7de Linieregiment

Situatie op 10 mei 1940

Reglementaire benaming 7de Linieregiment | 7ème Régiment de Ligne | 7Li
Type Infanterieregiment van het actieve leger
Ontdubbeld van n.v.t.
Taalstelsel Nederlandstalig
Onderdeel van 4de Infanteriedivisie
Bevelhebber Kolonel SBH Maurice Gondry
Adjundant-majoor Kapitein-commandant Lambert Nelissen
Standplaats Dekkingsstelling Albertkanaal
Ondersector Schoonbeek – Munsterbilzen
Commandopost in Eik nabij Munsterbilzen
Samenstelling I Bataljon
(Majoor Eduard De Meyer)
1ste Compagnie Fuseliers (OLt P. T’Seyen)
2de Compagnie Fuseliers (Cdt Arthur Bosschaerts)
3de Compagnie Fuseliers (Cdt Fernand Rousseau)
4de Compagnie Mitrailleurs (OLt E. Ledocte)
  II Bataljon
(Kapitein-commandant Edgard Van Wesemael)
5de Compagnie Fuseliers (Lt Steppe)
6de Compagnie Fuseliers (OLt F. De Groote)
7de Compagnie Fuseliers (OLt L. Cloquet)
8ste Compagnie Mitrailleurs (Lt Valère De Meyer)
  III Bataljon
(Majoor Jean Vansighem)
9de Compagnie Fuseliers (Cdt Albert Dejaegere)
10de Compagnie Fuseliers (Cdt L. Billiaert)
11de Compagnie Fuseliers (OLt Ivan Dubois)
12de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Robert Nailis)
  IV Bataljon
(Luitenant-kolonel Gaston Deseck)
13de Compagnie Mitrailleurs (Cdt Armand Van Winckel)
14de Compagnie Anti-tankkanonnen C47 (Kapt J. Kennes)
15de Compagnie Mortieren M76 (Cdt F. Van Buggenhout)
  Stafcompagnie (Luitenant I. Timmermans)
Geneeskundige Compagnie (Geneesheer 1ste Kapitein Victor Nees)
Peloton Verkenners (Onderluitenant Antoine Müsing)

Tijdens de mobilisatie

Bij de start van de mobilisatie bevond het 7Li zich in de Dossinkazerne te Mechelen.

Staf/7Li
Het 7de Linieregiment (7Li), een actief infanterieregiment dat in volle vredestijd samen met het 11de Linieregiment (11Li) en het 14de Linieregiment (14Li) behoorde tot de 4de Infanteriedivisie (4Div), was voor de aanvang van de mobilisatie gekazerneerd in de Dossinkazerne te Mechelen. Het verouderd gebouwencomplex van de Dossinkazerne was dringend aan vernieuwing toe en dit was de reden waarom in 1937 het plan werd opgevat om voor het 7Li een moderne kazerne te bouwen in Tongeren (de latere Ambiorixkazerne). De bouw van de kazerne werd gestart in juni 1938, ongeveer tegelijkertijd met bouw van de kazernes van Saive en Turnhout. De bouwwerken te Tongeren zijn echter nog niet beëindigd bij de start van de mobilisatie in 1939 waardoor de verhuis van het 7Li van Mechelen naar Tongeren nooit gerealiseerd werd [1]. 

Op zaterdag 26 augustus 1939, bij afkondiging van Fase A van het mobilisatieplan, wordt het 7Li gemobiliseerd in de Dossinkazerne te Mechelen. Tijdens deze fase worden de militieklassen  ‘36, ’37 en ‘38 opgeroepen om de onder de wapens zijnde klas ’39 te versterken. De staf, het Iste, IIde en IIIde Bataljon bevinden zich op dat ogenblik in de Dossinkazerne, het IVde Bataljon is op oefening in het Kamp van Beverlo. Op 1 september staat het 7Li in voor de paraatstelling van het 15de Linieregiment (15Li), een infanterieregiment van Eerste Reserve. Dit nieuw gevormd regiment wordt samengesteld met reservisten van 7Li behorende tot de militieklassen ’32, ’33, ’34 en ’35. Ongeveer een derde van de officieren en onderofficieren van het actief kader van 7Li gaan over naar het 15Li. Zij worden vervangen door opgeroepen reservisten. De ontdubbelingsregimenten van Eerste Reserve hebben dezelfde organisatie en bewapening als de actieve regimenten, alleen de leeftijd en het ervaringsniveau van de manschappen verschilt gezien er meer tijd tussen hun diensttijd en de mobilisatie zit. Van zodra de mobilisatie van het 15Li voltooid is, lost dit regiment het 14Li af bij de 4Div, waarna het 14Li overgaat naar de 11de Infanteriedivisie (11Div). Door de afkondiging van de mobilisatie kan het 7Li ook niet meer instaan voor de opleiding van de aan het regiment toegewezen dienstplichtigen die behoren tot de tweede helft van de klas ’39. Om dit op te lossen wordt overgegaan tot de oprichting van een Aanvullings- en Opleidingsdepot (of AOD) per actieve divisie. Binnen het AOD van de 4Div (AOD/4ID) moet het 7Li kaderleden leveren voor de oprichting van een opleidingsregiment waar de dienstplichtigen bestemd voor 7Li zullen worden in samengebracht.

Opstelling van de 4Div aan de vooravond van de oorlog (projectie op recente kaart).

Opstelling van de 4Div aan de vooravond van de oorlog (projectie op recente kaart).

De 4de Infanteriedivisie wordt onmiddellijk na de start van de mobilisatie preventief naar het oostelijke uiteinde van het Albertkanaal gestuurd om ten noorden van de Versterkte Positie Luik een waakscherm op te richten tussen Lixhe en Eigenbilzen in afwachting van de aankomst van de rest van het veldleger. Het 7Li vertrekt samen met de rest van de divisie en neemt een oorlogskantonnement in te Lanaken. Vanuit Lanaken wordt het regiment onmiddellijk naar het Albertkanaal gestuurd om er de centrale ondersector (militaire term voor een terreingedeelte bezet door een regiment) van het waakscherm te bezetten. Het 7Li staat vanaf  28 augustus 1939 opgesteld tussen de brug van Vroenhoven en de brug van Veldwezelt met twee bataljons in lijn en één bataljon in diepte. De 4Div zal met het 7Li, het 11Li en het 15Li de stelling achter het Albertkanaal blijven bezetten tot begin januari 1940. Wanneer op 5 januari 1940 de 4Div aan het Albertkanaal wordt afgelost door de 5de Infanteriedivisie (5Div) neemt een regiment van de Jagers te Voet de stellingen van het 7Li over. Een week later onderneemt het regiment een korte kampperiode te Beverlo, waarna vervolgens te Halen, Bunsbeek en Diest gekantonneerd wordt om eind januari 1940 opnieuw in Beverlo te eindigen. Wanneer op 01 maart 1940 de 6de Infanteriedivisie (6Div) aan het Albertkanaal door de 4Div wordt afgelost trekt het regiment opnieuw naar de zuidelijke oever van het Albertkanaal, ditmaal om stelling te nemen tussen Schoonbeek en Munsterbilzen. Het 7Li bezet het centrale deel van de sector van de 4Div. Langs rechts sluit de stelling aan op die van het 11Li en langs links wordt de stelling verlengd door het 15Li. In de ondersector van 7Li bevindt zich de brug over het Albertkanaal langs de baan Zutendaal – Munsterbilzen (verder vernoemd als brug van Zutendaal). De overgenomen stellingen worden geperfectioneerd en in de maanden maart en april wordt zowel overdag als ‘s nacht de stellingname aan het kanaal vanaf de rustkantonnementen ingeoefend. De Staf/7Li heeft zijn rustkantonnement in Bilzen en de gevechtscommandopost staat opgesteld in Eik. Het 7Li kan rekenen op de vuursteun van de Iste Groep van het 8ste Regiment Artillerie (I/8A) die staat opgesteld in de noordrand van Bilzen. Ten noorden van het Albertkanaal bezetten de Groep Wielrijders der 17de Infanteriedivisie (GpCy 17Div) en twee compagnies van het Bataljon Grenswielrijders Limburg (Bn CyF Lim) een defensieve stelling achter het Kanaal Briegden-Neerharen [2]. Deze defensieve lijn maakt deel uit van de Vooruitgeschoven Stelling waar de vijand vierentwintig uur vertraagd moet worden zodat de troepen achter het Albertkanaal voldoende tijd krijgen om hun stellingen te organiseren.

Opstelling van de 4Div op 10 mei 1940 (projectie op recente kaart).

Opstelling van het 7Li op 10 mei 1940 (projectie op recente kaart).

I/7Li
Aan de vooravond van de oorlog staat het Iste Bataljon (I/7Li) opgesteld in eerste lijn achter het Albertkanaal op de rechterflank van de ondersector. De brug van Zutendaal, die zich in het bataljonsvak van I/7Li bevindt, wordt verdedigd door de 3Cie. De stellingen van I/7Li sluiten langs rechts aan op de stellingen van II/11Li. Het bataljon wordt bevolen door Majoor De Meyer.

II/7Li
Het IIde Bataljon  (II/7Li) staat opgesteld in eerste lijn op de linkerflank. Links van II/7Li bevindt zich het Iste Bataljon van 15Li (I/15Li).

III/7Li
Het IIIde Bataljon (III/7Li) staat opgesteld in tweede lijn en dient als reserve om tussen te komen indien de vijand erin slaagt de eerste linie te doorbreken.

IV/7Li
Zoals gebruikelijk worden de middelen van het IVde Bataljon (IV/7Li) in versterking gegeven van de bataljons in lijn.

MedCie/7Li
De Geneeskundige Compagnie van het 7Li (MedCie/7Li) bestaat uit vier pelotons van ongeveer 30 man en een kleiner detachement van 5 man. De MedCie/7Li wordt bevolen door 1ste Kapitein Geneesheer Nees. Deze compagnie staat in voor de directe medische steun en de evacuatie van zieken en gewonden naar de hogere echelons van de medische keten. De drie eerste pelotons beschikken over een officier en een onderofficier geneesheer ondersteund door twee onderofficieren verpleger en een 25-tal soldaten. Deze pelotons worden in steun gegeven van de bataljons en organiseren de medische hulpposten van de bataljons. Het vierde peloton is iets groter en beschikt over vijf geneesheren en een tandarts ondersteund door vier onderofficieren verpleger en een 25-tal soldaten. Dit peloton staat in voor de organisatie van de regimentshulppost die in de dorpsschool van het klooster (of stift) van Munsterbilzen wordt ontplooid, op een tweetal kilometer van de voorste linies. Vanuit de regimentshulppost worden de gewonden afgevoerd naar het triagestation (of  Medische Hulpplaats) van de 4Div, dat zich te Hoeselt bevindt en dat beschikt over een wagenpark met een reeks ambulances, vrachtwagens en autobussen. Het kleinste detachement tenslotte bestaat uit een officier geneesheer en vier soldaten dat in steun wordt gegeven van IV/7Li.

StafCie/7Li
Het gevechtsechelon (of Echelon de Combat) en het ravitailleringsechelon (of Echelon Vivres – EV) van 7Li bevinden zich te Martenslinde nabij Bilzen, de bagagetrossen te Wellen.

Staf/7Li
Op 10 mei 1940 wordt de commandopost van 7Li net na middernacht op de hoogte gebracht van de afkondiging van het algemeen alarm. De manschappen verlaten in de daarop volgende uren hun kantonnementen om de loopgrachten en bunkers aan de oevers van het Albertkanaal te bemannen. Slechts een gedeelte van de manschappen trok de wacht op langs het kanaal, de rest bevond zich in houten barakken in de buurt van de stelling of was ingekwartierd bij burgers in Munsterbilzen. Vanaf 04u00 overvliegen talrijke Duitse vliegtuigen de stellingen van 7Li.

Om 06u00 wordt het regiment op de hoogte gebracht van de afkondiging van de algemene mobilisatie naar aanleiding van de Duitse inval. Kort daarna komt een bericht binnen dat er in Nederland gevochten wordt. Het regiment verneemt tegen de ochtend eveneens het nieuws van de aanval op de 7de Infanteriedivisie (7Div) en het rampzalige verlies van de bruggen te Veldwezelt en Vroenhoven. In de loop van de voormiddag worden de stellingen regelmatig gebombardeerd door de Duitse luchtmacht. Ook het centrum en het station van Munsterbilzen worden hevig gebombardeerd. De Duitsers waren ervan op de hoogte dat in de dorpskern, vlak achter de linies, Belgische soldaten bij burgers ingekwartierd waren. Door het vroegtijdig alarm vielen er onder de militairen geen slachtoffers, bij de burgerbevolking van Munsterbilzen daarentegen vallen meerdere doden te betreuren [3].

Om 12u35 stuurt de Staf/4Div een eerste update door over de toestand bij de Vooruitgeschoven Stelling, een defensieve lijn ten noorden van het Albertkanaal. De Wielrijdersgroep van de 17Div (GpCy 17Div) die er een waakscherm opricht, signaleert dat de vijand te Vucht de Zuid-Willemsvaart is overgestoken. LtGen De Graeve is er niet gerust in en geeft het 7Li om 12u36 de opdracht een officiersverkenning uit te voeren naar de CP van de GpCy 17Div te Neerharen om poolshoogte te nemen van de situatie [4]. Om 13u25 ontvangt OLt Res Deridder van de Staf/7Li het bevel om de brug van Zutendaal in het bataljonsvak van I/7Li op te blazen. Het opblazen van de brug gebeurt uiteindelijk om 14u35 door het vernielingsdetachement van het 4de Bataljon Genie (4Gn). De rest van de dag wordt er gewerkt aan de stellingen en uitgekeken naar het verloop van de Duitse aanval in de sector van de aangrenzende 7Div. De onrust neemt toe naarmate meer onheilspellende berichten binnenstromen. Behoudens enkele artillerieduels en sporadisch geweervuur verloopt de nacht van 10 op 11 mei relatief kalm.

Manschappen van het 7Li tijdens de mobilisatie.

Manschappen van het 7Li tijdens de mobilisatie.

I/7Li
Om 13u40 wordt de 3Cie op de hoogte gebracht dat de brug van Zutendaal dient opgeblazen te worden. De ontploffing van de brug vindt uiteindelijk plaats om 14u35 wanneer het vernielingsdetachement van het 4Gn het vernielingsdipositief aansteekt. De brug breekt in vier stukken maar is niet volledig vernield; infanterie te voet kan nog gebruik maken van de brokstukken om het kanaal over te steken. Majoor De Meyer, bevelhebber van I/7Li, brengt de regimentsstaf hiervan op de hoogte. Tegen de avond bereikt de vijandelijke voorhoede de noordelijke kanaaloever tegenover de stellingen van 7Li en de eerste vuuruitwisselingen vinden plaats. Tijdens het over en weer vuren komt Soldaat Beckers om het leven bij het verlaten van zijn kanaalbunker [5]. Op hetzelfde ogenblik arriveert een verkenningseenheid van het Franse 12e Régiment Cuirassiers [12(FRA)RC] bij de CP van I/7Li. Het Franse peloton verkenners wordt bevolen door de Sous-Lieutenant Erny. Deze officier laat weten dat hij zich naar de overkant van het kanaal wenst te begeven maar krijgt te horen dat de brug al vernield is. Hij meldt zich dan maar aan bij Kol SBH Gondry op de CP van 7Li te Eik. SLt Erny brengt de regimentscommandant van 7Li op de hoogte van zijn opdracht om op te rukken tot aan het Albertkanaal te Munsterbilzen, verbinding te verzekeren met de eenheid die de brug bewaakt en om vervolgens de vijand te jalonneren vanaf het kanaal tot de Franse stellingen tussen Wavre en Namen. Gezien de brug reeds vernield is en het peloton niet meer hoeft bij te dragen tot de verdediging van de brug besluit de pelotonscommandant om een rustkantonnement voor de nacht van 10 op 11 mei in te nemen te Munsterbilzen [6]. Via de divisiestaf laat Kol SBH Gondry omstreeks 20u55 weten dat de brug van Zutendaal niet geheel vernield is. Het 4Gn stuurt Luitenant Pitti naar de brug om de zaak na te kijken en zo nodig een nieuwe springlading aan te brengen. De ploeg van Lt Pitti onderneemt nog een poging om de vernieling van de brug te voltooien maar vijandelijk geweervuur maakt deze opdracht onmogelijk. 

Mortieren M76 FRC zoals gebruikt door de 15Cie van IV/7Li

IV/7Li
De 15de Compagnie Mortieren M76 FRC (15Cie/IV/7Li), bevolen door Kapitein-commandant Van Buggenhout, is gekantonneerd in het dorpje Eik nabij Munsterbilzen wanneer ze kort na middernacht het alarm ontvangen. De manschappen, waaronder Sdt Antoine Vaes, haasten zich naar hun mortierstellingen nabij de brug van Zutendaal. De twaalf loopgraafmortieren van de 15Cie zijn  niet ingegraven maar staan opgesteld achter muren opgetrokken met zandzakken. In de ondersector van het 7Li liggen de vochtige beemden lager dan het Albertkanaal en de bodem is er erg drassig. Wanneer de brug van Zutendaal in de vroege namiddag wordt opgeblazen regent het puin op de mortierstelling, er vallen echter geen gewonden.

Pl Vknr/7Li
Het Peloton Verkenners (Pl Vknr/7Li) van OLt Musing wordt uitgestuurd naar de noordelijke oever van het Albertkanaal om te Zutendaal de toegangsweg (Bilzerweg) naar de brug van Zutendaal te beveiligen. Langs deze weg bevindt zich ook een vernielingsdetachement van het 4Gn die de springladingen onder de toegangsweg tot de brug bewaakt. De toegangsweg naar de brug van Zutendaal wordt in de vroege namiddag opgeblazen, om 14u35 volgt de vernieling van de brug. Ondertussen voert OLt Musing een officiersverkenning per motorfiets uit naar de CP van de Wielrijdersgroep van de 17Div (GpCy 17Div) opgesteld in het kasteel Kapelhof [7] te Neerharen om de staat van vernieling van de bruggen over de Zuid-Willemsvaart na te gaan.  Hij komt er toe om 14u15 en meldt om 14u40 aan de divisiestaf dat de bruggen van Vucht, Maasmechelen, Boorsem en Rekem geheel vernield zijn.  De wegbrug van Neerharen ligt ten dele in het water.  De brug over de sluis van Neerharen is dan weer volledig vernield, net zoals de bruggen van Tournebride en Lanaken. Tevens vermeld hij dat de GpCy 17Div al bijzonder veel munitie verbruikt heeft.

Pivot van het 7Li naar de dwarstelling op 11 mei (CHD Evere).

Staf/7Li
De Duitsers hebben ’s morgens de linies van de 7Div nagenoeg over de ganse lijn doorbroken en begeven zich op weg naar Tongeren om de stad in te nemen. In een poging om het tij te doen keren beveelt het Iste Legerkorps (I/LK) om 04u00 om een dwarsstelling (bretel) op te richten op de as Eigenbilzen – Mopertingen – Kleine Spouwen – Rijkhoven en die vervolgens langs de Demer te vervolledigen tot in Tongeren. Gezien het I/LK over geen reserve beschikte diende deze dwarsstelling door eenheden van de divisies in lijn ingenomen te worden. De 4Div ontvangt de opdracht om de stelling voor te bereiden van Eigenbilzen tot aan Kleine Spouwen. Luitenant-generaal De Grave, commandant van de 4Div, beslist dat het 15Li en II/7Li hun stellingen langs het kanaal verder zullen bemannen terwijl III/7Li en I/7Li zullen pivoteren om een stelling te bezetten tussen Munsterbilzen en Bilzen. Deze defensieve lijn wordt vanaf Bilzen verlengd door het 11Li dat zich achter de spoorweg Bilzen-Tongeren moet opstellen van Bilzen tot Kleine Spouwen.

Pas omstreeks 10u00 wordt Kolonel SBH Gondry op de hoogte gebracht van de nieuwe orders door Generaal-majoor Brabant, commandant van het Achterwaarts HK van de 4Div. Tussen 10u00 en 11u00 verlaten I/7Li en III/7Li hun goed voorbereide stellingen aan het kanaal om zich naar de nieuwe stelling achter de Demer te begeven. Het is weinig waarschijnlijk dat beide eenheden in staat zullen zijn om in de morgen van 11 mei nog stelling te nemen en deze in te richten. De vijand bevindt zich dan al in Genoelselderen, een flik stuk op weg naar Tongeren.

De rest van de morgen verloopt in complete chaos. Heel wat van de zware bewapening is ingegraven in de steunpunten en opgesteld in de bunkers langsheen de oever van het Albertkanaal.  Tegenover de stelling van het 7Li heeft de vijand nu post gevat over de ganse lengte van de noordelijke kanaaloever en houdt de Belgische stelling constant onder vuur.  Mede hierdoor kunnen de veldwerken nodig om de zware bewapening uit te graven, niet plaatsvinden. De commandopost van het regiment wordt om 12u50 verplaatst van Eik naar het kasteel van Schoonbeek.

De waterburcht van Schoonbeek waar de CP van het 7Li werd geïnstalleerd de 11de mei vanaf 12u50

Het plan om de dwarsstelling in te nemen loopt verkeerd door de aarzelende houding van de Belgische troepen en door de aanhoudende luchtaanvallen van de Luftwaffe. Wanneer I/7Li en III/7Li rond 11u00 goed en wel staan opgesteld wordt de dwarsstelling door het I/LK al opgegeven. Door de verplaatsing van het HK van de 4Div wordt het order om de dwarsstelling te ontruimen niet ontvangen en het 7Li, die op zijn stelling blijft, dreigt omsingeld te worden. De onrust bij de bataljons van het 7Li neemt hand over hand toe. Ten zuiden van het 11Li, in de sector van de 7Div, wordt de dwarsstelling doorbroken. De Duitsers maken echter geen aanstalten om de Belgische eenheden die zich nog in het noorden bevinden op te rollen omdat ze naar het zuidwesten willen oprukken teneinde zo snel mogelijk contact te maken met het 1(FRA)Leger. De 4Div wordt niet overvleugeld [8].

Om 14u00 komt GenMaj Brabant nog langs op de CP regiment in het kasteel van Schoonbeek om inlichtingen te verstrekken over de algemene toestand en een waarschuwingsorder te geven voor de mogelijke terugtocht via Kortessem en Wellen teneinde te hergroeperen in Waver. Het bezwaar van Kol SBH Gondry dat deze terugtochtweg te gevaarlijk is gezien de vijandelijke opmars richting Sint-Truiden, wordt door GenMaj Brabant weggewuifd. Na het vertrek van GenMaj Brabant is de verbinding met het HK/4Div volledig verbroken [9].

Uiteindelijk neemt Kol SBH Gondry om 19u00, in overleg met de regimentscommandanten van 15Li en 11Li, de beslissing om de dwarsstelling te verlaten.  Gedekt door III/7Li verlaten de restanten van de 4de Infanteriedivisie rond 19u30 het Albertkanaal via Beverst, Diepenbeek, Kortessem, Wimmertingen, Alken, Stevoort, Herk-de-Stad, Halen en Loksbergen om te hergroeperen in de wijde omgeving van Waanrode. Tijdens de dekkingsopdracht van III/7Li raakt Onderluitenant Dubois, commandant van de 11de Compagnie (11/III/7Li) ernstig gewond [10].

De terugtocht gebeurt overhaast gezien het regiment ruim acht uur nadat het bevel tot terugtrekken werd gegeven op de dwarsstelling van het I/LK is blijven staan. Ze snellen zich richting bevriende linies en passeren rond middernacht de inderhaast opgeworpen Bretel van Kortessem (defensieve lijn van Kerniel over Wintershoven, Guigoven en Vliermaalroot tot Diepenbeek) die verdedigd wordt door het 1ste Regiment Jagers te Paard (1JP) samen met het 2de Regiment Gidsen (2G), het Iste Bataljon van het 4de Linieregiment (4Li), het Wielrijderseskadron van de 1Div  (Esk Cy 1Div) en de Wielrijdersgroep van de 14Div (Gp Cy 14Div) allen behorende tot de Groepering Ninitte, die net is teruggetrokken van de Vooruitgeschoven Positie. Eens voorbij de Bretel van Kortessem keert de rust terug in de rangen en verloopt de terugtocht meer geordend.

Herpositionering van het 7Li achter de spoorweg Bilzen – Genk op 11 mei om 17u35

II/7Li
Rond 17u00 wordt het dispositief van 7Li aangepast, de bataljons moeten zich nu opstellen achter de spoorweg Bilzen – Genk. II/7Li moet zich als eerste verplaatsen. Op het ogenblik dat stelling wordt genomen achter de spoorweg valt II/7Li onder vijandelijk artillerievuur. Hierbij raakt Kapitein-commandant Van Wesemael, bataljonscommandant van II/7Li, gewond. Eens opgesteld achter de spoorlijn krijgt het bataljon opdracht om de vijandelijke opmars langs de weg Bilzen – Diepenbeek te vertragen.

Wanneer het 7Li omstreeks 19u30 het bevel ontvangt om de dwarsstelling te verlaten, bevindt de Duitse voorhoede zich reeds in Sint-Truiden. Het II/7Li bewust van het feit dat ze zich ver voor de eigen linies bevinden, trekt zich dan ook hals over kop terug en laat daarbij heel wat zwaar materiaal achter uit vrees dat de Duitse troepen elk moment kunnen opduiken. Een officier van het II/7Li spoort daarbij zelfs zijn manschappen aan om alles achter te laten en ieder voor zich te vluchten. Het bataljon functioneert niet langer als georganiseerde eenheid. De meeste manschappen vluchten weg richting Kortessem.

IV/7Li
Wanneer de fuselierscompagnies rond 10u00 het bevel krijgen om hun stellingen achter het kanaal te verlaten moeten de compagnies van IV/7Li achterblijven om de terugtocht te dekken met hun zware mitrailleurs, anti-tankkanonnen en mortieren. Terwijl ze de achterwacht verzekeren zien ze een pantserwagen van het Franse verkenningspeloton voorbijrijden tot aan de opgeblazen brug. De verkenners van het Peloton Erny planten een Franse vlag bij de brug waarna ze opnieuw naar achter vertrekken. Wanneer het bevel tot terugtrekken komt krijgen de manschappen van de 15Cie de opdracht om de mortieren te vernietigen. De mortieren konden onmogelijk gerecupereerd worden omdat het merendeel van de paarden die de stukken moesten vervoeren gedood werden tijdens de aanhoudende bombardementen van 10 mei. Nadat de compagnies van IV/7Li hun opdracht als achterwacht beëindigd hebben worden ze in tweede lijn opgesteld achter de spoorweg Bilzen-Genk. De manschappen beschikken alleen nog over hun persoonlijke bewapening, geweren en enkele pistolen. Om 19u30 verlaten ook de compagnies van IV/7Li hun stelling en verplaatsen zich tijdens de nacht van 11 op 12 mei naar een hergroeperingszone west van de Gete langs dezelfde terugtochtweg als de rest van het regiment. De 12de mei bereiken ze Alken omstreeks 01u30.

Militairen van het 7Li op oefenkamp te Leopoldsburg.

Militairen van het 7Li op oefenkamp te Leopoldsburg.

Staf/7Li
Na de bevriende linies rond middernacht tussen Diepenbeek en Kortessem doorschreden te hebben, trekt 7Li tijdens de ochtend van 12 mei verder terug naar het westen. Het regiment slaagt erin om de orde min of meer te herstellen, maar tot overmaat van ramp is de Belgische genie bijzonder vroeg overgegaan tot het vernielen van de bruggen over de Herk en de Gete zodat onderweg alweer een belangrijk aantal voertuigen en zware wapens moet achtergelaten worden. De bataljons steken de Gete over en nemen kantonnementen in tussen Halen en Waanrode. Omwille van het Duitse luchtoverwicht wordt overdag halt gehouden en wordt de manschappen bevolen zo veel mogelijk uit het zich te blijven. Bij de inventarisatie van de zware bewapening in het rustkantonnement te Waanrode blijkt dat het 7Li bijzonder weinig zwaar materieel overhoudt na de snelle terugtocht uit hun ondersector langs het Albertkanaal.

Wanneer Kolonel SBH Gondry rond 10u00 verneemt dat het HK van de 1ste Infanteriedivisie (1Div) zich te Kortenaken vlakbij Waanrode bevindt stuurt hij er een liaisonofficier naartoe om uit te vinden waar het HK/4Div zich ontplooid heeft. Het HK/1Div kan hem niet verder helpen waarop Kolonel Gondry, nog steeds zonder verbinding met het divisiehoofdkwartier, beslist om het regiment verder naar het westen te laten terugtrekken tot voorbij de K.W. Stelling. De regimentscommandant geeft de nodige orders voor de volgende verplaatsing en vertrekt vervolgens om 12u00 met zijn staf naar Veltem-Beigem waar hij het regiment wil hergroeperen en laten uitrusten. Eens aangekomen in Veltem-Beisem slaagt hij erin om rond 18u30 contact op te nemen met het HK van de 4Div. Het divisiehoofdkwartier had zich tijdens de nacht van 11 op 12 mei naar Beauvechain (Bevekom) verplaatst en werk er aan nieuwe orders voor de reorganisatie van zijn regimenten. De Staf/7Li ontvangt vervolgens het bevel om het regiment ten westen van het Kanaal van Willebroek te reorganiseren en krijgt Grimbergen en Strombeek-Bever als kantonnement opgelegd.

Na het vallen van de duisternis verlaten de bataljons van het 7Li Waanrode en zetten zich te voet op weg richting Veltem-Beissem.

Staf/7Li
Via Molenbeek-Wersbeek, Sint-Joris-Winge, Kortrijk-Dutsel en Linden marcheren de bataljons richting Kessel-lo waar de eenheden tijdens de ochtend van 13 mei de K.W. Stelling doortrekken.  Eens voorbij Kessel-lo nemen ze kantonnementen in te Veltem-Beisem. Terwijl ze de duisternis afwachten wordt de verplaatsing naar Grimbergen voorbereidt.

Hergroeperingszone van de 4Div achter het Kanaal van Willebroek (projectie op recente kaart)

Hergroeperingszone van de 4Div achter het Kanaal van Willebroek (projectie op recente kaart)

Staf/7Li
De volgende nachtelijke etappe verloopt van Veltem-Beisem tot Grimbergen net over het Kanaal van Willebroek. Het regiment steekt gedurende de nacht van 13 op 14 mei te Vilvoorde het kanaal over en kantonneert tussen Grimbergen en Strombeek-Bever. De bataljons zullen hier halt houden tot de avond van 15 mei. Het 7Li moet tegen 12u00 de toestand van het regiment over te maken aan het HK 4Div.

Het Groot Hoofdkwartier (GHK) beslist in de namiddag dat drie divisies ten westen van het Kanaal van Willebroek zullen ingezet worden. Het is de bedoeling van het GHK om de opstelling van het veldleger langsheen de K.W. Stelling te dekken met een strategische reserve van drie divisies, onder het bevel van het het IIIde Legerkorps (III/LK). De 1ste Infanteriedivisie (1Div) zal zich klaar houden in de zone rond Kapelle-op-den-Bos en Beigem, de 4Div die zich reeds rond Grimbergen bevindt krijgt deze zone toegewezen en de in de gevechten te Lummen zwaar getroffen 14de Infanteriedivisie (14Div) zal post vatten tussen Kapelle-op-den-Bos en Breendonk.

Staf/7Li
Tijdens de nacht van 14 op 15 mei wordt uitgerust in de kantonnementszone achter het Kanaal van Willebroek. De Staf/4Div ontvangt in de vroege ochtend een geschreven order van het GHK dat bevestigd dat de 4Div overgaat van het I/LK naar het III/LK voor de verdediging van het Kanaal van Willebroek. Omstreeks 10u00 wordt op het hoofdkwartier van het III/LK in het stadhuis van Vilvoorde de komende opstelling langsheen het kanaal te besproken. Het op het HK van het III/LK gecoördineerde plan zal echter niet lang stand houden want het GHK beslist kort na de middag om de slagorde van het III/LK grondig te wijzigen. Omwille van hun gebrek aan inzetbaarheid zullen zowel de 4Div als de 14Div doorgestuurd worden naar het achtergebied. De 4Div zal het Bruggenhoofd Gent tijdelijk beveiligen, de 14Div zal naar de kust gestuurd worden om er te reorganiseren. Om 14u00 verneemt de regimentscommandant dat het 7Li tezamen met de rest van de 4Div naar het Bruggenhoofd Gent gestuurd wordt. Het Bruggenhoofd Gent (of Tête de Pont Gand – TPG) wordt gevormd door een bunkergordel ten zuiden van Gent. De bunkergordel bestond uit 228 betonnen bunkers die in het algemeen een portaal hadden en één tot drie ruimten afgesloten door een gepantserde deur. Vier bunkers hadden nog een verdieping en 35 waren uitgerust met een stalen waarnemingskoepel. De 4Div komt als eerste grote eenheid toe in het Bruggenhoofd Gent en moet de bunkergordel over de ganse lengte, van Scheldeoever tot Scheldeoever, beveiligen. Hierdoor zullen de infanterieregimenten van 4Div opgesteld worden in brede ondersectoren van Semmerzake tot Kwatrecht. De regimenten zullen na hun aankomst in het Bruggenhoofd Gent volgende ondersectoren bezetten:

  • 11Li – de ondersector Kwatrecht – Betsberg.
  • 15Li – de ondersector Moortsele – Munte.
  • 7Li – de ondersector Muntekouter – Semmerzake.
Schets van de inschepingswerf van 4Div ingericht door de 1Cie van II/LAuGpg (originele schets van 15 mei 1940 uit berichtenboek 4Gn )

Schets van de inschepingswerf van 4Div ingericht door de 1Cie van II/LAuGpg (originele schets van 15 mei 1940 uit berichtenboek 4Gn )

De Staf/4Div laat aanvankelijk weten dat het 7Li op eigen kracht naar Gent dient te marcheren. In de late namiddag wordt dit marsorder aangepast en wordt er meegedeeld dat het niet gemotoriseerde deel van 7Li met autobussen van de Legerautogroepering (LAuGpg) naar Gent getransporteerd zal worden. Het 7Li krijgt een opstapplaats toegewezen te Wolvertem langsheen de snelweg Brussel-Boom-Antwerpen (huidige A12). De troepen wachten te Grimbergen de avond af. Eerst vertrekken de motorvoertuigen en de paardenwagens van het 7Li via de baan richting Bruggenhoofd Gent. De marsroute naar Merelbeke loopt via Wolvertem, Merchtem, Baardegem, Aalst, Oordegem en Lemberge. De paardenkarren zullen de verplaatsing in twee etappes maken. Het voetvolk marcheert vanaf 20u00 van Grimbergen naar Wolvertem waar de 1Cie van II/LAuGpg (1/II/LAuGpg), die voor deze opdracht werd aangeduid, een inschepingswerf heeft ingericht. De 1Cie van II/LAuGpg vertrekt om 20u00 vanuit Vinderhoute met een 180-tal autobussen naar Wolvertem. De colonne autobussen vordert snel tot Aalst maar wordt vanaf Merchtem langs veldwegen naar Wolvertem gestuurd en zal zijn bestemming niet meer bereiken voor middernacht.

Staf/7Li
Na een nachtelijke verplaatsing bereiken de bataljons van het 7Li de streek van Muntekouter en vertrekken na een korte rustperiode naar hun posities vanaf 06u40. Omstreeks 10u30 komt de regimentsstaf aan te Schelderode. De commandopost wordt ingericht in het kasteel Stas De Richel. De CP van het IVde Bataljon wordt hier ook opgesteld. De CP van I/7Li gaat naar Melsen en de commandoposten van het IIde en IIIde Bataljon trekken naar Merelbeke.

Het 7Li telt die dag nog 80 officieren (97 voorzien) en 2100 manschappen (3570 voorzien). De rest heeft tijdens de terugtocht afgehaakt en is ofwel gevangen genomen of gewoon achtergebleven en verloren gelopen.

Later op de dag verneemt de Staf/7Li dat het geallieerde opperbevel (via de Franse generaal Bilotte) onverwacht het bevel heeft gegeven om de K.W. Stelling prijs te geven zonder dat die ten volle verdedigd werd. In het zuiden wist het Duitse leger immers een doorbraak te forceren over de Maas in de streek van Sedan en in het noorden heeft Nederland zich overgegeven. Het veldleger zal aan het eind van de dag de K.W. Stelling ontruimen en terugtrekken naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde. Het Bruggenhoofd Gent wordt nu een scharnierpunt in deze nieuwe defensieve lijn en meerdere divisies worden van de K.W. Stelling naar het Bruggenhoofd Gent gestuurd. Deze verplaatsing zal volgens plan twee dagen duren, de eerste eenheden van deze divisies zullen pas in de nacht van 18 op 19 mei in het bruggenhoofd toekomen. De Staf/7Li realiseert zich dat de ondersector Semmerzake – Muntekouter slechts een korte tijd ingenomen zal worden.

II/7Li en III/7Li bezetten de bunkers te Muntekouter. Er zijn echter te weinig mitrailleurs om alle bunkers te kunnen uitrusten. Zo probeert men eerst alleen de voorste linies van mitrailleurs te voorzien.

Te Semmerzake moet de commandant van I/7Li de hulp inroepen van de burgemeester om alle bunkers terug te vinden in zijn sector. Stellingen voor twee mitrailleurs worden bezet met één enkel wapen bij gebrek aan voldoende uitrusting. In de grote bunker Se9 ontdekt het 7Li een vast opgesteld C47 anti-tankkanon, inclusief een voorraad munitie. De zware bunkers voor grote veldkanonnen zijn niet allemaal bruikbaar omdat de schietgaten belemmerd worden door grote bomen.

Nog steeds te Semmerzake worden twee pelotons van de 3Cie van Kapitein-commandant Rousseau weggetrokken om de drie bunkers tussen Rattepas en Asselkouter in Moortsele te bezetten. Hier wordt de bunker A26 (bunker vermomd als houten stal op de kop van het bos aan Rattepas) bezet met twee mitrailleurs. Achteraan wordt achter een wal van zandzakken een C47 anti-tankkanon opgesteld gericht op de ernaast lopende aardeweg. In de bunker A25 worden twee mitrailleurs opgesteld. In bunker AV5 wordt een C47 anti-tankkanon en een mitrailleur geïnstalleerd.

Staf/7Li
De sector Moortsele tot Muntekouter wordt nu volledig bezet door het 7Li. Het 15Li sluit aan vanaf het kasteel Rattepas.

I/7Li
De 2de Cie van Cdt Bosschaerts wordt ontbonden bij gebrek aan manschappen.

Initiële opstelling voor de verdediging van de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde.

Staf/7Li
De aftocht van het veldleger van de K.W. Stelling naar de lijn Terneuzen-Gent-Oudenaarde die tijdens de nacht van 16 op 17 mei gestart is, moet op 19 mei voltooid worden. Ons VIde legerkorps heeft het bevel overgenomen over de volledige zuidoostelijke zone van het Bruggenhoofd Gent op de boog tussen Semmerzake en Kwatrecht. Er worden drie divisies ontplooid in deze zone. Van west naar oost zal de opstelling er als volgt uitzien:

  • de 5de infanteriedivisie krijgt de sector Semmerzake-Munte toegewezen
  • de 4de infanteriedivisie wordt gecentraliseerd in de sector Munte-Betsberg
  • de 2de infanteriedivisie sluit de linies af door inname van de sector Betsberg-Kwatrecht

Deze ontplooiing betekent dat de regimenten van de reeds aanwezige 4de divisie dichter bij elkaar zullen opgesteld worden tussen Munte en Bottelare. Het 7Li en 15Li zullen de voorste linies innemen. Het 11Li zal het tweede echelon vormen. De nodige bevelen voor deze nieuwe verplaatsingen worden nog tijdens de late nacht van 18 op 19 mei verspreid.

Omstreeks 05u00 krijgt II/7Li het bevel zich van Melsen naar Bottelare te begeven om er in eerste lijn te gaan. Intussen graven te Bottelare de reeds aanwezige elementen van het 7Li bijkomende schuttersputjes en loopgrachten. Het IIde bataljon zal slechts om 14u00 kunnen vertrekken na de bunkers te Melsen te hebben overgedragen aan de Jagers te Voet van de 5de divisie.

De commandopost van het regiment wordt verschoven van Melden naar het Kasteel “Sint-Annabos” aan de noordwestrand van Bottelare.

Terwijl de vijand de in het noordoosten gelegen 2de infanteriedivisie aanvalt en er te Kwatrecht hevig wordt gevochten, stellen de Duitsers zich tegenover de 7de divisie tevreden met enkele artilleriebeschietingen. De commandopost van de divisie valt daarbij eveneens onder vuur. De Belgische artillerie riposteert en neemt Balegem en Scheldewindeke onder vuur.

Staf/7Li
In de sector van de 4Div wordt die dag sporadisch contact gemaakt met de vijand. De grote wachten van Scheldewindeke en Oosterzele raken in schermutselingen met de Duitsers betrokken. Op de Conferentie van Ieper tussen de Belgen, Fransen en Britten is beslist dat het front achteruit moet. Het Belgische leger zal de aftocht naar de Leie aanvatten en rondom Gent worden de Belgische posities herschikt en wordt het Bruggenhoofd Gent opgegeven. De 16de en de 18de Infanteriedivisies zullen de stad verdedigen. De 1ste infanteriedivisie zal de komende nacht stad verlaten en naar de streek van Kortrijk verhuizen. De 2de en de 4de infanteriedivisie zullen die nacht het Bruggenhoofd Gent opgeven en over het Afleidingskanaal van de Leie trekken. Ten zuiden van de stad zullen de 1ste Divisie Ardense Jagers en de 5de infanteriedivisie nog achter de Schelde moeten blijven tot de nacht van 23 op 24 mei en zich vervolgens ook achter de Leie moeten terugtrekken.

Staf/7Li
Er vinden nog steeds beperkte vuurgevechten plaats in de sector van de 4de Infanteriedivisie, maar tot een echte aanval van de Duitsers komt het niet. De divisie ontvangt zijn marsorders voor de verplaatsing naar het westen. De Schelde moet overgestoken worden via de bruggen van Zwijnaarde en Schelderode en de divisie zal vervolgens achter de Leie in reserve geplaatst worden bij het VIde legerkorps.

Brug van Nevele in de ondersector van 7Li

Brug van Nevele in de ondersector van 7Li (zicht op bevriende oever).

Staf/7Li
De aftocht uit het Bruggenhoofd Gent tijdens de nacht van 22 op 23 is zonder noemenswaardige incidenten verlopen en het 7Li komt tijdens de voormiddag aan op zijn nieuwe stelling achter het Afleidingskanaal van de Leie. Het 7Li bemant de noordelijke ondersector van de divisiesector, op de limiet met de 5de Infanteriedivisie (5Div). Ten zuiden van het 7Li staat het het 15Li opgesteld, ten noorden het 1ste Regiment Jagers te Voet (1J) van de 5Div.

In de ondersector van 7Li staat II/7Li opgesteld in het noordelijk voorvak ter hoogte van Nevele, I/7Li neemt het zuidelijk voorvak in rond Molenkouter en III/7Li vormt het tweede echelon tussen Nevele en Poesele. De commandopost van het regiment wordt te Poesele opgesteld.

II/7Li
De hoofdkrachtinspanning van het regiment ligt bij de brug van Nevele in het bataljonsvak van II/7Li. Deze brug werd ondermijnd door de 3Cie van het 21ste Bataljon Genie (3/21Gn) die ook een technische wacht levert bij de brug. Om 16u50 krijgt het 4de Bataljon Genie (4Gn) opdracht om de technische wacht bij de ondermijnde wegbrug van Nevele over te nemen van het vernielingsdetachement van 3/21Gn. Cdt Legrand, compagniecommandant van 2/4Gn begeeft zich ter plaatse en bespreekt er de beveiliging van de brug met Cdt Nelissen, Adjudant Majoor van 7Li, die een tactische wacht bij de brug zal voorzien. Het 4Gn laat een vernielingsdetachement bestaande uit drie soldaten onder bevel van Sgt Rausch achter bij de brug. Om middernacht wordt Sgt Rausch vervangen door OLt Van Autgaerden als hoofd van de technische wacht. Deze officier van 4Gn krijgt ook de leiding over de geniewerken die zullen uitgevoerd worden op de toegangswegen naar de brug. Het betreft de voorbereiding van drie vernielingen over de Scheerbeek en de Oude Kale (D1, D2 en D3) en drie mijnenvelden (M1, M2 en M3) op de toegangswegen naar de brug.

Staf/7Li
De 4de Infanteriedivisie is ontplooid in zijn ondersector tussen Nevele in het noorden (inclusief) en Deinze in het zuiden (exclusief).  De divisie heeft een problematische veldtocht achter de rug.  Er zijn nog slechts 5.300 infanteristen in plaats van de normale 11.000 en de zware bewapening is herleid tot een overschotje. Er is nog maar een derde van de lichte mitrailleurs en C47 anti-tankkanonnen. Zware mitrailleurs zijn er bijna niet meer, en alle mortieren zijn verloren gegaan.

Oude brug over het Afleidingskanaal van de Leie te Nevele die door de ploeg van OLt Van Autgaerde op 25 mei vernield werd.

Oude brug over het Afleidingskanaal van de Leie te Nevele die door de ploeg van OLt Van Autgaerde op 25 mei vernield werd (zicht op oostelijke oever).

II/7Li
Bij de brug van Nevele plaatst het regiment op de oostelijke kanaaloever een voorpost bestaande uit een versterkt fuselierspeloton en een T13 pantserwagen. Dit detachement moet ter plekke blijven tot net voor de vernieling van de brug. Het peloton heeft als opdracht de genietroepen die werken uitvoeren op de oostelijk oever te beveiligen alsook de veilige doortocht van eenheden van de 5Div, die via deze brug binnenlopen in de bevriende linies, te verzekeren.  De T13 moet vervolgens naar Kanegem terugtrekken. Om 00u45 komt een liaisonofficier van de Staf/5Div aan bij de brug van Nevele die II/7Li en de technische wacht van 4Gn op de hoogte zal houden van de doortocht van de verschillende ondereenheden van de 5Div. De ploeg mijnenleggers van 4Gn, die de opdracht kreeg om de mijnenvelden M1, M2 en M3 aan te leggen ten oosten van de brug van Nevele, komt om 04u45 aan bij de brug. De mijnenvelden M1 en M3 op secundaire toegangswegen naar de brug zijn al klaar om 07u00. Het mijnenveld M2 op de hoofdas kan voorlopig niet gelegd worden gezien het drukke verkeer langs deze toegangsweg naar de brug. Ondertussen wordt ook de vernieling voorbereid van duikers over de Oude Kale, een beek die parrallel loopt met het kanaal.

Om 20u00, na de doortocht van de laatste eenheden van de 5Div, geeft de Staf/4Div het bevel om de brug van Nevele om 20u20 te laten springen. Stipt om 20u20 gaat OLt Van Autgaerden over tot de vernieling van de brug. De springinrichting die door het 21Gn werd aangelegd komt tot ontploffing maar de brug raakt slechts matig beschadigd.  Er onstaan meerdere gaten en scheuren in het wegdek maar de brug is nog bruikbaar, zelfs door voertuigen. De staf van de 4Div wordt door Cdt Tancré op de hoogte gebracht van de mislukte poging. OLt Van Autgaerden krijgt van de bataljonscommandant van II/7Li een voertuig om nieuwe explosieven te gaan ophalen om een nieuw springdispositief aan te leggen. Majoor Remy, de bataljonscommandant van 4Gn komt ter plaatse om de tweede vernielingspoging eigenhandig leiden. De springladingen worden voorbereid in een garage op een 100 tal meter van de brug en om 00u15 wordt het tweede springdispositief ontstoken. Opnieuw is de brug onvoldoende vernield om definitief buiten werking te zijn. Er zullen uiteindelijk nog twee pogingen nodig zijn om de brug volledig te laten instorten zodat de vijand geen gebruik kan maken van de restanten van de brug om het kanaal over te steken.

Kerktoren van Vosselare die door een observatieploeg van III/7Li gebruikt werd en die in de vroege ochtend van 25 mei werd vernield.

Kerktoren van Vosselare die door een observatieploeg van III/7Li gebruikt werd en die in de vroege ochtend van 25 mei werd vernield.

III/7Li
Omstreeks 17u00 stuurt het 7Li een patrouille, bestaande uit een onderofficier, drie manschappen en twee telefonisten-seingevers, naar de oostelijke oever met als opdracht het dorp Vosselare en de Damstraat te verkennen. De patrouille moet aan de overkant blijven tot 21u00 en doelen aanduiden voor de artillerie vanuit de kerktoren van Vosselare. Het detachement beschikt over een veldtelefoon met anderhalve kilometer draad. Vosselare ligt tegenover Nevele op amper 1km van de oostelijke kanaaloever. Vanuit de kerktoren van Vosselare valt ook de volledige opstelling van het 7Li achter het Afleidingskanaal van de Leie waar te nemen. Om deze reden krijgt 4Gn de opdracht om de toren op te blazen teneinde de vijand een interessante waarnemingspost te ontzeggen. Op het ogenblik dat de vernielingsploeg van 4Gn het bevel krijgt om zich naar Vosselare te begeven, wordt ook het bevel gegeven werd om de brug over het kanaal te Nevele te laten springen. Het 4Gn plant dan ook de bouw van een vlot, op een 300-tal meter ten zuiden van de brug, om de vernielingsploeg en de nodige explosieven naar de overkant van het kanaal te brengen. Wanneer de munitie voor de opdracht rond 20u30 toekomt bij het vlot blijkt dat de poging om de brug van Nevele te vernielen mislukt is en dat de springstof nog via de brug naar de overkant van het kanaal gebracht kan worden. De waarnemers van III/7Li verlaten de kerktoren om 21u00 waarna springstoffen worden aangebracht in de toren. De observatieploeg kan nog via de brug terugkeren naar de overkant van het kanaal. Om 23u30 wordt de lont aangestoken maar er gebeurt niets, de lont is van slechte kwaliteit en ontbrandt niet. Er worden meerder lonten van verschillende types aangebracht en bij de tweede poging, die plaatsvindt om 00u45, komt niet alleen de kerktoren naar beneden maar wordt ook de volledige kerk van Vosselare vernield.

Krijgsgevangen Belgische militairen worden afgeleid door de vijand.

Staf/7Li
Aan het front ten noorden van Deinze ondernemen de Duitsers een poging om over het water te geraken. In de ondersector van het 15Li slaagt het Duitse 192ste infanterieregiment er in het Afleidingskanaal van de Leie ten zuiden van Meigem over te steken. De Duitsers ondervinden bijna geen tegenstand. Het 15Li valt uit elkaar en geeft zich zo goed als volledig over.

De vijand vormt zeer snel een bruggenhoofd en zwenkt dan noordwaarts naar het 7Li en zuidwaarts naar het 11Li. Het I/7Li en II/7Li worden onmiddellijk overrompeld, maar de 10de en 11de Compagnie slagen er in de Duitse infanterie tijdelijk tegen te houden.

Die dag verliezen 7Li, 11Li, 15Li en 8A samen zo’n 5.000 krijgsgevangenen. De 4de Infanteriedivisie is niet meer.

Staf/7Li
De veldtocht zit er zo goed als op voor de mannen van het 7Li. Zij die bij de nederlaag aan het Afleidingskanaal van de Leie ontsnapt zijn, of reeds van lang tevoren van hun eenheid verdwaalden, lopen doelloos rond in het Belgische achtergebied en worden samen met de rest van het leger ontwapend op 28 mei.

Transport van Belgische krijgsgevangenen per Rijnaak naar Duitsland.

Krijgsgevangenen/7Li
Na de Belgische capitulatie is de bezetter geconfronteerd met een grote massa Belgische en Franse krijgsgevangenen die op één of andere manier naar Duitsland moeten worden overgebracht. Om de evacuatie snel te laten verlopen wordt geopteerd voor het vervoer per rijnaak. Vanuit het Gentse worden de gevangen militairen via Axel en Zaamslag naar Walsoorden in Zeeuws-Vlaanderen gebracht. Hier wordt ingescheept om via het “Kanaal door Zuid-Beveland”, het Hollands Diep, de Waal en de Rijn richting Duitsland te varen.

Reisweg van de Rhenus 127 op 30 mei 1940 van Walsoorden tot Willemstad.

Krijgsgevangenen/7Li
Op donderdag 30 mei vertrekt rond 09u00 een konvooi van vier schepen richting Duitsland. Het schip de “Rhenus 127”, met aan boord uitsluitend Belgische krijgsgevangenen, vaart als tweede in het konvooi. Rond 19u30 wordt het Hollands Diep bereikt ter hoogte van Willemstad. Hier loopt het schip op een magnetische mijn die door de Duitse luchtmacht werd gedropt aan het begin van de oorlog. De mijn rijt de achterkant van het schip open waarna het achterste deel van het schip langzaam begint te zinken en de boeg omhoog gestuwd wordt. Het duurt een uur vooraleer ook de voorsteven onder water verdwijnt waardoor een groot deel van de niet gewonde opvarenden en een 269-tal gewonden aan land konden gebracht worden.Aangezien er geen inschepingslijsten werden opgesteld is niet geweten hoeveel Belgische militairen aan boord waren. Er wordt aangenomen dat er ongeveer 1.200 man werd ingescheept, onder hen een groot aantal van het 7Li. In totaal worden 167 lichamen geborgen, vermoedelijk ligt het aantal slachtoffers nog hoger. Het 7Li telt 21 geïdentificeerde slachtoffers. Onder hen 1ste Sergeant-majoor De Backer, Sergeant De Block, de Korporaals Torfs en Vandersteegen (priester), de Soldaten Bornkessel (priester), Cappaert (priester), Ceulemans, Cools, Dupont, Janssens, Konings, L’Hair, Laporte, Leroi (priester), Meerberghs, Rosseels, Schats, Slenders (priester), Tureluren, Van Winghe en Verheyden (priester). Soldaat Rams wordt als vermist opgegeven [11].

Na de capitulatie

Slachtoffers

EenheidNaamVoornaamFotoGraadStandKlas° op° te+ op+ teNota
4/IBECKERSJoseph, B.SdtMil3810.09.1919Assent11.05.1940ZutendaalOf + 10/5 Munsterbilzen
9/IIIBEURMSCamiel, A.KplMil3624.01.1916Zonnegem11.05.1940Bilzen
9/IIIBLOMMEEdmond, A.SdtMil3617.06.1916Cahors (F)26.05.1940NeveleGedood in artilleriebombardement
12/IIIBOEYLodewijk, A.SdtMil3727.03.1917Boom26.05.1940Nevele
MedCieBORNKESSELHenri, J.SdtMil3612.04.1913Seraing06.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05. Priester-brancardier
10/IIIBOSTYNEmielSdtMil3607.11.1916Mers-les-Bains (F)20.01.1941SchaarbeekOverleden in Hulphospitaal Rode Kruis
OnbekendBULSAugust, P.SdtMil3624.03.1916Hever11.05.1940Tienen
MedCieCAPPAERTNestor, C.L.SdtMil3725/041916Sint-Niklaas09.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05. Priester-brancardier. Gekend als Broeder Nicolas in abdij van Maredsous
OnbekendCEULEMANSTheofielSdtMil3230.07.1912Bonheiden06.06.1940Zuid-Beijerland (NL)Krijgsgevangene op de Rhenus 127 op 30/05
11/IIICLUYTENSFrans, A.M.SdtMil3801.03.1919Mechelen21.05.1940Scheldewindeke
OnbekendCOOLSLudovicSdtMil07.11.1910Winkelomheide (Geel)05.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
3/IDE BACKERAntoon, J.1SgtMaj10.06.1905Kruibeke07.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
OnbekendDE BLOCKPaul, A.SgtMil3323.02.1913Stekene09.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
Staf/IDE LAUWERFrans, G.SdtMil3722.05.1918Edmonton (GB)24.05.1940Nevele
9/IIIDE RAEDTWillemSdtMil3731.01.1917Niel26.05.1940NeveleGedood in artilleriebombardement
2/IDIONYSAlfons, M.SdtMil3811.09.1919Berchem13.05.1940BorgloonOverleden aan zijn verwondingen in veldhospitaal van I/LK
7/IIDUPONTAlbert, D.SdtMil02.07.1916Zandbergen06.09.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
5/IIEVRARDEmile, T.SdtMil2716.10.1906Aywaille23.05.1940Zelzate
OnbekendGOETHALSAlbertSdtMil3631.03.1916Waasmunster21.05.1940Etaples (F)
OnbekendGROESIsidoor, J.SdtMil3903.05.1920Willebroek27.05.1940St-Joris-ten-Distel
15/IVGYBELSFelix, AlbertSdtMil3607.07.1916Zolder25.05.1940NeveleVerdronken na gevangenname
3/IHOEBRECHTSPierreSdtMil3102.05.1911Attenhoven15.06.1940Blankenberge
OnbekendJANSSENSHendrik, L.F.SdtMil05.02.1915Mechelen07.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
9/IIIKEGELSAlfons, G.SdtMil3602.12.1916St-Gillis-Waas26.05.1940NeveleGedood in artilleriebombardement
11/IIIKONINGSAdriaan, C.SdtMil3926.08.1916Goirle (NL)06.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
8/IIL'HAIRFransSdtMil3819.08.1919Antwerpen07.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
OnbekendLAPORTEFransSdtMil3717.05.1917Begijnendijk05.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
9/IIILAUWERSFelix, G.OLtRes13.09.1913Tildonk26.05.1940NeveleGedood in artilleriebombardement
2/ILEROIAlfonsSdtMil3610.02.1914Rutten06.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05. Priester-brancardier.
OnbekendMEERBERGHSJozef, L.SdtMil3823.08.1917Lier07.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
OnbekendNEIRYNCKEdmond, M.SdtBV16.10.1908Assebroek25.05.1940Poesele
5/IIRAMSFrans, L.SdtMil3825.07.1919O.L.V.-Waver30.05.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127. Vermist op 30 mei 1940, dood verklaard met vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Mechelen op 3 november 1945.
8/IIROSSEELSGeorges, F.SdtMil21.05.1920Waasmunster07.09.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
13/IVSCHATSFrans, M.W.SdtMil3919.02.1920Antwerpen05.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
10/IIISCHROEFArmand, V.J.SdtMil3927.10.1919Mechelen21.05.1940Scheldewindeke
MedCieSLENDERSJoannes, M.SdtMil3507.05.1912Hamont06.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05. Priester-brancardier. Student theologie-kloosterling.
6/IITORFSJanKplMil3903.03.1919Antwerpen04.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
OnbekendTURELURENAlbert, L.SdtMil3512.05.1915Lummen06.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
11/IIIVAN DE SOMPELEmielSdtMil3914.03.1920Wetteren21.05.1940Scheldewindeke
OnbekendVAN GOOLJoseph, M.SdtMil3716.03.1918Antwerpen27.05.1940Tielt
OnbekendVAN MEENSELHenri, R.Sdt06.06.1919Lubbeek13.05.1940Gellik
3/IVAN WINGEEduardSdtMil3912.01.1920Mechelen25.05.1940PoeseleGedood aan zijn C47
3/IVAN WINGHEEmiel, L.E.SdtMil3924.10.1919Leest07.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05
MedCieVANDERSTEEGENHubertKplMil3722.06.1912Sint-Truiden06.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05. Priester-brancardier. Salesiaan van Don Bosco
4/IVERHEYDENTheofiel, Jozef Fernand AlbertSdtMil3705.02.1917Lubbeek07.06.1940Willemstad (NL)Krijgsgevangene op Rhenus 127 op 30.05. Priester-brancardier. Benedictijn (broeder Samuël)
OnbekendVERHOEVENKamiel, P.SdtMil3603.10.1916Boom11.05.1940Genk

Bibliografie en Bronnen

  1. Handgeschreven document opgesteld naar aanleiding van een interview met Gust Doucet van de Dienst Militaire Bouwwerken die in de zeventiger jaren opzoekingswerk deed naar de geschiedenis van de kazerne. Het document werd ter beschikking gesteld door Armand Put van “Soennes & Swaerdes” – Erfgoedbeweging Zutendaal.
  2. Het Kanaal Briegden-Neerharen verbindt het Albertkanaal bij Briegden met de Zuid-Willemsvaart bij Neerharen. Het kanaal werd aangelegd tussen 1930 en 1934, samen met de aanleg van het Albertkanaal en is 4,8 km lang. Het hoogteverschil tussen het Albertkanaal en de Zuid-Willemsvaart bedraagt 20 meter en wordt opgevangen door twee sluizen. De eerste bevindt zich ter hoogte van Lanaken en Smeermaas. De spoorweg Hasselt-Maastricht, die in 1856 werd aangelegd, steekt hier het kanaal over. De tweede sluis bevindt zich ter hoogte van Neerharen.  [On line beschikbaar]: https://binnenvaartinbeeld.com/nl/kanaal_briegden_neerharen/kanaal_briegden_neerharen  [Laatst geraadpleegd 03 september 2023] en https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/216486 [Laatst geraadpleegd 03 september 2023]
  3. Lambert Hendrikx, “Oorlog in Munster”, een uitgave van Heemkring Landrada Munsterbilzen, 2011.
  4. Handgeschreven order nr 21/4 van 10 mei 1940 dat om 12u36 naar de CP van 7Li gestuurd werd met de opdracht een officiersverkenning naar de CP van de GpCy 17Div te Neerharen uit te voeren. Het order bevindt zich in het dossier van de 4Div bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie.
  5. De Vergunning tot herbegraven van Soldaat Beckers, opgesteld op 9 september 1947, vermeldt dat hij gesneuveld is op 10 mei. Hij werd initieel begraven op het gemeentelijk kerkhof van Munsterbilzen.
  6. Het peloton van de Franse Sous-Lieutenant Erny behoort tot het verkenningseskadron (of Détachement de Découverte – DD) van Capitaine Renoult. Het DD van Capt Renoult had als opdracht de marsroutes voor het 1(FRA)Leger te openen en vervolgens de vorderingen van de vijand te jalonneren vanaf het Albertkanaal tot de lijn Wavre – Namen. Hiertoe werd telkens een verkenningspatrouille ter sterkte van een peloton uitgestuurd naar de bruggen van Hasselt, Godsheide, Diepenbeek en Zutendaal. Het eskadron maakt deel uit van het Franse 12ème Régiment de Cuirassiers dat was belast met een dekkingsopdracht tijdens de inplaatstelling van het 1(FRA)Leger. Volgens de geallieerde planning zal het 1(FRA)Leger stelling nemen tussen Waver en Namen [On Line beschikbaar]: https://www.chars-francais.net/index.php/documentation/journaux-de-marche [Laatst geraadpleegd 10 juni 2023]. Het Peloton Erny bestond uit drie pantserwagens (of Auto-Mitrailleuses de Découverte – AMD) van het type Panhard en enkele moto’s met zijspan van het type Gnome-Rhône. Het spoor van het 12(FRA)RC door België werd gereconstrueerd door A. Bikar in zijn naslagwerk “Les détachements de découverte du 12e Cuirassiers français de la 3e Division Légère Mécanique en Belgique, les 10, 11 et 12 mai 1940”. In dit naslagwerk bundelde hij vermeldingen van de aanwezigheid van de Franse verkenningsdetachementen in de verschillende documenten van Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Ministerie van Defensie. Vermoedelijke reisweg afgelegd door het Peloton Erny op 10 mei: Péruwelz (10u00), Wavre (van 12u00 tot 15u00), Chaumont-Gistoux, Incourt, Jodoigne, Opheylissem Landen, Brustem, Borgloon Sint-Huibrechts-Hern (18u45), Hoeselt (19u00), Bilzen (19u30), de brug van Zutendaal te Munsterbilzen en Eik waar de nacht van 10 op 11 mei wordt doorgebracht. 
  7. Achtergrondinformatie bij kasteel Kapelhof te Neerharen [On Line beschikbaar]: Kasteel Kapelhof | Inventaris Onroerend Erfgoed [Laatst geraadpleegd 27 februari 2024].
  8. Dossier van het 15Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie, Evere. Uit het verslag van Onderluitenant Volkaerts, commandant van het Pl Vknr van 15Li, die rond het middaguur een verkenning langs de dwarsstelling uitvoert, blijkt dat het 15Li zich nog steeds op zijn posities langs het Albertkanaal bevindt, dat de linker vleugel van het 7Li (II/7Li) ook nog langs het kanaal staat opgesteld en dat de rest van het 7Li zich achter de spoorlijn Genk – Bilzen bevindt. De verbindingen tussen het 15Li en 7Li evenals de verbindingen tussen het 7Li en het 11Li zijn nog intact. De dwarsstelling die diende ingenomen te worden om de Duitse aanval te vertragen is om 12u00 in elk geval nog intact bij de 4Div.
  9. Op het moment dat GenMaj Brabant de CP van het 7Li bezocht (11 mei 14u00) was hij niet op de hoogte van het terugtrekkingsbevel dat door het I/LK was uitgevaardigd. Evenmin wist hij dat het I/LK om 12u30 de algemene aftocht van het I/LK naar de K.W. Stelling had afgekondigd. Deze bevelen werden door het I/LK overgemaakt aan het Voorwaarts HK van de 4Div die zich op dat ogenblik al in Ulbeek bevond. Er was geen verbinding tussen het Voorwaarts HK van LtGen de Grave en het Achterwaarts HK van GenMaj Brabant. De eenheden van de 4Div komen pas te weten dat ze zich kunnen terugtrekken nadat Kolonel Horckmans, commandant van het 11Li,  op zoek gegaan is naar het HK van de 4Div en per toeval iets voor 19u00 LtGen de Grave ontmoet in de Dusartkazerne te Hasselt.
  10. Uitgebreid getypt verslag opgesteld in het Frans betreffende de veldtocht van het 7Li, vermoedelijk een transcriptie van een document dat initieel werd opgesteld door Kol SBH Gondry op 11 augustus 1941. De getypte versie is niet ondertekend door Kol SBH Gondry maar draagt wel zijn naam. Het document is volgens een handgeschreven nota in de marge overgemaakt door het Militair Huis van de Koning aan de Historische Dienst van het leger. Het verslag bevindt zich in het dossier van het 7Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie, Evere. Volgens deze bron zou OLt Ivan Dubois, commandant van de 11Cie, gesneuveld zijn tijdens de dekkingsopdracht van III/7Li waarmee in de nacht van 11 op 12 mei de terugtocht van het 7Li beveiligd werd. Dit kan met stelligheid ontkracht worden. Vooreerst komt zijn naam niet voor op de lijst der gesneuvelden van het regiment en ook in het Belgian War Dead Register is geen spoor te vinden van OLt Dubois. Daarnaast  bestaat er een handgeschreven en ondertekend document, opgesteld op 13 oktober 1947 door OLt (intussen Kapt) Dubois, dat bevestigd dat Sergeant Gaston Wellens heeft deelgenomen aan de veldtocht met de 11Cie van het 7Li (met dank aan David Wellens die ons het document heeft overgemaakt).
  11. Frans Rams werd op 30 mei 1940, officieel dood verklaard ten gevolge van de ramp met de Rhenus 127 bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Mechelen op 3 november 1945. Boek “de ramp met de Rhenus 127 op 30 mei 1940 te Willemstad”, Constant van Nispen, oud-gemeentesecretaris van Willemshaven.
  12. Dossier van 7Li bij de Sectie Classified Archives, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), Ministerie van Defensie, Evere.