1ste Divisie Ardeense Jagers

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 1ste Divisie Ardeense Jagers | 1 D ArdJ
1er Division de Chasseurs Ardennais | 1 D ChA
Type Infanteriedivisie
Ontdubbeld van n.v.t.
Onderdeel van Groepering Keyaerts
Bevelhebber Generaal-majoor Victor Descamps
Stafchef Majoor SBH Edouard Levecq
Commandant Artillerie n.v.t.
Commandant Gezondheidsdienst Geneesheer Majoor Eugène Lens
Intendant Luitenant A. Orban
Commandant Transportkorps Kapitein-commandant graaf Etienne (Thierry) de Briey
Standplaats Alarmstelling en Voortuitgeschoven Stelling Ardennen
Commandopost te Neufchateau
Samenstelling Hoofdkwartier
  1ste Regiment Ardeense Jagers
  2de Regiment Ardeense Jagers
  (3de Regiment Ardeense Jagers) -> Afgedeeld bij Groepering Keyaerts
  1ste Compagnie 19de Bataljon Genie
  19de Compagnie Transmissietroepen
  Gezondheidsdienst Staf (Med Lt E. Schumacker)
    Ambulance Ardeense Jagers (Med 1Kapt Edmond Lefebvre)
    Autopeloton der Sanitaire Vervioersformaties (Lt J. Potvin)
  Compagnie Intendance (Luitenant M. Mondron)
  Transportkorps Staf (Kapitein-commandant Xavier Habaru)
    Peloton Luchtafweermitrailleurs (Lt jonkheer P. de Kerckhove)
    Autopeloton voor Infanteriemunitie (Lt J. Toussaint)
    Autopeloton voor Ravitaillering en Materieel (Lt M. Hansenne)
    Atelier voor Herstelling van het Wagenpark (Lt E. Brassine)
  Provoost (Luitenant Raoul Boulanger)

Tijdens de mobilisatie

Generaal-majoor Victor Descamps.

Op 26 augustus 1939 wordt de Divisie Ardeense Jagers op oorlogsvoet gebracht. De staf mobiliseert te Marche en verhuist twee dagen later naar Pont-de-Bonne, om zich op 1 september te Braives te installeren. Op 11 november wordt het hoofdkwartier overgebracht naar Fumal en op 22 november naar Neufchâteau. Op die datum wordt de divisie eveneens ontdubbeld in een 1ste en 2de divisie.

De 1ste divisie is sinds november 1939 toegewezen aan de Groepering Keyaerts die instaat voor de verdediging van de alarmstelling en de vooruitgeschoven posities in het zuidoosten van het land.

De definitieve missie van de Groepering Keyaerts wordt vastgelegd op 12 februari 1940 met de geheime, persoonlijke nota 41/34 van het Groot Hoofdkwartier aan Maurice Keyaerts.  De generaal krijgt hierin de volgende taken opgelegd:

  • De 1ste Divisie Ardeense Jagers blijft de oostelijke landsgrens bewaken tussen Vielsalm in het noorden en Messancy in het zuiden, en moet bij een vijandelijke inval door Duitsland een vertragend gevecht leveren in de richting van de Hoyoux/Ourthe-Stelling tussen La Roche in het noorden en Erezée in het zuiden.
  • Bij aankomst op de Hoyoux/Ourthe-Stelling zal de volledige groepering verantwoordelijk worden voor de verdediging tussen Comblain-au-Pont in het noorden en Durbuy in het zuiden.
  • Vervolgens zal de ganse formatie de Maas oversteken om op de linkeroever de verbinding te verzekeren tussen het IIIde Legerkorps te Luik en het VIIde Legerkorps te Namen.  Hierbij zal de rivier verdedigd worden tussen Seraing in het noorden en Hoei in het zuiden.  De groepering zal hierbij post vatten tussen Engis in het noorden (exclusief) en Hoei in het zuiden (exclusief).
  • De verdediging van de Maas mag slechts opgegeven worden op het bevel van het Groot Hoofdkwartier.  Vervolgens zal de Groepering Keyaerts zich terugtrekken in de richting van Gembloers en Waver.

Doorheen het operatiegebied van de divisie is een uitgebreid netwerk van vernielingen voorbereid waarvan de planning reeds in 1935 gestart was.  Deze vernielingen zijn onderverdeeld in vijf categorieën:

  • Categorie 1A: vernielingen langsheen de grens met het Groothertogdom Luxemburg die zullen uitgevoerd worden van zodra dit buurland aangevallen wordt
  • Categorie 1B: vernielingen langsheen de grens met Duitsland die uitgevoerd zullen worden van zodra het Belgische territorium aangevallen wordt
  • Categorie 1C: vernielingen op de Semois en de Lesse, uit te voeren op bevel van de Groepering Keyaerts
  • Categorie 2: vernielingen tussen de alarmstelling en de Hoyoux/Ourthe-Stelling, niet op de marsroutes, die uitgevoerd zullen worden van zodra het bevel tot de aftocht van de alarmstelling gegeven wordt
  • Categorie 3: vernielingen op de marsroutes voor de terugtocht die volbracht zullen worden door de laatste eenheid die zich terugtrekt

Bij het algemeen alarm van 9 april 1940 ten gevolge van de Duitse inval in Noorwegen en Denemarken, werd de Groepering Keyaerts in staat van alarm geplaatst met front naar het zuiden.  Hierbij werd het 1ste Regiment Gidsen langsheen de Lesse ontplooid, en het 2de Regiment Lansiers langsheen de Semois.  Op 13 april werd het alarm afgeblazen en opnieuw een naar het oosten gerichte opstelling aangenomen.  Hierbij werd de Groepering Goffinet opgericht om de verdediging van de Ardennen te verlengen tot Messancy in het uiterste zuiden van het land.  Deze groepering onder leiding van de Cavaleriecommandant van de 1ste Cavaleriedivisie omvat het volledige 1G, de IIde Groep van het 2L, en het “Detachement Arlon” rond de 1Cie en 9Cie van het 1ChA.  De groepering krijgt de uitdrukkelijke opdracht om zich bij een grote vijandelijke aanval doorheen het Groot-Hertogdom Luxemburg terug te trekken zonder strijd te leveren, en is slechts verantwoordelijk voor het uitvoeren van het vernielingsplan.

Twee dagen later, op 15 april 1940, vervoegen Generaal-majoor Goffinet en zijn staf opnieuw het hoofdkwartier van de 1ste Cavaleriedivisie te Saint-Hubert.  De troepen van de groepering blijven op hun nieuwe posities.  Tijdens het vooralarm in de nacht van 7 op 8 mei werd het 1ste Regiment Gidsen onttrokken aan de Groepering Goffinet en naar de Hoyoux/Ourthe-Stelling teruggeroepen.

Aan de vooravond van de Duitse invasie staan het III/1ChA, I/2ChA, 10/2ChA en het 3ChA onder het directe commando van de Groepering Keyaerts.  De overige eenheden van de divisie zijn ontplooid tussen Houffalize in het noorden en langsheen de lijn Bastenaken-Aarlen tot in het dorp Messancy in het zuiden:

  • Het hoofdkwartier van de divisie is opgesteld te Neufchâteau.
  • Het 2ChA bewaakt de ondersector Houffalize-Bastogne met zijn IIIde Bataljon in het noorden en het IIIde Bataljon in het zuiden, en heeft zijn commandopost te Amberloup.
  • Het 1ChA bewaakt de grenszone tussen Assenois en Martelange met het Iste Bataljon in het noorden en het IIde Bataljon in het zuiden, en heeft zijn commandopost eveneens te Neufchâteau.
  • De 1Cie en 9Cie van het 1ChA bevinden zich te Aarlen en vormen het “Detachement Arlon” onder het bevel van Kapitein-commandant Mathen.  Dit detachement vormt samen met II/2L de Groepering Goffinet.
  • De 6Cie van het 1ChA staat onder het directe bevel van het regiment, en is opgesteld in Bologne nabij Habay-la-Neuve.

Voor de terugtocht van de alarmstelling naar de Hoyoux/Ourthe-Stelling heeft de divisie voor elk van de vier bataljons een aparte route opgelegd gekregen.  Van noord naar zuid:

  • Route 1 (III/2ChA): Longchamps – Bertogne – Laroche – Melreux – Petit-Han – Durbuy – Tohogne
  • Route 2 (II/2ChA): Bastogne – Barrière de Champlon, Marche, Somme-Leuze – Petit-Somme – Palenge
  • Route 3 (I/1ChA): Nives – Morhet – Bonnerue – Saint-Hubert – Masbourg – Forrières – Jemelle – Hargimont – Aye – Sinsin – Pessoux – Méan – Ocquier – Ochain
  • Route 4 (II/1ChA): Martelange – Fauvillers – Neufchâteau – Recogne – Saint-Hubert – Masbourg – Forrières – Jemelle – Hargimont – Aye – Sinsin – Pessoux – Méan – Ocquier – Ochain
  • De 7Cie van het 1ChA moet de route van het IIde Bataljon vervoegen te Neufchâteau.  De 1Cie van het 2ChA moet Route 4 vervoegen te Serpont.  De 6Cie van het 1ChA moet eveneens aansluiten op Route 4 te Offaing.

Staf 1DivChA
De divisie wordt om 00u30 in staat van alarm gebracht wanneer officier van wacht Kapitein SBH Dessart opgebeld wordt door de staf van de Groepering Keyaerts.  Alle eenheden worden onmiddellijk verwittigd.  Kort na het algemeen alarm wordt de IIde Groep van het 2L teruggeroepen naar de Hoyoux/Ourthe-Stelling.  Ten gevolge van deze beslissing houdt de Groepering Goffinet op te bestaan, en blijft het Detachement Arlon achter zonder mitrailleurs, anti-tankwapens of pantserwagens.

Even na 02u00 geeft de Groepering Keyaerts de toestemming om alle elektrische compassementen aan te sluiten op de explosieve ladingen.  Een half uur later beveelt de divisiestaf om de voertuigen van de echelons samen te brengen te Neufchâteau.  Om 03u00 mogen de eenheden overgaan tot het opeisen van alle civiele voertuigen die op de slagorde voorzien zijn, maar tijdens de mobilisatie tijdelijk werden teruggegeven aan het eigenaars.

De Groepering Keyaerts laat om 03u45 alle vernielingen van Categorie 1A uitvoeren.  Deze omvatten alle hindernissen op de wegen komende van het Groot Hertogdom Luxemburg.  De laatste springladingen worden om 05u30 aangezet.  De detachementen van het 1ChA te Aarlen en te Bologne hebben de toestemming om zich terug te trekken naar Neufchâteau zodra de vernielingen uitgevoerd zijn.  De laatste troepen zullen Aarlen echter pas verlaten rondom 08u30, op het ogenblik dat de eerste Duitse verkenners de stad reeds binnengereden zijn.

Om 05u00 wordt de opdracht gegeven om de hindernissen van Categorie 1B te laten springen.  Deze vernielingen bevinden zich doorheen de sector en moeten de Duitsers afremmen bij het overschrijden van de grens.

Rond hetzelfde tijdstip komt een verontrustend bericht binnen van het detachement van de 6Cie van het 1ChA te Corne du Bois des Pendus.  Nabij Léglise en Rancimont zou een luchtlandling aan de gang zijn door vijandelike observatieviegtuigen.  Het gaat hier om de eerste tros Fieseler Storch toestellen met infanteristen van het Infanterieregiment Grossdeutschland van het XIX(DE) Korps, een onderdeel van de Panzergruppe von Kleist.  Ongeveer 400 militairen van dit regiment worden met lichte vliegtuigjes neergezet bij Léglise, Witry en Nives om de opmars van hun legerkorps te beveiligen.  De operatie draagt de naam Operation Niwi.  Diverse berichten van het 1ChA en van de Rijkswachtbrigades te Neufchâteau en te Mellier blijven intussen aankomen met verder meldingen van luchtlandingen.  Zowel parachustisten als ook laag overvliegende toestellen worden hierbij gemeld.

De staf van de Groepering Keyaerts beveelt diverse tegenacties.  Om 05u15 wordt gevraagd om de 10de Compagnie van het 1ChA naar de vijandelijke landingen te Léglise en Rancimont uit te sturen.  Een tweetal uur later, om 07u35 wordt bevolen om na de terugtocht van het Detachement Arlon de 1Cie te Neufchâteau te behouden om hier samen met de 7Cie de stad te verdedigen.  De 1Cie van het 2ChA krijgt dezelfde opdracht met betrekking tot Libramont en Recogne.  De 10Cie van het 2ChA moet zich eveneens klaar houden om mobiele acties te ondernemen.

Om 13u15 verstuurt de staf van de Groepering Keyaerts opnieuw enkele instructies in een reactie op de Operation Niwi.  Deze keer worden de marsroutes van de terugtrekkende eenheden aangepast om de Duitse landingszones te vermijden.  Zo moeten de 4Cie en de 5Cie van het 1ChA Neufchâteau vervoegen via Strainchamps en Juseret om Witry en Traimont te vermijden.  De 6Cie van het 1ChA moet via Marbehan omrijden om Rancimont te mijden.  De 2Cie en de 3Cie tenslotte moeten via Assenois en Sibret terugtrekken om niet langsheen Nives en Remichampagne te moeten passeren.

Om 16u45 bepaalt de divisiestaf dat het 1ChA en 2ChA een te sterkte contactname met de vijand dienen te vermijden en zich moeten klaar maken voor een terugtocht naar een tussenlinie die gevormd wordt door de westelijke arm van de Ourthe, de zuidrand van het woud van Frey, Amberloup, en de zuidrand van het bos van Freux tot in Libramont.  Dit bevel zal echter niet uitgevoerd worden omdat met uitzondering van de aan de gang zijnde gevechten de divisie niet verder verwikkeld lijkt te raken met de vijand.

Om 18u45 beveelt de Groepering K dat de commandopost van de divisie overbracht moet worden naar Saint-Hubert en de troepen de aftocht naar de Hoyoux/Ourthe-Stelling dienen te starten.  Het 1ChA moet als meest zuidelijke eenheid onmiddellijk zijn posities verlaten, gevolgd door het 2ChA om 19u00 en het 3ChA om 20u45.  Ook wordt het bevel gegeven om de vernielingen van Categorie 2 en Categorie 3 te starten.  Bij de terugkeer naar de Hoyoux/Ourthe-Stelling zal het 3ChA overgaan van het commando van de Groepering K naar het commando van de 1ste Divisie Ardeense Jagers.

De divisiestaf wordt doorgestuurd naar Marche en komt hier om 21u45 aan.  Even na middernacht zal verder gereden worden naar Ouffet.

Geneeskundig Korps/1DChA
De Ambulance Ardeense Jagers is verdeeld in twee secties: een sectie is ontplooid te Rochefort en een sectie te Rotheux-Rivière.  De tweede sectie staat onder het commando van de Groepering K.

Transportkorps/1DChA
De staf van het transportkorps en het PAMI staan opgesteld in Rochefort.  Het PARaMat is te Libramont.  Het ARCA is werkzaam te Pont de Bonne en bedient zowel de Groepering K als ook de eigen divisie.

Staf 1DivChA
De divisiestaf komt aan te Ouffet tijdens de eerste helft van de nacht van 10 op 11 mei en coördineert van uit zijn nieuwe standplaats in de gemeenteschool de aankomst van de troepen op de Hoyoux/Ourthe-Stelling.  Naast het 3ChA, krijgt de divisie ook het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers toegewezen.

Gebruik makend van de beide rivieren, vormt de Hoyoux/Ourthe-Stelling een groot bruggenhoofd op de oostelijke oever van de Maas dat start in Hoei in het westen, ombuigt naar het noorden te Petithan en vervolgens via Durbuy, Comblain-au-Point, Esneux en Tilff de verbinding maakt met de Versterkte Positie Luik.  Hierbij zal het 1ChA opgesteld worden tussen Hoei en Gros-Chêne.  Vervolgens bevindt het 3Cy zich reeds tussen Gros-Chêne tot Petithan.  In dit dorpje wordt de knik naar het noorden gemaakt en zal het 2ChA aansluiten tot de spoorwegtunnel van Sy.  Noord van deze tunnel zullen de posities van het 3ChA de loop van de Ourthe verder volgen tot in Comblain-au-Pont.  Daar start de zone van het IIIde Legerkorps en is reeds het 4Cy ontplooid dat de zone tussen Comblain-au-Pont en Tilff verdedigt.  De Groepering K beveelt nog tijdens de tweede helft van de nacht om het niet voor het gevecht noodzakelijke wagenpark over te brengen naar de linkeroever van de Maas, ten westen van Hoei en Amay.  De inplaatsstelling van de troepen op de Hoyoux/Ourthe-Stelling moet tegen de ochtend afgerond zijn.  Vervolgens zullen alle bruggen in deze zone vernield worden.

De voormiddag verloopt rustig en de troepen van de aanvaller lijken het contact met de Belgen even verloren te zijn.  Pas tussen 12u30 en 13u00 komen Duitse verkenners aan tegenover Hamoir.  Er vinden sporadische schermutselingen plaats en rond 17u00 ontdekt een patrouille van het Franse leger een colonne van ongeveer 75 tanks die op weg zou zijn naar het dorp.  Het geschut van de IV/19A komt met één sectie in actie om de toegangsweg tot de brug van Hamoir onder vuur te nemen.  De divisiestaf vraagt om 18u00 aan het 3ChA om een van zijn bataljons aan te duiden als reservemacht tussen Ouffet en Hamoir.  Tegen 20u30 vallen de posities van de 8Cie onder vuur van mitrailleurs en mortieren.

De divisiestaf heeft inmiddels het Geheim Bevel 2Bis van de Groepering Keyaerts ontvangen.  Dit document bepaalt dat bij de aftocht van de Hoyoux/Ourthe-Stelling de 1DivChA de Maas zal oversteken om vervolgens post te vatten langsheen de rivier tussen Hoei in het westen en Engis in het oosten.  De divisie moet alzo het centrale element vormen van een ononderbroken positie langsheen te Maas van Namen tot Luik met de troepen van het VIIde Legerkorps, de Groepering Keyaerts en het IIIde Legerkorps.  Binnen de nieuwe sector van de divisie zullen drie overgangspunten over de Maas bewaakt worden: de brug te Ombret-Rausa. de brug te Hermalle-sous-Huy en de militaire bootbrug van de Autobruggentrein te Le Ponton.  Het Bn Moto ChA, de 10/3ChA en de artillerie zullen als eerste terugtrekken vanaf 20u45, gevolgd door het 1ChA, 3Cy en 2ChA om 21u00, en het 3ChA om 22u00.

Bij aankomst op de Maas moet de divisie zijn troepen van noord naar zuid opstellen in de volgorde 3ChA, 1ChA, 2ChA en 3Cy.  De divisiestaf zal verhuizen naar het Château de Jehay nabij Amay.

Dit bevel zal echter achterhaald worden door de gebeurtenissen in de Versterkte Positie Luik en de beslissing van het GHK in de late namiddag van 11 mei om het IIIde Legerkorps naar het zuidwesten terug te trekken.  Vanaf ongeveer 19u45 probeert het Groot Hoofdkwartier tevergeefs om contact op te nemen met de staf van de Groepering Keyaerts die voortijdig zijn standplaats te Sonheit-Tinlot verlaten heeft en naar Fallais onderweg is.  De Duitse pantserformaties die ten noorden van Luik het Albertkanaal zijn overgestoken, zouden zich reeds in de buurt van Borgworm bevinden.  De verdediging van de Maas tussen Hoei en Engis is hier door een irrelevantie geworden, en de ganse Groepering Keyaerts moet naar het westen van de Versterkte Positie Namen terugtrekken.

Staf 1DivChA
De staf van de divisie bevindt zich sinds 22u45 op het Château de Jehay nabij Amay.  Het bevel om naar Namen te vluchten bereikt de staf van Generaal-majoor Descamps pas om 00u45, en kan slechts met grote moeite overgemaakt worden aan de verschillende eenheden van de divisie.  Zo heeft de divisiestaf tijdelijk geen contact meer met het 2ChA, en is het Kolonel Robert van het 3ChA die de gewijzigde orders enigszins toevallig kan overmaken aan dit regiment.

De vernieling van de bruggen over de Maas zal er bovendien toe leiden dat sommige elementen van de divisie de tocht naar Namen dienen te maken via de zuidelijke oever van de rivier in de hoop om in deze stad de bevriende oever te kunnen vervoegen.  Zo wordt de brug te Ombret-Rausa om 01u00 opgeblazen, gevolgd door de bruggen te Engis en te Hermalle-sous-Huy omstreeks 02u30, de wegbrug te Hoei om 03u30, en de spoorbrug te Hoei om 04u55.  Dit gebeurt telkens door een technische wacht van het 21ste Bataljon Genie.  De bruggen te Namèche, Sclayn en Andenne zijn reeds op 11 mei rondom 21u30 vernield door het 6de Bataljon Genie.

De divisiestaf moet de eenheden die de linkeroever van de Maas al bereikt hebben, doorsturen via Moha, Lavoir, Hurgeon, Marchovelette naar Cognelée.  De eenheden ten zuiden van de Maas moeten in eerste instantie naar Saint-Gérard en Bioul.  Het divisiehoofdkwartier vertrekt uit het kasteel van Jehay om 02u00 en zet koers naar Namen.  Er wordt besloten om via Hoei te rijden, waar de colonne vast komt te zitten in een onnoemelijke verkeersopstopping.  Uiteindelijk bereikt de staf het dorpje Champion tegen 07u00.  Tegen 09u00 heeft LtGen Dechamps opnieuw contact gemaakt met de staf van de Groepering K.  Het hoofdkwartier wordt geïnstalleerd in het klooster van de Broeders van de Christelijke Leer te Malonne.

De Groepering K duidt een aantal locaties aan voor de hergroepering van de divisie:

  • 1ChA, 1/19Gn: Belgrade
  • 2ChA: Suarlée
  • 3ChA: Temploux
  • 3Cy: Saint-Denis
  • 19TTr, GenK, Intendance, TptK: Malonne

De Luftwaffe ontdekt de kantonnementsplaatsen van de Ardeense Jagers en lanceert een zware luchtaanval tussen 15u00 en 18u00 waarbij tientallen militairen het leven laten. Het zwaartepunt van het bombardement ligt te Temploux, waar vooral het 3ChA rake klappen moet incasseren en 56 doden zal betreuren.  Majoor De Neeff, bevelhebber van het IIde bataljon, komt om.  Commandant Flébus neemt het bevel over.  Ook het 1ChA krijgt er zwaar van langs en verliest zijn regimentscommandant Kolonel SBH Deschepper.

Reeds in de late namiddag krijgt de divisie een mondeling bevel van de Groepering K om steun te verlenen aan de ontplooiing van het Franse Corps de Cavalerie.  Deze gemechaniseerde formatie vormt de dekkingsmacht van het Franse 1re Armée dat op de lijn Waver-Ottignies-Gembloers-Namen opgesteld wordt.  Het Corps de Cavalerie moet dit manoeuvre dekken door op te rukken naar de lijn Tienen-Hannuit-Hoei.  De 1ste Divisie Ardeense Jagers zal dit ondersteunen door een tijdelijke stellingname uit te voeren langsheen anti-tankbarrière van de K.W. Stelling tussen Perwez en de noordrand van de Versterkte Positie Namen.  Hierbij zullen Perwez, Aische-en-Refail en Liernu als anti-tankcentra verdedigd worden door respectievelijk het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers, het Iste Bataljon van het 3de Regiment Cyclisten en het IIde Bataljon van het het 2de Regiment Ardeense Jagers. De overige elementen van de divisie moeten de tussenliggende zones bezetten met van noord naar zuid 3ChA, 2ChA en 1ChA.  Het II/3Cy zal een reservemacht vormen nabij Grand-Leez.  De II/17A en een batterij van de IV/19A zullen artilleriesteun leveren.

De divisiestaf verhuist zijn eerste echelon naar Sauvenière en zijn tweede echelon naar Lonzée.

Geneeskundig Korps/1DivChA
De eerste sectie van de Ambulance Ardeense Jagers is aangekomen te Braives waar tijdens de ochtend talrijke vluchtende burgers en militairen in de grootste wanorde voorbij trekken.  Med 1Kapt Lefebvre meent dat de vijand in de buurt is en tracht tevergeefs naar de divisiestaf te telefoneren.  Vervolgens stuurt hij een motorwielrijder uit, maar deze keert enige tijd later onverrichter zake terug.  Hierop gaan Lefebvre en zijn administratieofficier Lt Croonenberghs op zoek naar de burgemeester en de Rijkswachtcommandant van Braives.  Geen van beiden kan gevonden worden.   Med 1Kapt Lefebvre laat hierop zijn eenheid onmiddellijk vertrekken naar Ernage, een dorpje ten noordwesten van Gembloers, waar de tweede sectie zich zou moeten bevinden.  De hergroepering van de Ambulance te Ernage mislukt echter.  De colonne van de eerste sectie vertrekt dan naar Sart-Saint-Laurent ten zuidwesten van Namen, terwijl de bevelhebber in de stad op zoek gaat naar de divisiestaf.

Staf 1DivChA
Ten gevolge van de luchtaanvallen op Temploux en Suarlée daags voordien, bereikt de divisie de ontplooiingszone tussen Perwez en Liernu pas tijdens de tweede helft van de nacht van 12 op 13 mei.  De stellingname wordt uitgevoerd tussen 06u00 en 09u00 en ziet er in zijn finale vorm als volgt uit:

  • Ondersector Noord staat onder bevel van commandant 3ChA
    • Het Bn Moto ChA bewaakt Perwez als anti-tankcentrum
    • Het 3ChA plaatst zijn Iste en IIIde Bataljon op het eerste echelon, zijn IIde Bataljon op het tweede echelon en wordt versterkt met 8 T13 kanonnen
    • De 4de en de 6de Batterij van het 17A leveren artilleriesteun
  • Ondersector Centrum staat onder bevel van commandant 2ChA
    • Het I/2ChA, III/2ChA en I/3Cy worden van noord naar zuid ontplooid, met het I/3Cy in het anti-tankcentrum Aische-en-Refail
    • De ondersector wordt versterkt met 1 T13 van het 2ChA en 3 C47 kanonnen van het 3Cy
  • Ondersector Zuid staat onder bevel van commandant 3Cy
    • Het II/2ChA is versterkt met 1T13 van het 1ChA en 4 C47 kanonnen van het 3Cy en bezet Liernu als anti-tankcentrum
    • Het 1ChA is opgesteld tussen Aische-en-Refail (exclusief) en Saint-Germain
  • Het II/3Cy plaatst zich te Grand-Leez als reservemacht

De divisiestaf staat in verbinding met de staf van het Franse Corps de Cavalerie en heeft een overzicht van het dispositief van dit korps ten oosten van de K.W. Stelling, maar heeft geen vijandbeeld.  Vanaf het middaguur komen Franse eenheden aan te Perwez van uit de richting Grand-Rosière-Hottomont.  Het duurt dan nog enige tijd vooraleer Luitenant-generaal Descamps de bevestiging krijgt dat Hannuit gevallen is en de vijand de Fransen teruggedreven heeft.  Tegen 17u00 vallen de posities van het I/3ChA en III/3ChA een eerste keer onder vijandelijk artillerievuur.  Het gros van de Franse troepen trekt door de K.W. Stelling vanaf 17u30.

Om 18u30 ontvangt de divisiestaf zijn orders voor de aftocht.  De positie Perwez-Liernu zal vanaf  22u00 opgegeven worden en de ganse divisie zal zich terugtrekken naar de streek van Genappe en Bousval voor een reorganisatie.  De artillerie zal zich terugplooien om 22u00, gevolgd door het 2ChA om middernacht en door het 1ChA en 3ChA om 01u00 tijdens de nacht van 13 op 14 mei.

Général de Corps d’Armée Prioux heeft inmiddels bevestigd dat het volledige Franse Corps de Cavalerie op de terugtocht is en vraagt aan de 1DivChA om op post te blijven aan de K.W. Stelling om de aftocht te dekken.  De Luitenant-generaals Keyaerts en Descamps weigeren.

Geneeskundig Korps/1DivChA
Te Sart-Saint-Laurent verbiedt een Franse hogere officier aan de colonne van de eerste sectie van de Ambulance om eveneens naar Namen te rijden.  De militair is op de hoogte van de Duitse oversteek van de Maas te Yvoir en vreest dat Namen in handen van de vijand gaat vallen.  Hij beveelt de eenheid naar Beaumont op de Belgisch-Franse grens.

Transportkorps/1DivChA
Het transportkorps wordt doorgestuurd naar Fleurus.

Een Maxim mitrailleur van het peloton luchtafweer van de 1ste Divisie Ardeense Jagers

Staf 1DivChA
Tijdens de tweede helft van de nacht van 13 op 14 mei trekt de divisie zich terug richting Genappe.  De divisiestaf installeert zich om 05u00 te Bousval.  De colonnes van de eenheden lopen vertraging op omwille van de talrijke Franse troepen in de streek.  De troepen bereiken de volgende kantonnementsplaatsen:

  • 3ChA en Bn Moto ChA: Maransart
  • Staf/2ChA, 11Cie, I/2ChA en I/3Cy: Bousval
  • Staf/3Cy, II/3Cy. II/2ChA en III/2ChA: Tangissart
  • 1ChA: eerst Villers-la-Ville, dan Bois d’Hez
  • 1/19Gn: Villers-la-Ville
  • 19TTr: La Falise
  • Transportkorps: Houtain-le-Val

De troepen mogen tot 15u00 uitrusten.  Intussen ontvangt de divisiestaf een bericht van de Groepering Keyaerts waarin een verdere aftocht naar de streek van Asse aangekondigd wordt, met de belofte dat er dan een rustperiode van 48u zal volgen.  Voor deze verplaatsing moet de divisie zich in twee groepen splitsen.  De wielrijders van het 1ChA, 2ChA en 3ChA zullen samen met het 3Cy en het Bn Moto ChA de ‘colonne oost’ vormen die van Bousval naar Ceroux-Mousty, Eigenbrakel, Alsemberg en Dworp moet rijden.  Alle gemotoriseerde elementen van de divisie zullen ‘colonne west’ vormen die van Fonteny naar Lillois, Kasteelbrakel en Leerbeek zal rijden.  Het startpunt voor de mars van colonne oost wordt bepaald als de hoeve La Haie Sainte nabij het historische slagveld van Waterloo die om 21u30 moet gepasseerd worden.

Om 20u00 beveelt de staf van de Groepering Keyaerts echter om de afmars uit te stellen tot middernacht.  Dat bevel komt er wanneer een gedeelte van de divisie al onderweg is naar het startpunt van de mars.  Bovendien wordt de vertrektijd om 21u30 alweer vervroegd door de Groepering K.   Desondanks de chaos komt de divisie toch goed weg.

Geneeskundig Korps/1DivChA
De eerste sectie van de Ambulance is aangekomen te Beaumont, maar nadat Geneesheer 1ste Kapitein Lefebvre vaststelt dat hier geen andere Belgische militairen zijn, wordt om 16u00 doorgereden naar Binche.  De colonne arriveert hier rond 23u30..

Staf 1DivChA
De divisie bereikt vanaf 07u30 zijn nieuwe kantonnementsplaatsen:

  • Divisiestaf: Kasteel van Zevenbronnen te Alsemberg
  • 1ChA: Chrante, Chenois, Baudissart
  • 2ChA: Alsemberg, Sint-Genesius-Rode
  • 3ChA: Dworp
  • Bn Moto ChA: Huizingen
  • 1/19Gn, 19TTr, Intendance, Geneeskundig Korps: Ophain-Bois-Seigneur-Isaac
  • Transportkorps: Eigenbrakel

Op een overleg op de staf van de Groepering K worden de marsorders voor de komende nacht bepaald.  Het einddoel wordt een nieuw kantonnementsgebied ten noorden van Ninove.  Het 1ChA, 2ChA, 3ChA en het Bn Moto ChA krijgen een marsroute via Alsemberg, Dworp, Halle, Pepingen, Leerbeek, Nieuwenhove, Zandbergen en Voorde tot Aspelare.  Van daar uit zullen de eenheden verspreid worden over Iddergem, Denderhoutem, Aaigem, Outer en Nederhasselt.  De rest van de troepen zal terugtrekken via Lembeek, Mussain, Hautecroix, Ekkelberg, Wambeek, Smeerhebbe-Vloerzegem, Wijnhuize, Sint-Lievens-Esse en Herzele en zullen vervolgens ingekwartierd worden te Smeerhebbe-Vloerzegem en Ophasselt.  De divisiestaf moet het hoofdkwartier opstellen in het het kasteel de Waepenaert te Woubrechtegem.

Geneeskundig Korps/1DivChA
De eerste sectie van de Ambulance is nu te Binche en heeft zijn voertuigen geparkeerd in de Abbaye de Bonne Esperance, waar een Frans evacuatiehospitaal ontplooid is.  Hier kan Med 1Kapt Lefebvre een telefoonverbinding met het Groot Hoofdkwartier realiseren en verneemt hij dat zijn troepen naar Maubeuge moeten rijden.  Hier wordt bijgetankt en vervolgens trekt de eenheid verder naar het Militair Hospitaal van Doornik waar het personeel van het Militair Hospitaal van Namen teruggevonden worden. 

De tweede sectie van de Ambulance is de aftocht van de Groepering Keyaerts gevolgd en wordt ingekwartierd te Ophain-Bois-Seigneur-Isaac waar de eenheid terugkeert naar de 1DivChA.

Staf 1DivChA
De in het pajottenland aangeduide dorpen liggen in de Britse legerzone.  Dit betekent niet alleen dat de troepen tijdens de terugtocht regelmatig opgehouden worden maar ook dat de eindbestemmingen reeds ingenomen zijn door eenheden van de British Expeditionary Force.  Na overleg met het Groot Hoofdkwartier wordt besloten om de divisie te laten doorrijden en uit het Britse gebied weg te halen.

Uiteindelijk bereikt de 1DivChA de volgende locaties:

  • De divisiestaf wordt voorlopig ondergebracht in het stadhuis van Aalst, maar verhuist dan naar het Kasteel Maes aan de Gentsesteenweg 260
  • Het 1ChA wordt ondergebracht in Burst en Zonnegem
  • Het 2ChA te Oordegem
  • Het 3ChA te Lede
  • De 1/19Gn en het 19TTr te Erondegem
  • De tweede sectie van de Ambulance, de Intendance, het Transportkorps en het Peloton Luchtafweermitrailleurs te Leeuwergem

Het Bn Moto ChA en het 3Cy hebben de divisie verlaten.

Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (via de Franse generaal Bilotte) om naar het westen terug te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft moet de stelling worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. De Belgische legerleiding besluit om het veldleger terug te trekken op een nieuwe defensieve lijn langs de as Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De terugtocht van de K.W. Stelling tot het kanaal Gent-Terneuzen zal in drie marsetappes gebeuren: in een eerste fase zullen de divisies van de K.W. Stelling terugtrekken naar de westelijke oever van het Kanaal van Willebroek.  Tijdens de tweede nacht moet de westelijke oever van de Dender bereikt worden.  In de derde nacht tenslotte moeten de formaties de lijn Gent-Oudenaarde bereiken.

Deze beslissing trekt een stevige streep door de rekening van de 1DivChA die verwachtte om een lange rustpauze te zullen krijgen.  De divisie zal tussen 17 mei en 19 mei verantwoordelijk worden voor het dekken van de laatste fase van de terugtocht, en zal in stelling gaan langsheen de Dender tussen Dendermonde in het noorden en Aalst in het zuiden. De divisie komt onder het bevel te staan van het Cavaleriekorps.

Geneeskundig Korps/1DivChA
De eerste sectie van de Ambulance en het personeel van het Militair Hospitaal van Namen trekken in een enkele colonne verder naar Nieuwpoort.  Hier worden de troepen ingekwartierd.

Staf 1DivChA
Reeds kort na middernacht in de nacht van 16 op 17 mei komen de eerste orders aan van de staf van het Cavaleriekorps.  De divisie moet er voor zorgen dat tegen de ochtend alle bruggen over de Dender tussen Dendermonde en Aalst bewaakt worden voor C47 anti-tankgeschut.  Al deze bruggen zijn reeds ondermijnd, en de technische wachtdetachementen worden geleverd door het 32Gn.  Tegen de avond van 17 mei moet de staf van de divisie het hoofdkwartier geopend hebben te Lede.  De divisie zal de II/19A en II/17A in steun krijgen.

Om 10u30 brieft Generaal-majoor Descamps zijn bevelhebbers.  De oevers van de Dender zullen over een afstand van ongeveer 14 Km bezet door de divisie.  In de ondersector noord komt het 1ChA te liggen, in ondersector centrum het 2ChA, en in ondersector zuid het 3ChA, dat in verbinding zal staan met de Britse 3rd Infantry Division van Generaal-majoor Montgommery aan de spoorbrug van Erembodegem.  De zwaartepunten in deze verdedigingslinie moet gevormd worden door een sterke verdediging van Oudegem, Wespelaar, Gijzegem, Hofstade en Aalst waar ook de bruggen over de rivier liggen.  De 10Cie van het 1ChA zal de reservemacht van de divisie vormen.  Majoor Verhaeghen, commandant van II/19A, krijgt het bevel over de tijdelijke artilleriegroepering van II/19A en II/17A die de Ardeense Jagers zal ondersteunen en komt rond 14u00 langs op de staf van Generaal-majoor Descamps om ook zijn orders in ontvangst te nemen.

De opstelling van de troepen start en rond 20u15 meldt de staf van de 1ste Divisie Ardeense Jagers dat het eerste echelon van het hoofdkwartier de commandopost geopend heeft te Gucht.  Het tweede echelon van de divisiestaf wordt te Wanzele geïnstalleerd.  Een liaisonofficier van het Britse 2nd Corps komt aan op de divisiestaf rond 22u00, en de nodige afspraken worden gemaakt voor de verbindingspunten tussen de Belgische in de Britse legerzone.

In de avond stuurt Luitenant-generaal Descamps een van zijn stafofficieren naar het stadsbestuur van Aalst met een nota die gebied om de burgerbevolking van de stad niet te evacueren.  Descamps wil hiermee vermijden dat het verkeer in ondersector zuid vast komt te zitten in een vluchtelingenstroom.  De burgemeester en schepenen van Aalst zijn echter reeds gevlucht.  De politiecommissaris van de stad kan geen assistentie verlenen.

De divisiestaf laat de vrachtwagens met de persoonlijke bagage van het 1ChA, 2ChA en 3ChA om 23u00 vertrekken naar Bachte-Maria-Leerne.  Tijdens de nacht van 17 op 18 mei trekken ettelijke formaties van de British Expeditionary Force doorheen de Belgische linies.  Deze bewegingen zullen aanhouden tot de ochtend van 18 mei.

Geneeskundig Korps/1DivChA
De eerste sectie van de Ambulance en het personeel van het Militair Hospitaal van Namen verblijven te Nieuwpoort.  De bevelhebbers van de beide eenheden bezoeken Geneesheer Luitenant-generaal Ernest Luyssen, Inspecteur Generaal van de Gezondheidsdienst, te Westende en vragen om nieuwe instructies.  Luyssen neemt het personeel van hospitaal onder zijn hoede, maar vraagt aan Med 1Kapt Lefebvre om te Nieuwpoort af te wachten tot hij de juiste locatie van de 1ste Divisie Ardeense Jagers kan bepalen.

De tweede sectie, die nog bij de divisie is, moet tegen 05u00 op 18 mei de medische hulpplaats van de divisie operationeel maken te Massemen.

Transportkorps/1DivChA
De staf van het transportkorps wordt opgesteld te Sint-Martens-Leerne.  Het station van De Pinte zal fungeren als bevoorradingsstation voor levensmiddelen, uitrusting en brand- en smeerstoffen.  Voor munitie komt er geen bevoorradingsstation, maar zullen de elementen van het transportkorps zich rechtstreeks bevoorraden in de depots in West-Vlaanderen en Eeklo.

Staf 1DivChA
Om 00u35 bevestigt de staf van het Cavaleriekorps dat de vijand het Kanaal van Willebroek overgestoken heeft te Verbrande Brug.  Om 04u45 verstuurt het Cavaleriekorps een bevel aan Luitenant-generaal Descamps om de 10Cie van het 1ChA door te sturen naar Dendermonde.  De korpsstaf wil hiermee de verdediging van de stad aanvullen die op dat ogenblik reeds bestaat uit het Iste Bataljon van het 1ChA en een fractie van de Iste Groep van het 1JP. Hiermee verliest de 1ste Divisie Ardeense Jagers zijn mobiele reservemacht.  Het besluit van Keyaerts zal niet nodig blijken.  Er volgt geen snelle doorstoot van de vijand naar deze stad, die bovendien voldoende gedekt is door de troepen van de cavalerie.  Descamps ontvangt het bevel pas om 07u00 en stuurt al om 07u05 een nota naar het 1ChA.

Halverwege de voormiddag ontstaat enige ongerustheid op de divisiestaf te Aalst diverse explosies weerklinken.  Het 3ChA bevestigt dat er diverse gebouwen in brand staan op de oostelijke oever van de rivier, maar kent de oorzaak van de ontploffingen niet.  Even later blijkt dat nabij Kilometerpaal 13 van de rivier een loopbrug vernield werd met explosieven.

Om 08u45 dient een stafofficier van de 5Div zich aan.  Deze divisie heeft na zijn terugtocht van het Kanaal van Willebroek het 1J halt laten houden te Erembodegem en het 2J en 4J te Hofstade.  De staf van de 5Div bevindt zich Impe.  Ook Majoor SBH Georges Van Den Driessche, stafchef van de 11Div, passeert op het hoofdkwartier om de doortocht van zijn formatie te regelen.  De infanterieregimenten van de 11Div zullen halt houden te Denderbelle en Oudegem.

Op het middaguur gaat de 1DivChA over van het Cavaleriekorps naar het VIde Legerkorps.  Dit legerkorps heeft het bevel over het Bruggenhoofd Gent, en zal de divisie opvangen bij zijn terugtocht binnen de Belgische linies.  Generaal-majoor Descamps dringt aan op versterkingen, die hij bekomt in de vorm van een infanteriebataljon en bijkomende artilleriemiddelen.  Het infanteriebataljon zal echter nooit toegewezen worden.  De grote lengte van het front van de divisie maakt dat troepen met beperkte mobiliteit niet geschikt zijn om de opdracht uit te voeren.  Bijkomende artillerie komt er dan weer wel: de Iste Groep en de IVde Groep van het 11de Regiment Artillerie worden aan de divisie toegewezen en zullen in steun gaan van het 3ChA aan het zuidelijke uiteinde van het Denderfront.

De vernieling van de bruggen over de Dender verloopt volgens plan.  De spoorbrug te Aalst is als eerste vernield om 03u30 tijdens de nacht van 17 op 18 mei.  Om 12u50 wordt het laatste overgangspunt opgeblazen.  De militaire EAP bootbrug ten zuiden van Oudegem is tegen 13u30 afgebroken en opgeladen.  De sluizen op de rivier worden niet vernield om het waterpeil niet te laten dalen.  De vijand maakt contact met de divisie in de loop van de namiddag.  De eerste schermutselingen breken uit in de ondersectoren van het 2ChA en het 3ChA.

Kapitein SBH Guilnot, verbindingsofficier van het GHK, komt toe op de divisiestaf om 17u40 met een bevel voor Generaal-majoor Descamps om tot nader order ter plekke te blijven.  Guilnot bevestigt tevens dat de Britse troepen ten zuiden van Aalst alleen hun hoofdmacht zullen terugtrekken tijdens de nacht van 18 op 19 mei, en tevens een dekkingsmacht zullen achterlaten op de rivier.  Descamps is bijzonder verbaast dat het eerdere bevel om in de loop van de nacht terug te trekken naar het Bruggenhoofd Gent ingetrokken wordt.

Geneeskundig Korps/1DivChA
De eerste sectie van de Ambulance wacht te Nieuwpoort vruchteloos op instructies van Med LtGen Luyssen.  Med 1Kapt Lefebvre wordt het wachten beu en is inmiddels op de hoogte van het vertrekt naar Frankrijk van de territoriale gezondheidsdienst.  Hij laat zijn troepen om 15u00 eveneens vertrekken naar het zuiden.  Er wordt te Gravelines overnacht.

Staf 1DivChA
Om 05u30 bepaalt het GHK de wijze waarop de 1DivChA dient te reageren bij een voortijdige terugtocht van de British Expeditionary Force ten zuiden van Aalst.  Als dit zich zou voordoen, wordt de divisie onder het directe bevel van het GHK geplaatst moet de ganse frontlinie in tegenwijzerzin pivoteren rondom Dendermonde om vervolgens de lijn Kwatrecht-Dendermonde te bezetten.  Dit bevel leidt tot een flinke discussie met Generaal-majoor Descamps en wordt een goed uur later aangepast.  Descamps vreest dat een terugtocht in noordelijke richting moeilijk uit te voeren is, en meent dat hij maar beter zijn oost-west marsroutes behoudt.  Dit wordt hem toegestaan.  De divisie zal ook onder het commando van het VIde Legerkorps blijven opereren.

Via de Belgische verbindingsmissie bij het hoofdkwartier van de BEF verneemt het GHK dat de Britten de Dender zullen opgeven om 10u00.  Descamps krijgt eerst volmacht om vanaf dat tijdstip op eigen goeddunken terug te trekken, maar ook dit bevel wordt bijgesteld en de 1DivChA zal de timing van het GHK moeten aanhouden.  Om de zuidflank van de sector te beveiligen, wordt de 10Cie van het 3ChA uitgestuurd naar het gebied ten westen van Aalst.

De legerleiding bepaalt uiteindelijk om 09u20 dat de divisie het Denderfront mag opgeven wanneer de vijandelijke dreiging te groot wordt.  De terugtocht zal volgens de principes van het vertragend gevecht uitgevoerd worden.  De divisie behoudt hierbij zijn noord-zuid oriëntatie en zal haaks op de Schelde terugtrekken.  In het noorden moeten de Scheldebruggen tussen Kwatrecht en Dendermonde vernield worden bij de passage van het 1ChA.  In het zuiden moet het 3ChA ten alle tijde de verbinding met de Britse achterhoede behouden.

De aftocht van de Dender start om 10u00 met het verplaatsen van de artillerie.  De II/19A en II/17A verplaatsen hun groepen per batterij.  De infanterieregimenten vertrekken om 12u30 onder dekking van een beperkte vaste achterhoede en van een mobiele achterhoede bestaande uit de Compagnies Motorwielrijders en de T13 tankjagers.  De divisie moet tegen 16u00 een nieuw front vormen langsheen de Molenbeek.  Deze waterloop zal bezet worden vanaf de westrand van Erondegem in het zuiden, over Impe, Wanzele en Serskamp, tot aan de monding in de Schelde ten noorden van het dorp Bruinbeke.  De divisiestaf opent om 13u00 een nieuw hoofdkwartier te Oordegem, maar kan hier aanvankelijk geen radio- of telefoonverbinding bekomen met het GHK en met het VI/LK.  Er wordt dan maar gewerkt met verbindingsofficieren.

De terugtocht verloopt zonder grote incidenten.  De Duitser zijn eerder terughoudend en worden pas omstreeks 16u00 te Aalst gemeld.  Om 17u50 duiken de eerste vijandelijke verkenners op aan de Molenbeek tegenover het dorpje Ganzendries ten westen van Erpe-Mere.  In het daarop volgende uur breken langsheen de ganse linie schermutselingen uit, die bij het 2ChA het hevigst zijn.

Omstreeks 19u00 wordt duidelijk dat op de zuidflank de opening tussen de Belgische en Britse troepen steeds groter wordt.  De Britse troepen houden geen halt op de Molenbeek, maar plooien zich terug naar de spoorlijn Gent-Zottegem.  Generaal-majoor Descamps besluit dan ook om de divisie een tweede sprong naar achter te laten maken.  Er wordt een nieuwe positie bepaald van Wetteren over Westrem tot Oosterzele.  De troepen zullen hier een laatste keer halt houden om vervolgens het Bruggenhoofd Gent te vervoegen.  De artillerie zal niet langer ontplooid worden, en moet in een enkele fase terugtrekken.  De Molenbeek wordt opgegeven om 20u30.  De lijn Wetteren-Westrem-Oosterzele zal om 23u00 verlaten worden.  De divisie zal vervolgens teruggetrokken worden naar de westelijke oever van de Schelde ten zuiden van Gent.

Geneeskundig Korps/1DivChA
De eerste sectie van de Ambulance verlaat Gravelines en rijdt via Etaples en Camier naar Saint-Valery-sur-Somme.  De eenheid zal hier op 21 mei aankomen en kan alzo ontglippen aan de Duitse omsingeling van de geallieerde legers.  Med 1Kapt Lefebvre en zijn militairen zullen na een lange tocht uiteindelijk te Pont Saint Esprit het Versterkings- en Opleidingscentrum Ardeense Jagers vervoegen.

Staf 1DivChA
De divisiestaf wordt opgesteld te Deinze.  De drie regimenten worden ingekwartierd om uit te kunnen rusten van de afstoppingsactie tussen de Dender en het Bruggenhoofd Gent.  Het 1ChA verblijft te Zwijnaarde, het 2ChA te Zevergem en het 3ChA te Eke.  De divisie beschikt over de artillerie van de II/17A te Maalte, de II/19A te De Pinte en de I/4LA te Sint-Denijs-Westrem.

De staf van het VIde Legerkorps beveelt om de bruggen van Zwijnaarde, Schelderode en Eke te beveiligen met telkens een peloton fuseliers en een C47 anti-tankkanon.  De rest van de troepen blijft ingekwartierd, maar moet bij alarm langsheen de Schelde ontplooien tussen Zwijnaarde in het noorden en Eke in het zuiden.

Om 22u00 krijgt de divisie de opdracht om een bataljon van het 1ChA op pre-advies van een uur te plaatsen om indien nodig tussen beide te komen ten voordele van de 2Div die te Kwatrecht de strategisch belangrijke Brusselsesteenweg verdedigt en hier contact gemaakt heeft met de aankomende vijand.

Geneeskundig Korps, Intendance, Transportkorps/1DivChA
Deze elementen kantonneren alle te Sint-Martens-Latem, met uitzondering van het Peloton Luchtafweermitrailleurs dat te Nazareth verblijft.

Staf 1DivChA
Ten gevolge van de aanval op het Bruggenhoofd Gent in de sector van de 2Div te Kwatrecht, wordt bij de 1DivChA gestart met de planning van de ontplooiing langsheen de Bovenschelde tussen Zwijnaarde in het noorden en Eke in het zuiden.  De drie regimenten zullen indien nodig opgesteld worden in enkele lijn met het 1ChA in het noorden, het 2ChA in het centrum en het 3ChA in het zuiden.  Bij het 1ChA wordt deze ontplooiing bijzonder lastig door het vertrek van het IIIde Bataljon naar de sector van de 2Div.

Staf 1DivChA
Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de Ijzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. In deze eerste fase zullen tevens een aantal troepen teruggetrokken worden uit het Bruggenhoofd Gent, de stad Gent en het Kanaal Gent-Terneuzen. Deze zones zullen dan definitief ontruimd worden tijdens de nacht van 23 op 24 mei. Om de Britten toe te laten meer troepen vrij te maken voor de geplande tegenaanval rond Arras, geeft onze legerleiding zijn akkoord om de 44th Infantry Division aan de Schelde af te lossen en de Belgische linies aan de Leie tot aan de rand van Menen te verlengen. De aflossing aan de Schelde wordt afgelast door de snelle ontwikkeling van de Duitse opmars.

Na de gevechten te Kwatrecht wordt bij de 2Div het IIIde Bataljon van het 5Li van de frontlinie weggehaald.  Het bataljon wordt gereorganiseerd in de ondersector van het 1ChA.

De divisie beveelt om 15u45 aan zijn regimenten om tegen 20u00 de gevechtsposities te bezetten.

Staf 1DivChA
Om 14u20 beveelt het Groot Hoofdkwartier dat de 5Div en de 1DivChA hun posities aan de Bovenschelde dienen te verlaten tijdens de nacht van 23 op 24 mei.  De beide divisies zullen in reserve geplaatst worden van het VI/LK.  Voor de terugtocht kan gebruik gemaakt worden over de bruggen over het Afleidingskanaal van de Leie te Nevele, Landegem en Merendree.  De brug te Deinze is reeds vernield.  De 5Div zal als eerste terugtrekken en zal gevolgd worden door de 1DivChA.  Deze laatste moet de Leie oversteken via de geniebrug te Baarle om zich vervolgens te richten naar de bruggen van Landegem en Merendree.  Na de terugtocht moet de divisie halt houden in het gebied tussen Bellem en Vinkt.  De commandopost moet hierbij overgebracht worden naar Ruiselede.

De divisiestaf vertaalt dit in de volgende orders die per telefoon verspreid worden vanaf 19u15:

  • Het 1ChA moet van Zwijnaarde naar Vinkt terugtrekken via Hutsepot, Sint-Martens-Latem, de geniebrug te Baarle, Landegem, Hansbeke, Bellem, Loveld en Lotenhulle.
  • Het 2ChA zal zich naar Bellem verplaatsen via Beer, Scheldevelde, Sint-Martens-Latem, de geniebrug te Baarle, Baarlevelde, Luchteren, Merendree en Hansbeke.
  • Het 3ChA moet van Landuit naar Lotenhulle via Zwartegat, De Pinte, Klein-Nazareth, Astene, Sint-Martens-Latem, de geniebrug te Baarle, Landegem, Hansbeke, Bellem en Loveld
  • De divisie behoud de artilleriemiddelen van de I/4LA, de II/17A en de II/19A.  De groep van het 4LA zal de aftocht onmiddellijk aanvatten en moet naar de noordrand van Poesele.  Vervolgens zullen de beide groepen van de rijdende artillerie de tocht aanvatten om zich naar de zuidrand van hetzelfde dorp te richten.  De artillerie zal tevens gebruik maken van de geniebrug te Baarle.

Het 2ChA en het 3ChA zullen zich vanaf 22u00 terugtrekken, gevolgd om 22u30 door het 1ChA.  Het 2ChA moet als eerste passeren over de brug van Baarle.  Alle drie regimenten moeten uiterlijk tegen 00u30 op de linkeroever van de Leie staan.  Elk van de bataljons zal zijn 10de Compagnie, één compagnie fuseliers een een aantal T13 voertuigen aanduiden als achterhoede.  Het 1ChA moet zijn voorste bataljon op zijn posities behouden tot bij elk van de regimenten het gros van de troepen onderweg is.  De fuselierscompagnies van de achterhoede zullen de Scheldeoever verlaten om 02u00 en zich terugtrekken terwijl de motorwielrijders van de 10de Compagnie de aftocht zullen dekken door een stellingname langsheen de steenweg van Gent naar Kortijk tussen Sint-Denijs-Westrem in het oosten en het kruispunt van de Pontstraat in het westen.  Wanneer de fuselierscompagnies de Leie over zijn, zullen de motorwielrijders dekking bieden langsheen de steenweg van Gent naar Deinze te Drongen (10/2ChA), Baarle (10/1ChA) en Sint-Martens-Leerne (10/3ChA).  Wanneer vervolgens alle troepen het Afleidingskanaal van de Leie overgestoken zijn, mogen ook de motorwielrijders en de T13 pantsers naar hun nieuwe kantonnement terugtrekken.

De divisiestaf wordt overgebracht naar Ruiselede.

Geneeskundig Korps/1DivChA
Het geneeskundig korps moet zich verplaatsen naar Koolskamp.

Peloton Luchtafweermitrailleurs/1DivChA
Het peloton krijgt de opdracht om terug te trekken naar Ruiselede via Sint-Martens-Latem, de geniebrug te Baarle, Landegem, Hansbeke, Bellem, Loveld en Lotenhulle.

Staf 1DivChA
Op de marsroutes naar de brug van Baarle is het onnoemelijk druk.  De stafofficieren hebben de planning immers gebaseerd op eenrichtingsverkeer naar het westen, met simultane doortocht van twee colonnes voertuigen een een colonne voetvolk.  Bij de brug van Nevele is het al niet beter.  Het resultaat is een vertraging van enkele uren zodat de eenheden van de divisie hun nieuwe kantonnementsplaatsen pas tussen 05u00 en 09u00 bereiken.  Een wielrijdscompagnie is achtergebleven bij de militaire noodbrug van Baarle om de genie toe te laten het kunstwerk af te breken en te evacueren.

Het divisiehoofdkwartier wordt om 06u30 geopend in Kasteel De Roo te Doomkerke, een dorpje ten noordwesten van Ruiselede.  De divisie blijft deel uitmaken van het VIde Legerkorps.  Dit korps heeft de 2Div, 4Div en 5Div in stelling het Afleidingskanaal van de Leie tussen het Kanaal Gent-Brugge (exclusief) en Deinze (exclusief). De 2Div staat in het noorden opgesteld, de 5Div in het centrum en de 4Div in het zuiden.

De divisie zal de dag in relatieve rust doorbrengen.  Om 14u30 stuurt het Groot Hoofdkwartier een bevel naar de staf van het VI/LK om de 1DivChA op 25 mei af te staan aan het IV/LK.  De divisie is aangeduid voor de verdediging van Roeselare en van het gedeelte van het Kanaal van Roeselare naar de Leie tussen deze eerste stad en Izegem.  Ook moeten de artilleriemiddelen van het 17A doorgestuurd worden naar het IV/LK.

Terwijl de divisiestaf de planning voor de komende verplaatsing opstart, blijven de eenheden in hun kantonnementen.

Geneeskundig Korps/1DivChA
De medische hulpplaats van de divisie is te Koolskamp.  Zieken en gewonden kunnen afgevoerd worden naar het medisch-chirurgisch centrum (MCC) van het VI/LK te Roeselare of het MCC van het GUSSA te Klerken/Zarren.

Intendance/1DivChA
De intendance bevindt zich aan de Lichterveldestraat te Koolskamp.  Levensmiddelen worden afgehaald in de depots te Oostende.

Transportkorps/1DivChA
Het transportkorps is te Koolskamp, met uitzondering van het ARCA dat te Torhout is samengebracht met de andere ateliers van het VI/LK.  Munitie kan opgehaald worden in het depot van Houthulst.  Handgranaten zijn beschikbaar in het depot op binnenvaartuigen te Oudenburg.  Brandstof kan bekomen worden via de provinciestaf bij BP aan de Louis Coiseaukaai te Brugge.  Voor smeerstoffen kan men bij drie handelaars te Brugge terecht tegen opeisingsbon. 

Provoostdienst/1DivChA
De provoostdienst heeft controleposten voor gevluchte militairen op de lijn Aalter-Tielt.  Krijgsgevangenen kunnen afgevoerd worden naar het verzamelcentrum voor het VI/LK te Poeke.

Staf 1DivChA
Het bevel om te vertrekken naar het IV/LK voor een inzet te Roeselare en het Kanaal van Roeselare naar de Leie wordt om 08u30 ingetrokken door het Groot Hoofdkwartier.  De vijand is immers gestart met een succesvolle aanval uit op de posities van de 4Div te Meigem de actie leidt al heel snel tot massale overgaven bij de eenheden van deze divisie.  De vrees op een doorbraak is dan ook reëel.

In een eerste fase wordt de divisie onder het rechtstreekse bevel van het Groot Hoofdkwartier genomen om vanuit de kantonnementsplaatsen Vinkt, Lotenhulle en Bellem een naar het oosten gerichte defensieve linie te organiseren.  Hierbij zal ook de II/17A en II/19A ter plekke behouden worden, maar deze eerste groep blijkt al vertrokken te zijn naar het IV/LK en wordt niet meer teruggeroepen.  De II/19A moet in stelling gaan ten zuiden van Poeke en zal aangestuurd worden door de Commandant Artillerie van de 4Div.  Van noord naar zuid plaatst het 2ChA plaatst zijn drie bataljons op een enkel echelon tussen Bellem en de gehuchten Markette en Malsem.  Het 3ChA ontplooit het II/3ChA tussen Bollestraat en Prostdij, het III/3ChA tussen Prostdij en Seyshoek, en het I/3ChA op het tweede echelon te Kleithoek. Bij het 1ChA wordt het I/1ChA eveneens gedetacheerd naar de 4Div, zodat alleen het III/1ChA overblijft voor de verdediging van Vinkt.  De 10Cie van het 3ChA wordt uitgestuurd om aan de hand van patrouilles tussen deze nieuwe linie en de sector van de 4Div de opmars van de vijand na te gaan en begeeft zich vervolgens naar Seyshoek om de verbinding tussen het 3ChA en het 1ChA te verzekeren.  De II/19A wordt om 10u30 alweer teruggeroepen van de 4Div en moet in stelling gaan tussen Lotenhulle en Seyshoek.

Om 11u00 meldt een patrouille van de 10/3ChA enkele vijandelijke elementen die nabij het gehucht Beekkant parallel met de Poekebeek in de richting van Vinkt oprukken.  Luitenant-generaal Descamps vraagt om het I/1ChA terug te krijgen van de 4Div, wat hem door de verbindingdingsofficier van het GHK om 11u40 ook toegestaan wordt.   De dvisiestaf beveelt tevens om alle niet-noodzakelijke voertuigen te evacueren uit het frontgebied en samen te brengen te Nachtegaal en Ondank.  Het VI/LK drukt er op dat Vinkt niet mag vallen.

Tegen het middaguur is de situatie bij het 2ChA nog steeds rustig.  Het 3ChA meldt vijandelijke infiltratiepogingen vanuit Nevele en het gehucht Kerrebroek in de richting van Poesele, en vanuit Kruisweg naar Beekkant.  De Duitsers lijken niet te vorderen richting Vinkt, maar het dorp ligt wel onder zwaar artillerievuur.

In een tweede fase opereert de 1DivChA vanaf 12u40 opnieuw onder het commando van het VI/LK.  Het GHK beveelt aan het IV/LK en het VI/LK een aantal troepenverplaatsingen in een poging om een continu front te organiseren dat een verdere doorbraak van uit de sector van de 4Div moet indijken.  Ten zuiden van Vinkt gebeurt dit door een bevel aan de 2DivChA om met het 5ChA een verbinding te maken tussen Vinkt en Deinze.  In het noorden wordt het III/1J toegevoegd aan het 7Li om tussen Bollestraat en Veldeken een dwarsstelling met front naar het zuiden te organiseren.  Allicht zet deze laatste interventie de Duitsers ertoe aan op hun opmars naar het westen om te buigen zodat tegen 16u15 contact gemaakt wordt aan de oostrand van Vinkt met de troepen van het 1ChA.

De divisie reageert door op meer troepen in vijandelijke richting op te stellen.  Te Seyshoek, op de noordelijke oever van de Poekebeek, is tegen 18u30 is 10Cie van het 3ChA vervangen door de 7Cie van hetzelfde regiment dat nu front maakt naar het oosten.  Tussen de Poekebeek en Vinkt is het I/1ChA in stelling gegaan langsheen de Heirstraat.  Hier is de 10Cie van het 1ChA weggehaald om ten westen van Vinkt in reserve te gaan.  Het dorp Vinkt wordt nog steeds bezet door het III/1ChA.

Omstreeks 19u00 neemt de hevigheid van het artilleriebombardement op Vinkt toe en een uur later slaagt de vijand er in om de oostrand van het dorp binnen te dringen.  Tegen 22u00 heeft het III/1ChA het verloren terrein echter opnieuw in eigen handen.  De staf van het VI/LK is ondertussen reeds op de hoogte gebracht van de incursie in het dorp en heeft om 20u00 een tegenaanval bevolen aan de 1DivChA door het 3ChA.

Deze tegenaanval vormt dan ook de derde fase.  Kolonel Robert van het 3ChA wordt verantwoordelijk voor deze actie waarvoor het I/3ChA, III/3ChA, 10/1ChA en 10/3ChA zullen ingezet worden, ondersteund door de II/19A.  Aan deze formatie zullen nog eens twee groepen van 12A en twee groepen van 22A toegevoegd worden.  De beide bataljons van het 3ChA zullen op hun huidige posities vervangen worden door het I/2ChA en het III/2ChA.

De tegenaanval door het 3ChA start om 01u40 en loopt via de beide zijden van de Heirstraat naar Vinkt.  De objectieven worden zonder grote tegenstand bereikt, temeer omdat de vijand zich niet langer in de dorpskern van Vinkt bevindt.  Tegen 06u00 is het III/1ChA afgelost en teruggetrokken naar de omgeving van Hoeve ter Borght.  Ook de beide Compagnies Motorwielrijders bevinden zich ten westen van het dorp.  Tussen de Poekebeek en Vinkt staan nu van noord naar zuid het I/1ChA, III/3ChA en I/3ChA.  Ten zuiden van dit bataljon starten te posities van de 2DivChA en bevindt zich nog steeds het 5ChA.  Dit alles vormt nu een nieuwe ondersector zuid onder het bevel van Kolonel Robert van 3ChA.  Ten noorden van de Poekebeek zijn de troepen samengebracht in een nieuwe ondersector noord onder het bevel van Kolonel SBH Merckx van 2ChA.  Hij beveelt het 2ChA en het II/3ChA.  De divisie wordt vervolgens in twee gesplitst.  De troepen van ondersector noord blijven onder bevel van LtGen Descamps en de 1DivChA die direct bevolen wordt door het Groot Hoofdkwartier.  De troepen van ondersector zuid worden aangehecht bij de 4Div.

Het front bij het VI/LK lijkt zich even te stabiliseren, maar dan komt al snel weer een dreiging van uit het zuiden.  Bij het VII/LK verovert de vijand Grammene, Gottem, Dentergem en Oeselgem en wordt getracht om deze opmars in te dijken door een stellingname langsheen de spoorlijn Tielt-Deinze.  Het VI/LK beveelt kort na de middag aan de staf van de 4Div om tussen Aarsele en Vinkt een nieuwe linie te installeren die de verbinding moet maken met de inspanningen van het VII/LK.  Om dit te realiseren worden twee bataljons gebruikt: in eerste instantie wordt het II/3ChA verplaatst van het gehucht Bollestraat naar de zone russen Vinkt en Veldenskapelleke, en daarnaast wordt het Iste Bataljon van het 4J naar de zone tussen Veldenskapelleke en Aarsele gestuurd.  Na het vertrek van het II/3ChA tenslotte zal het II/2ChA het bataljonsvak aan Bollestraat overnemen.  De orders voor deze verplaatsingen vertrekken om 13u30.

De bevelvoering wordt alweer aangepast wanneer om 16u45 de 1DivChA opnieuw de ganse divisie beveelt, met uitzondering van het 2ChA dat door het GHK aangestuurd blijft.  De staf van de 4Div vertrekt naar Waardamme om de restanten van de eigen divisie te reorganiseren.

Om 20u45 wordt het 2ChA echter alweer aangehecht bij de 1DivChA.  Het regiment zal ingezet worden om tijdens de nacht van 26 op 27 mei langsheen de Neringbeek een tweede echelon te organiseren achter de troepen die op de lijn Aarsele-Vinkt in stelling gegaan zijn.

Geneeskundig Korps/1DivChA
Zieken en gewonden kunnen vanaf 19u00 afgevoerd worden naar de medisch-chirurgische centra te Roeselare en Torhout.

Intendance/1DivChA
De intendance bevindt zich in een hoeve 500m west van Ruddervoorde.  Levensmiddelen worden bevoorraad van uit het depot te Torhout.

Transportkorps/1DivChA
De staf van het transportkorps is te Sijslo.

Staf 1DivChA
Tijdens de nacht van 26 op 27 mei realiseert de divisie een nieuwe opstelling tussen Aarsele in het westen en Beekkant in het oosten.  Binnen deze nieuwe sector wordt het eerste echelon verdeeld in twee ondersectoren, gedekt door een tweede echelon:

  • Ondersector west loopt vanaf de zuidrand van Aarsele tot aan de samenloop van de Westkoutersbosbeek en de Maanbeek en staat onder het bevel van Majoor Lecocq van het 1ChA.  Van west naar oost wordt deze ondersector verdedigd door het I/4J en het II/3ChA.
  • Ondersector oost loopt verder vanaf dit punt tot de plaats waar de Kleine Reigersbeek de Deinzestraat kruist even ten zuiden van het dorp Vinkt.  Hier buigen de linies af naar het noorden om het dorp Vinkt te omschrijven en tenslotte bij Beekkant te eindigen.  Deze ondersector staat onder het bevel van Kolonel Robert van het 3ChA en wordt van west naar oost bezet door het III/1ChA, I/3ChA. III/3ChA en I/1ChA.
  • Het tweede echelon volgt de loop van de Neringbeek en wordt bevolen door Kolonel Merckx van het 2ChA.  Van west naar oost zijn het II/2ChA, I/2ChA en III/2ChA opgesteld.
  • De 10de Compagnie Motorwielrijders van het 1ChA wordt in reserve gehouden langsheen de Vinkse Binnenweg net achter het tweede echelon.
  • Net ten westen van Aarsele start de sector van de 2de Divisie Ardeense Jagers en is het 5ChA opgesteld.  Ten oosten van Beekkant verdedigt de 5de Infanteriedivisie het front en wordt de verdediging van het eerste echelon overgenomen door het III/1J.

Vanaf 08u15 valt het 3ChA op zijn zuidoost flank te Vinkt opnieuw onder een zwaar artilleriebombardement.  De vijandelijke artillerie wordt bovendien gesteund door mitrailleurvuur en door de Luftwaffe.  Alle radio- en veldtelefoonverbindingen vallen uit, m.u.v. de telefoonlijn met het III/1ChA.  Goed twee uur later dringen de eerste Duitse troepen door op de scheidingslijn tussen het III/1ChA en I/3ChA.  De aanvaller bereikt op die manier de westelijke rand van Vinkt.  De aanval ontwikkelt zich ook in de richting van Aarsele.  Tegen 11u00 beveelt Kolonel Robert van 3ChA een terugtocht naar een lijn van de Hoeve Goed Ter Borght (nu: Aarseleweg 99) tot de Hoeve Nihul (nu: Lotenhullestraat 46).

Even voor 12u00 heeft echter de ganse 1DivChA het signaal gekregen om terug te trekken.  De divisie wordt naar het noordwesten bevolen om in stelling te gaan langsheen de Bundesbeek, parallel met de baan van Ruiselede naar Tielt.  Het hoofdkwartier van de divisie zal de commandopost te Grietjensgalge nabij Ruiselede overnemen die in de ochtend verlaten werd door de staf van de 4Div.  De troepen zullen zich terugtrekken onder dekking van het 2ChA dat langsheen de Neringbeek opgesteld blijft en van het II/3ChA deze linie naar het westen zal verlengen door een stellingname tussen de gehuchten Westhoek en Biesgat.   Het 1ChA moet zijn eenheden terugtrekken via de as Kanegem-Westhoek.  Het 3ChA zal een meer noordelijke route nemen via de as Meulewijk-Den Duine-Oosthoek.  Het kruispunt van de Tieltstraat en de Nagelstraat zal de scheidingslijn vormen tussen het 1ChA en het 3ChA.

In de loop van de namiddag ontvangt de divisiestaf een set orders van het VI/LK voor een nieuwe algehele terugtocht voor de nacht van 27 op 28 mei.  Het legerkorps moet zijn 2Div, 5Div en 1DivChA terugtrekken naar de lijn tussen Hertsberge in het noorden en Hille in het zuiden.  Hierbij zal de 1DivChA ten westen van de baan van Brugge naar Ingelmunster gebracht worden om post te vatten tussen Ondank in het noorden en Zwevezele in het zuiden.  Het 2ChA zal drie detachementen leveren voor de flankwacht van dit manoeuvre, terwijl de rest van het regiment de vaste achterhoede zal vormen.  De divisiestaf zal naar Berg-op-Zoom verhuizen.  De divisietroepen zullen tussen dit dorp en Veldhoek samengebracht worden.  De drie regimenten worden gehergroepeerd in de zone tussen Veldhoek, Zwevezele, de Lakebossen en Ondank met van west naar oost het 2ChA, 3ChA en 1ChA.

Geneeskundig Korps/1DivChA
De medische hulpplaats van de divisie wordt geïnstalleerd te Aartrijke.

Intendance/1DivChA
De intendance wordt verplaatst naar Aartrijke en ondergebracht bij Victor Verheye aan de Noordstraat 53.

Transportkorps/1DivChA
Het transportkorps wordt teruggetrokken naar Zerkegem.  Hier vindt de staf onderdak in hoeve Willem aan de Snellegemstraat.

Finale opstelling van de troepen van de 1DivChA.

Finale opstelling van de troepen van de 1DivChA.

Staf 1DivChA
De divisiestaf bereikt na een moeilijke nachtmars het dorpje Berg-op-Zoom om 04u00 en verneemt hier relatief snel dat het Belgische leger de wapens heeft neergelegd.  Dit wordt formeel bevestigt door het VI/LK om 05u00.

De rest van de dag wordt gebruikt om opnieuw enige orde te scheppen in de eenheden.  Zo wordt opnieuw contact gemaakt met het III/2ChA dat tijdens de aftocht oost van Ruiselede was achtergebleven.  Ook worden de levensmiddelen- en bagageechelons teruggebracht naar de eenheden en worden aankomende achterblijvers teruggestuurd naar hun pelotons en compagnies.

 

Na de capitulatie

Op 1 juni 1940 wordt de divisie afgeleid in de richting van Gent.  De troepen worden ‘s anderendaags doorgestuurd naar Zeveneken nabij Lokeren waar op 10 juni alle voertuigen, motoren en fietsen overgemaakt worden aan de bezetter.  Vervolgens worden de beroepsofficieren gescheiden van alle andere militairen.  De beroepsofficieren zullen op 14 juni naar Duitsland overgebracht worden, terwijl de rest van de manschappen in drie colonnes overgebracht wordt naar het oosten van het land met het oog op een mogelijke demobilisatie.

Slachtoffers

Geen gesneuvelden bekend.

Bibliografie en Bronnen