38ste Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Type Infanterieregiment van de tweede reserve  
Ontdubbeld van 8ste Linieregiment  
Taalstelsel Nederlandstalig  
Onderdeel van 14de Infanteriedivisie  
Bevelhebber Luitenant-kolonel August Dothée  
Adjudant-majoor Kapitein-commandant Vincent Joris  
Standplaats Dekkingsstelling Albertkanaal
Ondersector Beringen – Viversel
 
Samenstelling I Bataljon (Majoor Edmond De Rycke) 1ste Compagnie Fuseliers (Cdt René Swijsen)
2de Compagnie Fuseliers (Cdt Jean Koch)
3de Compagnie Fuseliers (Cdt Marcel Delsaux)
4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Edmond Wilmet)
  II Bataljon (Majoor Georges Pardaens) 5de Compagnie Fuseliers (Lt E. Van Reeth)
6de Compagnie Fuseliers (Cdt Robert Cneut)
7de Compagnie Fuseliers (Lt. C. Verachtert)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Cdt Edgard Huys)
  III Bataljon (Commandant José Darrien) 9de Compagnie Fuseliers (Cdt Fernand du Moulin)
10de Compagnie Fuseliers (Cdt Gaston Samain)
11de Compagnie Fuseliers (Cdt Maurice Vuye)
12de Compagnie Mitrailleurs (Kapt Firmin Degol)
  Stafcompagnie (Luitenant G. Arnould)
  Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Kapitein Jean Van den Abeele)
  Peloton Verkenners (Luitenant Paul Grenez)

Tijdens de mobilisatie

Staf/38Li
Het 38ste Linieregiment (38Li) wordt op 11 september 1939 gemobiliseerd bij de afkondiging van de eerste stap van Fase D van het mobilisatieplan als ontdubbelingsregiment van het 8Li. Het 38Li wordt toegevoegd aan de 14de Infanteriedivisie (14Div), een divisie van tweede reserve. De tweede reserve was in hoofdzaak samengesteld uit miliciens van de oudere klassen ’28, ’29, ’30 en ’31. In de infanterieregimenten van de tweede reserve ontbreekt het vierde bataljon met de compagnie zware mitrailleurs, de compagnie mortieren en de compagnie anti-tankkanonnen C47mm. De fuseliers kregen in hoofdzaak oude Belgische Mauser geweren uit 1889 en Franse Chauchat FM15/27 lichte mitrailleurs. Bovendien ontbrak het aan DBT granaatwerpers en moesten de mannen het stellen met Vivien Bessières tromblons die op de loop van een Lebel geweer gevezen kunnen worden en een dracht van nauwelijks 150m hadden. De lichte machinegeweren Chauchat FM15/27 dateren reeds uit de Eerste Wereldoorlog en zijn van bedenkelijke kwaliteit, de zware machinegeweren type Colt zijn al even oud [3].

De twee andere infanterieregimenten van de 14Div zijn het 35ste Linieregiment (35Li) en het 36ste Linieregiment (36Li). Aan de vooravond van de oorlog bezet de 14Div de sector Beringen – Stokrooie van de Dekkingsstelling achter het Albertkanaal. Het 38Li bezet de centrale ondersector van de 14Div vanaf de duiker onder het Albertkanaal van de Helderbeek nabij Beringen in het noorden tot en met de duiker van de Jantenbeek even voorbij de brug van Viversel. In de ondersector van 38Li bevinden zich de bruggen van Genebos en Viversel. Voorts is er nog een militaire veerpont te Eversel. Links van het regiment ligt het 35Li en rechts verlengt het 36Li de stellingen achter het kanaal.

II/38Li
Het IIde Bataljon (II/38Li), onder bevel van Majoor Pardaens, bezet het noordelijke voorkwartier langsheen de oever van het Albertkanaal. Het II/38Li maakt de junctie met III/35Li op de limiet van beide regimenten. Het bataljon heeft zijn drie compagnies in lijn langsheen de kanaaloever, met van noord naar zuid de 7Cie, 6Cie en 5Cie. In het onderkwartier van de 5Cie ligt de brug van Genebos. Dit bataljon wordt eveneens versterkt door drie C47 anti-tankkanonnen van de Compagnie Getrokken C47 1ste Infanteriedivisie.

I/38Li
Het Iste Bataljon verdedigt het zuidelijke voorkwartier met de drie fuselierscompagnies op een enkele lijn. In het noorden staat de 1Cie opgesteld tegenover de kolenhaven tegenover Genebos. Vervolgens sluiten de 2Cie en de 3Cie aan. In het onderkwartier van de 3Cie ligt de brug van Viversel. Dit bataljon wordt versterkt door een C47 anti-tankkanon van de Compagnie Getrokken C47 1ste Infanteriedivisie. In het bataljonsvak bevinden zich eveneens drie oeverbunkers van het Albertkanaal waarin telkens twee Maxim mitrailleurs opgesteld staan.

III/38Li
Het IIIde Bataljon bezet het tweede echelon van de ondersector van het 38Li.

Pl Vknr/38Li
Het Peloton Verkenners van 38Li (Pl Vknr/38Li), bevolen door Luitenant Grenez, is verantwoordelijk voor de beveiliging van de N72 Beringen-Hasselt en van de aanlooproutes naar de bruggen van Genebos en Viversel, waar het een reeks voorbereidde vernielingen moet uitvoeren ingeval van een vijandelijke opmars naar het Albertkanaal.

De commandopost van het regiment bevindt zich even ten noorden van Molem. De medische hulppost staat opgesteld aan kilometerpaal 64 van de Diestersesteenweg even ten zuidwesten van Paal. De veldkeukens van het regiment zijn ondergebracht te Gestel en Geneiken. Eveneens nabij Geneiken is het bevoorradingspunt voor infanteriemunitie. Het 38Li wordt ondersteund door de Iste Groep van het 1ste Regiment Artillerie (I/1A) die opgesteld staat ten westen van Lummen op enkele kilometers achter de stellingen van het 38Li. De I/1A is in versterking van het 22ste Regiment Artillerie, het organiek artillerieregiment van de 14Div. 

Lummen 1940

Image 4 of 6

Majoor Derycke leidt het I/38Li.

LtKol Dothée

Staf/38Li
Het regiment wordt om 01u30 in staat van alarm geplaatst door de staf van de 14Div. De technische wachten van de genietroepen bij de bruggen van Genebos en Viversel krijgen om 03u30 de toestemming om de elektrische springinrichting aan te brengen ter verdubbeling van de dan reeds aanwezige pyrotechnische inrichting. Om 04u30 meldt het 38Li dat alle stellingen langsheen het kanaal ingenomen zijn. Vanaf de vroege ochtend wordt gewerkt aan het vrijmaken van het schootsveld tegenover de posities van het I/38Li en het II/38Li. Op de noordelijke oever wordt bij I/38Li een stuk bos in brand gestoken. De oorlogsmunitie wordt verdeeld en de wachtposten worden uitgezet. Kolonel Dothée bepaalt dat er ’s nachts en bij mist patrouilles moeten worden uitgestuurd over het kanaal om het regiment tijdig te kunnen verwittigen bij een aanval.

Het bruggetje van de N72 over de Winterbeek op het grondgebied van Heusden wordt om 14u30 met explosieven vernield door Luitenant Grenez van het Peloton Verkenners. Even voor 16u50 worden op het Albertkanaal de bruggen van Viversel en Genebos opgeblazen. De brug van Viversel valt slechts gedeeltelijk in het water. Er zal op 11 mei een bijkomende poging ondernomen worden om het kunstwerk volledig te vernielen waarbij een militair van de 3Cie gewond zal raken.

Om 21u30 keert het Peloton Verkenners terug binnen de linies. De veerpont te Elversel zal dan alleen nog gebruikt worden voor het overzetten van patrouilles. De ganse nacht blijft het kalm, maar de manschappen zijn bijzonder nerveus en er circuleren zoals overal geruchten dat Duitse parachutisten zullen landen. De divisiestaf meldt onder meer een luchtlanding tussen Kuringen en Kermt.

Een Kapitein-commandant van het 38Li.

Een Kapitein-commandant van het 38Li.

Kort na 04u00 meldt de 7Cie dat in de naburige ondersector van het 35Li nu ook de brug te Beringen vernield werd. Een goed uur later spot de 5Cie een vijandelijke pantserwagen op de noordelijke oever van het Albertkanaal. Het voertuig houdt zich schuil tussen de huizen van Viversel en blijft buiten het bereik van de C47 kanonnen van het IIde Bataljon. De bataljonsstaf vraagt een vuuropdracht aan bij het I/1A. De Duitse verkenners trekken zich terug.

Tegenover de 1Cie duikt een grote groep vluchtende burgers op die alsnog het kanaal over willen. De menigte roept dat de vijand naderbij is.

De regimentsstaf verneemt om 11u35 dat de Duitse hoofdmacht de as Genk-Bree zou bereikt hebben. Ook de Neerpelt en Overpelt wordt de vijand gemeld.

Rond de middag duiken opnieuw Duitsers op op de baan van Viversel en worden de Belgische infanteristen onder vuur genomen. Intussen blijven bevriende troepen die de Vooruitgeschoven Positie langsheen het Verbindingskanaal Maas-Schelde bemanden, aankomen in de sector van het 38Li. De Luftwaffe wordt steeds meer actief boven het gebied en Dothée beveelt aan zijn troepen om zich zoveel mogelijk schuil te houden.

Kort na 16u00 worden ook Duitse verkenners per fiets gespot. Bij de Belgen vermoedt men dat het gros van de vijand nu niet veraf meer is. Alle manschappen ontvangen een aantal granaten.

Op het Groot Hoofdkwartier is het intussen duidelijk geworden dat de vijand na de overval op de 7de Infanteriedivisie op 10 mei het Belgische front aan het Albertkanaal heeft weten te breken en oprukt in zuidwestelijke richting tussen Hasselt en Luik. De algehele terugtocht van het oostelijke deel van het Albertkanaal werd bevolen en het veldleger zal post vatten achter de K.W. Stelling tussen Antwerpen en Leuven. Dit betekent dat de 7de, 4de en 1ste Infanteriedivisies de dekkingsstelling zullen verlaten om terug te trekken naar de K.W. Stelling.

Het Cavaleriekorps zal hierbij een tussenstelling bezetten langsheen de Demer en de Gete. Om de aftocht in goede orde te laten verlopen, krijgt de 14de Infanteriedivisie het bevel om de dwarsstelling van Lummen in te nemen en zich zo ten dele naar het oosten te draaien. Het 36Li zal de dwarsstelling van Lummen innemen en het 38Li zal het scharnierpunt van deze beweging vormen. Het regiment moet het IIde bataljon in zijn huidige kwartier laten en dient het zijn Iste bataljon te gebruiken voor het bezetten van het meest noordelijke uiteinde van de dwarsstelling van Lummen tussen Genebos en Molem/Rekhoven. De commandopost van 38Li zal verplaatst worden naar Geneiken en zal bewaakt blijven door het Peloton Verkenners.

Het 38Li start zijn positiewissel vanaf 19u00. In een eerste fase vertrekt het C47 anti-tankkanon van de brug van Viversel naar de dwarsstelling, samen met twee secties mitrailleurs en telkens een peloton van de 1Cie, 2Cie en 3Cie. De I/1A wordt verplaatst naar de Venusberg ten zuiden van Paal. Vervolgens start de rest van het Iste Bataljon met zijn verplaatsingen. Er worden een reeks gevechtsgroepen achtergelaten bij het Albertkanaal: de 2Cie laat een eerste groep aan oeverbunker 37bis en een tweede ten westen de brug van Viversel, terwijl de 3Cie een gevechtsgroep achterlaat bij oeverbunker 38 en ten oosten van de brug van Viversel. Vervolgens vertrekt het hoofdkwartier van het regiment. De nieuwe commandopost te Geneiken is om 23u15 operationeel. Tegen middernacht is de dwarsstelling bezet en is alleen de achterhoede nog aan het Albertkanaal.

Even na 19u00 naderen enkele Duitse motorrijders de Kanaalweg van Heusden naar Genebos. Het II/38Li krijgt een zevental granaatinslagen te verwerken van een Duitse artilleriebatterij die nabij Viversel in stelling is gegaan. Na het vallen van de duisternis zal de vijandelijke artillerie sporadisch lichtgranaten afvuren.

Om 03u00 verlaat de achterhoede van het Iste Bataljon het Albertkanaal. Het 38Li is nu deels opgesteld aan het Albertkanaal, en deels op de nieuwe, naar het oosten gerichte dwarsstelling tussen Genebos en Molem/Rekhoven. Langsheen de baan van Genebos naar Lummen staan nu van noord naar zuid de 1Cie, 2Cie en 3Cie opgesteld. Hierbij is het C47 anti-tankkanon verplaatst naar het onderkwartier van de 1Cie aan het kruispunt van de Genebosstraat en de Schippersstraat. Vanaf Molem/Rekhoven zal het 36Li aansluiten met als meest noordelijke bataljon het II/36Li om de dwarsstelling van Lummen te vervolledigen.

I/38Li
Wanneer het Iste Bataljon omstreeks 05u00 vaststelt dat de installatie van het II/36Li nog niet volledig gerealiseerd is, laat Majoor De Rycke de meest noordelijke mitrailleurstelling van het II/36Li bezetten door een gevechtsgroep van de 3Cie om te beletten dat de vijand zich hierin zou verschuilen. Om 08u30 meldt De Rycke dat Duitse infanteristen en wielrijders de zuidelijke oever van het Albertkanaal bereikt hebben over de deels vernielde brug van Viversel. Het oversteekpunt bevindt zich op ongeveer 1500m voor de linies, maar wordt toch onder vuur genomen door een Colt mitrailleur. Veel verschil maakt dit niet want even later worden rubberbootjes gespot en tellen de waarnemers een honderdtal Duitse militairen die staan te wachten om naar de overkant gebracht te worden. De aanvallers nemen bovendien de Belgische mitrailleur onder vuur waardoor het personeel in dekking moet gaan. Aan het noordelijke landhoofd van de brug brengen de Duitsers ook een PAK36 anti-tankkanon in stelling waarmee oeverbunker 37bis beschoten wordt. Deze bunker is dan al verlaten.

Vanaf 09u30 horen de manschappen van het bataljon aanhoudend mitrailleurvuur in de richting van Lummen. De Duitse troepen hebben contact gemaakt met het Iste en het IIde Bataljon van het 36Li. Even voor 10u00 begeeft Majoor De Rycke zich naar de CP van de 1Cie. De waarnemers van deze compagnie melden dat een Duitse oversteek aan de gang is ter hoogte van Stokrooie. Deze actie ligt buiten het bereik van de wapens van het 36Li. Ongeveer terzelfder tijd worden in het kwartier van het bataljon de eerste schoten met de vijand uitgewisseld. 

Ten zuiden van het I/38Li kan het 36Li kan geen effectieve weerstand bieden waardoor de aanvallers na enkele uren makkelijk kunnen doorbreken ter hoogte van Lummen. Vanaf 11u00 wordt de 3Cie dan ook in de flank beschoten. Luitenant-kolonel Dothée laat om 14u00 een peloton van de 10Cie overbrengen naar het onderkwartier van de 3Cie om een dwarsstelling naar het zuiden in te nemen en alzo een eventuele omsingelingspoging te vermijden. In de late namiddag zal het grootste deel van het 36Li zich in wanorde terugtrekken. Alleen het II/36Li is nog op post tussen Rekhoven en de noordrand van Lummen. Om 20u00 worden de waarnemers van I/1A teruggetrokken en valt de artilleriesteun aan het bataljon weg. In de nacht van 12 op 13 mei zal het relatief rustig blijven bij het Iste Bataljon. Af en toe wordt geschoten, maar de vijand houdt zich op afstand.

Om 20u05 ontvangt de commandopost van het regiment een radiobericht van de divisiestaf waarin bevestigt wordt dat het Cavaleriekorps aan de 14Div oplegt om tegen elke prijs ter plekke te blijven en zijn sector te verdedigen. Wat Luitenant-kolonel Dothée echter niet weet is dat Luitenant-generaal Massart van de 14Div bij het Cavaleriekorps blijft aandringen om te mogen terugtrekken en dit uiteindelijk ook zal doen zonder het 38Li opnieuw te verwittigen. Luitenant-kolonel Dothée zal er uiteindelijk alleen komen voor te staan. Hij laat de noodvoorraad munitie uitdelen aan de manschappen. Er is geen verbinding meer met de divisiestaf en de radio van het regiment wordt door de Duitsers gestoord.

Overzichtskaart van de Slag bij Lummen van 11 mei tot 13 mei 1940.

Overzichtskaart van de Slag bij Lummen van 11 mei tot 13 mei 1940.

Staf/38Li
om 07u00 laat het regiment patrouilles uitsturen naar de noordrand van Lummen en de brug van Beringen. Nadat deze ontdekken dat het 35Li zijn ondersector verlaten heeft, laat Luitenant-kolonel Dothée het zuidelijke landhoofd van de brug en de nabijgelegen oeverbunkers opnieuw bezetten. Ook laat hij de 7Cie een sterkere dwarsstelling naar het noordwesten uitbouwen. Kort daarop hervat de vijand zijn offensieve acties op zowel de noordflank als ook de zuidflank van de ondersector van het 38Li. Om de zuidflank te versterken, wordt een peloton van de 10Cie uitgestuurd.

Vanaf 10u00 lijkt de situatie bijzonder ernstig te worden wanneer Duitse troepen gespot worden te Paal en ook de opmars uit Lummen niet te stuiten blijkt. Luitenant-kolonel Dothée, die sinds de namiddag van 12 mei geen contact meer heeft met de divisiestaf, besluit rond 11u30 om terug te trekken van het Albertkanaal. Daarbij bepaalt hij ook dat het wagenpark van het regiment achtergelaten zal worden. Dit betekent dat de mitrailleurs niet op de caissons zullen vervoerd worden, maar door de hand meegedragen moeten worden door de manschappen. Dothée kiest een route uit van Geneiken via Mellaar en het gehucht Zwarte Ring die volgens zijn informatie nog vrij is van vijandelijke troepen. Zijn intentie is om vervolgens via Diest, Aarschot en Leuven de K.W. Stelling te vervoegen.De 9Cie wordt voorop gestuurd om de kruispunten te Mellaar en Zwarte Ring te bezetten om deze route alvast te vrijwaren. Vervolgens zullen het Iste en het IIde Bataljon door de posities van het IIIde Bataljon op het tweede echelon trekken, zodat het IIIde Bataljon als laatste de ondersector zal verlaten. Het III/38Li zal even ten zuidwesten van Paal vrijwel intact gevangen genomen door een groep Duitse motorwielrijders. Het I/38Li en II/38Li marcheren zo snel mogelijk uit het gebied weg via Zwarte Ring, Diest en Aarschot richting Mechelen.

Van de mitrailleurs en andere zware uitrusting die meegedragen wordt, belandt een flinke hoeveelheid in de bermen. Onderweg worden gevluchte soldaten van het 35Li en 36Li waar mogelijk overtuigd om zich bij de eenheden van het 38Li te voegen. De aftocht verloopt aanvankelijk zonder weinig organisatie, en zonder de regimentscommandant die met een groepje van een vijftiental militairen op eigen houtje tracht weg te vluchten. Aan de Schaffensepoort te Diest slaagt Luitenant-kolonel Dothée er toch in om een samengevoegde colonne van het I/38Li en het II/38Li met een duizendtal militairen terug te vinden. Deze restanten van het 38Li passeren Diest, trekt verder naar de K.W. Stelling en komen aan te Betekom. Bij het passeren van Aarschot worden de mannen bevoorraad. De 7de Compagnie raakt afgesneden van de anderen en trekt op eigen houtje naar Betekom. Luitenant-kolonel Dothée rijdt in zijn voertuig vooruit tot Leuven waar het hoofdkwartier van de 14de Infanteriedivisie tijdelijk onderdak heeft gevonden. Hij krijgt er te horen dat het regiment naar Ramsdonk moet.

De Duitsers staan in de sector van de 14de Infanteriedivisie nu stevig over het Albertkanaal en rukken verder op naar het zuiden. In alle haast zullen de Belgen een verdedigingslinie opwerpen tussen het Albertkanaal en Diest aan de dwarsstelling van de Winterbeek, waar het 1Cy en 2G ingezet worden. Te Zichem komt het 38Li deze oprukkende eenheden tegen en verwittigd hen dat er geen Belgen meer aan het Albertkanaal zijn in de operatiezone van het Cavaleriekorps. Het 38Li is het laatste regiment dat zich terugtrekt.

I/38Li
Vanaf 05u00 daagt de vijand in grotere aantallen op voor het bataljonsvak van het I/38Li. Luitenant-kolonel Dothée meldt dat Lummen in handen van de vijand zou zijn. De Duitsers worden nu ook gespot bij de bruggetjes over de Laambeek te Reekhoven en Majoor De Rycke vraagt alsnog artilleriesteun aan de regimentsstaf. Die komt er niet meer aangezien de artilleriemiddelen van de 14Div reeds op de terugtocht zijn. Wanneer rond 07u00 een vijandelijke pantserwagen opduikt aan het noordelijke landhoofd van de brug van Viversel, wordt dit voertuig prompt uitgeschakeld door het C47 kanon bij de 1Cie. Een uur later zullen trouwens twee bijkomende C47 kanonnen in steun gegeven worden van het I/38Li. Deze worden bij de 2Cie en 3Cie geplaatst om de Kraaiberg en Rekhoven onder schot te kunnen houden. Na 08u00 wordt het ook duidelijk dat de vijand nu ook zijn artillerie in stelling heeft gebracht wanneer zowel de 1Cie als ook de CP van het bataljon onder vuur vallen. Een half uur later valt een groepje Duitse infanteristen onverwacht een steunpunt aan van het peloton van Luitenant Sencie van de 3Cie. Het komt bijna tot een doorbraak maar een tegenactie van twee gevechtsgroepen van de 2Cie onder leiding van Luitenant Jamar kan de vijand verjagen.

De 3Cie wordt na 08u30 steeds heviger beschoten vanuit het zuiden. Majoor De Rycke stuurt twee bijkomende gevechtsgroepen van de 1Cie naar de rechterflank van de 3Cie om de verdediging te versterken. Tegen 10u00 wordt het iets rustiger, maar het bataljon kijkt aan tegen een munitietekort en De Rycke maakt zich grote zorgen wanneer hij verneemt dat er niet langer kan gerekend worden op het Transportkorps van de divisietroepen voor een herbevoorrading.

Detachement Majoor De Rycke (Staf/I/38Li, 2Cie, 4Cie)
Wanneer de majoor om 11u35 het bevel tot de onmiddellijk aftocht krijgt van de regimentsstaf duurt het goed uur eer de de eerste detachementen hun posities kunnen verlaten. In die tussentijd doodt een voltreffer op het C47 kanon bij de 1Cie de volledige bemanning bestaande uit Sergeant Zwaenepoel en de Soldaten De Brouwer, De Ryckere en Timmerman. Even voor 12u40 verlaat Majoor De Ryckere zijn commandopost en probeert hij het I/38Li te organiseren voor de afmars. De bataljonscommandant bepaalt dat de helft van het personeel van de medische hulppost moet achterblijven om de gewonden te verzorgen en begeeft zich vervolgens naar de CP van het regiment te Geneiken. De commandopost ligt er verlaten bij. Alleen transmissieofficier Luitenant Andre is achtergebleven, maar hij kan geen nuttige inlichtingen over de juiste bestemming delen. De Rycke hoort geweervuur in de richting van Mellaar en verneemt dat dit wel eens de 9Cie zou kunnen zijn die voorop gestuurd werd. Hij heeft op dat ogenblik enkele detachementen van de 2Cie en 4Cie bij zich en besluit om met deze militairen door de vallei van de Vloetgracht en de Zwartebeek terug te trekken naar de baan van Paal naar Diest. Hij laat Luitenant Andre ter plekke met de opdracht om alle andere aankomende elementen van het I/38Li ook in deze richting te sturen.

De vooruitgang door het drassige gebied tussen Geneiken en Paal verloopt uiterst moeizaam. Onderweg bevestigt een plaatselijke bewoner omstreeks 13u30 dat ook Paal ingenomen is door de Duitsers en dat de vijand ook te Schaffen zou gesignaleerd zijn, Majoor De Rycke besluit de gewonden achter te laten en laat verder trekken in de richting van Schaffen in de hoop dat de Duitsers daar alsnog niet zouden zijn. Daarbij wil hij de grote baan van Paal naar Diest vermijden. Het detachement rond de bataljonscommandant pikt enkele vluchtelingen op van het 35Li en 36Li en stuit bij het naderen van Schaffen op een colonne van het IIde Bataljon geleid door Majoor Pardaens. Deze colonne omvat ongeveer 650 militairen. Samen tellen deze beide groepen nu een duizendtal militairen en alzo wordt verder gemarcheerd naar Diest.

Bij de Schaffensepoort worden een aantal Belgische militairen gespot op de spoorlijn Leuven-Hasselt. Het blijkt te gaan om Luitenant-kolonel Dothée, de adjudant-majoor Kapitein-commandant Joris, inlichtingenofficier Luitenant Bruyninckx, Kapitein-commandant de Longueville van de 2/I/1A en enkele militairen van het 38Li. De Rycke geeft het bevel over zijn colonne aan de regimentscommandant. Via Zichem wordt nu koers gezet naar Aarschot waar iedereen halt houdt voor een broodnodige lange rustpauze. Uiteindelijk komt dit grote detachement aan te Betekom.

Detachement Kapitein-commandant Swijsen (1Cie, 3Cie)
Kapitein-commandant Swijsen ontvangt het bevel tot de aftocht op de CP van het bataljon even na 11u35 en keert vervolgens terug naar zijn compagniestaf. Van hieruit laat hij zijn pelotons verwittigen die pas tegen 13u20 zullen aankomen bij de commandopost van Swijsen. Van zodra de noodmunitie uitgedeeld is, vertrekt de colonne. De 1Cie komt aan te Geneiken enige tijd na het vertrek van Majoor De Rycke, gevolgd door de 3Cie. Kapitein-commandant Darrien, bataljonscommandant van het III/38Li, is nog ter plekke en maant de militairen van de 1Cie en 3Cie om zonder oponthoud verder te marcheren. De beide compagnies doen dit ook en worden gevolgd door een grote groep van de 6Cie. Op ongeveer een halve kilometer ten zuiden van het dorp valt deze colonne eveneens onder vuur en laat ook Kapitein-commandant Swijsen de weg naar Mellaar verlaten om door de velden richting westen te trekken. Enkele verkenners lopen voorop en zorgen voor een vrije doortocht naar de baan van Paal naar Diest. Wanneer zij bij het naderen van deze weg plots halt houden, blijken de Duitsers reeds meester te zijn van de route naar Diest, De militairen aan de kop van de colonne werpen hun wapens neer en Kapitein-commandant Swijsen besluit wijselijk tot de overgave van zijn detachement.

II/38Li
Wanneer omstreeks 05u15 bevestigd wordt dat de naburige ondersector van het 35Li verlaten lijkt, geeft Majoor Pardaens een goed uur later een opdracht aan de 7Cie om op de uiterste westflank een kleine dwarsstelling te organiseren. Deze positie wordt bemand door een gevechtsgroep van de 7Cie, aangevuld met een half dozijn achtergebleven militairen van het 35Li. Bij de inplaatsstelling van dit detachement, spot Luitenant Verachtert een verlaten C47 kanon in de stellingen van het 35Li. Hij vraagt aan Sergeant Van Os om met een ploeg ter plekke te gaan en het kanon zo goed mogelijk in te zetten. Van Os zal tussen 10u50 en 11u30 alle overgebleven munitie laten verschieten naar doelen op de Duitse oever en keert dan terug.

Even na 11u30 worden de compagniecommandanten ontboden op de commandopost van Majoor Pardaens om het bevel tot de aftocht in ontvangst te nemen. De compagnies moeten te Geineiken verzamelen en zullen vervolgens trachten terug te trekken via Meldert naar Diest, Aarschot en Mechelen. Het vertrekt verloopt enigszins chaotisch, want een belangrijk deel van de 6Cie blijkt reeds de colonne van Kapitein-commandant Swijsen van de 1Cie gevolgd te zijn. Bovendien blijkt de 8Cie zijn mitrailleurs opgeladen te hebben op de paardenwagens, wat verboden werd in het bevel tot de terugtocht. De nog aanwezige troepen vertrekken en komen aan in de buurt van Laren rondom 14u20 waar de onder vuur vallen vanuit oostelijke richting. De troepen verlaten de baan naar Meldert en proberen via de vallei van de Zwartebeek en Vloetgracht weg te komen terwijl ze nu ook beschoten lijken te worden vanop de hoogtes rond Schuilenbroek. Uiteindelijk bereiken de troepen de kasseiweg van Schuilenbroek naar Meldert om vervolgens via de westrand van Meldert en de windmolen van het dorp te ontglippen. In het gehucht Bakel verlaat de colonne de kasseiweg om via de veldwegen de spoorlijn Leuven-Hasselt te bereiken aan het oude Loboskasteel. Tussen de Kerkenberg en de spoorlijn trekken de troepen verder naar de Schaffensepoort te Diest. Via Molenstede, Zichem, Messelbroek en Rillaar wordt uiteindelijk Aarschot bereikt. Hier komt het II/38Li omstreeks 21u00. De militairen ontvangen snel wat mondvoorraad en worden twintig minuten later doorgestuurd naar Betekom.

Detachement Luitenant Billliet (7Cie)
Pelotonscommandant Luitenant Billiet raakt tijdens de aftocht van het Albertkanaal afgezonderd van de colonne van het IIde Bataljon en volgt met zijn peloton plus een aantal verdwaalde militairen een gelijkaardige route die hem ook naar Diest lijdt. Van hieruit marcheert dit detachement verder naar Leuven

III/38Li (minus 9Cie)
Het IIIde Bataljon, met uitzondering van de 9Cie, krijgt de taak toebedeeld om de achterhoede te vormen bij de aftocht van het Albertkanaal. De troepen zullen hun posities moeten behouden tot na de afmars van de twee andere bataljons en zullen vervolgens als laatste terugtrekken. Dit loopt fout omdat de Duitsers veel sneller oprukken dan ingeschat. Het gros van het IIIde Bataljon wordt onder de voet gelopen door een detachement Duitse motorwielrijders en geeft zicht over. Bataljonscommandant Kapitein-commandant Darrien die ook gevangen gemaakt wordt, zal in 1947 voor een onderzoekscommissie verschijnen maar wordt uiteindelijk niets ten laste gelegd. De gevangenname van het IIIde Bataljon is het resultaat van de actie van Oberleutnant Gustav Hippler van Infanterie-Regiment 74 die het initiatief nam om met slechts 16 verkenners-motorwielrijders een snelle oversteek met rubberbootjes over het Albertkanaal te realiseren.

9/III/38Li
Even voor 12u00 wordt Kapitein-commandant du Moulin ontboden op de regimentsstaf te Geneiken om de instructies voor zijn dekkingsopdracht in ontvangst te nemen. De 9Cie moet oprukken via de baan van Geneiken naar Mellaar om de kruispunten te Mellaar en in het gehucht Zwarte Ring te bezetten. De compagnie wordt hierbij nog steeds ondersteund door het mitrailleurspeloton van Luitenant Laurent Van Gerven van de 12Cie. Op die manier moet vermeden worden dat de vijand kan doorstoten naar de route die Kolonel Dothée uitgekozen heeft voor de aftocht van het 38Li. Na de doortocht van alle andere elementen van het regiment, moet het 38Li de aftocht vervoegen. Kapitein-commandant du Moulin heeft op dat ogenblik de pelotons van Luitenant Yernaux en Luitenant Watteau bij zich, samen met het peloton mitrailleurs van Luitenant Van Gerven van de 12Cie. Het derde peloton van Luitenant Charleer werd daags voordien uitgestuurd om een naar het zuidoosten gericht steunpunt in te nemen aan het Sint-Ferdinandklooster te Laren.

Reeds kort na het vertrekt uit Geneiken naar Mellaar vallen de beide pelotons van de 9Cie onder vijandelijk vuur. Kapitein-commandant du Moulin laat zijn troepen vorderen in colonne per een doorheen de velden ten noorden van de Larenstraat om zoveel mogelijk in dekking te blijven. Dit verloopt moeizaam, ook omdat er vaak halt moet gehouden worden om achterblijvers te laten bijbenen. Van zodra Laren gepasseerd is, stuurt du Moulin een patrouille uit naar het zuiden om de posities van de Duitsers na te gaan, Die bestaat uit de Sergeant Herregodts en de Soldaten Vandervliet en Bultinck. Ver geraakt deze patrouille niet, want kort na hun vertrekt worden Herregodts en Bultinck neergeschoten. Terwijl Soldaat Bultick aanvankelijk voor dood achtergelaten wordt, evacueert de vijand de ongelukkige sergeant die enkele maanden zal verblijven in een ziekenhuis in Maastricht om uiteindelijk in september 1940 thuis aan zijn verwondingen te overlijden. Vandervliet werd ondertussen teruggestuurd naar de compagniestaf met een bericht en zal zo aan dit incident weten te ontkomen.

Wanneer de beide pelotons de oostrand van Mellaar naderen, worden deze opnieuw beschoten. Tot verbazing van du Moulin gebeurt dit nu echter door Duitse verkenners die de bebouwde kom van Mellaar bereikt hebben. De compagniecommandant wil haast maken om het dorp te bezetten voor er meer vijandelijke troepen aankomen en laat zijn beide pelotons in marscolonne samenbrengen. Dit blijkt een fatale vergissing wanneer op ongeveer 300m van de dorpskern duidelijk wordt dat de Duitse infanterie het dorp stevig in handen heeft en de oprukkende Belgen onder een hevig vuur neemt. De 9Cie wordt nu zowel vanuit Mellaar als vanuit zuidelijke richting beschoten. Kapitein-commandant du Moulin besluit tot een stormaanval op het dorp met de zes gevechtsgroepen die het dichtst bij hem zijn. Wanneer het verder oprukken door vuur en beweging ook niet lijkt te lukken, laat hij overgaan tot een bajonetaanval. Dit loopt faliekant af en de troepen stuiven uit elkaar om in dekking te gaan. Het gevecht vertraagt tot een reeks individuele schermutselingen zonder verdere coördinatie. Bij de aanval sneuvelen de Sergeant Lerat, de Korporaals Berghmans en Degeyter en de Soldaten Robbe en Rutte. Kapitein-commandant du Moulin, Sergeant Gommers en de Soldaten Bethune en Brusten raken allen gewond. De Belgen trachten weg te vluchten maar de meesten worden gevangen genomen. Hierbij worden de gewonden eerst overgebracht naar een Duits verzamelpunt te Paal om vervolgens in een hulppost verzorgd te worden te Beringen. du Moulin wordt uiteindelijk gehospitaliseerd in het Krankenhaus Bethesda te Mönchengladbach.

Een 14-tal militairen kan samen met Luitenant Watteau ontglippen maar deze worden nabij Zwarte Ring alsnog ingerekend. du Moulin zal na WO2 getuigen dat het hier ging om de Soldaten De Block, De Cock, De Prins, Depraetere, Hasaert, Hautenauve, Hellin, Lekimme, Martin, Rockus, Servais, Themans, Van Aver en Weber.

Het peloton van Luitenant Charleer is tijdens dit gevecht achtergebleven en wordt in de namiddag op de hoogte gebracht van de aftocht van het regiment door Luitenant Grenez van het Peloton Verkenner. Ook bij het peloton Charleer zal vrijwel iedereen krijgsgevangen gemaakt worden.

In een tweede nachtelijke etappe gaat het van Betekom via Keerbergen richting Mechelen. Onderweg vind het regiment enkele bagagewagens terug te Werchter. De K.W. Stelling wordt overschreden en het regiment bevindt zich nu in relatieve veiligheid. Het 38Li krijgt te horen dat het Kanaal van Willebroek in de volgende nachtelijke etappe overschreden moet worden te Kapelle-op-den-Bos.

Detachement Luitenant Billliet (7Cie)
Luitenant Billiet en zijn detachement worden in de nacht van 14 op 15 mei weggestuurd uit Leuven en komen aan te Wemmel. Hier kan niemand hem vertellen waar het 38Li zich bevindt. Uiteindelijk vertrekt het detachement op eigen houtje naar het westen. Te Lede worden de militairen doorgestuurd naar Lichtervelde door Kapitein-commandant Denis van de Rijkswacht. De intentie is om het detachement te laten terechtkomen in een van de Hergroeperingscentra voor Afgezonderden van het Leger. Luitenant Billiet en zijn militairen zullen op 19 mei Poperinge bereiken.

Het regiment marcheert opnieuw door de nacht en kruist het Kanaal van Willebroek te Kapelle-op-den-Bos. Hier wordt het 38Li naar Ramsdonk gedirigeerd en komt tegen de ochtend aan in dit dorp waar de reorganisatie begint. Luitenant-kolonel Dothée wordt kantonnementscommandant te Ramsdonk en installeert zich in het gemeentehuis. Aan de Kasteelstraat 27 laat Luitenant-kolonel Dothée een medische hulppost installeren. Het 38Li heeft de volgende verliezen geleden:

  • 46 officieren en ongeveer 1.800 manschappen ontbreken op het appel
  • het transmissiemateriaal en de meeste veldkeukens zijn allemaal achtergelaten
  • er zijn geen mitrailleurs meer
  • de C47 kanonnen die afgedeeld waren bij het regiment zijn eveneens achtergebleven

De overblijvende manschappen worden gereorganiseerd in twee bataljons van telkens twee compagnies fuseliers aangevuld met een peloton mitrailleurs. Het weinige overtollige materiaal wordt in een depot geplaatst te Ramsdonk.

De 14de Infanteriedivisie is gehergroepeerd te Londerzeel, Breendonk, Ramsdonk en Malderen. De divisie is niet langer strijdvaardig. Het GHK wil de 14Div zo snel mogelijk weg uit het achtergebied van de K.W. Stelling. Kort na het middaguur laat het GHK weten dat de 4Div en de 14Div weggehaald worden het commando van het IIIde Legerkorps. Om 13u50 geeft de divisiestaf de opdracht aan zijn eenheden om tegen 16u00 marsklaar te zijn. Alle bagagevrachtwagens moeten onmiddellijk geladen worden en zullen te Malderen verzamelen. De divisie zal zich naar Dendermonde verplaatsen. Daarbij dient het hoofdkwartier van de 14Div zich te Oudegem op te stellen.

Na nog maar eens een nachtmars verplaatst het regiment zich richting Dendermonde om vanaf 02u00 te Mespelare ingekwartierd te worden. De volledige 14Div bevindt zich nu op de linkeroever van de Dender.

Om 11u00 beveelt het GHK dat de 14Div in de namiddag van 17 mei naar het zuidoosten van Gent moet verder trekken om halt te houden in Melle en omliggende gemeentes. De precieze bestemmingen zullen nog bevestigd worden. Enkele uren later, om 14u15, bevestigt het oppercommando dat de 14Div per spoor zal overgebracht worden naar Diksmuide om in de Westhoek ten gronde gereorganiseerd te worden en ook bewakingsopdrachten uit te voeren. De Directie van het Vervoer bij het Leger zal de modaliteiten voor de verplaatsingen per trein bevestigen.

Om 21u00 wordt het 38Li doorgestuurd naar het station van Schoonaarde waar het omstreeks 22u30 aankomt. De manschappen zullen er aan boord gaan een troepentrein die hen naar Zarren moet overbrengen.

De trein die het 38Li moet oppikken, komt slechts omstreeks 06u00 toe. De mannen hebben de nacht in de open lucht doorgebracht op de spoorwegberm. Om 06u45 is iedereen ingestegen en zet de trein zich op weg naar West-Vlaanderen. De troep reist in goederenwagons en voor de officieren is een wagon tweede klasse aangehaakt. Het spoornet zich echter potdicht en de trein moet zeer regelmatig halt houden om ander verkeer door te laten. De nacht wordt doorgebracht in de wagons.

Na een treinreis van maar liefst 32 uur zonder eten of drinken, komt het 38Li om 15u00 aan te Esen nabij Diksmuide. De manschappen vernemen dat Brussel en Antwerpen inmiddels gevallen zijn. Dezelfde avond nog wordt een ploeg onder Korporaal Royaux met een vrachtwagen teruggestuurd naar Ramsdonk om er toch maar de achtergebleven uitrusting en bevoorrading te gaan recupereren. Nabij Dendermonde is er geen doorkomen meer aan en wordt rechtsomkeer gemaakt. Bij een tussenstop aan een café in Wieze wordt dan maar de bierkelder leeggemaakt en tegen de ochtend komt Royaux aan te Esen met een camion vol bier.

Detachement Luitenant Billliet (7Cie)
Luitenant Billiet en zijn detachement komen aan te Poperinge. Hier krijgt Luitenant Billiet de opdracht om een detachement van de Rekruteringsreserve te begeleiden naar Duinkerke om deze jongeren over te dragen aan de Belgische militaire autoriteiten in de stad. Op 22 mei komt hij hier aan.

Het 38Li blijft in kantonnementen te Esen terwijl het Groot Hoofdkwartier de reorganisatie afwacht en op zoek gaat naar een nieuwe opdracht voor het regiment. De Duitse troepen bereiken Abbeville aan de Atlantische kust en snijden de geallieerde legers in Vlaanderen en Noord-Frankrijk volledig af. Luitenant-kolonel Lesir krijgt de bevestiging dat de 14Div nu deel uitmaakt van het IIIde Legerkorps. Luitenant-generaal Massart wordt uit zijn functie ontheven en niet vervangen door een opperofficier. Vanaf nu zullen alle orders ondertekend worden door Majoor Patris in opdracht van de oudste kolonel van de divisie, Kolonel Hatry van 35Li.

Het regiment verblijft nog steeds te Esen.

Na de Duitse doorstoot tot Abbeville aan de Atlantische kust zijn de geallieerde legers in Noord-Frankrijk en Vlaanderen geheel omsingeld. Het geallieerde oppercommando heeft op 21 mei tijdens de Conferentie van Ieper besloten om de Schelde-linie op te geven. Hierop bepaalt de Belgische legerleiding tijdens de ochtend van 22 mei dat onze strijdkrachten niet zoals afgesproken zullen terugtrekken naar de Ijzer, maar stand zullen houden langsheen de Leie en het Afleidingskanaal van de Leie. Het Groot Hoofdkwartier laat deze terugtocht in twee fases uitvoeren en bepaalt dat de troepen opgesteld tussen het Bruggenhoofd Gent en Oudenaarde zich tijdens de nacht van 22 op 23 mei moet terugtrekken naar de Leie. Voor het III/LK betekent deze terugtocht dat de Ijzer en het Kanaal Ieper-IJzer niet naar het oosten, maar naar het westen zullen verdedigd worden om een eventuele Duitse doorstoot naar de Belgische legerzone langsheen de Kanaalkust te blokkeren. Vanaf Nieuwpoort tot en met Kilometerpaal 15 van de IJzer zal de 15de Infanteriedivisie (15Div) onder bevel van de Maritieme Basis post vatten. Vanaf Kilometerpaal 15 tot Kilometerpaal 25, het Kanaal Ieper-Ijzer tot en met Ieper zal het IIIde Legerkorps verantwoordelijk zijn voor de verdediging.

Detachement Luitenant Billliet (7Cie)
Luitenant Billiet bevindt zich te Duinkerke met een detachement van de Rekruteringsreserve. De Belgische militaire overheid stuurt hem met alle jongeren terug naar Veurne omdat er geen doorkomen naar het zuiden van Frankrijk meer is.

Omstreeks 11u30 bezoekt Generaal-majoor Albert Jadot, adjunct-bevelhebber van het IIIde Legerkorps Het hoofdkwartier van de 14Div om een eerste reeks instructies mee te delen over de geplande verdediging van de zone tussen Nieuwpoort en Ieper. De eerste taak voor de 14Div bestaat in het bezetten van de stad Diksmuide en deze in te richten tot anti-tankcentrum. Hierbij drukt de staf van het IIIde Legerkorps erop dat alle invalswegen moeten gedekt worden met anti-tankgeschut. Omdat er onvoldoende C47 vuurmonden beschikbaar zijn, zal de divisie steun krijgen van C75 kanonnen van de Groepering Versterking van het 32A. Er arriveren vrachtwagens die het regiment dringend naar Diksmuide moeten brengen om de verdediging van de stad als antitankcentrum te realiseren. Om 16u15 stijgt iedereen uit te Diksmuide.

Het IIde Bataljon stelt zijn commandopost op aan het kruispunt van de wegen naar Nieuwpoort en Oostende en verkrijgt een C47 antitankkanon dat op de Woumenweg naar Ieper wordt opgesteld. De 7Cie verdedigt langsheen de spoorlijn naar Veurne het onderkwartier tussen de Ijzer in het westen en het station van Veurne in het oosten. Om 18u45 laat de adjudant-majoor, Kapitein-commandant Joris, aan de bataljonsstaf weten dat er versterking mag verwacht worden van een sectie mitrailleurs van het 36Li. Het Peloton Verkenners van het 36Li is aangekomen te Pervijze en verdedigt de voorpost in dit dorpje. Hierbij wordt het peloton ook aangestuurd door de staf van het 38Li.

De nacht van 23 op 24 mei verloopt rustig, met uitzondering van de talrijke voertuigen van het Franse leger die door Diksmuide rijden.

Het 38Li krijgt nog maar eens versterking: zeven batterijen van 15A die eerder tijdens de veldtocht hun kanonnen hebben moeten achterlaten, worden als infanteristen bij het regiment gevoegd. Deze toevoeging laat een herschikking van het dispositief toe. Het IIde Bataljon stuurt het detachement van 15A aan en wordt nu verantwoordelijk voor de verdediging van het oosten en zuiden van Diksmuide in de zone tussen de Ijzer en de Handzamevaart. Het Iste Bataljon bezet de oever van de Ijzer tussen bewaken tussen de zuidrand van Diksmuide en Kilometerpaal 25, ter hoogte van Fort Knokke. Vanaf de noordrand van Diksmuide sluit het 35Li aan langsheen de oever van de Ijzer. Het Peloton Verkenners bewaakt een voorpost te Oudekapelle. De commandopost va het 38Li staat in de Middenschool van de stad.

Detachement Luitenant Billliet (7Cie)
Het plaatscommando te Veurne ontlast Luitenant Billiet van zijn opdracht en stuurt hem terug naar zijn eenheid. Na een omweg via Brugge en Oostende zal Billiet aansluiten te Diksmuide waar hij onmiddellijk opnieuw ingezet wordt als pelotonscommandant.

Tijdens de ochtend worden vanuit het zuidoosten worden talrijke zware ontploffingen gehoord en in de daaropvolgende uren stroomt Diksmuide vol met Franse vluchtelingen die naar het noorden willen en met Belgische militairen die hun eenheid verloren hebben of gedeserteerd zijn.

Het 38Li krijgt de opdracht om de een deel van de ondersector van het 35Li over te nemen. Deze aanpassing vormt een onderdeel van de herschikking van de sector van de 14Div ten gevolge van het vertrek van het 31Li en het 2LR naar het Leie-front. Het regiment moet zijn posities naar het noorden toe verlengen tot nabij Kilometerpaal 15 tegenover Oud-Stuivenskerke, en zal de 3de Batterij van het 15A inzetten om patrouilles uit te zetten langsheen de oever van de rivier tussen Diksmuide en dit dorpje. Tegenover Oud-Stuivenskerke zelf wordt anderhalf peloton van het Iste Bataljon behouden. Even na het middaguur wordt ook een peloton van de 8Cie uitgestuurd om een steunpunt in te nemen nabij het gehucht Kasteelhoek even ten zuiden van Keiem. Ook nabij café “In de drie mussen” aan de Handzamevaart voor een gevechtsgroep van het IIde Bataljon in waakstelling geplaatst. Ten zuiden van Diksmuide blijft het 38Li verantwoordelijk voor de bewaking van de oever van de Ijzer tot aan Fort Knokke. 

Omstreeks 07u00 wordt Diksmuide vanuit de lucht aangevallen. De commandopost van het 38Li wordt daarbij vernield, maar gelukkig vallen er geen slachtoffers. De staf van het regiment verhuist naar het gebouw van de Sint-Niklaasschool aan de Kiekenstraat 26. Aan de brug van de Vaartstraat over de Handzamestraat zijn ook heel wat bominslagen, maar ook hier is het steunpunt van het 38Li gevrijwaard. Nabij het station is de 5Cie wel geraakt. Soldaat Achiel De Paepe werd gedood en er is ook een gewonde gevallen. Dit is ook zo bij de 7Cie, waar Soldaat Remi Geiregat omgekomen is in het bombardement en er ook twee gewonden vielen. Het regiment heeft ook vijf paarden verloren in de eerste aanval.

Om 10u30 wordt een Belgische munitietrein in het station van Diksmuide geraakt door een vliegtuigbom. Er breekt brand uit en tot laat in de nacht zijn er regelmatig ontploffingen te horen. De ganse dag door voert de Luftwaffe raids uit om de Fransen en Britten de doorgang van en naar Duinkerke te ontzeggen. Talrijke huizen in Diksmuide worden vernietigd of staan in brand. De luchtaanvallen zullen pas rond 20u00 ophouden.

Tijdens de namiddag wil een Brits detachement de Ijzerbrug aan de Kaaskerkestraat tot ontploffing brengen, maar de Belgen gaan niet akkoord. Na de luchtaanval is het militaire verkeer over deze brug wel onmogelijk geworden door de grote hoeveelheid puin op de Ijzerlaan.

Rond 22u00 ontvangt het regiment het bevel zich klaar te maken voor een verplaatsing naar Roeselare. Er komt echter vrijwel onmiddellijk een tegenbevel om een deel van het regiment te verplaatsen naar de oever van de Ijzer tussen Sint-Joris nabij Nieuwpoort en Kaaskerke nabij Diksmuide waarbij deze keer front gemaakt moet worden naar het oosten. Luitenant-kolonel August Dothée besluit om het IIIde Bataljon te laten vertrekken en om het Iste Bataljon toe te wijzen aan de volledige huidige ondersector tot aan Fort Knokke. De staf van het regiment vertrekt naar Pervijze terwijl het wagenpark opgesteld wordt te Eggewaartskapelle.

Omstreeks 06u30 krijgt ook Kolonel Luitenant-kolonel Dothée het bevel de wapens neer te leggen. Hij moet zijn manschappen weer naar Diksmuide brengen, maar wil dit bevel niet uitvoeren omdat het in de stad tot een treffen lijkt te komen tussen de verder strijdende Franse en Duitse troepen in de stad tot een treffen met de Duitsers. De kolonel laat dan maar de Ijzer oversteken via de brug van Schoorbakke en verzamelt zijn regiment te Kortemark. Onderweg worden de Belgen door enkele vijandelijke jachtvliegtuigen voor Fransen aanzien en nog maar eens gemitrailleerd vanuit de lucht. Helaas vallen er enkele slachtoffers. De ganse route ligt bovendien bezaaid met lijken van Franse militairen en vernielde voertuigen en de Belgische soldaten hebben dan ook meer dan genoeg van hun oorlog. Te Kortemark worden nieuwe kantonnementen opgezocht en wordt de komst van de bezetter afgewacht.

Het 38Li komt op 2 juni aan te Ronse en wordt verzameld in het park van het kasteel ‘La Gache’. Op 10 juni worden alle miliciens naar huis gestuurd, terwijl de beroepsofficieren op de trein richting Duitsland worden gezet.

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
9/IIIBERGHMANSAuguste, P.S.SdtMil3125.10.1911Brussel13.05.1940Mellaar
OnbekendCOLLARDGeorgesSdtMil2810.06.1908Bièvre06.05.1945Waldlanger Stuttoff (D)Krijgsgevangene
OnbekendDAYSEmile, FernandSdtMil2928.11.1909Pont-de-Loup28.01.1943Würzburg (D)Krijgsgevangene
9/IIIDEGEYTERMauriceKplMil3016.06.1910Sint-Joost-ten-Node13.05.1940Mellaar
5/IIDE PAEPEAchielSdtMil2926.06.1909Stekene27.05.1940Diksmuide
4/IIDE WOLFEugène, A.SdtMil3016.01.1909Sint-Jans-Molenbeek12.05.1940Lummen
OnbekendDELANGHEJoannes, R.P.SdtMil3019.02.1910Gent24.05.1940Poperinge
2/IDERUYVERGaston, M.G.SdtMil3023.05.1910Virginal- Samme12.05.1940Lummen
StafDEVISSCHERJozef, Peter FelixLtRes02.10.1910Oostende29.04.1945Prenzlau (D)Krijgsgevangene
7/IIGEIREGATRemi, S.SdtMil2927.06.1909Huise27.05.1940Diksmuide
OnbekendGONDRYVictorSdtMil2816.02.1908La Louvière07.10.1942Gmund Niederdonan (A)Krijgsgevangene
OnbekendGRILLAERTMaurice, M.C.SdtMil3014.02.1909Gent24.05.1940Poperinge
9/IIIHERREGODTSAlfred, JulesSgtMil2910.11.1909Casteau28.09.1940CasteauVerwond te Mellaar op 13.05
StafLAENENJean, F. M. (Frans)SdtMil11.09.1907Laken10.05.1940ElseneVerwond te Evere op 10.05
9/IIILERATJules, J.SgtMil3131.12.1911Nalinnes13.05.1940Mellaar
9/IIIROBBEHenri, R.SdtMil09.08.1910Moeskroen13.05.1940Mellaar
OnbekendROUCKHOUTGerard(Onbekend)02.10.1910Oombergen16.07.1940Stablack (D)
9/IIIRUTTENJoseph, M.A.SdtMil3117.06.1911Sint-Lambrechts-Woluwe13.05.1940Mellaar
OnbekendSERVAISOlivierSdtMil2927.11.1909Jupille12.10.1942Allensteig (D)Krijgsgevangene
2/ITIALANSRichard, E.L.AdjtKROLt29.03.1917Gosselies12.05.1940Lummen
3/ITIMMERMANSRené, T.H.KplMil3005.08.1910Brussel12.05.1940Lummen
OnbekendTIMMERMANSEdmondSdtMil2724.07.1907Meerbeke01.08.1940Lavamund (D)Krijgsgevangene
OnbekendVAN CAMPENHOUDTAndré, A.SdtMil15.07.1909Schaarbeek27.05.1940Diksmuide
OnbekendVAN DORMAELArthurdSdtMil2927.04.1909Waterloo16.04.1945Haslev (DK)Krijgsgevangene
1/IVANCOMPERNOLLEJosephSdtMil3803.04.1919Torhout12.05.1940LummenMotorwielrijder
OnbekendVANDER SCHUERENFerdinandSdtMil3001.07.1910Vilvoorde22.01.1941Isenbüttel (D)Omgekomen in treinramp
2/IVANDEURENPierreKplMil3025.09.1910Oudergem12.05.1940Lummen

Bibliografie en Bronnen

  1. Meulenijzer, V. (1941) Gevangen! Vier dagen oorlog aan t’ Albertkanaal. Vier maanden in het Stalag, Brussel: Ignis
  2. Royaux, R. (jaartal onbekend) Historique des 8e, 16e, 38e et 58e régiments de Ligne 1939-1940, Brussel: Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
  3. Dumoulin, F. (1946) Le combat de Mellaer 13 mai 1940, Onbekend: eigen beheer
  4. Dothee, A. (1945), Heurs et malheurs d’un regiment de deuxieme reserve pendant la campagne de 1940, Onbekend: eigen beheer.
  5. De lichte mitrailleurs van de het type Chauchat FM15/27, die in 1915 in allerijl in Frankrijk aangekocht werden om een nijpend tekort aan mitrailleurs op te vangen, leverden tijdens de Eerste Wereldoorlog al problemen op. De mitrailleurs blokkeerden te vaak op cruciale momenten. Dit euvel was uiteraard nog niet opgelost tijdens WOII. Het wapen wordt vaak bestempeld als “the worst machine gun ever made”. Achtergrondinformatie [On Line beschikbaar]: https://en.wikipedia.org/wiki/Chauchat [Laatst geraadpleegd 5 april 2021].