Type | Versterkings- en Opleidingsbataljon | |
Ontdubbeld van | 1ste Regiment Ardeense Jagers 2de Regiment Ardeense Jagers 3de Regiment Ardeense Jagers |
|
Taalstelsel | Franstalig | |
Onderdeel van | Versterkings- en Opleidingscentrum Ardeense Jagers | |
Bevelhebber | Kapitein-commandant Adolphe Javaux | |
Standplaats | Charleroi | |
Samenstelling | 1ste Compagnie Motorwielrijders Versterking (Lt G. Jamotton) 2de Compagnie Motorwielrijders Instructie (Cdt Paul Clement) 3de Compagnie Anti-tankkanonnen C47 Versterking en Instructie (Lt C. François) 4de Compagnie Mortieren M76 Versterking en Instructie (Lt M. Rahier) |
Staf/2Bn Moto ChA
In normale omstandigheden stonden de verschillende eenheden van de Ardeense Jagers zelf in voor de opleiding van hun nieuwe miliciens. Omdat dit moeilijk lag voor de reeds gemobiliseerde regimenten en bataljons, die zich zoals het Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers (Bn Moto ChA) al op hun gevechtsstellingen bevonden, werd de laatst opgeroepen lichting dienstplichtigen samengebracht in het Versterkings- en Opleidingscentrum Ardeense Jagers (VOC/ChA). In maart 1940 wordt een tweede bataljon motorwielrijders voor de Ardeense Jagers opgericht door het VOC/ChA. Het 2de Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers (2Bn Moto ChA) staat in voor de opvang en opleiding van de versterkingen bestemd voor het Bn Moto ChA en is gestationeerd te Charleroi. Het Bn Moto ChA werd zelf pas opgericht eind 1939 als bataljon van eerste reserve en bemand met militairen komende van 4ChA, 5ChA en 6ChA. Begin 1940 moest dit bataljon zelf nog een groot deel van de in versterking gekregen manschappen omscholen tot motorwielrijder.
1Cie/2Bn Moto ChA
De 1Cie moet de van mobilisatie vrijgestelde reservisten bestemd voor het Bn Moto ChA opvangen. Het gaat hier om militairen die omwille van een vrijstelling in de loop van de tweede helft van 1939 terug naar huis gestuurd werden, of om diverse redenen nog niet onder de wapens zijn geroepen. De 1Cie bestaat voor 10 mei alleen uit kaderpersoneel. Deze compagnie heeft geen eigen moto’s en kan de van mobilisatie vrijgestelde reservisten maar in de rangen opnemen na afkondiging van de algemene mobilisatie (fase E van het mobilisatieplan), hetgeen pas zal gebeuren bij het starten van de vijandelijkheden.
2Cie/2Bn Moto ChA
De miliciens van de klas 40 bestemd voor de compagnies motorwielrijders van het Bn Moto ChA worden ondergebracht in de 2Cie Motorwielrijders Instructie. De rekruten worden bij mondjesmaat overgeheveld naar het nieuwe bataljon en vangen vanaf maart 40 aan met hun opleiding.
3Cie en 4Cie/2Bn Moto ChA
De miliciens van de klas 40 bestemd voor de Compagnie Steunwapens van het Bn Moto ChA worden ondergebracht in de 3de en de 4de Cie die instaan voor de opvang en opleiding van niet-getrainde rekruten en van mobilisatie vrijgestelde reservisten. De 3Cie en de 4Cie zijn beide gemengde compagnies Versterking en Instructie.
Staf/2Bn Moto ChA
Net zoals alle andere eenheden van het VOC/ChA krijgt ook het 2Bn Moto ChA om middernacht het bevel om zich vanaf dageraad naar zijn alarmkantonnement te begeven. Men vreest immers dat de reguliere kazernes van ons leger gebombardeerd zullen worden en de eenheden van het VOC/ChA moeten zich door een onmiddellijke verhuis in veiligheid brengen. Dit vooraf verkende alarmkantonnement bevindt zich aan de rand van Charleroi.
Naar aanleiding van de Duitse invasie wordt op 10 mei om 06u00 de algemene mobilisatie afgekondigd waardoor de nog niet gemobiliseerde reservisten opgeroepen worden om het bataljon te vervoegen. Het VOC/ChA geeft omstreeks 06u00 eveneens het bevel de oorlogskantonnementen in Oost-Vlaanderen in te nemen zoals voorzien in het mobilisatieplan. Het mobilisatieplan voorzag dat elke eenheid van het VOC/ChA bij een vijandelijke inval zou uitwijken naar een oorlogskantonnement in het westen van het land. Het was de bedoeling om daar, ver verwijderd van de vijandelijkheden, de opleiding van de miliciens van de klas 40 in relatieve rust te kunnen voortzetten. Het 2Bn Moto ChA begint onmiddellijk met voorbereiding van de evacuatie naar zijn oorlogskantonnement te Sint-Gillis-Waas.
Staf/2Bn Moto ChA
De staf van het VOC/ChA komt aan te Sint-Gillis-Waas, gevolgd door zijn eenheden. Naast het 2Bn Moto ChA arriveren eveneens het 7de Regiment Ardeense Jagers (7ChA) en het Bataljon Grenswielrijders (Bn CyF). Het VOC/ChA beschikt ook nog over een schoolcompagnie die de onderofficieren in opleiding moet opvangen nu de scholen van het leger gesloten zijn.
De verschillende eenheden worden in hun kantonnementen geïnstalleerd. Op de slagorde van het 2Bn Moto ChA zijn zo’n 750 militairen voorzien. Met de beschikbare zware machinegeweren wordt gepoogd om de luchtafweer van de kantonnementen te verzekeren.
1Cie/2Bn Moto ChA
De komende dagen zullen de opgeroepen reservisten toekomen bij het 2Bn Moto ChA. De meesten zullen een lange en moeilijke reisweg afleggen en raken nu het openbaar vervoer grondig verstoord is slechts met moeite in Sint-Gillis-Waas.
Staf/2Bn Moto ChA
Door de snelle opmars van de Duitsers werd het voor het Groot Hoofdkwartier (GHK) snel duidelijk dat de verdere opleiding van rekruten van de klas ’40 enkel in Frankrijk, ver achter de de eigen linies kon gebeuren. Het 2Bn Moto ChA ontvangt op 13 mei het bevel van het VOC/ChA om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Frankrijk. Dit naar analogie van wat er tijdens de Eerste wereldoorlog gebeurde. Niet alleen de 2de Compagnie Motorwielrijders Instructie maar ook de 1ste Compagnie Motorwielrijders Versterking wordt samen met de rest van het bataljon naar Frankrijk doorgestuurd. Het overbrengen van de versterkingscompagnie naar Frankrijk was een minder goed idee want eens de compagnie op spoor gezet en naar Frankrijk geëvacueerd, kon ze niet meer instaan om de tijdens de veldtocht geleden verliezen van het Bn Moto ChA terug aan te vullen.
De verplaatsing naar Frankrijk is echter totaal niet voorbereid. Er is geen voorafgaandelijke regeling met de Franse militaire noch burgerlijke overheid, er zijn geen voorafgaandelijke verkenningen van kantonnementen uitgevoerd en er is slechts proviand voor twee dagen. Bovendien bestaat er geen logistieke organisatie voor herbevoorrading in Frankrijk. Daarenboven moet de commandant van het VOC/ChA zelf vervoer per spoor regelen door de treinen te gebruiken die het 7de Franse Leger van generaal Giraud naar Zeeland hadden gebracht. Het bevel om de VOC’s naar Frankrijk te evacueren kwam echter geen dag te vroeg want de 13de mei om 16u00 steken de Duitsers de Maas over te Sedan en begint hun opmars naar de Atlantische kust met als opzet zoveel mogelijk geallieerde troepen te omsingelen.
Staf/2Bn Moto ChA
Het bataljon scheept in op een trein in het station Sint-Gillis-Waas op de voormalige lijn 54 Mechelen – Sint-Niklaas. Deze trein maakt deel uit van een colonne van vijf treinstellen die het gros van het VOC/ChA vervoeren naar Frankrijk. De reis door ons land verloopt langzaam maar toch relatief vlot. De bevelhebber van het VOC/ChA, Generaal-Majoor Lambert, aanschouwt de voorbijtrekkende treinen in het station van Moeskroen.
Staf/2Bn Moto ChA
De vijf treinen passeren Orleans waar Generaal Lambert contact opneemt met het commando van de VOC’s. Die sturen de Ardeense Jagers verder naar de Pyreneeën.
Staf/2Bn Moto ChA
Het 2Bn Moto ChA wordt na een kort oponthoud in Argelès-sur-Mer nabij Perpignan doorgestuurd naar Pont-Saint-Esprit in de Gard. De colonne van vijf treinen van het VOC/ChA zet zich opnieuw in beweging.
Staf/2Bn Moto ChA
Het bataljon komt aan te Pont-Saint-Esprit.
Staf/2Bn Moto ChA
Het bataljon wordt ontbonden op 24 juni en verdwijnt van de slagorde na de reorganisatie van de Versterkings- en Opleidingscentra.
Geen gesneuvelden bekend.
- Jamart, J., 1994, L’armée belge de France en 1940, Bastenaken: Schmitz.