44ste Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Type Infanterieregiment van de tweede reserve  
Ontdubbeld van 14de Linieregiment
7de Linieregiment
13de Linieregiment
 
Taalstelsel Nederlandstalig  
Onderdeel van 16de Infanteriedivisie  
Bevelhebber Luitenant-kolonel Louis De Loucker  
Adjudant-majoor Kapitein-commandant Jules Vandercapellen  
Standplaats Bruggenhoofd Gent
Ondersector Kwatrecht-Semmerzake
Commandopost te Merelbeke
 
Samenstelling I Bataljon (Kapitein-commandant Jean Gallez) 1ste Compagnie Fuseliers (Cdt Maurice Dineur)
2de Compagnie Fuseliers (Cdt Gaston Danneels)
3de Compagnie Fuseliers (Lt M. Declaye)
4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Jules Rivière)
  II Bataljon (Kapitein-commandant Oscar Cremer) 5de Compagnie Fuseliers (Lt H. Housiaux)
6de Compagnie Fuseliers (Lt L. De Bruyn)
7de Compagnie Fuseliers (Cdt R. Liégois)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Léonard Schares)
  III Bataljon (Majoor SBH Armand Berben) 9de Compagnie Fuseliers (Cdt Maurice Fraiture)
10de Compagnie Fuseliers (Lt Marcel Sels)
11de Compagnie Fuseliers (Lt Raymond Pairon)
12de Compagnie Mitrailleurs (Kapt Leon Page)
  Stafcompagnie (Luitenant J. Robert)
  Geneeskundige Compagnie (Geneesheer 1ste Kapitein Georges Pirson)
  Peloton Verkenners (Onderluitenant Jean Lambrecht)

Tijdens de mobilisatie

Staf/44Li
Het 44ste Linieregiment (44Li), een infanterieregiment van tweede reserve, wordt op 11 september 1939 bij afkondiging van Fase D van het mobilisatieplan, te Slins gemobiliseerd als ontdubbelingsregiment van het Nederlandstalige 14de Linieregiment (14Li). Het 14Li werd tijdens het interbellum meermaals gereorganiseerd, waardoor er onvoldoende reservisten beschikbaar zijn om alle ontdubbelingsregimenten van 14Li te voorzien van kaders en manschappen. Het 44Li moet bijgevolg ook aangevuld worden met reservisten van het 7de Linieregiment (7Li) en het Franstalige 13de Linieregiment (13Li).  Officieel is het regiment Nederlandstalig, maar in de praktijk komt ongeveer de helft van de manschappen uit het zuidelijke landsgedeelte. In de mate van het mogelijke worden eentalige pelotons opgericht, maar nagenoeg alle compagnies zijn tweetalig en bevatten zowel Franstalige als Nederlandstalige pelotons. Het 44Li wordt toegevoegd aan de 16de Infanteriedivisie (16Div), een divisie van tweede reserve. De tweede reserve was in hoofdzaak samengesteld met dienstplichtigen behorende tot de oudere militieklassen ’28, ’29, ’30 en ’31. De twee andere infanterieregimenten van de 16Div zijn het 37ste Linieregiment (37Li) en het 41ste Linieregiment (41Li). Het 44Li wordt bevolen door Luitenant-kolonel De Loucker die op de staf wordt bijgestaan door Kapitein-commandant Vandercapellen (Adjudant-majoor), Luitenant Res J. Letawe (maintenanceofficier), Luitenant Res Heirman (officier bevoorrading), Luitenant Res Polomé (officier inlichtingen) en 1ste Kapitein Res Geneesheer Pirson (regimentsarts). In de infanterieregimenten van de tweede reserve ontbreekt, in tegenstelling tot de actieve infanterieregimenten en infanterieregimenten van eerste reserve, het vierde bataljon met de zware mitrailleurs, de zware mortieren en de anti-tankkanonnen C47mm. De fuseliers kregen in hoofdzaak oude Belgische Mauser geweren uit 1889 en Franse Chauchat FM15/27 lichte mitrailleurs die in 1915 aangekocht werden. Bovendien ontbrak het aan DBT granaatwerpers en moesten de mannen het stellen met Vivien Bessières tromblons die op de loop van een Lebel geweer gevezen kunnen worden en een dracht van nauwelijks 150m hadden. Het betreft wel bewapening die gebruikt werd door het Belgische leger toen de dienstplichtigen van de oudere militieklassen hun legerdienst deden.

Onmiddellijk na zijn oprichting vertrekt 44Li samen met de rest van de 16Div naar het Kamp van Beverlo om de cohesie van het regiment te trainen.  Eind september marcheert het 44Li te voet van Beverlo naar Antwerpen waar te Sint-Mariaburg (Brasschaat) kantonnementen worden opgezocht. 44Li verblijft tot begin april 1940 te Sint-Mariaburg binnen de Versterkte Positie Antwerpen. Wanneer op 4 april de 16Div permuteert met de 13de Infanteriedivisie (13Div), die tot op die datum het Bruggenhoofd Gent [1] en de Westkust bezette, vertrekt 44Li op 5 april per spoor naar het westen van het land. De divisiestaf installeert zich te Sint-Denijs-Westrem.  Het 37Li wordt doorgestuurd naar Nieuwpoort, het 41Li naar De Pinte en het 44Li naar Baarle. De Wielrijdersgroep van de 16Div vertrekt naar Veurne terwijl de overige eenheden van de divisie kantonnementen opzoeken te Gent. Vijf dagen na aankomst, op 10 april 1940, neemt de divisie officieel het bevel over van het naar Frankrijk gerichte front in de provincies West- en Oost-Vlaanderen [2].  Hierbij neemt het 41Li een ondersector in ten zuidwesten van Gent, tussen de Leie en de bovenloop van de Schelde.  Het 44Li neemt een ondersector in ten zuidoosten van de stad, tussen de bovenloop en de benedenloop van de Schelde. Voor deze opdracht staat de commandopost (of CP) opgesteld langs de Hundelgemsesteenweg te Merelbeke.

I/44Li

  • Staf/I/44Li
    Het Iste Bataljon van 44Li (I/44Li) wordt bevolen door Kapitein-commandant van de reserve Gallez. Na de overplaatsing van Antwerpen naar Gent kantonneert I/44Li eerst een tijdje te Baarle, daarna wordt het bataljon overgeplaatst naar Melle waar de compagnies kantonnementen opzoeken. In Melle bevindt zich ook nog de 3de Compagnie van het VIIde Bataljon van de Wachters van Verkeerswegen en Inrichtingen (3/VII/GVCE). Op 7 mei komt voor het eerst na de verhuis naar Gent, een alarmmelding binnen bij I/44Li. Cdt Gallez roept zijn compagniecommandanten om 20u00 bijeen in zijn CP die staat opgesteld in de Pontstraat Nr 3 te Melle. Verschillende punten in en rond Gent dienen te worden beveiligd. Tijdens de vergadering van 20u00 krijgen de compagnies hun opdrachten. Het alarm wordt afgeblazen op 8 mei om 12u00. Op 9 mei worden orders verspreid voor een alarmoefening waarbij I/44Li zich naar Landuit en Eke, twee gehuchten van De Pinte, dient te begeven om er een alarmkantonnement in te nemen. Volgens plan zal het bataljon op 10 mei om 05u00 verzamelen te Melle waarna de voetmars naar Landuit, een achttiental kilometer verderop, zal aangevat worden.
  • 1/I/44Li
    De 1ste Compagnie (1Cie) wordt bevolen door Kapitein-commandant van de reserve Dineur. Aan de vooravond van de oorlog worden de pelotons van de 1Cie bevolen door de luitenanten van de reserve Duvivier, Leruth en Hendrix. De compagnie heeft een kantonnement ingenomen te Appelhoek, een gehucht ten zuiden van Melle.
  • 2/I/44Li
    De 2de Compagnie (2Cie) staat onder bevel van Kapitein-commandant Danneels. De pelotons worden bevolen door Luitenant Delhez, Onderluitenant Penneman de Bosscheyde en Onderluitenant Noben. Aan de vooravond van de oorlog bevindt de 2Cie zich samen met de rest van I/44Li te Melle.
  • 3/I/44Li
    Luitenant Declaye neemt het bevel van de 3de Compagnie (3Cie) over op 19 april 1940 te Melle. Hij wordt in de compagnie bijgestaan door de luitenanten Genot, Barzin en Pirard, die de taak van pelotonscommandent vervullen. In april 1940 bezet de compagnie geen vaste stelling in het terrein. De eenheid kantonneert in Melle. In het kantonnement van Melle verloopt het leven zoals in een vredesvoetgarnizoen; de dagen worden gevuld met oefeningen en er wordt dagelijks theorie gegeven in een klaslokaal van de Gemeenteschool van Melle. Op 7 mei om 20u00 wordt Lt Declaye op de CP van I/44Li ontboden waar hij een lijst ontvangt met gevoelige punten die de 3Cie dient te beveiligen. De compagnie moet de brug over de Schelde te Melle, het station van Melle en het kruispunt van de baan Melle-Gent met de baan Merelbeke-Gent bewaken. De opdrachten worden verdeeld over de verschillende pelotons en tegen 21u30 staan alle pelotons opgesteld. De opdracht wordt de ganse nacht uitgevoerd en ook tijdens de voormiddag van 8 mei blijven de pelotons op post. ’s Middags wordt het alarm opgeheven en keren de pelotons terug naar hun kantonnementen in Melle.
  • 4/I/44Li
    De 4de Compagnie Mitrailleurs wordt bevolen door Kapitein-commandant Rivière. De compagnie bestaat uit vier pelotons uitgerust met zware mitrailleurs die telkens verdeeld worden over de andere compagnies. Cdt Rvière kon rekenen op de reserve luitenanten Cochart, A. Letawe en Sevenans evenals op Onderluitenant Kousen die allen de taak van pelotonscommandant vervulden.

II/44Li

  • Staf/II/44Li
    Het IIde Bataljon (II/44Li) staat onder bevel van Kapitein-commandant Cremer, een officier van het actief leger. Op 9 mei staat de CP van II/44Li opgesteld langs de Grote Baan te Schelderode.

III/44Li

  • Staf/III/44Li
    Het IIIde Bataljon (III/44Li) wordt bevolen door Majoor Stafbrevethouder (SBH) Berben, eveneens een officier van het actieve leger. Zijn CP staat opgesteld in de Koningin Astridlaan te Bottelare.
  • 9/III/44Li
    Luitenant van de reserve Delorge neemt op 7 mei 1940 het bevel van de 9Cie over van Cdt Res Fraiture die ziek wordt afgevoerd naar een militaire hospitaal. Lt Delorge wordt bijgestaan door Lt Res Neyn en de onderluitenanten Pauwels en Brouwers, allen pelotonscommandanten.

Pl Vknr/44Li
Het Peloton Verkenners van 44Li (Pl Vknr/44Li) staat onder rechtstreeks bevel van de Staf en wordt bevolen door Onderluitenant Lambrecht, een officier van het actief kader.

Staf/44Li
Het 44Li wordt kort na middernacht door de Staf/16Div op de hoogte gebracht van de afkondiging van het werkelijk alarm. De Staf/44Li verwittigt onmiddellijk de bataljons en geeft de opdracht om alarmkantonnementen te bezetten in de ondersector Semmerzake-Eke-Nazareth van het Bruggenhoofd Gent. Om 06u30, een half uur na het afkondigen van de algemene mobilisatie, verneemt de staf dat Franse en Britse troepen de Belgische-Franse grens zullen oversteken om zich naar hun gevechtsposities in België en Nederland te begeven. De Belgische troepen die zich in het marsgebied van de bevriende legers bevinden wordt gevraagd alle wegen vrij te maken en de geallieerde troepen zo goed als mogelijk bij te staan tijdens hun doortocht. In de ondersector van het 44Li gaat het in hoofdzaak om eenheden van het 7de Franse Leger [7(FRA)Leger] die naar Zeeland en Noord-Brabant oprukken [3]. Rond 09u00 verneemt het regiment van de divisiestaf dat de 16Div verplaatst zal worden naar het Bruggenhoofd Mechelen in het achtergebied van de K.W. Stelling. De bataljons worden ijlings teruggeroepen naar hun initiele kantonnementen om zich klaar te maken voor de verplaatsing naar Mechelen. Om 11u00, terwijl de bataljons nog op terugweg zijn naar hun kantonnementen rond Gent, wordt de opdracht in Mechelen afgeblazen en wordt een nieuwe opdracht gegeven aan de bataljons. Initieel worden nog orders gegeven om stelling te nemen in het bruggenhoofd Gent maar tegen de avond zal het regiment, naar aanleiding van de Duitse luchtlandingen nabij het Nederlandse regeringscentrum Den Haag [4] en langs het Albertkanaal, ingezet worden om de doortocht van de Franse troepen door Gent te beveiligen tegen luchtaanvallen en luchtlandingsoperaties.

I/44Li

  • Staf/I/44Li
    Om 02u00 geeft de Staf/I/44Li de afkondiging van het werkelijk alarm door aan de compagnies. Cdt Gallez laat de compagniecommandanten om 03u00 bij  hoogdringendheid verzamelen in de CP waar ze opdracht krijgen om de op 9 mei vastgelegde alarmkantonnementen te Landuit en Eke in te nemen. De verplaatsing naar Landuit en Eke was bij wijze van oefening al gepland voor de ochtend van 10 mei. Nu zal de verplaatsing uitgevoerd worden in het kader van de afkondiging van het werkelijk alarm. De compagnies worden verzocht om tegen 04u30 te verzamelen op een veldweg langs de spoorweg Melle-Gent waar de bataljonscolonne gevormd zal worden. Om 05u00 zet de bataljonscolonne zich in beweging. Er wordt per rijen van vier gemarcheerd zoals dit gebruikelijk was voor verplaatsingen in vredestijd. Hoog boven de marcherende troepen wordt een groot aantal Duitse vliegtuigen opgemerkt die zich naar het westen begeven. Kort na aankomst te Landuit worden de compagniecommandanten op de hoogte gebracht dat Franse en Britse troepen vanaf 06u30 de toelating kregen om Belgisch-Franse grens oversteken. Tevens wordt het bevel gegeven om onmiddellijk terug te keren naar de kantonnementen in Melle omdat het 44Li zich volgens de laatste orders naar Mechelen dient te begeven samen met de rest van de divisie. Voor de terugmars wordt het bevel over het bataljon doorgegeven aan Cdt Dineur, de bataljonscommandant moet zich direct aanmelden op de CP regiment om nieuwe orders in ontvangst te nemen met betrekking tot stellingname in Mechelen. Tegen 13u00 bereikt de bataljonscolonne Melle waar het bataljon opgewacht wordt door Generaal-majoor Clement, Commandant Infanterie (of CIDI) van de 16Div, die de manschappen kort toespreekt. De geplande verplaatsing naar Mechelen is ondertussen al afgelast, maar een nieuwe opdracht wordt gegeven. Het bataljon dient zich onmiddellijk naar Kwatrecht te verplaatsen om er tegen 15u00 stelling te nemen. Om 19u30 wordt ook de bezetting van deze stellingen opgeschort. De compagnies moeten terugkeren naar hun kantonnementen in Melle om er de nacht door te brengen. Cdt Gallez roept de compagniecommandanten bijeen voor de verspreiding van nieuwe orders. Voor de vierde keer tijdens de eerste oorlogsdag worden nieuwe orders gegeven aan de compagnies. Dit keer dienen de verplichte doorgangen voor de Franse troepen in en rond Gent beveiligd te worden tegen luchtaanvallen en mogelijke luchtlandingsoperaties.
  • 1/I/44Li
    De 1Cie komt om 04u30 aan op het verzamelpunt bataljon waarna om 05u00 de mars te voet wordt aangevat. Onderweg van Zwijnaarde naar Landuit zijn de manschappen rond 09u00 getuige van een luchtgevecht tussen Franse en Duitse vliegtuigen. Een Duits vliegtuig scheert rakelings over de colonne terwijl het onder vuur wordt genomen door de boordmitrailleurs van twee Franse vliegtuigen. De mitrailleurkogels slaan in vlakbij de marcherende troepen die uiteen stuiven. Naar aanleiding van dit incident wordt de bataljonscolonne opgebroken in kleine detachementen waarna de mars wordt verdergezet. Het was plots voor iedereen duidelijk dat de oorlog was uitgebroken. Na aankomst te Landuit wordt een korte rustpauze ingelast waarna het Iste Bataljon onder leiding van Cdt Dineur zal terugmarcheren naar Melle. De compagnie bereikt samen met de rest van het bataljon Melle tegen 13u00. Na de verdeling van het middagmaal vertrekt de 1Cie om 13u45 naar Kwatrecht waar tegen 15u00 de voorziene stellingen worden ingenomen. De CP van de 1Cie wordt opgesteld in een fabriek van landbouwmachines. Na de afgelasting van deze opdracht keert de compagnie terug naar Melle waar overnacht wordt. Ondertussen verneemt Cdt Dineur op de CP bataljon dat de 1Cie de volgende dag een beveiligingsopdracht in Sint-Amandsberg, ten noorden van Gent, dient uit te voeren. Die avond wordt Lt Hendrix overgeplaatst naar het Bestuur van de Veiligheid van de Staat.
  • 2/I/44Li
    De 2Cie maakt zich om 04u00 klaar om samen met de rest van het bataljon naar Landuit te marcheren. Om 13u00 bevindt de 2Cie zich opnieuw te Melle om vervolgens naar Kwatrecht te vertrekken. De opdracht te Kwatrecht wordt afgelast in de loop van de avond en omstreeks 20u00 is de 2Cie terug in zijn kantonnementen te Melle.
  • 3/I/44Li
    Lt Declaye wordt om 02u00 gewekt door Lt Genot met de boodschap dat het werkelijk alarm werd afgekondigd. De compagniecommandant begeeft zich naar de CP bataljon om zijn orders te ontvangen. Bij zijn terugkeer wordt het bevel gegeven om de bagage op de vrachtwagen te laden, de munitie te verdelen en te verzamelen voor de kerk van Melle. Om 04u00 wordt doorgemarcheerd naar het verzamelpunt bataljon, van waaruit vertrokken wordt naar Landuit. Lang verblijven ze er niet want al snel wordt het bevel gegeven om onmiddellijk naar Melle terug te keren om er de trein naar Mechelen te nemen. Tegen 13u00 komt de compagnie aan te Melle waar halt gehouden wordt op het stationsplein om het middagmaal te verdelen aan de troepen. De manschappen hebben in de loop van de voormiddag zo’n 36 kilometer te voet afgelegd. Kort na het middagmaal worden de compagniecommandanten geconvoqueerd op de CP van het bataljon voor de ontvangst van nieuwe orders. De compagnies dienen stelling te nemen te Kwatrecht. De 3Cie wordt versterkt met een peloton mitrailleurs van de 4Cie en moet enkele bunkers bezetten langs de baan Gent-Brussel. Wanneer de manschappen toekomen op hun stelling beginnen ze onmiddellijk met de bunkers proper te maken en met het aanleggen van verbindingsloopgraven tussen de bunkers. Bunker D22 onder de spoorwegbrug over de Brusselsesteenweg ten westen van Kwatrecht staat onder water [5]. Lt Declaye moet beroep doen op de brandweer om de bunker leeg te pompen. Om 19u30 wordt de opdracht afgelast en moet de 3Cie terugkeren naar Melle onder leiding van de oudste pelotonscommandant. De compagniecommandant moet zich om 20u00 aanmelden op de CP bataljon om nieuwe orders in ontvangst te nemen. Hier verneemt Lt Declaye dat zijn compagnie twee steunpunten dient in te richten. Het 1ste Peloton (1Pl) samen met het 2de Peloton (2Pl), versterkt met een peloton mitrailleurs van de 4Cie moet op 11 mei een steunpunt inrichten aan de viaduct van Merelbeke. Het 3Pl versterkt met een peloton fuseliers van de 2Cie en een peloton mitrailleurs van de 4Cie moet zich opstellen rond het kruispunt van de baan Gent – Brussel met de baan Merelbeke – Heusden. De 3Cie brengt in afwachting van de uitvoering van deze opdracht, de nacht van 10 op 11 mei door te Melle.

Staf/44Li
Het Groot Hoofdkwartier (GHK) wijst de 16Div aan voor de verdediging van Gent tegen luchtaanvallen en mogelijke luchtlandingsoperaties. De eerste detachementen van 44Li nemen in de loop van de ochtend stellingen in rond de stad en beginnen met de voorbereiding van deze nieuwe opdracht. De bataljons richten steunpunten in ten Oosten en Zuidoosten van de stad, onder meer te Oostakker, Broeken, Voorde, Destelbergen en Heusden. Terwijl het 44Li zijn nieuwe stellingen bezet, trekken steeds meer Franse troepen door het gebied richting Zeeland en Noord-Brabant.

I/44Li

  • Staf/I/44Li
    Het bataljon moet enkele steunpunten inrichten om gevoelige infrastructuur te beveiligen tegen luchtaanvallen en luchtlandingsoperaties. Vooral de anti-parachutisten opdracht zorgt voor veel nodeloos heen en weer gerij te wijten aan talrijke valse alarmen. In ons land heerst tijdens de eerste oorlogsweek een ware parachutistenkoorts (toen ook al naar verwezen als ‘parachutitis’ ) en het gonst van geruchten over mogelijke luchtlandingen. Nadat de companies naar hun respectievelijke opdrachten vertrokken zijn wordt de opvang van de verlofgangers geregeld. Wie nu nog terugkomt uit verlof zal worden opgevangen op het gemeentehuis van Melle en daarna worden doorgestuurd naar een kantonnement in Sint-Amandsberg. Het bataljon verzekert de ganse dag de wacht in verschillende steunpunten, de compagnies zullen in de loop van de volgende dag afgelost worden om van een rustpauze te kunnen genieten.
  • 1/I/44Li
    De manschappen van de 1Cie worden om 04u00 gewekt om de opdracht te Sint-Amandsberg voor te bereiden. Terwijl de compagnie rond 05u30 voor zijn kantonnementsplaat verzamelt, wordt het spoorwegenkruispunt (met brug 22) gelegen op 200 meter ten westen van Appelhoek zwaar gebombardeerd door een zware Duitse bommenwerper die solo opereert. Meerdere burgers en een wachter van 3/VII/GVCE raken gewond. Enkele bommen vallen op het station van Melle dat beschadigd raakt. Er breekt lichte paniek uit in de rangen van de compagnie maar de orde wordt snel hersteld. Na enige vertraging door het bombardement is de compagnie tegen 08u00 klaar om de voetmars naar Sint-Amandsberg aan te vatten. Eens aangekomen te Sint-Amandsberg worden steunpunten ingericht op de toegangswegen naar de stadswijk. Twee pelotons worden te paard op de baan Gent-Antwerpen, ter hoogte van de kerk van Oostakker, opgesteld. Het peloton van Lt Duvivier neemt stelling te Slotendries. De CP installeert zich te Sint-Amandsberg in de vetsmelterij van Jules D’Hondt. Tijdens de dag worden meerdere parachutistenalarmen afgekondigd, telkens zonder resultaat. Tegen de avond krijgt de compagnie het bevel om alle reclameborden van het Duitse merk “Pacha Chicorei” te verwijderen uit het straatbeeld [6]. De compagnie brengt de nacht van 11 op 12 mei door in de steunpunten val Slotendries en Oostakker.
  • 2/I/44Li
    Om 07u00 vertrekt de 2Cie om meerdere kruispunten tussen Heusden en Gent te bemannen. De nacht van 11 op 12 mei wordt op de kruispunten doorgebracht.
  • 3/I/44Li
    De compagnie verzamelt om 07u00 en wordt in twee opgedeeld. De pelotons Barzin en Pirard, versterkt met een peloton mitrailleurs van de 4Cie, vormen samen een detachement dat onder leiding van Lt Pirard naar Merelbeke vertrekt. Het peloton van Lt Genot blijft, samen met de pelotons in steun van de 2Cie en de 4Cie, onder bevel van Lt Declaye. Dit detachement neemt stelling op het kruispunt van de Merelbekestraat en de Brusselsesteenweg. Het detachement van Lt Declaye staat net opgesteld wanneer om 11u00 ook een Franse luchtafweerbatterij zich in de buurt komt opstellen. Nog voor de Franse luchtafweer volledig is opgesteld komen de eerste Franse colonnes al aan vanuit Merelbeke, om vervolgens de Schelde over te steken via de brug van Heusden. De ganse dag blijven Franse colonnes voorbij passeren. Om 16u00 komt plots de melding binnen dat er parachutisten gemeld zijn bij de brug van Heusden. Er wordt onmiddellijk een patrouille uitgestuurd die de volledige omgeving uitkamt maar tegen 17u30 onverrichterzake moet terugkeren. Lt Declaye krijgt op zijn steunpunt achtereenvolgens bezoek van Cdt Gallez gevolgd door de regimentscommandant in gezelschap van GenMaj Clement, de CIDI 16Div. De nacht treedt in en nog steeds passeren Franse colonnes het kruispunt.

Staf/44Li
Het 44Li blijft de komende dagen opdrachten uitvoeren rond Gent. Eens dat de verschillende steunpunten zijn ingericht wordt door de regimentsstaf een rotatiesysteem uitgewerkt zodat de opdrachten gedurende lange tijd kunnen worden volgehouden. Tot 16 mei zullende de drie bataljons om beurten een bewakingsopdracht uitvoeren. Eén bataljon is van wacht en bewaakt de steunpunten tegen luchtlandingen, een tweede bataljon is van piket en vormt de reservemacht van de divisie te Gentbrugge klaar om tussenbeide te komen in noodgevallen en een derde bataljon is met rust te Sint-Amandsberg. De commandopost van het regiment staat voor de ganse duur van de opdracht opgesteld te Sint-Amandsberg.

I/44Li

  • Staf/I/44Li
    Het beurtrolsysteem dat door de Staf/44Li werd uitgedacht wordt opgestart. De compagnies van I/44Li worden een na een op de steunpunten afgelost om vervolgens te verzamelen in een rustkantonnement te Sint-Amandsberg. Het bataljon geniet van een rustdag vooraleer de volgende dag om 10u00 te beginnen met de opdracht van piket. De nacht van 12 op 13 mei wordt te Sint-Amandsberg doorgebracht.
  • 1/I/44Li
    De steunpunten bezet door de 1Cie worden rond 16u00 overgenomen door de 7Cie van Cdt Liegeois om nadien een rustkantonnement in te nemen langs de baan Antwerpen-Gent. Lang duurt de rust niet want om 16u45 dient de compagnie een peloton uit  te sturen naar de baan Melle-Gent om er een politiepost te installeren die vluchtende burgers moet controleren. Het peloton van Lt Duvivier wordt voor deze opdracht aangeduid, hij dient om 18u00 klaar te zijn voor de uitvoering van deze opdracht.
  • 2/I/44Li
    De 2Cie wordt om 15u00 afgelost door een eenheid van III/44Li en vertrekt aansluitend naar het rustkantonnement te Sint-Amandsberg waar de compagnie rond 19u00 aankomt.
  • 3/I/44Li
    Het steunpunt bevolen door Lt Declaye wordt om 10u00 overgenomen door Lt De Ryck van de 8Cie. Lt Declaye geeft aan Lt Pirard, die het andere steunpunt van de 3Cie beveelt, rendez-vous in Gentbrugge. Na de overname van zijn steunpunt marcheert het detachement Declaye in colonne per één (of ‘par file indienne’) naar Sint-Amandsberg om er kantonnementen in te nemen. Ter hoogte van Gentbrugge vervoegt het detachement Pirard de colonne zodat de 3Cie terug compleet is. Om 14u00 komt de colonne aan te Sint-Amandsberg. Er wordt gegeten waarna de kantonnementen worden opgezocht om te rusten.

Pl Vknr/44Li
Het Peloton Verkenners (Pl Vknr) wordt in twee detachementen verdeeld. Een eerste detachement voert patrouilles uit op zoek naar parachutisten. Het tweede detachement rijdt elke vier uur een ronde tussen de diverse steunpunten.

Staf/44Li
Het 44Li blijft rond Gent.

I/44Li

  • Staf/I/44Li
    Vanaf 10u00 is I/44Li van piket en moet het bataljon zich klaar houden om te reageren op meldingen van gelande parachutisten. Een onophoudelijke stroom alarmmeldingen komt binnen op de CP van het bataljon. Telkens moet een patrouille uitgestuurd worden. Soms zijn de opdrachten vaag en zeer algemeen. Zo wordt door de rijkswacht een nationaal alarm verspreid naar alle eenheden met de boodschap uit te kijken naar Duitse spionnen die zich richting Gent begeven. De Duitsers zouden uniformen dragen van Belgische officieren en zich verplaatsen met een voertuig van het merk Renault met valse nummerplaat. Wachtposten op de baan Antwerpen-Gent wordt gevraagd om alle Renault voertuigen staande te houden. Het tempo van meldingen blijft maar stijgen tot op het punt dat het volledige bataljon is ingezet en er niet meer op nieuwe meldingen gereageerd kan worden.
  • 1/I/44Li
    De officieren en adjudanten van de 1Cie ontvangen eindelijk hun persoonlijk wapen, een pistool Browning. In de loop van de dag krijgt de compagnie opdracht om uit te kijken naar de Bugatti van Koning Leopold III, die ‘zou gestolen’ zijn uit de koninklijke villa in Knokke-Zoute. Alle Bugatti’s die op het wegennet rond Gent passeren moeten worden staande gehouden en gecontroleerd. Tegen 20u00 komt het Peloton Duvivier terug van zijn opdracht te Melle [7].
  • 3/I/44Li
    De 3Cie vervult vanaf 10u00 de opdracht van piket tot ongeveer 17u00 wanneer de compagnie zich klaar moet maken om twee steunpunten over te nemen. Twee pelotons fuseliers versterkt met een peloton mitrailleurs wordt naar Merelbeke gestuurd, het derde peloton zal het kruispunt te Heusen bezetten. Lt Declaye krijgt het bevel over het steunpunt te Merelbeke. Tegen 20u00 zijn de steunpunten overgenomen, de nacht van 13 op 14 mai wordt in de steunpunten doorgebracht.

Staf/44Li
Het 44Li wordt nog steeds in reserve gehouden rond Gent. De Duitse voorhoede bereikt tegen de avond de K.W. Stelling nabij Leuven en begint met het aftasten van het verdedigingsdispositief. Het 7(FRA)Leger dat in Noord-Brabant op heftige Duitse tegenstand stootte, wordt naar Frankrijk teruggeroepen nadat op 13 mei de Franse linies te Sedan doorbroken werden en de Duitsers de Maas zijn overgestoken. De Franse troepen keren in snel tempo terug naar de Franse legerzone en doortrekken nu de provincie Oost-Vlaanderen in omgekeerde richting

I/44Li

  • Staf/I/44Li
    I/44Li is opnieuw met wachtdienst en dient verschillende steunpunten te bemannen vanaf 10u00. Om 20u00 wordt het bataljon afgelost, de compagnies verzamelen opnieuw te Sint-Amandsberg om er de nacht van 14 op 15 mei door te brengen.
  • 1/I/44Li
    Om 10u00 neemt de 1Cie de steunpunten van Oostakker en Slotendries terug over tot ze om 18u45 opnieuw worden afgelost door de 7Cie.
  • 2/I/44Li
    Vanaf 19u00 bezet de 2Cie opnieuw de kruispunten tussen Gent en Heusden. De 2Cie blijft op post tot de volgende dag 06u00.
  • 3/I/44Li
    De compagnie verblijft tot 20u00 op de steunpunten te Merelbeke en Heusden. De dag passeert zonder incidenten waarna om 20u00 de wacht wordt overgegeven en de 3Cie zich te voet naar Sint-Amandsberg begeeft.

Staf/44Li
Het 44Li voert nog steeds opdrachten uit rond Gent, ver van de vijandelijkheden. Gedurende de dag wordt over de ganse lengte van de K.W. Stelling contact gemaakt met de vijand. Vooral ten noorden van Leuven wordt hevig gestreden.

I/44Li

  • Staf/I/44Li
    I/44Li bevindt zich, met uitzondering van de 2Cie, bij het aanbreken van de dag in de rustkantonnementen te Sint-Amandsberg. Het bataljon kan profiteren van een rustdag.
  • 2/I/44Li
    De 2Cie wordt om 06u00 afgelost en marcheert terug naar de rustkantonnementen te Sint-Amandsberg.
  • 3/I/44Li
    Rustdag in Sint-Amandsberg.

Staf/44Li
In de loop van de dag komen verschillende eenheden van de 4de Infanteriedivisie (4Div) toe ten zuiden van Gent. Deze gehavende divisie die aan het Albertkanaal werd teruggeslagen, wordt preventief opgesteld in de Scheldebocht tussen Kwatrecht en Semmerzake. Tegen de avond komt via de Staf/16Div onverwachts het bevel van de Franse Général d’Armée Billotte, hoofd van het geallieerd opperbevel, om de K.W. Stelling prijs te geven zonder dat deze ten volle verdedigd werd [8]. Het Duitse leger rukt snel op richting westen nadat ze een doorbraak forceerden in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het Belgisch leger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en zich terugplooien op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde om een overvleugeling langs de flanken te vermijden. Ten zuiden van de Schelde zal in de zone van het Belgisch leger de aftocht van de K.W. Stelling in drie nachtelijke etappes gebeuren, waarbij men aan het Kanaal van Willebroek en aan de Dender telkens een vertragingsmanoeuvre zal uitvoeren om de terugtocht op een zo veilig mogelijke manier te laten verlopen. In de buurt van Gent schieten alle aanwezige eenheden in actie om de verdediging van de stad en van het Bruggenhoofd Gent op punt te stellen. Het regiment krijgt aan het eind van de dag het bevel om het westelijke uiteinde van de bunkerlinie van het Bruggenhoofd Gent te Semmerzake, Eke en Nazareth te bezetten in afwachting van de aankomst van de troepen die de K.W. Stelling verlaten hebben.

I/44Li

  • Staf/I/44Li
    Het bataljon krijgt in de loop van de dag het bevel om zijn opdracht te Sint-Amandsberg te staken en zich naar Zwijnaarde te verplaatsen. De verplaatsing wordt aangevat na het vallen van de duisternis en tegen middernacht komen de compagnies aan te Zwijnaarde en Zevergem waar kantonnementen worden opgezocht.
  • 1/I/44Li
    Om 15u00 krijgt de 1Cie een waarschuwingsorder met de melding dat het bataljon zich naar Zwijnaarde dient te verplaatsen. Onmiddellijk worden de voorbereidingen getroffen voor de mars. De rustkantonnementen te Sint-Amandsberg worden opgeruimd en er wordt gewacht tot het donker is om de mars aan te vatten. Tegen 18u00 trekt de bataljonscolonne zich in gang richting Zwijnaarde met op kop de 1Cie. Aangekomen te Zwijnaarde wordt de 1Cie doorgestuurd naar Zevergem om er kantonnementen op te zoeken. Wanneer de compagnie tegen 23u30 aankomt te Zevergem blijkt het dorp volledig bezet te zijn door een Franse artillerie-eenheid op terugtocht naar Frankrijk. Omdat geen kantonnementen kunnen worden ingenomen begint de 1Cie dan maar onmiddellijk met zijn opdracht, controles van de belangrijkste verkeersassen in de buurt.
  • 2/I/44Li
    De 2Cie vertrekt na de 1Cie met de nodige tussentijd richting Zwijnaarde. Ook de 2Cie wordt doorgestuurd naar Zevergem om er kantonnementen in te nemen. De compagnie zal pas na middernacht te Zvergem toekomen.
  • 3/I/44Li
    De 3Cie verlaat als laatste Sint-Amandsberg en komt pas tegen 24u00 aan te Zwijnaarde waar kantonnementen opgezocht worden.

Pl Vknr/44Li
Het peloton verkenners verhuist naar Eke en krijgt de opdracht om een deel van de Kortrijksesteenweg vrij te houden van burgers en Belgische militairen om een deel van het 7(FRA)Leger toe te laten zich naar het Zuidwesten terug te trekken via deze belangrijke verkeersas.

Staf/44Li
De laatste Belgische eenheden verlaten de K.W. Stelling en zullen zich westwaarts begeven om tegen 19 mei positie te vatten op de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Laat op de avond ontvangt de 16Div het bevel om zich naar Gent te begeven.

I/44Li

  • 1/I/44Li
    De Franse troepen die zich in Zevergem bevonden vertrekken iets na middernacht waardoor de 1Cie eindelijk kantonnementen kan innemen. De politiedienst langs de wegen wordt gedurende de ganse voormiddag voortgezet. Er worden zowel vaste posten ingericht als patrouilles gelopen. Om 12u00 komt het bevel om de politieopdracht te staken en naar de rustkantonnementen te Zevergem terug te keren. Hier worden nieuwe orders verspreid om stelling in te nemen te Landuit en Eke richting Frankrijk. Tegen 13u00 bereiken de manschappen de stellingen die ze moeten bezetten. De CP van de 1Cie moet worden opgesteld in de boerderij “Blauw Huis” [9] in de Sticheldreef te Nazareth. Eens aangekomen op de boerderij stelt Cdt Dineur vast dat er zich al een batterij artillerie bevindt die vanuit Namen gekomen is en alle contact met zijn groep heeft verloren. De batterij kantonneert al twee dagen op de boerderij. Lang wordt niet op deze stelling verbleven want om 16u00 wordt het bevel gegeven om terug te keren naar Zevergem om er opnieuw politiediensten uit te voeren. Deze opdracht wordt rond middernacht afgelast en gevolgd door nieuwe orders om onmiddellijk naar Gent te marcheren.
  • 2/I/44Li
    De 2Cie komt om 01u00 aan te Zevergem en neemt er rustkantonnementen in. In de loop van de voormiddag wordt de compagnie uitgestuurd naar Landuit om er stelling te nemen. Tegen 22u00 is de 2Cie terug te Zevergem.
  • 3/I/44Li
    Bij het aanbreken van de dag worden verschillende posten uitgezet met als opdracht de wegen vrij te houden voor troepenbewegingen. De burgers dienen de hoofdwegen te verlaten. Om 13u00 krijgt de 3Cie opdracht om enkele steunpunten in te richten te Landuit. De nodige verkenningen worden uitgevoerd en de pelotons worden uitgezet. Tegen 20u00 komt het bevel om de steunpunten te ontruimen en terug te keren naar Zwijnaarde in afwachting van nieuwe orders. Deze worden rond middernacht verspreidt, de compagnie dient zich naar het noorden van Gent te begeven om het havengebied te beveiligen. De stellingen moeten klaar te zijn tegen het ochtendgloren van de volgende dag.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Staf/44Li
Het 44Li komt tijdens de nacht van 17 op 18 mei aan te Gent. Het regiment staat in voor de bescherming van de oostrand van de stad. Tussen 07u00 en 09u00 uur verspreidt de militaire overheid pamfletten onder de Gentenaars aan de Visserij, de Schoolkaai, aan het Houtdok en stadsgedeelte van het kanaal Gent-Terneuzen. De bewoners van de huizen nabij de bruggen krijgen de raad om hun woningen te ontruimen vooraleer de Belgische genie overgaat tot het vernielen van de bruggen.

De inplaatsstelling van de troepen verloopt in de grootste wanorde. De eenheden worden na aankomst ten minste twee keer verschoven naar alternatieve posities en het commando creëert de grootste verwarring over wie nu precies waar moet post vatten. Verschillende officieren behelpen zich met stadsplannetjes die bij een plaatselijke boekhandel aangekocht worden. In de verwarring verliezen de kaderleden de controle over hun manschappen. Groepjes militairen besluiten op eigen houtje in welke huizen ze precies post vatten. De bevoorrading van de manschappen blijft uit. Er wordt dan ook niet geaarzeld om op café te gaan of om de stad in te wandelen op zoek naar wat eten. Sommige militairen gaan er gewoon van door.

In de late namiddag krijgt de 16Div het bevel om de stad alweer te verlaten en zich naar de Schelde ten Zuidoosten van de stad te begeven. De 16Div moet er met zijn twee regimenten de Sector Gentbrugge – Kwatrecht bezetten. In de nieuwe divisiesector krijgt het 44Li de ondersector Melle toegewezen. Het 41Li zal zich ten noorden van 44Li opstellen in de ondersector Gentbrugge. De divisie zal te Gent afgelost worden door de 1ste Infanteriedivisie (1Div).

I/44Li

  • Bataljonsvak van I/44Li tussen het Houtdok en de Dampoort

    Bataljonsvak van I/44Li tussen het Houtdok en de Dampoort

    Staf/I/44Li
    Nadat alle compagnies in Gent zijn aangekomen worden de orders verspreid voor de verdediging van de dokken en de bassins te Gent. Het Iste Bataljon wordt opgesteld in 1ste Echelon en bezet de vaart langsheen het Handelsdok tot de Dampoort. Het bevel moet onmiddellijk uitgevoerd worden. In de loop van de dag wordt aan elke compagnie een motor met zijspan in steun gegeven voor het uitvoeren van liaisonopdrachten en verkenningen. Om 18u30 worden de compagniecommandanten uitgenodigd op de CP bataljon. De nodige orders voor het uitvoeren van verkenningen voor de volgende opdracht worden door Cdt Rivière gegeven. Het bataljon moet stelling nemen achter de Schelde ter hoogte van Melle. De 1Cie en de 2Cie worden in eerste lijn opgesteld langs de Schelde, de 3Cie in tweede echelon. De bataljonscommandant bevindt zich reeds ter plaatse.

  • 1/I/44Li
    De compagnie ontvangt rond 01u00 orders om stelling te nemen in Gent. Om 01u30 wordt verzameld om naar Gent te vertrekken en na een reeks moeilijkheden verlaat de 1Cie Zevergem om 01u50. Tegen 06u00 komt de 1Cie aan te Gent en ontvangt de opdracht om het Handelsdok tot het uiterste  te verdedigen (of résistance à outrance). De compagnie krijgt om 14u00 een motor met zijspan in versterking. Nadat om 18u30 de orders gegeven werden voor de verkenning van Melle vertrekken de compagniecommandanten om 19u30 ijlings met hun motor met zijspan naar de nieuwe opstelplaats om de nodige verkenningen uit te voeren nog voor het donker wordt. Terwijl Cdt Dineur de noodzakelijke verkenningen uitvoert verlaat zijn compagnie Gent tegen 22u00. Twee uur later wordt halt gehouden in Melle. De compagnie wordt opgesteld langs de Schelde met twee pelotons in lijn en één peloton in diepte, een tweehonderdtal meter achter de pelotons in lijn. De CP wordt geïnstalleerd in een tegelfabriek langs de Brusselsesteenweg.
  • 2/I/44Li
    De 2Cie vertrekt om 02u00 naar Gent vanuit Zevergem en komt tegen 06u00 in de Arteveldestad aan. De compagnie neemt stelling ter hoogte van het Douane-entrepot. Om 22u00 verlaat de compagnie Gent om naar Melle te marcheren met de rest van het bataljon.
  • 3/I/44Li
    De 3Cie komt bij eerste klaarte aan in de Gentse haven. De manschappen worden ondergebracht in enkele huizen terwijl de kaderleden op verkenning vertrekken. De 3Cie krijgt een sector toegewezen van de Dampoort tot aan het Douane-entrepot (inclusief) op het Stapelplein. Terwijl de compagniecommandant met zijn pelotonscommandanten op verkenning is, ontmoeten zij de divisiecommandant LtGen Van Eegro, LtKol De Loucker en Maj Guérin. De generaal wijst erop dat er ook een bruggenhoofd dient bezet te worden op de tegenovergestelde kanaaloever ter hoogte van de brug aan de Dampoort. Het dispositief wordt aangepast. Lt Declaye is net bezig met het laatste gedeelte van zijn verkenning nabij het Douane-entrepot wanneer hij om 13u00 bericht krijgt dat de inplaatsstelling niet zal doorgaan. De compagniecommandant begeeft zich om 18u00 naar de CP bataljon om nieuwe orders in ontvangst te nemen. Hier verneemt hij dat verkenningen moeten worden uitgevoerd in Melle met het oog op het innemen van een nieuwe stelling achter de Schelde. Wanneer de compagniecommandanten aankomen te Melle worden ze opgewacht door Cdt Gallez die de compagniestellingen op kaart aanduidt. Veel verkenningen moeten er echter niet gebeuren omdat de compagnie nagenoeg de ganse maand april in Melle heeft gekantonneerd. De rest van de compagnie komt aan te Melle rond middernacht waarna, onmiddellijk gestart wordt met het graven van individuele schutterkuilen.

II/44Li
Het IIde Bataljon wordt eveneens opgesteld in 1ste Ech, installeert zijn commandopost in de Voorruit en gaat langs de Leie en de Visserij in stelling.

III/44Li
Het IIIde Bataljon verdedigt de stadskern in tweede echelon.

Pl Vknr/44Li
Het peloton verkenners vormt een mobiele reserve.

De brug over de Schelde te Melle werd bewaakt door II/44Li.

Staf/44Li
Het 44Li marcheert tijdens de nacht van 18 op 19 mei vanuit Gent naar Melle om er post te vatten langsheen de Schelde. De commandopost wordt te Merelbeke opgesteld. Het Iste en het IIIde Bataljon worden langsheen de rivier opgesteld, met het Iste Bataljon op de linkerflank en het IIIde Bataljon op de rechterflank. Het IIde Bataljon richt Melle in tot anti-tanksteunpunt. In de loop van de voormiddag wordt de spoorbundel en de spoorwegwerkplaats te Merelbeke gebombardeerd door de Luftwaffe. De aanval veroorzaakt een grote stroom aan vluchtelingen.

I/44Li

  • Staf/I/44Li
    De soldaten werken de ganse nacht van 18 op 19 mei om de stellingen te verbeteren. De individuele schutterskuilen worden verbonden met loopgrachten, borstweringen worden verstevigd en gecamoufleerd. Gedurende de loop van de dag wordt de spoorwegbundel van Melle meermaals gebombardeerd.
  • 1/I/44Li
    In de vroege ochtend wordt de compagnie geravitailleerd maar het brood ontbreekt. Cdt Dineur laat brood kopen in bakkerijen van Melle en Gent. Om 08u00 ondergaat de 1Cie na negen dagen oorlog zijn vuurdoop. Het terreingedeelte tussen de Brusselsesteenweg en het spoor wordt gebombardeerd. Enkele bommen slaan in nabij de CP van de compagnie. De rest van de voormiddag blijft het rustig en de manschappen houden zich bezig met de stellingen defensief in te richten. Om 14u00 wordt de 1Cie door de Staf/I/44Li verwichtigd van de doortocht van twee patrouilles van het Pl Vknr die de overkant van de Schelde moeten gaan verkennen.

Pl Vknr/44Li
Het Peloton Verkenners installeert een observatiepost in de klokkentoren van de kerk van Wetteren. Deze post speelt een niet onbelangrijke rol bij het doorspelen van inlichtingen omtrent de naderende invallers. De rest van het Pl Vknr blijft bij de commandopost van het regiment. Om 14u00 worden twee patrouilles uitgestuurd aan de overkant van de Schelde. De patrouilles worden geleid door OLt Lambrecht. Tegen 21u00 wordt het Pl Vknr afgelost door een patrouille geleid door Lt Polomé, officier inlichtingen regiment.

Staf/44Li
Het 44Li bewaakt de oever van de Schelde rond Melle.

Pl Vknr/44Li
Het Peloton Verkenners stuurt een gevechtsgroep naar de rechterflank van de stellingen van het regiment om tussen Melle en Kwatrecht een betere verbinding tussen het 44Li en het het 5de Linieregiment (5Li) te verzekeren.

Dwarsstelling ingenomen door de Groepering De Loucker op 21 en 22 mei (projectie op vooroorlogse kaart)

Dwarsstelling ingenomen door de Groepering De Loucker op 21 en 22 mei (projectie op vooroorlogse kaart)

Staf/44Li
Het 44Li blijft op zijn positie langsheen de Schelde rond Melle. Omdat op de rechterflank van het 44Li het risico bestaat op een mogelijke vijandelijke doorbraak via de ondersector van het 5Li, worden de Wielrijdersgroep van de 16de Infanteriedivisie (GpCy 16Div) en het Bataljon Grenswielrijders Limburg minus de 5Cie en 6Cie (Bn CyF Lim) ingezet om een dwarsstelling in te richten tussen Melle en Zwijnaarde met front naar het zuiden. Deze dwarsstelling moet de bocht in de Schelde afgrendelen teneinde de toegang naar Gent vanuit het zuidoosten aan de vijand te ontzeggen. De GpCy 16Div zal het oostelijke uiteinde van de dwarsstelling bezetten, de grenswielrijders bezetten het westelijke eind doorheen Merelbeke. De stelling komt onder het operationele bevel van het 44Li te staan. Beide eenheden die samen de Groepering De Loucker vormen, worden 04u00 opgevangen aan de brug van Zwijnaarde door afgevaardigden van het 44Li. De GpCy 16Div wordt opgevangen door Lt Res Robert, commandant van de Stafcompagnie; het Bn CyF Lim wordt opgevangen door Lt Michotte, officier adjunct van II/44Li [10].

Op de Conferentie van Ieper tussen de Belgen, Fransen en Britten is beslist dat  het front achteruit moet. Het Belgische leger zal de aftocht naar de Leie aanvatten en rondom Gent worden de Belgische posities herschikt en wordt het Bruggenhoofd Gent opgegeven. De 16de en de 18de infanteriedivisies zullen de stad verdedigen. De 1ste Infanteriedivisie zal de komende nacht stad verlaten en naar de streek van Kortrijk verhuizen. De 2de en de 4de infanteriedivisie zullen het Bruggenhoofd Gent opgeven en over de Leie trekken, terwijl ten zuiden van de stad de 1ste Divisie Ardense Jagers en de 5de Infanteriedivisie nog achter de Schelde moeten blijven tot de nacht van 23 op 24 mei en zich vervolgens ook achter de Leie moeten terugtrekken.

De bevelen worden tijdens de ochtend doorgegeven naar de eenheden, die zich vanaf de late middag klaarmaken om hun naar hun nieuwe posities begeven. De 16de Infanteriedivisie zal het zuidelijke deel van Gent moeten verdedigen.  Hierbij moet het 41Li aansluiten bij het 3C van de 18Div aan de Keizersbrug en de nieuwe ondersector noord innemen die tot aan de spoorbrug van de lijn Brussel-Oostende aan de Warmoezeniersweg loopt.  Het 44Li moet ondersector zuid bezetten vanaf deze brug tot en met de oude Scheldearm ten noordoosten van Zwijnaarde.  Net ten noorden van de Fabelta fabriek te Zwijnaarde moet het 44Li een verbinding tot stand brengen met het 1ChA van de 1DivChA.

De 16de Infanteriedivisie trekt na het vallen van de duisternis de stad in.

De Fabelta textielfabriek vormt de scheidingslijn tussen de ondersectoren van het 1ChA en het 44Li (foto uit 1950).

De Fabelta textielfabriek vormt de scheidingslijn tussen de ondersectoren van het 1ChA en het 44Li (foto uit 1950).

Reeds tijdens de nacht worden verschillen bruggen in Gent vernietigd. Tussen 02u00 en 03u30 blazen de genietroepen de Meulestedebrug, de Voorhavenbrug en de Muidebrug op.

Het 44Li komt vanaf 03u00 aan op zijn nieuwe posities en begint nogmaals aan het maken van schuttersputjes, wegversperringen en schuilplaatsen. De erg vermoeide troepen trachten zo snel mogelijk werk te maken van het uitbreken van bestrating en het openbreken van leegstaande huizen van gevluchte landgenoten. Regelmatig worden explosies gehoord van bijkomende vernielingen aan de bruggen.  Aan het zuidelijke uiteinde van de nieuwe ondersector van het regiment, in de oude Scheldearm ten noordoosten van Zwijnaarde, worden de steunpunten van de 6Cie van het 1ChA overgenomen.  Er blijkt een overlap te bestaan in de installatieplannen van de beide regimenten die wordt uitgeklaard.  Net ten noorden van de textielfabriek van Fabelta wordt een verbindingspost ingericht.  Deze post bestaat uit een sectie Mi Maxim mitrailleurs van het 1ChA en een officier met een gevechtsgroep van het 44Li.

Tijdens de ochtend ontdekken de Duitsers dat het Bruggenhoofd Gent verlaten is en rukken ze meteen door naar de binnenstad. Bij de Keizersbrug wordt al snel een bruggenhoofd veroverd op het 3C en 41Li. Beide regimenten worden die dag gedecimeerd. De rest van de actie speelt zich die dag ook in en om het stadscentrum af en het 44Li ontsnapt aan de krijgsverrichtingen. Het regiment blijft de ganse dag op post.

Vanaf de vooravond beginnen de Belgen met de ontruiming van de stad en om 23u00 zet ook het 44Li zich op weg. Kolonel De Loucker besluit niet langer te wachten op de aflossing, maar gebruikt kleine gevechtsgroepen van zijn eigen regiment als achterhoede. De 1ste en de 3de compagnie ontvangt laattijdig het bevel tot de aftocht maar slagen er toch in het regiment bij te benen op de Oudenaardse Steenweg.

Het regiment trekt naar Deurle om er de Leie over te steken, maar raakt daar vast te zitten tussen de grote stroom vluchtelingen en het duurt uren eer al de colonnes veilig op de westelijke oever aankomen.

Het 44Li bereikt het dorp Poesele in de loop van de ochtend. De manschappen mogen de ganse dag uitrusten. Omstreeks 20u00 zet het regiment zich op weg naar Wingene. De marsroute zal over Ruiselede en Hekke lopen.

Het regiment bevindt zich Wingene. De manschappen wachten opnieuw verdere bevelen af. De commandopost wordt opgesteld in een gebouw nabij de kerk.

Twee adjudanten, waaronder rechts een onderofficier behorende tot het 44Li in krijgsgevangenkamp Stalag XVIIe in 1941.

In de operatiezone van het VIIde Legerkorps is de vijand door de frontlinie gebroken en lijkt zich een opmars naar Tielt te ontwikkelen. De grootste dreiging komt uit het zuiden waar de Duitsers het Kanaal van Roeselare naar de Leie overgestoken hebben en de baan van Ingelmunster naar Oostrozebeke bereikt hebben. Rond 10u00 gaat het 44ste Linieregiment samen met de rest van de 16de Infanteriedivisie, het 2de Licht Regiment en het IIde Bataljon van het 3de Regiment Grenadiers over naar het VIIde Legerkorps. Het 44Li vertrekt tijdens de ochtend van uit Wingene en wordt opgesteld tussen Tielt en Aarsele.

Om 16u00 verspreidt Deffontaine per telefoon zijn instructies voor de komende nacht. Het legerkorps dient een nieuw front te organiseren dat loopt van Aarsele in het noorden, via de spoorlijn Deinze-Tielt en de spoorlijn Ingelmunster-Tielt tot aan het Kanaal van Roeselare naar de Leie en de stad Roeselare in het zuiden. Deze zone wordt onderverdeeld in vier sectoren:

  • Sector noord vanaf Aarsele tot kilometerpaal 13 op de spoorlijn Deinze-Tielt (ten oosten van Tielt) onder bevel van Luitenant-generaal Ley van de 2de Divisie Ardense Jagers
    • Deze troepenmacht omvat de restanten van de 2de Divisie Ardense Jagers, aangevuld met de staf, II/44Li en III/44Li.
  • Sector centrum tussen kilometerpaal 13 op de spoorlijn Deinze-Tielt en kilometerpaal 7 op de spoorlijn Ingelmunster-Tielt onder bevel van Luitenant-generaal Van Egroo van de 16de Infanteriedivisie.
    • Van Egroo heeft de beschikking over de restanten van de 8ste Infanteriedivisie en de 3de Infanteriedivisie, het Wielrijderseskadron van de 8ste Infanteriedivisie, en telkens één bataljon van 41Li, 42Li en 3Gr.
  • Sector zuid tussen kilometerpaal 7 op de spoorlijn Ingelmunster Tielt en kilometerpaal 40 op de spoorlijn Ingemunster-Roeselare (net ten westen van Ingelmunster) onder bevel van Generaal-majoor Lesaffre van de 8ste Infanteriedivisie
    • Deze troepen omvatten de staf en twee bataljons van 42Li, een bataljon van 16Li aangevuld met twee compagnies van 8Li, I/44Li en de IIde groep van 2LR.
  • Sector Mandel vanaf kilometerpaal 40 op de spoorlijn Ingemunster-Roeselare westwaarts tot in Roeselare onder bevel van Luitenant-generaal Vander Hofstadt van de 9ste Infanteriedivisie
    • Deze sector wordt verdedigd door de overgebleven eenheden van deze divisie.
  • Luitenant-generaal Deffontaine behoudt de staf en de Iste groep van het 2LR als allerlaatste reservemacht.

Het legerkorps stuurt staffofficier Kapitein-commandant SBH Oleff uit naar de Deinsesteenweg om de ontplooiing van het detachement De Loucker te coördineren.  Wanneer het detachement tussen 17u00 en 17u30 op zijn uitstapplaatsen aankomt, worden de eenheden als volgt opgesteld:

  • Het IIde Bataljon wordt opgesteld op de linkerflank van de ondersector, tussen Kilometerpaal 15 van de spoorlijn Deinze-Tielt en het dorp Aarsele (exclusief).  Kilometerpaal 15 wordt het punt waarop de Belgische linies de spoorlijn zullen verlaten om via de Karmstraat naar het noordoosten, richting Aarsele af te buigen.
    • Van west naar oost worden de 6Cie, 5Cie en 7Cie opgesteld.
    • De commandopost van het bataljon komt aan Kilometerpaal 10 op de Deinsesteenweg te liggen.
    • Ten westen van het kwartier zal het II/44Li aansluiten.  Ten oosten zal het 4J de linies bezetten van het dorp Aarsele.
  • Het Iste Bataljon bezet de rechterflank van de ondersector, tussen Kilometerpaal 13 en 15 van de spoorlij Deinze-Tielt.  Deze ondersector strekt zich uit vanaf de overweg van de Wielmakerstraat tot aan de overweg van de Karmstraat.
    • Van west naar oost worden de 3Cie, 2Cie en 1Cie langsheen de spoorlijn in stelling gebracht.
    • De commandopost van het bataljon komt eveneens aan de Deinsesteenweg te liggen.

De opstelling van de steunpunten duurt tot in de nacht, en verloopt na het vallen van de duisternis erg moeizaam.  De troepen zijn op de hoogte van de vijandelijke infiltratie te Tielt maar er wordt geen contact gemaakt met de vijand.

Officieren van het 44Li in een krijgsgevangenenkamp.

Detachement Luitenant-kolonel De Loucker (Staf, II/44Li en III/44Li)
Tijdens de nacht van 26 op 27 mei worden ook de overgebleven formaties van het 5ChA en het 6ChA teruggetrokken op de lijn Tielt-Kanegem na de nederlaag aan de Leie. Deze beide regimenten zullen het 2de echelon vormen achter de bataljons van het 44Li.

Tegen 01u00 wordt het ook duidelijk dat het I/41Li aangekomen is op de rechterflank van het I/44Li.  De 3Cie van het 41Li maakt de verbinding met de 3Cie van het 44Li.

Ook III/12A is na zijn terugtocht van de Leie toegekomen te Ondank. De artilleriegroep wordt in steun geplaatst van het regiment. Kolonel De Loucker maakt contact met de artilleriecommandant, Majoor Antoine, in zijn commandopost in herberg “In de Snep” langsheen de Snephoekstraat halverwege Aarsele en Tielt.

Omstreeks 09u00 meldt de observatieploeg van het IIde Bataljon de komst van de vijand.  De Duitsers maken echter handig gebruik van de spoorwegberm en van de hoge gewassen in de velden om zo lang mogelijk uit het zicht van het 44Li te blijven.  Kapitein-commandant Liégois van de 7Cie meldt tegen 09u45 dat de aanvaller oprukt langsheen de Deinsesteenweg onder dekking van een levend schild van krijgsgevangen Belgische militairen.  Kolonel De Loucker beveelt desondanks om het vuur te openen.  Even na 10u15 vraagt het IIde Bataljon artillerievuur aan op het dorp Hoge.  De eigen linies worden kort nadien beschoten door de Duitse artillerie.  De voornaamste aanvalsrichting blijkt de Deinsesteenweg te zijn.

Tussen 11u00 en 11u30 trekken de troepen van het 4de Jagers te Voet zich terug uit Aarsele waarop ook dit dorp beschoten wordt door de Belgische artillerie.  De Duitsers gaan over tot een infanterieaanval op de stellingen van de 7Cie.  Kapitein-commandant Liégois raakt hierbij dodelijk gewond.  De aanval zet zich verder en bereikt de stellingen van de 6Cie tegen 12u45.  Luitenant De Bruyn en de staf van de 6Cie worden omstreeks 13u30 krijgsgevangen gemaakt.

Kapitein-commandant Cremer geeft de commandopost van het bataljon op omstreeks 14u00.  Hij geeft het stafpersoneel de toestemming om naar eigen goeddunken te handelen en valt enige tijd later zelf in handen van de vijand.

Het Iste Bataljon valt een eerste keer onder vijandelijk artillerievuur omstreeks 08u30.  De eerste inslagen situeren zich op de scheidingslijn tussen 3/I/41Li en 3/I/44Li.  Voor de posities van het bataljon bevindt zich het gehucht Poelberg op een klein plateau dat zich parallel met de spoorlijn Deinze-Tielt uitstrekt en een gunstige aanvalspositie aan de vijand biedt.  Kapitein-commandant Gallez beveelt omstreeks 09u00 om een patrouille naar de heuvel uit te sturen.  Sergeant Derreveaux vertrekt met vijf manschappen.  De patrouille vordert naar de Poelbergmolen, valt onder vuur en moet terugkeren.

Ondertussen ontdekt Luitenant Declaye dat de naburige 3Cie van het 41Li zich lijkt terug te trekken.  De bezorgdheid om een aanval in de flank vergroot.  Hij vraagt aan Luitenant Genot zijn op de rechter flank gelegen peloton gedeeltelijk de laten pivoteren om alzo de flankdekking te versterken.  Omstreeks 15u00 stelt Declaye vast dat de vijand in het kwartier van I/41Li de spoorlijn is overgestoken en in een verderop gelegen boomgaard doordringt.

Om de bij het I/41Li ontstane opening te dichten, heeft de staf van de 16de Infanteriedivisie ondertussen de 11Cie van het 21Li naar het eerste echelon gestuurd.  Om 15u30 komt een onderofficier van deze compagnie aan op de commandopost van Luitenant Declaye om te melden dat zijn eenheid onderweg is, maar vertraging heeft opgelopen.  De manschappen van Luitenant Genot raken in paniek en verlaten hun steunpunt.  Declaye moet radeloos toekijken hoe steeds meer groepjes Duitse infanteristen de spoorlijn oversteken.  De infiltratie in het onderkwartier van de 3Cie kan niet meer gekeerd worden en tussen 16u00 en 17u00 valt de commandopost van Luitenant Declaye.  Bij de overrompeling worden Sergeant Derreveaux en Soldaat Tonneau gedood.

De naburige 2Cie buigt eveneens onder de vijandelijke druk.  Door de talrijke deserties is de compagnie tegen de vooravond herleid tot nog slechts een peloton.

De restanten van het regiment vluchten weg naar het noordwesten. Luitenant-kolonel De Loucker verliest het contact met zijn bataljons. Het merendeel van zijn eenheden trekt zich op eigen initiatief via Ruiselede naar Wingene terug.

In de loop van de avond verzamelen verschillende detachementen zich in hun oude kantonnementen te Wingene. De militairen blijven zonder opdracht achter.

De overblijvers van het 44Li worden op de hoogte gebracht van het eind van de veldtocht.

Na de capitulatie

Lt de Liedekerke
Lt graaf Raphael de Liedekerke de Pailhe, pelotonscommandant bij de 5Cie, werd op 27 mei krijgsgevangen genomen langs de baan Tielt-Deinze. Na zijn terugkomst eind 1940 uit krijgsgevangenschap werd hij lid van een verzetsgroep die hulp verleende aan uit Duitsland ontvluchte Franstalige krijgsgevangenen. De verzetgroep werd verraden, Raphael de Liedekerke werd voor verzetsdaden ter dood veroordeeld en op het Fort Rijnauwen in Utrecht terechtgesteld op 9 oktober 1943 [. 

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
5/IIABSILGeorges, Edmond GhislainKplMil3903.05.1910Hulsonniaux26.05.1940AarseleGezondheidsdienst
12/IIICOOLENPieter, J.B.SdtMil3011.02.1910Maaseik09.06.1940Brugge
12/IIIDAEMSMartijnSdtMil2915.08.1909Antwerpen26.05.1940Meulebeke
2/IDANNEELSGaston, Pierre AlphonseCdt15.03.1897Brugge15.04.1945Neubrandenburg (D)Krijgsgevangene
StafDE KEUKELAEREJoseph, RobertKplMil3430.12.1912Oostakker01.07.1940GentBrancardier
7/IIDELVAUXArmandKplMil2817.08.1908Gilly06.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
13/IVDELVAUXVictor, Florent GhislainSdtMil2704.09.1907Miécret26.05.1940Meulebeke
3/IDERREVEAUXMarcelSgtMil2914.09.1909Sint-Gillis27.05.1940Tielt
OnbekendDESCAMPSHector, A.SgtBV14.08.1911La Louvière26.05.1940Meulebeke
9/IIIDEVOSRené, C.SdtMil21.11.1906Ingooigem21.05.1940Melle
11/IIIDEVROYEJoseph, V.G.SdtMil10.07.1909Villers-la-Ville27.05.1940Meulebeke
11/IIIDOUTREWEAlfred, Gilles JosephLtRes08.04.1905Herstal27.05.1940Meulebeke
10/IIIGEERAERTSGuillaume, V.SdtMil3004.10.1910Oud-Heverlee26.05.1940Meulebeke
11/IIIGLAUDERaymond, J.G.SdtMil21.07.1907Dréhance26.05.1940Meulebeke
12/IIIGLORIEUXNorbert, T.SdtMil21.08.1906Moeskroen26.05.1940Meulebeke
OnbekendGONCETProsper, L.A.Sgt06.02.1909Jamioulx26.05.1940Meulebeke
8/IIGONZEJacques, H.A.SdtMil17.05.1909Dinant25.05.1940Aarsele
11/IIIGUIRSAlphonse, J.J.SdtMil30.06.1906Tavigny28.05.1940Bavikhove
7/IIHERONMarcel, J.SdtMil05.06.1907Flawinne16.06.1940Sint-Amandsberg
6/IIJACOBSAlfons, H.SdtMil2926.12.1909Heffen21.05.1940RuiseledeKlaroenblazer. Verwond in artilleriebeschieting. Overleden in hospitaal.
5/IILAGASEHonoré, R.SdtMil24.08.1907Sint-Michiels27.05.1940Aarsele
1/ILAMBERTCharlot, G.Sgt22.09.1910Saint-Servais27.05.1940Aarsele
5/IILAVISSylvain, Felecien Ghislain JosephSgtMil2724.12.1909Mont-Gauthier30.05.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
OnbekendLEMMENSFelixSdtMil01.07.1910Aarschot21.05.1940Melle
1/ILERUTHRobert, J.N.OLtRes14.10.1912Hoboken11.06.1940Sint-Andries
7/IILIEGOISRené, J.J.CdtAct19/12/1896Liège27.05.1940Wontergem
11/IIILONGUEHALEINEAndré, RobertSgtBV3022.01.1911Sint-Gillis27.05.1940Meulebeke
10/IIILOUVIEAUXFélicien, J.B.Kpl03.01.1908Moulbaix26.05.1940Meulebeke
11/IIIMEIREFrans, O.M.Sgt28.09.1905Sint-Kruis27.05.1940Meulebeke
1/IMERGAUXFrançois, AugusteSgtMil3027.03.1910Habay-la-Neuve25.05.1940Aarsele
7/IIMERLINMaurice, JulesKplMil2628.01.1906Herseaux31.05.1940Oudenbosch (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
OnbekendMERTENSJozefSdtMil15.10.1906Retie27.05.1940Aarsele
OnbekendMINEURSimon, J.G.SdtMil11.10.1907Morialmé26.05.1940Aarsele
2/IOEYENLodewijk, C.SdtMil23.12.1909Antwerpen26.05.1940Tielt
OnbekendPERILLIEUXJustin, A.J.SdtMil2918.06.1908Mélin03.06.1940BruggeVerwond 25.05
OnbekendPIRARDOger, J.G.SdtMil05.01.1909Meeffe13.05.1940Meeffe
11/IIIROCHEZPierre, E.SdtMil27.05.1906Dion26.05.1940Meulebeke
OnbekendSAMBONOswald, J.C.SdtMil30.01.1909Floreffe27.05.1940Wontergem
11/IIISAUFNAYFrançois, JosephSdtMil3315.08.1913Glons07.07.1940LiègeOverleden in militair hospitaal
8/IISCHARESLéonard, A.J.CdtRes27.06.1887Dison26.05.1940Aarsele
OnbekendTOMBOISHectorSdtMil2609.09.1906Gilly03.06.1941Magdeburg (D)Krijgsgevangene
3/ITONNEAUXJoseph, E.G.SdtMil19.01.1910Marchovelette27.05.1940Tielt
OnbekendTOUSSAINTMarcelKpl15.01.1910Vaux-et-Borset26.05.1940Meulebeke
11/IIITRUSSARTBenjamin, J.C.Kpl21.02.1909Marchovelette06.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
10/IIIVANDEN BOSCHJoseph, L.A.SdtMil29.12.1910Sint-Jans-Molenbeek26.05.1940Meulebeke
12/IIIWAUTELETAlphonse, J.SdtMil11.09.1906Lambusart27.05.1940Meulebeke

Bibliografie en Bronnen

  1. Het Bruggenhoofd Gent (in 1940 beter bekend onder zijn Franse naam Tête de Pont Gand – of TPG) wordt gevormd door een bunkerlinie ten zuiden van Gent. De verdedigingslinie bestaat uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hebben nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel. Achtergrondinformatie bij de bunkergordel van het Bruggenhoofd Gent [On Line beschikbaar] https://www.bunkergordel.be/ [Laatst geraadpleegd 4 januari 2025]. Deze uitgebreide site beschrijft de exacte ligging van de bunkers van de bunkergordel TPG en bevat ook een gedetailleerde beschrijving van de gevechten die zich in en rond de bunkers afspeelden.
  2. Deze opstelling richting Frankrijk is eerder pro forma om de indruk te wekken dat België zich effectief neutraal opstelt en niet enkel zijn grens met Duitsland bewaakt.
  3. Ten noorden van de Belgisch-Nederlandse grens was er geen aansluiting met het Nederlands verdedigingsdispositief. De Nederlanders hadden zich opgesteld ten noorden van de Rijn waardoor er een gapende opening bestond tussen de Belgische en Nederlandse verdedigingslinies. Dit werd reeds in november opgemerkt door de Franse Generaal Gamelin die een plan liet uitwerken om het 7(FRA)Leger in te zetten tussen de stellingen van de Belgen en de Nederlanders. In zijn order N° 5 van 20 maart 1940 bevestigt Generaal Giraud, commandant van het 7(FRA)Leger, dat zijn eenheid in staat moet zijn om “tout en conservant ses anciennes missions, qui passent à l’arrière plan, a reçu une mission nouvelle d’une importance capitale qui consiste à assurer la liaison entre les armées belge et hollandaise dans la région Nord-Est d’Anvers“. Generaal Giraud beschikt hiervoor over twee legerkorpsen en een “Division Légère Mécanique“, alles tesamen het equivalent van 8 divisies. Lerecouvreux Marcel (1956), L’Armée Giraud en Hollande (1939-1940), Paris: Nouveaux Editions Latines. [Partieel On Line beschikbaar][Laatst geraadpleegd 22 juli 2019].
  4. Achtergrond informatie bij de slag om Den Haag [On Line beschikbaar]: https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_om_Den_Haag [Laatst geraadpleegd 9 april 2025
  5. Achtergrondinformatie bij bunker D22 [On Line beschikbaar]  Wetteren, Steunliniebunker Viaduct Kwatrecht D22, D22 (bunkergordel.be) [Laatst geraadpleegd 4 april 2025].
  6. Achter het reclamebord in emaille van Pacha Cichorei schuilt de paranoia die werd aangewakkerd door de Belgische pers tijdens de inval van de Duitsers in 1940. De bevolking werd opgeroepen om de reclamepanelen te verwijderen omdat op de achterkant geheime informatie zou staan voor Duitse spionnen. Achtergrondinformatie [On Line beschikbaar]: https://websporen.wordpress.com/pacha/ [Laatst geraadpleegd 4 april 2025].
  7. Verder onderzoek moet uitwijzen wat de oorzaak is van het bericht dat op 13 mei verspreid werd en heel wat eenheden van het Belgisch leger aan het werk zette om het voertuig terug te vinden. Het voertuig in kwestie bestaat nog en werd in 2020 nog geveild. Achtergrondinformatie bij de verkoop van de Bugatti van Leopold III [On Line beschikbaar]: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/09/06/bugatti-van-koning-leopold-iii-geveild-voor-recordbedrag-van-10/ [Laatst geraadpleegd 4 april 2025].
  8. Générale d’Armée Gaston Billotte was de bevelhebber van de 1ste Franse Legergroep die vanaf 12 mei de oorlog in België leidde. Het betreft de coördinatie van de operaties van het 1ste Franse Leger, het 7de Franse Leger, de British Expeditionary Force (BEF) en het Belgische Leger. Op 16 mei werd duidelijk dat deze Legergroep dreigde omsingeld te worden na de Duitse opmars van Sedan richting Franse kust. Achtergrondinformatie bij Generaal Billotte [On Line beschikbaar]: https://en.wikipedia.org/wiki/Gaston_Billotte [Laatst geraadpleegd 14 april 2025].
  9. Achtergrondinformatie bij hoeve Blauw Huis [On Line beschikbaar]: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/38633  en  https://www.google.be/maps/place/Sticheldreef,+9810+Nazareth-De+Pinte/@50.9737577,3.6232261,3a,75y,71.42h,92.92t/data=!3m7!1e1!3m5!1sBz3aQn8XQnTYfe7qL12SEw!2e0!6shttps:%2F%2Fstreetviewpixels-pa.googleapis.com%2Fv1%2Fthumbnail%3Fcb_client%3Dmaps_sv.tactile%26w%3D900%26h%3D600%26pitch%3D-2.9199479838133158%26panoid%3DBz3aQn8XQnTYfe7qL12SEw%26yaw%3D71.41841732030478!7i16384!8i8192!4m6!3m5!1s0x47c36d4641ed9ce7:0x89c397bc4715fc06!8m2!3d50.9694509!4d3.6095951!16s%2Fg%2F1tfb5qx5?entry=ttu&g_ep=EgoyMDI1MDQzMC4xIKXMDSoASAFQAw%3D%3D [Laatst geraadpleegd 5 mei 2025].
  10. De mondelinge orders die beide eenheden ontvingen van de afgevaardigden van 44Li  worden bevestigd met de Nota Nr 90 van 44Li, opgesteld op 21 mei met als onderwerp “Ordre pour l’organisation, l’occupation et la défence de la bretelle Melle – Escaut (amont)“, getekend door LtKol De Loucker. Het order bevindt zich in het dossier van het Bn CyF Lim bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie. Het is toegevoegd als bijlage bij het velddagboek van het Bn CyF Lim.
  11. Achtergrondinformatie bij Lt graaf de Liedekerke: [On Line beschikbaar] https://www.schuncknet.de/verzet/indiv.php?lang=nl&ID=273 [Laatst geraadpleegd 28 juli 2025].
  12. Velddagboek van de 1Cie van I/44Li betreffende de veldtocht van 10 tot 28 mei bijgehouden Cdt Res Dineur, compagniecommandant van 1/I/44Li. Cdt Dineur houdt in zijn velddagboek nauwkeurig, uur per uur, alle informatie bij die hij van het bataljon ontvangt. Het document uit mei 1940 is dan ook betrouwbaar wat de timing van de opdrachten van I/44Li betreft. Het velddagboek bevindt zich in het dossier van 44Li bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
  13. Zeer summier handgeschreven verslagje, naamloos, met het verloop van de veldtocht van de 2Cie van I/44Li. het zou zijn opgesteld in november 1953. Uit het verslagje blijkt dat de 2Cie nagenoeg hetzelfde parcours heeft afgelegd als de rest van het Iste Bataljon. Het verslagje bevindt zich in het dossier van 44Li bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
  14. Gedetailleerd getypt verslag opgesteld in het Frans op 17 februari 1945 door Luitenant Declaye, compagniecommandant van 3/I/44Li. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 44Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
  15. Document “Renseignements Autobiographiques” ingevuld door Majoor Berben, bataljonscommandant van III/44Li. Het document bevindt zich in het dossier van 44Li bij de Sectie Classified Archives, ADIV, Ministerie van Defensie.
  16. Dagboek Onderluitenant Théo Journée, pelotonscommandant 6/II/44Li.
  17. Onderluitenant Robert Leruth overleed op 11 juni aan eerder opgelopen verwondingen in het Militair Reserve Hospitaal Nr 33 dat zich in de Abdij van Zevenkerken te Sint-Andries (nabij Brugge) bevond. Hij ligt nog steeds begraven op het militair ereperk vlakbij de Abdij.
  18. Slagorde officieren van 44Li. Deze slagorde bevindt zich bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie. Als inleiding bij de slagorde wordt vermeld waar de eenheid verbleef tijdens de mobilisatie.