy van Cdt d’Anethan te horen dat hij zijn bataljon moet verzamelen te Ambleteuse, een kustdorp langs de Noordzee. In Ambleteuse heeft de Compagnie Instructie C47 van het 3de Versterkings- en Opleidingscentrum (Cie Instr C47/3VOC), onder bevel van Lt Colruyt, op 21 mei de bewaking van een Frans interneringskamp van het Franse leger overgenomen [15]. De Belgische gevangenen die zich nog bij de 11Cie bevinden moeten naar dit kamp worden overgebracht. Ondertussen verlaten ook de compagnies het Forêt de Boulogne om zich naar hun nieuwe kantonnementen te begeven.  De 9Cie komt tegen het vallen van de avond toe in Conteville-lès-Boulogne en de 11Cie kantonneert in het vlakbij gelegen Pernes-lès-Boulogne. Cdt Petudzy gaat na zijn onderhoud met Cdt d’Anethan per camion op zoek naar zijn compagnies om hen te briefen over de opdracht om zich naar Ambleteuse te begeven. Hij weet tegen de avond de 9Cie en de 11Cie terug te vinden. Beide compagnies worden op weg gezet naar Ambleteuse. De 9Cie verlaat Conteville onmiddellijk en zet nog tijdens de nacht de mars in naar Ambleteuse. Wanneer de 12Cie het Forêt de Boulogne verlaat en de baan naar Saint-Martin-lès-Boulogne oversteekt worden ze door Britse motorrijders verwittigd dat de Duitse voorhoede zich op een viertal kilometer van hun positie bevindt. Er volgt een versnelde mars naar Pernes waar de 12Cie om 20u30 toekomt. Daar treft Lt Boigelot de bataljonscommandant aan die hem vertelt door te marcheren tot Ambleteuse. Nog voor hij zijn manschappen kan briefen raast een colonne Britse vrachtwagens volgepakt met manschappen in paniek door Pernes richting Boulogne. Een gedeelte van de manschappen gaat er vandoor en volgt de Britten. Wie blijft trekt met Lt Boigelot naar Ambleteuse. 

4/1Gpg HuT

  • I/4HuT
    Om 07u30 wordt verzamelen geblazen om Pervijze te verlaten. Het werk wordt niet verdergezet, de manschappen moeten in de kantonnementen blijven. Nu de Duitsers de Atlantische kust bereikt hebben heerst er twijfel over welke oever van de IJzer nu moet verdedigd worden. Moet er weerstand geboden worden aan een vijand die vanuit België richting Franse havens vordert of met een vijand die vanuit Frankrijk ons land binnenvalt. Om 14u45 komt uiteindelijk het tegenbevel, de werken moeten worden voortgezet ditmaal worden de sluizen langs de baan Schore – Oosthof afgedamd. Oevers worden van struiken ontdaan om de sluizen makkelijker te kunnen afdammen. Lt Carez van de 2Cie moet met een veertigtal vrijwilligers (10 per compagnie) een opdracht uitvoeren te Roesbrugge. Om 22u30 wordt het detachement met vrachtwagens naar Roesbrugge gebracht waar een verbindingsofficier van het GHK hen zal briefen over de uit te voeren opdracht.

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Het bevel komt om alle inundatiewerken stop te zetten. Het plan om de rechter oever van de IJzer te  verdedigen is blijkbaar opgeheven.

1/1Gpg HuT

  • II/1HuT
    Vanuit Haringe worden alle toegangswegen naar de brug over het Kanaal van de IJzer te Haringe-Roesbrugge door de 6Cie gecontroleerd. Er worden chicanes en barricades opgericht langs de weg van Krombeke naar Roesbrugge, de weg van Watou naar Roesbrugge en de weg van Poperinge naar Roesbrugge. De hindernissen worden onder vuur gehouden en langs de wegen wordt gepatrouilleerd. De compagnie moet de mogelijke terugtochtweg via Haringe-Roesbrugge naar Bergues (oftewel Sint-Winoksbergen)  en Duinkerke open houden.
  • III/1HuT
    Te Bentille wordt het bataljon ingezet voor herstellingen aan het wegennetwerk. Om 15u00 ontvangt Cdt Decerf het bevel om zich met zijn bataljon naar het Munitiedepot van Zedelgem te begeven. Er worden camions ter beschikking gesteld om de verplaatsing uit te voeren. III/1HuT komt ‘s avonds toe te Zedelgem. Twee compagnies worden gekantonneerd te Aartrijke, de twee andere compagnies te Zedelgem. Cdt Decerf die sinds 12 mei geen contact meer heeft gehad met de Staf/1HuT en Kolonel Noterman begeeft zich op 23 mei met zijn stafauto naar Poperinge om verslag uit te brengen bij zijn regimentscommandant. Hier krijgt hij het bevel om in het Munitiedepot van Zedelgem te blijven werken.

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT
    De Staf van I/2HuT is opgesteld in Izenberge, de 2Cie kantonneert nabij Adinkerke, ten zuiden van het kanaal naar Duinkerke. In de loop van de dag wordt het geniematerieel ingezameld om te worden afgegeven aan het Geniepark van het Leger (PGnA) dat zich te Andinkerke bevindt.
  • II/2HuT
    Om 09u00 worden de vernielingen overgedragen aan vernielingsdetachementen van de 18de Infanteriedivisie (18Div). Het II/2HuT bevindt zich nog steeds te Gent in afwachting van nieuwe orders.

3/1Gpg HuT

  • Staf/3HuT
    De staf van het 3de Regiment Hulptroepen staat opgesteld in Stavele, een klein gehucht langs de IJzer nabij de Frans-Belgische grens
  • I/3HuT
    Na het verlaten van de Schelde-stelling zijn de geallieerde legers in volle terugtocht. De Franse en Britse troepen trekken zich terug naar de Kanaalhavens. Om hen de doortocht niet te belemmeren, laat Majoor Denie alle aangelegde versperringen aan de kant schuiven en de wegen vrijmaken.
  • II/3HuT in Frankrijk
    In de vroege ochtend van 23 mei wordt de Frans-Belgische grens overgestoken en doorgereden naar De Panne waar een kantonnement wordt ingenomen. Om 20u00 wordt doorgemarcheerd naar Stavele waar zich de staf van het 3de Regiment Hulptroepen bevindt. Het bataljon komt om 22u00 toe te Stavele. De 5Cie en de 6Cie worden in Stavele gekantonneerd, de Staf samen met de twee andere compagnies worden ondergebracht in Elzendamme.
  • III/3HuT in Frankrijk
    De 9Cie komt na een nachtelijke mars om 06u00 toe te Ambleteuse maar vindt geen spoor meer van de bataljonsstaf. Cdt Marnette beraadslaagt met zijn pelotonscommandanten Lt Van Loon, OLt Keymis en 1Sgt Weyn over de resterende opties. Er wordt beslist niet te stoppen in Ambleteuse maar door te marcheren richting Calais. Cdt Marnette die voorop rijdt om nieuwe kantonnementen te verkennen wordt gevangen genomen, Lt Van Loon neemt het commando van de 9Cie over. Tegen de avond wordt gestopt bij een boerderij langs de kust om er de nacht van 23 op 24 mei door te brengen. De resterende 120 manschappen van de 12Cie van Lt Boigelot komt als laatste toe in Ambleteuse en treft er niemand van III/3HuT meer aan. De compagniecommandant beslist om er zijn manschappen te laten rusten terwijl hij zelf op zoek gaat naar de rest van zijn compagnie in Boulogne. Hij treft meerdere geïsoleerde elementen aan van verschillende compagnies van III/3HuT en neemt ze mee op sleeptouw naar Ambleteuse. Eens allemaal samen trekt de compagnie, die is aangegroeid tot een 250 tal manschappen, richting Calais. De 12Cie trekt door de stad maar wordt bij het verlaten van de stad via de Rue du Colombier gebombardeerd. De Duitsers bezetten alle oostelijke uitgangen van de stad waarop de compagnie terugkeert naar Calais. 

4/1Gpg HuT

  • Staf/4HuT
    De bataljons van 4HuT, die op 23 mei in hun kantonnementen gebleven zijn, krijgen om 16u00 het bevel om Pervijze te verlaten. De manschappen worden te voet richting Schore gestuurd waar ze hun volgende bestemming zullen te horen krijgen. De colonne met voertuigen wordt echter al doorgestuurd naar Brugge. Wanneer de regimentscolonne de brug van Schoorbakke passeert wordt ze staande gehouden door één van de adjuncten van Generaal-majoor Deguent (vermoedelijk de stafchef Cdt Van Nylen – TBC) die de colonnes terugstuurt naar Pervijze. Er onstaat een discussie met LtKol Bridoux maar deze laatste moet zeer tegen zijn zin het bevel tot terugkeer naar Pervijze geven.
  • I/4HuT
    Het detachement van I/4HuT komt om 02u15 aan te Roesbrugge waarna onmiddellijk begonnen wordt de nodige verkenningen voor het aanleggen van anti-tank hindernissen en chicanes.  Volgens de gekregen orders om geïnfiltreerde vijandelijke elementen die zich verplaatsen met pantserwagens tegen te houden. Om 05u00 wordt gestart met de bouw van de chicanes. Om 14u00 wordt het detachement afgelost door een bataljon van 3HuT waarop de 2Cie van I/4HuT terugkeert naar Pervijse. Intussen heeft het I/4HuT de werkzaamheden nog steeds niet hervat, de tijd wordt gedood met inspecties allerhande. Om 16u20 wordt te Pervijse verzameling geblazen. Het het bataljon wordt via Schore richting Brugge gestuurd. Te Schoorbakke wordt een tegenorder gegeven waarop I/4HuT terugkeert naar Pervijze om er de nacht van 23 op 24 mei door te brengen. Er heerst onrust bij de manschappen die niet begrijpen waarom er gewerkt wordt aan de verdediging van de IJzer waarna het bevel gegeven wordt om zich naar Brugge te begeven. Er sijpelt slechts weinig informatie door over de evolutie van het front.

Staf/1Gpg HuT
Om een momenteel nog niet gekende reden (vermoedelijk omdat de opdracht om de IJzervlakte te laten overstromen werd opgeheven – TBC) worden de regimenten van de 1Gpt HuT onder bevel geplaatst van de Staf/2Gpg HuTL.

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Het TB blijft werkloos achter te Schore.

1/1Gpg HuT

  • Staf/1HuT
    De Staf/1HuT bevindt zich op dat ogenblik te Poperinge. 
  • II/1HuT
    De 6Cie bevindt zich nog steeds te Haringe waar ze de opdracht uitvoeren om barricades te bemannen op de toegangswegen naar de brug over de IJzer te Haringe-Roesbrugge.
  • III/1HuT
    Het bataljon wordt tewerkgesteld in het Munitiedepot van Zedelgem. Het bataljon wordt in drie fracties opgedeeld. Een fractie is van dienst in het depot voor het laden en lossen van munitie, een tweede fractie is van piket en een derde fractie is van rust. Om de acht uur wordt van shift gewisseld. Tot 28 mei wordt op die manier voortgewerkt in het Munitiedepot van Zedelgem.

2/1Gpg HuT

  • Staf/2HuT en II/2HuT
    De Staf regiment en het volledige II/2HuT worden door LtGen de Neve de Rode, commandant van het I/LK naar Waardamme gestuurd. 
  • I/2HuT
    Het bataljon wacht af in zijn kantonnementen zonder bewapening en zonder materieel. Het geniematerieel wordt afgevoerd en overgegeven aan het PGnA. Steeds meer vluchtelingen stromen toe te Adinkerke terwijl de intensiteit van de luchtaanvallen verdubbelt.

3/1Gpg HuT

  • II/3HuT
    Te Stavele krijgt het bataljon opdracht om alle wegen richting Frankrijk te barricaderen en om anti-parachutisten patrouilles uit te voeren. Het IIde Bataljon blijft deze opdrachten uitvoeren vanaf dezelfde kantonnementen tot 30 mei. Gaandeweg worden voorbijtrekkende geïsoleerde militairen in de rangen opgenomen.
  • III/3HuT in Frankrijk
    Lt Van Loon besluit de Belgische Plaatscommandant van Calais op te zoeken om orders te vragen en rijdt per fiets naar Calais. Daar aangekomen verneemt hij dat de Belgische Plaatscommandant reeds vertrokken is naar Duinkerke. Lt Van Loon rijdt verder naar Duinkerke maar geraakt niet voorbij Grevelingen en besluit dan maar terug te keren naar Calais. Lt Boigelot meldt zich aan bij de Franse Plaatscommandant van Calais en krijgt de toelating om met zijn compagnie te kantonneren in de “Caserne de Guines” gelegen in de “Rue des Maréchaux” van de oude binnenstad. Ondertussen wordt de stad onophoudelijk gebombardeerd vanuit de lucht.

4/1Gpg HuT

  • I/4HuT
    De manschappen worden om 01u20 gewekt te Pervijze en vertrekken om 02u30 richting Schore en vervolgens naar het gehucht Spermalie waar wordt halt gehouden om op nieuwe orders te wachen. Twee uur later gaat het via Sint-Pieterskapelle naar Leke waar kantonnementen worden opgezocht. De 2Cie wordt ondergebracht in een nieuwe school waar de nacht van 24 op 25 mei wordt doorgebracht.

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Het Technisch Bureel wordt verplaatst van Schore naar het gehucht Rattevalle.

1/1Gpg HuT

  • Staf/1HuT
    Luitenant Poot en OLt Res Renard van het Vestingsregiment Luik (RFL) melden zich tezamen met enkele manschappen van het RFL aan bij de Staf van het 1ste Regiment HuT te Poperinge. Het detachement van Lt Poot wordt in versterking gegeven van I/1HuT. OLt Renard verdeelt de manschappen van zijn detachement volgens de gekregen orders van de Staf/1HuT over de verschillende compagnies van I/1HuT.
  • I/1HuT
    De 1Cie bevindt zich te Abele en voert een grensbewakingsopdracht uit op de Frans-Belgische grens. De compagnie richt een waakscherm op om geïsoleerde gemotoriseerde vijandelijke elementen, die via Frankrijk ons land zouden binnenkomen, staande te houden.

2/1Gpg HuT

  • Staf/2HuT en II/2HuT
    De Staf regiment en het volledige II/2HuT bevinden zich in hun kantonnement te Waardamme, ten zuiden van Oostkamp, wanneer ze onder bevel geplaatst worden van de 16de Infanteriedivisie (16Div). 
  • I/2HuT
    Het geniematerieel komt terug naar het bataljon aangezien het PGnA, voor wie het materieel bestemd was, Adinkerke reeds heeft verlaten.

3/1Gpg HuT

  • Caserne de Guines te Calais waar de 12Cie op 25 mei werd in ondergebracht

    Caserne de Guines te Calais waar de 12Cie op 25 mei werd in ondergebracht

    III/3HuT in Frankrijk
    Tegen de ochtend komt Lt Van Loon de 11Cie tegen in Calais die nog steeds de groep verdachten met zich mee sleuren en ze bewaken in het hotel “Excelsior” (TBC) te Calais. Uiteindelijk wordt hij samen met Lt Colruyt en Lt Hubert gevangen genomen te Calais. De 12Cie bevindt zich nog steeds in de Caserne de Guines wanneer deze laatste getroffen wordt door een luchtbombardement [16]. De kazerne schiet in brand en samen met de aanwezige Franse militairen wordt onderdak gezocht het “Fort Risban” in de haven waar Lt Boigelot een poging doet om zijn compagnie naar Engeland te laten evacueren.

4/1Gpg HuT

  • Staf/4HuT
    De drie bataljons worden van Leke overgebracht naar Wilskerke op 1.700 meter van Middelkerke. Het dorp is echter veel te klein om logement te bieden aan drie bataljons. De Staf/4HuT zelf vindt onderdak in een Duits bunkercomplex van WOI (de “Küsten Batterie Aachen”) gelegen in de duinen tussen Middelkerke en Raversijde. De stafofficieren vinden een onderkomen in Middelkerke.
  • I/4HuT
    Bij het aanbreken van de dag kantonneert het bataljon nog steeds in Leke waar de uitrusting wordt geïnspecteerd. Elke compagnie moet één peloton leveren om het naar de zuidelijke oever van de IJzer overgebracht vee van boerderijen die werden ontruimd op de noordelijke oever terug naar hun rechtmatige eigenaar te brengen. Deze opdracht is volbracht rond 19u00. Tegen dan is het bataljon reeds vertrokken uit Leke. Om 17u45 werd door de rest van het bataljon via Sint-Pieterskapelle en Slijpe gemarcheerd tot Wilskerke .

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Het TB wordt vanuit Rattevalle teruggestuurd naar Schore om er de overstromingen voort te zetten.Blijkbaar is de beslissing gevallen dat de IJzer verdedigd zal worden om de Franse havens van Duinkerke en Boulogne af te schermen. Het is echter al te laat, het springtij is voorbij en er komt amper nog zeewater binnen om het gebied onder water te zetten. Daarenboven hebben boeren al een gedeelte van de zandzakken verwijderd zodat het instromend water niet meer afgedamd wordt.

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT
    De 2Cie wordt naar via Veurne en Pervijze naar Diksmuide gestuurd. Hier moeten ze ten zuiden van Diksmuide een houten weg aanleggen door de velden die een houten noodbrug over de IJzer verbindt met de baan Diksmuide – Ieper. Er worden nivelleringswerken uitgevoerd, laterale grachten gegraven en afwateringsbuizen aangelegd.
  • II/2HuT
    II/2HuT dat zich te Waardamme bevindt ontvangt het bevel van de Staf/16Div om zich naar een bivakplaats in de omgeving van Pittem te begeven. Het bataljon bereikt Pittem in de loop van de avond en houdt hier halt voor de nacht van 26 op 27 mei.

3/1Gpg HuT

  • Calais na het bombardement van 26 mei (foto Bundesarchiv)

    Calais na het bombardement van 26 mei (foto Bundesarchiv)

    III/3HuT in Frankrijk
    De haven van Calais wordt zwaar gebombardeerd vanuit de lucht en daarenboven beschoten door de Duitse artillerie. De Duitsers rukken op naar de haven en de Franse militairen geven zich over. Ook de 12Cie moet de strijd staken.

4/1Gpg HuT

  • I/4HuT
    Er wordt gerust in de ingenomen kantonnementen te Wilskerke. Er heerst enige animositeit tussen de manschappen, die veel te krap gehuisvest zijn te Wilskerke, en de officieren die zich in Middelkerke bevinden. Gedurende de dag zijn de manschappen getuige van het luchtbombardement op Oostende en Middelkerke. Tijdens de nacht van 26 op 27 mei vertrekken heel wat manschappen die afkomstig zijn van West-Vlaanderen.

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Lt Thibaut verplaatst zich naar de CP van de 1Gpg HuT te Nieuwpoort om verslag uit te brengen over het verloop van de overstromingen. Bij het binnenrijden van Nieuwpoort wordt zijn voertuig vanuit de lucht beschoten. Het voertuig raakt beschadigd maar kan nog rijden, de inzittenden blijven ongedeerd. Om 15u00 verhuist het TB van Schore naar Schoorbakke op de linker oever van de IJzer (stelt zich op achter de IJzer). Om 20u00 vertrekt Lt Thibaut om sluizen en waterniveaus te inspecteren tot aan Moerdijk ten zuiden van Gistel. De wegen zitten overvol vluchtelingen. In de volledige duisternis slaagt hij er niet in om de twee laatste sluizen voorbij Moerdijk te bereiken. Op de terugweg wordt zijn voertuig te Sint-Pieterskapelle gebombardeerd en definitief vernield. De weg wordt te voet voortgezet.

1/1Gpg HuT

  • I/1HuT
    Om 23u30 verlaat het I/1HuT Houthulst om zich tijdens een nachtelijke voetmars via Zarren, Werken en Beerst naar Leke te begeven. De 1Cie krijgt om 01u00 einde opdracht in Abele en Lt Vienne krijgt opdracht zijn bataljon te Staden te vervoegen. Te Staden slagen ze er niet in om in contact te komen met de bataljonsstaf. Omdat het risico op luchtaanvallen tegen de vele militairen die zich in het centrum van Staden verzamelden te groot was, worden ze doorgestuurd naar Leke.

2/1Gpg HuT

  • Staf/2HuT
    LtKol Peffer en Majoor Miesse, commandant van II/2HuT, begeven zich in de vroege ochtend van 27 mei naar het HK van de 16Div te Nachtegaal dat zich op een vijftal kilometer van Waardamme bevindt. Hier krijgen ze opdracht om het IIde Bataljon op te stellen aan de oostrand van Tielt. De Staf/2HuT verplaatst zich naar Egem ten noorden van Pittem om de geplande operatie op te volgen. Er echter wordt niets meer gehoord van Majoor Miesse noch van de rest van het II/2HuT. Om 14u30 wordt de Staf te Egem belaagd door geïnfiltreerde vijandelijke verkenningselementen. Er ontstaat een korte schermutseling tussen het personeel van de Staf en de Duitse voorhoede. De manschappen van de Staf, slechts uitgerust met oude Mod 89 geweren, slagen er rond 15u30 in om onder leiding van Cdt Duchêne de vijand af te houden. De Staf/2HuT valt om 16u30 onder vijandelijk artillerievuur en beslist Egem te verlaten via Wingene om het HK van de 16Div te Ruddervoorde te vervoegen.
  • II/2HuT
    Het bataljon krijgt om 08u30 de opdracht om de noordelijke en de oostelijke rand van de stad Tielt te bezetten.  De 6Cie en 7Cie zullen voor deze taak gebruikt worden en fietsen van Pittem naar de Tielt. De manschappen zijn enkel bewapend met hun karabijn en beschikken elk over 30 patronen. De 7Cie leidt de mars en zal naar de Deinsesteenweg vorderen.  De 6Cie moet de toegang tot de stad via de Ruiseleedsesteenweg bewaken.  De beide compagnies rijden zonder het te beseffen de Duitse stellingen tegemoet.  Bij het binnenkomen van Tielt om 09u30 worden de troepen nabij de Markt onder vuur genomen. Hierbij sneuvelt Luitenant De Goeyse, compagniecommandant van de 6Cie. Zonder veel weerstand te bieden worden tientallen manschappen van de beide compagnies krijgsgevangen gemaakt. Slechts een fractie van het bataljon kan ontkomen en wordt doorgestuurd naar Ruddervoorde.
  • I/2HuT
    Om 03u00 vertrekt de 2Cie opnieuw vanuit Adinkerke naar Diksmuide om de werken aan de geïmproviseerde weg voort te zetten. Tijdens de werken zien de manschappen van de 2Cie hoe het centrum van Diksmuide tussen 11u00 en 12u30 door de Duitse luchtmacht gebombardeerd wordt. De kerk en enkele huizen staan in lichterlaaie. De werken worden afgerond tegen 13u00 waarop de compagnie terugkeert naar Adinkerke. Hier zijn ze getuige van hoe Franse en Britse eenheden hun eigen voertuigen, materieel en voorraden in brand steken. 

3/1Gpg HuT

  • II/3HuT
    Te Stavele wordt een Britse  vrachtwagen met munitie geraakt bij een bombardement. De camion schiet in brand en de munitie ontploft, echter zonder schade te veroorzaken.

4/1Gpg HuT

  • I/4HuT
    Het bataljon bevindt zich nog steeds te Wilskerke. Een aantal manschappen die de vorige nacht verdween komt terug naar Wilskerke aangezien ze er niet in slaagden de frontlijn te passeren en er ook nergens nog eten te vinden is.

 

Staf/1Gpg HuT

  • TB Lt Thibaut de Maisière
    Om 02u00 bereikt Lt Thibaut Schoorbakke. Om 05u00 verneemt het TB het nieuws van de capitulatie. In de loop van de dag wordt het TB naar Westende gestuurd waar de Staf/1Gpg HuT verzamelt.

1/1Gpg HuT

  • Staf/1HuT
    De regimentsstaf verneemt van de Staf/2HuTL het nieuws van de capitulatie te Proven waar de CP regiment staat opgesteld. Met een schriftelijke bevel wordt gemeld dat de vijandelijkheden gestaakt zullen worden om 04u00 en dat alle eenheden in hun kantonnementen dienen te blijven tot nader order.
  • I/1HuT
    Om 04u00 komt het bataljon toe te Leke. Hier vernemen ze het bericht van de capitulatie. Ook de 1Cie komt rond 04u00 in Leke toe en stelt zich terug onder bevel van zijn bataljon. Het is nu wachten op de komst van de Duitsers die hun intrede doen in Leke rond 15u00.  In de namiddag roept Cdt De Block, de bataljonscommandant, al zijn officieren bijeen om hen mee te delen dat hij beslist heeft dat bij gebrek aan orders het bataljon op 29 mei naar Gent zal terugkeren. Wanneer de officieren terugkeren naar hun respectievelijke kantonnementen blijken al heel wat manschappen op eigen initiatief vertrokken te zijn. Bij de 3Cie blijven er nog maar een dertigtal manschappen over. Aangemaand door de Duitsers vertrekken ze nog dezelfde avond. Cdt Corbisier, zijn twee pelotonscommandanten en de resterende manschappen, vooral onderofficieren, vertrekken met de laatste vrachtwagen van de compagnie richting Gent en kunnen tijdens de nacht van 28 op 29 mei ongehinderd doorrijden. De volgende dag worden ze geïntegreerd in een colonne richting Gent. Op 30 mei verlaat het voertuig de colonne en houden ze halt te Gentbrugge waar ze recupereren van de tweedaagse terugtocht. Vanuit Gentbrugge vertrekken de laatste militairen in kleine groepjes naar hun woonplaats. Cdt Corbisier en Lt Jules Lambert samen met enkele onderofficieren, waaronder Sgt Rodrigues en Sgt De Bontridder, zetten hun tocht richting Brussel voort met de militaire camion. Te Aalst worden ze door de Duitsers onderschept en als krijgsgevangenen afgevoerd naar de citadel van Diest. Tijdens hun overbrenging naar Duitsland weten Lt Lambert, Sergeant Coppens en Soldaat Blieck te ontsnappen tijdens een kort oponthoud in Hasselt.
  • II/1HuT
    De bataljonsstaf bevindt zich nog steeds te Proven wanneer ze het nieuws van de capitulatie vernemen. 
  • III/1HuT
    Het bataljon verneemt het nieuws van de capitulatie in het munitiedepot van Zedelgem. Cdt Decerf vertrekt tegen de middag naar Proven nabij Poperinge om orders te ontvangen van de Staf/1HuT. Hij wil richtlijnen over hoe het verder moet na de capitulatie. Hij wordt te Boezinge nabij Ieper door Duitse schildwachten onderschept en teruggestuurd naar Aartrijke. Hier wordt hem bevolen om zich met zijn bataljon naar Gent te begeven. ‘S avonds vertrekt het bataljon uit Aartrijke en begint aan de voetmars naar Gent. Te Aalter wordt het bataljon gestopt door de “Feldgendarmerie” en afgeleid naar Lotenhulle. Hier moet het bataljon zijn voertuigen en zijn materieel aan de vijand afgeven en worden de officieren van de manschappen gescheiden. De manschappen worden gevangen gezet in een omheinde weide, de officieren in de school van Lotenhulle.

2/1Gpg HuT

  • Staf/2HuT
    De regimentsstaf ontvangt een schriftelijk bevel van de Staf/2Gpg HuTL gericht aan de commandanten van 1HuT, 2HuT, 3HuT, 9HuTL en 10HuTL dat de vijandelijkheden gestaakt zullen worden om 04u00 en dat alle eenheden in hun kantonnementen dienen te blijven tot nader order.
  • I/2HuT
    In de vroege ochtend volgt het order dat het volledige bataljon dient te verzamelen te Nieuwpoort. Om 06u00 verlaat de colonne te voet van de 2Cie Adinkerke om via De Panne, Sint-Idesbald, Koksijde en Oost-Duinkerke naar Nieuwpoort te marcheren. Het installatiepersoneel van de 2Cie wordt te Nieuwpoort tegengehouden door Britse schildwachten en teruggestuurd naar Nieuwpoort-Bad waar kantonnementen opgezocht worden. In deze kantonnementen, tussen de villa’s, komt de colonne te voet rond 21u30 aan. Onmiddellijk na hun aankomst valt de 2Cie onder Duits artillerievuur. De manschappen verschuilen zich in de kelders  van de villa’s. Het artilleriebombardement houdt de ganse nacht aan.

3/1Gpg HuT

  • Staf/3HuT
    Ook 3HuT wordt in zijn commandopost te Stavele door de Staf/2HuTL op de hoogte gebracht van de Belgische capitulatie die zal ingaan om 04u00.
  • I/3HuT
    De manschappen vernemen het nieuws van de overgave niet op 28 mei. De drie dorpen waar het regiment zich bevindt, liggen in de directe opmarsroute van het Duitse leger dat zo snel mogelijk de Frans-Britse perimeter van Duinkerke wil bereiken. Het gevaar is ondanks de Belgische capitulatie nog niet geweken en de ganse omgeving blijft druk bezet met geallieerde troepen. Op 29 mei begeeft Majoor Denie zich naar de commandopost van het 3HuT te Stavele om verdere bevelen in ontvangst te nemen. Hier krijgt hij te horen dat de wapens neergelegd werden. Zijn manschappen dienen ter plekke te blijven en raken verstrikt in het kruisvuur van de geallieerde en Duitse artillerie. Vijf militairen worden die dag verwond. De manschappen steken op aangeven van de Duitse troepen op 30 mei de grens over en bereiken een dorp tussen Wormhout en Saint-Omer. Omdat de Duitse militairen zich daarna van de Belgen niets lijken aan te trekken, gaan talrijke militairen er op eigen houtje van door. Majoor Denie bereikt enkele dagen later samen met Luitenant Collignon en acht andere manschappen onze hoofdstad. Deze tocht wordt ondernomen met twee motorvoertuigen van het bataljon. De majoor kan na enig blufwerk een vrijgeleide van de nieuwe bezetter ontvangen en slaagt er in om burgerkledij te bemachtigen. Denie gaat tenslotte naar huis. 
  • Detachement Lt Fransen van III/3HuT in Frankrijk
    Uiteindelijk blijft van het 3de Regiment Hulptroepen slecht een 200 tal manschappen over. Het betreft de militairen die de verschillende treinen met geïnterneerden naar Frankrijk hebben begeleid. De Luitenanten Franssen en Demesmaeker met de rest van het detachement worden op 01 juni aangehecht aan het 2de Versterkings- en Opleidingscentrum nabij Montpellier.

4/1Gpg HuT

  • I/4HuT
    Het Iste Bataljon verneemt het nieuws van de capitulatie te Wilskerke om 09u30. Om 17u00 wordt het bataljon verzameld om naar Koekelare te vertrekken. Doordat het bataljon al zijn materieel al heeft afgegeven kunnen de manschappen per camion naar Koekelare vervoerd worden. De nacht van 28 op 29 mei wordt te Koekelare doorgebracht.

Staf/1Gpg HuT
Generaal-majoor Deguent en de rest van de Staf/1Gpg HuT, met inbegrip van de TB’s,  wordt op 29 mei krijgsgevangen genomen te Westende. De staf wordt aangehecht aan de staf van het Cavaleriekorps (CK) en begeeft zich eerst naar De Haan alvorens in verschillende etappes naar het Sint-Michielscollege te Brasschaat overgebracht te worden. Van daar uit vertrekken de stafofficieren in gevangenschap naar Duitsland.

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT
    Van 13u30 tot 21u30 ondergaat Nieuwpoort-Bad een hevig artilleriebombardement. De villa waarin Lt Res Dandoy, commandant van het 2Pl van de 2Cie, schuilt wordt door een voltreffer geraakt maar niemand wordt hierbij verwond.

1/1Gpg HuT

  • II/1HuT
    De Duitse voorhoede komt om 09u00 toe te Proven en neemt het II/1HuT krijgsgevangen. Om 12u00 verlaat het volledige bataljon Proven te voet om zich via Poperinge naar Kortrijk te begeven. Te Poperinge worden de persoonlijke bezittingen van de militairen van II/1HuT alsook de archieven van het bataljon door de Duitsers in beslag genomen. Er wordt nog doorgemarcheerd naar Dikkebus, Wijtschate, Ieper en Hoge ten oosten van Ieper waar rond middernacht wordt gekantonneerd bij burgers. 

2/1Gpg HuT

  • I/2HuT
    De ganse dag ondergaat het bataljon artilleriebeschietingen die variëren in intensiteit. Meerder paarden van de paardengespannen die de bevoorradingswagens van het bataljon trekken worden gedood, de rest weet te ontsnappen. De manschappen komen ongedeerd uit de bombardementen.

3/1Gpg HuT

  • Aankomst van de Duitse voorhoede bij de vernielde brug van Elzendamme

    Aankomst van de Duitse voorhoede bij de vernielde brug van Elzendamme.

    II/3HuT
    Om 07u00 komt de Duitse voorhoede toe te Stavele en beveelt II/3HuT om onmiddellijk te vertrekken. Het bataljon verlaat Stavele om 08u00 en wordt per voertuig naar Ieper overgebracht waar om 09u30 een kantonnement wordt ingenomen. Om 11u00 wordt Ieper al verlaten en worden de manschappen overgebracht naar Ronse waar ze de nacht van 30 op 31 mei in een kamp doorbrengen.

4/1Gpg HuT

  • Staf/4HuT
    Gedurende de ochtend neemt LtKol Bridoux contact op met GenMaj Deguent om verdere orders te krijgen. Eens op de hoogte van wat moet gebeuren roept hij zijn bataljonscommandanten en compagniecommandanten samen om de details uit te werken voor de verplaatsing van het regiment naar Lichtervelde. Op het ogenblik dat de vergadering plaatsvindt brengen de Duitsers de manschappen op de hoogte dat ze naar huis mogen. Er wordt niet meer op de terugkeer van de officieren gewacht, de manschappen klimmen in de vrachtwagens en verlaten Koekelare. Afgezonderd van de manschappen proberen de officieren nog Lichtervelde te bereiken maar dit wordt ze door de vijand verhinderd. De colonne voertuigen van de officieren wordt naar de “Kommandatur” van Aalst doorgestuurd waar de voertuigen worden geconfisqueerd. De officieren van 4HuT worden officieel krijgsgevangen genomen en op transport naar Duitsland gezet.

Na de capitulatie

II/1HuT
Vanuit Hoge marcheert het II/1HuT via Menen naar Kortrijk waar de nacht van 31 mei op 1 juni in de rijkswachtkazerne wordt doorgebracht. Op 1 juni wordt Kortrijk verlaten om via Vichte  Avelgem te bereiken waar halt gehouden wordt om de nacht van 1 op 2 juni door te brengen. Vanuit Avelgem gaat het via Kluisbergen naar Ronse waar ze gedurende de nacht van 2 op 3 juni in een fabriek worden opgesloten. Op 3 juni worden ze via Nederbrakel, Ophasselt, Apselare, Kerksken en Haaltert naar Aalst gestuurd. Daar worden de manschappen gescheiden van de officieren. De officieren worden per vrachtwagen naar de Leopoldskazerne te Gent afgevoerd, de manschappen worden in Aalst opgesloten om op 4 en 5 juni gedemobiliseerd en vrijgelaten te worden. De officieren blijven nog in gevangenschap te Gent tot 9 juni vooraleer ze vrijgelaten worden

I/2HuT
De bombardementen op Nieuwpoort-Bad duren nog de ganse dag door op 31 mei en stoppen plots op 1 juni rond 02u00. Tegen 06u00 komen de eerste Duitsers toe te Nieuwpoort-Bad waarop het Iste Bataljon onmiddellijk doorgestuurd wordt naar de overkant van de IJzer. Via Lombardsijde, Westende, Middelkerke en Leffinge bereiken ze Gistel. Van hieruit gaat het verder tot Jabbeke via Westkerke. Te Jabbeke worden kantonnementen ingenomen. Vanuit Jabbeke wordt het bataljon op 2 juni naar de “Kriegsgevangenensammelstelle Eeklo der 225 Infanteriedivision” gestuurd. Op 11 juni worden de manschappen door de Duitsers gedemobiliseerd en vrijgelaten.

I/3HuT
Tijdens de bezetting wordt Camille Denie aanvoerder van Vlaamse sectie van de Algemene Sabotagegroep van België.

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
6/II/3ADAMAlfred, V.J.SdtMil1926.01.1897Donceel12.05.1940VedrinGedood bij luchtbombardement
III/3BLONDIAULéopold, R.J.SgtMil2407.10.1906Elsene21.05.1940Desvres (F)
7/II/1BRUNEAUErnestSgt10.04.190831.05.1940Dordrecht (NL)Overleden in hospitaal.
2CAUWENBERGVictorSdtMil2104.09.1901Mechelen01.06.1940Berck (F)
4D'HERTEFELDFrans, V.SdtMil2709.02.1907Grimbergen17.05.1940Humbeek
6/II/2DE GOEYSEFritsLtRes06.12.1896Antwerpen27.05.1940TieltCompagniecommandant, gedood door geweervuur
1DE NEVEGerard, WilfriedSdtMil3021.10.1910Ursel22.01.1941Isenbüttel (D)Omgekomen in treinramp
1DE WOLFFrançois, A.M.SdtMil3012.04.1911Mortsel16.05.1940Buironfosse (F)
2DESGUINVictor, E.SgtMil2718.08.1907Bahia Blanca (ARG)27.05.1940Pittem
4DETEMMERMANGustaaf, C.SdtMil2031.08.1900Sint-Pieters-Woluwe19.05.1940Slijpe
4DEVENTERJozef, A.SdtMil2721.02.1906Kortrijk10.05.1940Kanne
4DEVREESEKarel, C.SdtMil2011.09.1900Gent23.05.1940Tielt
3DHAEMERSJoannes, B.SdtMil2125.02.1901Zomergem17.05.1940Melle
2/I/4EDOMMarcelLtMil2221.09.1902Watermaal-Bosvoorde17.12.1940Tangerhütte (D)Krijgsgevangene
4HUBERTMarcel, O.G.SdtMil2721.07.1907Longchamps19.05.1940Berck (F)
2HUYGENSFrans, G.T.Kpl31.12.1899Antwerpen28.05.1940Brugge
4JONCKERSOscarSdtMil2724.12.1907Roux27.05.1940Oostende
4KOCHPolydor, A.SdtMil1930.04.1899Gentbrugge27.05.1940Leffinge
2MICHIELSJan, B.SdtMil1929.03.1898Mechelen11.05.1940Sint-Truiden
2MOENSJeanSdtMil2220.09.1902Vilvoorde01.06.1940Ieper
1MONNAIELudovic, B.SdtMil3008.02.1910Baal01.06.1940Koksijde
II/3MYLLECANRichard, A.SdtMil2921.10.1909Anderlecht12.05.1940Namur
III/4ONGENAEdouardSdtMil1918/04/1898Destelbergen12.05.1940Cognelée
2PEETERSHenri, A.SdtMil3012.05.1910Heppen01.06.1940Zuydcoote (F)
1ROUSSAUXMarcel, FrançoisSgtMil2821.06.1908Brasschaat24.06.1940Stablack (D)Krijgsgevangene
3SIMONJulesSdtMil2827.06.1908Wasmes27.05.1940Krombeke
I/3TAILLEURToussaint, G.KplMil16.01.1904Jupille08.06.1940Bagneux (F)
1TOUNEArthur, J.SdtMil3012.06.1910Leuze (Namur)12.06.1940Leuze (Namur)
3VAN DE WOUWERPetrusSdtMil2404.01.1904Antwerpen17.05.1940Tournai
8/II/2VAN DEN BROECKAlfons, JozefSdtMil2727.01.1907Ramsel27.05.1940Pittem
2VAN LOONFrans, C.SdtMil2728.08.1907Weelde20.05.1940Oneux
3VAN VLIERBERGHEDésiréSdtMil2009.11.1900Sint-Niklaas16.05.1940Tournai
3VAN WOLPUTTEFransSdtMil2607.08.1906Herentals27.05.1940Tielt
6/II/3VERHOEVENGuillaume, J.WMMil2911.11.1909Hoeilaart13.05.1940VedrinGewond bij luchtbombardement van 12 mei. Overleden aan zijn verwondingen.
2VERLINDENCamielSdtMil1908.07.1897Duffel06.06.1940Duffel
3VERMEULENJosephSdtMil2915.03.1909Anderlecht27.05.1940Leffinge
1VERMOTEAndré, JosephSdtMil2117.09.1901Brugge22.05.1940Berles-Monchel (F)
4VERVAECKMichaëlSdtMil2626.05.1906Mechelen23.05.1940Evergem
1VISARTBenoît, M.SdtMil20.04.1895Aalst24.05.1940Poperinge
2WENSMichaëlSdtMil2013.11.1900Antwerpen24.05.1940Gravelines (F)
1WYNGAERDFlorimondSdtMil3023.03.1910Wachtebeke08.06.1940Boulogne (F)

Bibliografie en Bronnen

  1. Voor elke defensieve lijn van het verdedigingsplan werd een genieofficier aangeduid die verantwoordelijk was voor de realisatie van de noodzakelijke werken. Zo was  bijvoorbeeld Generaal-Majoor Deguent verantwoordelijk voor de werken langs de K.W. Stelling en GenMaj Van Daele verantwoordelijk voor de Dekkingsstelling langs het Albertkanaal. Deze defensieve lijnen waren op hun beurt ingedeeld in sectoren. Voor elke sector was een Technisch Bureel verantwoordelijk voor de coördinatie van de werken. De werken zelf werden enerzijds uitgevoerd door militairen en anderzijds door aannemers. Het opstellen van lastenboeken, verzamelen van offertes en contracteren van aannemers gebeurde per provincie door de verschillende “Directies van de Genie en de Versterkingen“. De werken in de sectoren bezet door een legerkorps werden op hun beurt uitgevoerd door de genie-eenheden van dit legerkorps versterkt met eenheden van de 1ste Groepering Hulptroepen. De werken in sectoren die niet bezet worden door een legerkorps werden uitgevoerd door eenheden van het Legergenieregiment versterkt met eenheden van de 2de Groepering Hulptroepen van het Leger.
  2. In sommige bronnen worden de regimenten 1 tot 4 soms aangeduid met de afkorting TA/CA  (Troupes Auxiliares des Corps d’Armées – Hulptroepen van de Legerkorpsen) achter het volgnummer van het regiment. De regimenten 8, 9 en 10 krijgen dan de afkorting TAA (Troupes Auxiliare de l’Armée – Legerhulptroepen of Hulptroepen van het Leger) achter hun volgnummer.
  3. De verschillende trajecten van de K.W. Stelling ten zuiden van Leuven zijn terug te vinden op een kaart van 1956 met de reconstructie van de opstelling van de Belgische troepen op 10 mei 1940 die zich in het Rijksarchief bevindt. Deze kaart is [On Line Beschikbaar]: https://search.arch.be/imageserver/topview.php?FIF=510/510_1531_000/510_1531_000_00862_000/510_1531_000_00862_000_0_0001.jp2  [Laatst geraadpleegd 18 oktober 2021].
  4. Getypt uitvoeringsverslag bestemd voor de 6Div, opgesteld op 12 mei 1940 en ondertekend door Cdt De Block, betreffende het resultaat van de drie uitgestuurde anti-parachutisten patrouilles. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging.
  5. Achtergrondinformatie bij het Kasteel van Wimmertingen waar GenMaj De Droog zijn CP had opgesteld [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/22371 [Laatst geraadpleegd 16 maart 2021].
  6. Getypte lijst met de standplaatsen en telefoonnummers van de bataljons en compagniestaven van II/1HuP en III/1HuP opgesteld op 13 mei en ondertekend door Kolonel Noterman. Het document bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  7. Transport van administratief geïnterneerden naar Frankrijk [On line beschikbaar]:https://nl.wikipedia.org/wiki/Spooktreinen. [Laatst geraadpleegd: 6 juni 2021].
  8. België in de Tweede Wereldoorlog, deel 5 De Collaboratie, p 24. Maurice de Wilde, 1985 [On line beschikbaar]:  http://www.dbnl.org/tekst/wild022belg02_01/wild022belg02_01_0002.php [Laatst geraadpleegd op 06 juni 2021].
  9. Handgeschreven nota “Dispositions à prendre” van 14 mei 1940, getekend door Cdt Detaille en gericht aan de commandant van het VII/LK. Dossier 1Gpg TA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging.
  10. Blijkbaar werden in april 1940 werkloze burgers, die niet behoorden tot één van de reeds gemobiliseerde klassen, toch opgeroepen voor de dienst. Zo komt het dat zich bij de hulptroepen militairen van 38 tot zelfs 42 jaar oud bevonden die behoorden tot militieklassen die nooit werden opgeroepen. Ze hadden de pech op het ogenblik van de mobilisatie werkloos te zijn. Initieel dienden zij alleen om de van legerdienst vrijgestelde miliciens te vervangen maar werden uiteindelijk toch meegesleurd in de gebeurtenissen van mei 1940. Ook Lt Bonte, compagniecommandant van de 2Cie van I/4HuT, vermeldt in zijn naoorlogs verslag de aankomst  van een 120-tal oudere werklozen die werden opgeroepen voor de dienst in april 1940.
  11. Générale d’Armée Gaston Billotte was de bevelhebber van de 1ste Franse Legergroep die vanaf 12 mei de oorlog in België leidde. Het betreft de coördinatie van de operaties van het 1ste Franse Leger, het 7de Franse Leger, de British Expeditionary Force (BEF) en het Belgische Leger. Op 16 mei werd duidelijk dat deze Legergroep dreigde omsingeld te worden na de Duitse opmars van Sedan richting Franse kust. Achtergrondinformatie bij Generaal Billotte [On Line beschikbaar]: https://en.wikipedia.org/wiki/Gaston_Billotte [Laatst geraadpleegd 13 mei 2023].
  12. Handgeschreven nota “Déplacement du bataillon” van 16 mei 1940 getekend door Cdt Detaille gericht aan de commandant van het VII/LK. Dossier 1Gpg TA bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging.
  13. Achtergrondinformatie bij de treinlijn van Saint-Omer naar Boulogne en het station van Lottinghen [On Line beschikbaar]: https://fr.wikipedia.org/wiki/Gare_de_Lottinghen [Laatst geraadpleegd op 2 juni 2023].
  14. Achtergrondinformatie over de vernieling van de telefooncentrale in Gent [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/307145 [Laatst geraadpleegd 27 januari 2021].
  15. Het interneringskamp van Ambleteuse werd opgericht in 1939 gebruik makend van de installaties van een vakantiekolonie. Het was een “Centre de Rassemblement des Etrangers – CRE) waar onderdanen van vijandige naties en Franse burgers verdacht van collaboratie werden in ondergebracht. Het kamp werd tijdens de “drôle de guerre” bewaakt door Franse militairen. Na het uitbreken van de oorlog in het westen werden ook krijgsgevangenen in het kamp opgesloten.
  16. Achtergrondinformatie bij het bombardement van Calais [On Line beschikbaar]: https://france3-regions.francetvinfo.fr/hauts-de-france/1940-bataille-france-au-jour-jour-26-mai-calais-ruine-operation-dynamo-lancee-dunkerque-1832840.html [Laatst geraadpleegd 27 mei 2021].
  17. L’armée belge de France en 1940, door Jean Jamart Col BEM Hre, 1994, uitgeverij Schmitz, Bastogne, p.119 en p.149.
  18. Verslag Majoor Camille Denie, Bevelhebber I/3HuT, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging.
  19. Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans op 30 september 1947 door Ere Majoor Corbisier de Harbonnier de Cobreville, toenmalig Kapitein-commandant, bevelhebber van de 3de Compagnie van het Iste Bataljon van het 1ste Regiment HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  20. Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans op 17 augustus 1948 door Luitenant Kusters, commandant van de 4de Compagnie van I/1HuT. Het verslag bevat een gedetailleerde tabel met de verplaatsingen van de compagnie. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging.
  21. Getypt verslag opgesteld in het Nederlands door Lt Res Rigelle H., pelotonscommandant van de 3Cie van I/1HuT. Het verslag beschrijft gedetailleerd de dag van de capitulatie en de dagen erna.  Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging.
  22. Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Jules Lambert, pelotonscommandant van de 3Cie van I/1HuT. Het verslag beschrijft gedetailleerd de dag van de capitulatie en de dagen erna.  Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging.
  23. Getypt summier verslag opgesteld in het Frans door OLt Res Jean Renard, officier TS van de IVde Groep van het RFL, op 25 mei aangehecht bij de 1Cie van I/1HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging.
  24. Gedetailleerd getypt verslag opgesteld in het Frans door Lt Minders op 23 augustus 1948, commandant van de 6Cie van II/1HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  25. Summier getypt verslag opgesteld in het Nederlands door Lt Res Hofman, pelotonscommandant bij de 6Cie van II/1HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  26. Zeer summier, handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Vernaille, pelotonscommandant bij de 6Cie van II/1HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  27. Getypt verslag opgesteld in het Frans door Lt De Lanier, compgniecommandant van de 7Cie van II/1HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging.
  28. Getypt verslag opgesteld in het Frans op 28 november 1945 door Cdt Jean Decerf, bataljonscommandant van III/1HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging.
  29. Getypt verslag opgesteld in het Frans door Cdt Vuylsteke, compagniecommandant van de 9Cie van het III/1HuT. Het verslag is onnauwkeurig en vertoont fouten in de vermelde plaatsnamen. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  30. Handgeschreven verslag opgesteld in het Nederlands door Lt Beuckelaers, compagniecommandant van de 12Cie van het III/1HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  31. Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Luitenant-kolonel Peffer, regimentscommandant van 2HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  32. Gedetailleerd handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Luitenant Res Alphonse Dandoy, pelotonscommandant bij de 2Cie van het Iste Bataljon van 2HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  33. Getypt verslag opgesteld in het Frans op 19 mei 1948 door Luitenant Res Maurice Vanesse, officier adjunct bij de Staf/3HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  34. Getypt verslag opgesteld in het Frans op 29 januari 1945 door Kapitein Loriers, compagniecommandant van de 6Cie van het IIde Bataljon van 3HuT.  Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  35. Handgeschreven verslag opgesteld in het Nederlands door Luitenant Van Loon, pelotonscommandant van de 9Cie van het IIIde Batatljon 3HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  36. Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Luitenant Boigelot, compagniecommandant van de 12Cie van het IIIde Batatljon 3HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  37. Zeer gedetailleerd en soms tendentieus, getypt verslag opgesteld in het Frans op 16 december 1948 door Lt Res Bonte, compagniecommandant van de 2Cie van het Iste bataljon van 4HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  38. Handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Léon Carez, pelotonscommandant bij de 2Cie van I/4HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging.
  39. Summier handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Roger Fabry, pelotonscommandant bij de 12Cie van III/4HuT maar gedurende het grootste deel van de veldtocht compagniecommandant a.i. van de 9Cie. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  40. Summier handgeschreven verslag opgesteld in het Frans door Lt Res Detombeur,  compagniecommandant van de 11Cie van III/4HuT. Het verslag bevindt zich in het dossier van de 1ste Groepering HuT bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, Ministerie van Defensie, Ministerie van Landsverdediging. 
  41. Slagorde officieren van de Hulptroepen. Deze slagorde beschrijft ook waar de regimenten, bataljons en compagnies werden tewerkgesteld tijdens de mobilisatie. De slagorde bevinct zich bij de Sectie Classified Archives van het ADIV, Ministerie van Defensie van Defensie te Evere.