Type | Infanterieregiment van de eerste reserve | |
Ontdubbeld van | 6de Linieregiment | |
Taalstelsel | Nederlandstalig | |
Onderdeel van | 2de Infanteriedivisie | |
Bevelhebber | Kolonel SBH Fernand Demart | |
Adjudant-majoor | Kapitein-commandant Charles Van Heck | |
Standplaats | Versterkte Positie Luik PFLII Lijn Ondersector Boncelles-Chaudfontaine |
|
Samenstelling | I Bataljon (Majoor Robert De Vijlder) | 1ste Compagnie Fuseliers (Lt Marcel Verhasselt) 2de Compagnie Fuseliers (Lt K. Oorts) 3de Compagnie Fuseliers (Lt E. Van Nuffel) 4de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Gaëtan Pulinckx) |
II Bataljon (Majoor Marc Wautier) | 5de Compagnie Fuseliers (Lt L. Van Hoof) 6de Compagnie Fuseliers (Lt P. Dewallens) 7de Compagnie Fuseliers (Cdt Julien Benoey) 8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt A. Heylen) |
|
III Bataljon (Majoor Jean De Wever) | 9ste Compagnie Fuseliers (Lt N. Baeten) 10de Compagnie Fuseliers (Lt Albert Top) 11de Compagnie Fuseliers (Lt R. De Vos) 12de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Leo Peeters) |
|
IV Bataljon (Luitenant-kolonel Alfred Lebrun) | 13de Compagnie Mitrailleurs (Lt G. Dierckx) 14de Compagnie Anti-Tankkanonnen C47 (Lt L. Driesen) 15de Compagnie Mortieren M76 (Lt J. Van Baelen) |
|
Stafcompagnie (Luitenant W. Vereecke) Geneeskundige Compagnie (Geneesheer Luitenant G. Kerkhofs) Peloton Verkenners (Onderluitenant Paul Poisson) |
Het 28ste Linieregiment (28Li) ontstaat op 1 september 1939 bij de afkondiging van Fase C van het mobilisatieplan als ontdubbelingsregiment van het 6Li. Het regiment wordt te Lint gemobiliseerd en vertrekt op 3 september uit het station van Kontich naar zijn oorlogskantonnement te Buizigen en Woutersbrakel. Aan het eind van de maand september wordt het 28Li naar het Albertkanaal verplaatst en wordt ingekwartierd te Olen en Noorderwijk. Op 30 maart 1940 vertrekt het regiment naar Leopoldsburg voor een kampperiode van 10 dagen. Vervolgens keert het 28Li terug naar de lijn Halle-Ninove-Waver en installeert zich opnieuw te Woutersbrakel.
Het regiment vertrekt op 24 april naar de Versterkte Positie Luik (Position Fortifiée de Liège of PFL). De Versterkte Positie Luik bestaat uit vier linies waarvan de tweede linie, (de PFLII) ongeveer 28Km lang is en loopt van Barchon tot Boncelles. Deze linie omvat de vernieuwde forten van Barchon, Evegnée, Fléron, Chaudfontaine, Embourg en Boncelles aangevuld met 61 betonnen bunkers in twee echelons en zal bezet worden door de 2Div in het zuiden en de 3Div in het noorden. Het 28Li wordt ontplooid in de noordelijke ondersector van de 2Div (ondersector Chaudfontaine) en krijgt als buren het 25Li (behorende tot de 3Div) op links en het 6Li op rechts. De ondersector loopt van Chaudfontaine (exclusief) tot Boncelles (exclusief).
Staf/28Li
De commandopost van het 28Li is geïnstalleerd in een woning aan de Rue Vaudrée 139 te Angleur.
II/28Li
Het IIde Bataljon (II/28Li) is verantwoordelijk voor het kwartier west van het eerste echelon tussen Boncelles in het westen en de Ourthe in het oosten. De commandopost staat in het dorp van Boncelles. Het bataljon is volledig aan manschappen, bewapening, materieel en karren maar tijdens de mobilisatie werden twee van de tien opgeëiste motorvoertuigen teruggegeven aan hun eigenaars.
III/28Li
Het IIIde Bataljon (III/28Li) bemant het kwartier oost van het eerste echelon tussen de Ourthe in het westen en de Vesder in het oosten en heeft zijn commandopost ten oosten van de Luikse voorstad Embourg. Het bataljon krijgt een peloton Mortieren Van Deuren MVD-70 onder leiding van Luitenant Makar toegewezen.
I/28Li
Het Iste Bataljon (I/28Li) bezet het tweede echelon en heeft zijn gevechtsposities van de terril van de Cockerill fabriek (1Cie) over het Bois de Saint-Jean (2Cie) en Sart-Tilman (3Cie) tot aan de oever van de Ourthe. De commandopost bevindt zich te Sart-Tilman. Een aantal detachementen zijn afgedeeld: een peloton van de 3Cie wordt opgesteld te Chenée, een ploeg FM30 van de 2Cie bezet bunker BE8 te Tilff, een sectie mitrailleurs van de 4Cie bezet een stelling te “Sur-le-Mont” die uitkijkt over de brug over de Ourthe en een peloton mitrailleurs van de 4Cie tenslotte bewaakt de brug over de Maas te Renory.
Pl Vkr/28Li in versterking van 1L
Het Peloton Verkenners (Pl Vkr/28Li) van OLt Poisson wordt net als het Wielrijderseskadron 2Div en de andere verkenningspelotons van de infanterieregimenten van de 2Div op 25 april 1940 onder tijdelijk bevel gesteld van het 1ste Regiment Lansiers (1L) om ingezet te worden aan de oostgrens. De verkenners dienen samen met de dekkingstroepen een reeks Alarmposten (Postes d’Alerte – of PA) te bezetten aan de Belgisch-Duitse grens. Deze PA zijn bemand met een ploeg van 3 à 4 man met een kaderlid. Bij grensoverschrijding door vijandelijke eenheden dienen deze per radio of telefoon het “Vooruitgeschoven Inlichtingscentrum” te Trois Ponts te verwittigen. Na het doorgeven van de inlichtingen dienen zij zich naar het westen terug te plooien. Tijdens de nacht van 9 op 10 mei levert het Pl Vkr/28Li het wachtdetachement voor PA32 te Honsfeld en te Losheimersgraben bewaakt een ploeg van het peloton verkenners 28Li ook nog een ontsporingspost op de spoorlijn 45A.
Staf/28Li
Om 01u00 wordt het alarm gegeven aan de commandopost waar op dat ogenblik Luitenant Vereecke officier van wacht is. Zo’n drie uur later zijn alle troepen op post. Gedurende de dag is iedereen bezig met het verbeteren van de stellingen. Friese en Spaanse ruiters worden gemonteerd en voor de loopgrachten opgesteld. Er worden vernielingen en wegversperringen uitgevoerd met uitzondering van de “Route du Condroz” waarlangs de bevriende eenheden uit de Ardennen moeten binnenkomen. Ondertussen wordt de stad Luik overvlogen door dichte formaties van de Luftwaffe.

Kolonel SBH Fernand Demart.
Het 1ste Regiment Lansiers trekt zich terug van de Vooruitgeschoven Stelling op de Ourthe en stuurt zijn laatste eenheden rond 14u00 over de brug van Tilff. De genie blaast het kunstwerk op rond 14u30. Het 28Li kan nu de laatste wegvernielingen in zijn ondersector uitvoeren.
In de loop van de dag steken de Duitsers ten noorden van Luik het Albertkanaal over en drijven de 7de Infanteriedivisie met het 2Gr, 2C en 18Li volledig uit elkaar. Een omsingeling van de Versterkte Positie Luik vanuit het noorden is dan ook een reëel gevaar geworden. Het uitstellen van een evacuatie zou het verlies van het ganse IIIde Legerkorps kunnen betekenen, en dat risico wil de legerleiding niet nemen. Daarom vaardigt het Groot Hoofdkwartier het bevel uit om de Versterkte Positie Luik op te geven. Het IIIde Legerkorps moet de 3de Infanteriedivisie terugtrekken naar de linkeroever van de Maas, terwijl de 2de Infanteriedivisie, en dus ook het 28Li, naar de K.W. Stelling zal gestuurd worden.
Het regiment krijgt omstreeks 19u00 het bevel om vanaf 23u00 de aftocht aan te vatten, behalve het IIde Bataljon dat toegewezen wordt aan de achterwacht van de 2de Infanteriedivisie die gevormd zal worden onder leiding van Generaal-majoor Paret, Commandant Infanterie 2Div.
De manschappen zullen met autobussen en vrachtwagens vervoerd worden. Het Iste Bataljon met zijn elementen van het IVde Bataljon krijgen een opstapplaats te Jemeppes, terwijl het IIIde Bataljon met zijn versterkingen van het IVde Bataljon en met de staf van het regiment zal instijgen te Hollognes-aux-Pierres. Het vertrekuur wordt vastgelegd op 04u00 in de nacht van 10 op 11 mei.
De paardengespannen en het zwaar materieel zullen op treinstellen geplaatst worden de stations van Tilleur, Jemeppes-sur-Meuse en Hollogne-aux-Pierres. De divisieartillerie zal in vier etappes langs de baan naar het westen moeten reizen.
Vanaf 22u30 verlaten de troepen hun stellingen. Het regiment detacheert het IIde Bataljon naar de Groepering Paret en stuurt alle andere eenheden naar hun opstapplaatsen. Luitenant Willems van de 3de Compagnie krijgt de opdracht om de baan tussen Angleur en Tilff op te blazen en vertrekt met een vernielingsdetachement.
II/28Li in versterking van de Groepering Paret
Het IIde Bataljon wordt toegevoegd aan de Groepering Paret, een tijdelijke formatie die de langsheen de Ourthe zal post vatten om de aftocht uit Luik. Generaal-majoor Paret dient zijn troepen op te stellen langsheen de westelijke oever van de Ourthe, tussen de samenvloeiing met de Maas en het dorp Comblain-au-Pont.
Pl Vkr/28Li in versterking van 1L
Om 03u15 zijn de de verkenningspelotons van het 28ste en 6de Linieregiment gehergroepeerd in de school te Bullange. De verkenners hebben er een eerste keer contact met vijandelijke cavaleristen. Vanaf 04u00 worden de eerste vernielingen uitgevoerd te Losheimsgraben. Om 05u00 hebben de verkenners te Bullange opnieuw contact met de vijand. Het dorp wordt verlaten na de telefooncentrale en benzinestation vernield te hebben. Tijdens de aftocht dient omstreeks 06u30 Luitenant Poisson het kruispunt van Butgenbach te bezetten om de terugtocht te dekken en de spoorwegbrug te vernielen. Een verkenningspatrouille van Wachtmeester Légipont van het 1L zal even later echter vaststellen dat het kruispunt onbezet is en de spoorwegbrug niet vernield is.

Een officier en manschappen van het 28Li tijdens de mobilisatie (foto Ben De Staercke).
Staf/28Li
Het gros van het regiment wordt nog tijdens de nacht van 10 op 11 mei ingescheept voor het transport naar de K.W. Stelling. De paardenwagens en het materiaal gaan de trein op. De manschappen zullen in opgeëiste vrachtwagens afreizen.
I/28Li
Het I/28Li verzamelt om 03u00 aan de Maasbrug van Fragnée en stuurt zijn materieel en paardengerij door naar het station van Tilleur. De trein met al het materieel en de voertuigen vertrekt reeds 06u00.
De manschappen marcheren naar de opstapplaats te Jemappe waar een tekort aan militaire voertuigen vastgesteld wordt. Kolonel SBH Demart gaat over tot het opeisen in de omgeving van al wat rijden kan en alzo kan het bataljon tegen het middaguur vertrekken. De colonne wordt onderweg gebombardeerd en zeven vrachtwagens rijden verloren op de tocht door Limburg en Brabant. Rondom 13u00 komt het Iste Bataljon aan in het station Duffel. Omstreeks 16u00 steekt het bataljon de vaart Leuven-Mechelen over om te 17u00 aan te komen in Boortmeerbeek.
Het I/28Li is nog maar net ingekwartierd wanneer om 21u55 het bevel toekomt om per vrachtwagen naar het Fort van Breendonk te vertrekken. Van hieruit moet het bataljon een bewakingsopdracht uitvoeren voor het Groot Hoofdkwartier.
III/28Li
De manschappen van het IIIde Bataljon bereiken Jemeppe-sur-Meuse omstreeks 05u30 en worden hier tegengehouden door de troepen van de Legerautogroepering. Alle militairen worden opgeladen in GMC vrachtwagens en vertrekken om 10u15 naar het westen. De colonne verlaat Luik via Angleur om vervolgens over Landen, Borgworm, Tienen, Lincent en Leuven tot in Herent te rijden. Te Lincent worden ook deze colonne gegrepen door de Luftwaffe. Het bataljon komt aan te Herent omstreeks 17u00 en krijgt hier te horen dat het aangehecht zal worden bij het 6Li te Rijmenam.
Materieeltrein I/28Li en III/28Li
Met de materieeltrein van de bataljons loopt het fout wanneer het treinkonvooi in het station van Tienen door vijandelijke vliegtuigen aangevallen wordt. Hierbij sneuvelen de Soldaten Braspenning, Lootens, Van Uytvanck en Vercauteren. Er gaan ook nog 7 paardenwagens, 1 veldkeuken en 11 paarden verloren. Enkele van de begeleidende manschappen verzamelen zich rond Luitenant Van Audenhove en marcheren naar Keerbergen, Anderen gaan er op eigen houtje vandoor en zullen pas dagen later opdagen of definitief verloren gaan.
II/28Li in versterking van de Groepering Paret
Het IIde Bataljon staat nu onder bevel van de Groepering Paret die de aftocht vanuit Luik moet dekken. Om 22u00 op 10 mei heeft Majoor Wautier nog de staf van de 2Div bezocht om zijn bevelen in ontvangst te nemen van Generaal-majoor Paret. Het bataljon krijgt het meest noordelijke kwartier toegewezen en ontplooit zijn compagnies van de samenvloeiing van de Maas en Ourthe in het noorden tot aan oever van de Ourthe ter hoogte van Sart-Tilman in het zuiden. De opdracht luidt om weerstand te bieden ’tot het uiterste’. Het IIde Bataljon beschikt nog steeds over de 13Cie (minus een peloton), zes C47 kanonnen van de 14Cie en over de 15Cie (minus een peloton). De troepen zijn tegen 06u30 ontplooid. Majoor Wautier heeft de verlaten commandopost van het regiment overgenomen. Het detachement moet bevoorrading afhalen op het station van Standard de Liège op de linkeroever van de Maas. Het detachement blijft de ganse dag ter plekke. De brug over de Maas te Fragnée wordt opgeblazen om 13u40.
Het II/28Li krijgt om 20u00 het bevel om Luik te verlaten en hierbij op te treden als achterhoede van de 3de Infanteriedivisie. Onmiddellijk hierop wordt alvast het paardengerij doorgestuurd naar Engis onder leiding van munitieofficier Luitenant Maes. Vervolgens steekt het bataljon de Maas over via de brug van Ougrée. De brug zal vernield worden na de doortocht van de troepen van het 4de Regiment Karabiniers-Cyclisten. In afwachting van de aankomst van deze eenheid gaat het bataljon in stelling langs de oever van de rivier, met de 7Cie ten zuiden van de brug van Ougrée en de 5Cie en 6Cie ten noorden van het kunstwerk. Tegen 02u00 in de nacht van 11 op 12 mei is het bataljon ontplooid.
Detachement Onderluitenant Willems
Om 09u00 voert het detachement Willems in steun van de aftocht van het IIde Bataljon de aangeduide vernielingen uit op de baan Angleur-Tilff. De mannen van Willems verliezen hierbij het contact met hun eenheid en zullen pas op 20 mei het 28Li opnieuw bereiken.

Manschappen van het 28Li en 2A gefotografeerd op 31 maart 1940 in het Kamp van Beverlo.
Staf, 14Cie, Pl Vkr/28Li
De ontplooiing van de Belgische troepen op de K.W. Stelling is nu in volle gang. Tussen Lier en Rijmenam staat het IIde legerkorps opgesteld met de 6de divisie en de 11de divisie aan het front en de 9de divisie in reserve. Tussen Rijmenam en Leuven ligt het VIde legerkorps met de 2de divisie en de 5de divisie in eerste lijn en de 10de divisie in reserve. De grens tussen de beide korpsen loopt langs de noordrand van Hever, door Rijmenam tot aan de anti-tankmuur.
Door de detachering van het Iste Bataljon naar Breendonk en het IIIde Bataljon naar het 6Li en het achterblijven van het II Bataljon te Luik, is het het 28Li nu gereduceerd tot een bijzonder kleine formatie. Alleen de regimentsstaf, de 14Cie anti-tank kanonnen en het Peloton Verkenners blijven over. Dit samenraapsel wordt versterkt met het peloton van Luitenant Brosens van I/6Li en krijgt de opdracht om het het anti-tankcentrum van het dorp Boortmeerbeek te bezetten.
I/28Li in versterking van het Groot Hoofdkwartier
Omstreeks 01u00 krijgt het Iste Bataljon de opdracht het Groot Hoofdkwartier te helpen beschermen tegen luchtlandingen. Majoor De Vijlder heeft enige moeite om zijn compagnies te laten verzamelen omdat een flink aantal manschappen de aangeduide kantonnementsplaatsen in Boortmeerbeek ingeruild heeft voor een beter logement in het dorp. Omstreeks 03u00 kan het bataljon dan toch instijgen in de vrachtwagens van de Legerautogroepering die het snelle transport naar Pullaar verzekeren.
Na aankomst om 06u00 wordt onmiddellijk gestart met het organiseren van een reeks defensieve posities rondom de forten Breendonk (1Cie), Liezele (3Cie) Liezele en Puurs (2Cie) en de Franse militaire missie te Ruisbroek (2Cie). Op een afstand van 300 tot 400 meter van de grachten rondom de forten worden steunpunten ingericht en vervolgens worden patrouilles georganiseerd die de perimeter van elk bolwerk bewaken.
Op 12 mei vervoegt ook het paardengerij van het bataljon het dorp Pullaar. Dit detachement onder leiding van materiaalofficier Luitenent Bastiaens was op 11 mei per trein aangekomen te Duffel.
III/28Li in versterking van 6Li
Het III/28Li wordt aan het regiment onttrokken en toegevoegd aan het 6Li ter vervanging van het te Luik achtergebleven I/6Li. De regimentscommandant van het 6Li plaats het III/28Li op het tweede echelon van het dispositief van 6Li te Rymenam. Dit kwartier omvat onder meer de bunkers Ry1 tot en met Ry9 van de K.W. Stelling. Ten noorden van het III/28Li is het I/20Li in stelling gegaan, en ten zuiden bevindt zich het I/5Li.
II/28Li in versterking van de Groepering Paret
Wanneer het 4Cy de Maas oversteekt tussen 07u00 en 08u00, wordt de bevoegdheid om de brug te laten springen overgedragen aan hun bevelhebber Kolonel SBH Jadot. Omstreeks 08u10 wordt de brug vernield. Ondertussen is het II/28Li gestart aan de lange mars naar Namen. Het bataljon heeft geen contact meer met het 28Li. Het eerste doel van de colonne is om zo snel mogelijk de Mehaigne, een linker zijrivier van de Maas, over te steken. Dit gebeurt rond 14u00 te Statte waarna een grote halte volgt te Bas-Oha. Tijdens deze pauze worden vier C47 anti-tankkanonnen opgesteld tussen de Franse troepen die langs deze rivier in stelling gegaan zijn. Om 23u00 wordt de mars hervat om uiteindelijk aan te komen in Hingeon rond 05u00 op 12 mei.
Detachement Luitenant Six
Luitenant Six van de 14Cie is in steun van het IIde Bataljon en gaat bij aankomst te Bas-Oha per fiets op zoek naar een vrachtwagen. Wanneer hij terugkomt, blijkt het IIde Bataljon vertrokken. Hij besluit richting Namen te fietsen, maar bij een pauze te Hingeon wordt zijn fiets gestolen. Uiteindelijk zal hij Boortmeerbeek bereiken waar hij aansluiting vindt bij het 28Li.

Opstelling van de 2Div in de Sector Haacht – Keerbergen op de K.W. Stelling.
Staf, 14Cie, Pl Vkr/28Li
De kern van het regiment werkt die dag aan de versteviging van zijn nieuwe posities aan de K.W. Stelling te Boortmeerbeek. Kolonel SBH Demart laat die dag ook de burgerbevolking van Boortmeerbeek evacueren. De meeste inwoners waren op dat ogenblik echter al gevlucht. De burgemeester en de gemeentesecretaris nemen de inhoud van de gemeentekas mee. De veldwachter wil ter plekke blijven om plunderingen te voorkomen, maar wordt door de militairen ook de deur gewezen.
Detachement Luitenant Van Audenhove
Op 13 mei dag vertrekt Luitenant Van Audenhove en Luitenant Peeters met een ploeg vrijwilligers naar Tienen in de hoop de vernielde wagons van de materieeltrein van I/28Li en II/28Li terug te vinden en nog enig materieel te kunnen recupereren. De raid lukt en tijdens de ochtend van 14 zal het detachement opnieuw aankomen te Boortmeerbeek met enkele paardenkarren, veldkeukens en caissons die te Tienen teruggevonden werden.
I/28Li in versterking van het Groot Hoofdkwartier
Het bataljon bewaakt nog steeds de diverse locaties het Groot Hoofdkwartier. Net na 01u00 loopt een melding binnen dat men in de omgeving valschermspringers zou opgemerkt hebben. Het blijkt echter al snel om loos alarm te gaan. Na het vallen van de duisternis ontstaat rondom 22u00 er een hevige uitbarsting van geweervuur nabij het Fort van Breendonk. Paniek breekt uit in de rangen wanneer enkele manschappen van de 4de Compagnie Duitse parachutisten menen gezien te hebben.
III/28Li in versterking van 6Li
Dit bataljon is aangehecht bij 6Li en bewaakt het kwartier Rijmenam. De commandopost van het bataljon staat opgesteld te Rijmenam.
II/28Li in versterking van Groepering Paret
De colonne bereikt Hingeon rondom 05u00 en houdt hier halt. Het bataljon ondergaat even voor het middaguur een zware luchtaanval waarbij heel wat materieel verloren gaat. Maar liefst 3 veldkeukens en 6 paardenwagens moeten worden achtergelaten. Een honderdtal manschappen zijn er vandoor gegaan. Onder druk van de nu terugtrekkende Franse troepen ziet het bataljon zich genoodzaakt om de scene van de aanval zo snel mogelijk te verlaten en via Champion, Saint-Servais, Belgrade en Flawinne langsheen de noordrand van de Versterkte Positie Namen tot in Franière te trekken. Hier kan rond 21u00 eindelijk halt gehouden worden.
Generaal-majoor Paret is te Sart-Saint-Laurent en wil het II/28Li zo snel mogelijk evacueren per trein. Het Franse leger controleert echter al het spoorverkeer binnen hun operatiezone en eisen de schaarse transportmiddelen op voor hun eigen troepen. Het bataljon moet dan ook te Franière. Majoor Wautier stuurt zijn officier-betaalmeester uit om in de omgeving mondvoorraad te gaan aankopen voor de hongerige manschappen.
Staf, 14Cie, Pl Vkr/28Li
De kern van het 28Li bevindt zich nog steeds te Boortmeerbeek. Het detachement in steun gekregen van het 6Li verlaat het dorp en keert terug naar zijn regiment.
I/28Li in versterking van het Groot Hoofdkwartier
Het I/28Li blijft verantwoordelijk voor de beveiliging van het Groot Hoofdkwartier.
III/28Li in versterking van 6Li
Het III/28Li blijft aangehecht bij 6Li en is nog steeds verantwoordelijk voor het kwartier Rijmenam,.
II/28Li in versterking van Groepering Paret
Het bataljon blijft de ganse dag te Franière. Het bataljon krijgt het bevel om door te marcheren naar Binche en gaat om 20u45 opniew de baan op. De colonne vordert via Tamines en Gilly naar Charleroi en Fontaine-l’-Evèque.
Staf, 14Cie, Pl Vkr/28Li
De kern van het 28Li bevindt zich nog steeds te Boortmeerbeek.
I/28Li in versterking van het Groot Hoofdkwartier
Het I/28Li beëindigt zijn bewakingsopdracht. Om 11u00 komt het bevel om zich terug aan te sluiten bij de rest van het regiment aan de K.W. Stelling. Om 16u30 vertrekt het bataljon te voet naar Boortmeerbeek waar ze rond middernacht toekomen. Het bataljon gaat in stelling ten zuiden van Boortmeerbeek.
III/28Li in versterking van 6Li
Het bataljon opgesteld in tweede echelon ter hoogte van Rijmenam ontfermt zich over de restanten van I/6Li die met mondjesmaat blijven toekomen. Deze militairen worden uiteindelijk aangehecht bij III/28Li. Ze worden onder meer ingezet om patrouilles te lopen in het achtergebied van de ondersector van het 6Li.
II/28Li in versterking van Groepering Paret
Het bataljon marcheert het dorp Anderlues binnen rondom 08u00 en Majoor Wautier besluit dat zijn manschappen veel te vermoeid zijn om verder te trekken naar Binche. Generaal-majoor Paret wordt op de hoogte gesteld en het bataljon rust de ganse dag uit. De colonne vertrekt opnieuw om 20u30 en trekt via Binche, Nijvel, Bascoup, Faut en Bois d’Haine richting Quenast.
Staf, 14Cie, Pl Vkr/28Li
Op 16 mei komt onverwachts het bevel van het geallieerd opperbevel (via de Franse generaal Bilotte) om naar het westen terug te trekken. Zonder dat men de K.W. Stelling ten volle verdedigd heeft moet de stelling worden prijsgegeven. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en in drie nachtelijke etappes terugtrekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. De 2Div wordt naar het Bruggenhoofd Gent gestuurd.
Omstreeks 16u00 worden alle regimentscommandanten bij de staf van de 2de Infanteriedivisie ontboden, waar ze hun orders voor de aftocht van de K.W. Stelling vernemen en de nieuwe opdracht krijgen om zich in drie nachtelijke etappes terug te trekken naar het Bruggenhoofd Gent. De kern van het 28Li krijgt Lede aangeduid als bestemming. Dit dorp moet in twee etappes bereikt wordt. In de nacht van 16 op 17 mei moet via Elewijt, Eppegem en Verbrande Brug naar Beigem gemarcheerd worden, en in de nacht daarop van Beigem naar Lede.
I/28Li
Tegen 02u40 heeft het I/28Li zich opgesteld op het derde echelon van de 2de Infanteriedivisie, ten zuiden van het dorp Boortmeerbeek. Een honderdtal manschappen van het I/6Li die inmiddels teruggekeerd zijn uit Luik worden aangehecht om de posities voldoende te kunnen bemannen. Het I/28Li wordt nu opnieuw aangestuurd door de regimentsstaf.
III/28Li in versterking van 6Li
Het III/28Li is nog steeds opgesteld in Rijmenam wordt aangeduid om deel uit te maken van de achterhoede van de 2Div. Het bataljon zal tot 02u30 in de nacht van 16 op 17 mei op post moeten blijven en zal tijdens de aftocht gedekt worden door het Wielrijderseskadron der 2de Infanteriedivisie. Het bataljon vertrekt omstreeks 20u00 naar Elewijt. Kort na de start van de terugtocht wordt een vastgereden levensmiddelenwagen achtergelaten. De weg naar Elewijt is bijzonder druk. Het duurt maar liefst zes uur om de eerste 13 kilometer af te leggen.
II/28Li in versterking van Groepering Paret
Het bataljon bereikt Quenast rondom 08u00 en houdt halt. Om 20u15 gaat de colonne opnieuw verder. Via Silly en Ghislengien wordt naar Ghoy gemarcheerd. Het bataljon trekt hierbij dwars door de Franse en Britse legerzones en komt dan ook slechts bijzonder traag vooruit.
Staf, I/28Li, 14Cie, Pl Vkr/28Li
Na de doortocht van de 2de Infanteriedivisie vernielt de genie in de tweede helft van de nacht van 16 op 17 mei de Dijlebrug te Rijmenam en de bruggen over de Vaart Leuven-Dijle te Hever, Boortmeerbeek en Schiplaken
De eerste motorvoertuigen van de kern van het 28Li komen aan omstreeks 05u30 te Beigem nabij Grimbergen. De colonne te voet loopt het dorp binnen omstreeks 08u00. Al snel blijkt dat Beigem ook al is toegewezen aan een andere eenheid en er heerst dan ook de grootste drukte. Uiteindelijk raken alle troepen ingekwartierd.
Ook de overige eenheden van de divisie bereiken tijdens de loop van de voormiddag de westelijke oever van het Kanaal van Willebroek. Het 5de Linieregiment wordt omstreeks 15u00 bij verrassing aangevallen in zijn rustkantonnement te Humbeek nadat de Duitsers het Kanaal van Willebroek konden oversteken nabij de brug van ’t Sas. Gealarmeerd door de infiltratie bij Humbeek begeeft Kolonel SBH Demart zich naar de staf van de 2de Infanteriedivisie te Steenhuffel om instructies. Er komt geen duidelijk antwoord en Demart rijdt dan maar terug naar Beigem. Na overleg met Kolonel SBH Lescornez van 2J wordt besloten om een defensieve positie ten westen van Koppendries en Beigem te bezetten. Hierbij wordt het I/28Li ontplooid tussen Limbos en Beigem.
De avond valt en het oorlogsgeluid uit de richting van Humbeek neemt af. Om 23u30 komt Luitenant De Backer van de divisiestaf aan met een bevel om de tweede nachtelijke etappe naar het westen onmiddellijk aan te vatten. De bestemming Lede is nu gewijzigd in Gijzegem. De marsroute loopt via Sint-Brixius-Rode, Meise, Wolvertem, Merchtem, Mazenzele, Baardegem, en Wieze naar Gijzegem.
Detachement Luitenant Geneesheer Kerkhofs
De hulppost van het regiment beschikt over twee ambulancevoertuigen van de divisietroepen. Een van deze voertuigen vertrekt omstreeks 17u00 naar Aalst met een gewonde officier van het 2J. Wanneer enige tijd nadien een zwaargewonde grenswielrijder binnengebracht wordt, besluit Med Lt Kerkhofs om zijn tweede ambulance zelf te begeleiden in de hoop het voertuig te kunnen behouden. Bij aankomst te Aalst kan hij echter het militaire Chirurgisch Centrum niet meer terugvinden en besluit hij om door te rijden naar Gent. Hier zal hij omstreeks 08u00 op 18 mei zijn gewonde afleveren, Nadien raken Kerkhofs en zijn bemanning op de dool. Uiteindelijk zullen ze in Poperinge belanden om van daaruit doorgestuurd te worden naar Rouen en uiteindelijk Narbonne. Luitenant Geneesheer Kerkhofs zal uiteindelijk aangesteld worden als arts bij het XVIIde Recruteringscentrum van het Belgisch Leger (XVII/CRAB) en zal eind augustus terugkeren naar ons land.
III/28Li in versterking van 6Li
Het III/28Li verlaat Rijmenam om 02u30 in de nacht van 16 op 17 mei en trekt zich terug via Hofstade, Zemst en Laar naar Humbeek. Bij deze mars sluit de 10Cie de colonne. Het bataljon houdt in de vroege ochtend halt even ten westen van de dorpskern van Humbeek. Wanneer om 13u00 nog geen nieuwe instructies zijn toegekomen, laat Majoor De Wever zijn manschappen inkwartieren in de huizen van de wegen naar Nieuwenrode en Wolvertem. Omstreeks 15u00 weerklinken schoten uit de richting van Sas en Humbeek. Al snel blijkt dat een Duitse voorhoede het 5Li verrast heeft in zijn kantonnement. Deze totale verrassing leidt ook tot paniek bij het III/28Li. Een 80-tal militairen van de bataljonsstaf, de 10Cie en de 12Cie worden meegesleurd in de colonnes van de terugtrekkende eenheden van het 5Li. De bagagewagen van de officieren van het bataljon onder leiding van Sergeant Van Poecke verdwijnt definitief en zal eind mei teruggevonden worden in het Franse departement Seine-Maritime.
Omstreeks 18u00 wordt het III/28Li richting westen weggestuurd. Ten noorden van Wolvertem gaat het bataljon over tot een korte stellingname die eveneens toelaat om de eenheden te reorganiseren. Vanaf 23u00 wordt de mars hervat via Merchtem, Opwijk, Wieze en Gijzegem tot in Mespelare.
II/28Li in versterking van Groepering Paret
Het bataljon houdt om 07u00 halt te Ghoy, maar lang duurt de pauze niet en wanneer Britse troepen rond het middaguur in het dorp toekomen, kunnen de Belgen niet anders het kantonnement overgeven aan de bevriende troepen. Generaal-majoor Paret beveelt aan het bataljon om de linkeroever van de Schelde te vervoegen. De marscolonne verlaat Gohy omstreeks 20u00. Luitenant Roels van de 7Cie wordt voorop gestuurd naar de brug over de Schelde te Zingem om te vermijden dat deze voortijdig zou vernield worden. Het bataljon marcheert doorheen de nacht via Geraardsbergen, Trippen, Grotenberge, Leeuwergem en Oombergen.
Staf, I/28Li, 14Cie, Pl Vkr/28Li
De kern van het regiment verlaat Beigem omstreeks 00u30 in de nacht van 17 op 18 mei. De colonne raakt te even verstrikt raakt in de paniek die onder de aanwezige Belgische troepen is uitgebroken wanneer detachementen van het Lichte Regiment van de Rijkswacht ervan overtuigd zijn dat de Duitsers hen op de hielen zitten. De mars naar Merchtem wordt echter al snel hervat en omstreeks 09u00 bereiken de eerste elementen het dorp Gijzegem waar men kantonneert tot 19u00. Onderweg zijn twee caissons met telkens twee Maxim mitrailleurs van de 4Cie van de marscolonne afgezonderd geraakt. De beide paardenkarren en hun bemanningen zullen door de Duitser ingehaald worden.
Omstreeks 20u00 vertrekt de kern van het 28Li verder westwaarts. De 2de Infanteriedivisie maakt nu deel uit van het VIde Legerkorps dat de zuidoostelijke zone van het Bruggenhoofd Gent zal verdedigen. Hierbij krijgt de 2Div de sector Betsberg-Gijzenzele-Kwatrecht toegewezen. Het Bruggenhoofd Gent (in 1940 beter bekend onder zijn Franse naam TPG – Tête de Pont Gand) wordt gevormd door een bunkerlinie ten zuiden van Gent. De verdedigingslinie bestond uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hadden nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel. De eenheden van de 2Div die de stelling zullen bemannen moeten de bunkers zelf inrichten en ook de verbindingsloopgraven terug in orde brengen.
De kern van het 28Li wordt naar Melle gedirigeerd en krijgt een marsroute toegewezen via Lede, Impe en Oordegem.
III/28Li in versterking van 6Li
Het III/28Li bereikt Mespelare omstreeks 09u00 en zou hier ingekwartierd moeten worden, wat echter mislukt omdat de troepen van het 2ChA hier reeds aangekomen zijn als onderdeel van hun verdedigingsopdracht langsheen de Dender. De bevelhebber van het 6Li wordt ingelicht en stuurt het bataljon terug naar het zuiden om te Dries een nieuw kantonnement uit te zoeken. Ook dit lukt niet door de aanwezigheid van de Ardense Jagers. De troepen worden dan maar ondergebracht in de velden en bossen ten westen van dit dorpje. Om 20u00 vertrekt het III/28Li. De volgende etappe loopt naar Landskouter via Lede, Oordegem, Aalst en Gijzenzele.
II/28Li in versterking van de 10Div
Het bataljon marcheert door de nacht van 17 op 18 mei via Geraardsbergen, Grotenberge, Oombergen en Nederzwalm richting Zingem. De Scheldebrug van Zingem is reeds door de Britse troepen ondermijnd, maar deze houden de brug voorlopig nog open voor militair verkeer. Wanneer het II/28Li de Britse legerzone verlaat en Belgische zone binnen marcheert, wordt het bataljon ingeschakeld door de 10de Infanteriedivisie om de hen toegewezen sector te beveiligen in afwachting van de aankomst van de eenheden van de divisie. In eerste instantie wordt de 5Cie samen met een peloton C47 kanonnen en met twee C75TR kanonnen van 2A opgesteld nabij de brug van Zingem en de veerpont aan de Damstraat. Dit detachement zal aangestuurd worden door het 3J.
De rest van het bataljon wordt rondom 18u00 naar Huise gestuurd en wordt ter beschikking gegeven van het 6J dat verantwoordelijk wordt voor het tweede echelon van de sector van de 10Div.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.
Staf, I/28Li, 14Cie, Pl Vkr/28Li
De aftocht van het veldleger van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde die tijdens de nacht van 16 op 17 mei gestart is, moet op 19 mei voltooid worden. Het VIde legerkorps heeft het bevel overgenomen over de volledige zuidoostelijke zone van het Bruggenhoofd Gent op de boog tussen Semmerzake en Kwatrecht. Er worden drie divisies ontplooid in deze zone. Van west naar oost zal de opstelling er als volgt uitzien:
- de 5de infanteriedivisie krijgt de sector Semmerzake-Munte toegewezen
- de 4de infanteriedivisie wordt gecentraliseerd in de sector Munte-Betsberg
- de 2de infanteriedivisie sluit de linies af door inname van de sector Betsberg-Kwatrecht
Bij de 2de Infanteriedivisie wordt het 5de Linie toegewezen aan ondersector noord tussen de oever van de Schelde te Kwatrecht en Gijzenzele. Het 6de Linie krijgt ondersector zuid vanaf Gijzenzele tot Betsberg. Het 28de Linie wordt verantwoordelijk voor het derde echelon van de divisiesector, achter de beide regimenten.
Het Iste Bataljon bereikt Melle omstreeks 07u00 en ontdekt dat ook het IIde Bataljon van het 44ste Linie hier aangekomen is om de gemeente te bezetten als anti-tanksteunpunt. Kolonel SBH Demart moet dan ook eerst de planning uitklaren met Luitenant-kolonel De Loucker van 44Li en met de divisiestaf. Aanvankelijk wordt besloten om het I/28Li niet te ontplooien maar in reserve te houden.
Om 11u00 besluit de divisiestaf om I/28Li toe te wijzen aan drie steunpunten ten westen van Kwatrecht, op de zogenaamde Achterlinie van het Bruggenhoofd . Van noord naar zuid worden de 2Cie, 1Cie en 3Cie opgesteld. De 2Cie heeft zijn steunpunt in het Kasteel van Gontrode, de 1Cie op gehucht Keutelhoek, en de 3Cie wordt opgesteld teLemberge.
De commandopost van 28Li is inmiddels opgesteld in het Kasteel de Potter d’Indoye te Melle.
III/28Li in versterking van 6 Li
Het IIIde bataljon blijft aangehecht bij het 6Li en bereikt Landskouter omstreeks 09u00. Van hieruit krijgt het bataljon het tweede echelon van de ondersector Gijzenzele-Betsberg toegewezen. De drie compagnies worden in lijn opgesteld met van noord naar zuid de 9Cie, 10Cie en 11Cie. Een peloton van de 14Cie met vier C47 kanonnen en een peloton van de 15Cie zonder mortieren zijn nog steeds in versterking. De 12Cie neemt de bunkers in op dit echelon. De rechter buur van het bataljon wordt het III/15Li, terwijl op de linkerflank het sterk uitgedunde II/5Li ligt.
II/28Li in versterking van de 10Div
Het IIde Bataljon, zonder de 5Cie, bevindt zich te Huise en wordt rond 03u00 toegewezen aan het tweede echelon van de nieuwe sector van de 10de Infanteriedivisie. Het bataljon verkent, organiseert en camoufleert een stelling die uiteindelijk door het IIde Bataljon van het 6J zal bezet worden. Om 18u00 wordt de 5Cie van zijn bewakingsopdracht ontlast en mag de compagnie de rest van het bataljon vervoegen. De eenheid vertrekt naar Huise om 20u30. Wanneer de 5Cie hier aankomt, zet het ganse bataljon zich op weg naar Zwijnaarde met als opdracht hier uiteindelijk de rest van de 2Div terug te vervoegen.

De 2Div in het Bruggenhoofd Gent. Het 5Li staat opgesteld tussen de Schelde en 6Li dat de rechter ondersector bezet.
Staf, I/28Li, 14Cie, Pl Vkr/28Li
De Duitsers bereiken het Bruggenhoofd Gent en maken nabij Kwatrecht contact met het 5Li. Dit regiment wordt al snel ernstig aangeklampt en er komt grote druk te staan op ondersector noord van de 2Div.
De divisiestaf besluit om derde echelon van de sector te herschikken om troepen vrij te maken ter ondersteuning van het 5Li. Om 12u30 loopt het bevel binnen bij het I/28Li om 2 compagnies fuseliers en 2 pelotons mitrailleurs ter beschikking te stellen van het III/5Li voor een tegenaanval. De 1Cie en 3Cie krijgen de opdracht toegewezen en zullen uitgestuurd worden via de zuidrand van de spoorlijn Gent-Dendermonde naar de omgeving van het station van Kwatrecht. Tijdens de vordering volgt een luchtaanval zodat dit detachement pas om 14u50 zal aankomen.
Om 15u00 beslist de divisiestaf om ook de laatste compagnie van I/28Li naar voren te sturen. De stafcompagnie, het peloton verkenners en het overige nog beschikbaar personeel worden dan weer samengevoegd in een detachement zal zal postvatten aan de westrand van de spoorlijn Gent-Zottegem om een nieuw, beperkt derde echelon in plaats te stellen.
De 1Cie krijgt als opdracht om te bunkers nabij het Boergondisch Kruis te Kwatrecht te herroveren en hierbij ook te beletten dat de vijand de Oosterzelesteenweg kan oversteken. De compagnie vordert via de Brusselsesteenweg met een gids van het 5Li die er echter vandoor gaat van zodra de eerste schoten weerklinken. Het peloton van Onderluitenant De Clercq heeft als doel om bunker A41 te bezetten, maar loopt dit bouwwerk voorbij en valt onder vuur bij het naderen van het Boergondisch Kruis. De pelotonscommandant en enkele manschappen raken gewond waarop de opmars vastloopt. Het peloton wordt teruggetrokken naar Kwatrecht en vindt uiteindelijk bunker A41 terug.
De 2Cie wordt oostwaarts gestuurd via de spoorlijn Gent-Dendermonde met het peloton van Onderluitenant Desmet op links, het peloton van Adjudant KROLt Desmet in het midden en het peloton van Onderluitenant Debels. Dit laatste peloton bereikt bunker AV16 waar vijf gewonde militairen van het 5Li teruggevonden worden. De Duitsers bevinden zich in de onmiddellijke nabijheid en de gevechtsgroepen gaan in dekking en slagen erin om de vijand af te stoppen. Hiermee valt echter ook de opmars van de 2Cie en 3Cie stil.
III/28Li in versterking van 6 Li
Het IIIde bataljon bezet het tweede echelon van de ondersector Gijzenzele-Betsberg van het 6Li. Dit echelon loopt ten oosten van de spoorlijn Gent-Zottegem en verbindt Potaardewijk met Landskouter. De bunkers B39, B38, B37 en B36 maken deel uit van deze stelling. In de loop van de dag wordt het peloton van Onderluitenant Moyson van de 11Cie in versterking gegeven aan het IIIde Bataljon van het 6Li met het oog op een mogelijke tegenaanval naar Kwatrecht.
II/28Li
Het bataljon bereikt Zwijnaarde rondom 01u30 maar vindt hier geen spoor van de 2de Infanteriedivisie. Na enig zoekwerk vindt Majoor Wautier het hoofdkwartier van zijn divisie terug in het Kasteel Lammens te Merelbeke. Het bataljon zal tegen de avond van 20 mei opnieuw aansluiting vinden bij de kern van het 28Li. Het II/28Li bestaat dan nog uit ongeveer 360 militairen.
Staf/28Li
Het IIIde Bataljon van het 1ste Regiment Ardense Jagers wordt in versterking gegeven van de 2Div. Om 02u00 in de nacht van 20 op 21 mei bezoekt Kolonel SBH Demart de commandopost van Kapitein-commandant Philippart te Zwijnaarde. Het III/1ChA moet via Merelbeke naar Melle vertrekken om hier het oude onderkwartier over te nemen van het Iste Bataljon van het 28Li.
De marscolonne wordt onmiddellijk gevormd en bij dageraad vertrekt het III/1ChA naar de omgeving van het psychiatrisch ziekenhuis Caritas. In de bossen van het even verderop gesitueerde Kasteel Pycke de ten Aerde heeft Kapitein-commandant Philippart een ontmoeting met Majoor De Vijlder van het I/28Li die hem de voormalige posities van zijn bataljon aanduidt. De compagnies bereiken het ziekenhuis omstreeks 06u00 en vallen hier onmiddellijk onder Duits artillerievuur. De beschieting is kort en hevig en maakt twee gewonden bij de 7Cie.

Het gebied tussen Gontrode en Kwatrecht is na WO2 grondig veranderd door de aanleg van de E40.
Het III/1ChA start met de overname van de steunpunten die ingericht werden door het I/28Li. De verschillende slagorde van de bataljons maakt dat her en der enige aanpassingen nodig zijn. Kapitein-commandant Philippart installeert zich in de commandopost van het I/28Li op de Keutelhoeve op het gehucht Keutelhoek tussen Merelbeke en Lemberge. De 8Cie, 7Cie en 9Cie worden van noord naar zuid opgesteld tegen 08u15. Elk van de compagnies plaats twee pelotons vooraan en een peloton in steun. Onmiddellijk na de inplaatsstelling volgt een nieuwe artilleriebeschieting die een tweetal uur zal duren. De commandopost is hierbij duidelijk een doelwit.
Bij de gevechten rond Kwatrecht is intussen ook het IIde Bataljon van het 11Li gevoegd. Dit bataljon moet een tegenaanval van het 5Li ondersteunen samen met en twee ACG1 tanks van het Eskadron Pantserwagens van het Cavaleriekorps. Om 11u00 beveelt Kolonel SBH Demart om een compagnie van het III/1ChA toe te voegen aan deze actie. Kapitein-commandant Philippart laat de 7Cie vertreken en past de posities van de 8Cie en 9Cie aan.
I/28Li
Het Iste Bataljon bevindt zich in Kwatrecht en wordt zwaar toegetakeld wanneer de Duitsers vanaf de vroege ochtend hun grondoffensief hervatten. Er vallen verschillende slachtoffers, waaronder ook Onderluitenant De Clerq, Adjudant KROLt Ghys en Adjudant KROLt Mertens. Een honderdtal manschappen en vier Maxim mitrailleurs gaan verloren. Onder de krijgsgevangenen zijn ook Onderluitenant Debels en Onderluitenant Desmet.
II/28Li in versterking van 5Li
Het bataljon wordt omstreeks 23u45 in de nacht van 20 op 21 mei direct doorgestuurd naar de spoorlijn Brussel-Gent om een nieuwe defensieve stelling op te werpen vanaf de Scheldeoever in het noorden tot de start van de posities van het Iste Bataljon van het 5Li, ongeveer halverwege bunker B42 (nabij de drieweg splitsing in de spoorlijn) en bunker A40 (nabij de brug van de Oosterzelesteenweg). Hierbij moet front gemaakt worden richting Kwatrecht. De stellingname verloopt naar behoren.
Om 06u00 wordt de 6Cie uit deze nieuwe linie weggetrokken om een tegenaanval uit te voeren in de richting van de commandopost van het III/5Li. Deze actie verloopt zonder grote gevechten met de vijand en in de loop van de namiddag zal de 6Cie terugkeren naar de linies van het IIde Bataljon.
Staf/28Li
Op de Conferentie van Ieper tussen de Belgen, Fransen en Britten is beslist dat het front achteruit moet. Het Belgische leger zal de aftocht naar de Leie aanvatten. Rondom Gent worden de Belgische posities herschikt, het Bruggenhoofd Gent wordt opgegeven. De 16de en de 18de infanteriedivisies zullen de stad verdedigen. De 1ste infanteriedivisie zal de komende nacht stad verlaten en naar de streek van Kortrijk verhuizen. De 2de en de 4de infanteriedivisie zullen die nacht het Bruggenhoofd Gent opgeven en over het Afleidingskanaal van de Leie trekken. Ten zuiden van de stad zullen de 1ste Divisie Ardense Jagers en de 5de infanteriedivisie nog achter de Schelde moeten blijven tot de nacht van 23 op 24 mei en zich vervolgens ook achter de Leie moeten terugtrekken. Het regiment beleeft een relatief rustige dag. Om 20u00 vertrekt het 28Li richting Nevele. De bataljons verlaten eveneens de buurt van Melle en trekken in een wijde boog langs de zuidrand van Gent door Merelbeke, Zwijnaarde en Drongen. De tocht zal zo’n 24 uur duren.
Het III/1ChA wordt vervangen door het I/2ChA. Dit laatste bataljon vertrekt dan ook naar 2de Infanteriedivisie en steekt omstreeks 00u40 te Hondele te Schelde over. Kolonel SBH Demart verdeelt de drie compagnies over de boerderij van de Keutelhoek, de dorpskern van Lemberge en het kasteel van Gontrode. Om 09u00 is het bataljon ontplooid op deze nieuwe posities.
I/28Li
Te Kwatrecht dringen de Duitsers niet langer aan, en dit laat toe dat het i/28Li teruggeroepen kan worden naar het oorspronkelijke derde echelon van de divisiesector. Het I/28Li bezet opnieuw zijn stellingen in derde linie van de 2de Infanteriedivisie, maar maakt zich klaar om net zoals de rest van het regiment het Bruggenhoofd Gent te verlaten.
II/28Li in versterking van 5Li
Het IIde Bataljon behoudt zijn posities en wordt nog steeds aangestuurd door het 5Li. Om 20u00 ontvangt Majoor Wautier de orders voor de afmars. Het bataljon moet op post blijven tot 01u30 in de nacht van 22 op 23 mei en vormt daarmee de vaste achterhoede van het 5Li. Telkens een peloton van de 5Cie en de 6Cie zullen vervolgens de achterwacht leveren en mogen de aftocht pas vervoegen om 02u00.
III/28Li
Het IIIde Bataljon verlaat het 6Li bij de aftocht uit het Bruggenhoofd Gent en komt terug onder het bevel van het 28Li.
Staf/28Li
Het regiment is op weg naar Nevele. Te Drongen droppen de Duitsers pamfletten op de colonnes van het 28Li om te troepen trachten te overtuigen om de wapens neer te leggen. Rond middernacht komt de eerste troepen aan te Nevele, waar men onmiddellijk het bevel krijgt om door de marcheren naar Hansbeke. Het regiment is nu terug volledig en kan in zijn geheel ingezet worden. Het III/28Li keert terug van zijn opdracht bij het 6Li. Het II/28Li dat middenin de gevechten op het Bruggenhoofd Gent uit Charleroi toekwam ,heeft nu eveneens zijn plaats binnen het regiment teruggevonden.
Het regiment krijgt initieel de ondersector Overbroek-Landegem toegewezen en bezet daarmee de rechterflank van de 2de infanteriedivisie. Het Afleidingskanaal van de Leie vormt de voorlimiet van deze ondersector die zich uitstrekt tussen kilometerpaal 12,4 van de kanaaloever in het noorden en kilometerpaal 9,4 in het zuiden. Hierbij is het 28Li verantwoordelijk voor de brug van Merendree, de spoorbrug van de lijn Brussel-Oostende en de brug van Landegem. Voor het eerst sedert het begin van de veldtocht wordt het 28Li niet alleen in eerste lijn maar ook op de hoofdkrachtinspanning van de 2Div opgesteld.
Op de linkerflank is het 5Li ontplooid en op rechts is het 4de Regiment Jagers te Voet (4J) aangekomen.
I/28Li
het I/28Li krijgt de tweede linie toegewezen en graaft zich in langsheen de Voordestraat achter het gehucht Overbroek met van noord naar zuid de 1ste, 3de en 2de Compagnie. De commandopost van het regiment wordt ondergebracht bij de 3de Compagnie in het centrum van deze tweede linie.
II/28Li
Het IIde Bataljon verlaat het Bruggenhoofd Gent vanaf 01u30 in de nacht van 23 op 24 mei en trekt zich terug via Zwijnaarde, Gent-Sint-Pieters, Drongen en Merendree. Bij het overschrijden van de brug van Merendree verlaat het bataljon het commando van het 5Li. Na aankomst op de nieuwe posities bemant het II/28Li het zuidelijke kwartier van de eerste linie met van noord naar zuid de 6de en 7de compagnie langs de kanaaloever en de 5de compagnie in diepte.
III/28Li
Het III/28Li steekt eveneens het Afleidingskanaal van de Leie over via de brug te Merendree en komt ook vanaf dit punt opnieuw onder het bevel van het 28Li. Hiermee is het regiment eindelijk opnieuw herenigd. Het bataljon wordt opgesteld in het noordelijke kwartier van de eerste linie met van noord naar zuid de 9de en de 10de Compagnie langs de kanaaloever. De 11de compagnie gaat in stelling achter de twee compagnies in lijn. De CP van III/28Li bevindt zich in het onderkwartier van de 11de compagnie.

Opstelling van de 2Div aan het Afleidingskanaal van de Leie .
Staf/28Li
Om 04u00 komt een bevel toe dat de ondersector van het 28Li inkort. De zuidgrens wordt nu niet langer gevormd door kilometerpaal 9,4 maar door de spoorlijn Brussel-Oostende. Alle steunpunten tussen deze spoorlijn en de oude zuidgrens van de ondersector worden overgenomen door het IIIde Bataljon van het 2de Regiment Jagers te Voet.
Dit betekent dat het ganse 28Li noordwaarts verschuift. De brug van Merendree wordt het enige overgangspunt in de aangepaste ondersector en wordt nu bewaakt door de 6Cie.
In de late namiddag krijgen het IIde Bataljon en het IIIde Bataljon de opdracht om elk een voorpost te plaatsen op de oostelijke oever. De 7Cie plaatst een detachement op de gronden van het Kasteel van Kervyn de Meerendré, terwijl de 11Cie een detachement uitstuurt naar de baan van Merendree naar Oostergem, net ten oosten van de kerk van Merendree. Tegen 18u00 zijn de detachementen op hun plaats. De communicatie met het regiment wordt verzekerd door een patrouilledienst.
Staf/28Li
Terwijl de vijand oprukt naar het Afleidingskanaal wordt druk verder gewerkt aan de verdedigingslinies. Het Afleidingskanaal behoort niet tot de voorbereide stellingen van het Belgische verdedigingsplan en alle noodzakelijke grondwerken worden zo snel mogelijk uitgevoerd.
Omstreeks 08u00 heeft Kolonel SBH Demart contact met een woedende Majoor De Wever die in zijn bataljonsvak diverse witte vlaggen ontdekt heeft. Bij de 8Cie worden de Sergeanten Cambre en Van Acker op de rooster gelegd en ter plekke gedegradeerd door de majoor. Ook een mitrailleursectie van de 12Cie heeft een witte vlag geplaatst op zijn stellingen. Bovendien blijkt Luitenant Delcroix van de 13Cie (in steun bij de 6Cie) rond te lopen zonder graadkentekens. De officier beweert dat hij een instructie van Majoor De Wever verkeerd begrepen had als een bevel om deze te verwijderen.
Omstreeks 10u00 laat het IIIde Bataljon twee patrouilles vertrekken naar de oostelijke oever. De ploegen staan onder leiding van Sergeant De Roeck en Sergeant Debruyn. Wanneer deze patrouilles om 13u00 nog steeds niet teruggekeerd zijn, wordt ook Korporaal Caers met een ploeg naar de overkant gezonden.
Wanneer om 14u30 op de commandopost van het regiment een alarmerend bericht binnenloopt van een Duitse aanval op de restanten van de brug van Merendree, blijkt echter dat hier helemaal niet geschoten wordt. Op de kanaaloever staat een Duitse patrouille, vergezeld door Sergeant De Roeck, Sergeant Debruyn en Korporaal Caers die de Belgische militairen op de westelijke oever aanmanen om naar de vijand over te lopen. Binnen de kortste keren verlaten een honderdtal manschappen van de 6Cie, 7Cie, 10Cie, 13Cie en 14Cie hun stellingen om via de brokstukken van de slecht vernielde brug van Merendree naar de Duitse oever over te steken. Onder hen ook Onderluitenant Delcroix.
Kolonel SBH Demart geeft een onmiddellijk bevel aan het peloton M76 mortieren van Onderluitenant Meurrens on het vuur te openen, en vraagt ook meteen artilleriesteun aan. De III/2A van Majoor Valentin opent het voobereide afsluitingsvuur op het park van het Kasteel van Kervyn de Meerendré (vuuropdracht A7). De gevechtsgroep van Sergeant Jacobs van de 6Cie wordt onder leiding van Luitenant Dewallens uitgestuurd naar de kanaaloever om de Duitsers onder vuur te nemen. Intussen heeft het nieuws van de overgave ook de divisiestaf bereikt en is Generaal-majoor Paret, Commandant Infanterie, ter plekke aangekomen. Hij laat de vuren A6, B6 en C8 uitvoeren door het 2A om de overlopers te beschieten en beveelt om de verlaten steunpunten opnieuw te bezetten.
Bij de 7Cie is de gevechtsgroep van Sergeant Van Mosselaere verdwenen, alsook een FM30 ploeg. Ook bij de 10Cie is een gevechtsgroep overgelopen, evenals de bemanningen van twee secties mitrailleurs van de 13Cie en de bemanning van het C47 anti-tankkanon dat de ingestorte brug van Merendree bewaakte. De 5Cie krijgt de opdracht om de gaten te dichten en moet ook een patrouille naar de overkant sturen. Onderluitenant Moulart en Sergeant Wouters vertrekken met hun ploeg, ondersteund door twee FM30 machinegeweren vanop de bevriende oever. Er worden talrijke Duitse gesneuvelden teruggevonden, maar van de overgelopen Belgen is geen spoor meer.
Kolonel SBH Demart begeeft zich omstreeks 09u00 en in het gezelschap van Majoor De Wever en Kolonel SBH Terlinden van 2A naar het landhoofd van de brug van Merendree om het resultaat van de incidenten van de vorige dag te aanschouwen.
Het 28Li behoudt zijn posities, maar de staf van de 2Div twijfelt aan de standvastigheid van het regiment en beveelt om 13u00 een gedeeltelijke positiewissel tussen het 6Li en het 28Li. Hierbij zal het I/28Li ter plekke blijven om het tweede echelon van de ondersector te blijven bewaken, en zullen het I/28Li en III/28Li afgelost worden door het 6Li. De aflossing moet bij valavond starten.
Tijdens de ochtend wordt Onderluitenant Van Der Elst met een patrouille uitgestuurd naar de Duitse oever. Van Der Elst brengt militaire zakboekjes en schouderstukken mee van gesneuvelde Duitsers.
De nacht wordt als donker en kalm gerapporteerd. Tegen 23u00 zijn de bataljons van het 28Li afgelost door het 6Li. De eenheden marcheren naar Hansbeke.
Het 28Li komt aan op het derde echelon van de divisiesector rond 02u00. De ochtend wordt gebruikt om de inplaatsstelling op punt te stellen.
De Belgen verliezen de korte maar hevige strijd aan het Afleidingskanaal. Terwijl de Ardense Jagers nog de ganse dag door hardnekkig weerstand zullen bieden in de streek rond Vinkt, worden de laatste Belgische eenheden in allerijl teruggetrokken van het Afleidingskanaal om een allerlaatste linie op te werpen in het gebied ten zuiden van Brugge.
II/28Li en III/28Li als achterhoede 2Div
Het 28Li krijgt rondom 14u15 een marsbevel om naar Aalter en Maria-Aalter terug te trekken. De ganse 2Div gaat achteruit en het II/28Li en III/28Li worden aangeduid om met enige steunelementen van het 2A de vaste achterhoede van deze operatie te vormen. Om 17u30 meldt Kolonel SBH Demart dat deze achterhoede klaar is. De divisiestaf bepaalt dat de artilleriesteun van 2A tot 19u30 ter plekke moet blijven, en de infanterie van de achterhoede vanaf 20u30 zal terugtrekken.
Tussen 15u00 en 16u00 worden de echelons van de drie infanterieregimenten reeds op weg gezet onder controle Majoor Maelfait van het 6Li. Het is volop dag en er is geen ernstige luchtbescherming. Het duurt dan ook niet lang of de Luftwaffe valt aan. In de daarop volgende beschieting sneuvelen Majoor Maelfait en zes militairen, waaronder Soldaat Van Der Elst van het 28Li.
Het IIde Bataljon bevindt zich aan de oostrand van het Markettebos waar het de in aanbouw zijnde snelweg naar de kust dekt, terwijl het IIIde Bataljon zich opstelt tussen het Kanaal Gent-Brugge, het Kasteeldomein van Bellem en het Kranepoelbos met van van noord naar zuid de 11Cie, 10Cie en 9Cie. Om de flankdekking naar het noorden te verzekeren, zijn twee detachementen opgesteld aan de bruggen van het Kanaal Gent-Brugge. Het peloton van Onderluitenant Moyson van de 11Cie bewaakt met steun van een T13 tankjager de brug van Hansbeke, terwijl het peloton van Luitenant De Vries, ook met een T13 in steun, dezelfde taak uitvoert aan de brug van Bruggewijk. Voor deze actie wordt de commandopost van het regiment opgesteld op de baan van Aalter naar Oostergem.
Met deze opstelling wordt de terugtocht van de 2Div gedekt. De meeste troepen van de divisie zullen tussen 20u00 en 21u30 aankomen in de omgeving van Maria-Aalter. De achterwacht van II/28Li en III/28Li verlaat zijn posities om 20u30 en trekt zich terug naar Maria-Aalter. De commandopost van het 28Li vestigt zich aan een veldkapel in de Wingenestraat.
I/28Li bij 6Li
Tegen 21u00 komt I/28 toe in Maria-Aalter als tweede echelon van het 6de Linie. Er vallen twee doden en enkele gekwetsten door deze aanvallen.
Omstreeks middernacht in de nacht van 27 op 28 mei ontvangt het regiment een nieuw marsbevel en moet verder teruggetrokken worden naar Schare nabij Ruddervoorde. De marsroute loopt via Het Aanwijs, Wildenburg, Peerstalle en Kortekeer. Bij aankomst moet het regimentsvaandel overgemaakt worden aan de divisiestaf. Ook het I/28Li wordt teruggestuurd naar het 28Li en bereikt het gehucht Kortekeer omstreeks 05u00. De commandopost van het regiment vestigt zich bij ‘De Schore’ in de omgeving van Ruddervoorde. Net na 08u00 ontvangt men het nieuws van de wapenstilstand.
De Duitsers komen aan omstreeks 16u00 met bevelen om voorlopig in Ruddervoorde te verzamelen. De staf verhuist naar het gemeentehuis van Ruddervoorde. Er is geen bevoorrading meer en de manschappen verkrijgen eten en drinken via de plaatselijke bewoners.
Op 1 juni beginnen de Duitsers met het afvoeren van hun gevangenen. Het regiment vertrekt te voet naar Merendree via Ruiselede, Vinkt, Meigem, Landegem en Vosselare. De volgende dag gaat het via Wondelgem – Gent – Desteldonk – Zaffelare naar Eksaarde.
Op 7 en 8 juni verblijft heel het regiment in Oostakker tot de demobilisatie volgt op 9 juni. Op 10 juni wordt verder gemarcheerd naar Lokeren en Maria Ter Heiden. De officieren vertrekken tenslotte op 12 Juni naar Duitsland waar de krijgsgevangenschap wacht. De rest wordt naar huis gestuurd.
Eenheid | Naam | Voornaam | Foto | Graad | Stand | Klas | ° op | ° te | + op | + te | Nota |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2/I | AMELINCKX | Emiel | Sdt | Mil | 34 | 14.03.1914 | Bornem | 20.05.1940 | Kwatrecht | ||
8/II | BODART | André, L.G. | Sdt | Mil | 24.04.1915 | Calais (F) | 12.05.1940 | Villers-le-Peuplier | |||
4/I | BRASPENNING | Adrien | Sdt | Mil | 22.11.1913 | Mere | 11.05.1940 | Tienen | |||
8/II | CEULEMANS | Frans | ![]() | Sdt | Mil | 11.12.1913 | Berlaar | 12.05.1940 | Lens-Saint-Remy | ||
6/II | COLMAN | Albert, P. | ![]() | Sdt | Mil | 17.02.1915 | Hamme | 26.05.1940 | Eeklo | ||
2/I | DANIELS | Adriaan, J.C. | Sdt | Mil | 34 | 05.12.1914 | Alphen en Riel (NL) | 20.05.1940 | Kwatrecht | ||
3/I | GHIJS | Julien, F.E. | ![]() | Adjt | KROLt | 37 | 10.07.1914 | Merksem | 21.05.1940 | Kwatrecht | |
Onbekend | GIELIS | Alfons, L. | Sdt | Mil | 27.12.1906 | Elsene | 05.06.1940 | Brussel | |||
3/I | HANDIG | Eugeen, L.M. | Kpl | 17.10.1913 | Berchem | 21.05.1940 | Melle | ||||
3/I | KETELS | Constant, F. | Sdt | Mil | 09.12.1913 | Temse | 25.05.1940 | Roeselare | Verwond 21.05 te Kwatrecht | ||
9/III | LAMBEIR | Gustaaf | Sdt | Mil | 21.04.1913 | Holsbeek | 12.05.1940 | Hannut | |||
11/III | LOOTENS | Charles, A. | Sdt | Mil | 35 | 24.06.1915 | Aalter | 11.05.1940 | Tienen | ||
4/I | MARIEN | Arthur, G. | ![]() | Sdt | Mil | 03.05.1913 | Sint-Niklaas | 21.05.1940 | Melle | ||
3/I | MARTENS | Frans | Sdt | Mil | 17.02.1912 | Brecht | 21.05.1940 | Melle | |||
1/I | MERTENS | Karel, J.M. | ![]() | Adjt | KROLt | 37 | 12.07.1914 | Antwerpen | 20.05.1940 | Kwatrecht | |
11/III | MERTENS | Jozef | Sdt | Mil | 28.11.1913 | Oevel | 21.05.1940 | Gijzenzele | |||
2/I | MOENS | Frans, A. | ![]() | Sdt | Mil | 29.11.1912 | Peutie | 21.05.1940 | Kwatrecht | ||
4/I | MOORKENS | Hendrik, J. | Sdt | Mil | 18.07.1913 | Borgerhout | 21.05.1940 | Kwatrecht | |||
3/I | NIJS | François | Sdt | Mil | 13.03.1913 | Lier | 22.05.1940 | Torhout | Verwond 21.05 te Kwatrecht | ||
13/IV | ROTH | Lodewijk, A. | Sdt | Mil | 17.10.1912 | Antwerpen | 25.05.1940 | Merendree | |||
3/I | SCHEERES | Vedastus | Sdt | Mil | 15.12.1914 | Sint-Katelijne-Waver | 12.05.1940 | Duffel | |||
7/II | SMET | Gerard, F. | Sdt | Mil | 19.02.1912 | Temse | 26.05.1940 | Péronne (F) | |||
11/III | VAN DEN BOSSCHE | Albert, A. | Sdt | Mil | 19.05.1914 | Baasrode | 25.05.1940 | Hesdin (F) | |||
Onbekend | VAN DER ELST | Juliaan, C.J. | Sdt | Mil | 33 | 09.07.1913 | Deurne | 27.05.1940 | Aalter | ||
3/I | VAN GOEY | Norbert, F.L. | Sdt | Mil | 25.08.1913 | Kallo | 21.05.1940 | Melle | |||
2/I | VAN MIERLO | Frans | Sdt | Mil | 26.01.1913 | Berchem | 21.05.1940 | Kwatrecht | |||
6/II | VAN NUFFEL | Juliaan | Sdt | Mil | 28.09.1910 | Niel | 30.05.1940 | Saint-Omer (F) | |||
11/III | VAN UYTVANCK | Achiel | ![]() | Sdt | Mil | 01.01.1915 | Hamme | 11.05.1940 | Tienen | ||
11/III | VEKEMANS | Frans | Kpl | 18.04.1912 | Antwerpen | 21.05.1940 | Gijzenzele | ||||
1/I | VERCAUTEREN | Achiel, C. | Sdt | Mil | 13.07.1913 | Zwijndrecht | 11.05.1940 | Tienen | |||
Onbekend | VERGOUWEN | Antoon | Sdt | Mil | 33 | 23.01.1913 | Essen | 31.07.1940 | Vannes (F) | ||
7/II | VERLAECKT | Constant | Sdt | Mil | 26.01.1913 | Sint-Niklaas | 16.05.1940 | Gent | |||
Onbekend | VRYSEN | Joannes, M.A. | Sdt | Mil | 19.02.1915 | Wijchmaal | 15.06.1940 | Le Touquet-Paris-Plage (F) | |||
Onbekend | WAGEMANS | Juliaan | Sdt | Mil | 12.07.1914 | Antwerpen | 26.05.1940 | Beernem |
- Archief 28ste Linieregiment, Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie.
- Cammaert, M., 1993, De geschiedenis van het 6 linieregiment, [n.p]: vzw 6 Linie.
- Casteels, R. en Vandegoor, G., 2002, 1940 in de regio Haacht. De Belgische eenheden op de KW Stelling, Haacht: HAGOK.
- De Vos, J., 1978, Mei 1940 ten zuiden van Gent, Gavere: Uitgeverij ’t Fonteintje.
- Michiels, O., 1947, 18 Jours de guerre en Belgique, Parijs: Berger-Levrault.
- Onbekend., 2006, De slag om Gijzenzele van 19 tot 21 mei 1940. Beschikbaar op: http://www.abbl1940.be/ABBL1940files/ExterneArtikelen/Gijzenzelemei1940.htm. [Laatst geraadpleegd 1 Jan 2012].
- Taghon, P., 1986, Gent mei 1940, Gent: Historica.
- Van Brussel, L., 1974, 18 dagen blitzkrieg, Brussel: Frans Masereelfonds.